H Een oorlogsdichter herdacht van den dag Het uitgelezen middel voor de verzorging van Uw gezin, Uw personeel, een polis van Levensverzekering, Pensioenverzekerlng ERK DE APOTHEEK DE WITTE ZWAAN TYPISCH theodor Körner ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Het merk ROBINSON staat op iedere zool. Let daar op Soldaat of poëet? Theodor Körner Pas op in het bad - Een kapitaal in een vioolkist Meer toeristen in Engeland Een electrisch men- schenhoofd Geen electrhche apparaten gebruiken Op 26 Augustus 1813 sneuvelde de geestdriftige dichter by Gadebusch of Lijfrente der LEVENSVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ NASSAUSINGEL 3 TE NIJM-EGE-N Bijkantoor Juliana van Stolberglaan 42, den Haag Correspondente voor UTRECHT: Mejuffr. NELLY RUYS, Boothstraat 19 \De zicht- zending i BS NAAR HET DUITSCH Bil VAN RUDOLF HERZOG gg AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL F' imiiwiiniiiiiiinnfis Vater, ich rufe dich die maar den schaafden (Nadruk verboden) nmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiimiiiiiiiiiNiiin u weken Hij verliet Uw elfen ouden dag Is ,Jk ben heelemaal niet moe, maak Je maar niet ongerust," zeide Robbie. (Maandagavond vervolg). „Ik zie niet in, waarom ik eigenlijk dat ding In de hoogte moet houden, vind je ook niet, Topey," fluisterde hij. „Neen, dat begrijp Ik ook niet,” set tle Topey, „want het is net zoo goed voor jbu warm als voor Ivy." „Je houdt den Uk heel goed over me, maar ik ben bang, dat je ver moeid zult zijn.” is, Robbie,” zei Ivy, zonder achterom te kijken. Ivy vond de zon zoo brandend heet, dat zij Robbie vroeg voor haar een grooten palmtak over haar te houden, terwijl zij een boek las. Doch Robbie werd al spoedig vermoeid en Uet den tak wat te veel op het hoofd van Ivy zakken. De vesir DleWunde brennt, die blelchen Lippen beben Ich fUhl's an meins Herzen matterm Schlage, k staat op, de strijd breekt los; nog de handen laf* In den schoot? dat evenals de meeste vechtjas- bewonderd 2000 Mark had geïncasseerd. Doch geld hadden de ..musici" niet bij zich. Een In den coupé In gesteld onderzoek bleef zonder resultaat. Toen werden de vioolkisten nog eens grondig onder zocht en tusschen de bekleedlng bleken de 4000 Mark verborgen. De reizigers werden aangehou den, naar het hoofdbureau van politie overge bracht, de violen en marken In beslag genomen. Maar wat ook typisch Hollandsch is En daarom consequent: Dat menig Nederlander toch Zijn eigen land niet kent! MARTIN BERDEN Die typisch Hollandsch zijn. -1 de fietsen! niet zoo Nu hier en daar slechte één, Maar stalen paard jes overal, De fiets is algemeen! Du Schwert an melner Linken Was soil dein heitres Blinken Du schóne Elsenbraut (ingezonden Mededeellng) Robbie en Topsy zagen eindelijk Benjamin komen en Robbie gaf den palmtak aan den baviaan, die hem boven het hoofd yan Ivy h|pld. „Ik voel dat het nu veel frisscher Op het allerlaatste moment stapten twee rei zigers op het hoofdstation te Aken in den D.- treln naar België. De heeren droegen ieder een vioolkist. Ze werden door hun opvallende hou ding door beambten aangehouden. Uit hun pas sen bleek, dat elk hunner op een Dultsche Bank UIIUNIIIIIIIIIIIIIIWIII Volgens de cijfers van het Ministerie van Blnnenlandsche Zaken, Is het aantal vacantle- bezoekers aan Groot-Brittannlë In J uil met 19.3 gestegen In vergelijking met dezelfde pe riode van het vorige jaar. Deze cijfers hebben alleen betrekking op de bezoekers uit Euro- peesche landen. De voornaamste plaats neemt Frankrijk In met 9.936 bezoekers, hetgeen 2.472 meer is dan het vorige Jaar Nederland neemt de tweede plaats in met een stijging van 842 bezoekers en een totaal van 4.107. Op de derde plaats komt Dultschland met een vermeerdering van 472 tot in totaal 4.775. Het totaal aantal bezoekers, met inbegrip van Amerika, bedroeg in de maand Juli 41.958. het geen 349 meer Is dan in 1932. Dat dit totaal niet veel grooter Is, vindt zijn oorzaak In het feit, dat het aantal reizigers uit Amerika is ver minderd met 4.342 tot 12.640. Onder deze cijfers zijn niet begrepen bezoekers van een enkelen dag zonder paspoort. bij zijn, dan zal Ik u gaarne an dere laten zien." „Heel goed Waarom behan delde hem deze man als een kind en niet als za- een bombastisch lied, van Körner meer door patriottische sen dan door poëzie-beoordeelaars wordt. Nauwelük was dit gedicht geschreven, of het gevecht begon, dat een einde aan zijn leven zou maken. Op 26 Air Justus 1813 trof hem de vijandelijke kogel Zijn kameraden begroeven den gevallen dichter onder een elk in de na pakken. Zwijgend hielpen zijn getrouwen hem. Stuk voor stuk verdween de inventaris In een grooten leeren koffer en na een uur van Inge spannen arbeid waren In de kleine kamer al leen nog maar de meubels. Barenfeld sloot het deksel en Dores trok uit alle mcttit de riemen vast. De meubels moeten morgen naar den ex pediteur Wittmann gestuurd worden. Zeker, mijnheer BArenfeld, riep Dores. HIJ moet ze voorloopig voor mij opbergen. Zeker, mijnheerjüirenfeld. En dan heb fit niets anders meer te doen dan van jullie afscheid te nemen. Plotseling voelde Heinrich, hoe de tranen hem over het gezicht liepen, en schreiend leunde hjj tegen den kalen muur. Ook Dores hield het niet langer uit en schreiend vatte de brave ziel den vertrekkende bij den ann; alsof hij hem wilde terughouden. Houdt op, jongens, zei Bkrenfeld zacht, Jullie maakt me week. Jullie weet, hoe graag Ik je mag. We zullen elkaar beusch wel onder betere omstandigheden terug zien. Laten we X kort maken, dat die lui daar niet kunnen neg gen: Barenfeld heeft hullend den aftocht ge blazen. Ik mkg niet sentimenteel worden. Eenlge malen liep hü de kamer op en neer en ging toen op Dores toe. X Oa je goed, Dores. Meneer Pfalzdorf weet mijn adres; als je mij noodlg mocht heb ben. En groet Jette van mij. (Wordt vervolgd). Zeker, mijnheer Friedrich. Dien man kun je overal voor gebruiken. Hm.... zoo.... U zorgt er voor, dat u ze door fooien erg bruikbaar maakt, nietwaar? Konrad Barenfeld keek zijn chef over de ta fel aan. Door fooien?.... Dat is by Dores niet noodlg. Maar u kunt toch niet ontkennen dat u Dores op een keer een daalder hebt gegeven? Of was daar een bijzondere aanleiding voor? Ik weet het niet; misschien had hij iets heel belangrijks gedaan dat goed betaald moest wor den? Konrad BArenfeld was, toen meneer Frie drich het over een „bijzondere aanleiding" had, vuurrood geworden. Bliksemsnel had hij naar Lisa gekeken,-die zwijgend en met llcht-samen- getrokken wenkbrauwen op haar bord staarde, alsof haar gedachten elders vertoefden. Toen drong hij zich tot een tuchtigen toon en ant woordde lachend: Dores is een domoor, om er zooveel ophef van te maken dat ik een half jaar geleden eens in een bijzonder opgewekte bul was. Op die manier hoeft hij werkelijk niet voor een herha ling te vreezen. Ik vrees van wel! Meneer Friedrich, zei B&renfeld geprik keld. het is hier, geloof Ik, niet de plaats om over dergelijke dingen te dlscussleeren. Laten we er niet meer over spreken. Ik wensch er echter juist nu over te spré ken. Staat n mü dan toe dat ik mij terugtrek. In het laboratorium van den Parüschen In genieur Eugen Carell, die zich bezig houdt met de vervaardiging van electrische apparaten voor geneeskundige doeleinden, heeft zich dezer da gen een merkwaardig phantoom vertoond, dat in vele kringen groot opzien heeft gebaard, te meer omdat het verschijnsel op de gevoelige plaats is vastgelegd en dus niet valt te looche nen. Ingenieur Carell, zijn 22-jarige zoon, verder r.og een monteur, waren in den laten avond met een experiment bezig, waarbij gebruik gemaakt werd van een zeer hoogen electrischen sterk stroom. Deze stroom werd tusschen twee elec- troden van een apparaat herhaaldelijk tot ont lading gebracht en het heels verloop ter con trole door een loopende film van een In het laboratorium opgestelde camerp opgenomen. Het experiment werd vijfmaal herhaald in een ruimte, die slechts weinig verlicht was en steeds werd bij de ontlading het laboratorium In een fel licht gezet. Plotseling gebeurde er iets onverwachts. De ontlading geschiedde gewoon, maar de vonk, die van de eene electrode naar de andere was overgesprongen, verdween niet onmlddeUUk, maar vormde zich tot een menschenhoofd, zoo duidelijk, dat de drie mannen van ontzetting begonnen te schreeuwen. Het phenomeen zal ongeveer een halve minuut geduurd hebben. Carell, ofschoon er van overtuigd, dat het ver schijnsel op de film was vastgelegd, herhaalde uit nieuwsgierigheid nogmaals het experiment, echter zonder resultaat. Eerst bij den derden keer vertoonde zich weer het electrische hoofd, maar de verschijning duurde nu korter. Verdere pogingen mislukten. Op de film was na de ont wikkeling het phantnom dtfldefljk teztew. Hier steh’ Ich an den Marken melner Tage, Oott, wie du wlllst, dlr hab’lch mlch ergeben. In de zaak ben Ik geheel tot uw beschikking. Een plotselinge stilte was Ingetreden, die Birenfeld gebruikte om zijn servet op te vou wen. Heinrich Pfalzdorf volgde onrustig Iedere beweging. Spaar u liever uw geld, barstte de apothe ker. die zijn woede niet meer kon inhouden, uit. De grap Is langzamerhand oud geworden. Over welke grap hebt u het? B&renfeld was opgestaan en hield de leuning van zijn stoel met belde handen omklemd. Zijn oogen fonkelden. Wel, de grap met de „Witte Zwaan,” die u zoo vriendelijk was telkens weer aan mijn adres te laten bezorgen. Verderen uitleg kan k u helaas niet geven. De.Witte Zwaan? U schijnt het zich liever niet te herinne ren? Dat kan ik me levendig voorstellen. Ik moet u om onmlddellijke ofiheldering vragen, meneer Friedrich. U bedoelt zeker juist andersom: Ik u. Meneer Friedrich, zei B&enfeld trillend van verontwaardiging, u overrompelt mij met uw Insinuatie. Ik heb er geen schuld aan dat deze gemeene lagter in tegenwoordigheid van de danles wordt behandeld. Lisa was opgestaan en wilde de kamer uit gaan. Je blijft, snauwde haar vader.Ik be veel het. Zonder een spier te vertrekken ging Lisa weer Zitten. Gemeene laster? hoonde de apotheker. O, Het centraal verslag van de arbeidsinspectie bevat weer het relaas van zeven ongevallen met doodelijken afloop, veroorzaakt door contact met het laag spannlngsnet. Ter waarschuwing clteeren wij het volgende (op blz. 171)7 Een verpleegster in een groot ziekenhuis wilde een bad nemen en daarbij tevens het haar was- schen; zij nam een electrischen haardroger mede In de badkamer. Des avonds miste men haar en bij 'onderzoek vond de geneesheer-dlrecteur haar toen geheel onder water In de badkuip liggen. Den haardroger, aangesloten op het 220 volt ge- lijkstroomnet door middel van een contactlamp- houder, die In een boven het bad op circa 2.25 M. hoogte hangenden lamphouder was ge schroefd, hield zij in de hand, stijf tegen het lichaam aangedrukt. De geneesheer-dlrecteur trok de contactstop uit den contactlamphouder, waardoor de ver binding van den haardroger met het net ver broken werd. De verpleegster bleek te zijn over leden. De geneesheer-dlrecteur constateerde op de rechterborst en den rechterbovenarm een viertal door electrlcltelt veroorzaakte brandwonden. Blijkbaar was de haardroger door een defect uitwendig onder spanning gekomen. Bij onder zoek van het apparaat bleek de verwannlngs- spiraal gebroken te zijn. Hierdoor werd het mogelijk, dat de gebroken einden met de metalen omhulling in aanraking konden komen, hetgeen dan ook als de oorzaak van het ongeval moet worden beschouwd. zoo eenvoudig dekt men hier zijn terugtocht niet U hebt mijn personeel opgestookt om op een gegeven oogenblik het werk neer te leggen; u hebt me willen treiteren om te maken dat Ik een hekel aan de zaak kreeg en om die zonder een cent vergoeding In handen te krijgen, hebt u een liefdesverhouding met mijn dochter aan geknoopt. Jawel, alleen daarom, schreeuwde hij. Met mijn dochter! Bevend en met onzekeren blik keek Bkren- feld van den apotheker naar Lisa. t U vergist u? papa, zei het meisje koel en alleen haar lippen trilden, licht. Wat dit betreft heeft men u fh elk geval voorgelogen, want meneer B&reneld en Ik zijn elkaar altijd vol komen onverschillig geweest. Verder wensch ik u goeden nacht. b&renfeld lachte grimmig en voordat Lisa de kamer kon verlaten, stond hij naast den stoel van den apotheker. Den naam van den ellendeling die dat ge zegd heeft! Vooruit, zijn naam! De apotheker deinsde achteruit. Maak voor den duivel dat u mijn huls uit komt, anders laat ik u er door mijn schoonzoon uitgooien! Wijs hem den weg even, meneer Rose, wijs hem de deur! Met bevende ledematen trachtte de provisor uit zijn stoel te komen. Ook mevrouw was bij het woord .schoonzoon” verschrikt opgestaan en Lisa bleef als aan den grond genageld midden in de kamer staan. U en uw „schoonzoon” zijn allebei niet goed bijheld van het dorp Wöbbelin. Op zijn zerk werden eenlge regels gebeiteld van zijn lied „Gebed tijdens den slag", later door Schumann op muziek gezet. zakelijk, maar weer at denk Je van deze diamanten ringen, in handen van Sir Alma was, terwijl hij tevens een vriéndelijk knikje van Dlny opving, die naar de wachtkamer terugkeerde. ..Neemt u plaats," zei ^rofgssor Didford za- kelijk. terwijl hij den Juwelierszoon een stoel toeschoof. „U is Bellroy Junior, is X niet?" „Jawel, mijnheer.” De professor nam Rudy scherp op, en sprak waar- :h verloofde met Antonie Adamberger )arin de oproep van het vaderland otn scores van vrijwilligers te vormen door sn Sen dorpen dreunde. Hij verliet zijn e e^n zijn positie, stelde zich geestdriftig t wan het vaderland en met overtuiging Het i Wie lei x>te vrijheidsstrijd tegen den tyran en :er van het Dultsche volk. Napoleon, laaide In al zijn felheid op. Körner zou, de dichter van dezen strijd worden. Hij verliet Weenen, ging naar Breslau en stelde zich onder bevel van den befaamden majoor von LUtzow. die in zijn gedicht «en zoo belangrijke rol zou spelen. Met groote plechtigheid geschiedde de eedaflegging In de kerk en zonder dralen dichtte Körner zijn lied op deze gebeurtenis. Geen gevecht, geen heldenfeit kon plaats heb ben. of de jonge dichter greep in de snaren. Hij werd In waarheid een gelegenheidsdichter van den oorlog. LUtzow trok met zijn jagers over Dresden haar Leipzig, waar het beroemde lied „LUtzows wilde Jagd" tot stand kwam, een gedicht, dat meer otn de wilde en holle frazen, dan om zijn dichterlijkheid beroemd werd. Daarna trok men Verder naar het Noorden, waar het corps van LUtzow den vuurdoop zou ontvangen, dien Körner, 'Inmiddels luitenant geworden, ver- eeuwigde In zijn bekende lied „Bondslied voor den slag". En naarmate het zegevierende corps ver der trok, zong Körner luider en luider, tot eindelijk de verdieping kwam, nadat hij bij een verraderlijken overval tijdens een wapenstil stand zwaar gewond werd. Te midden van zijn Pijnen dichtte hij: De vreemdeling, die ons bezocht, En reisde door ons land, Vond hier het land zoo beautiful, Zoo herrltch, zoo charmant! Het strand, de duinen en de zee, Zooals je die hier ziet. Die vind je met een telescoop Op heel de wereld niet! rfeesor Did- zijn deerde, dat Ik een pa tiënt had die aan waandenkbeelden leed en zich verbeeldde Rudy Bellroy te zijn. Ik ging het eerst binnen en stelde Bellroy Junior voor als den zoön van lady Balcomby. De rest liep als gesmeerd. Maar waar zullen we nu met den buit heengaan?” „Laten we In Londen blijven, dat Is het vei ligst" Drie weken later was detective Pace in ge sprek met z’n chef op het bureau van Scot land Yard. Nog Iets gehoord in die oplichtlngsaffalre in Ruffstreet, Pace?” ..Neen, zoo goed als niets en misschien tóch ook wèl Iets. „Slimme Plm”, u kent hem toch? gaat deze week trouwen. Z’n aanstaande vrouw Is voor ons een onbekende. Maar tóch neem Ik op den trouwdag van den Jongen Bellroy mee naar t stadhuis. Ik zou ma sterk vergissen als we dien dag geen goede kans maakten." met hem, alsof hij een schooljongen voor zich had. „Rn u kwam hier, om mij diamanten ringen te verkoopen." „Jawel Sir Alma; Ik heb slechts deae col lectie meegebracht. Mocht er echter geen keus stsseeaetzeestessa68e«Msessss8S8M8eee88M88aa«eesesa I I kenman, dacht Bellroy Junior, doch hij werd opgeschrikt door de vraag van den professor, of hij al lang In diamanten handelde. „Sinds Ik van de universitelt thuis kwam,” was Rudy’s antwoord. „Ik stam af van een zeer oude Juweliersfamille. Maar Ik meende, dat u mU voor de keuze van een ring liet ko men; kunt u me zeggen, of u reeds keus ge maakt hebt?" Sir Alma gesticuleerde druk met z’n armen. ..Neen, ik vrees van niet, ik heb slechts één verzoek en dat is of u mU nog eens een ander sortiment zoudt willen bezorgen?" „Natuurlijk!” antwoordde Rudy „Geeft u me deze ringen dan terug.” Sir Alma overhandigde Rudy de doos en deze verliet de kamer. Nog geen minuut later storm de hij weer de kamer van den geleerde binnen en riep: „M’n ringen, waar zijn ze? Hier Is oplichting In X spel!” Opeens liep hij haastig naar een der ven sters en keek naar de straat. „Waar Is de secretaresse van lady Balcom by? Waar Is haar wagen?” Sir Alma keek verwonderd naar den opge wonden Jongen man, die maar doorschreeuwde. „Het is voor meer dan 20 000 pond aan ju- weelen! Als het een grap is, zeg het me dan professor, anders moet Ik Scotland-Yard waar schuwen." Gejaagd liep Sir Alma naar z’n telefoontoe stel en vroeg een nummer aan. „Ja, hallo, ik wensch lady Balcomby direct te spreken, het Is van dringenden aard....” „O, Is u daar, lady? U spreekt met professor Didford. Hebt u uw zoon vanmorgen naar mij toegestuurd? Neen, zegt u? Uw secretaresse ook niet? Dank u. U excuseert me zeker wek” HU hing den ontvanger weer op het toestel en wendde zich tot Rudy. ..Bellroy, de vrouw die hier was, gaf me geen ringen. Ze overhandigde mü slechts een ledige doos. Ze vertelde me dat u lady Balcomby’s zoon was, die aan waanvoorstellingen leed en dacht de Juwelier Bellroy te zijn. Daar Ik spe cialist ben In zielsziekten,* verzocht ze mü een vluchtig onderzoek te willen Instellen naar uw ziekte. Ze zei me ook, dat daarbü de juweelen- doos voor mü van groot belang zou zijn. Dit zUn de feiten, mijnheer. U kunt zich dus gerust onmlddeUUk tot Scotland-Yard wenden.” Ongeveer tezelfder tijd zat Diny Farmham op de punt der tafel, In een der gemeubileerde ka mers van een flat In Locksey-park, met glim men Plm” te keuvelen. „Hoe kwam je op het Idee?” vroeg hij. „Wel, lady Balcomby’s zoon tenland gegaan -maar tk dat rn moede? hem verzocht prol- fort te raadplegen. Welnu, Ut ging In plaats, en vertelde den gel waant De grachten vond men very nice. Romantisch en apart. Ook oude stadjeS^stalen weer Het preemdelingen-hart! De vreemdeling vond Neerland schoon; Men zei of schreef voldaan: Een land, dat zóó bekoorlijk is, Trekt onweerstaanbaar aan! Heb je nu al gesloten, Engelbert? vroeg fcevrouw Friedrich aan haar man. Zooals Je ziet, was het antwoord en me vrouw zweeg. s Max en Moritz moeten vanavond In de keu ken eten, decreteerde de hulstyran en de jon gens lieten zich dit bevel dat hun perspectieven Van zelden genoten vrijheden opende, geen twee- tnaal zeggeh; met hun borden in de handen gin gen ze grijnzend heen. Mevrouw Friedrich keek angstig en vol span- »ing naar haar man, die met een elgenaardlgen blik mijnheer Rose de sleutels overhandigde. ZU voelde bij intuïtie dat er Iets-ging gebeuren. Bet wegsturen van de kinderen was al een on- bedriegelUk voorteeken. ZU had zich niet vergist. Nu, meneer Barenfeld, begon de apothe ker na eenlge oogenbllkken, smakkend, Is u over het tevreden, over Dores bUvoor- beeld? eden honderd twintig jaar geleden stierf de DuRsche dichter Theodor Körner. Zijn dood was noch in de geschiedenis der Dmtsche literatuur, noch In die van het Dult- sche volk een gewichtige gebeurtenis, maar toch zal het land van Hitler zijn dood her denken, omdat in dezen jongen onstulmlgen romanticus een type heenging, dat niet alleen voor dien tUd maar ook voor het huidige Duitschland teekenend Is. Dat Körner een dichter was. sthUnt steeds van minder belang geweest te dijn, dan dat hU een dichter was van bruisende strijdliederen. Als zoodanig werd hU in zUn tUd vereerd en als zoodanig Is hU gestorven en als zoodanig wordt hU op dit oogenblik vereerd, méér door de Dultsche jeugd dan door de Dultsche kunste naars. ZUn dood op het slagveld, gevolg yan een VUandelijken kogel, ging onmlddeUUk vooraf door een gedicht, dat hU zwaargewond op schreef. en wie zoo voor het vaderland sterft, mag tot op den huldigen dag op eer en dank baarheid rekenen. Het is overigens moellUk uit te maken, of Körner meer soldaat was dan poëet, al moet erkend worden, dat zijn liederen beven van op rechte vaderlandsliefde. Op 23 september In 1791 geboren, genoot Theodor Körner, dank zU de verlichte op vattingen van zUn vader, een uitstekende op voeding. Reeds vroeg voelde hU roeping voor het dichterschap en dit gevoelen werd niet weinig aangewakkerd door het feit, dat Schiller, die zUn vaders Intieme vriend was, dagelUks in den huize Körner vertoefde. Behalve de pen hanteerde hU ook de viool en de gultaar. Op zeventlenjarigen leeftUd verliet hU zUn vaderstad Dresden en vertrok naar de Berg- academie in Freiberg, waar hU het leven der bergbewoners leerde kennen en niet verzuimde dit In felle, romantische kleuren te schilderen. Reeds toen dichtte hU sonne^en, die voor- namelUk religieus getint waren. Tot voltooiing van zUn wetenschappelUke opleiding bezocht hU daarna Leipzig en BerlUn, om elndelUk In Karlsbad terecht te komen tot herstel van zUn geknakte gezondheid. In 1811 ging hU naar Weenen, waar hU de dichters Wilhelm von Humboldt en Friedrich von Schlegel leerde kennen, die een grooten invloed op zUn dich terlijke vorming hebben uitgeoefend. HU schreef een reeks drama’s die een ongekend succes hadden en die hem de aanstelling tot hof- theaterdichter verzekerden. Vooral het drama „Zriny” met zUn feilen patriottlschen Inslag, dat den strijd van een Hongaarsche vesting tegen de Turken in beeld bracht, maakte hem beroemd, waartoe niet weinig het feit bUdroeg, dat hU dit stuk in minder dan vier schreef. Reeds in dit tooneelstuk ontpopte Kömer zich dus als de vurige patriot en hU zou dit nog vaak doen. o. a. In zUn kort daarop volgend gedicht over den slag bU Aspern, dat hem een béidwpnlng - veer den aartshertog Karei be- i zorgdci. Dit geschiedde In 1813, het jaar in hU zi t en.... w»; een Jage/ de steden verloofde In dienst dichtte 1 wUs, zei ze met diepe minachting. Het* is een walgelUka, comedle. Op *t zelfde oogenblik voelde de'provtsor een brandende pUn op zUn linkerwang en hU tui melde achterover. Judas, Je verdiende loon! En gevolgd door Pfalzdorf ging Bkrenfeld, X hoofd omhoog, de kamer uit. Het was alsof de anderen door den bliksem waren getroffen. De apotheker had zich zUn triomf heel anders voorgesteld. Meneer Rose kwam het eerst weer tot zichzelf. Voor dien slag, stotterde hU, zal de kerel betalen. Dat kost hem minstens vUftlg mark. Wacht u maar eens af, zei Lisa, den laste raar spottend aanziend en ze stapte hem voor- bU naar de deur. Wacht u maar eens af; mis schien maakt meneer B&renfeld er wel een rond getal van! Met een smak Uet ze de deur achter zich in bet slot vallen. Konrad Bkrenfeld was zonder een woord met Heinrich te wisselen, de binnenplaats overge stoken, om dadeWk naar zijn kamer te gaan. Dores stond voor de deur en wenkte zUn vriend Pfalzdorf; hü had het spektakel boven gehoord en zich op het laatste oordeel voorbereid. Hein rich gaf hem een teeken om hem te volgen en Dores stapte met een bedrukt gezicht achter hem aan. Konrad B&renfeld nam van de aanwezigheid van de twee anderen nauwelUks notitie. HU haalde zUn koffer te voorschijn en begon te Maar hU werd gered. Vrienden hadden hem met gevaar voor eigen leven verborgen gehou den en toen hU weder genezen was, keerde hU terug naar zUn troep, die in de nabUheld van Hamburg lag. Kort daarna kreeg hU opdracht om in een bosch tusschen Schwerin en Gade busch een provlandkolonne te overvallen en op deze plaats was het. dat hU zUn „ZwaardUed" dichtte, een lied, dat Iedere Dultsche jongen van buiten kent: Dlny?” „Slimme Plm”, gekleed In nauwpas- aënd’ wandelcoetuum, de gele handschoenen styf in de rechterhand gekneld, stond voor de etalage van Bellroy en Zoon, juweliers In Ruff- street, toen hU deze vraag stelde. „Wat bedoel je Plm?” vroeg de jonge dame die hem vergezelde. „Nou. dat Is duldelUk genöeg! Wanneer iemand ons bUv. morgen die ringen bracht, dan waren we uit den brand en konden we trouwen!” Dlny’s volle, mode Uppen persten zich samen. „Wat bazel je toch, Plm?” hernam ze ver baasd. „Nu, de oude Bellroy is op reis en z’n Jong ste zoon Rudy heeft het beheer over de zaak. En daar Rudy graag een Uef gezichtje ziet, kon JU, met je aardige verschUnlng, gerust den winkel binnengaan. Ik ben er zeker van dat hU Je op zou merken. Dat kon de eerste stap In de goede richting zUn." Dlny zei niets, maar staarde nadenkend voor zich uit als iemand, die niet begrUpt. Maar „Slimme Plm” ging voort: „Als kamer meisje van lady Balcomby heb je volop de ge legenheid gehad, de manieren van den be stand af te kUken. Hiermee wil Ik natuurlUk niet beweren, dat je je zelf als een aristocrate voor zou kunnen doen, maar als iemands particuliere secretaresse, zal dit voor Jou niet zoo bezwaarlük zUn, vind Ik.” „Ja, die mogelUkheld bestaat,” lachte ze en stak haar arm door den zUneprx „En zUn er nog bUzondere hulpmiddelen noodlg?” „Neen, een taxi en een goed zittend mantel pakje zijn voldoende.” „Goed, dan kunnen we tot den aanval over gaan.” Den volgenden morgen, omstreeks half twaalf, stopte een donkerblauwe „Bulck” voor den In gang der juwellerszaak Bellroy Zoon in Ruffstreet. Een slanke Jonge dame stapte uit en liep, na even de etalage bekeken te hebben, met groot air den winkel binnen. De Jonge Bellroy haastte zich haar te be dienen en zei met een lichte buiging: „Goeden morgen Juffrouw.” „Goeden morgen," deed het meisje vriende- lUk, ,Jk kom namens professor Sir Alma Did ford, den psychiater, die u zeker wel be kend is.” „Zeker dame, de naam Is mU heel goed be kend. Waarmee kan Ik u van dienst zijn?" ,JBlr Alma wenschte een cadeautje voor den verjaardag van z’n zuster. Z’n keus is daarbU op een diamanten ring gevallen. U begrUpt echter, dat hU geen gelegenheid heeft om te winkelen, zoodat „Ik begrijp het al; de professor wil zeker een zlchtzendlng ontvangen?” „Juist, mUnheer. Maar zAï u misschien ge legenheid hebben, nu direct met mU naar Har- ley-street te rijden? Dan zou de professor on- middellUk keus kunnen maken.” „Zeer zeker gaat dat dame, uw wagen staat, naar Ik meen, voor de deur.” ,Hu een sdSdere vraag: welke collectie moet Ik meenemen?" ,Als het niet te veel gevergd Is, zou Ik de ringen die in X front der etalage staan, gaar ne even wat meer van dichtbU bekUken.” „Uitstekend, tot uw dienst.” Dlny’s oogen gleden over de prachtige rin gen. en taxeerden ze In gedachten. „Deze serie dan maar,” zei ze, terwUl ze Rudy met haar llefsten glimlach aankeek. Spoedig waren de ringen In een doos gelegd en r«en>-B*py:gy Tkr jJtjoge fle^roy tpeL den wogen weg. Voor een woning In Harley-street stopten ze; de deur werd door een deftig gegalonneerden huisknecht geoj>end. „Secretaresse van lady Balcomby,” zei Dlny gewichtig. Ze werden in een groote wachtkamer met twee deuren binnengelaten. NauwelUks was de bediende verdwenen of Dlny wendde z'ch tot Bellroy met de vraag: „Wilt u mU toestaan de ringen aan Sir Alma te laten zien? Zoodra hU keus gemaakt heeft, kan hU met u de betaling regelen.” De andere deur werd geopend en de profes sor wierp een blik om den hoek van de deur. Rudy Bellroy herkende hem direct van de por tretten der nieuwsbladen en geïllustreerde rijd schriften Haastig duwde hü het meisje de doos in de hand en zag haar door de openstaande deur binnengaan. Na eenlge minuten werd de deur echter weer geopend. „Komt u binnen. mUnheer Bellroy." Rudy stapte naar binnen en zag dat de doos A 11 °P dlt bIad ing’volge de veraekertngivoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f b(J een ongeval met f OCfl bU verllee van een hand f 9C verlies van een f Cf) _t>U een breuk van f Jf) bU verlies vanjn abO IITIC J ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen T <3UUU»~ verllee van belde armenToelde beenen of belde oogen I doodelUken afloop T een voet of een oog Z duim of wijsvinger vU» been of arms "Vs anderen vidker In hetzelfde graf rusten thans ook de over blijfselen van Kömer's vader en zuster. Afgezien van de werkelüke waarde van zUn dichtwerken, mag men vastst Jen, dat géén dichter In Dultschland zooveel geestdrift onder de jeugd heeft verwekt als deze laaiende oorlogspoëet, wiens dood heden wordt her dacht. De molens zijn zoo pittoresk, De ophaalbrugjes fijn, En dorpjes aan het IJselmeer, Vooral no

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 27