De cholera ons land S'Cet v&fiaal aan I dendaq in Nu kunnen wij gaan* DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN DE WERELD' HEVIGE EPIDEMIEEN IN DE VORIGE EEUW ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN ROBINSON* Een Hollandsche schoen ns voor Hollandsche jong De nieuwe zeepsoort\ WOENSDAG 23 AUGUSTUS E> op Smakeloos Krachtstation 'en D De Duitsche binnenland- sche tabaks-productie Papierschaarschte in Rusland gj| NAAR HET DUITSCH 1= VAN RUDOLF HERZOG rF De „Arethusa” Wat de geschiedenis leert AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL maakt Rotterdam had verkocht. Hiermee klopt Een minder goeden klank. nooit aan luxe-doos len over de welde van de giraffe, toen Drie aardmannetjes liepen naar een van de krokodillen van den zeeman te weten," staart als een soort ladder om op den rug van Edwin te klimmen. „Dat geloof ik ook en Is het niet lief van den krokodil om ze te helpen ven op te komen?”, vroeg Topsy. 'Morgenavond vervolg.) r-den Mededeellng). op dit blad ztjn Ingevolge de vereekertni eer en liet een »- ;h.) en „zy willen zeker een ritje doen op den rug van de giraffe,” zelde Robbie. zeide Topsy, „waarvoor zij den kro kodil noodlg hebben." Ko en De wereld ie een schouwtooneel Klinkt juister en ook aardig. Wij allen spelen onze rol. Ofschoon niet altijd waardig. Maar elke vergelijking gaat Vaak aan twee beenen mank, En daarom krijgt een spreekwoord gauw Wel zie je menig debutant. Die ’t nooit en nimmer leert. Maar velen geven zeer goed spel En zeer geraffineerd'. (Itu nog van ge- kig aandringen. U moet, beweerde hij. U moet. U bent het aan uw dochter verplicht. Wie zal van mijn bestaan notitie nemen’ zei Meinard moedeloos. Het is verloren moeite Voelt u dan heelemaal geen drang om in het publiek op te treden? Of ik dien drang voel? antwoordde de oude iiiiiiiiiiiiuiii itzig ien" i ?9 vol- oest vier bet ort- VOr- W m re in lee ch» un der leve xm ister. start der- ?ren, toch t elf eest. iartn van n. U >.n te *n el te re et le et er ie 71 r Co- and te Den ge- eel- het V- De wereld is een pijp kaneel, Zoo klinkt het soms verlichtend. Je zuigt er aan, maar krijgt niet veel. Volgt daarop minder stichtend. Na een poosde stak de krokodil xyn staart in de hoogte vlak by Edwin en de aardmannetjes gebruikten den Vandaar de glans van klatergoud, Van schijnen en van lijken. Want van coulissen mag men Den achterkant bekijkenl want nu wij "Akkertje" bij ons hebben Te Halbun in Siberië is een nieuw electrisch krachtstation geopend met een capaciteit van 12.000 kilowatt, welke in de toekomst nog ver- lubbeld zal worden. En daarom is de beste rol. Naar oordeel en verstand. Niet altijd die van hoofdversoon. Maar vaak pan figurant! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) iMriHHHmniuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinniiimnmiii: niiuilllllllllliie De oude „Arethusa”. het laatste oorlogsschip dat nog als zeilschip bij de Engelsche marine heeft dienst gedaan en de laatste zestig jaar gebruikt werd als opleidingsschip voor onver mogende jongens, is in sloopershanden over gegaan. Het is van de boeien te Oreenhithe, waar het gemeerd lag. de Theemis opgesleept naar de slooperswerf te Woolwich, gesalueerd door alle schepen die het op zijn laatsten tocht tegen kwam. Gedurende den tijd, dat de ..Are thusa" dienst deed als opleidingsschip, zijn bjj haar aan boord 12 000 jongens voor de Britsche marine en koopvaardij opgeleid. Een nieuw schip, eveneens „Arethusa” gehee- ten, zal ter vervanging als opleidingsschip in gebruik worden genomen. by verlies van *n anderen vinger zullen wij zeker géén last hebben van hoofdpijn, spierpijn, kiespijn, of der gelijke kwaaltjes aie zoo dikwijls een prettig uitstapje kunnen bederven! Nèem dus op tochtjes Akker-Cachets mede. Slechts 50 cent per 12 stuks! Gemakkelijk innemen. Ge proeft niets. Robbie en Topsy liepen fc wande- en Meinard stak hem dreigend Lief kind! Mijn dappere Vilma! Ze glimlachte tegen hem en stond sni op. Geen zorgen vader, windt u zich maar niet op. U zult zien, het komt wel In orde. Ze knikte hem toe en verdween naar de keu ken, om voor het avondmaal te zorgen. De musicus wendde zich tot zijn gast. Vindt u haar niet be wonderens waardig? vroeg de vader geroerd. Heinrich drukte hem zwijgend de hand. Het is geen kunst, gin^ de oude man voort, als je in ellende bent opgegroeld. opgeblazen en verwaand te worden als je in betere omstan digheden komt. Maar als men altijd aan een zekeren welstand gewoon is geweest en dan plot seling aan lager wal raakt en eigenlijk tot een lageren stand gaat behoorendan den moed niet te verliezen Hij haalde diep adem. Dan is het heel moeilijk om er weer bo venop te komenHet is bijna ónmogelijk. Heinrich probeerde hem 'n beetje te troosten. U hebt uw muzieklessen toch nog, menee- Meinard. - Die paar lessen bewaren me net precies voor den hongerdood En uw vrienden dan? Daar rekent u mij toch ook onder, ook al bezit ik niet veel. Uw dochter zegt immers ook, dat het wel weer in orde zal komen. Als mij nu eens wat overkwam. Dan was het heelemaal gedaan! Dacht u dat, meneer Meinard, riep Hein- Zoo komt de waarheid en de deugd Ook dikwijls in verdrukking. Al grijpt het spel je somtijds En brengt het in verrukking! 34 Zou het niet beter zijn, dat meneer zich in zijn jonge jaren wat meer bezig hield met han- delswetenschappen dan met zang- en vioolles? Dat zou meneer Friedrich zeker beter aanstaan. Heinrich draaide zich om. Maar voor dat hij het brutale heerschap te woord kon staan, nad Meinard zijn party al gekozen. De houd van een grapje, meneer Stramm. U staat altijd met grapjes klaar, u kunt een heel gezelschap opvroolyken» Jammer dat van daag enfin, het is een by zonder geval. Tot ziens dan, meneer Stramm! o Mynheer Stramm ging heen. In de deur draaide hy zich nog eens om en merkte giftig op: Van morgen af, juffrouw Vilma, zal Ik óók zangles nemen. Dat is solider dan met zoo n Jongeman. Hy verdween zijn vuist na. Vlegel, siste Heinrich tusschen zyn tanden. Men moet gasten nu eenmaal behoorlyk be- By den gemeenteraad van Parijs is een ver zoek ingediend, dat men nog mild beoordeelt, als men het het toppunt der smakeloosheid en frivoliteit noemt. De indiener van het voorstel is de orkestdirigent uit Chicago, die verzocht heeft in de onderaardsche catacomben ven Partis concerten met zyn jazzkapel te geven. Dit voornemen heeft by de Parysche bevolking groote onrust gewekt, vooral de kerkeiyke krin gen protesteeren tegen deze onbeschaamdheid en wenschen de catacomben, de heilige graf plaatsen, niet voor jazzmuziek af te staan. Anderen herinneren er aan. dat reeds in 1887 in een groote onderaardsche hal der catacomben een muziekuitvoering plaats gevonden heeft. Destyds verschenen de leden der regeering en de uitgenoodlgde gasten, om zich aan het donkere karakter der omgeving aan te passen^ zelfs In het zwart. Het programma van dit Concert be stond uit den treurmarsch uit Beethovens „Heroïca”, den treurmarsen van Chopin en den doodendans van Saint Saens. een programma dat dus overeenkwam met de waardigheid van de plaats. Maar de waterleiding bracht niet alleen de cholera buiten de grens, sinds haar algemeene verspreiding heeft de waterleiding ook ver schillende koortsen. o.a. de Zeeuwsche, de ver- raderiyke typhus, velerlei vroeger vaak voor komende ingewandsziekten, zoo goedhals ult- geschakeld. De sterftecyfers spreken een du:- deiyke taai, de zwakken verdwenen vrij zeker spoedig na de geboorte, de sterken bleven in leven, en de middelmatigen waren meestal levenslang Laboreerënde aan diverse kwalen. F. d. K_ In verband met de papierschaarschte zou te Leningrad zelfs een verordening zyn uitgevaar digd, dat de krantenverkoopers aldaar slechts nieuwe kranten mogen verkoopen by inlevering van een oude. handelen, anders had ik hem een draai om zyn ooren gegeven. Vilma stond met een bleek gezicht naast de tafel. Het is goed, zei ze. dat u zich Ingehouden hebt. U ziet, wij doen het ook. Heinrich ging op haar toe en hy nam haar hand. Als ik u daar zoo zie staan, juffrouw Mei nard, Zei hy opgewonden, zoo bleek en zoo weerloos, dan spyt het me toch, dat ik dien ke rel heb laten gaan, zonder hem een pak slaag te geven. We zouden elkaar dan niet spoedig weer ontmoet hebben, antwoordde ze dof. Wat? riep hy verbaasd uit. Kan die koster daar zooveel invloed op uitoefenen? Ze schudde van neen en trok haar hand weg. Ach wat. zeide* de oude, die vlegel, die schijnheilige kerel! Omdat dit huisje van hem is en hy mij mettle huur in zyn macht heeft, komt hy eiken dag en flikflooit myn dochter. Maar liever breng ik haar naar 't kerkhof, dan dat ik... De oude musicus liet zyn arm zakken. Opeens sloot hy zyn kind hartstochteiyk in zyn armen en kuste haar zwarte lokken. Heinrich was ont roerd. Hy had wel kunnen schreien en hy wist niet waarom. Wat had hy graag dat bleeke kop je tusschen zyn handen willen nemen om een glimlach op dat lieve gezichtje te tooveren! De oude musicus bracht haar naar de sofa, drukte haar zacht in de kussens en streelde haar wangen. Menschen. die aan politiek en letteren doen, moet men zoc iets niet geven nog veel minder aan geldwolven maar wèl aan tooneelspelers. Theatermenscher zyn daaraan ge- LONDEN, 22 Augustus (V.D.) De „Times” meldt uit Riga, dat de papierindustrie in de Sovjet-Unie in een critieken toestand verkeert. De prcduct.e in de eerste helft van 1933 bleef 40 pCt. beneden de produc tie in dezelfde periode van 1932. De arbelds- en Verdediglngsraad heeft een aantal directeuren van papiertrusts ontslagen en een vervolging tegen hen Ingesteld. Tot hen behooren ook de communisten Kotowitsj en Ejllfef. Maatregelen zyn genomen voor een volkomen reorganisatie der papierindustrie, die voor 1 October as. vol trokken moet zyn. Een bericht uit het Handelsb’ad over de ver- moedelyke oorzaak der groote cholera-epide. mie waar ons land nog in 1832 mee werd ge troffen. Er sluimert onder de menschen nog a!tyd een onbepaalde angst voor deze epide mische ziekte en nauwlyks begint op groote schaal een diarrheeverschijnsel zich te vertoo- npn, of allerlei voorzorgsmaatregelen worden er genomen. (Cholera begint meestal met over vloedige ontlasting van een soort rtjstacbtlge ongekleurde vloeistof). De verwekker der ziekte is de in 1883 door Robert Koch ontdekte „komma” of cholera-bacll. terwyl de ziekte zelf voor het eerst is waargenomen in 1817, in de omgeving van Calcutta. Ze verspreidde zich toen snel over een groot gedeelte van Zuid- Azlë, den Indiscl^pn Archipel en China. In 1830 vertoonde de gevreesde ziekte zich ook in Europa, om vanuit Rusland. Polen. Duitsch'and, Nederland. Engeland en Italië te besmetten. In 1832 kwam vry onverwachts de verschrikkeiyke plaag haar aanwezigheid too- nen. Want verschrikkelyk was het zeker en de angst ervoor was gestegen door de machte loosheid der geneeskunde. Dr. Blume, na ja renlang verblyf In Indlë, vertelde er over als professor te Lelden op de colleges. Hy beschreef de verschynselen: plotsellngen braakloop, uit tering van het lichaam, groote afkoeling, weg zinken der oogen, kromtrekking van vingers en teenen, oprimpeling der huid, blauwe kleur om oogen. mond en elders. Het eenlge wat doenlyk was bestond in een flinke dosis opium aan den patiënt te geven en dan afwachten of hy de crisis zou doorstaan, hetgeen hoogst zelden gebeurde. Alles was beproefd om den vijand buiten de grens te houden en Koning Willem I zond eenlge deskundigen naar Beriyn en Hamburg op verkenning uit. Daarop volgden kordate maatregelen. Zoo goed mogelyk werden de grenzen gecontroleerd, overal een strenge qua rantaine Ingevoerd. We bleven niet gespaard. Uit Londen kwamen alarmeerende berichten, in Par Ja stierven plotseling veel jongelui in camavalsplunje en op den 25sten Juni brach ten twee Schevenlngers, een stuurman en een matroos, de ziekte in hun dorp. Waar hadden de visschers de ziekte ont moet? Nooit Is het bericht uit het Handel blad tegengesproken en in groote trekken zal de zaak z.ch ook zoo wel hebben toegedragen. Uit het it,gestelde politie-onderzoek kwam vast te staan, dat er tglk en wol Is binnengebracnt uit een besmet schip. De E’tza was gestrand op reis van Petersburg naar Londen aan de kust te Vlieland. Vast staat verder dat de talk Is vervoerd naar tien Haag en Rotterdam. De De zorg voor good drinkwater bracht de ziekte langzamer hand buiten de grent Maar tegen z’n verwachting en tot z*n diepe teleurstelling bleef het succes uit. Van de helft der zendingen vernam hy niets. Die was zeker in handen geraakt en gebleven van dienst personeel. vyf der zendingen ontving hy. als geweigerd, terug. De laatste zending was blijk baar in verkeerde handen gevallen, In handen van iemand die licht geraakt zynde. in deze zeepzending een beleedigende toespeling zag op de geringe zorg, die hy voor z’n lichamelijke zindeiykheid droeg. Deze heer betuigde Joli- coeur z’n dank door hem een brief te schryven. waarin hy hem uitmaakte voor alles wat lee- lyk was. Echter, in spyt van dit treurig resultaat, was de zeepfabrikant niet ontmoedigd. „Wpt drommel!" peinsde hy. ,dk heb het verkeerd aangelegd; dat zie Ik nu duldelyk in- BERLIJN, 22 Aug. (VD.) De Saksische Minister van Handel heeft het Initiatief geno men tot een poging om Hamburg en Dresden te maken tot het belangrykste Europeesche handelscentrum voor Oostersche tabak. Op zyn initiatief is een kartel gevormd van alle sigarettenfabrikanten in Duitschland. die verplicht zyn, minstens een kwart van de door hen verwerkte ruwe tabak op de blnnenlandsche markt te bekyken. In verband hiermee is Interessant een rapport van het Instituut voor Tabaksonderzoek te Forcheim in Baden, dat er eindeiyk in ge slaagd Is In Duitschland een behooriyke siga rettentabak te kweeken. De kwaliteit van deze tabak zou niet onderdoen voor die van Turk- sche en Macedonische. Binnenkort zouden de in Duitschland gefa briceerde sigaretten dan ook een belangryke hoeveelheid Duitsche tabak bevatten. In totaal wordt in Duitschland reeds 25000 ton tabak per jaar verbouwd, die echter voor het grootste ge deelte in sigaren wordt verwerkt. musicus. O. die drang als vroeger te spelen zal tot op myn laatsten ademtocht In my bly- ven zooals een oud legerpaard terug vei langt naar het eskadron. Maar het paard is nu afge dankt. De critiek zal een obscuur musicus als my niet meer „au sérieux" nemen. De critiek? herhaalde Heinrich met na druk. Wacht eens, Ik ben er! De critiek zal uw prestaties zeker wel „au sérieux" nemen. Den kunst-redacteur van onze groote courant hier ken ik heel goed. Ik zal er met hem over spre ken. De oude man het zijn hoofd zinken. Men kon aan hem zien. "dat de schynbaar uitgedoofde hoop weer in hem wakker werd. Goed, zei hy nu. Een lataard ben ik niet. Ik waag het! Op uw verantwoording, mynheer Pf alzdorf Met vochtige oogen stond Vilma op en ging de kamer uit om de tranen, die in haai' oogen kwamen, te verbergend Het werd voor Heinrich (yd.. om naar huls te gaan, wilde hy by „de Witte Zwaan” niet voor een dichte deur kernen. Hy stond op en nam afscheid van den musicus, die onder den Indruk van het gesprek in een hoekje in elkaar gedoken bleef zitten. Toen hy in de gang kwam en naar Vilma zocht, stond ze plotseling voor hem. Goeden nacht, zei hy, terwyl een eigen aardig gevoel van bevangenheid zich van hem meester maakte. Goeden nacht, antwoordde zy. Hy ging niet. Hebt u geschreid? vroeg hy zacht. rich opgewonden. Dacht u dat ik dan met mijn handen In de zakken zou toekyken? Wat dat betreft kunt u lederen avond rustig gaan sla pen. Al ben ik pas twintig, dat vertrouwen heb ik toch zeker wel aan u verdiend. De oude musicus zag den enthousiasten Jon gen in de oogen. Mynheer Pfalzdorf. zei hfl zacht, het onge luk maakt me wantrouwend Als Iemand anders dat gezegd had, had ik hem beleefd verzocht, klch met zyn eigen zaken te bemoeien, zelfs als hy er maatschappelyk beter voor stond dan u: Ik bedoel onafhankeiyker. Maar tegenover u zal Ik voortaan niet meer myn nood klagen. Hy ging naar de kast en haalde het kistje sigaren te voorschyn. We gaan er eentje opsteken. Dadelyk daarop kwam Vilma weer binnen Haar oogen zochten Heinrich en bleven op hem rusten. Toen vroeg ze belden aan tafel te ko men. In het verloop van den avond bracht Hein rich het gesprek opnieuw op het concert, dat Meinard In het begin van het wlnter-seizoen moest geven. En al scheen de oude man er vaak weinig voor te voelen, Heinrich bleef hardnek,- woon. Van fabrikanten en grossiers krijgen ze alles voor niets gestuurd, als de meest doel treffende reclame." Weer liet Jollcoeur een dozyn alleraardigste doosjes met stukken satrapenzeep vullen, die hy. met zn eerbiedige groeten, aan twaalf tooneelspelers en theater-directeuren zond. Hy behoefde ditmaal niet lang te wachten op antwoord. Vier en twintig uren daarna ont ving hy een dozyn ..minnebriefjes" van onge veer den volgenden Inhoud: ..Mynheer. Uw satrapenzeep is een schande voor de menschheid. Ik ben zoo dwaas geweest om er gisteravond gebruik van te maken. Toen ik vanmorgen ontwaakte, was m’n gezicht zoo rood als een biet en zat vol pulsten en uitslag. Maar ik verzeker U, dat dit muisje een staartje zal hebben. Ik heb de rest van dat vuile goedje naar het gemeenteiyk chemisch laboratorlurr laten brengen, om he^ scheikundig te lats .onderzegken. We zullen eens zien, of U maa ongestraft een zeepsoort in den handel kunt brengen, waardoor het algemeen welzyn on- middelliik gevaar loopt, voor goed ten ^nder te gaan. <w.g.) Godlsart” Toen Jollcoeur dit kattebelletje gelezen had. trok hy de schouders op. „Bah!" riep hy. ..de opperhuid van die kerels ia al half vergaan door 't gebruik van allerlei smeerseltjes en dat voortdurend schminken. Geen wonder, dat hun huid niet tegen t ge bruik van myn satrapenzeep bestand is. Boven dien. wat willen die dwaze menschen met hun onzinnig geschrijf bewyzen? Neen, ik weet al wat ik hebben moet: eenige oprechte en een voudige woorden van waardeerlng ten papiere gebracht door eerzame heden. Nemen we als voorbeeld naar een kleinen handelaar, een koopmannetje.” Zoo gezegd, zoo gedaan. Jollcoeur legde drie stukjes satrapenzeep In een fyn met licht blauwe zyde gevoerd étui en begaf zich op weg. op zoek naar iemand, dien fcU met dit ge schenk. op hoop van goeden uitslag, gelukkig kon maken. Het duurde niet lang of hy trad het maga- zyn van een steenkolenhandelaar binnen. „Wel vriendlief", zoo begon hy. „In z'n han den wryvend, alsof hy t koud had. „*t is frischjes vandaag; maar dat komt in je kraam te pas. Nogal tevreden over de zaken? „Dat kon wel slechter, meheer!" antwoordde de man. „En wat is er van Uw dienst? Moet ik soms een paar mud anthraclet by U bezor gen? of nootjeskolen?” „Neen, vriendlief; ik heb niets noodlg.’ her nam Jollcoeur op tuchtigen toon; .Integendeel. Ik kom je iets brengen. Hier pak aan!” En hy duwde in de zwarte handen van den steenkolenhandelaar het snoezige doosje, dat weldra niet meer snoezig was. „Dat is zeep.” lachte hy. toen de ander hem verbaasd aankeek, „een nieuwe zeepsoort. die ik heb uitgevonden en nu fabriceer; ik deel nu eenige doozen aan kenners uit, om m’n zeep bekend te maken.” Het gezicht van den steenkolenman werd nog zwarter dan het al was. „En wat moet dat kosten?" vroeg hy. „Niets, m’n lieve man; dat kost je niets; Je krygt dat doosje van my cadeau En nu legde Jollcoeur aan den man met het zwarte gezicht en de groote handen uit. wat hy elgeniyk van hem verlangde. „Dus als je tevreden over m’n zeep bent, als je tevreden bentzoo eindigde hy. ..Wis en waarachtig ben ik tevreden.” zei de man. .dat begrypt U toch wel; voor zoo’n prys.” Z'n tevredenheid betuigde hy zes weken daarna schriftelyk. toen Jollcoeur den volgen den brief ontving, die wel in staat was hem over z'n vorige teleurstellingen heen te zetten: „Meheer. Een maand geleden heb ik voor de eerste en laatste maal van Uw zeep gebruik gemaakt. Ik ben er zóó schoon door geworden, dat ik na dien tyd nooit meer behoefte ge voeld heb. om er weer gebruik van te maken." (w.g.) Aristide Goujat. Steenkolenhandelsar en Edwin, de giraffe, stond er dichtby. „Ik ben nieuwsgierig J f» f -» OP dit blad zyn Ingevolge de verzekertngavoorwaarden tegen f by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f "7Cfl by een ongeval met f ÓlTfl by verlies van een hand f 1 OC oy verlies van een Z C/l b>1 breuk van jt fS Alle UOOHUe S ongevallen verzekerd voor «en der volgende ultkeerlrgen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen J t doodeiyken afloop f een voet at een oog 1 duim of wysvlnger »J(/«_been of arm f Van vreugde. Vilma....? Ze hief haar hoofd op en keek hem aan. IJeve Vilma, herhaalde hy en hy kuste haar. Goeden nacht, Heinrich. De sterren fonkelden aan den hemel en hy ging naar huls, over-gelukkig. Hy zong en floot en praatte In zichzelf, alsof hy niets dan lie deren in zich voelde zingen. Verloofd? vroeg hy zich af. In ”t geheim verloofd?! Hy had zich dat heel anders voorgesteld. Dat mooie, fyne meisje, was nu van hem? Hy bleef staan en liep terug om nog eens naar het huisje te zien. Toen vloog hy als een storm wind naar huis. Hy was byna tegen Dores aangeloopen, die aan de deur stond en met een sprong zyn groote voeten in veiligheid bracht. Drommels, riep de huisknecht, hebt u soms ook al geërfd? De wereld schynt vandaag op haar kop te staan. Ook geërfd? herhaalde Heinrich mét een verbysterd gezicht. Ik dacht het maar, omdat u uw kennissen niet meer schynt op te merken en door het huls loopt als meneer Rose. Die heeft de kans gekregen om baas van de apotheek te worden en loopt als een gek het heele huis door. Mijnheër Rose? Wat is er met mynheer Rose aan de hand? zyn tante heeft hem het genoegen gedaan om naar den hemel te gaan. (Wordt vervolgd). politiecommissaris van Ravesteyn maakt in rijn proces-verbaal melding van het feit, dat de kaarsenmakers het vet niet meer wilden en c'at daarom een hunner het in - - - - ---— «»«w|rv dlX5 de verspreiding der epidemie naar Rotterdam. Dat ook spoedig daarna te Katwyk en op Schokland slachtoffers vielen is begriipeiyk. daar nog verschillende andere visschers het verpeste schip aanklampten in de buurt van Vlieland. Het aantal slachtoffers liep in de duizenden. Binnen vyf maanden werden er alleen op het kerkhof Crooswyk 700 begraven te Rotterdam. In Amsterdam iets minder, Schevenlngen en Katwyk leeken wel geteisterd door de „Zwarte Dood". Vele steden verloren gansche huisgezinnen. De bevolking was ver lamd van schrik, radeloos smeekte men om hulp. De doktoren stonden volslagen weer loos, zooals biykt uit de verschenen brochuren, oju die van dr. Pant. En hoe gering hun werkelyk inzicht was laat deze raad vermoeden: „het is volstrekt onnqo- dlg, om by de komst der cholera voorzichtig' te zyn met Maas of Rottewater; geen medicus behoeft het gebruik van regenwater voor dran ken of eten te koken aan te bevelen." Dat was geen volksstem, doch die der knapste genees- heeren eener groote stad, van voor 100 jaren. Ze wisten niet beter en de bacteriologie lag nog in de luiers der toekomst verborgen. Toch heeft de genoemde dokter Blume reeds toen de beteekenls van rein drinkwater wel verondersteld, hetgeen dan ook door hem in een brochure is uiteengezet, die hy zeer menschlievend op groote schaal kosteloos liet bezorgen. De ziekte kwam tegen den winter 1832 tot stilstand, om het jaar daarop zich weer aan te dienen, .zonder nu echter een even vruchtbaren bodem te vinden. Daarna hoorde men in jaren niets meer van de chole ra, met het noodlottig gevolg, dat ook even tueels voorzorgsmaatregelen werden nagelaten. Duur werd dit betaald. Wel had men Eugène Sue's „Juli errant" gelezen, waarin de epide mie te Parijs op geniale wyze Is beschreven, doch laksheid en onwetendheid voerden tot zorgeloosheid, ’t Is intusschen 1848 geworden. De democratische storm jaagt over Europa. Da Costa stelt de visloenaire vraag: „Wachter, wat is er van den nacht?” waarmee hy „de revolutie” van 1848 aankondlgde. Vertlep de revolutie bij ons kalm en waardig zonder een enkel slachtoffer, niet zoo onschuldig was de cholera, die in October, uit Engeland, het land binnendrong Nu stierven er in Rotterdam 2100 menschen. toen 2% pet. der totale bevolking, en over het heele land was de uitslag vee', zwaa r oan in 1832. De angst greep vooral de opgepropte volksmassa's der achterbuurten aan. die soms tegen den avond uit pure ver- twyfeling de nachten op- straat doorbrachten. Het Jaar daarop was het weer raak, daarna In '65. 12 en in 1)2 nog eens. Maar nu begop ook de strijd tegen de verspreiding en droeg men zorg voor licht, lucht, ruimte, rioleerlng, bouw en andere verordeningen. In opmerkeiyk verband met de cholera-epidemles staat de ver spreiding van het leidingwater. Zooals is op gemerkt schreef dr. Pant (en dr. Mulder) 'n een brochure, dat er. geen reden was zich over den toestand van het drinkwater ongèrust te maken, als zou hierdoor de cholera een ge- makkelyke verspreiding krygen. Fatale vergis sing! Als gezaghebbend professor te Utrecht hield dr. Mulder aan deze meening vast. En toen nu alleen de hoofdstad (na 1848) weik maakte van het drinkwater, dat onverdacht, zuiver uit de Vogelenzangsche duinen werd op gepompt, een afstand van meer dan 20 K.M., bleek by de epidemie van 186566. dat juist Amsterdam weinig slachtoffers had. speciaal dan de verstandlgen, die waterleiding bezaten. Haarlem, dat met Amsterdam samen deedt, was even gelukkig en zoo moesten ook hier weer veel slachtoffers vallen door gebrek aan kennis. De bacteriologie, onder leiding van dr. Snel len toonde de vergissing aan en nu maakten de meeste steden groote haast om zich van een zuivere waterleiding te voorzien. Daarmee is de cholera dan ook zoo goed als verdwe nen. want de kortstondige herhalingen uit de zeventiger en tachtiger jaren, bleven binnen zet» enge grenzen. Voorwaar een schitterende overwinning der wetenschap in de praktyk, met niet genoeg te waardeeren resultaten voor de bevolking Goed drinkwater, veel drinkwater, is dus een sociaal-onmlsbaar iets, en daarom moet het voor iedereen te verkrygen zyn. Geen com- mercleele onderneming waar de gemeentekas wel by vaart mag de exploitatie..worden, doch een Instelling, die desnoods eenige oflers' van de gegoeden der burgery vordert. Hier staat de geschiedenis met opgeheven vingerwees voor zichtig! Uit het kwade is ook in dit geval het goede geboren, een geesel der menschen, de cholera, stortte duizenden in het graf, in die pen rouw, tot elndelyk de verlossing kwam. zy een zeer aardig spelletje zagen. oen Jollcoeur er na veel moeite In ge slaagd waa 'n heel voordeellge toiletzeep uit gesteriliseerd schotelwater en pyp- aarde te fabriceeren, begreep hy maar al te goed, dat daarmee alleen z’n fojtuln niet ge maakt was. Het moeliykste was nog niet ge daan: het nieuwe product aan den man te brengen. Maar, wanneer tets nieuws met succes wil verkocht worden, dan moet het een 'pakkenden naam hebben. Daarom noemde Jollcoeur z’n pas uitgevonden fabrikaat: Satrapenzeep. een naam. zoo meende hy. die de gebruikers aan de genietingen van t Oosten zou doen denken. Bovendien moet een voortbrengsel van t menscheiyk vernuft, wil het gemeengoed van allen worden, voortreffelyke eigenschappen be. zitten, waardoor bet zich van elk voortbrengsel van z'n soort onderscheidt. Daarom huurde Jollcóéur den voorgevel van het huls, waarin hy appartementen had en liet daarop by wyze van reclame het volgende schilderen: ..Satrapenzeep die heliotropen-essence bevat, is de beste! De eenige zeep die aan ouden van dagen de frischheld der jeugd teruggeeft; zacht en liefelyk in 't gebruik; de eenige zeep, die de huid reinigt zonder haar te beschadigen Vervolgens zette hy rich aan ’t werk om een advertentie voor de bladen én een prospectus, tot algemeene verspreiding onder 't publiek, samen te stellen. Toen hy daarmee bezig was. trof hem het volgende denkbeeld: Aangenomen, dat ik veel geld uitgeef voor reclame; dat Ik overal laat verkondigen, dat myn zeep de beste In t gebruik Is. dan zal dit me weinig baten, als 1 k dit alleen verkondig. Wanneer ik wil. dat het publiek geloof hecht aan m'n bewering, dat is het absoluut nood- zakeiyk. dat een of meer menschen die geen belang hebben by den verkoop van myn fabri kaat. door hun byval m’n bewering kracht byzetten. Het was Jolicoeur dus te doen om tevreden- heidsbetulgingen in z'n bezit te krygen van hen die zich met z’n satrapenzeep gewasschen had den; tevredenheldsbetuigingen in den volgen den trant: .Mynheer. Uw zeep is een reinigingsmiddel, dat het wonder dezer eeuw mag geprezen wor den; een meesteéètuk van chemische samenstel ling; een weldaad der góden enz Zoo iets zou z'n zeep in betrekkelyk korten tyd een wereldvermaardheid geven. Onmiddeliyk was z’n besluit genomen. Reeds den volgenden morgen had hy uit een groot aantal adressen een 12-tal klinkende namen uit de politieke en financieele wereld, alsook uit de litteraire wereld^ uitgezocht. Aan elk dier adressen zond hy. met een beleefd begeleidend schrijven, een luxe-dooe met drie stukken satrapenzeep. „Het kan niet anders”, zoo dacht hy. ,nf onder dit twaalftal zullen er toch wel twee of drie zyn. die m’n zeep gebruiken, al was het alleen maar uit beleefdheid." en Schevenlngsch cholera-lyder heeft vol- H gens betrouwbare berichten op zyn sterf- •*-* bed bekend, dat hy goederen gedragen heeft van een besmet schip. By nader onderzoek 's toen het volgende gebleken: Een Schevenlng- sche pink had voor eenlgen tyd op de Noord zee een koopvaardijschip ontmoet, dat geen enkel teeken van leven gaf. De Schevenlngers waren op dit geheimzinnige vaartuig toegezei’d en hadden by zyn nadering bemerkt, dat cr ook reeds een andere pink lag. Aan boord had slch een vreeselyk tooneel voorgedaan; overal verspreid de lyken der bemanning en daartus- schen de vreemde schippers, niet dood nog, maar zwaar ziek en kreunend van de pyn. Doch de-Schevenlngers hadden zich aan dit ontzet tend schouwspel weinig gestoord; ze hadden nauwelijks den tyd gevonden, om zich met hun zieke collega's te bemoeien; ze hadden dadelyk met begeerigen blik gezocht naar de lading. En ze hadden heel wat gevonden, groote hoe veelheden wol en talk uit Rusland. Daarvan hadden ze meegenomen wat ze konden, van de talk zelfs onderweg een deel gebraden om er hun maaltyd mee aan te vullen. En vervol gens hadden ze hun bult heimelyk aan wal gebracht in Schevenlngen, verborgen In het duin en verkocht aan Schevenlngers. Hage naars, ja zelfs aan Rotterdammers.”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15