3ïet wifaal can den dag H Oriëntatie-zin bij mensch en dier warm? I Zoo DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN EEN ZESDE ZINTUIG ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Wie stevig in zijn schoenen wil staan De bedelaar Hij trekke ROBINSONschoenen aan 2 WOENSDAG 9 AUGUSTUS Het trekken der dieren zoo loom, zpo slap, zoo Sterft de visch uit? maar te t 120.000 in It IS 11 Alle abonné NAAR HET DUITSCH VAN RUDOLF HERZOG K| 1 !- ie „Ik haat de aarde** „Onsterfelijk** gierig Een saaie Een goede preek is een weldaad NV. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD - HAARLEM zoo moe, lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat, zoo'n hoofdpijn, zoo'n neem zoo'n "Akkertje" en al Uw klachten zijn verdwenen. De Akker- Cachets kosten slechts 50 cent de 12 stuks en zijn alom verkrijgbaar! Een boek voor AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Ervaringen van een Engelechen onderzoekingareiziger tijdena zyn verblijf in de Sahara 1 die (Nadruk verboden) (Nadruk verboden). Robbie en Topsy waren door den d komen dat r tusschen hen en het strand was Toen verscheen de oude inktvisch. HU had In zün brokken vangarmen groote steen, welke hü hoog ophield Inktvisch steenen naar ons gooien." HUI Maar de inktvisch was niet zoo ver- ge- ven I M Z. de man met den grijzen 13 (Wordt vervolgd). deer de over nage el weg te- .Eigenlijk is de inktvisen een goed en braaf dier” verklaarde Robbie. ..Buig Je hoofd", riep Robbie, „die verschrikkelijke vloed verrast en ze wisten nl«t hoe ze over het water zouden schrlkkelUk als ze dachten HU wilde alleen steenen In het water leggen om den kinderen gelegenheid te ven het strand Xe bereiken. ng, het J*e- 8. ling ■nd. die had liet nde een en en ng In den top van een der hoogste boomen van het dorp Tohubra, In Joego Slavië, leeft sedert eenlgen tüd een man. Zun kleeren zün geheel gerafeld, zUn haren hangen op zUn schouders en zUn baard op zijn borst. De Inwoners van het dorp reiken hem voed sel toe, dat zU aan lange palen vastmaken. HU De Fransche Minister van Onderwüs M de Monzie heeft de Academie voor Wetenschappen om Inlichtingen omtrent het gebruik der rUke fondsen gevraagd, die den „onsterfelUken” ter beschikking staan. TalrUke klachten wijzen er op dat de Aca demie al te gierig met deze fondsen, die toch tot steun van onbemiddelde geleerden opgericht zUn, omgaat en een systeem volgt, dat absoluut niet In overeenstemming Is met de bedoelingen der stichters opsloot kamer, pakje .eer Un af nood Ig Boden et' t- I i let or- Itt fi ts t- le in te )e i- •d el t- u •t n- >d er iel let te- tg- ul lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilHIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltltlIllllllllllllll^l |jl Verlos ons van den preektoon. Heer, èeef ons natuur en waarheid weer (De Genestet) vervelend Robbie ging voorop en spoedig had den ze het strand bereikt. Wie zou angst en onrust gezocht hebben in t hart van dé kleine pierrette, d’e met haar rood. wUd uitstaand rokje zich zoo slerlUk en licht bewoog. Haar stralend gezichtje en de lieve lach waarmee zU Herman toeknikte, als nieuwe dan seurs haar kwamen halen. Haar oogen alleen verrieden onrust, steeds weer zochten zij gejaagd door de zaal. BU deze woorden keek Dores tersluiks naar zün knuisten en moffelde ze snel weg in zün diepe zakken. Heinrich was nauwelüks de deur uit of hu boog zich over zUn waschkom en be werkte zUn vingers met de roskam. Daarop haalde hu het halfhempje te voorschun. dat hü verleden Zondag had aangehad, bond een das. om. trok een scheiding in zuo haar en •meerde wat koametlek aan zUn snol. Daarop borstelde hU zich van top tot leen zorgvuldig af. HU wilde Juist de binnenplaats opgaan, toen hem plotseling inviel dat hij een gewichtig attribuut van zUn tollet vergeten had. HU ging weer naar binnen, vond terstond wat hü zocht en stapte deftig met een wandelstok naar bul ten en verliet met zijn vriend Pfalzdorf het territorium van „De Witte Zwaan” Toen ze 'n klein eindje geloopen hadden en Heinrich zijn metgezel wat wilde vragen, wachtte hem een groote verrassing. Want Dores, met het air van In Londen werd kortgeleden de publieke ver- kooping der eerste folio-ultgave van Shakes peare's gedichten gehouden, een stuk der be roemde verzameling van Lord Rosebery De heele verkooping duurde zoowat een minuut. De Europeesche bieders, die- tot 10.000 pond sterling gingen, bleven ver achter bü de Ame rikanen. Slag op slag werd de prüs de noogte in gedreven tot tenslotte dr. Rosenbacb uit New York tot gelukkigen eigênaar verklaard werd. HU verwierf de kostbare Shakespeare-uitgave voor 14.500 pond, ongeveer 120 000. Dr. Rosen- bach kan wel als de beroemdste bibliophiel der heele wereld beschouwd worden. HU bezit een boekenverzameling van onschatbare waarde. De prUs van 120 000 lukt des te fantastischer, wan neer men bedenkt, dat hetzelfde boek bl< zün verschUnen in 1623 voor den prüs van 1 pond aangeboden werd. Slechts twee boeken op de heele wereld heb ben dit record nog overtroffen, het eene is Shakespeare's „Venus en Adonis", dat oe Hun- tingdon-blbliotheek in California voor 15.100 pond gekocht heeft, het andere de Gutenberg- bübel, die voor den prUs van 21.200 pond in het bezit der Y^e-universltelt is overgegaan en die nog altUd het record houdt. UIHSIIIIIIIIIIIIII DE OORZAAK I machines kweeken ze daai, geen Kunstenaars! Dach u dat ik daar schilder geworden ben? Stucadoor ben ik! Ze hebben me daar mün beste jaren en muf? tglent verknoeid! HU klopte met zün leeg glas op het tafeltje en l'.et zich een verschen dru k orengen. Hein rich zag hem een beetje beklemd aap en een beetje sceptischen keek daarop naar Dores. Die beantwoordde zUn blik door hem door zUn pince-nez triomfantelük aan te kUken, alsof hü zeggen wilde: Heb Ik je teveel gezegd van mün vrienden? Zün het geen piekfUne lui? Ofschtxm hü niet zoo heel veel begrepen had van hun conversatie met Heinrich! Wie is die VUma. waarover meneer Mel- nard het had? informeerde de jonge man om het gesprek een andere wending te gven. Wel kük erels an, grinnikte de huisknecht. Vraagt direct naar het vrouwvolk! Het Is zün dochter. Ook een slavin op de galei, romde Roman. Ze geeft zaor'es zei haar vader? Zeker, als ze leerlingen heeft, viel de schll- der-stucadoor cynisch uit. Dores stootte zün beschermeling zacht in de züde. Een meisje, zei hü, terwül hü met de tong klakte. een meisjeenfin u zult het zelf zien. Ik zeg niks! Negentien Jaar.... maar een complete dame, hoor! Bedelprinses? mopperde Roman in zich zelf en blies een dikke wolk uit. Nu werd het de brave ziel toch te machtig. de hand, wisselde groeten met de diverse gas ten en zette koers naar het achtereinde van de zaal, waar twee mannen zwügend aan een ta feltje bü elkaar zaten. Goedenavond, heeren, zei Dores. De twee mannen keken van hun glazen op en beantwoordden zün groet. Mag ik u mün vriend, meneer .Pfalzdorf voorstellen? ging Dores deftig voort. De twee, die al weer bezig waren in hun gla zen te staren, keken opnieuw op en knikten. Meneer Melnard. musicus, stelde Dores den oudste van de twee, een man van een jaar of vüftlg met een grüzenden baard, voor. Aangenaam, bromde de musicus kort En meneer Roman, kunstschilder. Dores maakte een handgebaar in de richting van den andere, een flinke kerel van ongeveer vüf en dertig, met ehergleke trekken. Op het oogenblik stucadoorsknecht, vulde de schilder aan met een grimmlgen lach. Dores deed alsof hü deze mededeeline. die'den indruk van de voorstelling bü Heinrich wellicht afbreuk deed, niet gehoord had en noodlgde zün johgen vriend uit om plaats te nemen. Twee licht, bestelde hü. - Het bier kwam en de mannen dronken elkaar toe. Daarop trad weer een stilte in. Dores echter, die zün jongen vriend, dien hü hier introdu ceerde. graag in een zoo gunstig mogelük licht wilde stellen, verbrak spoedig het stilzwügen. HÜ kuchte, nam een slok uit zün bierpul, kuchte noq eens en sprak; Deze vüf-minuten-preekjes van den bekenden kansel redenaar Pater H. DE GREEVE S.J.. zijn kort en krach tig. pittig en veelbevattendzü komen voort uit. en richten zich tot het leven van dezen tüd. Op lederen Zondag van het Kerkelük Jaar zeggen zü U Iets .waar U wat aan heeft. Zü zün „verlost van den preektoon”, maar prediken helder en boeiend de oude Evangelle-waarheden aan den moder nen mensch. Het boekje Is handig van formaat, eenvoudig maar keurig. Het biedt op 111 bladzüden een schat van verheffende lectuur, en is daarbü zeer goedkoop. U moet het bezitten: voor U zelf, voor üw hulsgenooten. voor Uw kinderen. 53 preekjes 60 ets., franco per poet 0.66 Even een postwissel of girobiljet aan N V Drukkerü „De Spaamestad”. Haarlem (Giro No. 5970) of: even aan- loopen In den boekwinkel. iHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i een man van de wereld, haalde een pincenei uit zün zak. zette die op zün neus en keek zün jongen vriend door de brilleglazen aan alsof hü niet anders gewoon was. Een pince-nez was voor Dores het toppunt van alle wereldsche grootheid en voornaamheid! Heinrich was zoo verbluft dat hü het eerste oogenblik geen woorden kon vinden. Langza merhand waren zü nu bü de RUnbrug aange komen en Dores wees Heinrich zün stam-café. .vaar ze binnengingen. a Het was een echte Rünlandsche blerknüp, een lange pijpela. laaggezolderd met zwart-gerookte wanden en zoldering. Vier groote petroleum lampen hingen aan de balken en verlichtten de wit-geschuurde tafeltjes, waaraan de stam gasten bïeed-ult zaten en licht bier uit groote -lazen met deksels dronken. Vooraan naast de deur was het buffet, waarop een pas-aangesla- gen vat bier stond, benevens diverse soorten kaas, worst In groote ver-choiderh-ld haring in gezouten en gemarineerden toestand, hooge -lazen met hard-gekookte eieren en tngelegde zure augurken en komkommers. Een kraak- ’indelljke. vleezige waardin troonde achter het buffet; de waard bediende met een witte schort voor de gasten. Zoowel hü als zün vrouw namen al Inschenkend en bedienend Uverlg deel aan de 'uide en levendige conversatie der stamgasten. Er hing een rook, in de lage gelagkamer, die men snüden kon! Dores scheen hier als kind in huis te zün. Hü knikte de waardin vriendschappelük toe. drukte een dikken koetsier in het voorbügaan hartelük (Morgenavond vervolg.) dat verschillende van zün beste gidsen bijziende of zelfs half blind waren. Dezelfde proefnemin gen slaagden bovendien des nachts even goed als overdag Nog raadselachtiger wordt deze oriëntatie-zin, als men bedenkt dat de Be doeïnen zich veel minder vergisten in de kale woestün, waar geen enkel herkenningspunt te vinden is, dan in heiAelachtige of bewoonde streken, waar de gezichtszin hen blükbaar van groeten dienst had moeten zün. Herhaaldelük bleek, dat t wonderbare orlën- ta tie vermogen in zün werking wordt gehinderd door alles wat zich bevindt tusschen het punt van uitgang en het gezochte voorwerp. Zou het een verschünsel zün van electrischen aard? Men heeft dit wel eens gedacht, vooral toen bleek dat de Bedoeinen soms plotseling hun richtingszln konden verliezen, zoodat zü uren lang zonder resultaat bleven zoeken. Gewoon- lük vonden zü het spoor niet voor den avond terug. Dit feit heeft men getracht te verklaren uit de storingen der atmosferische electrtclteit. die overdag zeer hevig zün en des avonds na zonsondergang verdwünen. Men heeft zelfs een Instrument gemaakt om deze veronderstellingen door proefnemingen te kunnen bevestigen, maar bet verschünsel bleek zeer gecompliceerd te zün en het onderzoek is nog niet afgeloopen. Overigens is het moeilük aan te nemen, dat er een electrlsche kracht Is. die zoo nauwkeurig en zoo regelmatig werkt als het oriëntatlevermo- gen der Bedoeïnen Tegen het opnemen van een electrlsche kracht pleiten nog veel andere omstandigheden en de deskundigen vragen zich thans af of er niet veel meer reden Is om te denken aan een zesde zintuig, dat uitsluitend ten doel heeft de richting aan te duiden die gevolgd moet worden. Er is natuurlük geen sprake van een zintuig met een goed ontwik keld uitwendig orgaan, zooals het oog of het oor; men bedoelt alleen dat het oriëntatle-ver- mogen uitgaat van bepaalde gedetermineerde hersencellen. Zoo heeft men ook ontdekt dat de mensch. alsmede vele dieren. In hun Inwen- dlgen gehoorgang een büzonder zintuig heb ben, dat hen helpt om het evenwicht te bewa ren. Zoo heeft men ook nog slechts In de aller laatste tüden ontdekt, dat wü de richting, waar uit een geluid tot ons komt, kennen uit het tüdsverschil tusschen het waarnemen van het geluld in het eene en in het andere oor. Moge lük. dat door een dergelijke zeer eenvoudige ontdekking, nog eens een aannemelüke ver klaring wordt gevonden voor den wondervollen oriëntatlezin van de trekvogels en van sommige menschen. 9 nniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiKKiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiir; neemt hun giften in ontvangst, doch zegt geen woord. Deze zonderling was een welgestelde boer, die gelukkig ^met vrouw en kinderen leefde. Op zekeren dag verdween hü en werd eenlge dagen later boven in den boom ontdekt, waar hü sinds dien gebleven is. De eenlge woorden, die deze zonderling tot dusver gesproken heeft, zün: „Ik haat de aarde!” De autoriteiten hebben tot dusver geen stap pen gedaan om den man uit den boom te ver- «Üderen. t ulst toen zü de deur opende om uit te gaan I werd er gebeld. Zoodoende stond ze vlak tegenover den bedelaar Hü was flink van pos tuur en vroeg met eentonige stem om *n kleinig heid. Terwül Josephine in haar beurs tastte naar klein geld, werd ze zich bewust, dat de man haar strak aankeek. Zü ook keek hem nu vol aan. Ik ken hem, dacht ze. ik ken hem oogen Toen verstrakte haar gezicht. Zü had hem herkend. ,4a Josephine.” zei hü. nu met «Un gewone stem, „dat had Je niet gedacht Wel. wel. zoo'n onschuldig vogeltje als JU. en zoo rük en solide getrouwd met den grooten bankier Am»»Jd." „Wat wil je....?" Voor ze die vraag deed, keek ze haastig rond in de groote marmeren vestibule. Nee. de meiden waren in het tuin huis en hadden de bel niet gehoord. „Wat ik wil"... hü lachte even, .geld wil ik hebben vüfdulzend gulden.” ..Nee Fred, nee haar stem stokte, toen zü den sluwen lach zag. ..Morgenavond moet ik ze hebben, Josephine, anders zal je man weten dat hü getrouwd is met 'n dievegge." .Dat is niet waar." kreet ze. Ze wrong haar 1 tanden. „En bü wie werden de parels en het goud gevonden, toen ze mü gesnapt hadden." vroeg hü cynisch. Ze stond nu doodstil, haar handen hingen slap neer. Dus zoo verdween het geluk. Vanuit den tuin kwam het geluld van rinke lende emmers en' knarsefid kiezel. Ook klonk er gelach. ,4e moet gaan.” zei ze heesch. .er kan ie mand komen” „Morgenavond," zei hü „ben JU op het ge- costumeerde bal in „du Nord”, ik ben er ook, als bedelaar, zooals Je me nu ziet, en daar geef je mü het geld.” .Nee,” wanhopig schudde ze haar hoofd, .Je weet evengoed als ik', dat ik onschuldig ben Ruw greep hü haar pols, „dat zal Arnaud wel uitmaken, de bewüzen zün tegen Je." Voetstappen in den tuin, het openen van een deur, „ga toch, ga toch," smeekte ze. „Hoe kom Je?” fluisterde hü. „Als roode pierrette.” Hü knikte kort en ging heen. Een oogenblik stond ze als verdwaasd, dan gingen haar voeten loom en moe de breede trap op. In haar kamer wierp ze haar hoed op het bed. „Oh,” kreunde ze, „oh.... als ik bet Her man maar kon zeggen. Maar hü zou niet begrüpen. hü was zoo ja- loerschen zooveel keer had hü reeds ge vraagd oï ze voor hem nooit van een ander gehouden had. Ze had den moed niet gehad te bekennen dat er een dief geweest was een hoteldlef aan wien ze haar eerste mooie liefde geschonken had. 0P mo er- eer de em in- ir- uls Meneer Pfalzdorf speelt uitstekend vloert. Wil hü met ons meespelen? informeerde de musicus. Daar ziet hü niet naar uit, meende de schilder. Meespelen niet, zei Dores. Maar hü zal graag naar ons luisteren. Zün vader was diri gent bü de opera. Zoo. gromde baard. Zeker in Kyritz aan de Knatter! In Hannover, zei Heinrich bescheiden. Wat riep de oude man en staarde Hein rich aan. In Hannover? Daar ben ik ook ge weest. Hoe heette uw vader dan? Net zoo als ik, zei Heinrich lachend. Ik heb uw naam straks niet goed ver staan. neemt u me niet kwalük! Pfalzdorf. Pfalzdorf. herhaalde de oude man en liet het hoofd voorover zinken. Pfalzdorf. mün dirigent, mün chef, mompelde hü; dat wa ren andere tüden! Daarop nam hü met een heftige beweging zün glas op en dronk Hein rich toe: Prosit! v Prosit, meneer Melnard, antwoordde Hein rich en dronk. Als ik goed begrüp hebt u mün vader gekend. Gekend? We waren zoo intiem dat we el kaar büna tutoyeerden. Of ik Pfalzdorf ge kend heb mün ouden baas! Vüf jaar heb ik onder hem gespeeld.... eerste viool. Tot hü stierf. Dat was een man. die wist wat aan zün oude garde toekwam. Later werd het anders. Pater H. de Oreeve s5 f i. I - I J f op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Dfïflfl bü levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door f “7Cfl bü een ongeval met f O Cf) bü verlies van een hand f 1 oü verlies van een f Cf) bü een breuk van f jt fï bü verlies van 'n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f vertlea van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelUken afloop 4u(z." een voet of een oog 1 luim of wijsvinger sJ(/-"been of arm Tl/e“ anderen vingar Hebben wü er wel eëns c~— dacht hoe postduiven den weg te rugvinden? In onderstaand artikel geeft F. Z een merkwaardige be schouwing over het oriëntatie-ver- mogen bü mensch en dier. Waren er geen flinke mannen Met een reuze dosis moed. En wier aderen gevuld zijn Met het echte Neerlandsch bloed, Helden, die, sportief gesproken. Juist vooraan staan in de sport, Ook al Is het, dat er minder Over hen gesproken wordt, Dan zou thans het droef rubriekje Met dat akelig refrein Van verdronken, nog véél langer, Dan het nu al reeds is, zUn! Hitte vraagt weer om verkoeling. Ook de zee is niet verkeerd. Mits een mensch, die wil gaan zwemmen. Eerst het zwemmen heeft geleerd) Maar al geeft het zilte water Aan den mensch een frisch gevoel, Hoofden krijgen vele baders In het water nog niet koel.' In hun groote haast naar koelte Maken velen dit abuis Dat aan 't zwempak wel gedacht wordt, f Maar de hersens laat men thuis.' MARTIN DERDEN „De visschen verdwünen" heeft men in de laatste Jaren herhaaldelük uit verschillende Europeesche kuststreken als noodkreet hooren Opstijgen. Een aanleiding voor geleerden om Noord- en Oostzee te gaan doorvorschen en den Atlantlschen Oceaan aan een inspectie te on derwerpen. Wü herinneren aan de geheimzinnige haf- zlekte. die negen jaar geleden onder de be woners om het Frische haf huishield en tege- lükertüd de visschen aantastte. Voorts lééft de waterpest in Onze herinnering voort. Het was een woekerplant, die zelfs de zoetwater- bevolking in gevaar bracht. In de lente van dit jaar meenden een paar eenvoudige Deensche visschers de vakgeleer den op de hoogte te moeten stellen van een verschünsel, dat lederen zomer sterker hun aandacht had getrokken: de geringe hoeveel heid wier m verge'ijklng met die van vroeger. Men won Informaties in, en het bleek, dat het er elders mee gesteld was als in Dene marken. zelfs uit Finland, van de verst ver- wüderde kusten, ontving men het bericht, dat er gedurende de laatste Jaren büna geen wier was waargenomen. En nu stroomden ook de mededeelingen binnen uit Frankrük. Spanje en zelfs uit Amerika; meestal^kwamen ze hierop neer, dat niet alleen de kwantiteit wier maar ook de visch afnam; en men voegde er het verzoek bü. of de bevoegde instantie zoo spoedig moge lük 'n enquête wilde organiseeren. Een der eer sten, die aan den arbeid toog was dr Blegvad. Denemarkens bekendste zoutwater-expert, lei der van net vakinstltuut te Kopenhagen. Ook het Duitsche „Instituut voor Zeekunde" oc cupeert zich met de aangelegenheid. Het is nog niet mogelük geweest het pro bleem op te lassen en tegenmaatregelen te nemen, maar men vermoedt, dat de van Mexl- ca komende golfstroom oorzaak van alle ellen de is. Hü zqu een infectie-ziekte veroorzaken, waaraan wier, zeegras en algen ten offer vallen. De ziektekiemen zouden met den golfstroom vla de Spaansche kust en Bretagne Noord- en Oostzee bereiken. Hoe zü echter in de golf van Mexito terecht komen is voor alsnog een raadsel. Met de hafziekte heeft de epidemie niets te maken. De waterpest lükt er al iets meer op. Eerstgenoemde kwaal greep de visschen zelf direct aan. terwül de waterpest de planten verwoestte. Ook ditmaal moet er sprake zün van een sterfte onder de vegetatie, en hier door ontstaat er gebrek aan zuurstof, zoodat de visschens tikken. Zooals bekend zün ook in een aquarium waterplanten noodig om te voorkomen, dat de et in levende dieren door te weinig zuurstof omkomen. Over den aard der thans heerschende ziek te is men het nog niet eens, te minder omds' men de microben tot nu toe niet onder de microscoop heeft kunnen onderscheiden. De gevolgen voor de visschen zün Inderdaad ontzettend. Niet alleen de lucht maar ook ae beschutting verdwünt, zoodat soorten die wei nig zuurstof maar veel beschutting hebben eveneens slechtoffer word-n dien deden wier en zeegras veelal dienst^ als leg- en broedp'aatsen. terwül de pianteneters er hun maal mee deden. De visschersbevolklng is eveneens in hooge mate gedupeerd. Er kan niet meer zooveel visch aan land worden mbracht, en tevens verdwünt het zeegras, dit als matrasvulling d en’t doet In Frenkrlik en Sp’nt wint m<" uit wieren Jodium.- En in vele streken pleegt men er zelfs voedsel voor mensch en vee uit te fabriceeren. (Ingezonden Mededeeling). Andere tüden. andere zeden!. Alles naar de weerlicht! Nu geef ik lessen en fiedel op dans- partüen. Dat wil zeggen, alleen als Ik op zwart zaad zit, doe ik dat en dan nog maar alleen op de dorpen, waar geen mensch me kent. Mu ziek’ essen! Slavenarbeid meneer. Hü zuchtte diep en dronk zün glas leeg. Ik moet weg. Heb nog werk. Wat? Zoo laat nog? Er komt een Jonge dame. Vilma geeft zang les. Moet ik op de piano begeleiden. Ik moet vandaag aan den dag alles aanpakken. Hü nam afscheid. Heinrich kreeg een hand. Als het u niet te mln is, kom me dan eens opzoeken. Ja. Ja, uw vader.... dat waren goede tüden! Het is me heel aangenaam geweest, me neer Pfalzdorf! Met krachtige passen liep hü het zaaltje uit. Toen hü weg was, zei Roman: U had den ouden heer niet aan betere dagen moeten herinneren. Zoolets boort een ontwikkeld mensch niet graag. Dat is werkelük heel droevig, zei Hein rich met echt gemeend medelüden. Hebt u ook tegenslag gehad? Ik? Welneen! Dat kunt u me toch wel aanzien! Mün pad is altüd over rozen gegaan; alléén over rozen en viooltjes! Meneer Roman is vroeger op de Kunst academie geweest, 'ichtte Dares gedienstig In. Zwüg me stil van de akademlc! Mün beetje geld heb ik in dien tüd -ingemaakt en wat oeb ik er voor in de plaats gekregen? Je Individu aliteit helpen ze daar naar de maan. Teeken- et trekken der vogels is een natuurlük verschünsel. waarvoor nog niemand een aannemelüke verklaring heeft gevonden De Jonge zwaluw, die nooit de zee heeft gezien aanvaardt half Augustus zonder eenlge vrees den verren tocht over de Middellandsche zee naar Noord-Afrika. De jonge ooievaar, die nog nooit iets anders heeft gezien dan de moerassige weiden van Holland, vliegt in September as. over de Egyptische woestünen naar Kaap de Goede Hoop, om daar den winter door te bren gen. Men kan het trekken der vogels op reke ning stellen van een geheimzinnig vermogen, dat instinct genoemd wordt, maar de zekerheid waarmee de duiven zoowel op de heen- als op de terugreis hun weg weten te vinden, blüft toch nog altüd een van de meest wonderlüke verschijnselen der natuur. Blükens de onder zoekingen en waarnemingen der laatste Jaren. zün er ook talrUke vlschsoorten, die mej even groote zekerheid als de trekvogels van het Noor- delük naar 1 Zuldelük halfrond reizen. Tot de zelfde soort van verschünselen kan men ook re ken 't .reizen” der postduiven en zelfs, hoewel in mindere mate, het „terugkomen” van een hond, die aan een anderen meester is verkocht. Het Is heel twüfelachtig of deze laatste verschünselen verklaard kunnen worden uit het feit, dat het reukorgaan van den hond zeer sterk ontwik keld is. Het is een weinig bekend feit, dat ook som mige* menschen blük geven van een oriëntatie- vermogen. dat onmogelük kan worden verklaard door de waarnemingen, die met den gezichtszin verkregen worden Van de inboorlingen uit Afrika en van de Indianen uit Noord-Amerlka worctej^i^jtopzicht zeer sterke staaltjes ver- teldn^pjfcrr nu toe beschikte men toch niet over gegevens, waarop men met zekerheid kon vertrouwen. Dank zü de waarnemingen van den Engelschen onderzoekingsre’»<"er King, die een groot gedeelte van de Sahara doorreisde. Is dit tekort thans aangevuld. Tüdens zün langdurig verblüf onder de Bedoeinen der woestün, had King ruimschoots gelegenheid om hieromtrent waarnemingen te doen. Zoo liet hü büv. meeis malen een der nomaden een karabün brengen naar een plaats, die tientallen kilometers van het kamp verwüderd lag, soms zelfs naar een plaats, waar de stam In tientallen jaren niet meer had gekampeerd. De meeste Bedoeïnen gaven geen blük dat zü een büzonder ontwik keld oriëntatievermogen bezaten, maar bü en kelen was dit ongelooflük sterk ontwikkeld. Zü konden de plaats, waar de karabijn was verborgen, met onfeilbare zekerheid terugvin den. Als King de richting, waarin gezocht moest worden, aangaf met een kompas, dan bleek dat de Bedoeïnen allen geholpen door hun oriënta tievermogen, weliswaar eenigszins van het kom pas afweken, maar het doel zonder eenlge wei feling bereikten. King constateerde later. Oal hü bü de aflezing van zün kompas geen reke ning had gehouden met een correctie, die hü I moest aanbrengen wegens de declinatie van zun l instrument. Door talrUke proefnemingen is King tot de overtuiging gekomen, dat dit buitengewoon ver mogen niets te maken heeft met den gezichts zin. Dit besluit werd oa bevestigd door het feit. Ze zag zich weer als Jong en gevierd meisje in het kleine stadje, waar haar vader en zü zoo rusttg woonden. Dien zomer waren er verschil lende feesten geweest en was zü ontelbare ma len uitgevraagd. Büna avond aan avond had zü gedanst in het hotel waar Fred gelogeerd was. Hü had haar aangetrokken, die groote man. Nu. na al die Jaren was er nog een zachte ontroering in haar. Zü. zü, de uitverkorene. Geheime ontmoetingen, verstolen vurige kus sen Na de feesten zouden zü het bekend ma ken Dit was hun roman Zoon zottinnetje, dat te droomen en te glimlachen liep aan zün arm. En toen kwam de ontmaskering Fred een b^telrat Een kind was ze geweest, een ang stig find, dat geen uitleg wist en zich in haar waar het was. dat hü -haar gesmeekt had te bewaren en nie mand af te geven. Nu. nu begreep ze wat het bevatte. Het gestolene. Haar vaders angstige stem aan haar deur: ,4osephlne Josephine!” Hü hield niet op. Radeloos had zü het hem toegeduwd. Geen verwüten. maar waarom hem niet ge kend in dit van Fred en haar. „Kind.” zei hü, „hoe gelukkig dat ieder in het stadje ons kent, hoevelen in een groote stad zouden jou be schuldigen van medeplichtigheid. Kort hierop volgde hun verhuizing Ze kon niet gauw vergeten. PUnlük was het bedrog geweest, maar pünlüker nog om weg te duwen en uit te wisschen haar stukgeslagen meisjes droom. Toen kwam Herman Amaud. Aarzelend was ze tegemoet gegaan dit nieuwe geluk. En.had het hervonden. Ze liep naar het raam en leunde haar klop pend hoofd tegen het kozün. In de middag stilte was de rust van den tuin, gouden zonne- plekjre, het sprankelend fonteintje in de koele vüverkom, rood en open de rozen Hoe moest dit eindigen, dacht ze. er moest toch een uitweg zün Reeds lang had zü den bedelaar gezien, wiens kleeding velen scheen te bevallen, want on danks zün verschoten jas, had hü met zün hooge en slanke figuur nog altüd iets van den gentleman. Toen hü haar kwam halen en in een lichte bulging Arnauds toestemming vroeg, klopte haar hart met onstuimige, wilde slagen. Zwü gend dansten zü tusschen de paren, totdat hü haar voerde in een ledig vertrek. „Het geld?” fluisterde hü. Josephine verza melde al haar kracht. „Ik heb het niet.” ant woordde zü. en zün toornig gebaar niet ach tend, ging zü gehaast en snel voort. „Je moet begrüpen, Fred, ik kan dit niet doen. Vannacht heb ik alles overdacht. Ik heb duizend dingen bedacht en alles weer verworpen Mün Juweelen verknopen Herman zou het dlreqt merken. Het geld ineens losmaken - kan ik niet. En wat dan nog.... Je zou Immers toch telkens weerkomen.” „Ach," vervolgde zü wanhopig, „weet Je dan niet meer hoe ik ten minste Je liefhaden hoe JU me alles ont nomen hebt. Ik had geen droomen. geen idea len meer. Ja, knikte ze. toen ze zag dat hü spreken wou. ik weet dat je t Amaud zal zeg gen, ik weet dat ik aan Je ben overgeleverd, dat Herman mü nooit en nooit vergeven zal, dat ik dit alles om hem verzweeg." Ze hield op, ademloos. Zoo klein en bevreesd stond ze voor hem. Plots klemde ze haar beide handen om zün pols. ,4e hebt me eens bedrogen en verdriet ge- daan.xmaak het nu goed, zeg het hem niet," smeekte ze. Voordat hü kon antwoorden, kwam er haas tig een dame binnen, gevolgd door drie heeren. ,4a,” riep ze met schelle stem, terwül ze op Fred wees. ..met dezen man danste ik, daarna miste ik mün paarlen collier. „Geen wonder, mevrouw.” zei een van de drie, „hü is een goede bekende van ons. Je bent er bü. Fred Avril.” „Kent u hem?” wendde hü zien tot Jose phine. „u stond daar net zoo vertrouwelük met hen}> uw hapden om zün pols?" Onbeweeglük stond de bedelaar. .Hem kennenhaar bevende lippen kon den de woorden niet vormen. Groepjes der gas ten naderden snel. Zü vormden een kring Her man kwam naar zün vrouw. „Wat is er?” vroeg hü. „Ik vroeg aan mevrouw of zü dezen man kende. Hü is een hotelrat." Josephine greep den arm van haar echtgenoot. In haar krütwitte gezicht stonden de oogen radeloos. Toen opende de bedelaar zün mond. „Mevrouw kent mü niet.” zei hü onverschil lig. „Ik trachtte sleehtS een van haar polssie- raden te rooven.” Amaud heeft nooit geweten. Het flauwvallen van zün vrouw, toen de be delaar werd weggeleld, schreef hü toe aan den emotievollen avond. (AKKER wil met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7