3ïet wifaal can den dag
H
Oriëntatie-zin bij mensch en dier
warm?
I
Zoo
DE APOTHEEK
DE WITTE ZWAAN
EEN ZESDE ZINTUIG
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Wie stevig in zijn schoenen wil staan
De
bedelaar
Hij trekke ROBINSONschoenen aan
2
WOENSDAG 9 AUGUSTUS
Het trekken der dieren
zoo loom, zpo slap, zoo
Sterft de visch uit?
maar
te
t 120.000
in
It
IS
11
Alle abonné
NAAR HET DUITSCH
VAN RUDOLF HERZOG K|
1
!-
ie
„Ik haat de aarde**
„Onsterfelijk**
gierig
Een saaie
Een goede preek is een weldaad
NV. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD - HAARLEM
zoo moe,
lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat,
zoo'n hoofdpijn, zoo'n
neem zoo'n "Akkertje" en al Uw
klachten zijn verdwenen. De Akker-
Cachets kosten slechts 50 cent de
12 stuks en zijn alom verkrijgbaar!
Een boek voor
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Ervaringen van een Engelechen
onderzoekingareiziger tijdena
zyn verblijf in de Sahara
1
die
(Nadruk verboden)
(Nadruk verboden).
Robbie en Topsy waren door den
d
komen dat
r
tusschen hen en het strand was Toen
verscheen de oude inktvisch. HU had
In zün
brokken
vangarmen groote
steen, welke hü hoog ophield
Inktvisch
steenen naar ons gooien."
HUI
Maar de inktvisch was niet zoo ver-
ge-
ven
I
M Z.
de man met den grijzen
13
(Wordt vervolgd).
deer
de
over nage
el weg te-
.Eigenlijk is de inktvisen een goed
en braaf dier” verklaarde Robbie.
..Buig Je hoofd", riep Robbie, „die
verschrikkelijke
vloed verrast en ze wisten nl«t hoe ze
over het water zouden
schrlkkelUk als ze dachten HU wilde
alleen steenen In het water leggen
om den kinderen gelegenheid te
ven het strand Xe bereiken.
ng,
het
J*e-
8.
ling
■nd.
die
had
liet
nde
een
en
en
ng
In den top van een der hoogste boomen van
het dorp Tohubra, In Joego Slavië, leeft sedert
eenlgen tüd een man.
Zun kleeren zün geheel gerafeld, zUn haren
hangen op zUn schouders en zUn baard op zijn
borst.
De Inwoners van het dorp reiken hem voed
sel toe, dat zU aan lange palen vastmaken. HU
De Fransche Minister van Onderwüs M de
Monzie heeft de Academie voor Wetenschappen
om Inlichtingen omtrent het gebruik der rUke
fondsen gevraagd, die den „onsterfelUken” ter
beschikking staan.
TalrUke klachten wijzen er op dat de Aca
demie al te gierig met deze fondsen, die toch
tot steun van onbemiddelde geleerden opgericht
zUn, omgaat en een systeem volgt, dat absoluut
niet In overeenstemming Is met de bedoelingen
der stichters
opsloot
kamer,
pakje
.eer
Un
af
nood Ig
Boden
et'
t-
I
i
let
or-
Itt
fi
ts
t-
le
in
te
)e
i-
•d
el
t-
u
•t
n-
>d
er
iel
let
te-
tg-
ul
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilHIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltltlIllllllllllllll^l |jl
Verlos ons van den preektoon. Heer,
èeef ons natuur en waarheid weer
(De Genestet)
vervelend
Robbie ging voorop en spoedig had
den ze het strand bereikt.
Wie zou angst en onrust gezocht hebben in
t hart van dé kleine pierrette, d’e met haar
rood. wUd uitstaand rokje zich zoo slerlUk en
licht bewoog.
Haar stralend gezichtje en de lieve lach
waarmee zU Herman toeknikte, als nieuwe dan
seurs haar kwamen halen.
Haar oogen alleen verrieden onrust, steeds
weer zochten zij gejaagd door de zaal.
BU deze woorden keek Dores tersluiks naar
zün knuisten en moffelde ze snel weg in zün
diepe zakken. Heinrich was nauwelüks de deur
uit of hu boog zich over zUn waschkom en be
werkte zUn vingers met de roskam. Daarop
haalde hu het halfhempje te voorschun. dat
hü verleden Zondag had aangehad, bond een
das. om. trok een scheiding in zuo haar en
•meerde wat koametlek aan zUn snol. Daarop
borstelde hU zich van top tot leen zorgvuldig
af. HU wilde Juist de binnenplaats opgaan,
toen hem plotseling inviel dat hij een gewichtig
attribuut van zUn tollet vergeten had. HU ging
weer naar binnen, vond terstond wat hü zocht
en stapte deftig met een wandelstok naar bul
ten en verliet met zijn vriend Pfalzdorf het
territorium van „De Witte Zwaan” Toen ze 'n
klein eindje geloopen hadden en Heinrich zijn
metgezel wat wilde vragen, wachtte hem een
groote verrassing. Want Dores, met het air van
In Londen werd kortgeleden de publieke ver-
kooping der eerste folio-ultgave van Shakes
peare's gedichten gehouden, een stuk der be
roemde verzameling van Lord Rosebery De
heele verkooping duurde zoowat een minuut.
De Europeesche bieders, die- tot 10.000 pond
sterling gingen, bleven ver achter bü de Ame
rikanen. Slag op slag werd de prüs de noogte
in gedreven tot tenslotte dr. Rosenbacb uit New
York tot gelukkigen eigênaar verklaard werd.
HU verwierf de kostbare Shakespeare-uitgave
voor 14.500 pond, ongeveer 120 000. Dr. Rosen-
bach kan wel als de beroemdste bibliophiel der
heele wereld beschouwd worden. HU bezit een
boekenverzameling van onschatbare waarde. De
prUs van 120 000 lukt des te fantastischer, wan
neer men bedenkt, dat hetzelfde boek bl< zün
verschUnen in 1623 voor den prüs van 1 pond
aangeboden werd.
Slechts twee boeken op de heele wereld heb
ben dit record nog overtroffen, het eene is
Shakespeare's „Venus en Adonis", dat oe Hun-
tingdon-blbliotheek in California voor 15.100
pond gekocht heeft, het andere de Gutenberg-
bübel, die voor den prUs van 21.200 pond in het
bezit der Y^e-universltelt is overgegaan en die
nog altUd het record houdt.
UIHSIIIIIIIIIIIIII DE OORZAAK
I
machines kweeken ze daai, geen Kunstenaars!
Dach u dat ik daar schilder geworden ben?
Stucadoor ben ik! Ze hebben me daar mün
beste jaren en muf? tglent verknoeid!
HU klopte met zün leeg glas op het tafeltje
en l'.et zich een verschen dru k orengen. Hein
rich zag hem een beetje beklemd aap en
een beetje sceptischen keek daarop naar
Dores. Die beantwoordde zUn blik door hem
door zUn pince-nez triomfantelük aan te kUken,
alsof hü zeggen wilde: Heb Ik je teveel gezegd
van mün vrienden? Zün het geen piekfUne lui?
Ofschtxm hü niet zoo heel veel begrepen had
van hun conversatie met Heinrich!
Wie is die VUma. waarover meneer Mel-
nard het had? informeerde de jonge man om
het gesprek een andere wending te gven.
Wel kük erels an, grinnikte de huisknecht.
Vraagt direct naar het vrouwvolk! Het Is zün
dochter.
Ook een slavin op de galei, romde Roman.
Ze geeft zaor'es zei haar vader?
Zeker, als ze leerlingen heeft, viel de schll-
der-stucadoor cynisch uit.
Dores stootte zün beschermeling zacht in de
züde. Een meisje, zei hü, terwül hü met de
tong klakte. een meisjeenfin u zult het
zelf zien. Ik zeg niks! Negentien Jaar.... maar
een complete dame, hoor!
Bedelprinses? mopperde Roman in zich zelf
en blies een dikke wolk uit.
Nu werd het de brave ziel toch te machtig.
de hand, wisselde groeten met de diverse gas
ten en zette koers naar het achtereinde van de
zaal, waar twee mannen zwügend aan een ta
feltje bü elkaar zaten.
Goedenavond, heeren, zei Dores.
De twee mannen keken van hun glazen op
en beantwoordden zün groet.
Mag ik u mün vriend, meneer .Pfalzdorf
voorstellen? ging Dores deftig voort.
De twee, die al weer bezig waren in hun gla
zen te staren, keken opnieuw op en knikten.
Meneer Melnard. musicus, stelde Dores den
oudste van de twee, een man van een jaar of
vüftlg met een grüzenden baard, voor.
Aangenaam, bromde de musicus kort
En meneer Roman, kunstschilder.
Dores maakte een handgebaar in de richting
van den andere, een flinke kerel van ongeveer
vüf en dertig, met ehergleke trekken.
Op het oogenblik stucadoorsknecht, vulde
de schilder aan met een grimmlgen lach.
Dores deed alsof hü deze mededeeline. die'den
indruk van de voorstelling bü Heinrich wellicht
afbreuk deed, niet gehoord had en noodlgde zün
johgen vriend uit om plaats te nemen.
Twee licht, bestelde hü. -
Het bier kwam en de mannen dronken elkaar
toe.
Daarop trad weer een stilte in. Dores echter,
die zün jongen vriend, dien hü hier introdu
ceerde. graag in een zoo gunstig mogelük licht
wilde stellen, verbrak spoedig het stilzwügen.
HÜ kuchte, nam een slok uit zün bierpul, kuchte
noq eens en sprak;
Deze vüf-minuten-preekjes van den bekenden kansel
redenaar Pater H. DE GREEVE S.J.. zijn kort en krach
tig. pittig en veelbevattendzü komen voort uit. en richten
zich tot het leven van dezen tüd.
Op lederen Zondag van het Kerkelük Jaar zeggen zü U
Iets .waar U wat aan heeft.
Zü zün „verlost van den preektoon”, maar prediken helder
en boeiend de oude Evangelle-waarheden aan den moder
nen mensch.
Het boekje Is handig van formaat, eenvoudig maar keurig.
Het biedt op 111 bladzüden een schat van verheffende
lectuur, en is daarbü zeer goedkoop.
U moet het bezitten: voor U zelf, voor üw hulsgenooten.
voor Uw kinderen.
53 preekjes 60 ets., franco per poet 0.66
Even een postwissel of girobiljet aan N V Drukkerü „De
Spaamestad”. Haarlem (Giro No. 5970) of: even aan-
loopen In den boekwinkel.
iHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i
een man van de wereld, haalde een pincenei
uit zün zak. zette die op zün neus en keek zün
jongen vriend door de brilleglazen aan alsof hü
niet anders gewoon was. Een pince-nez was
voor Dores het toppunt van alle wereldsche
grootheid en voornaamheid!
Heinrich was zoo verbluft dat hü het eerste
oogenblik geen woorden kon vinden. Langza
merhand waren zü nu bü de RUnbrug aange
komen en Dores wees Heinrich zün stam-café.
.vaar ze binnengingen. a
Het was een echte Rünlandsche blerknüp, een
lange pijpela. laaggezolderd met zwart-gerookte
wanden en zoldering. Vier groote petroleum
lampen hingen aan de balken en verlichtten de
wit-geschuurde tafeltjes, waaraan de stam
gasten bïeed-ult zaten en licht bier uit groote
-lazen met deksels dronken. Vooraan naast de
deur was het buffet, waarop een pas-aangesla-
gen vat bier stond, benevens diverse soorten
kaas, worst In groote ver-choiderh-ld haring in
gezouten en gemarineerden toestand, hooge
-lazen met hard-gekookte eieren en tngelegde
zure augurken en komkommers. Een kraak-
’indelljke. vleezige waardin troonde achter het
buffet; de waard bediende met een witte schort
voor de gasten. Zoowel hü als zün vrouw namen
al Inschenkend en bedienend Uverlg deel aan de
'uide en levendige conversatie der stamgasten.
Er hing een rook, in de lage gelagkamer, die
men snüden kon!
Dores scheen hier als kind in huis te zün. Hü
knikte de waardin vriendschappelük toe. drukte
een dikken koetsier in het voorbügaan hartelük
(Morgenavond vervolg.)
dat verschillende van zün beste gidsen bijziende
of zelfs half blind waren. Dezelfde proefnemin
gen slaagden bovendien des nachts even goed
als overdag Nog raadselachtiger wordt deze
oriëntatie-zin, als men bedenkt dat de Be
doeïnen zich veel minder vergisten in de kale
woestün, waar geen enkel herkenningspunt te
vinden is, dan in heiAelachtige of bewoonde
streken, waar de gezichtszin hen blükbaar van
groeten dienst had moeten zün.
Herhaaldelük bleek, dat t wonderbare orlën-
ta tie vermogen in zün werking wordt gehinderd
door alles wat zich bevindt tusschen het punt
van uitgang en het gezochte voorwerp. Zou het
een verschünsel zün van electrischen aard?
Men heeft dit wel eens gedacht, vooral toen
bleek dat de Bedoeinen soms plotseling hun
richtingszln konden verliezen, zoodat zü uren
lang zonder resultaat bleven zoeken. Gewoon-
lük vonden zü het spoor niet voor den avond
terug. Dit feit heeft men getracht te verklaren
uit de storingen der atmosferische electrtclteit.
die overdag zeer hevig zün en des avonds na
zonsondergang verdwünen. Men heeft zelfs een
Instrument gemaakt om deze veronderstellingen
door proefnemingen te kunnen bevestigen, maar
bet verschünsel bleek zeer gecompliceerd te
zün en het onderzoek is nog niet afgeloopen.
Overigens is het moeilük aan te nemen, dat er
een electrlsche kracht Is. die zoo nauwkeurig en
zoo regelmatig werkt als het oriëntatlevermo-
gen der Bedoeïnen Tegen het opnemen van
een electrlsche kracht pleiten nog veel andere
omstandigheden en de deskundigen vragen zich
thans af of er niet veel meer reden Is om te
denken aan een zesde zintuig, dat uitsluitend
ten doel heeft de richting aan te duiden die
gevolgd moet worden. Er is natuurlük geen
sprake van een zintuig met een goed ontwik
keld uitwendig orgaan, zooals het oog of het
oor; men bedoelt alleen dat het oriëntatle-ver-
mogen uitgaat van bepaalde gedetermineerde
hersencellen. Zoo heeft men ook ontdekt dat
de mensch. alsmede vele dieren. In hun Inwen-
dlgen gehoorgang een büzonder zintuig heb
ben, dat hen helpt om het evenwicht te bewa
ren. Zoo heeft men ook nog slechts In de aller
laatste tüden ontdekt, dat wü de richting, waar
uit een geluid tot ons komt, kennen uit het
tüdsverschil tusschen het waarnemen van het
geluld in het eene en in het andere oor. Moge
lük. dat door een dergelijke zeer eenvoudige
ontdekking, nog eens een aannemelüke ver
klaring wordt gevonden voor den wondervollen
oriëntatlezin van de trekvogels en van sommige
menschen.
9
nniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiKKiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiir;
neemt hun giften in ontvangst, doch zegt geen
woord.
Deze zonderling was een welgestelde boer, die
gelukkig ^met vrouw en kinderen leefde.
Op zekeren dag verdween hü en werd eenlge
dagen later boven in den boom ontdekt, waar
hü sinds dien gebleven is.
De eenlge woorden, die deze zonderling tot
dusver gesproken heeft, zün: „Ik haat de
aarde!”
De autoriteiten hebben tot dusver geen stap
pen gedaan om den man uit den boom te ver-
«Üderen.
t ulst toen zü de deur opende om uit te gaan
I werd er gebeld. Zoodoende stond ze vlak
tegenover den bedelaar Hü was flink van pos
tuur en vroeg met eentonige stem om *n kleinig
heid.
Terwül Josephine in haar beurs tastte naar
klein geld, werd ze zich bewust, dat de man
haar strak aankeek. Zü ook keek hem nu vol
aan.
Ik ken hem, dacht ze. ik ken hem
oogen
Toen verstrakte haar gezicht. Zü had hem
herkend.
,4a Josephine.” zei hü. nu met «Un gewone
stem, „dat had Je niet gedacht Wel. wel. zoo'n
onschuldig vogeltje als JU. en zoo rük en solide
getrouwd met den grooten bankier Am»»Jd."
„Wat wil je....?" Voor ze die vraag deed,
keek ze haastig rond in de groote marmeren
vestibule. Nee. de meiden waren in het tuin
huis en hadden de bel niet gehoord.
„Wat ik wil"... hü lachte even, .geld wil ik
hebben vüfdulzend gulden.”
..Nee Fred, nee haar stem stokte, toen
zü den sluwen lach zag.
..Morgenavond moet ik ze hebben, Josephine,
anders zal je man weten dat hü getrouwd is
met 'n dievegge."
.Dat is niet waar." kreet ze. Ze wrong haar
1 tanden.
„En bü wie werden de parels en het goud
gevonden, toen ze mü gesnapt hadden." vroeg
hü cynisch.
Ze stond nu doodstil, haar handen hingen
slap neer. Dus zoo verdween het geluk.
Vanuit den tuin kwam het geluld van rinke
lende emmers en' knarsefid kiezel. Ook klonk er
gelach.
,4e moet gaan.” zei ze heesch. .er kan ie
mand komen”
„Morgenavond," zei hü „ben JU op het ge-
costumeerde bal in „du Nord”, ik ben er ook,
als bedelaar, zooals Je me nu ziet, en daar geef
je mü het geld.”
.Nee,” wanhopig schudde ze haar hoofd, .Je
weet evengoed als ik', dat ik onschuldig ben
Ruw greep hü haar pols, „dat zal Arnaud
wel uitmaken, de bewüzen zün tegen Je."
Voetstappen in den tuin, het openen van een
deur, „ga toch, ga toch," smeekte ze.
„Hoe kom Je?” fluisterde hü.
„Als roode pierrette.” Hü knikte kort en ging
heen.
Een oogenblik stond ze als verdwaasd, dan
gingen haar voeten loom en moe de breede trap
op. In haar kamer wierp ze haar hoed op het
bed. „Oh,” kreunde ze, „oh.... als ik bet Her
man maar kon zeggen.
Maar hü zou niet begrüpen. hü was zoo ja-
loerschen zooveel keer had hü reeds ge
vraagd oï ze voor hem nooit van een ander
gehouden had. Ze had den moed niet gehad
te bekennen dat er een dief geweest was
een hoteldlef aan wien ze haar eerste mooie
liefde geschonken had.
0P
mo
er-
eer
de
em
in-
ir-
uls
Meneer Pfalzdorf speelt uitstekend vloert.
Wil hü met ons meespelen? informeerde de
musicus.
Daar ziet hü niet naar uit, meende de
schilder.
Meespelen niet, zei Dores. Maar hü zal
graag naar ons luisteren. Zün vader was diri
gent bü de opera.
Zoo. gromde
baard. Zeker in Kyritz aan de Knatter!
In Hannover, zei Heinrich bescheiden.
Wat riep de oude man en staarde Hein
rich aan. In Hannover? Daar ben ik ook ge
weest. Hoe heette uw vader dan?
Net zoo als ik, zei Heinrich lachend.
Ik heb uw naam straks niet goed ver
staan. neemt u me niet kwalük!
Pfalzdorf.
Pfalzdorf. herhaalde de oude man en liet
het hoofd voorover zinken. Pfalzdorf. mün
dirigent, mün chef, mompelde hü; dat wa
ren andere tüden! Daarop nam hü met een
heftige beweging zün glas op en dronk Hein
rich toe:
Prosit! v
Prosit, meneer Melnard, antwoordde Hein
rich en dronk. Als ik goed begrüp hebt u
mün vader gekend.
Gekend? We waren zoo intiem dat we el
kaar büna tutoyeerden. Of ik Pfalzdorf ge
kend heb mün ouden baas! Vüf jaar heb
ik onder hem gespeeld.... eerste viool. Tot hü
stierf. Dat was een man. die wist wat aan zün
oude garde toekwam. Later werd het anders.
Pater H. de Oreeve s5
f i.
I
- I J
f op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Dfïflfl bü levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door f “7Cfl bü een ongeval met f O Cf) bü verlies van een hand f 1 oü verlies van een f Cf) bü een breuk van f jt fï bü verlies van 'n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f vertlea van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelUken afloop 4u(z." een voet of een oog 1 luim of wijsvinger sJ(/-"been of arm Tl/e“ anderen vingar
Hebben wü er wel eëns c~—
dacht hoe postduiven den weg te
rugvinden? In onderstaand artikel
geeft F. Z een merkwaardige be
schouwing over het oriëntatie-ver-
mogen bü mensch en dier.
Waren er geen flinke mannen
Met een reuze dosis moed.
En wier aderen gevuld zijn
Met het echte Neerlandsch bloed,
Helden, die, sportief gesproken.
Juist vooraan staan in de sport,
Ook al Is het, dat er minder
Over hen gesproken wordt,
Dan zou thans het droef rubriekje
Met dat akelig refrein
Van verdronken, nog véél langer,
Dan het nu al reeds is, zUn!
Hitte vraagt weer om verkoeling.
Ook de zee is niet verkeerd.
Mits een mensch, die wil gaan
zwemmen.
Eerst het zwemmen heeft geleerd)
Maar al geeft het zilte water
Aan den mensch een frisch gevoel,
Hoofden krijgen vele baders
In het water nog niet koel.'
In hun groote haast naar koelte
Maken velen dit abuis
Dat aan 't zwempak wel gedacht
wordt, f
Maar de hersens laat men thuis.'
MARTIN DERDEN
„De visschen verdwünen" heeft men in de
laatste Jaren herhaaldelük uit verschillende
Europeesche kuststreken als noodkreet hooren
Opstijgen. Een aanleiding voor geleerden om
Noord- en Oostzee te gaan doorvorschen en den
Atlantlschen Oceaan aan een inspectie te on
derwerpen.
Wü herinneren aan de geheimzinnige haf-
zlekte. die negen jaar geleden onder de be
woners om het Frische haf huishield en tege-
lükertüd de visschen aantastte. Voorts lééft
de waterpest in Onze herinnering voort. Het
was een woekerplant, die zelfs de zoetwater-
bevolking in gevaar bracht.
In de lente van dit jaar meenden een paar
eenvoudige Deensche visschers de vakgeleer
den op de hoogte te moeten stellen van een
verschünsel, dat lederen zomer sterker hun
aandacht had getrokken: de geringe hoeveel
heid wier m verge'ijklng met die van vroeger.
Men won Informaties in, en het bleek, dat
het er elders mee gesteld was als in Dene
marken. zelfs uit Finland, van de verst ver-
wüderde kusten, ontving men het bericht, dat
er gedurende de laatste Jaren büna geen wier
was waargenomen.
En nu stroomden ook de mededeelingen
binnen uit Frankrük. Spanje en zelfs uit
Amerika; meestal^kwamen ze hierop neer, dat
niet alleen de kwantiteit wier maar ook de
visch afnam; en men voegde er het verzoek
bü. of de bevoegde instantie zoo spoedig moge
lük 'n enquête wilde organiseeren. Een der eer
sten, die aan den arbeid toog was dr Blegvad.
Denemarkens bekendste zoutwater-expert, lei
der van net vakinstltuut te Kopenhagen. Ook
het Duitsche „Instituut voor Zeekunde" oc
cupeert zich met de aangelegenheid.
Het is nog niet mogelük geweest het pro
bleem op te lassen en tegenmaatregelen te
nemen, maar men vermoedt, dat de van Mexl-
ca komende golfstroom oorzaak van alle ellen
de is. Hü zqu een infectie-ziekte veroorzaken,
waaraan wier, zeegras en algen ten offer
vallen. De ziektekiemen zouden met den
golfstroom vla de Spaansche kust en Bretagne
Noord- en Oostzee bereiken. Hoe zü echter
in de golf van Mexito terecht komen is voor
alsnog een raadsel.
Met de hafziekte heeft de epidemie niets te
maken. De waterpest lükt er al iets meer op.
Eerstgenoemde kwaal greep de visschen zelf
direct aan. terwül de waterpest de planten
verwoestte. Ook ditmaal moet er sprake zün
van een sterfte onder de vegetatie, en hier
door ontstaat er gebrek aan zuurstof, zoodat
de visschens tikken. Zooals bekend zün ook in
een aquarium waterplanten noodig om te
voorkomen, dat de et in levende dieren door
te weinig zuurstof omkomen.
Over den aard der thans heerschende ziek
te is men het nog niet eens, te minder omds'
men de microben tot nu toe niet onder de
microscoop heeft kunnen onderscheiden.
De gevolgen voor de visschen zün Inderdaad
ontzettend. Niet alleen de lucht maar ook ae
beschutting verdwünt, zoodat soorten die wei
nig zuurstof maar veel beschutting
hebben eveneens slechtoffer word-n
dien deden wier en zeegras veelal dienst^ als
leg- en broedp'aatsen. terwül de pianteneters
er hun maal mee deden.
De visschersbevolklng is eveneens in hooge
mate gedupeerd. Er kan niet meer zooveel
visch aan land worden mbracht, en tevens
verdwünt het zeegras, dit als matrasvulling
d en’t doet In Frenkrlik en Sp’nt wint m<"
uit wieren Jodium.- En in vele streken pleegt
men er zelfs voedsel voor mensch en vee uit
te fabriceeren.
(Ingezonden Mededeeling).
Andere tüden. andere zeden!. Alles naar de
weerlicht! Nu geef ik lessen en fiedel op dans-
partüen. Dat wil zeggen, alleen als Ik op zwart
zaad zit, doe ik dat en dan nog maar alleen
op de dorpen, waar geen mensch me kent. Mu
ziek’ essen! Slavenarbeid meneer.
Hü zuchtte diep en dronk zün glas leeg.
Ik moet weg. Heb nog werk.
Wat? Zoo laat nog?
Er komt een Jonge dame. Vilma geeft zang
les. Moet ik op de piano begeleiden. Ik moet
vandaag aan den dag alles aanpakken.
Hü nam afscheid. Heinrich kreeg een hand.
Als het u niet te mln is, kom me dan eens
opzoeken. Ja. Ja, uw vader.... dat waren goede
tüden! Het is me heel aangenaam geweest, me
neer Pfalzdorf!
Met krachtige passen liep hü het zaaltje uit.
Toen hü weg was, zei Roman:
U had den ouden heer niet aan betere
dagen moeten herinneren. Zoolets boort een
ontwikkeld mensch niet graag.
Dat is werkelük heel droevig, zei Hein
rich met echt gemeend medelüden. Hebt u ook
tegenslag gehad?
Ik? Welneen! Dat kunt u me toch wel
aanzien! Mün pad is altüd over rozen gegaan;
alléén over rozen en viooltjes!
Meneer Roman is vroeger op de Kunst
academie geweest, 'ichtte Dares gedienstig In.
Zwüg me stil van de akademlc! Mün beetje
geld heb ik in dien tüd -ingemaakt en wat oeb
ik er voor in de plaats gekregen? Je Individu
aliteit helpen ze daar naar de maan. Teeken-
et trekken der vogels is een natuurlük
verschünsel. waarvoor nog niemand een
aannemelüke verklaring heeft gevonden
De Jonge zwaluw, die nooit de zee heeft gezien
aanvaardt half Augustus zonder eenlge vrees
den verren tocht over de Middellandsche zee
naar Noord-Afrika. De jonge ooievaar, die nog
nooit iets anders heeft gezien dan de moerassige
weiden van Holland, vliegt in September as.
over de Egyptische woestünen naar Kaap de
Goede Hoop, om daar den winter door te bren
gen. Men kan het trekken der vogels op reke
ning stellen van een geheimzinnig vermogen,
dat instinct genoemd wordt, maar de zekerheid
waarmee de duiven zoowel op de heen- als op
de terugreis hun weg weten te vinden, blüft
toch nog altüd een van de meest wonderlüke
verschijnselen der natuur. Blükens de onder
zoekingen en waarnemingen der laatste Jaren.
zün er ook talrUke vlschsoorten, die mej even
groote zekerheid als de trekvogels van het Noor-
delük naar 1 Zuldelük halfrond reizen. Tot de
zelfde soort van verschünselen kan men ook re
ken 't .reizen” der postduiven en zelfs, hoewel in
mindere mate, het „terugkomen” van een hond,
die aan een anderen meester is verkocht. Het Is
heel twüfelachtig of deze laatste verschünselen
verklaard kunnen worden uit het feit, dat het
reukorgaan van den hond zeer sterk ontwik
keld is.
Het is een weinig bekend feit, dat ook som
mige* menschen blük geven van een oriëntatie-
vermogen. dat onmogelük kan worden verklaard
door de waarnemingen, die met den gezichtszin
verkregen worden Van de inboorlingen uit
Afrika en van de Indianen uit Noord-Amerlka
worctej^i^jtopzicht zeer sterke staaltjes ver-
teldn^pjfcrr nu toe beschikte men toch niet
over gegevens, waarop men met zekerheid kon
vertrouwen. Dank zü de waarnemingen van den
Engelschen onderzoekingsre’»<"er King, die een
groot gedeelte van de Sahara doorreisde. Is dit
tekort thans aangevuld. Tüdens zün langdurig
verblüf onder de Bedoeinen der woestün, had
King ruimschoots gelegenheid om hieromtrent
waarnemingen te doen. Zoo liet hü büv. meeis
malen een der nomaden een karabün brengen
naar een plaats, die tientallen kilometers van
het kamp verwüderd lag, soms zelfs naar een
plaats, waar de stam In tientallen jaren niet
meer had gekampeerd. De meeste Bedoeïnen
gaven geen blük dat zü een büzonder ontwik
keld oriëntatievermogen bezaten, maar bü en
kelen was dit ongelooflük sterk ontwikkeld.
Zü konden de plaats, waar de karabijn was
verborgen, met onfeilbare zekerheid terugvin
den. Als King de richting, waarin gezocht moest
worden, aangaf met een kompas, dan bleek dat
de Bedoeïnen allen geholpen door hun oriënta
tievermogen, weliswaar eenigszins van het kom
pas afweken, maar het doel zonder eenlge wei
feling bereikten. King constateerde later. Oal
hü bü de aflezing van zün kompas geen reke
ning had gehouden met een correctie, die hü I
moest aanbrengen wegens de declinatie van zun l
instrument.
Door talrUke proefnemingen is King tot de
overtuiging gekomen, dat dit buitengewoon ver
mogen niets te maken heeft met den gezichts
zin. Dit besluit werd oa bevestigd door het feit.
Ze zag zich weer als Jong en gevierd meisje in
het kleine stadje, waar haar vader en zü zoo
rusttg woonden. Dien zomer waren er verschil
lende feesten geweest en was zü ontelbare ma
len uitgevraagd. Büna avond aan avond had
zü gedanst in het hotel waar Fred gelogeerd
was.
Hü had haar aangetrokken, die groote man.
Nu. na al die Jaren was er nog een zachte
ontroering in haar. Zü. zü, de uitverkorene.
Geheime ontmoetingen, verstolen vurige kus
sen Na de feesten zouden zü het bekend ma
ken Dit was hun roman Zoon zottinnetje,
dat te droomen en te glimlachen liep aan zün
arm.
En toen kwam de ontmaskering Fred een
b^telrat Een kind was ze geweest, een ang
stig find, dat
geen uitleg wist
en zich
in haar
waar het
was. dat hü -haar
gesmeekt had te
bewaren en nie
mand af te geven. Nu. nu begreep ze wat het
bevatte. Het gestolene.
Haar vaders angstige stem aan haar deur:
,4osephlne Josephine!” Hü hield niet op.
Radeloos had zü het hem toegeduwd.
Geen verwüten. maar waarom hem niet ge
kend in dit van Fred en haar. „Kind.” zei hü,
„hoe gelukkig dat ieder in het stadje ons kent,
hoevelen in een groote stad zouden jou be
schuldigen van medeplichtigheid.
Kort hierop volgde hun verhuizing Ze kon
niet gauw vergeten. PUnlük was het bedrog
geweest, maar pünlüker nog om weg te duwen
en uit te wisschen haar stukgeslagen meisjes
droom. Toen kwam Herman Amaud. Aarzelend
was ze tegemoet gegaan dit nieuwe geluk.
En.had het hervonden.
Ze liep naar het raam en leunde haar klop
pend hoofd tegen het kozün. In de middag
stilte was de rust van den tuin, gouden zonne-
plekjre, het sprankelend fonteintje in de koele
vüverkom, rood en open de rozen
Hoe moest dit eindigen, dacht ze. er moest
toch een uitweg zün
Reeds lang had zü den bedelaar gezien, wiens
kleeding velen scheen te bevallen, want on
danks zün verschoten jas, had hü met zün
hooge en slanke figuur nog altüd iets van den
gentleman.
Toen hü haar kwam halen en in een lichte
bulging Arnauds toestemming vroeg, klopte
haar hart met onstuimige, wilde slagen. Zwü
gend dansten zü tusschen de paren, totdat hü
haar voerde in een ledig vertrek.
„Het geld?” fluisterde hü. Josephine verza
melde al haar kracht. „Ik heb het niet.” ant
woordde zü. en zün toornig gebaar niet ach
tend, ging zü gehaast en snel voort. „Je moet
begrüpen, Fred, ik kan dit niet doen. Vannacht
heb ik alles overdacht. Ik heb duizend dingen
bedacht en alles weer verworpen
Mün Juweelen verknopen Herman zou het
dlreqt merken. Het geld ineens losmaken -
kan ik niet. En wat dan nog.... Je zou Immers
toch telkens weerkomen.” „Ach," vervolgde zü
wanhopig, „weet Je dan niet meer hoe ik ten
minste Je liefhaden hoe JU me alles ont
nomen hebt. Ik had geen droomen. geen idea
len meer. Ja, knikte ze. toen ze zag dat hü
spreken wou. ik weet dat je t Amaud zal zeg
gen, ik weet dat ik aan Je ben overgeleverd,
dat Herman mü nooit en nooit vergeven zal,
dat ik dit alles om hem verzweeg."
Ze hield op, ademloos. Zoo klein en bevreesd
stond ze voor hem. Plots klemde ze haar beide
handen om zün pols.
,4e hebt me eens bedrogen en verdriet ge-
daan.xmaak het nu goed, zeg het hem niet,"
smeekte ze.
Voordat hü kon antwoorden, kwam er haas
tig een dame binnen, gevolgd door drie heeren.
,4a,” riep ze met schelle stem, terwül ze op
Fred wees. ..met dezen man danste ik, daarna
miste ik mün paarlen collier.
„Geen wonder, mevrouw.” zei een van de
drie, „hü is een goede bekende van ons. Je
bent er bü. Fred Avril.”
„Kent u hem?” wendde hü zien tot Jose
phine. „u stond daar net zoo vertrouwelük met
hen}> uw hapden om zün pols?"
Onbeweeglük stond de bedelaar.
.Hem kennenhaar bevende lippen kon
den de woorden niet vormen. Groepjes der gas
ten naderden snel. Zü vormden een kring Her
man kwam naar zün vrouw. „Wat is er?”
vroeg hü.
„Ik vroeg aan mevrouw of zü dezen man
kende. Hü is een hotelrat." Josephine greep den
arm van haar echtgenoot. In haar krütwitte
gezicht stonden de oogen radeloos.
Toen opende de bedelaar zün mond.
„Mevrouw kent mü niet.” zei hü onverschil
lig. „Ik trachtte sleehtS een van haar polssie-
raden te rooven.”
Amaud heeft nooit geweten.
Het flauwvallen van zün vrouw, toen de be
delaar werd weggeleld, schreef hü toe aan den
emotievollen avond.
(AKKER
wil met