li
te
t
9
TO
Voorheen en thans
W
H
D
IETS OVER BRUIDSTOILETTEN
KNIPPATROON
ONZE WONING
ONZE KEUKEN
Goedkoope patronen
BREIWERK
BLEUHEID BIJ
KINDEREN
fi
I
1 Y*i
il
LsTt TK:
Een dankmarsch van 5000 mijlen
Wist U dat het klassieke
bruidstoilet nauwelijks
ï'fTf
anderhalve eeuw
Eenvoudige Damesjapon
Verschillende vleeschgerechten
r
5
a
r
i
i
Het schilderen op
stoffen
I
I
Ij
Gebreid Damesonderlijfje
4
I
4666
1861
I
I
5
de Roomsche
R. HAGEDOORN
smaak
i
5
><900/
I
i
6
B
te
een
DORA.
r
t
3
lichtere
DINY
rente
dit
Houeltngli,
Ik
de «eheele lencte uit den balskuU eemeten
b
i
5
I
I
r
B
1
l
I
of
ze slapen
en
wij
Blouse
Kinderjurk (€.5 1)
e. ReupwQdte, rondom de heupen
ten 20 c.M onder de taille
9 0.40
oae
I
I
te
>P
Ik
>-
iblokjes,
voorkant,
dan
Coetuum
Mantel
I
l
s
I
i
i
t
r
if
r
9 0.60
r 1^-
l
11
>.l
n ging schep-
ngen en sym-
,11e
mannen
gehouden
of door den priester om bruid en
ratrone» warden echter alleen ieegeaeadtn
Minneer b|J de bestelling het veraehuldigde be
drag tn podtietels Ie Ingesleten.
Men geve ons daarvoor de volgende
a BovenwUdte. te meten
den rug. onder de armen
buste lange niet te strak
I
Alle bestellingen richtte men aan dli
PAIBONKN1LANTOOB, Postbus L Haarlem
DE VROUW EN HAAR HUISHOUDING
111111111,,l,,ul,,,ll,,,,,,,,ll,,,ll,,mi,,,,,,,l,',,,,,,,,,nil,,,,,i|i,|iiBninil,|iiiiiN
r
maten op
rondom iamcr
door en boven de
Escaloppe de boeuf Hongroise. Bij onge
veer t pond magere ossenlappen heeft men
hiervoor noodig: 3 uien, 2 zure appelen, 2
tomaten, 1 eetlepel bruine suiker, 25 gram
krenten, 2 eetlepels gekrulde azijn, 1 thee
lepel Maggl’s aroma, 1 theelepel Worces
tershire saus, 30 gram boter, 1 kruidnagel
en ’n snufje zout.
Men laat de fijn gesneden uien in de bo
ter lichtbruin fruiten, doet er dan de ver
schillende kruiden bij en legt het vleesch
erin. Daaroverheen snippert men de appe
len en tomaten en strooit er de krenten en
de suiker over. Men laat alles dan 1% a
2 uur zachtjes smoren, terwijl men het
vleesch nu en dan omkeert en, zoo noodig,
wat water bij voegt.
Men dient het vleesch op met de dikke
saus erover heen en versiert den schotel
rondom met takjes peterselie.
ADRIANA KNUIST—POLEEPEL
d. Rugboogts.
tot de taille
waarna de gewone vergulding kan worden
toegepast.
Oplossen van bladgoud:
Voor hen die het wenschen te weten kan
bladgoud opgelost worden in Koningswater,
een mengsel van salpeter en zoutzuur, het
eenlge mengsel dat goud oplost.
ANEMOON
Kalfslappen in papricasaus. Bij 1 pond
kalf slappen rekent men hiervoor: 1 eet
lepel tomatenpurée, 1 ons vet, 1 theelepel
tarwebloem. 2 d.L. room. 1 theelepel pa-
prlca, K ui.
De lappen worden goed geklopt en met
tt lijfje is in ribbels gebreid, dus al-
1 door rechts. De pas Is in blokjes ge
breid.
Men begint aan den voorkant met alu-
mlnlumnaalden no. 2H. Er worden 90 st.
opgezet. Men breit eerst 20 toeren 4 r. 2
aver. Den eersten toer hiervan breit men voor
de stevigheid in den achterkant van de
steken. Na de 20 toeren 4 r. 2 aver, breit
men aldoor r. tot men 50 ribbels heeft ge
breid. Dan mindert men aan weerskanten,
om den anderen toer, 3 keer 1 st. voor de
armsgaten, waarna men nog 16 ribbels
breit.
Hierna begint men aan het blokpa-
troontje. van 4 r. 2 aver. Men breit zoo 4
naalden, waarna men het blokje laat ver
springen, dus r. breit boven aver, en omge
keerd. Heeft men zoo 4 blokjes boven el
kaar gebreid, dan begint men aan den
hals. Hiervoor worden de middelste 40 st.
af gekant, waarna men op eiken schouder
nog 15 blokjes boven elkaar breit. Zijn
gelijke uitzonderingen steeds vaker voor en
langzamerhand ging de etiquette eischen,
dat brulden van vorstelijken bloede uit
sluitend japonnen droegen welke van zll-
verbrokaat of „drap d’argent” vervaardigd
waren.
Al spoedig volgen de dames van het hof
het voorbeeld ‘der prinsessen en weldra
verdwijnen alle blzonderheden die tot dien
het bruidstoilet der voornamere standen
gekenmerkt hadden.
Het statige gewaad met de karakteristie
ke „vleugelmouwen” maakt plaats voor al
lerlei nieuwe snufjes en détails en in deh
loop der 18e eeuw kleedt een Jonge bruid
zich niet anders dan naar de laatste mode.
Wanneer legen het einde dier zelfde eeuw
de geheel witte bruidstooi voor alle rangen
en standen in zwang komt, dan heeft het
voorbeeld, dat door de voornamere dames,
met hare zware „drap d’argent” en bro
kaat japonnen gegeven werd, daar stellig
toe bijgedragen.
Niet iedereen kon n.l. dergelijke luxe
materialen bekostigen, zoodat de meesten
witte stoffen kozen, daar deze de „onbe-
relbare" het meest nabijkwamen.
Een andere omstandigheid, die het- wit
ten goede kwam, moet, volgens Boehn ge
legen hebben in het feit, dat het midden
der 18e eeuw zich kenmerkte door een
voorliefde voor „antiek", die in het witte
beeld der klassieken het aesthetisch ideaal
vond.
Deze neiging in den toenmaligen
b BoratwQdt», op deoeUde wijze Ce meten
al» de bovenwijdte, maar nu over de buste been
Hen Engelsch soldaat, sergeant Mark
Chalmers, heeft de gelofte gedaan, ieder
jaar den 31en Juli een krans op het graf te
leggen van den Onbekenden Soldaat.
Den 31en Juli 1918 redde een hem onbe
kende kameraad hem het leven, toen de
vjjand reeds T doodelijk ‘schot had aange
legd. De volgende kogel trof den dapperen
levensredder en ook Chalmers zelf werd in
den loop van het gevecht gewond. Sedert
15 jaar is het hem ieder jaar gelukt zijn
eed te houden, om op 31 Juli in Londen te
zijn en daar den krans neer te leggen.
at is die jongen van mevrouw X toch
een bleu kind!”
Het is niet prettig voor een moe
der, als ze zoo over haar kind hoort spre
ken, maar meer nog dan voor de moeder
is die bleuheid, zooals men het noemt, die
bedeesdheid, een ongeluk voor het kind
zelf
Zoo’n kind voelt zelf maar al te zeer
zijn gebrek; spreekt Iemand hem aan, dan
kijkt hij bedremmeld voor zich en ant
woordt niet; roept de jufrouw in school
zijn naam af, om hem zjjn les te laten op
zeggen, dan zwijgt hij, ofschoon hij zijn
les heel goed geleerd heeft; zelfs tegenover
zijn medeleerlingen is hij verlegen en die
maken daarvan gebruik, om hem allerlei
te laten doen wat ze zelf niet graag doen,
of door hem op allerlei manieren te plagen.
En hij doet het en hij laat zich plagen,
niet omdat hij niet zijn man zou kunnen
staan als het er op aankwam, maar alleen
omdat hij zoo bedeesd is.
Die bedeesdheid, die meestal haar oor
zaak vindt in zenuwachtigheid, moet wor
den tegengegaan, maar gemakkelijk is dat
niet. Het beste zal zijn het kind zooveel
mogelijk in de frissche luent bulten te la
ten spelen, lange wandelingen met hem te
maken en vooral ook, het kind^nlet te lang
laten opblijven.
Sommige ouders vinden, dat kinderen van
5 en 6 Jaar best tot een uur of acht
’s avonds kunnen opblijven
dan toch nog den wijzer rond. Maar dat Is
voor kinderen en vooral voor zenuwachtige
kinderen, niet voldoende; stop ze om ze
ven, desnoods al om 6 uur in bed en u
zult eens zien, hoe uw Jongen, of meisje,
daarvan opknapt.
Ook veel fruit en ander licht verteerbaar
voedsel is aan te bevelen.
Er kunnen echter ook andere redenen
voor de bedeesdheid zijn dan zenuwachtig
heid.
Als een jongen voelt, dat hij niet goed
kan leeren, niet met de andere kinderen in
de klas mee kan, zich dus minderwaardig
voelt, kan dat ook een oorzaak voor be
deesdheid wezen.
Dan Is alleen rustig praten met den „pa
tiënt” het geneesmiddel. Als een oudere,
een vader of een moeder eens nu en dan
met het kind over zijn toekomst praat, hem
weet te overtuigen, dat hij daaraan niet
mag toegeven, maar dubbel zijn best moet
doen om met anderen gelijk te komen, zijn
moed aanwakkert, zijn gevoel van achter
lijkheid weet te verdrijven, dan zal de
bedeesdheid allengs wel verdwijnen en kan
uit uw kind een flink lid van
schappij groeien.
p verzoek geef ik hieronder de recep
ten van een paar minder bekende
vleeschgerechten.
Gemarineerde ossenhaas. Men maakt
eerst een marinade, waarvoor men noodig
heeft: ’n paar takjes peterselie, ’n paar
fijn gesneden worteltjes en uitjes, ’n takje
thijm, 1 laurierblad en 1 kruidnagel. Dit
alles fruit men een kwartier lang, op een
zacht vuurtje, in een stuk boter ter grootte
van een ei. Dan voegt men er 4 kopjes
water bij tegen 3 kopjes azijn en laat alles
nog drie kwartier koken, waarna men de
marinade koud laat worden en zeeft.
Een gelardeerde ossenhaas legt men twee
dagen in deze marinade, droogt hem dan
goed af en braadt hem, op de gewone ma
nier, In boter mooi bruin. In plaats van
water voegt men. nu en dan, een scheutje
marinade erbij en men maakt de saus ten
slotte af met water.
ste helft der 18e eeuw en zijn dus niet meer
dan een honderd vijftig Jaar oud. Zoo is
ook de gewoonte om in het wit te trouwen
van betrekkelijk jongen datum.
Tot ver in de middeleeuwen was de
bruidsjapon die toen nog aan een spe-
cialen vorm gebonden was uiterst kost
baar in uitvoering, doch steeds bont ge
kleurd. In vele landen was dan ook de
bruidskleur veeleer rood dan wit.
Eerst tegen het einde der 16e eeuw, on
der Invloed van de Spaansche mode, waar
in vooral goud en zwart een belangrijke rol
speelden, werden de bonte kleuren ’n wei
nig verdrongen. Bij uitzondering trouwde
een vrouw echter wel in het wit. Tot deze
uitzonderingen behooren o.a. prinses Bea
trice d’Este, die in 1491 op den dag van
haar bruiloft een wit gewaad droeg, dat
van boven tot onder met parels was be
zaaid en prinses Elisabeth van Engeland,
die in 1613 een bruidsjapon droeg van zil-
verbrokaat met parels en zilverdraad be-
stikt. Gedurende de 17e eeuw kwamen der-
Opgave van da lateer» met daarachter de maai
u voldoende, eveneena opgave van bet nummei
van het verlangde kJaedlngstuk
Kerk kwam later het bladerkransje naar
het Noorden, waar het zich spoedig ont
wikkelde tot een statige kroon. Een hoog
bouwwerk van zilverdraad, gekleurde stee
nen, kralen en pauwenveeren dat met
emaille bloemen, parels en rozemarijn werd
bracht mede, dat men behagen
pen in allegorische voorstelling
bollek en de kleur wit niet alleen als aes
thetisch „schoon" maar tevens als zinne
beeld van onschuld en ongereptheid ging
beschouwen.
Deze en eenjge factoren van minder be
langrijken aard werden oorzaak, dat men
aan het eind der vorige eeuw ter vervaar
diging van bruidsjaponnen uitsluitend wit
te stoffen gebruikte.
Wanneer men de hierbij gereproduceer-
de tolletjes eens aandachtlg bekijkt, zal
men tot de conclusie komen, dat de bruids
japon in de laatste honderd en vijftig jaar
betrekkelijk weinig veranderingen heeft
ondergaan.
Al mag het corsage den eenen keer wat
nauwer en de rok wijder of langer geweest
zijn, de grondgedachte Is steeds dezelfde
gebleven en op de keper beschouwd ver
schilt het bruidsjaponnetje van 1896 of
1900 niet eens zoo heel veel van hetgeen
momenteel de jonge „flapper” op den dag
van haar huwelijk draagt. Het Is echter
met een zeker leedwezen, dat men het tra-
dltioneele witte kleed, dat het bruidje op
de feeën en prinsessen der „Duizend en
één nacht”-sprookjes doet gelijken, al va
ker en vaker vervangen ziet door een pro
zaïsch reis- of mantelpakje, dat, hoe prac-
tlsch het ook zijn mag, niet de minste
charme heeft.
Van alle In dere rubriek voorkomende modellen
at van welke andere door onae leaereeeen ingeaon-
den teekenlnR ook. leveren wij door on» Patronen
kantoor patronen tenen de volgende lage prijzen
t. Bebouderbreedte. dit la de lengte
van den schouder van den bal» tot het begin
van den arm
et schilderen op stoffen is een aardig
werk 'dat meer en meer toegepast
wordt.
Er bestaan verschillende
waarvan we enkele zoo nu en
e. Borat tooi te. van kuiltje In den hal»
tot de taille
van bet midden nekpunt
versierd.
In enkele Noordelijke landen, zooals b.v.
in Duitschland, was het dragen van zulk
een kroon een voorrecht, dat uitsluitend
dames uit den adellijken stand en pa tri-
ciërsdochters genoten.
In costuumboeken uit .de 16e en 17e
eeuw ziet men de laatstgenoemden steeds
met de hooge bruidskroon, terwijl het meis
je uit den burgerstand met een eenvoudig
parelkransje wordt afgebeeld.
De invloed der Fransche mode, welke In
die tijden een belangrijk deel der Duitsche
volksdrachten verdrong, deed ook de pom
peuze bruidskronen verdwijnen en alle
vrouwen en meisjes het bescheiden krans
je van echte of nagemaakte bloemen aan
nemen.
Wat den sluier betreft, deze had in ver
vlogen dagen een geheel andere befeekenis
dan tegenwoordig. 'Oorspronkelijk was de
bruidssluier een groot stuk stof, dat tijdens
de trouwplechtigheid door vier
boven het geknielde echtpaar
Werd, G» uuvi uru piirsiri
bruidegom werd heengelegd.
In later jaren diende de sluier uitsluitend
ter Omhulling van de bruid, terwijl hij ge
durende de middeleeuwen steeds het cos-
tuum der gehuwde vrouw heeft voltooid.
Sinds wanneer de flatteuse kanten
tulen sluiers in de mode zijn, zooals
ze kennen, is niet precies bekend. Naar allé
waarschijnlijkheid dateeren zij uit de laat-
Weener fricadel. BIJ 6 kalfsoesters van
K ons, neemt men hiervoor; 1 ons kalfs
gehakt en h ons varkensgehakt, s eetlepel
gehakte peterselie, 4 gehakte champignon»,
1 el, 20 gram oud brood, 80 gram boter,
zout, peper, noot en paneermeel.
Men maakt het gehakt smakelijk aan
met het brood, dat men In ‘n weinig melk
weekt, en voegt peper, zout, noot en eier
dooier toe; dan roert men er de gehakte
champignons en peterselie door.
De kalfsoesters worden geklopt, gezouten
en aan één kant besmeerd met een laagje
gehakt. Het eiwit klopt men los met een
lepel water, wentelt de kalfsoesters erdoor
en daarna door paneermeel. Men bakt ze
15 a 20 minuten op de gewone wijze, het
langst aan den met gehakt besmeerden
kant. De jus wordt met water afgemaakt.
Tot slot nog een paar Hongaarsche
vleeschreceplen.
»<aten: taillew. 106 c.M., heupw. 128
c.M., moüwl. 57 c.M., lengte vanaf
den schouder pl.m. 125 c.M. Benoo-
dlgd: 3 M. stof van 1.30 M. breedte, voor
het dasje en de manchetjes 20 c.M. dunnere
stof, 6 drukknoopen. Oe teekent het pa
troon op a« aangegeven maten, waarna ge
het op de vaste lijnen ultknlpt. Het voor
pand en de rok worden dus ook op de aan-»
gegeven lijnen doorgeknipt. Dan legt ge de
patronen op de stof, waarna ge alles met
een naad uitknipt. Bij den rok wordt onder
aan nog een 5 c.M. breede zoom bijgeknipt,
terwijl het rokpand van x tot x 10 c.M. uit
elkaar wordt gelegd voor een plooi. De rok
is voor en achter gelijk. Wanneer alles la
geknipt, maakt ge In t bovenstuk van het
voorpand een Inslag, waarna ge dit op ’t
onderstuk kunt stikken. In het rokpand
maakt ge de plooi In; deze wordt dan 5
c.M. diep, waarna ook het bovenstuk van
den rok wordt opgestikt. Hlernk kunt ge
de zij-, rok-, schouder- en mouwnaden
dichtstlkken en den elleboognaad tot op
8 c.M. vanaf den onderkant. Dit laatste ge
deelte blijft open voor een splitje. Vervol
gens wordt de rok aan het bovenstuk ge
stikt. De naden komen op de zij precies op
elkaar. Het kraagje wordt langs den buiten
omtrek en de 7 c.M. lange kantjes gestikt,
en omgehaald, waarna ge het kraagje aan
stikt en den binnenkant overzoomt. De
mouw onderaan werkt ge af met een schuin
biesje aan den verkeerden kant. Onder
aan den rok wordt een 5 c.M. breede zoom
Ingemaakt en met de hand Ingezoomd.
De ceintuur knipt ge 1.15 M. lang en 10 c.M.
breed, waarna deze
dubbel wordt gestikt.
Het dasje knipt ge 20
c.M. lang en breed,
waarna ge dit geheel
afwerkt met een smal
zoompje, of het even
aan den kant laat ajou-
ren. Het wordt aan één
punt onder T kraagje
even stevig gehecht.
Onderaan de mouw zet
ge een kapje, dat ge 28
cM lang en 12 c.M.
breed knipt, even dub
bel stikt, en dan aan
den binnenkant van de
mouw opzopmt. Hier
na worden de druk
knoopjes aangezet, 2
aan iedere mouw en 2
aan de ceintuur.
x ren Is vaak geneigd te denken, dat 1
IVI witte kleed met sluier en krans, dat
eens onze moeders, grootmoeders en
overgrootmoeders sierde en momenteel met
evenveel gratie door het moderne jonge
meisje op den dag van den grooten stap
gedragen wordt, door alle eeuwen heen
heeft bestaan.
Menigeen zal dan ook verwonderd ópkij
ken, wanneer hij verneemt, dat het z.g.
„klassieke” bruidstoilet nauwelijks ander
halve eeuw oud Is.
Voordien trouwde een Jong meisje welis
waar In een kostbare en pronk volle japon,
doch zelden In het wit en meestal zonder
sluier.
Van alle attributen die bij den Bruids
tooi te pas komen, is de krans verreweg de
oudste.
In een Interessant Duitsch werkje over
costuum-geschledenls, getiteld „Mode-
splegel” vertelt de schrijver, Max von Boehn
ons o.a., hoe reeds in de. grijze oudheid
de Joden gewoon waren het hoofd van den
bruidegom met een krans te sieren, terwijl
het bij de Grieken en Romeinen gebruike
lijk was zoowel de bruid als de bruidegom
te bekransen met myrtheloof, hetwelk de
godin der liefde gewijd was.
Door bemiddeling van
Dit jaar echter zat hij geheel .zonder
middelen van bestaan In Lucknow in In-
dië. Zijn eed is hem echter heilig ën duur
zaam en zoo besloot hij de 5000 mijlen te
„tippelen". Den 9en Februari heeft hij
Lucknow verlaten. Er behoort heel wat
moed toe om een pelgrimstocht door twee
werelddeelen te ondernemen, zonder geld,
alleen met tent, camera, revolver en water-
flesch.
Enkele dagen geleden nu kwam er een
bericht uit Belgrado, dat men hem naar de
grens had gebracht, omdat zijn visum, dat
slechts voor 14 dagen gold, verloopen was.
Bijna was zijn reis in Bulgarije onver
wacht afgeloopen. Een troep wolven viel
den eenzamen reiziger aan, die. nadat hij
er een paar doodgeschoten had, urenlang
op een boom hurkte, tot gewapende boeren
hem bevrijdden. Chalmers kwam de
uitwijzing uit Joego-Slavië heeft hem een
paar dagen loopen bespaard thans reeds
te Londen aan.
Voor een mooi kussen heeft u noodig 2
el zwart satijn, zwart is altijd ’n dankbare
kleur voor stencilwerk, vooral de gele, gou
den en groene kleuren komen er prachtig
op uit.
U kan voor het schabloneeren tubes stu-
die-olleverf, of stencllverf gebruiken en
zooveel penseelen als men kleuren toepast.
Met penseelen worden hier kwastjes be
doeld, met stevige korte haren, speciale
schablonen-kwastjes.
Het Is goed de verf bij de bewerking op
een tegel of stukje glas uit te strijken, zoo
dat we zeer regelmatig op kunnen nemen.
Gebruikt u olieverf dan is het goed, om
uitvloeien te voorkomen, er een weinig
flatting, of olievrije vloerlak aan toe
voegen.
Het mooiste Is het wanneer een rand op-
geschabloneerd wordt, dat u rondom
rand zijde, of stof laat van minstens 5 c.M.
U legt de lap waarop u gaat schabloneeren
op een stuk karton, legt het schabloon er
op en prikt deze met spelden op de stof
vast, de spelden rechtop, zoodat ze even In
het karton prikken.
We doopen niet te vet In en houden het
kwastje kaarsrecht bij het tikken, zoodat
het werk niet met rafels komt. Houdt voor
elke kleur een kwastje en werk kleur na
kleur af. Wanneer alles geschabloneerd Is,
zult u het werk tamelijk vlak vinden. Door
nu aan den rechter of den linkerkant van
een bloem of patroon lichte partijen te
brengen krijgt u leven In het werk. Dit
kunt u doen door dezelfde tinten, waar
mede u schabloneerde wat wit te mengen.
U doet dit geleidelijk, zoodat de
partij In de donkere overvloelt.
Wanneer nu het werk kant en klaar Is,
hangt u het een paar dagen op om te dro
gen en gaat het dan afwerken; het hangt
geheel van uw eigen smaak af hoe dit te
doen
Vele mogelijkheden zijn er ook wat het
schabloneerwerk betreft, voor uw japonnen,
bijpassende shawls, taschjes, garnituren.
Wanneer u bronsverven wilt gebruiken
voor het schabloneeren op stof of fluweel,
kan daarvoor brons gekocht worden, dat
aangemaakt wordt met gewone bronstlnc-
tuur of met verdunde Arbische gom. Alleen
de toppen der haartjes worden hiermede
aangeraakt en we passen hierbij de gewone
schildermethode toe.
Een mooie bewerking is bladgoud op flu
weel, doch het is een apart lets. Van de
plaatsen waar het goud moet komen, wor
den de haartjes weggeschroeid of t fluweel
wordt daar geplet met een eenlgszlns ver
warmd Ijzer. Vervolgens worden deze plaat
sen met schellak of verdund eiwit bestre
ken, opdat de mixtion, die er daarna op
komt, niet zal wegschieten en de kleef-
kracht verliezen.
Daarna wordt de mixtion aangebracht
belde scholders zoo ver, dan zet men daar
tusschen in weer 40 steken bij op, zoodat
men weer het benoodlgde aantal steken
heeft voor den rug.
Aan den achterkant breit men nu
in plaats van 4 zooals aan den
Daarna breit men weer 18 rib
bels; dan meerdert men aan weerskan
ten van de naald, om den anderen toer, 3
keer 1 st. voor de armsgaten. Hierna vol
gen nog 50 ribbels en ten slotte weer 20
toeren 4 r. 2 aver.
Het breiwerk van het lijfje Is hiermee
klaar Men strijkt het onder een vochtlgen
doek, naait de zijnaden dicht en om werkt
armsgaten en halsopening met een paar
toertjes haakwerk. Eerst ’n gaatjestoer
voor *t doorhalen van ’n lintje. 1 stokje, 1
losse telkens en dan *n plcotje van 3 vaste,
3 losse telkens.
g. Mouwlangt», te meun buiun lanx»
den arm over den eetxwen ellebooe tot aan den
pols
methoden,
dan zullen
bespreken. Tot een daarvan behoort het
schabloneeren op stof. Aardige effecten
kunnen er mee bereikt worden en daar we
schablonen gebruiken, is het door Iedereen
te doen.
U kunt de schablonen zelf snijden, door
een patroon te teekenen op geolied papier
en dit met een scherp mesje tot een scha
bloon te snijden, zorgende, tusschen elk
gesneden stukje dat in een ander overgaat
een verbindlngsstukje te laten.
Wanneer u een patroon geteekend heeft
op dik teekenpapier dan kun u dit prepa-
reeren op de volgende manier: over het te
prepareeren patroon wordt fijne paraffi
ne gestrooid en daarop wordt een heet
strijkijzer gezet, net zoo lang tot het heele
- papier met vet doortrokken Is.
Om het schabloon goed zuiver te kunnen
snijden wordt er een stukje glas onder ge
legd.
Verschillende chabloon-decoratles zoo
als voor kussens theemutsen, schoorsteen-
loopws enz. kunnen gemakkelijk en vlug
toegepast worden wanneer u het schabloon
kant en klaar koopt.
zout Ingewreven; de ul wordt In het vet
lichtbruin gefruit; men voegt daar dan de
paprica bij en terstond daarna de kalfs
lappen en de tomatenpurée. Op een zacht
vuurtje laat men het vleesch dan, goed
toegedekt, gaar smoren, terwijl men nu en
dan een weinig water toevoegt om aan
branden te voorkomen. Als het vleesch
gaar is. bestrooit men het met 1 theelepel
bloem, giet de room erover, laat alles nog
even opkoken en dient het dah dadelijk op.
Men kan hierbij zoowel droge rijst of
macaroni geven, alsook gekookte aardap
pelen.
.i
1830
1896
1900
el
t.
?r
n.
n