li te t 9 TO Voorheen en thans W H D IETS OVER BRUIDSTOILETTEN KNIPPATROON ONZE WONING ONZE KEUKEN Goedkoope patronen BREIWERK BLEUHEID BIJ KINDEREN fi I 1 Y*i il LsTt TK: Een dankmarsch van 5000 mijlen Wist U dat het klassieke bruidstoilet nauwelijks ï'fTf anderhalve eeuw Eenvoudige Damesjapon Verschillende vleeschgerechten r 5 a r i i Het schilderen op stoffen I I Ij Gebreid Damesonderlijfje 4 I 4666 1861 I I 5 de Roomsche R. HAGEDOORN smaak i 5 ><900/ I i 6 B te een DORA. r t 3 lichtere DINY rente dit Houeltngli, Ik de «eheele lencte uit den balskuU eemeten b i 5 I I r B 1 l I of ze slapen en wij Blouse Kinderjurk (€.5 1) e. ReupwQdte, rondom de heupen ten 20 c.M onder de taille 9 0.40 oae I I te >P Ik >- iblokjes, voorkant, dan Coetuum Mantel I l s I i i t r if r 9 0.60 r 1^- l 11 >.l n ging schep- ngen en sym- ,11e mannen gehouden of door den priester om bruid en ratrone» warden echter alleen ieegeaeadtn Minneer b|J de bestelling het veraehuldigde be drag tn podtietels Ie Ingesleten. Men geve ons daarvoor de volgende a BovenwUdte. te meten den rug. onder de armen buste lange niet te strak I Alle bestellingen richtte men aan dli PAIBONKN1LANTOOB, Postbus L Haarlem DE VROUW EN HAAR HUISHOUDING 111111111,,l,,ul,,,ll,,,,,,,,ll,,,ll,,mi,,,,,,,l,',,,,,,,,,nil,,,,,i|i,|iiBninil,|iiiiiN r maten op rondom iamcr door en boven de Escaloppe de boeuf Hongroise. Bij onge veer t pond magere ossenlappen heeft men hiervoor noodig: 3 uien, 2 zure appelen, 2 tomaten, 1 eetlepel bruine suiker, 25 gram krenten, 2 eetlepels gekrulde azijn, 1 thee lepel Maggl’s aroma, 1 theelepel Worces tershire saus, 30 gram boter, 1 kruidnagel en ’n snufje zout. Men laat de fijn gesneden uien in de bo ter lichtbruin fruiten, doet er dan de ver schillende kruiden bij en legt het vleesch erin. Daaroverheen snippert men de appe len en tomaten en strooit er de krenten en de suiker over. Men laat alles dan 1% a 2 uur zachtjes smoren, terwijl men het vleesch nu en dan omkeert en, zoo noodig, wat water bij voegt. Men dient het vleesch op met de dikke saus erover heen en versiert den schotel rondom met takjes peterselie. ADRIANA KNUIST—POLEEPEL d. Rugboogts. tot de taille waarna de gewone vergulding kan worden toegepast. Oplossen van bladgoud: Voor hen die het wenschen te weten kan bladgoud opgelost worden in Koningswater, een mengsel van salpeter en zoutzuur, het eenlge mengsel dat goud oplost. ANEMOON Kalfslappen in papricasaus. Bij 1 pond kalf slappen rekent men hiervoor: 1 eet lepel tomatenpurée, 1 ons vet, 1 theelepel tarwebloem. 2 d.L. room. 1 theelepel pa- prlca, K ui. De lappen worden goed geklopt en met tt lijfje is in ribbels gebreid, dus al- 1 door rechts. De pas Is in blokjes ge breid. Men begint aan den voorkant met alu- mlnlumnaalden no. 2H. Er worden 90 st. opgezet. Men breit eerst 20 toeren 4 r. 2 aver. Den eersten toer hiervan breit men voor de stevigheid in den achterkant van de steken. Na de 20 toeren 4 r. 2 aver, breit men aldoor r. tot men 50 ribbels heeft ge breid. Dan mindert men aan weerskanten, om den anderen toer, 3 keer 1 st. voor de armsgaten, waarna men nog 16 ribbels breit. Hierna begint men aan het blokpa- troontje. van 4 r. 2 aver. Men breit zoo 4 naalden, waarna men het blokje laat ver springen, dus r. breit boven aver, en omge keerd. Heeft men zoo 4 blokjes boven el kaar gebreid, dan begint men aan den hals. Hiervoor worden de middelste 40 st. af gekant, waarna men op eiken schouder nog 15 blokjes boven elkaar breit. Zijn gelijke uitzonderingen steeds vaker voor en langzamerhand ging de etiquette eischen, dat brulden van vorstelijken bloede uit sluitend japonnen droegen welke van zll- verbrokaat of „drap d’argent” vervaardigd waren. Al spoedig volgen de dames van het hof het voorbeeld ‘der prinsessen en weldra verdwijnen alle blzonderheden die tot dien het bruidstoilet der voornamere standen gekenmerkt hadden. Het statige gewaad met de karakteristie ke „vleugelmouwen” maakt plaats voor al lerlei nieuwe snufjes en détails en in deh loop der 18e eeuw kleedt een Jonge bruid zich niet anders dan naar de laatste mode. Wanneer legen het einde dier zelfde eeuw de geheel witte bruidstooi voor alle rangen en standen in zwang komt, dan heeft het voorbeeld, dat door de voornamere dames, met hare zware „drap d’argent” en bro kaat japonnen gegeven werd, daar stellig toe bijgedragen. Niet iedereen kon n.l. dergelijke luxe materialen bekostigen, zoodat de meesten witte stoffen kozen, daar deze de „onbe- relbare" het meest nabijkwamen. Een andere omstandigheid, die het- wit ten goede kwam, moet, volgens Boehn ge legen hebben in het feit, dat het midden der 18e eeuw zich kenmerkte door een voorliefde voor „antiek", die in het witte beeld der klassieken het aesthetisch ideaal vond. Deze neiging in den toenmaligen b BoratwQdt», op deoeUde wijze Ce meten al» de bovenwijdte, maar nu over de buste been Hen Engelsch soldaat, sergeant Mark Chalmers, heeft de gelofte gedaan, ieder jaar den 31en Juli een krans op het graf te leggen van den Onbekenden Soldaat. Den 31en Juli 1918 redde een hem onbe kende kameraad hem het leven, toen de vjjand reeds T doodelijk ‘schot had aange legd. De volgende kogel trof den dapperen levensredder en ook Chalmers zelf werd in den loop van het gevecht gewond. Sedert 15 jaar is het hem ieder jaar gelukt zijn eed te houden, om op 31 Juli in Londen te zijn en daar den krans neer te leggen. at is die jongen van mevrouw X toch een bleu kind!” Het is niet prettig voor een moe der, als ze zoo over haar kind hoort spre ken, maar meer nog dan voor de moeder is die bleuheid, zooals men het noemt, die bedeesdheid, een ongeluk voor het kind zelf Zoo’n kind voelt zelf maar al te zeer zijn gebrek; spreekt Iemand hem aan, dan kijkt hij bedremmeld voor zich en ant woordt niet; roept de jufrouw in school zijn naam af, om hem zjjn les te laten op zeggen, dan zwijgt hij, ofschoon hij zijn les heel goed geleerd heeft; zelfs tegenover zijn medeleerlingen is hij verlegen en die maken daarvan gebruik, om hem allerlei te laten doen wat ze zelf niet graag doen, of door hem op allerlei manieren te plagen. En hij doet het en hij laat zich plagen, niet omdat hij niet zijn man zou kunnen staan als het er op aankwam, maar alleen omdat hij zoo bedeesd is. Die bedeesdheid, die meestal haar oor zaak vindt in zenuwachtigheid, moet wor den tegengegaan, maar gemakkelijk is dat niet. Het beste zal zijn het kind zooveel mogelijk in de frissche luent bulten te la ten spelen, lange wandelingen met hem te maken en vooral ook, het kind^nlet te lang laten opblijven. Sommige ouders vinden, dat kinderen van 5 en 6 Jaar best tot een uur of acht ’s avonds kunnen opblijven dan toch nog den wijzer rond. Maar dat Is voor kinderen en vooral voor zenuwachtige kinderen, niet voldoende; stop ze om ze ven, desnoods al om 6 uur in bed en u zult eens zien, hoe uw Jongen, of meisje, daarvan opknapt. Ook veel fruit en ander licht verteerbaar voedsel is aan te bevelen. Er kunnen echter ook andere redenen voor de bedeesdheid zijn dan zenuwachtig heid. Als een jongen voelt, dat hij niet goed kan leeren, niet met de andere kinderen in de klas mee kan, zich dus minderwaardig voelt, kan dat ook een oorzaak voor be deesdheid wezen. Dan Is alleen rustig praten met den „pa tiënt” het geneesmiddel. Als een oudere, een vader of een moeder eens nu en dan met het kind over zijn toekomst praat, hem weet te overtuigen, dat hij daaraan niet mag toegeven, maar dubbel zijn best moet doen om met anderen gelijk te komen, zijn moed aanwakkert, zijn gevoel van achter lijkheid weet te verdrijven, dan zal de bedeesdheid allengs wel verdwijnen en kan uit uw kind een flink lid van schappij groeien. p verzoek geef ik hieronder de recep ten van een paar minder bekende vleeschgerechten. Gemarineerde ossenhaas. Men maakt eerst een marinade, waarvoor men noodig heeft: ’n paar takjes peterselie, ’n paar fijn gesneden worteltjes en uitjes, ’n takje thijm, 1 laurierblad en 1 kruidnagel. Dit alles fruit men een kwartier lang, op een zacht vuurtje, in een stuk boter ter grootte van een ei. Dan voegt men er 4 kopjes water bij tegen 3 kopjes azijn en laat alles nog drie kwartier koken, waarna men de marinade koud laat worden en zeeft. Een gelardeerde ossenhaas legt men twee dagen in deze marinade, droogt hem dan goed af en braadt hem, op de gewone ma nier, In boter mooi bruin. In plaats van water voegt men. nu en dan, een scheutje marinade erbij en men maakt de saus ten slotte af met water. ste helft der 18e eeuw en zijn dus niet meer dan een honderd vijftig Jaar oud. Zoo is ook de gewoonte om in het wit te trouwen van betrekkelijk jongen datum. Tot ver in de middeleeuwen was de bruidsjapon die toen nog aan een spe- cialen vorm gebonden was uiterst kost baar in uitvoering, doch steeds bont ge kleurd. In vele landen was dan ook de bruidskleur veeleer rood dan wit. Eerst tegen het einde der 16e eeuw, on der Invloed van de Spaansche mode, waar in vooral goud en zwart een belangrijke rol speelden, werden de bonte kleuren ’n wei nig verdrongen. Bij uitzondering trouwde een vrouw echter wel in het wit. Tot deze uitzonderingen behooren o.a. prinses Bea trice d’Este, die in 1491 op den dag van haar bruiloft een wit gewaad droeg, dat van boven tot onder met parels was be zaaid en prinses Elisabeth van Engeland, die in 1613 een bruidsjapon droeg van zil- verbrokaat met parels en zilverdraad be- stikt. Gedurende de 17e eeuw kwamen der- Opgave van da lateer» met daarachter de maai u voldoende, eveneena opgave van bet nummei van het verlangde kJaedlngstuk Kerk kwam later het bladerkransje naar het Noorden, waar het zich spoedig ont wikkelde tot een statige kroon. Een hoog bouwwerk van zilverdraad, gekleurde stee nen, kralen en pauwenveeren dat met emaille bloemen, parels en rozemarijn werd bracht mede, dat men behagen pen in allegorische voorstelling bollek en de kleur wit niet alleen als aes thetisch „schoon" maar tevens als zinne beeld van onschuld en ongereptheid ging beschouwen. Deze en eenjge factoren van minder be langrijken aard werden oorzaak, dat men aan het eind der vorige eeuw ter vervaar diging van bruidsjaponnen uitsluitend wit te stoffen gebruikte. Wanneer men de hierbij gereproduceer- de tolletjes eens aandachtlg bekijkt, zal men tot de conclusie komen, dat de bruids japon in de laatste honderd en vijftig jaar betrekkelijk weinig veranderingen heeft ondergaan. Al mag het corsage den eenen keer wat nauwer en de rok wijder of langer geweest zijn, de grondgedachte Is steeds dezelfde gebleven en op de keper beschouwd ver schilt het bruidsjaponnetje van 1896 of 1900 niet eens zoo heel veel van hetgeen momenteel de jonge „flapper” op den dag van haar huwelijk draagt. Het Is echter met een zeker leedwezen, dat men het tra- dltioneele witte kleed, dat het bruidje op de feeën en prinsessen der „Duizend en één nacht”-sprookjes doet gelijken, al va ker en vaker vervangen ziet door een pro zaïsch reis- of mantelpakje, dat, hoe prac- tlsch het ook zijn mag, niet de minste charme heeft. Van alle In dere rubriek voorkomende modellen at van welke andere door onae leaereeeen ingeaon- den teekenlnR ook. leveren wij door on» Patronen kantoor patronen tenen de volgende lage prijzen t. Bebouderbreedte. dit la de lengte van den schouder van den bal» tot het begin van den arm et schilderen op stoffen is een aardig werk 'dat meer en meer toegepast wordt. Er bestaan verschillende waarvan we enkele zoo nu en e. Borat tooi te. van kuiltje In den hal» tot de taille van bet midden nekpunt versierd. In enkele Noordelijke landen, zooals b.v. in Duitschland, was het dragen van zulk een kroon een voorrecht, dat uitsluitend dames uit den adellijken stand en pa tri- ciërsdochters genoten. In costuumboeken uit .de 16e en 17e eeuw ziet men de laatstgenoemden steeds met de hooge bruidskroon, terwijl het meis je uit den burgerstand met een eenvoudig parelkransje wordt afgebeeld. De invloed der Fransche mode, welke In die tijden een belangrijk deel der Duitsche volksdrachten verdrong, deed ook de pom peuze bruidskronen verdwijnen en alle vrouwen en meisjes het bescheiden krans je van echte of nagemaakte bloemen aan nemen. Wat den sluier betreft, deze had in ver vlogen dagen een geheel andere befeekenis dan tegenwoordig. 'Oorspronkelijk was de bruidssluier een groot stuk stof, dat tijdens de trouwplechtigheid door vier boven het geknielde echtpaar Werd, G» uuvi uru piirsiri bruidegom werd heengelegd. In later jaren diende de sluier uitsluitend ter Omhulling van de bruid, terwijl hij ge durende de middeleeuwen steeds het cos- tuum der gehuwde vrouw heeft voltooid. Sinds wanneer de flatteuse kanten tulen sluiers in de mode zijn, zooals ze kennen, is niet precies bekend. Naar allé waarschijnlijkheid dateeren zij uit de laat- Weener fricadel. BIJ 6 kalfsoesters van K ons, neemt men hiervoor; 1 ons kalfs gehakt en h ons varkensgehakt, s eetlepel gehakte peterselie, 4 gehakte champignon», 1 el, 20 gram oud brood, 80 gram boter, zout, peper, noot en paneermeel. Men maakt het gehakt smakelijk aan met het brood, dat men In ‘n weinig melk weekt, en voegt peper, zout, noot en eier dooier toe; dan roert men er de gehakte champignons en peterselie door. De kalfsoesters worden geklopt, gezouten en aan één kant besmeerd met een laagje gehakt. Het eiwit klopt men los met een lepel water, wentelt de kalfsoesters erdoor en daarna door paneermeel. Men bakt ze 15 a 20 minuten op de gewone wijze, het langst aan den met gehakt besmeerden kant. De jus wordt met water afgemaakt. Tot slot nog een paar Hongaarsche vleeschreceplen. »<aten: taillew. 106 c.M., heupw. 128 c.M., moüwl. 57 c.M., lengte vanaf den schouder pl.m. 125 c.M. Benoo- dlgd: 3 M. stof van 1.30 M. breedte, voor het dasje en de manchetjes 20 c.M. dunnere stof, 6 drukknoopen. Oe teekent het pa troon op a« aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen ultknlpt. Het voor pand en de rok worden dus ook op de aan-» gegeven lijnen doorgeknipt. Dan legt ge de patronen op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt. Bij den rok wordt onder aan nog een 5 c.M. breede zoom bijgeknipt, terwijl het rokpand van x tot x 10 c.M. uit elkaar wordt gelegd voor een plooi. De rok is voor en achter gelijk. Wanneer alles la geknipt, maakt ge In t bovenstuk van het voorpand een Inslag, waarna ge dit op ’t onderstuk kunt stikken. In het rokpand maakt ge de plooi In; deze wordt dan 5 c.M. diep, waarna ook het bovenstuk van den rok wordt opgestikt. Hlernk kunt ge de zij-, rok-, schouder- en mouwnaden dichtstlkken en den elleboognaad tot op 8 c.M. vanaf den onderkant. Dit laatste ge deelte blijft open voor een splitje. Vervol gens wordt de rok aan het bovenstuk ge stikt. De naden komen op de zij precies op elkaar. Het kraagje wordt langs den buiten omtrek en de 7 c.M. lange kantjes gestikt, en omgehaald, waarna ge het kraagje aan stikt en den binnenkant overzoomt. De mouw onderaan werkt ge af met een schuin biesje aan den verkeerden kant. Onder aan den rok wordt een 5 c.M. breede zoom Ingemaakt en met de hand Ingezoomd. De ceintuur knipt ge 1.15 M. lang en 10 c.M. breed, waarna deze dubbel wordt gestikt. Het dasje knipt ge 20 c.M. lang en breed, waarna ge dit geheel afwerkt met een smal zoompje, of het even aan den kant laat ajou- ren. Het wordt aan één punt onder T kraagje even stevig gehecht. Onderaan de mouw zet ge een kapje, dat ge 28 cM lang en 12 c.M. breed knipt, even dub bel stikt, en dan aan den binnenkant van de mouw opzopmt. Hier na worden de druk knoopjes aangezet, 2 aan iedere mouw en 2 aan de ceintuur. x ren Is vaak geneigd te denken, dat 1 IVI witte kleed met sluier en krans, dat eens onze moeders, grootmoeders en overgrootmoeders sierde en momenteel met evenveel gratie door het moderne jonge meisje op den dag van den grooten stap gedragen wordt, door alle eeuwen heen heeft bestaan. Menigeen zal dan ook verwonderd ópkij ken, wanneer hij verneemt, dat het z.g. „klassieke” bruidstoilet nauwelijks ander halve eeuw oud Is. Voordien trouwde een Jong meisje welis waar In een kostbare en pronk volle japon, doch zelden In het wit en meestal zonder sluier. Van alle attributen die bij den Bruids tooi te pas komen, is de krans verreweg de oudste. In een Interessant Duitsch werkje over costuum-geschledenls, getiteld „Mode- splegel” vertelt de schrijver, Max von Boehn ons o.a., hoe reeds in de. grijze oudheid de Joden gewoon waren het hoofd van den bruidegom met een krans te sieren, terwijl het bij de Grieken en Romeinen gebruike lijk was zoowel de bruid als de bruidegom te bekransen met myrtheloof, hetwelk de godin der liefde gewijd was. Door bemiddeling van Dit jaar echter zat hij geheel .zonder middelen van bestaan In Lucknow in In- dië. Zijn eed is hem echter heilig ën duur zaam en zoo besloot hij de 5000 mijlen te „tippelen". Den 9en Februari heeft hij Lucknow verlaten. Er behoort heel wat moed toe om een pelgrimstocht door twee werelddeelen te ondernemen, zonder geld, alleen met tent, camera, revolver en water- flesch. Enkele dagen geleden nu kwam er een bericht uit Belgrado, dat men hem naar de grens had gebracht, omdat zijn visum, dat slechts voor 14 dagen gold, verloopen was. Bijna was zijn reis in Bulgarije onver wacht afgeloopen. Een troep wolven viel den eenzamen reiziger aan, die. nadat hij er een paar doodgeschoten had, urenlang op een boom hurkte, tot gewapende boeren hem bevrijdden. Chalmers kwam de uitwijzing uit Joego-Slavië heeft hem een paar dagen loopen bespaard thans reeds te Londen aan. Voor een mooi kussen heeft u noodig 2 el zwart satijn, zwart is altijd ’n dankbare kleur voor stencilwerk, vooral de gele, gou den en groene kleuren komen er prachtig op uit. U kan voor het schabloneeren tubes stu- die-olleverf, of stencllverf gebruiken en zooveel penseelen als men kleuren toepast. Met penseelen worden hier kwastjes be doeld, met stevige korte haren, speciale schablonen-kwastjes. Het Is goed de verf bij de bewerking op een tegel of stukje glas uit te strijken, zoo dat we zeer regelmatig op kunnen nemen. Gebruikt u olieverf dan is het goed, om uitvloeien te voorkomen, er een weinig flatting, of olievrije vloerlak aan toe voegen. Het mooiste Is het wanneer een rand op- geschabloneerd wordt, dat u rondom rand zijde, of stof laat van minstens 5 c.M. U legt de lap waarop u gaat schabloneeren op een stuk karton, legt het schabloon er op en prikt deze met spelden op de stof vast, de spelden rechtop, zoodat ze even In het karton prikken. We doopen niet te vet In en houden het kwastje kaarsrecht bij het tikken, zoodat het werk niet met rafels komt. Houdt voor elke kleur een kwastje en werk kleur na kleur af. Wanneer alles geschabloneerd Is, zult u het werk tamelijk vlak vinden. Door nu aan den rechter of den linkerkant van een bloem of patroon lichte partijen te brengen krijgt u leven In het werk. Dit kunt u doen door dezelfde tinten, waar mede u schabloneerde wat wit te mengen. U doet dit geleidelijk, zoodat de partij In de donkere overvloelt. Wanneer nu het werk kant en klaar Is, hangt u het een paar dagen op om te dro gen en gaat het dan afwerken; het hangt geheel van uw eigen smaak af hoe dit te doen Vele mogelijkheden zijn er ook wat het schabloneerwerk betreft, voor uw japonnen, bijpassende shawls, taschjes, garnituren. Wanneer u bronsverven wilt gebruiken voor het schabloneeren op stof of fluweel, kan daarvoor brons gekocht worden, dat aangemaakt wordt met gewone bronstlnc- tuur of met verdunde Arbische gom. Alleen de toppen der haartjes worden hiermede aangeraakt en we passen hierbij de gewone schildermethode toe. Een mooie bewerking is bladgoud op flu weel, doch het is een apart lets. Van de plaatsen waar het goud moet komen, wor den de haartjes weggeschroeid of t fluweel wordt daar geplet met een eenlgszlns ver warmd Ijzer. Vervolgens worden deze plaat sen met schellak of verdund eiwit bestre ken, opdat de mixtion, die er daarna op komt, niet zal wegschieten en de kleef- kracht verliezen. Daarna wordt de mixtion aangebracht belde scholders zoo ver, dan zet men daar tusschen in weer 40 steken bij op, zoodat men weer het benoodlgde aantal steken heeft voor den rug. Aan den achterkant breit men nu in plaats van 4 zooals aan den Daarna breit men weer 18 rib bels; dan meerdert men aan weerskan ten van de naald, om den anderen toer, 3 keer 1 st. voor de armsgaten. Hierna vol gen nog 50 ribbels en ten slotte weer 20 toeren 4 r. 2 aver. Het breiwerk van het lijfje Is hiermee klaar Men strijkt het onder een vochtlgen doek, naait de zijnaden dicht en om werkt armsgaten en halsopening met een paar toertjes haakwerk. Eerst ’n gaatjestoer voor *t doorhalen van ’n lintje. 1 stokje, 1 losse telkens en dan *n plcotje van 3 vaste, 3 losse telkens. g. Mouwlangt», te meun buiun lanx» den arm over den eetxwen ellebooe tot aan den pols methoden, dan zullen bespreken. Tot een daarvan behoort het schabloneeren op stof. Aardige effecten kunnen er mee bereikt worden en daar we schablonen gebruiken, is het door Iedereen te doen. U kunt de schablonen zelf snijden, door een patroon te teekenen op geolied papier en dit met een scherp mesje tot een scha bloon te snijden, zorgende, tusschen elk gesneden stukje dat in een ander overgaat een verbindlngsstukje te laten. Wanneer u een patroon geteekend heeft op dik teekenpapier dan kun u dit prepa- reeren op de volgende manier: over het te prepareeren patroon wordt fijne paraffi ne gestrooid en daarop wordt een heet strijkijzer gezet, net zoo lang tot het heele - papier met vet doortrokken Is. Om het schabloon goed zuiver te kunnen snijden wordt er een stukje glas onder ge legd. Verschillende chabloon-decoratles zoo als voor kussens theemutsen, schoorsteen- loopws enz. kunnen gemakkelijk en vlug toegepast worden wanneer u het schabloon kant en klaar koopt. zout Ingewreven; de ul wordt In het vet lichtbruin gefruit; men voegt daar dan de paprica bij en terstond daarna de kalfs lappen en de tomatenpurée. Op een zacht vuurtje laat men het vleesch dan, goed toegedekt, gaar smoren, terwijl men nu en dan een weinig water toevoegt om aan branden te voorkomen. Als het vleesch gaar is. bestrooit men het met 1 theelepel bloem, giet de room erover, laat alles nog even opkoken en dient het dah dadelijk op. Men kan hierbij zoowel droge rijst of macaroni geven, alsook gekookte aardap pelen. .i 1830 1896 1900 el t. ?r n. n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 23