z i I Kleeding der vrouwen Zomer- of sportjurken 9 MOTTEN ONZE WONING ONZE KEUKEN NIEUWIGHEDEN JURKJE VOOR MEISJES VAN ACHT TOT NEGEN JAAR BREIWERK Lampjes Jam en gelei ra A 4- Z, i Gebreid bal-overtrek o; Ut 1.2» lil en op vol leugen zomer hoedlijn en over dit gedeelte later la- ros st. ANEMOON wascht van het In- tee- en van Bessen bevatten veel pectine dit Is de stof waardoor de massa gelel-achtlg wordt. Frambozenjam wordt op dezelfde manier gemaakt. Bizonder smakelijk is frambozen met bessen. De bessen daarvoor worden ge- wasschen en dan gekookt, tot al het sap goed loslaat- Dan laat men dit uitdruipen door een doek. Het sap wordt gewogen en gekookt met eenzelfde gewicht aan suiker. Wil men frambozen met bessen koken, dan voegt men het uitgeloopen sap bij de fram bozen. ADRIANA KNUIST— POLLEPEL ze te Hét knipt 36 en .an is een po- dit zoo elo elo eid Ul- er- kan ma ge- ■ef- eek ile- va- er- m- ran wel :1de le ze: Bi lt), t): ti en St. Kersen bevatten slechts zeer weinig, pec tine, zoodat men kersen]am heel moeilijk stijf kan krijgen. Het euvel kan men ver helpen door wat bessensap bij de kersen te voegen. Ook bij kersensap doet men boven dien citroensap om den smaak te verhoo- gen. t): :n- ion ral- I te er- unt che een ien B., erd tak ui en 1)d ra fel il- rag ar- uis ht. 8? s ■4i POLA t 5-r, ri v I S<, een nauwsluitende taille van te maken en een glad even klokkend rokje. Langs alle randen zetten we dan roode tresjes en ver- L en sieren het costuam verder met roode knoo- pen en een kleurige das. No. 1Ö65 is een soort overgooier. Het stuk, dat over de blouse gedragen wordt, is ech ter los van de rok en wordt in de taille een beetje geplooid, terwijl we het op den rug strikken. Het geruite blousje heeft wijde mouwen in raglan-model en een klein kraagje met strikje. No. 1066 wordt gemaakt van witte Ja- pansche zijde of dunne wolleh stof. Aan rug en voorzijde maken we fijne oprijgjes in stervorm. Schouder- en heupstukken blijven onversierd. Den hals kunnen we op 'llende 'W een sm£[ kraagje ofei strik opzij. oo’n bal-overtrek kan men breien van allerlei resten wol of gekleurd katoen. Men breit het dan in vakjes van aller lei kleuren; een paar toertjes zwart telkens tusschen de verschillende kleuren in maakt een aardig effect. Men kan een bal-overtrek breien op ver schillende manieren. Naalden no. 2 zijn er de meest geschikte voor. Volgens de eerste manier zet men, met zwarte wol, 36 steken op. Men breit aldoor r. Eerst met zwart 4 toeren. Bij eiken toer laat men 1 st. op de naald staan, waarna st. in het midden van de naald overblijven, t -T Tij willen hopen dat de zomer, die dit VV laar zo° lan8 °P zich liet wachten, zijn schade zal inhalen en ons in Juli en Augustus overvloedig zon en warm te zal geven. Wie nog gewacht heeft met zomerjaponnen te maken, kan zich nu nog aan de naaimachine zetten en gauw een paar aardige jurken in elkaar tooveren. No. 1064, de eenvoudige sportjapon die we op het plaatje zien afgebeeld, is ge maakt van grof wit linnen. Dit is dezen zoowel voor mantels als voor ja ponnen zeer gezocht. Wij kunnen dit ma teriaal natuurlijk niet verwerken met veel pjopiepfc.41et aardigste is dus er verse hill i waarmee ook dit vakje weer klaar is. In t geheel breit men zoo 6 vakjes. Dan naait men het geheel aan elkaar, waarbij men ’n opening laat voor het vullen. Het vullen kan gebeuren met fijne houtwol of met kapok. Na het vullen de laatste opening dichtnaaien. Bij een ander model van een balovertrek breit men kleinere vakjes op de volgende manier, ook aldoor rechts, in 2 of meer kleuren. 50 steken opzetten; 2 toeren breien. Bij den 3den toer laat men 10 steken op de naald staan. Men keert het werk om, haalt den Isten steek af en breit de naald terug tot aan de laatste 10 steken, die men weer op de naald laat staan. Men houdt dan dus, In het midden van de naald, 30 steken over. Hierover breit men 2 toeren, waarbij men telkens den Isten st. afhaalt. In den daaropvolgenden toer breit men de naald uit; dus 40 st. Hiermee is 1 vakje klaar en begint men met een andere kleur te breien over alle steken. Men herhaalt nu weer de 8 toeren van het vorige vakje. In het geheel breit men voor dezen bal 20 vakjes. Dan wordt hij dichtgenaaid op een opening na voor het vullen. Na het vul len wordt ook deze laatste opening dicht genaaid. DORA Klapbessen jam is zeer gemakkelijk te maken. Men behoeft de vruchten enkel te ontdoen van de groene kroontjes en te was- schen, waarna men ze kookt met de be- noodlgde suiker. Vruchten voor Jam en gelei mogen nooit overrijp zijn, daar de massa dan niet goed stijf wordt. Om aanbranden te voorkomen kan men een paar knikkers onder in de pan léggen. men het werk omkeert. De eerste steek wordt dan afgehaald en bij het teruggaan breit men telkens 1 st. minder. De loeren worden dus steeds kleiner. Na de 4 toeren zwart begint men de een of andere kleur en nog steeds laat men', aan het einde van de naald, telkens 1 st. meer staan, tot men ten slotte, in het midden van de naald, nog 10 st. overhoudt. Dan breekt men den draad af en men begint weer met zwart te breien aan het begin van de volgende naald over alle 36 steken. Om geen openingen te krijgen, breit men mèt de steken welke op de naald wa ren blijven staan, telkens het lusje samen vóór die steken. Men breit weer 4 toeren met zwart en begint dan met een andere kleur; weer laat men telkens, aan het einde van lederen toer, 1 st. staan, tot er nog 10 De moderne hoed, een pijp van wol, zij de of stroo, wordt eerst een creatie, wan neer we hem op het hoofd plooien en vor men, passend bij het gelaat. Een bepaald idee wordt hier niet voorgeschreven, alleen plooit men hem zóó, dat hij als ’t ware een omgekeerden trechter vormt. Men laat hem tamelijk hoog. Daaronder vindt U de nieuwe voor den midzomer: zeer groot, met een breeden rand achter in den hals naar be neden gebogen, de Ijjn vóór, boven het ge- De gameering- bestaat uit Aardbeien. Bij 4 pond aardbeien neem ik bovendien het sap van 1 groote of twee kleine citroenen, omdat dit de jam frisscher maakt. Als men de citroenen tevoren ver warmt, laten ze gemakkelijker sap los. De aardbeien worden van de groene kelkblaadjes ontdaan en zorgvuldig doch vlug eenige malen gewasschen. De vruch ten mogen niet in het water blijven liggen, daar hierdoor veel van het fijne aroma ver loren gaat. Na het wasschen laat men de vruchten nog even uitlekken op 'n vergiet en zet ze dan, zonder water, op het vuur dat men eerst even laag houdt en op *n groote vlam zet, zoodra er voldoende vocht is. Zijn de vruchten goed aan de kook, dan wijz^^f^^en. ypfigt, me».,er desul^er bij en het .cjtroen- ilcsjz^iang» zetten of- 'n jrctid sap en last alle* flink koken, terwijl men 'A' telkens met een houten lepel roert. Na on geveer 20 minuten, hoogstens een half uur koken, moet de jam goed zijn. Men schuimt ze af en laat ze even bekoelen eer men ze in de potjes doet. laat, golvend. lint of veel bloemen, terwijl vaak nog een artistieken kneep of vouw in den rand is gelegd. Enkele groote modellen geven een ‘platte strikgarneering, achter op den rand. ANEMOON Kiaar aanleiding van ’n paar ingekomen vragen* zullen we het vandaag eens hebben over het maken van jam en gelei. Ik neem voor allerlei bessen, aard beien, frambozen, klapbessen, evenveel sui ker als vruchten. De vruchten behoeven dan niet lang te koken, waardoor de zuivere vruchtensmaak en de mooie kleur behou den blijven. Hierbij ziet U verschillende ontwerpen, welke zoo al niet meer comfort geven dan vorige ontwerpen, er toch behaaglijker uit zien. Vervolgens twee ontwerpen voor moder ne indirecte verlichting: het een ’n metalen voet waarop een kelk waar het licht uit komt, daarnaast een dergelijke lamp, waar van het bovenste gedeelte geheel verstel baar is, zoodat men het licht naar een bepaalde richting kan laten schijnen en *n hoek of muurvlakte kan verlichten, waar dat gewenscht wordt, zonder dat men in t scherpe licht zelf ziet. Een nieuw idee van wandverlichting ge ven u de ronde of ovale melkglazen schij ven, vóór elkaar geplaatst, op een metalen armpje; een lichtlampje is er achter ver werkt Flnnr Hp melkirl A7.en nlaten wordt *n Het is hier in Nederland met de kleeding der Katholieke vrouw niet zoo slecht ge steld als in vele andere landen; in het al gemeen houdt zij zich hier vrij wet aan de voorschriften der bisschoppen op dit punt. Toch zijn er nog wel, die in haar klee ding, laten we maar zacht zeggen, „nogal vrij” zijn en voor haar kan het nuttig zijn eens te overwegen wat Marie Liede schrijft, waar ze het heeft over de kleeding der Ka tholieke vrouw. Bij eenig nadenken zal het U, zegt zij, als God uw verstand verlicht, helder onverbiddelijk voor den geest staan, dat: Wij kleederen dragen, die de oogen ons trekken; Wij kleederen dragen schijn, die bedriegen; Wij kleederen dragen, die schaamteloos prikkelen. Wij.doen dat en wij denken er niet aan en wij denken er niet bij. Maar anderen zien het en doen het na, gelijk wij het van anderen hebben nagedaan. In dit punt is de stumperige moderne mensch zoo slaatsch gehoorzaam. Zij doen het na, zij vallen in de zonde. En wij, wij dragen de schuld en wij 'denken er niet aan. Wjj hullen ons in een kleed, dat geen kleed meer is; een kleed gemaakt naar een mode, door den bezwadderden geest van den een of anderen trouwen trawant van Satan in een doemwaardig oogenblik uit gedacht. Waar blijft bij dat"alles ons heiig kind schap Gods? Waar blijft ons bovennatuur- linrtientam en voelen'? Is dat mede werken aan den triomf der ware katholieke begin selen? 2J4 cM. breed hebt geknipt, aanstikt, en op den verkeerden kant op den stiksteek over zoomt. Vervolgens werkt ge op dezelfde ma niet, dus ook met een schuin biesje, het losse mouwkapje af, dus te beginnen bij *t rechte 4 c.M. stukje. Hierna rijgt ge langs het overige gedeelte van het stuk een in slag in, waarna go dit op het jurkje stikt ook een biesje stikt, dat ge nog 10 c. M. over het kapje door laat loo- pen, zoowel achter als voor kraagje ge c.M. lang 14 c.M. breed, waarna ge dit aanstikt en overzoomt. Het resteeren- de gedeelte van het arms gat en de bui tenomtrek van het kraagje worden ook met een schuin biesje afgewerkt Voor sluiting zet ge boven aan een knoopje en een lusje, waarna ge ook óp de daarvoor bestemde plaatsen de knoopjes aanzet. De ceintuur knipt ge 180 c34. lang en 10 cM. breed, waarna ge deze met een heel smal zoompje afwerkt en ach teraan op het jurkje sluit met een los hangenden strik. DINY Tiraar blijft *t origineele metalen meu- yy bel? Men ziet het thans bijna geheel gestoffeerd; het stukje canvas <W de kalfshuld vervangt men nu reeds door veerende kussens, men bedekt rug, zitting en armen en comfortabele veerende kussens rusten in een verchroomd frame. Van het metaal blijft weinig zichtbaar- t ampjes In den zomer?! Och, waarom j niet? Het schemerlampje branden we toch altijd nog een uurtje, en dan, den langsten dag hebben we al weer gehad. Bereid U voor, de dagen worden al weer korter, al merken we er gelukkig nog niet zooveel van. Het eerste schemerlampje maken we de zen keer eens van dik wit bord, beaver- bord. Het wordt een kubus, waarvan de dee- len op elkaar gespijkerd zijn met spelden. Dat gaat heel goed; men doet er tevens wat dunne houtlijm tusschen. De kubus komt aan alle kanten dicht, doch alvorens de deelen jn elkaar komen, schroeven we de lampfitting op het boven ste deksel en in een der zijkanten boren we onderaan een klein gaatje, waar het snoer doorheen moet komen. De deelen worden dan in elkaar gezet, en voordat we nu den onderkant dicht maken, halen we het snoer door het gaatje aan den zijkant. Dan eerst wordt de onderkant dichtgemaakt. Nu schilderen we den kubus met witte, gele of groene waterverf aan alle kanten en laten dit drogen. Vervolgens teekenen we het bloemmotief na en zetten dit op de vier zijkanten over. We gebruiken voor de bloemen oranje en karmijnrood en groen voor het blad, alles waterverf. Het kapje heeft ook vier zijden en is van blank transparant papier en wordt beschil derd met hetzelfde motief, doch in verf die ervoor geschikt is. Het kapje staat puntig op den kubus. Men kan den kubus niet met water afnemen, doch wanneer men hem droog afstoft, kan het voetstuk lang mee. Het tweede lampje kan als een staand lampje gemaakt worden en Indien we het omkeeren en op een plafoniére mqnteeren, kunnen we het in de hal gebruiken. Voor lederen kant wordt een raampje gemaakt, een lijstje van 2h c-M. breedte, voorzien van boorgaatjes, geplaatst op een grondplank je. De vier raampjes worden in elkaar ge spijkerd en op een rond plankje bevestigd, dat van een fitting voorzien is. Een gaatje wordt in het plankje geboord om het snoer door te halen, dat onder het plankje door kan loopen, daar dit op poot jes staat. U heeft nu een vierzijdig geraam te van dunne latjes, op gelijken afstand voorzien van boorgaatjes. Wanneer U iets moois wilt maken, moet U het voorwerp beschilderen met blauwe of groene rawplug verf, welke vlug droogt, emaille-hard en mooi glad wordt. Ze is in platte doosjes verkrijgbaar. Nu snijdt men, IS cM. kleiner’dan elke raamopening, plaatjes van dik transparant papier. U kunt lampekappapier koopen In alle kleuren en nuances. Men kan dus een bijpassende kleur kiezen. Strijkt men ijslak over transparant pa pier, dan krijgt men ook een aardig effect. Het papier wordt dan hard en blijft goed doorzichtig. In ieder blad worden dan even veel gaatjes geponsd als in de omgevende lijst. De bladen worden nu met een dun koord in de lijst geregen, een lampje wordt ingeschroefd en uw ornamentje is klaar. Op no. 3 ziet U een lampje met schuine kanten naar boven toe, en een ronden bo venkant. De vorm wordt gemaakt van ste vig laiton, of dun ijzerdraad. Ook kunt U de draadvormen laten maken. Vervolgens knipt ge bladen van transparant-papier, gelijk aan de grootte van elk ijzerdraad vormpje. Er worden met een tang rondom gaatjes Ingemaakt en ieder blad wordt met raffia aan den ijzerdraadvorm gewerkt. Zijn op die manier alle vierkanten gedaan, dan kunnen ze beschilderd worden met een motief dat U mooi vindt. Daarna worden de vier zijden aan elkaar gemaakt, door de raffia-kanten te zamen te werken. Het geheel plgatst men op een rozet van hout, in punten uitgezaagd. Het kapje past precies over een vierkant plankje, dat weer In ’t midden op de rozet is geschroefd. U schildert een en ander in een mooie kleur. ttt: leven In de maand van de motten yy en als we, vooral nu, niet terdege oppassen, zullen we spoedig voor groote verwoestingen In onze garderobe komen te staan. Waarom zullen wij het rlskeeren, dat on ze bontmantel tijdens zijn zomerrust totaal bedorven wordt en-andere winterkleeren, als we ze weer te voorschijn halen wanneer het koude seizoen aanbreekt, onooglijke ga ten blijken te .hebben opgedaan, die we, misschien met veel moeite, nog wel eenlgs- zins kunnen herstellen,.maar die toch In elk geval het kleedingstuk er niet mooier op maken? - Ja, waarom, als er toch zoo’n doodeenvou dig middel bestaat, om de motten uit onze in de kasten bewaarde kleeren te houden? Zoon doodeenvoudig en tegelijk zoo’n goedkoop middel. Lavendel, tabak, naftaline en kamfer worden als vergif tegen de motten be schouwd en het is mogelijk, dat de lucht van die stoffen de vraatzuchtige insecten verdrijft, wij willen daar geen oordeel over vellen, maar wèl weten wij, dat het niet al leen mogelijk, maar wel heel zeker is, dat het meermalen gebeurd is, dat personen, die hun kasten rijkelijk van een dier zoo genaamd onfeilbare middelen hadden voorzien, en, iff de zalige overtuiging dat er niets gebeuren kon, den heelen zomer niet meer naar hun winterkleeren omkeken, be drogen zijn uitgekomen. Al die sterken geur verspreidende stof fen, waarvan de meeste bovendien ook voor den mensch niet bizonder genietbaar zijn, houden op den duur de motten niet uit uw goed; het eenige middel om ze er uit te houden is te zorgen, dat ze er niet in kun nen komen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan? Volstrekt niet. Het eenige wat we daarvoor te doen heb ben is, de kleedingstukken In te pakken in oude kranten. Men kan daar een zak van plakken, of men kan er de goederen ge woon inwikkelen, mits men maar zorgt, dat er geen naden open blijven, bijvoorbeeld door de randen in een dubbele plooi samen te vouwen en met spelden vast te steken. Het eenige gevaar is dan nog, dat het pa pier scheurt, wat, gezien de kwaliteit van het krantenpapier niet zoo’n denkbeeldig z^enomen maten: lengte 76 c M., heupw. Qj- 82 cM. Benoodlgd: 1.80 M. stof van 100 cM. breedte, 50 c.M. stof om af te werken, 7 knoopjes. Dit jurkje 'maakt ge van écru matte, en ge werkt het af met een biesje en een cein tuurtje van terracotta. Ge teekent het pa troontje op de aangegeven maten. Voor het jurkje 2eIf kunt ge een gewone rechte lap nemen en hierin later even de kleine armsgaatjes en het voor- stukje aange ven. Het kenen knippen het bovenstuk je moet zeer nauwkeurig geschieden. Dan legt men de patronen op de stof, waarna ge al les met een naad uitknipt en onderaan ’t jurkje nog 6 c. M. extra voor zoom bijrekent. Wan neer alles geknipt is, begint ge aan 't jurk je de rechte zijnaden te stikken, waarna ge onderaan den 6 C.M. breeden zoom Inmaakt. Hierna kunt ge de plooien Inrijgen. Het gearceerde gedeelte valt dan weg. Van het stuk kunt ge de beide schoudemaadjes verbinden, waarna ge langs het 11 c_M. lan ge splitje een schuin biesje stikt, dat ge DE VROUW 1EW HAAR HUISHOUDING “WMHMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimnfliiiiiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiuiim gevaar Is, maar ook daartegen kan men waken, door in plaats van kranten, een an der stevig papier te gebruiken. Want het gaat hier niet om de lucht van de drukinkt, zooals we wel eens hebben hooren beweren. De heele kwestie Is, dat de mottenlarven er niet aan zullen denken papier, dat ze zeer onsmakelijk schijnen te vinden en dat bovendien niet kunnen verteren, aan tasten. Wilt het onfeilbare middel 1„’_ pakken van uw bont en uw wollen stoffen toepassen, doe het dan nu maar kijk eerst de kleeren goed na, want reeds kan de verwoesting aangevangen zijn en als U dan toch Inpakte, zonder eerst de reeds aanwezige larven gedood te hebben, en U vond later bij het uitpakken uw mooie bontjas geheel vernield, dan zou U zeggen: „Non, die krant weet er ook niet veel van!’1 En toch zou U ongelijk hebben. Abrikozenjam men uitstekend ken van goede droogde abrikozen. Op 1 pond gedroogde abrikozen heeft men hiervoor noodig: 2 pond suiker, 1 schijfje citroen en het - sap van den overgebleven citroen. Men wascht de abrikozen en laat ze dan minstens een nacht weeken. Dan kookt men ze, in het weekwater, met het citroenschijf je tot ze zacht zijn. Men klopt er dan, langzamer hand, de suiker door en laat de massa, op een zacht vuurtje, verder koken tot de jam de vereischte dik- heeft. Dan neemt men ze van het vuur en roert er t citroen sap door. rt. ne an tr eat x- V Verder ziet U een modern elerstelletje van gebarsten, ondoorzichtig glas. Men kan ook ‘n zoutvaatje en elerbakje, geplaatst op een glazen bordje, bestemd voor één per soon, krijgen. Daaronder ziet U de nieuwste peper- en aoutstrooiertjes, benevens een bijpassend mosterdpotje en lepeltje, alles in gekleurd glas. De strooiertjes worden Aan den onder kant gevuld en met een kurkje afgesloten. Hoe vindt tl de allernieuwste hand schoenen, passend bij de japon, van het zelfde materiaal vervaardigd, in stippen, ruiten enz.? Of de handschoenen met bijpassend mutsje van wit of écru fijn haakwerk? Hoog of laag zijn de moderne hoeden: laag voor de mooie, groote mld-zomer boe ien en hoog voor de kleine sportmodellen, toques, en het nieuwe model, de fez of Turksch kalotje. zachte lichtbron verkregen, aangenaam voor de oogen. t: .i i /v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15