z D D D DE PAUSEN OP VACANTIE CASTEL GANDOLFO HERLEEFT Zestig jaren lang wachtte de zomerresidentie de nadering van den „Pauselijhen trein in de Hel „Eden” Villa van negen millioen de i f Tri Pm ki 7 99 i Het Quirinaal, eens pauselijke zomerresidentie en thans Koninklijk paleis. i Het Paradys in de Hel a* Een villa van een millioen hun vacantie door- 1870 uit- JAN HOEK WIlllllllllllllllllllHlllIlllIRHIlllllllllllllllllllllllIllIHIllllllllllllllllllllllllllllllllllIlllIlHlIllllllllllllllllllIllIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllIllllIllIU llliiillllliiiiilliiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Van en over de Vati- caansche lucht Maximo d’Azeglio biljart met Pius Vil b< N I I 1 1 1 1 gi le st J Ca- welke heilig aelfs het ongeluk van vrij di w v< SI m Vi Pi a i 8 2 h h st R F sc m K H 2 X ei d f (1 re v< st 3 1 8 O1 8 h: T iMarinua IV spot- graf monument te w 61 ir n; rc d< h n n w n< m cc la di Pi nj ir 8C ei bi di et re la d< rc 3. ai 7. al te D 15 n „En verheugen zich de palingen dat deze hier dood ter neer ligt, die ze meedoogen- loos vervolgde” e top van den Qulrinalis met zUn mooie plein, zijn balustrade, zijn breede trap pen. met In het midden zijn obelisk, zijn antieke fonteinen en de forsche ruiterbeelden der Dloacuren, welke aan den heuvel langen tyd den naam van ..Monte Cavallo", van Paarden- berg, gaven, omsloten door het massieve Quiri naal, het pronkende .palazzo della Consulta" en de paleizen der Colonna's en der Rospigliosi's. is, met zijn uitzicht op den verren koepel van Sint Pieter, nog altijd een der mooiste plekjes van Rome. Nog vindt men in Anzio, dicht bij de haven, het eenvoudig huls waarin Plus IX woonde, voor hjj „palazzo Albani" had aangekocht. Een steen in den voorgevel herinnert aan dit verblijf. En naast den gedenksteen vindt men een anderen: Garibaldi woonde ook eens In ditzelfde huis. Plus IX en Garibaldi hebben onder hetzelfde dak en misschien In hetzelfde bed geslapen.... Cartel guu^ujIJo, het pauselljk zomerverblijf op den hoepen oever van het Meer van Albano. Marinus IV en de bepalingen 1 I e Pausen waren gewoon des zomers het Apostolisch Paleis te verlaten en naar 't gebouw van San Marco te trekken ten eerste omdat de onbarmhartigheid van het kli maat binnen de Muren van St. Leo (het Vati- caam grooter was dan in de Stad, en ten twee de ook voor het gemak der Curie, die in de ontzaglijke hitte niet zonder levensgevaar de ..ponte Adriano" (de brug voor den Engelen burcht) kon overtrekken en den weg afleggen van deze brug haar het Vatlcaan, wjjl hier eeuwige vlammen laaiden. Anzio, de Serafijn en Antichrist e Pausen hebben In hun lange geschiede nis Rome dikwijls tydeiyk verlaten, maar ook al gebeurde dit In den zomer, dan was de verkoeling welke zjj zochten dikwijls mln of meer figuurlijk. Meermalen kwam het in rumoerige tijden voor, dat een Paus de Eeuwige Stad niet zoo zeer verliet „ob coeli sollsque sa- lubritatem amenltatemque animo corporique brevl secessu refaclendis” om door een kort verblijf In gezonde lucht en helderen zonneschijn «eest en lichaam te herstellen, zooals ’n Inschrift estig Jaren lang stond het grauwe traver- tynen paleis van Maderno treurend te ver- weeren aan het rustieke marktplein van Castel Gandolfo. Zestig jaren lang blikte van de hoogte der Heuvelen van Latium de koepel der pauselijke zomerresidentie weemoedig in de ..Campagna", of er nog altijd niet een „pau selijke trein" naderde. En in dien tjjd ontdekte de Gevangene van het Vatlcaan een andere „villeggiatura", de tuinen van het Apostolisch Paleis. Terecht heeft men de Vatlcaansche Tuinen ’n Paradijs in de Hel genoemd. Het land Immers aan den voet van den ..Monte Mario", waarin ze liggen, draagt den naam van „Valle d'Infer- no”, varf Helledal. De tuinen danken hun ontstaan aan Nico- laas III, die in 1277 tot Paus gekozen werd. Zij waren aanvankelijk het eerste park In het vervallen Rome. Nicolaas V, die het Vatlcaan om zoo te zeggen tot officieele pauselijke resi dentie verhief, en later Innocentius Vin en Julius II. vergrootten en verfraaiden de beschei den onderneming van Nicolaas III. Deze laat ste drie Pausen waren alle afkomstig uit Ligu- rlë, het bloemenland van Italië. Pius IV bouw de er het juweeltje van bouwkunst dat het naar hem genoemde ..Casino" is. Paulus V, die zo» veel deed voor de waterwerken der Eeuwige Stad, vergat ook de Vatlcaansche Tuinen niet en bouwde er een goed deel der fonteinen. Plus VI, Leo XII, Gregorius XVI en Pius IX ver dienen eveneens als begunstigers der Vatlcaan sche Tuinen genoemd te worden. Paus Leo XIII hield er van om zich des zo mers terug te trekken In een der bastions van de muren, waarmee Paus Leo IV de toenmalige Stad van het Vatlcaan,* welke bulten de muren van het oude Rome lag, omgaf, om zoo noodig het Vatlcaan tegen de opdringende Saracenen te kunnen verdedigen. Later stond Leo XIII zijn bastion af aan de sterrenwacht welke van het Romeinsch College naar het Vatlcaan werd overgebracht, en bouwde voor zichzelven een ander zomerverblijf in den stijl van een bastion. Ten slotte schonk hjj ook dit aan de Vatlcaan sche sterrenwacht, omdat het bastion ongeschikt bleek. Z. H. Pius XI is vanaf t oogenblik dat Hjj tot Paus gekozen werd, een groot minnaar van de Vatlcaansche Tuinen geweest. Dagelijks reed Hij door den ondergrondschen tunnel welken Plus X onder de Vla delle Fondamenta had laten aan leggen. naar de tuinen. Aanvankelijk ging Hl) I meestal per rjjtuig en slechts een enkelen keer irfaakteysnet de eerste Vatlcaansche automobiel, een geschenk der Milaneezen, wier Aartsbisschop Hjj was geweest voor Hjj Benedlctus XV op volgde. Van het feit, dat de paarden eens op hol sloegen, maakte Hjj gebruik om het rijtuig af te schaffen en steeds per auto te gaan. Eenmaal in de Tuinen aangekomen, pleegt H(j den auto te verlaten tot het maken van een wandeling. Om onder alle weersomstandigheden eenigen tijd in de vrije buitenlucht te kunnen doorbrengen, liet Hjj een witte regenjas ver vaardigen en een ongeveer honderd meter lang afdak bouwen voor wanneer de regen al te erg werd. Wandelen in den gewonen zin van het woord gaat den H. Vader niet al te goed af. Meestal loopt hjj met den langen, soepelen pas van den bergbeklimmer. Hoe groot de liefde was van vel# Pausen voor de Vatlcaansche Tuinen, blijkt wel uit het aan zien dat de opzichter er van genoot. Bij de plechtige „cavalcata dl possesso", den feeststoet waarmee de nieuw gekozen Paus bezit nam van Zijn titelkerk, de Sint Jan van Lateranen, reed Hij, gekleed in ’n lange roode tuniek, vlak achter den H. Vader, temidden van den Palatijnschen kleermaker en den Palatijnschen barbier. Maar evenals de pauselijke Figaro, Simonelll, niet Palatijnsch meer Is, zoo heeft ook de op zichter der Vatlcaansche Tuinen veel van zijn luister Ingeboet. Roberto Ragnini, die thans dit ambt bekleedt, heet tegenwoordig maar dood gewoon! jes ,sor Roberto” en is zoo een spre kend bewijs dat de nieuwe tijdgeest, de demo cratie, zelfs niet bulten de Bronzen Deur ge bleven Is. ooral op het Sint Pietersplein, maar ook in het centrum der Eeuwige Stad is het geen zeldzaamheid, dat men een automo biel voorbij ziet rijden met een tamelijk laag nummer in swarte cijfers en de roode lands letters 8. C. V. Deze automobielen zijn veelal „limousines”, welke verscheidene lentes achter zich hebben en waarop vele winters hun sporen achterlieten. Men vindt er ook nog vele over blijfselen onder uit een tijd die de automobiel ▼oor een luxe rijtuig aanzag. hetwelk, helaas. - en het lage koperen trommeltje, waarin de mo tor was weggestopt, legde den klemtoon op dit „helaas" de sierlijkheid van een knieheffend paard miste. rx ius IX echter yergat niet dat hij geboren p’* was in het Paleis der Prinsen Mastai-Fer- rettl in „het mooie SlnigalUa. boven den spiegel der Adriatische Zee" en hij hield er van om zljfi verblijven tusschen de Heuvelen van Latium af te wisselen met een tochtje naar de zee. Vanaf September 1852 liet hij Castel Gandolfo menigmaal in den steek om naar An zio aan de Middellandsche Zee te gaan. Tegen woordig is Anzio een min of meer moderne, zeer druk bezochte badplaats. Toentertijd ech ter was het een armzalig dorp, een verzameling hutten waarin sardinenvlsschers woonden, met slechts enkele redelijke huizen. Het pauselljk bezoek kwam over dit schamele gehucht als een hemelsche zegen. Pius IX legde voor zyn vacantie-oord een groote be langstelling aan den dag, op een klein bootje voer hU langs de kust tot Nettuno en tot Torre Astura en aan zijn minister van financiën droeg hjj op nieuwe woningen te bouwen en de haven van Paus Innocentius te herstellen. Hjj kocht het „palazzo Albani” aan en daarvan een pauselUk zomerverblUf. HU bleef voortaan trouw naar Anzio komen en hield persoonlUk toezicht op de werken welke hy ten gunste der dankbare bevolking liet uitvoeren. Gregorovlus die hier wel een onverdachte ge tuige is en die in 1854 een bezoek aan Anzio bracht, merkte reeds na betrekkelUk zoo korten tUd de vele veranderingen ten goede op welke hier hadden plaats gehad. HU schrUft: „Hier (in .palazzo Albani”) kan de Paus nog vrUer en nog meer teruggetrokken leven dan in Castel Gandolfo. HU zal echter moeten wen nen aan het uitzicht op de ellendige stroohutten der visschersgezlnnen en, wat nog erger is. aan het uitzicht op het „bagno” dat tusschen het kasteel en de kerk ligt aan de havenDe Paus wil Anzio geheel nieuw opbouwen. HU heeft last gegeven om een groot aantal hulzen te herstellen en hy heeft gezegd dat hU die armzalige hutten niet langer dulden zal.” Dit gebeurde. Anzio begon een nieuw leven en dankte zyn wedergeboorte aan Paus Pius IX. Het was voor de tweede maal dat dit kleine nest met gunsten overladen werd. Twintig eeuwen geleden was een der zonen van Anzio tot een roem en een luister gekomen welke de wereld nog niet ten tweeden male heeft aan schouwd en Nero, de machtige keizer van Rome, vergat zUn geboortestad niet. Wanneer Anzio op zUn kleine „piazza” de standbeelden zou willen oprichten van zUn grootste weldoeners, dan zouden daar naast el kaar degenen komen te staan die de geschie denis als den .Antichrist” en als den .jBerafUn" kent: Nero en Pita LX. Van Segni naar Anagni, van Tus culum naar Tivoli, van Rieti naar Terni, Assisi, Orvieto en eindelijk naar den oever van het Meer van Al bano, trokken in den loop der eeuwen de Pausen om aan de ondraaglijke zomersche hitte van Rome te ontko men. Een gift van Paulus V, verveel voudigd door Urbanus VIII, gaf het aanzien aan de klassieke pauselijke zomerresidentie te Castel Gandolfo. Sinds den 20en September 1870 bracht de Gevangene van het Vaticaan Zijn vacanties door in de tuinen van het Apostolisch verblijf. Thans, na de Verzoening tusschen Vaticaan en Quirinaal, zal Z. H. Pius XI het aloude gebruik van het pauselljk zomerver blijf in eere herstellen. Quirinaal dat Plus IX zUn hlstorischen zegen aan Italië gaf. Het paleis waarvoor tot in den morgen van den 20sten September 1870 de Zwitsersche Gar de op schildwacht stónd, dient thans voor offi cieele residentie der Italiaansche Koninklijke Familie. Rome werd grooter, het landelUk karakter dat tal van villa’s, tuinen en wUnbergen aan de Eeuwige Stad verleenden, verdween meer en meer en de Pausen volgden het voorbeeld na der Romeinsche aristocratie, die haar „villeg giatura" in de Heuvelen van Latium doorbracn- De ster van Castel Gandolfo ging op. AanvankelUk zoo nu en dan, maar al spoe dig in volmaakte regelmaat, trok de „pauselUke trein” van Rome naar den oever van t meer van Albano. Drie rytulgen, elk geëscorteerd door acht man te paard, waren voor den Paus en zyn Hoogwaardlgheldsbekleeders. Twaalf le den der Zwitsersche Garde marcheerden zwaar en gewichtig voorop. Verder waren er rUtulgen voor het gevolg, terwUl palfreniers te paard dén stoet sloten. Hoe meer de Paus bemind werd, hoe guller de Romeinsche adel met zUn geschenken was. Het fcevolg deelde in deze vrygevlgheid mee. Wan neer wü. bUvoorbeeld, lezen dat een Kardinaal eens vUftig ponden „confetti" ontving, dan kan men zich zoo ongeveer voorstellen dat er een zekere animo bestond om van den „pauselUken trein” deel uit te mogen maken. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimitiHitiiiitiiiiiiHiiiKic op de pauselUke zomerresidentie te Castel Gan dolfo zegt. dan wel om rust te vinden binnen de sterke vestingmuren eener hem trouw geble ven partU. Degene, die om zoo te zeggen de pauselUke zomervacantie Instelde, was Eugenius III. In 1145 bouwde hU te Segni een klein paleis, dat hU regelmatig van de lente tot den herfst be woonde. Innocentius III en Honorlus II volgden zUn voorbeeld, maar latere Pausen waren met Segni niet tevreden Zoo ging Adrianus IV naar Anagni. Alexander III naar Tusculium, Honorlus III naar Tivoli, Gregorius IX die den zomer- schen brand, de .suspecta aestatls Incendla al heel slecht scheen te verdragen, zocht eerst zyn toevlucht te Anagni. toen te Rieti en ten slotte bouwde hij voor zich en voor zUn opvolgers ’n zomerresidentie te Terni. Maar die opvolgers dachten daar anders over Het conclaaf van 1242 werd te Anagni gehou den en Innocentius IV. die daar gekozen werd, schUnt zyn zomers te Assisi doorgebracht te hebben. Marinus IV liet twee zomerverblijven tggelyk bouwen: een in Orvieto en een in Mon- lellascone. Het merkwaardige is, dat hU zyn vrUen tUd steeds te Perugia doorbracht. Deze Paus kende echter geen grooter genoegen dan te Visscher. en mooiere palingen dan die van Perugia kon noch Orvieto noch Montefiascone léveren. De hartstocht waarmede poerde, veroorzaakte zelfs een latynsch dichtje, dat men eens op zyn ontdekte: „En verheugen zich over zUn dood de palin gen, die hU vervolgde of ze des doods schuldig waren.” Marinus IV, die eigenhandig van zUn palin gen een zeer buzonder en te zUner tUd" hoog geroemd „schoteltje" wist te bereiden, was niet het eenige voorbeeld van het uiterst onge dwongen leven dat de Pausen tijdens hun va cantie leidden. Meermalen werd hy nog verre overtroffen In gemoedeiykheld. De tUd brak aan van Sixtus IV, Julius II, Leo X. De pauselyke zomerresidentie kreeg 1 al oe weelde en al de pracht van een tUdperk dat in Orvieto, in Tivoli, in Magrlana tot een ver steende herinnering geworden is. Op de hellin gen der heuvels van Latium deed de Romein sche adel den luister en de schittering her leven van vUftlen eeuwen terug. En er gebeur de niets onverwachts, toen het oude kasteel der Gandolfi, dat van eigenaar verwisselen moest, werd ingelUtd by het Patrimonium van Sint Pieter. Nog aarzelde Paulus V langen tijd tus- schen Castel Gandolfo en Frascati, maar ten slotte schonk hy toch de middelen, welke, ver veelvoudigd door den prachtlievenden Urbanus VIII, het aanzyn zouden geven aan de klas sieke zomerresidentie der Pausen. Zoo verrezen op de ruïnes der villa's van Pu blius Claudius, van Domltlanus en van Cicero, net paleis van Maderno. de tempel van Bernini, 't eenvoudige CapucUnenklooster, de plechtige elkendreven, de zeventlend'eeuwsche tuin. Castel Gandolfo zou echter nog een langen stryd moeten voeren voor het werd wat het na een onderbreking van zestig jaren weer schUnt te zullen worden: het pauselUk zomerverblUf. met zeventienduizend verarmde en verziekte „Clves Romani". Maar de eenige stad welke 1 wereld eeuwig is, wist ook dit te boven te ko men. Rome verrees uit zUn puinen. Het was een zoon der ,J3erenlsslma”, 1 door luchtig Venetië, die de Eeuwige Stad" als „vllieg- giatura” ontdekte. Midden in Rome, aan den voet van het Kapllool, ruimde hy een groot aantal krotten op en met behulp van het Colos seum, dat nog maar nauweiyks één derde is van wat het eens was, begon hU den bouw van een paleis dat zUn rang van kardinaal en zUn af komst uit de familie Barbo waardig was. Uit dezen roofbouw het was nu eenmaal de niet zeer liefiyke gewoonte dier vervlogen tUden om de resten der klassieke oudheid voor steengroe ven aan te zien onttsond het „palazzo San Marco", hetwelk nog belangryk in omvang en pracht toenam, toen Kardinaal Pietro Barbo in 1464 tot Paus Paulus II gekozen werd. Ondanks de uiterst eenvoudige manier waar op de bouwheer zich van het noodige materiaal w-jrzag, kostte de onderneming 116 duizend .scudl", een bedrag dat, rekening gehouden met de waardedaling van het geld, zooals beroemde oeconomen die berekend hebben, thans onge veer gelyk gesteld kan worden met acht millioea zeven honderd duizend gulden 1 Dit feit verwekte nogal sensatie en Kardinaal Mezzarota meende zelfs den spilzucht van zUn collega in het openbaar te moeten laken. Kar- dlaaal Barbo legde hem echter spoedig t stll- zwUgen op. .üet is beter zijn geld te beleggen In een eer zaam bouwwerk, dan het te verdobbelen.” En Kardinaal Mezzarota, die een groot lief hebber was van het In Italië nog altUd druk ge speelde spel der „dadl” en daar wel eens grof bQ verloor, achtte het toen beter om zUn mond maar te houden. En ook de opmerking dat „palazzo San Mar- Palazzo Venezia, het Sint Marcuspleis van Kard. Barbo. Het kleine paleis waarvan uiterst links een gedeelte zichtbaar is, werd later afgebroken en aan de achterzijde oo trok Alexander VII twee malen 's Jaars naar Castel Gandolfo. Clemens XI liet ■^-^elangrUke verfraaiingen aanbrengen. Bene dlctus XIV kwam nooit verder dan Castel Gan dolfo en hield er van den „pauselUken trein” zoo grootsch en zoo luisterrUk mogelUk te ma ken. De prachtige hoven van Clemens XIII en Clemens XIV verbleven met groote pracht en praal te Castel Gandolfo. Pius VI kwam er nooit, wUl hU het te druk had met zUn droog legging van de PontUnsche Moerassen. Na de eerste troebelen der Fransche Revolutie zag men er Plus VII echter weer, wiens uiterst eenvou dige levenswyze wel het best geteekend wordt door Massimo d’Azeglio in zyn .Aftel Rlcordl”. HU vertelt daar hoe zUn vader hem naar Castel Gandolfo bracht, waar, zegt hU: ,Jk de eer had een spelletje biljart te spelen met Plus VII; ik herinner mU nog uitstekend zUn lang, afhangend haar, dat donker afstak bU het wit van zUn „zücchetto" en zUn toog.” Leo XII bleef tydens de zomersche hitte rus tig in X Vaticaan en ging pas tegen September voor een korte vacantie naar Castel Gandolfo Gregorius XVI baarde meermalen groot opzien door enkele uren nadat hy naar Castel Gan dolfo vertrokken was, onverwacht in de Eeuwige Stad terug te keeren. De volksdichter en aarts- opotvogel Gioacchino Belli schreef eens: „Aan de Sint Janspoort zagen ze hem aan voor een Paus die op den loop was....” Een groot bewonderaar van de schoonheid der Heuvelen van Latium was Paus Plus IX. Rust had hU er eigeniyk evenmin als Leo XII, De Minderbroeders van Aracoeli en hun gast In deze automobielen, die gewoonlUk meer lawaai maken dan men in onzen tyd, nu men zelfs probeert de vliegtuigmotoren gerulschloos te maken, eigeniyk dulden kan. zit meestal een Prelaat in purper of in paars die breviert, wan neer er geen jonge secretaris in zyn gezelschap is. met wlen hy zich onderhoudt. Want 8. C. V zyn de landsletters van den .JStato della Cltté del Vaticano”. den Staat der Stad van het Va tlcaan. Als gezegd, zyn de automobielen met lage nummers en de landsletters 8 C. V. rondom Sint Pieter en ook in het centrum der Eeuwige Stad niet zeldzaam En zoo kon het gebeuren dat een ..Graham Paige”, die Maandag 10 Juli van den „Cortile dl Sisto V" niet naar de Va- tlcaansche Tuinen ging, maar langs het 8t. Pie tersplein door het Borgo Nuovo, den Tiber over, het Corso Vittorio Emanuele opreed, vrUwel niet werd opgemerkt. Overigens droeg Z. H. Paus Pius XI een zwarten mantel over ZUn witte toog, wat een herkenning in het halfduis ter van den auto zeer moeiiyk maakte. Het was de vUfde maal dat de Paus sinds het Verdrag van Lateranen bet Vatlcaan verliet en de eerste keer dat HU buiten de grenzen van ■Rome ging. Hu reed over de nieuwe Vla dell Impero. langs het Colosseum, tusschen twee der heuvelen van het oude Rome, den Coellus en den AventUn door, langs de Termen van Cara calla, de Via Appla Nuova op. In vUftig minuten was „Castel Gandolfo" bereikt, het pauseiyk aomerverblyf. De H. Vader ging door den breeden ingang waarboven het wapen van Pius IX prykt. de villa aan de achterzyde binnen. HU reed naar het hoogste punt van het park, naar de ..villa Barberini", zoo genoemd naar den pauselUken bouwheer Urbanus VIII, die een Prins was uil *t huis Barberini. In de pauselUke appartemen ten genoot Z. H. Plus XI langen tyd het weld- ache uitzicht ever den stalen spiegel, welke het Meer van Albano is tusschen zyn steile, be- boschte oevers, en over de „Campagna Rmna- na”. Dan wierp Hy zUn zwarten mantel af en in witte toog en rooden hoed maakte Hy een lange wandeling. HU bezichtigde den Engel- schen tuin, het donkere kastanjebosch, de wo ningen der arbeiders, de moestuinen, de paar denstallen. de plulmveefokkery. Ook de bloot gelegde. vyfhonderd meter lange weg welken keizer Domltlanus die hier een villa had, beeft aangelegd, de klassieke „kryptoportlcus", de fonteinen en de verschillende by de restauratie werkzaamheden opgegraven brokstukken, wer den met een bezoek vereerd. De Paus had een ouden verrekyker, welke Hem vroeger in de Al pen zoo dlkwyis vergezelde, meegebracht en richtte dien herhaaldeiyk op X wonderschoone landschap, dat zich rond den „Monte Cavo den hoogsten der Heuvelen van Latium, ■trekt. Alleen het eigeniyke buitenverbiyf der Pau sen, bet paleis dat Maderno in 1629 voor Urba nus VIII bouwde en dat Alexander VII ver grootte en verfraaide, kon niet bezocht worden, wyi de restauratie er van nog niet voltooid was. Z. H. Paus Pius XI beloofde echter spoedig nog eens terug te komen en dan waarschyniyk niet ▼oor enkele uren, zooals thana. maakte hU verre tochten in de omgeving, by voorkeur te voet of te paard HU hield er van om tegen het etensuur aan te kloppen bil het eerste het beste klooster dat hy ontmoette en in den refter mee te eten. De kloosterlingen stel de hy spoedig op hun gemak door zUn ge- moedelüke en onderhoudende wyze van spre ken. Eens. toen hy terugkeerde van een bezoex aan X CapucUnenklooster, werd hU overvallen door een tropische regenbui, zooals die in mid den-Italië al te dlkwyis voorkomen. De Paus verloor zyn goede humeur niet en de „Monsig nori" dia hem vergezelden en als goede Italia nen allt si behalve ingenomen waren met deze verrassing* moesten heel wat spottende aan merkingen aanhooren. Een anderen keer wan delde Pius IX met opzet door het niet al te best bekend staande bosch van Faiola, op den oever van het meer van Neml. en vermaakte zich met den angst van zyn gevolg voor een dergeiyke waaghalzery. In Juli 1852 ontving hy er koning Ferdinand en de Koningin van Napels. De Napolitaansche Koninkiyke Familie was met klein gevolg scheep gegaan te Gaeta en door Kardinaal An tonelli ontvangen te Anzio. De hooge bezoekers verbleven enkele dagen te Castel Gandolfo en maakten uitstapjes in de omgeving, naar Mari no en Grottaferrata, naar Ariccla. Albano en Galloro. De Paus reed steeds in een rytuig te zamen met den Koning en den Kroonprins, ter wUl in andere rytuigen de Koningin en het gevolg hadden plaats genomen. Pius IX betuigde op deze wyze zUn dank voor de blUken van toewUdlng. welke hU drie Jaren te voren te Napels en te Gaeta, tUdens X meest bewogen tUdperk zUner regeerlng, ont vangen had. HU zou de Napolitaansche Ko ninkiyke Familie niet meer terugzien. De Pausen bleven er trouw komen en na den dood van Alexander VII wilden de Kardinalen er zelfs conclaaf houden. Dit ging echter niet zonder slag of stoot. Men maakte er een uiterst gewichtig vraagstuk van of een Paus ook buiten het Vaticaan gekozen kon worden en of de Va- ticaansche lucht Werkeiyk zoo slecht kon wezen dat het noodzakeiyk was elders een conclaaf te houden. Nog een eeuw later, in 1776, achtte pa ter Antonio Zaccaria deze kwestie belangryk genoeg om er een boek aan te wUden onder dezen mln of meer omslachtigen titel: „De pennestryd tusschen kardinaal Sforza Pallavlclnl (die het Quirinaal verdedigde) en Mgr Luca Ostenlo (die van de Vatlcaansche party wasover de vraag die gerezen is ten tyde van Alexander VII: te weten of het den Paus van Romes past liever by Sint Pieter te wonen dan op eenige andere plaats In de stad.” Een zekere Tommaso Celonl schreef nog een „Verhandeling over de lucht van het Vaticaan", waarmee hy poogde aan te toonen dat die lucht, zooal niet beter dan elders in Rome, dan toch ook niet slechter is. Intusschen schynen de Pausen zich weinig dankbaar getoond te hebben ten opzichte van degenen die zoo bezorgd bleken te zUn voor hun gezondheid en de tradities der Kerk. Zy bleven rustig het Quirinaal bezoeken, er hun vacanties doorbrengen en schrikten zelfs niet terug om er ook te sterven. Ondanks dat een dergeiyk af- sterven stryk en zet als „irregolare", als onregel matig werd gebrandmerkt. Het was in het Quirinaal dat Plus VII door Napoleon gevangen werd genomen. Het was vanaf het balcon bovei^pën hoofdingang van X s en oogenblik kon de Hoofdstad der Wereld, rl de residentie der Keizers van het eenige I wezenlyke „Imperium" dat de geschiedenis ueelt gekend, verworden tot een vergeten dorp I - - en verziekte 1 ter* Een deel der Vatlcaansche Tuinen waar de Pausen sinds brachten. Aldus een geschledschryver. Wanneer de man niet een klein tikje overdryft, moet er een grond van waarheid liggen in de algemeene klacht, dat die echte ouderwetsche zomers voorgoed tot net verledene behooien. Ook terwyi in „palazzo Venezia" de Vene- tlaansche Gezant woonde, bleven de Pausen er hun vacantie doorbrengen. Gaarne maakten zy de wandeling naar de helling van den Capito- linus. waar op de hoogte van den Aracoeli Pau lus III een klein paleis gebouwd had. Volgens den geschledschryver gaf hU den minderbroe ders, wlen hy een stuk van hun klooster en van hun grond ontnam, te verstaan, dat ze nu-i mond moesten houden Dat de zonen van den H. Franciscus hun mond hebben weten te houden, lykt waarschyn iyk, want de bewakers van den mlraculeuzen „Bambino” zyn tot op den huldigen dag n.»e» zeer zwygzaam. Maar dat zal hun wel niet ver hinderd hebben om de zacht verwytende blik ken waarmee ae thans den vreemdeling die geen „obolo" achterlaat, tempteeren, op te slaan naar hun pauselUken gast. In elk geval toonde Paulus III minder belangstelling voor zyn pa leis op den .Aracoeli” dan zyn opvolgers. Hy-zelf was liever te gast by kardiiÜBal Ca- raffa, die een huls had op den heuvél. in het Rome der Oudheid aan Qulrinbs was. hu had daar onverwacht te sterven. In groote geheimzinnig heid smokkelde men in het holst van den nacht zUn lUk uit de stad den Tiber over, want, zegt de geschledschryver: „de Pausen sterven in het Vatlcaan." Het voorbeeld van Paulus III schrikte zyn opvolgers niet af en Gregorius XIII meende zelfs dat, wanneer Kardinaal Caraffa het beste plekje van Rome opgezocht had, de Paus niet achter kon biyven. Aan den Lombardischen architect Flamlnio Ponzio droeg hy den bouw op van een paleis, dat met het Vaticaan kon wedyveren. Veel verder dan de plannen kwam men echter niet. Het was Paus Sixtus V die door Carlo Fontana een begin deed maken met de werkzaamheden. Sixtus V kon nog eenigen tyd in het nieuwe paleis leven en stierf ér zelfs. Maar degene op wiens naam het Quirinaal de finitief zou komen te staan, was Paulus V. Deze Prins uit het geslacht Borghese had werkelyk geluk. Eeuwen lang hadden Pausen en kunste naars gewerkt aan de Basiliek van St. Pieter en Paulus V kwam juist op tyd om met kolos sale letters over de heele breedte van den voor gevel zyn aandenken te vereeuwigen: ..Paulus V Borghesius Romanus Pontifex Maximus Fecit." co" meer van eln zware vesting dan van een l>alels en vooral van een zomerverblUf had. bracht den bouwheer er van niet in de war. „Dat is nu eens een mooi staaltje van de grootheid der Romeinsche architectuur tegen over dat onsolide gothlsche geklungel.” Intusschen had Paulus II zUn paleis alleen maar aan den buitenkant een beetje grimmig gemaakt en waarschUnlUk niet heelemal zonder bybedoellngen, want het kon in die dagen geen kwaad dat men zUn tanden eens liet zien. Van oilmen was het met zUn luchtige loggia's, zun gioote tuinen en zyn vele fonteinen een prach tig bultenverblUf. De Paus gaf er groote feesten, niet alleen voor den Senator van Rome, de Ro- meinsche aristocratie en beroemde vreemdelin gen. maar ook voor het volk, dat hU herhaalde- iyk aan tafel noodde in' de tuinen en op het plein voor het paleis. Met handen vol werden er dan geldstukken uit de vensters geworpen en de joelende en schreeuwende .JRomanl" beleef den zoo aan den voet van 't Kapitool de tUden weer welke de overlevering eeuwen en eeuwen lang in hun herinnering deed voortleven. Plus IV schonk het „palazzo dl San Marco” aan de Venetiaansche Republiek als zetel van liaar gezantschap te Rome. Het paleis werd van af dien dag niet meer genoemd naar de kerk van den H. Marcus die er in gebouwd is. maar heette toortaan „palazzo Venezia Dezen naam behield het, terwyl er voor den oorlog het Oos- lenruksch-Hongaarsche Gezantschap in geves tigd was en dezen naam heeft het behouden, ondanks dat Mussolini er zUn tenten in opsloeg en het omdoopte in „palazzo del Govemo", pa leis der fascistische regeerlng. rrl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10