De cholera
ons land
S'Cet v&fiaal
aan
I
dendaq
in
Nu
kunnen
wij gaan*
DE APOTHEEK
DE WITTE ZWAAN
DE WERELD'
HEVIGE EPIDEMIEEN IN
DE VORIGE EEUW
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
ROBINSON* Een Hollandsche schoen
ns
voor Hollandsche jong
De nieuwe
zeepsoort\
WOENSDAG 23 AUGUSTUS
E>
op
Smakeloos
Krachtstation
'en
D
De Duitsche binnenland-
sche tabaks-productie
Papierschaarschte in
Rusland
gj| NAAR HET DUITSCH 1=
VAN RUDOLF HERZOG
rF
De „Arethusa”
Wat de geschiedenis
leert
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
maakt
Rotterdam had verkocht. Hiermee klopt
Een minder goeden klank.
nooit
aan
luxe-doos
len over de welde van de giraffe, toen
Drie aardmannetjes liepen naar een
van de krokodillen van den zeeman
te
weten,"
staart als een soort ladder om op den
rug van Edwin te klimmen.
„Dat geloof ik ook en Is het niet
lief van den krokodil om ze te helpen
ven op te komen?”, vroeg Topsy.
'Morgenavond vervolg.)
r-den Mededeellng).
op dit blad ztjn Ingevolge de vereekertni
eer
en
liet
een
»-
;h.)
en
„zy willen zeker een ritje doen op
den rug van de giraffe,” zelde Robbie.
zeide Topsy, „waarvoor zij den kro
kodil noodlg hebben."
Ko
en
De wereld ie een schouwtooneel
Klinkt juister en ook aardig.
Wij allen spelen onze rol.
Ofschoon niet altijd waardig.
Maar elke vergelijking gaat
Vaak aan twee beenen mank,
En daarom krijgt een spreekwoord
gauw
Wel zie je menig debutant.
Die ’t nooit en nimmer leert.
Maar velen geven zeer goed spel
En zeer geraffineerd'.
(Itu
nog
van
ge-
kig aandringen.
U moet, beweerde hij. U moet. U bent het
aan uw dochter verplicht.
Wie zal van mijn bestaan notitie nemen’
zei Meinard moedeloos. Het is verloren moeite
Voelt u dan heelemaal geen drang om in
het publiek op te treden?
Of ik dien drang voel? antwoordde de oude
iiiiiiiiiiiiuiii
itzig
ien"
i ?9
vol-
oest
vier
bet
ort-
VOr-
W
m
re
in
lee
ch»
un
der
leve
xm
ister.
start
der-
?ren,
toch
t elf
eest.
iartn
van
n.
U
>.n
te
*n
el
te
re
et
le
et
er
ie
71
r
Co-
and
te
Den
ge-
eel-
het
V-
De wereld is een pijp kaneel,
Zoo klinkt het soms verlichtend.
Je zuigt er aan, maar krijgt niet veel.
Volgt daarop minder stichtend.
Na een poosde stak de krokodil xyn
staart in de hoogte vlak by Edwin
en de aardmannetjes gebruikten den
Vandaar de glans van klatergoud,
Van schijnen en van lijken.
Want van coulissen mag men
Den achterkant bekijkenl
want nu wij "Akkertje" bij ons hebben
Te Halbun in Siberië is een nieuw electrisch
krachtstation geopend met een capaciteit van
12.000 kilowatt, welke in de toekomst nog ver-
lubbeld zal worden.
En daarom is de beste rol.
Naar oordeel en verstand.
Niet altijd die van hoofdversoon.
Maar vaak pan figurant!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
iMriHHHmniuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinniiimnmiii:
niiuilllllllllliie
De oude „Arethusa”. het laatste oorlogsschip
dat nog als zeilschip bij de Engelsche marine
heeft dienst gedaan en de laatste zestig jaar
gebruikt werd als opleidingsschip voor onver
mogende jongens, is in sloopershanden over
gegaan. Het is van de boeien te Oreenhithe,
waar het gemeerd lag. de Theemis opgesleept
naar de slooperswerf te Woolwich, gesalueerd
door alle schepen die het op zijn laatsten tocht
tegen kwam. Gedurende den tijd, dat de ..Are
thusa" dienst deed als opleidingsschip, zijn bjj
haar aan boord 12 000 jongens voor de Britsche
marine en koopvaardij opgeleid.
Een nieuw schip, eveneens „Arethusa” gehee-
ten, zal ter vervanging als opleidingsschip in
gebruik worden genomen.
by verlies van *n
anderen vinger
zullen wij zeker géén last hebben van
hoofdpijn, spierpijn, kiespijn, of der
gelijke kwaaltjes aie zoo dikwijls een
prettig uitstapje kunnen bederven!
Nèem dus op tochtjes Akker-Cachets
mede. Slechts 50 cent per 12 stuks!
Gemakkelijk innemen. Ge proeft niets.
Robbie en Topsy liepen fc wande-
en Meinard stak hem dreigend
Lief kind! Mijn dappere Vilma!
Ze glimlachte tegen hem en stond sni
op.
Geen zorgen vader, windt u zich maar niet
op. U zult zien, het komt wel In orde.
Ze knikte hem toe en verdween naar de keu
ken, om voor het avondmaal te zorgen.
De musicus wendde zich tot zijn gast.
Vindt u haar niet be wonderens waardig?
vroeg de vader geroerd.
Heinrich drukte hem zwijgend de hand.
Het is geen kunst, gin^ de oude man voort,
als je in ellende bent opgegroeld. opgeblazen
en verwaand te worden als je in betere omstan
digheden komt. Maar als men altijd aan een
zekeren welstand gewoon is geweest en dan plot
seling aan lager wal raakt en eigenlijk tot een
lageren stand gaat behoorendan den moed
niet te verliezen
Hij haalde diep adem.
Dan is het heel moeilijk om er weer bo
venop te komenHet is bijna ónmogelijk.
Heinrich probeerde hem 'n beetje te troosten.
U hebt uw muzieklessen toch nog, menee-
Meinard. -
Die paar lessen bewaren me net precies
voor den hongerdood
En uw vrienden dan? Daar rekent u mij
toch ook onder, ook al bezit ik niet veel. Uw
dochter zegt immers ook, dat het wel weer in
orde zal komen.
Als mij nu eens wat overkwam. Dan was
het heelemaal gedaan!
Dacht u dat, meneer Meinard, riep Hein-
Zoo komt de waarheid en de deugd
Ook dikwijls in verdrukking.
Al grijpt het spel je somtijds
En brengt het in verrukking!
34
Zou het niet beter zijn, dat meneer zich in
zijn jonge jaren wat meer bezig hield met han-
delswetenschappen dan met zang- en vioolles?
Dat zou meneer Friedrich zeker beter aanstaan.
Heinrich draaide zich om. Maar voor dat hij
het brutale heerschap te woord kon staan, nad
Meinard zijn party al gekozen.
De houd van een grapje, meneer Stramm.
U staat altijd met grapjes klaar, u kunt een
heel gezelschap opvroolyken» Jammer dat van
daag enfin, het is een by zonder geval. Tot
ziens dan, meneer Stramm!
o Mynheer Stramm ging heen. In de deur
draaide hy zich nog eens om en merkte giftig
op:
Van morgen af, juffrouw Vilma, zal Ik óók
zangles nemen. Dat is solider dan met zoo n
Jongeman.
Hy verdween
zijn vuist na.
Vlegel, siste Heinrich tusschen zyn tanden.
Men moet gasten nu eenmaal behoorlyk be-
By den gemeenteraad van Parijs is een ver
zoek ingediend, dat men nog mild beoordeelt,
als men het het toppunt der smakeloosheid en
frivoliteit noemt. De indiener van het voorstel
is de orkestdirigent uit Chicago, die verzocht
heeft in de onderaardsche catacomben ven Partis
concerten met zyn jazzkapel te geven. Dit
voornemen heeft by de Parysche bevolking
groote onrust gewekt, vooral de kerkeiyke krin
gen protesteeren tegen deze onbeschaamdheid
en wenschen de catacomben, de heilige graf
plaatsen, niet voor jazzmuziek af te staan.
Anderen herinneren er aan. dat reeds in 1887
in een groote onderaardsche hal der catacomben
een muziekuitvoering plaats gevonden heeft.
Destyds verschenen de leden der regeering en de
uitgenoodlgde gasten, om zich aan het donkere
karakter der omgeving aan te passen^ zelfs In
het zwart. Het programma van dit Concert be
stond uit den treurmarsch uit Beethovens
„Heroïca”, den treurmarsen van Chopin en den
doodendans van Saint Saens. een programma
dat dus overeenkwam met de waardigheid van
de plaats.
Maar de waterleiding bracht niet alleen de
cholera buiten de grens, sinds haar algemeene
verspreiding heeft de waterleiding ook ver
schillende koortsen. o.a. de Zeeuwsche, de ver-
raderiyke typhus, velerlei vroeger vaak voor
komende ingewandsziekten, zoo goedhals ult-
geschakeld. De sterftecyfers spreken een du:-
deiyke taai, de zwakken verdwenen vrij zeker
spoedig na de geboorte, de sterken bleven in
leven, en de middelmatigen waren meestal
levenslang Laboreerënde aan diverse kwalen.
F. d. K_
In verband met de papierschaarschte zou te
Leningrad zelfs een verordening zyn uitgevaar
digd, dat de krantenverkoopers aldaar slechts
nieuwe kranten mogen verkoopen by inlevering
van een oude.
handelen, anders had ik hem een draai om zyn
ooren gegeven.
Vilma stond met een bleek gezicht naast de
tafel.
Het is goed, zei ze. dat u zich Ingehouden
hebt. U ziet, wij doen het ook.
Heinrich ging op haar toe en hy nam haar
hand.
Als ik u daar zoo zie staan, juffrouw Mei
nard, Zei hy opgewonden, zoo bleek en zoo
weerloos, dan spyt het me toch, dat ik dien ke
rel heb laten gaan, zonder hem een pak slaag
te geven.
We zouden elkaar dan niet spoedig weer
ontmoet hebben, antwoordde ze dof.
Wat? riep hy verbaasd uit. Kan die koster
daar zooveel invloed op uitoefenen?
Ze schudde van neen en trok haar hand weg.
Ach wat. zeide* de oude, die vlegel, die
schijnheilige kerel! Omdat dit huisje van hem
is en hy mij mettle huur in zyn macht heeft,
komt hy eiken dag en flikflooit myn dochter.
Maar liever breng ik haar naar 't kerkhof, dan
dat ik...
De oude musicus liet zyn arm zakken. Opeens
sloot hy zyn kind hartstochteiyk in zyn armen
en kuste haar zwarte lokken. Heinrich was ont
roerd. Hy had wel kunnen schreien en hy wist
niet waarom. Wat had hy graag dat bleeke kop
je tusschen zyn handen willen nemen om een
glimlach op dat lieve gezichtje te tooveren!
De oude musicus bracht haar naar de sofa,
drukte haar zacht in de kussens en streelde
haar wangen.
Menschen. die aan politiek en letteren doen,
moet men zoc
iets niet geven
nog veel minder
aan geldwolven
maar wèl aan
tooneelspelers.
Theatermenscher
zyn daaraan ge-
LONDEN, 22 Augustus (V.D.) De „Times”
meldt uit Riga, dat de papierindustrie in
de Sovjet-Unie in een critieken toestand
verkeert. De prcduct.e in de eerste helft
van 1933 bleef 40 pCt. beneden de produc
tie in dezelfde periode van 1932. De arbelds- en
Verdediglngsraad heeft een aantal directeuren
van papiertrusts ontslagen en een vervolging
tegen hen Ingesteld. Tot hen behooren ook de
communisten Kotowitsj en Ejllfef. Maatregelen
zyn genomen voor een volkomen reorganisatie
der papierindustrie, die voor 1 October as. vol
trokken moet zyn.
Een bericht uit het Handelsb’ad over de ver-
moedelyke oorzaak der groote cholera-epide.
mie waar ons land nog in 1832 mee werd ge
troffen. Er sluimert onder de menschen nog
a!tyd een onbepaalde angst voor deze epide
mische ziekte en nauwlyks begint op groote
schaal een diarrheeverschijnsel zich te vertoo-
npn, of allerlei voorzorgsmaatregelen worden
er genomen. (Cholera begint meestal met over
vloedige ontlasting van een soort rtjstacbtlge
ongekleurde vloeistof). De verwekker der ziekte
is de in 1883 door Robert Koch ontdekte
„komma” of cholera-bacll. terwyl de ziekte
zelf voor het eerst is waargenomen in 1817, in
de omgeving van Calcutta. Ze verspreidde zich
toen snel over een groot gedeelte van Zuid-
Azlë, den Indiscl^pn Archipel en China.
In 1830 vertoonde de gevreesde ziekte zich
ook in Europa, om vanuit Rusland. Polen.
Duitsch'and, Nederland. Engeland en Italië te
besmetten. In 1832 kwam vry onverwachts de
verschrikkeiyke plaag haar aanwezigheid too-
nen. Want verschrikkelyk was het zeker en de
angst ervoor was gestegen door de machte
loosheid der geneeskunde. Dr. Blume, na ja
renlang verblyf In Indlë, vertelde er over als
professor te Lelden op de colleges. Hy beschreef
de verschynselen: plotsellngen braakloop, uit
tering van het lichaam, groote afkoeling, weg
zinken der oogen, kromtrekking van vingers
en teenen, oprimpeling der huid, blauwe kleur
om oogen. mond en elders. Het eenlge wat
doenlyk was bestond in een flinke dosis opium
aan den patiënt te geven en dan afwachten of
hy de crisis zou doorstaan, hetgeen hoogst
zelden gebeurde.
Alles was beproefd om den vijand buiten de
grens te houden en Koning Willem I zond
eenlge deskundigen naar Beriyn en Hamburg
op verkenning uit. Daarop volgden kordate
maatregelen. Zoo goed mogelyk werden de
grenzen gecontroleerd, overal een strenge qua
rantaine Ingevoerd. We bleven niet gespaard.
Uit Londen kwamen alarmeerende berichten,
in Par Ja stierven plotseling veel jongelui in
camavalsplunje en op den 25sten Juni brach
ten twee Schevenlngers, een stuurman en een
matroos, de ziekte in hun dorp.
Waar hadden de visschers de ziekte ont
moet? Nooit Is het bericht uit het Handel
blad tegengesproken en in groote trekken zal
de zaak z.ch ook zoo wel hebben toegedragen.
Uit het it,gestelde politie-onderzoek kwam vast
te staan, dat er tglk en wol Is binnengebracnt
uit een besmet schip. De E’tza was gestrand op
reis van Petersburg naar Londen aan de kust
te Vlieland. Vast staat verder dat de talk Is
vervoerd naar tien Haag en Rotterdam. De
De zorg voor good drinkwater
bracht de ziekte langzamer
hand buiten de grent
Maar tegen z’n verwachting en tot z*n diepe
teleurstelling bleef het succes uit. Van de helft
der zendingen vernam hy niets. Die was zeker
in handen geraakt en gebleven van dienst
personeel. vyf der zendingen ontving hy. als
geweigerd, terug. De laatste zending was blijk
baar in verkeerde handen gevallen, In handen
van iemand die licht geraakt zynde. in deze
zeepzending een beleedigende toespeling zag
op de geringe zorg, die hy voor z’n lichamelijke
zindeiykheid droeg. Deze heer betuigde Joli-
coeur z’n dank door hem een brief te schryven.
waarin hy hem uitmaakte voor alles wat lee-
lyk was.
Echter, in spyt van dit treurig resultaat,
was de zeepfabrikant niet ontmoedigd.
„Wpt drommel!" peinsde hy. ,dk heb het
verkeerd aangelegd; dat zie Ik nu duldelyk in-
BERLIJN, 22 Aug. (VD.) De Saksische
Minister van Handel heeft het Initiatief geno
men tot een poging om Hamburg en Dresden
te maken tot het belangrykste Europeesche
handelscentrum voor Oostersche tabak.
Op zyn initiatief is een kartel gevormd van
alle sigarettenfabrikanten in Duitschland. die
verplicht zyn, minstens een kwart van de door
hen verwerkte ruwe tabak op de blnnenlandsche
markt te bekyken.
In verband hiermee is Interessant een rapport
van het Instituut voor Tabaksonderzoek te
Forcheim in Baden, dat er eindeiyk in ge
slaagd Is In Duitschland een behooriyke siga
rettentabak te kweeken. De kwaliteit van deze
tabak zou niet onderdoen voor die van Turk-
sche en Macedonische.
Binnenkort zouden de in Duitschland gefa
briceerde sigaretten dan ook een belangryke
hoeveelheid Duitsche tabak bevatten. In totaal
wordt in Duitschland reeds 25000 ton tabak per
jaar verbouwd, die echter voor het grootste ge
deelte in sigaren wordt verwerkt.
musicus. O. die drang als vroeger te spelen zal
tot op myn laatsten ademtocht In my bly-
ven zooals een oud legerpaard terug vei langt
naar het eskadron. Maar het paard is nu afge
dankt. De critiek zal een obscuur musicus als
my niet meer „au sérieux" nemen.
De critiek? herhaalde Heinrich met na
druk. Wacht eens, Ik ben er! De critiek zal uw
prestaties zeker wel „au sérieux" nemen. Den
kunst-redacteur van onze groote courant hier
ken ik heel goed. Ik zal er met hem over spre
ken.
De oude man het zijn hoofd zinken. Men kon
aan hem zien. "dat de schynbaar uitgedoofde
hoop weer in hem wakker werd.
Goed, zei hy nu. Een lataard ben ik niet.
Ik waag het! Op uw verantwoording, mynheer
Pf alzdorf
Met vochtige oogen stond Vilma op en ging
de kamer uit om de tranen, die in haai' oogen
kwamen, te verbergend Het werd voor Heinrich
(yd.. om naar huls te gaan, wilde hy by „de
Witte Zwaan” niet voor een dichte deur kernen.
Hy stond op en nam afscheid van den musicus,
die onder den Indruk van het gesprek in een
hoekje in elkaar gedoken bleef zitten.
Toen hy in de gang kwam en naar Vilma
zocht, stond ze plotseling voor hem.
Goeden nacht, zei hy, terwyl een eigen
aardig gevoel van bevangenheid zich van hem
meester maakte.
Goeden nacht, antwoordde zy.
Hy ging niet.
Hebt u geschreid? vroeg hy zacht.
rich opgewonden. Dacht u dat ik dan met mijn
handen In de zakken zou toekyken? Wat dat
betreft kunt u lederen avond rustig gaan sla
pen. Al ben ik pas twintig, dat vertrouwen heb
ik toch zeker wel aan u verdiend.
De oude musicus zag den enthousiasten Jon
gen in de oogen.
Mynheer Pfalzdorf. zei hfl zacht, het onge
luk maakt me wantrouwend Als Iemand anders
dat gezegd had, had ik hem beleefd verzocht,
klch met zyn eigen zaken te bemoeien, zelfs als
hy er maatschappelyk beter voor stond dan u:
Ik bedoel onafhankeiyker. Maar tegenover u
zal Ik voortaan niet meer myn nood klagen.
Hy ging naar de kast en haalde het kistje
sigaren te voorschyn.
We gaan er eentje opsteken.
Dadelyk daarop kwam Vilma weer binnen
Haar oogen zochten Heinrich en bleven op hem
rusten. Toen vroeg ze belden aan tafel te ko
men.
In het verloop van den avond bracht Hein
rich het gesprek opnieuw op het concert, dat
Meinard In het begin van het wlnter-seizoen
moest geven. En al scheen de oude man er vaak
weinig voor te voelen, Heinrich bleef hardnek,-
woon. Van fabrikanten en grossiers krijgen ze
alles voor niets gestuurd, als de meest doel
treffende reclame."
Weer liet Jollcoeur een dozyn alleraardigste
doosjes met stukken satrapenzeep vullen, die
hy. met zn eerbiedige groeten, aan twaalf
tooneelspelers en theater-directeuren zond.
Hy behoefde ditmaal niet lang te wachten
op antwoord. Vier en twintig uren daarna ont
ving hy een dozyn ..minnebriefjes" van onge
veer den volgenden Inhoud:
..Mynheer. Uw satrapenzeep is een schande
voor de menschheid. Ik ben zoo dwaas geweest
om er gisteravond gebruik van te maken. Toen
ik vanmorgen ontwaakte, was m’n gezicht zoo
rood als een biet en zat vol pulsten en uitslag.
Maar ik verzeker U, dat dit muisje een staartje
zal hebben. Ik heb de rest van dat vuile goedje
naar het gemeenteiyk chemisch laboratorlurr
laten brengen, om he^ scheikundig te lats
.onderzegken. We zullen eens zien, of U maa
ongestraft een zeepsoort in den handel kunt
brengen, waardoor het algemeen welzyn on-
middelliik gevaar loopt, voor goed ten ^nder
te gaan. <w.g.) Godlsart”
Toen Jollcoeur dit kattebelletje gelezen had.
trok hy de schouders op.
„Bah!" riep hy. ..de opperhuid van die kerels
ia al half vergaan door 't gebruik van allerlei
smeerseltjes en dat voortdurend schminken.
Geen wonder, dat hun huid niet tegen t ge
bruik van myn satrapenzeep bestand is. Boven
dien. wat willen die dwaze menschen met hun
onzinnig geschrijf bewyzen? Neen, ik weet al
wat ik hebben moet: eenige oprechte en een
voudige woorden van waardeerlng ten papiere
gebracht door eerzame heden. Nemen we als
voorbeeld naar een kleinen handelaar, een
koopmannetje.”
Zoo gezegd, zoo gedaan. Jollcoeur legde drie
stukjes satrapenzeep In een fyn met licht
blauwe zyde gevoerd étui en begaf zich op weg.
op zoek naar iemand, dien fcU met dit ge
schenk. op hoop van goeden uitslag, gelukkig
kon maken.
Het duurde niet lang of hy trad het maga-
zyn van een steenkolenhandelaar binnen.
„Wel vriendlief", zoo begon hy. „In z'n han
den wryvend, alsof hy t koud had. „*t is
frischjes vandaag; maar dat komt in je
kraam te pas. Nogal tevreden over de zaken?
„Dat kon wel slechter, meheer!" antwoordde
de man. „En wat is er van Uw dienst? Moet
ik soms een paar mud anthraclet by U bezor
gen? of nootjeskolen?”
„Neen, vriendlief; ik heb niets noodlg.’ her
nam Jollcoeur op tuchtigen toon; .Integendeel.
Ik kom je iets brengen. Hier pak aan!”
En hy duwde in de zwarte handen van den
steenkolenhandelaar het snoezige doosje, dat
weldra niet meer snoezig was.
„Dat is zeep.” lachte hy. toen de ander hem
verbaasd aankeek, „een nieuwe zeepsoort. die
ik heb uitgevonden en nu fabriceer; ik deel nu
eenige doozen aan kenners uit, om m’n zeep
bekend te maken.”
Het gezicht van den steenkolenman werd
nog zwarter dan het al was.
„En wat moet dat kosten?" vroeg hy.
„Niets, m’n lieve man; dat kost je niets; Je
krygt dat doosje van my cadeau
En nu legde Jollcoeur aan den man met het
zwarte gezicht en de groote handen uit. wat
hy elgeniyk van hem verlangde.
„Dus als je tevreden over m’n zeep bent, als
je tevreden bentzoo eindigde hy.
..Wis en waarachtig ben ik tevreden.” zei de
man. .dat begrypt U toch wel; voor zoo’n
prys.”
Z'n tevredenheid betuigde hy zes weken
daarna schriftelyk. toen Jollcoeur den volgen
den brief ontving, die wel in staat was hem
over z'n vorige teleurstellingen heen te zetten:
„Meheer. Een maand geleden heb ik voor de
eerste en laatste maal van Uw zeep gebruik
gemaakt. Ik ben er zóó schoon door geworden,
dat ik na dien tyd nooit meer behoefte ge
voeld heb. om er weer gebruik van te maken."
(w.g.) Aristide Goujat. Steenkolenhandelsar
en Edwin, de giraffe, stond er dichtby.
„Ik ben nieuwsgierig
J f» f -» OP dit blad zyn Ingevolge de verzekertngavoorwaarden tegen f by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f "7Cfl by een ongeval met f ÓlTfl by verlies van een hand f 1 OC oy verlies van een Z C/l b>1 breuk van jt fS
Alle UOOHUe S ongevallen verzekerd voor «en der volgende ultkeerlrgen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen J t doodeiyken afloop f een voet at een oog 1 duim of wysvlnger »J(/«_been of arm f
Van vreugde.
Vilma....?
Ze hief haar hoofd op en keek hem aan.
IJeve Vilma, herhaalde hy en hy kuste
haar.
Goeden nacht, Heinrich.
De sterren fonkelden aan den hemel en hy
ging naar huls, over-gelukkig. Hy zong en floot
en praatte In zichzelf, alsof hy niets dan lie
deren in zich voelde zingen. Verloofd? vroeg
hy zich af. In ”t geheim verloofd?!
Hy had zich dat heel anders voorgesteld.
Dat mooie, fyne meisje, was nu van hem? Hy
bleef staan en liep terug om nog eens naar het
huisje te zien. Toen vloog hy als een storm
wind naar huis.
Hy was byna tegen Dores aangeloopen, die
aan de deur stond en met een sprong zyn groote
voeten in veiligheid bracht.
Drommels, riep de huisknecht, hebt u soms
ook al geërfd? De wereld schynt vandaag op
haar kop te staan.
Ook geërfd? herhaalde Heinrich mét een
verbysterd gezicht.
Ik dacht het maar, omdat u uw kennissen
niet meer schynt op te merken en door het
huls loopt als meneer Rose. Die heeft de kans
gekregen om baas van de apotheek te worden
en loopt als een gek het heele huis door.
Mijnheër Rose? Wat is er met mynheer
Rose aan de hand?
zyn tante heeft hem het genoegen gedaan
om naar den hemel te gaan.
(Wordt vervolgd).
politiecommissaris van Ravesteyn maakt in
rijn proces-verbaal melding van het feit, dat
de kaarsenmakers het vet niet meer wilden
en c'at daarom een hunner het in
- - - - ---— «»«w|rv dlX5
de verspreiding der epidemie naar Rotterdam.
Dat ook spoedig daarna te Katwyk en op
Schokland slachtoffers vielen is begriipeiyk.
daar nog verschillende andere visschers het
verpeste schip aanklampten in de buurt van
Vlieland. Het aantal slachtoffers liep in de
duizenden. Binnen vyf maanden werden er
alleen op het kerkhof Crooswyk 700 begraven
te Rotterdam. In Amsterdam iets minder,
Schevenlngen en Katwyk leeken wel geteisterd
door de „Zwarte Dood". Vele steden verloren
gansche huisgezinnen. De bevolking was ver
lamd van schrik, radeloos smeekte men om
hulp. De doktoren stonden volslagen weer
loos, zooals biykt uit de verschenen brochuren,
oju die van dr. Pant.
En hoe gering hun werkelyk inzicht was laat
deze raad vermoeden: „het is volstrekt onnqo-
dlg, om by de komst der cholera voorzichtig'
te zyn met Maas of Rottewater; geen medicus
behoeft het gebruik van regenwater voor dran
ken of eten te koken aan te bevelen." Dat was
geen volksstem, doch die der knapste genees-
heeren eener groote stad, van voor 100 jaren.
Ze wisten niet beter en de bacteriologie lag
nog in de luiers der toekomst verborgen.
Toch heeft de genoemde dokter Blume reeds
toen de beteekenls van rein drinkwater wel
verondersteld, hetgeen dan ook door hem in
een brochure is uiteengezet, die hy zeer
menschlievend op groote schaal kosteloos liet
bezorgen. De ziekte kwam tegen den winter
1832 tot stilstand, om het jaar daarop zich
weer aan te dienen, .zonder nu echter een
even vruchtbaren bodem te vinden. Daarna
hoorde men in jaren niets meer van de chole
ra, met het noodlottig gevolg, dat ook even
tueels voorzorgsmaatregelen werden nagelaten.
Duur werd dit betaald. Wel had men Eugène
Sue's „Juli errant" gelezen, waarin de epide
mie te Parijs op geniale wyze Is beschreven,
doch laksheid en onwetendheid voerden tot
zorgeloosheid, ’t Is intusschen 1848 geworden.
De democratische storm jaagt over Europa.
Da Costa stelt de visloenaire vraag: „Wachter,
wat is er van den nacht?” waarmee hy „de
revolutie” van 1848 aankondlgde. Vertlep de
revolutie bij ons kalm en waardig zonder een
enkel slachtoffer, niet zoo onschuldig was de
cholera, die in October, uit Engeland, het land
binnendrong Nu stierven er in Rotterdam 2100
menschen. toen 2% pet. der totale bevolking,
en over het heele land was de uitslag vee',
zwaa r oan in 1832. De angst greep vooral
de opgepropte volksmassa's der achterbuurten
aan. die soms tegen den avond uit pure ver-
twyfeling de nachten op- straat doorbrachten.
Het Jaar daarop was het weer raak, daarna
In '65. 12 en in 1)2 nog eens. Maar nu begop
ook de strijd tegen de verspreiding en droeg
men zorg voor licht, lucht, ruimte, rioleerlng,
bouw en andere verordeningen. In opmerkeiyk
verband met de cholera-epidemles staat de ver
spreiding van het leidingwater. Zooals is op
gemerkt schreef dr. Pant (en dr. Mulder) 'n
een brochure, dat er. geen reden was zich over
den toestand van het drinkwater ongèrust te
maken, als zou hierdoor de cholera een ge-
makkelyke verspreiding krygen. Fatale vergis
sing! Als gezaghebbend professor te Utrecht
hield dr. Mulder aan deze meening vast. En
toen nu alleen de hoofdstad (na 1848) weik
maakte van het drinkwater, dat onverdacht,
zuiver uit de Vogelenzangsche duinen werd op
gepompt, een afstand van meer dan 20 K.M.,
bleek by de epidemie van 186566. dat juist
Amsterdam weinig slachtoffers had. speciaal
dan de verstandlgen, die waterleiding bezaten.
Haarlem, dat met Amsterdam samen deedt,
was even gelukkig en zoo moesten ook hier
weer veel slachtoffers vallen door gebrek aan
kennis.
De bacteriologie, onder leiding van dr. Snel
len toonde de vergissing aan en nu maakten
de meeste steden groote haast om zich van
een zuivere waterleiding te voorzien. Daarmee
is de cholera dan ook zoo goed als verdwe
nen. want de kortstondige herhalingen uit de
zeventiger en tachtiger jaren, bleven binnen
zet» enge grenzen. Voorwaar een schitterende
overwinning der wetenschap in de praktyk,
met niet genoeg te waardeeren resultaten voor
de bevolking
Goed drinkwater, veel drinkwater, is dus een
sociaal-onmlsbaar iets, en daarom moet het
voor iedereen te verkrygen zyn. Geen com-
mercleele onderneming waar de gemeentekas
wel by vaart mag de exploitatie..worden, doch
een Instelling, die desnoods eenige oflers' van de
gegoeden der burgery vordert. Hier staat de
geschiedenis met opgeheven vingerwees voor
zichtig! Uit het kwade is ook in dit geval het
goede geboren, een geesel der menschen, de
cholera, stortte duizenden in het graf, in die
pen rouw, tot elndelyk de verlossing kwam.
zy een zeer aardig spelletje zagen.
oen Jollcoeur er na veel moeite In ge
slaagd waa 'n heel voordeellge toiletzeep
uit gesteriliseerd schotelwater en pyp-
aarde te fabriceeren, begreep hy maar al te
goed, dat daarmee alleen z’n fojtuln niet ge
maakt was. Het moeliykste was nog niet ge
daan: het nieuwe product aan den man te
brengen.
Maar, wanneer tets nieuws met succes wil
verkocht worden, dan moet het een 'pakkenden
naam hebben. Daarom noemde Jollcoeur z’n
pas uitgevonden fabrikaat: Satrapenzeep. een
naam. zoo meende hy. die de gebruikers aan
de genietingen van t Oosten zou doen denken.
Bovendien moet een voortbrengsel van t
menscheiyk vernuft, wil het gemeengoed van
allen worden, voortreffelyke eigenschappen be.
zitten, waardoor bet zich van elk voortbrengsel
van z'n soort onderscheidt. Daarom huurde
Jollcóéur den voorgevel van het huls, waarin
hy appartementen had en liet daarop by wyze
van reclame het volgende schilderen:
..Satrapenzeep die heliotropen-essence bevat,
is de beste! De eenige zeep die aan ouden van
dagen de frischheld der jeugd teruggeeft;
zacht en liefelyk in 't gebruik; de eenige zeep,
die de huid reinigt zonder haar te beschadigen
Vervolgens zette hy rich aan ’t werk om een
advertentie voor de bladen én een prospectus,
tot algemeene verspreiding onder 't publiek,
samen te stellen. Toen hy daarmee bezig was.
trof hem het volgende denkbeeld:
Aangenomen, dat ik veel geld uitgeef voor
reclame; dat Ik overal laat verkondigen, dat
myn zeep de beste In t gebruik Is. dan zal dit
me weinig baten, als 1 k dit alleen verkondig.
Wanneer ik wil. dat het publiek geloof hecht
aan m'n bewering, dat is het absoluut nood-
zakeiyk. dat een of meer menschen die geen
belang hebben by den verkoop van myn fabri
kaat. door hun byval m’n bewering kracht
byzetten.
Het was Jolicoeur dus te doen om tevreden-
heidsbetulgingen in z'n bezit te krygen van hen
die zich met z’n satrapenzeep gewasschen had
den; tevredenheldsbetuigingen in den volgen
den trant:
.Mynheer. Uw zeep is een reinigingsmiddel,
dat het wonder dezer eeuw mag geprezen wor
den; een meesteéètuk van chemische samenstel
ling; een weldaad der góden enz
Zoo iets zou z'n zeep in betrekkelyk korten
tyd een wereldvermaardheid geven.
Onmiddeliyk was z’n besluit genomen. Reeds
den volgenden morgen had hy uit een groot
aantal adressen een 12-tal klinkende namen
uit de politieke en financieele wereld, alsook uit
de litteraire wereld^ uitgezocht. Aan elk dier
adressen zond hy. met een beleefd begeleidend
schrijven, een luxe-dooe met drie stukken
satrapenzeep.
„Het kan niet anders”, zoo dacht hy. ,nf
onder dit twaalftal zullen er toch wel twee of
drie zyn. die m’n zeep gebruiken, al was het
alleen maar uit beleefdheid."
en Schevenlngsch cholera-lyder heeft vol-
H gens betrouwbare berichten op zyn sterf-
•*-* bed bekend, dat hy goederen gedragen heeft
van een besmet schip. By nader onderzoek 's
toen het volgende gebleken: Een Schevenlng-
sche pink had voor eenlgen tyd op de Noord
zee een koopvaardijschip ontmoet, dat geen
enkel teeken van leven gaf. De Schevenlngers
waren op dit geheimzinnige vaartuig toegezei’d
en hadden by zyn nadering bemerkt, dat cr
ook reeds een andere pink lag. Aan boord had
slch een vreeselyk tooneel voorgedaan; overal
verspreid de lyken der bemanning en daartus-
schen de vreemde schippers, niet dood nog,
maar zwaar ziek en kreunend van de pyn. Doch
de-Schevenlngers hadden zich aan dit ontzet
tend schouwspel weinig gestoord; ze hadden
nauwelijks den tyd gevonden, om zich met hun
zieke collega's te bemoeien; ze hadden dadelyk
met begeerigen blik gezocht naar de lading.
En ze hadden heel wat gevonden, groote hoe
veelheden wol en talk uit Rusland. Daarvan
hadden ze meegenomen wat ze konden, van de
talk zelfs onderweg een deel gebraden om er
hun maaltyd mee aan te vullen. En vervol
gens hadden ze hun bult heimelyk aan wal
gebracht in Schevenlngen, verborgen In het
duin en verkocht aan Schevenlngers. Hage
naars, ja zelfs aan Rotterdammers.”