z
D
D
D
DE PAUSEN OP VACANTIE
CASTEL GANDOLFO HERLEEFT
Zestig jaren lang wachtte de zomerresidentie
de nadering van den „Pauselijhen trein
in de Hel
„Eden”
Villa van negen millioen
de
i
f
Tri
Pm
ki
7
99
i
Het Quirinaal,
eens pauselijke zomerresidentie en thans Koninklijk paleis.
i
Het Paradys in de Hel
a*
Een villa van een millioen
hun
vacantie
door-
1870
uit-
JAN HOEK
WIlllllllllllllllllllHlllIlllIRHIlllllllllllllllllllllllIllIHIllllllllllllllllllllllllllllllllllIlllIlHlIllllllllllllllllllIllIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllIllllIllIU llliiillllliiiiilliiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Van en over de Vati-
caansche lucht
Maximo d’Azeglio biljart
met Pius Vil
b<
N
I
I
1
1
1
1
gi
le
st
J Ca-
welke
heilig
aelfs het ongeluk van vrij
di
w
v<
SI
m
Vi
Pi
a
i
8
2
h
h
st
R
F
sc
m
K
H
2
X
ei
d
f
(1
re
v<
st
3
1
8
O1
8
h:
T
iMarinua IV
spot-
graf monument
te
w
61
ir
n;
rc
d<
h
n
n
w
n<
m
cc
la
di
Pi
nj
ir
8C
ei
bi
di
et
re
la
d<
rc
3.
ai
7.
al
te
D
15
n
„En verheugen zich de palingen
dat deze hier dood ter neer
ligt, die ze meedoogen-
loos vervolgde”
e top van den Qulrinalis met zUn mooie
plein, zijn balustrade, zijn breede trap
pen. met In het midden zijn obelisk, zijn
antieke fonteinen en de forsche ruiterbeelden
der Dloacuren, welke aan den heuvel langen tyd
den naam van ..Monte Cavallo", van Paarden-
berg, gaven, omsloten door het massieve Quiri
naal, het pronkende .palazzo della Consulta"
en de paleizen der Colonna's en der Rospigliosi's.
is, met zijn uitzicht op den verren koepel van
Sint Pieter, nog altijd een der mooiste plekjes
van Rome.
Nog vindt men in Anzio, dicht bij de haven,
het eenvoudig huls waarin Plus IX woonde, voor
hjj „palazzo Albani" had aangekocht. Een steen
in den voorgevel herinnert aan dit verblijf. En
naast den gedenksteen vindt men een anderen:
Garibaldi woonde ook eens In ditzelfde huis.
Plus IX en Garibaldi hebben onder hetzelfde
dak en misschien In hetzelfde bed geslapen....
Cartel guu^ujIJo, het pauselljk zomerverblijf op den hoepen oever van het Meer van
Albano.
Marinus IV en de bepalingen
1
I
e Pausen waren gewoon des zomers het
Apostolisch Paleis te verlaten en naar
't gebouw van San Marco te trekken ten
eerste omdat de onbarmhartigheid van het kli
maat binnen de Muren van St. Leo (het Vati-
caam grooter was dan in de Stad, en ten twee
de ook voor het gemak der Curie, die in de
ontzaglijke hitte niet zonder levensgevaar de
..ponte Adriano" (de brug voor den Engelen
burcht) kon overtrekken en den weg afleggen
van deze brug haar het Vatlcaan, wjjl hier
eeuwige vlammen laaiden.
Anzio, de Serafijn en
Antichrist
e Pausen hebben In hun lange geschiede
nis Rome dikwijls tydeiyk verlaten, maar
ook al gebeurde dit In den zomer, dan
was de verkoeling welke zjj zochten dikwijls mln
of meer figuurlijk. Meermalen kwam het in
rumoerige tijden voor, dat een Paus de Eeuwige
Stad niet zoo zeer verliet „ob coeli sollsque sa-
lubritatem amenltatemque animo corporique
brevl secessu refaclendis” om door een kort
verblijf In gezonde lucht en helderen zonneschijn
«eest en lichaam te herstellen, zooals ’n Inschrift
estig Jaren lang stond het grauwe traver-
tynen paleis van Maderno treurend te ver-
weeren aan het rustieke marktplein van
Castel Gandolfo. Zestig jaren lang blikte van
de hoogte der Heuvelen van Latium de koepel
der pauselijke zomerresidentie weemoedig in de
..Campagna", of er nog altijd niet een „pau
selijke trein" naderde. En in dien tjjd ontdekte
de Gevangene van het Vatlcaan een andere
„villeggiatura", de tuinen van het Apostolisch
Paleis.
Terecht heeft men de Vatlcaansche Tuinen ’n
Paradijs in de Hel genoemd. Het land Immers
aan den voet van den ..Monte Mario", waarin
ze liggen, draagt den naam van „Valle d'Infer-
no”, varf Helledal.
De tuinen danken hun ontstaan aan Nico-
laas III, die in 1277 tot Paus gekozen werd.
Zij waren aanvankelijk het eerste park In het
vervallen Rome. Nicolaas V, die het Vatlcaan
om zoo te zeggen tot officieele pauselijke resi
dentie verhief, en later Innocentius Vin en
Julius II. vergrootten en verfraaiden de beschei
den onderneming van Nicolaas III. Deze laat
ste drie Pausen waren alle afkomstig uit Ligu-
rlë, het bloemenland van Italië. Pius IV bouw
de er het juweeltje van bouwkunst dat het naar
hem genoemde ..Casino" is. Paulus V, die zo»
veel deed voor de waterwerken der Eeuwige
Stad, vergat ook de Vatlcaansche Tuinen niet
en bouwde er een goed deel der fonteinen. Plus
VI, Leo XII, Gregorius XVI en Pius IX ver
dienen eveneens als begunstigers der Vatlcaan
sche Tuinen genoemd te worden.
Paus Leo XIII hield er van om zich des zo
mers terug te trekken In een der bastions van
de muren, waarmee Paus Leo IV de toenmalige
Stad van het Vatlcaan,* welke bulten de muren
van het oude Rome lag, omgaf, om zoo noodig
het Vatlcaan tegen de opdringende Saracenen
te kunnen verdedigen. Later stond Leo XIII
zijn bastion af aan de sterrenwacht welke van
het Romeinsch College naar het Vatlcaan werd
overgebracht, en bouwde voor zichzelven een
ander zomerverblijf in den stijl van een bastion.
Ten slotte schonk hjj ook dit aan de Vatlcaan
sche sterrenwacht, omdat het bastion ongeschikt
bleek.
Z. H. Pius XI is vanaf t oogenblik dat Hjj tot
Paus gekozen werd, een groot minnaar van de
Vatlcaansche Tuinen geweest. Dagelijks reed Hij
door den ondergrondschen tunnel welken Plus X
onder de Vla delle Fondamenta had laten aan
leggen. naar de tuinen. Aanvankelijk ging Hl)
I meestal per rjjtuig en slechts een enkelen keer
irfaakteysnet de eerste Vatlcaansche automobiel, een
geschenk der Milaneezen, wier Aartsbisschop
Hjj was geweest voor Hjj Benedlctus XV op
volgde. Van het feit, dat de paarden eens op
hol sloegen, maakte Hjj gebruik om het rijtuig
af te schaffen en steeds per auto te gaan.
Eenmaal in de Tuinen aangekomen, pleegt
H(j den auto te verlaten tot het maken van een
wandeling. Om onder alle weersomstandigheden
eenigen tijd in de vrije buitenlucht te kunnen
doorbrengen, liet Hjj een witte regenjas ver
vaardigen en een ongeveer honderd meter lang
afdak bouwen voor wanneer de regen al te erg
werd. Wandelen in den gewonen zin van het
woord gaat den H. Vader niet al te goed af.
Meestal loopt hjj met den langen, soepelen pas
van den bergbeklimmer.
Hoe groot de liefde was van vel# Pausen voor
de Vatlcaansche Tuinen, blijkt wel uit het aan
zien dat de opzichter er van genoot. Bij de
plechtige „cavalcata dl possesso", den feeststoet
waarmee de nieuw gekozen Paus bezit nam van
Zijn titelkerk, de Sint Jan van Lateranen, reed
Hij, gekleed in ’n lange roode tuniek, vlak achter
den H. Vader, temidden van den Palatijnschen
kleermaker en den Palatijnschen barbier.
Maar evenals de pauselijke Figaro, Simonelll,
niet Palatijnsch meer Is, zoo heeft ook de op
zichter der Vatlcaansche Tuinen veel van zijn
luister Ingeboet. Roberto Ragnini, die thans
dit ambt bekleedt, heet tegenwoordig maar dood
gewoon! jes ,sor Roberto” en is zoo een spre
kend bewijs dat de nieuwe tijdgeest, de demo
cratie, zelfs niet bulten de Bronzen Deur ge
bleven Is.
ooral op het Sint Pietersplein, maar ook
in het centrum der Eeuwige Stad is het
geen zeldzaamheid, dat men een automo
biel voorbij ziet rijden met een tamelijk laag
nummer in swarte cijfers en de roode lands
letters 8. C. V. Deze automobielen zijn veelal
„limousines”, welke verscheidene lentes achter
zich hebben en waarop vele winters hun sporen
achterlieten. Men vindt er ook nog vele over
blijfselen onder uit een tijd die de automobiel
▼oor een luxe rijtuig aanzag. hetwelk, helaas. -
en het lage koperen trommeltje, waarin de mo
tor was weggestopt, legde den klemtoon op dit
„helaas" de sierlijkheid van een knieheffend
paard miste.
rx ius IX echter yergat niet dat hij geboren
p’* was in het Paleis der Prinsen Mastai-Fer-
rettl in „het mooie SlnigalUa. boven den
spiegel der Adriatische Zee" en hij hield er
van om zljfi verblijven tusschen de Heuvelen
van Latium af te wisselen met een tochtje naar
de zee. Vanaf September 1852 liet hij Castel
Gandolfo menigmaal in den steek om naar An
zio aan de Middellandsche Zee te gaan. Tegen
woordig is Anzio een min of meer moderne,
zeer druk bezochte badplaats. Toentertijd ech
ter was het een armzalig dorp, een verzameling
hutten waarin sardinenvlsschers woonden, met
slechts enkele redelijke huizen.
Het pauselljk bezoek kwam over dit schamele
gehucht als een hemelsche zegen. Pius IX
legde voor zyn vacantie-oord een groote be
langstelling aan den dag, op een klein bootje
voer hU langs de kust tot Nettuno en tot Torre
Astura en aan zijn minister van financiën droeg
hjj op nieuwe woningen te bouwen en de haven
van Paus Innocentius te herstellen.
Hjj kocht het „palazzo Albani” aan en
daarvan een pauselUk zomerverblUf. HU bleef
voortaan trouw naar Anzio komen en hield
persoonlUk toezicht op de werken welke hy ten
gunste der dankbare bevolking liet uitvoeren.
Gregorovlus die hier wel een onverdachte ge
tuige is en die in 1854 een bezoek aan Anzio
bracht, merkte reeds na betrekkelUk zoo korten
tUd de vele veranderingen ten goede op welke
hier hadden plaats gehad. HU schrUft:
„Hier (in .palazzo Albani”) kan de Paus nog
vrUer en nog meer teruggetrokken leven dan
in Castel Gandolfo. HU zal echter moeten wen
nen aan het uitzicht op de ellendige stroohutten
der visschersgezlnnen en, wat nog erger is. aan
het uitzicht op het „bagno” dat tusschen het
kasteel en de kerk ligt aan de havenDe
Paus wil Anzio geheel nieuw opbouwen. HU
heeft last gegeven om een groot aantal hulzen
te herstellen en hy heeft gezegd dat hU die
armzalige hutten niet langer dulden zal.”
Dit gebeurde. Anzio begon een nieuw leven
en dankte zyn wedergeboorte aan Paus Pius IX.
Het was voor de tweede maal dat dit kleine
nest met gunsten overladen werd. Twintig
eeuwen geleden was een der zonen van Anzio
tot een roem en een luister gekomen welke de
wereld nog niet ten tweeden male heeft aan
schouwd en Nero, de machtige keizer van Rome,
vergat zUn geboortestad niet.
Wanneer Anzio op zUn kleine „piazza” de
standbeelden zou willen oprichten van zUn
grootste weldoeners, dan zouden daar naast el
kaar degenen komen te staan die de geschie
denis als den .Antichrist” en als den .jBerafUn"
kent: Nero en Pita LX.
Van Segni naar Anagni, van Tus
culum naar Tivoli, van Rieti naar
Terni, Assisi, Orvieto en eindelijk
naar den oever van het Meer van Al
bano, trokken in den loop der eeuwen
de Pausen om aan de ondraaglijke
zomersche hitte van Rome te ontko
men. Een gift van Paulus V, verveel
voudigd door Urbanus VIII, gaf het
aanzien aan de klassieke pauselijke
zomerresidentie te Castel Gandolfo.
Sinds den 20en September 1870 bracht
de Gevangene van het Vaticaan Zijn
vacanties door in de tuinen van het
Apostolisch verblijf. Thans, na de
Verzoening tusschen Vaticaan en
Quirinaal, zal Z. H. Pius XI het aloude
gebruik van het pauselljk zomerver
blijf in eere herstellen.
Quirinaal dat Plus IX zUn hlstorischen zegen
aan Italië gaf.
Het paleis waarvoor tot in den morgen van
den 20sten September 1870 de Zwitsersche Gar
de op schildwacht stónd, dient thans voor offi
cieele residentie der Italiaansche Koninklijke
Familie.
Rome werd grooter, het landelUk karakter dat
tal van villa’s, tuinen en wUnbergen aan de
Eeuwige Stad verleenden, verdween meer en
meer en de Pausen volgden het voorbeeld na
der Romeinsche aristocratie, die haar „villeg
giatura" in de Heuvelen van Latium doorbracn-
De ster van Castel Gandolfo ging op.
AanvankelUk zoo nu en dan, maar al spoe
dig in volmaakte regelmaat, trok de „pauselUke
trein” van Rome naar den oever van t meer
van Albano. Drie rytulgen, elk geëscorteerd
door acht man te paard, waren voor den Paus
en zyn Hoogwaardlgheldsbekleeders. Twaalf le
den der Zwitsersche Garde marcheerden zwaar
en gewichtig voorop. Verder waren er rUtulgen
voor het gevolg, terwUl palfreniers te paard dén
stoet sloten.
Hoe meer de Paus bemind werd, hoe guller de
Romeinsche adel met zUn geschenken was. Het
fcevolg deelde in deze vrygevlgheid mee. Wan
neer wü. bUvoorbeeld, lezen dat een Kardinaal
eens vUftig ponden „confetti" ontving, dan kan
men zich zoo ongeveer voorstellen dat er een
zekere animo bestond om van den „pauselUken
trein” deel uit te mogen maken.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimitiHitiiiitiiiiiiHiiiKic
op de pauselUke zomerresidentie te Castel Gan
dolfo zegt. dan wel om rust te vinden binnen
de sterke vestingmuren eener hem trouw geble
ven partU.
Degene, die om zoo te zeggen de pauselUke
zomervacantie Instelde, was Eugenius III. In
1145 bouwde hU te Segni een klein paleis, dat
hU regelmatig van de lente tot den herfst be
woonde. Innocentius III en Honorlus II volgden
zUn voorbeeld, maar latere Pausen waren met
Segni niet tevreden Zoo ging Adrianus IV naar
Anagni. Alexander III naar Tusculium, Honorlus
III naar Tivoli, Gregorius IX die den zomer-
schen brand, de .suspecta aestatls Incendla al
heel slecht scheen te verdragen, zocht eerst zyn
toevlucht te Anagni. toen te Rieti en ten slotte
bouwde hij voor zich en voor zUn opvolgers ’n
zomerresidentie te Terni.
Maar die opvolgers dachten daar anders over
Het conclaaf van 1242 werd te Anagni gehou
den en Innocentius IV. die daar gekozen werd,
schUnt zyn zomers te Assisi doorgebracht te
hebben. Marinus IV liet twee zomerverblijven
tggelyk bouwen: een in Orvieto en een in Mon-
lellascone. Het merkwaardige is, dat hU zyn
vrUen tUd steeds te Perugia doorbracht. Deze
Paus kende echter geen grooter genoegen dan
te Visscher. en mooiere palingen dan die van
Perugia kon noch Orvieto noch Montefiascone
léveren. De hartstocht waarmede
poerde, veroorzaakte zelfs een latynsch
dichtje, dat men eens op zyn
ontdekte:
„En verheugen zich over zUn dood de palin
gen, die hU vervolgde of ze des doods schuldig
waren.”
Marinus IV, die eigenhandig van zUn palin
gen een zeer buzonder en te zUner tUd" hoog
geroemd „schoteltje" wist te bereiden, was
niet het eenige voorbeeld van het uiterst onge
dwongen leven dat de Pausen tijdens hun va
cantie leidden. Meermalen werd hy nog verre
overtroffen In gemoedeiykheld.
De tUd brak aan van Sixtus IV, Julius II,
Leo X. De pauselyke zomerresidentie kreeg 1 al
oe weelde en al de pracht van een tUdperk dat
in Orvieto, in Tivoli, in Magrlana tot een ver
steende herinnering geworden is. Op de hellin
gen der heuvels van Latium deed de Romein
sche adel den luister en de schittering her
leven van vUftlen eeuwen terug. En er gebeur
de niets onverwachts, toen het oude kasteel der
Gandolfi, dat van eigenaar verwisselen moest,
werd ingelUtd by het Patrimonium van Sint
Pieter. Nog aarzelde Paulus V langen tijd tus-
schen Castel Gandolfo en Frascati, maar ten
slotte schonk hy toch de middelen, welke, ver
veelvoudigd door den prachtlievenden Urbanus
VIII, het aanzyn zouden geven aan de klas
sieke zomerresidentie der Pausen.
Zoo verrezen op de ruïnes der villa's van Pu
blius Claudius, van Domltlanus en van Cicero,
net paleis van Maderno. de tempel van Bernini,
't eenvoudige CapucUnenklooster, de plechtige
elkendreven, de zeventlend'eeuwsche tuin.
Castel Gandolfo zou echter nog een langen
stryd moeten voeren voor het werd wat het na
een onderbreking van zestig jaren weer schUnt
te zullen worden: het pauselUk zomerverblUf.
met zeventienduizend verarmde en verziekte
„Clves Romani". Maar de eenige stad welke 1
wereld eeuwig is, wist ook dit te boven te ko
men. Rome verrees uit zUn puinen.
Het was een zoon der ,J3erenlsslma”, 1 door
luchtig Venetië, die de Eeuwige Stad" als „vllieg-
giatura” ontdekte. Midden in Rome, aan den
voet van het Kapllool, ruimde hy een groot
aantal krotten op en met behulp van het Colos
seum, dat nog maar nauweiyks één derde is van
wat het eens was, begon hU den bouw van een
paleis dat zUn rang van kardinaal en zUn af
komst uit de familie Barbo waardig was. Uit
dezen roofbouw het was nu eenmaal de niet
zeer liefiyke gewoonte dier vervlogen tUden om
de resten der klassieke oudheid voor steengroe
ven aan te zien onttsond het „palazzo San
Marco", hetwelk nog belangryk in omvang en
pracht toenam, toen Kardinaal Pietro Barbo in
1464 tot Paus Paulus II gekozen werd.
Ondanks de uiterst eenvoudige manier waar
op de bouwheer zich van het noodige materiaal
w-jrzag, kostte de onderneming 116 duizend
.scudl", een bedrag dat, rekening gehouden met
de waardedaling van het geld, zooals beroemde
oeconomen die berekend hebben, thans onge
veer gelyk gesteld kan worden met acht millioea
zeven honderd duizend gulden 1
Dit feit verwekte nogal sensatie en Kardinaal
Mezzarota meende zelfs den spilzucht van zUn
collega in het openbaar te moeten laken. Kar-
dlaaal Barbo legde hem echter spoedig t stll-
zwUgen op.
.üet is beter zijn geld te beleggen In een eer
zaam bouwwerk, dan het te verdobbelen.”
En Kardinaal Mezzarota, die een groot lief
hebber was van het In Italië nog altUd druk ge
speelde spel der „dadl” en daar wel eens grof bQ
verloor, achtte het toen beter om zUn mond
maar te houden.
En ook de opmerking dat „palazzo San Mar-
Palazzo Venezia, het Sint Marcuspleis van Kard. Barbo. Het kleine paleis waarvan
uiterst links een gedeelte zichtbaar is, werd later afgebroken en aan de achterzijde
oo trok Alexander VII twee malen 's Jaars
naar Castel Gandolfo. Clemens XI liet
■^-^elangrUke verfraaiingen aanbrengen. Bene
dlctus XIV kwam nooit verder dan Castel Gan
dolfo en hield er van den „pauselUken trein”
zoo grootsch en zoo luisterrUk mogelUk te ma
ken. De prachtige hoven van Clemens XIII en
Clemens XIV verbleven met groote pracht en
praal te Castel Gandolfo. Pius VI kwam er
nooit, wUl hU het te druk had met zUn droog
legging van de PontUnsche Moerassen. Na de
eerste troebelen der Fransche Revolutie zag men
er Plus VII echter weer, wiens uiterst eenvou
dige levenswyze wel het best geteekend wordt
door Massimo d’Azeglio in zyn .Aftel Rlcordl”.
HU vertelt daar hoe zUn vader hem naar
Castel Gandolfo bracht, waar, zegt hU: ,Jk de
eer had een spelletje biljart te spelen met
Plus VII; ik herinner mU nog uitstekend zUn
lang, afhangend haar, dat donker afstak bU het
wit van zUn „zücchetto" en zUn toog.”
Leo XII bleef tydens de zomersche hitte rus
tig in X Vaticaan en ging pas tegen September
voor een korte vacantie naar Castel Gandolfo
Gregorius XVI baarde meermalen groot opzien
door enkele uren nadat hy naar Castel Gan
dolfo vertrokken was, onverwacht in de Eeuwige
Stad terug te keeren. De volksdichter en aarts-
opotvogel Gioacchino Belli schreef eens:
„Aan de Sint Janspoort zagen ze hem aan
voor een Paus die op den loop was....”
Een groot bewonderaar van de schoonheid der
Heuvelen van Latium was Paus Plus IX. Rust
had hU er eigeniyk evenmin als Leo XII,
De Minderbroeders van
Aracoeli en hun gast
In deze automobielen, die gewoonlUk meer
lawaai maken dan men in onzen tyd, nu men
zelfs probeert de vliegtuigmotoren gerulschloos
te maken, eigeniyk dulden kan. zit meestal een
Prelaat in purper of in paars die breviert, wan
neer er geen jonge secretaris in zyn gezelschap
is. met wlen hy zich onderhoudt. Want 8. C. V
zyn de landsletters van den .JStato della Cltté
del Vaticano”. den Staat der Stad van het Va
tlcaan.
Als gezegd, zyn de automobielen met lage
nummers en de landsletters 8 C. V. rondom
Sint Pieter en ook in het centrum der Eeuwige
Stad niet zeldzaam En zoo kon het gebeuren
dat een ..Graham Paige”, die Maandag 10 Juli
van den „Cortile dl Sisto V" niet naar de Va-
tlcaansche Tuinen ging, maar langs het 8t. Pie
tersplein door het Borgo Nuovo, den Tiber over,
het Corso Vittorio Emanuele opreed, vrUwel
niet werd opgemerkt. Overigens droeg Z. H.
Paus Pius XI een zwarten mantel over ZUn
witte toog, wat een herkenning in het halfduis
ter van den auto zeer moeiiyk maakte.
Het was de vUfde maal dat de Paus sinds het
Verdrag van Lateranen bet Vatlcaan verliet en
de eerste keer dat HU buiten de grenzen van
■Rome ging. Hu reed over de nieuwe Vla dell
Impero. langs het Colosseum, tusschen twee der
heuvelen van het oude Rome, den Coellus en
den AventUn door, langs de Termen van Cara
calla, de Via Appla Nuova op. In vUftig minuten
was „Castel Gandolfo" bereikt, het pauseiyk
aomerverblyf.
De H. Vader ging door den breeden ingang
waarboven het wapen van Pius IX prykt. de
villa aan de achterzyde binnen. HU reed naar
het hoogste punt van het park, naar de ..villa
Barberini", zoo genoemd naar den pauselUken
bouwheer Urbanus VIII, die een Prins was uil
*t huis Barberini. In de pauselUke appartemen
ten genoot Z. H. Plus XI langen tyd het weld-
ache uitzicht ever den stalen spiegel, welke het
Meer van Albano is tusschen zyn steile, be-
boschte oevers, en over de „Campagna Rmna-
na”. Dan wierp Hy zUn zwarten mantel af en
in witte toog en rooden hoed maakte Hy een
lange wandeling. HU bezichtigde den Engel-
schen tuin, het donkere kastanjebosch, de wo
ningen der arbeiders, de moestuinen, de paar
denstallen. de plulmveefokkery. Ook de bloot
gelegde. vyfhonderd meter lange weg welken
keizer Domltlanus die hier een villa had, beeft
aangelegd, de klassieke „kryptoportlcus", de
fonteinen en de verschillende by de restauratie
werkzaamheden opgegraven brokstukken, wer
den met een bezoek vereerd. De Paus had een
ouden verrekyker, welke Hem vroeger in de Al
pen zoo dlkwyis vergezelde, meegebracht en
richtte dien herhaaldeiyk op X wonderschoone
landschap, dat zich rond den „Monte Cavo
den hoogsten der Heuvelen van Latium,
■trekt.
Alleen het eigeniyke buitenverbiyf der Pau
sen, bet paleis dat Maderno in 1629 voor Urba
nus VIII bouwde en dat Alexander VII ver
grootte en verfraaide, kon niet bezocht worden,
wyi de restauratie er van nog niet voltooid was.
Z. H. Paus Pius XI beloofde echter spoedig nog
eens terug te komen en dan waarschyniyk niet
▼oor enkele uren, zooals thana.
maakte hU verre tochten in de omgeving, by
voorkeur te voet of te paard HU hield er van
om tegen het etensuur aan te kloppen bil het
eerste het beste klooster dat hy ontmoette en
in den refter mee te eten. De kloosterlingen stel
de hy spoedig op hun gemak door zUn ge-
moedelüke en onderhoudende wyze van spre
ken. Eens. toen hy terugkeerde van een bezoex
aan X CapucUnenklooster, werd hU overvallen
door een tropische regenbui, zooals die in mid
den-Italië al te dlkwyis voorkomen. De Paus
verloor zyn goede humeur niet en de „Monsig
nori" dia hem vergezelden en als goede Italia
nen allt si behalve ingenomen waren met deze
verrassing* moesten heel wat spottende aan
merkingen aanhooren. Een anderen keer wan
delde Pius IX met opzet door het niet al te best
bekend staande bosch van Faiola, op den oever
van het meer van Neml. en vermaakte zich met
den angst van zyn gevolg voor een dergeiyke
waaghalzery.
In Juli 1852 ontving hy er koning Ferdinand
en de Koningin van Napels. De Napolitaansche
Koninkiyke Familie was met klein gevolg
scheep gegaan te Gaeta en door Kardinaal An
tonelli ontvangen te Anzio. De hooge bezoekers
verbleven enkele dagen te Castel Gandolfo en
maakten uitstapjes in de omgeving, naar Mari
no en Grottaferrata, naar Ariccla. Albano en
Galloro. De Paus reed steeds in een rytuig te
zamen met den Koning en den Kroonprins, ter
wUl in andere rytuigen de Koningin en het
gevolg hadden plaats genomen.
Pius IX betuigde op deze wyze zUn dank
voor de blUken van toewUdlng. welke hU drie
Jaren te voren te Napels en te Gaeta, tUdens X
meest bewogen tUdperk zUner regeerlng, ont
vangen had. HU zou de Napolitaansche Ko
ninkiyke Familie niet meer terugzien.
De Pausen bleven er trouw komen en na den
dood van Alexander VII wilden de Kardinalen
er zelfs conclaaf houden. Dit ging echter niet
zonder slag of stoot. Men maakte er een uiterst
gewichtig vraagstuk van of een Paus ook buiten
het Vaticaan gekozen kon worden en of de Va-
ticaansche lucht Werkeiyk zoo slecht kon wezen
dat het noodzakeiyk was elders een conclaaf te
houden. Nog een eeuw later, in 1776, achtte pa
ter Antonio Zaccaria deze kwestie belangryk
genoeg om er een boek aan te wUden onder
dezen mln of meer omslachtigen titel:
„De pennestryd tusschen kardinaal Sforza
Pallavlclnl (die het Quirinaal verdedigde) en
Mgr Luca Ostenlo (die van de Vatlcaansche
party wasover de vraag die gerezen is ten
tyde van Alexander VII: te weten of het den
Paus van Romes past liever by Sint Pieter te
wonen dan op eenige andere plaats In de stad.”
Een zekere Tommaso Celonl schreef nog een
„Verhandeling over de lucht van het Vaticaan",
waarmee hy poogde aan te toonen dat die lucht,
zooal niet beter dan elders in Rome, dan toch
ook niet slechter is.
Intusschen schynen de Pausen zich weinig
dankbaar getoond te hebben ten opzichte van
degenen die zoo bezorgd bleken te zUn voor hun
gezondheid en de tradities der Kerk. Zy bleven
rustig het Quirinaal bezoeken, er hun vacanties
doorbrengen en schrikten zelfs niet terug om er
ook te sterven. Ondanks dat een dergeiyk af-
sterven stryk en zet als „irregolare", als onregel
matig werd gebrandmerkt.
Het was in het Quirinaal dat Plus VII door
Napoleon gevangen werd genomen. Het was
vanaf het balcon bovei^pën hoofdingang van X
s en oogenblik kon de Hoofdstad der Wereld,
rl de residentie der Keizers van het eenige I
wezenlyke „Imperium" dat de geschiedenis
ueelt gekend, verworden tot een vergeten dorp I
- - en verziekte 1
ter*
Een deel der Vatlcaansche Tuinen waar de Pausen sinds
brachten.
Aldus een geschledschryver. Wanneer de man
niet een klein tikje overdryft, moet er een grond
van waarheid liggen in de algemeene klacht,
dat die echte ouderwetsche zomers voorgoed tot
net verledene behooien.
Ook terwyi in „palazzo Venezia" de Vene-
tlaansche Gezant woonde, bleven de Pausen er
hun vacantie doorbrengen. Gaarne maakten zy
de wandeling naar de helling van den Capito-
linus. waar op de hoogte van den Aracoeli Pau
lus III een klein paleis gebouwd had. Volgens
den geschledschryver gaf hU den minderbroe
ders, wlen hy een stuk van hun klooster en
van hun grond ontnam, te verstaan, dat ze nu-i
mond moesten houden
Dat de zonen van den H. Franciscus hun
mond hebben weten te houden, lykt waarschyn
iyk, want de bewakers van den mlraculeuzen
„Bambino” zyn tot op den huldigen dag n.»e»
zeer zwygzaam. Maar dat zal hun wel niet ver
hinderd hebben om de zacht verwytende blik
ken waarmee ae thans den vreemdeling die geen
„obolo" achterlaat, tempteeren, op te slaan
naar hun pauselUken gast. In elk geval toonde
Paulus III minder belangstelling voor zyn pa
leis op den .Aracoeli” dan zyn opvolgers.
Hy-zelf was liever te gast by kardiiÜBal Ca-
raffa, die een huls had op den heuvél.
in het Rome der Oudheid aan Qulrinbs
was. hu had daar
onverwacht te sterven. In groote geheimzinnig
heid smokkelde men in het holst van den nacht
zUn lUk uit de stad den Tiber over, want, zegt
de geschledschryver: „de Pausen sterven in het
Vatlcaan."
Het voorbeeld van Paulus III schrikte zyn
opvolgers niet af en Gregorius XIII meende
zelfs dat, wanneer Kardinaal Caraffa het beste
plekje van Rome opgezocht had, de Paus niet
achter kon biyven. Aan den Lombardischen
architect Flamlnio Ponzio droeg hy den bouw
op van een paleis, dat met het Vaticaan kon
wedyveren. Veel verder dan de plannen kwam
men echter niet. Het was Paus Sixtus V die
door Carlo Fontana een begin deed maken met
de werkzaamheden. Sixtus V kon nog eenigen
tyd in het nieuwe paleis leven en stierf ér zelfs.
Maar degene op wiens naam het Quirinaal de
finitief zou komen te staan, was Paulus V. Deze
Prins uit het geslacht Borghese had werkelyk
geluk. Eeuwen lang hadden Pausen en kunste
naars gewerkt aan de Basiliek van St. Pieter
en Paulus V kwam juist op tyd om met kolos
sale letters over de heele breedte van den voor
gevel zyn aandenken te vereeuwigen: ..Paulus V
Borghesius Romanus Pontifex Maximus Fecit."
co" meer van eln zware vesting dan van een
l>alels en vooral van een zomerverblUf had.
bracht den bouwheer er van niet in de war.
„Dat is nu eens een mooi staaltje van de
grootheid der Romeinsche architectuur tegen
over dat onsolide gothlsche geklungel.”
Intusschen had Paulus II zUn paleis alleen
maar aan den buitenkant een beetje grimmig
gemaakt en waarschUnlUk niet heelemal zonder
bybedoellngen, want het kon in die dagen geen
kwaad dat men zUn tanden eens liet zien. Van
oilmen was het met zUn luchtige loggia's, zun
gioote tuinen en zyn vele fonteinen een prach
tig bultenverblUf. De Paus gaf er groote feesten,
niet alleen voor den Senator van Rome, de Ro-
meinsche aristocratie en beroemde vreemdelin
gen. maar ook voor het volk, dat hU herhaalde-
iyk aan tafel noodde in' de tuinen en op het
plein voor het paleis. Met handen vol werden
er dan geldstukken uit de vensters geworpen en
de joelende en schreeuwende .JRomanl" beleef
den zoo aan den voet van 't Kapitool de tUden
weer welke de overlevering eeuwen en eeuwen
lang in hun herinnering deed voortleven.
Plus IV schonk het „palazzo dl San Marco”
aan de Venetiaansche Republiek als zetel van
liaar gezantschap te Rome. Het paleis werd van
af dien dag niet meer genoemd naar de kerk
van den H. Marcus die er in gebouwd is. maar
heette toortaan „palazzo Venezia Dezen naam
behield het, terwyl er voor den oorlog het Oos-
lenruksch-Hongaarsche Gezantschap in geves
tigd was en dezen naam heeft het behouden,
ondanks dat Mussolini er zUn tenten in opsloeg
en het omdoopte in „palazzo del Govemo", pa
leis der fascistische regeerlng.
rrl