Kometen en meteoren beauraing en banneux Echtscheidingen LIP HOUDING DER H. KERK 'A.. ZATERDAG 26 AUGUSTUS I t W Gevolgen voor ons, aardbewoners? p r i DE DUITSCHLANDVLVCHT Vóór- en tegenstanders Kindertal per gezin Geheimzinnige vondst g NIEUWE BEZUINIGINGEN Bij de Nederlandsche Spoorwegen ii MIDDEN OP DEN OVERWEG Tractor van een zwaren vracht wagen losgeraakt DE MISSIO CANONICA Ij Hofbericht huis der kinderen Voisin (verfwinkel). Verandering van reisroute toe gestaan In 10 jaar tyds vardubbald* het aantal van hen, die ge ne heid en leven Jongen ernstig gewond by de ont ploffing van een blikken bus 4 llllllllllllflIllllflIllllllllHflMIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIllIttlIllllllllllllllllIlllll meenlngsverschlllen voor ge- D. naar et Le gen n t. Het hui» der kinderen Degeimbre (boerderij) een n i. Over- r 1 .1 Mr. Q. KELLLER e :1 a [1 LT te r Q e ff h o t st le L i ïn :n er -0 »- e >t :t s. I- :t 1- St in n. ■n et :n :n ie n. ■n In P e (1 it 4 Uiterlijk kan een komeet van grooten om vang zijn, maar ze Is men vergeve ons de uitdrukking groot voor niets. Een ko meet, die in 1811 heel de wereld In beroering bracht en waaraan men zelfs den schitteren den wijnoogst van dat jaar meende te moe ten danken, was zeker driemaal grooter dan het vlak van de maanbaan om de aarde, vele andere zijn bescheidener doch hebben niettemin vaak een middellijn van een mll- lioen kilometer. Daarentegen is de massa er van miniem, het is een gasbol met een kleine kern, en een komeet, die tusschen Jupiter en zijn satel lieten doorvloog oefende zelfs op de klelfi- ste maan van Jupiter geen waarneembare aantrekkingskracht uit. De staart is, bij wijze van spreken, heelemaal niets. Spec- tografisch heeft men eenlgszlns de samen stelling er van kunnen nagaan. Een uiterst moeielljk werk, omdat het toch al zwakke schijnsel van de staart goeddeels uit terug gekaatst zonnelicht bestaat en het spec trum daarvan ons niets nieuws kan vertel len. Intusschen meent men uit het eigen spectrum van vele staartsterren te mogen afleiden dat de lichtgevende bestanddeelen van komeet en staart zijn verbindingen van koolstof en stikstof, men vindt er blauw zuur, natrium, magnesium, vermoedelijk ook ijzer eM andere metalen in, doch een kometenstaart is zoo ongelooflijk Ijl, dat ze nog minder materie bevat dan een buis, die men zoo goed mogelijk met de lucht pomp luchtledig heeft gemaakt. Trots alle inspanning blijft daar toch altijd nog Iets in en de geringe dichtheid van de lucht in de leeggezogen buis Is toch nog altijd groe& ter dan de dichtheid van een kQmetenstaam' Hij kan dus naar menschelijke opvatting geen kwaad doen, en proefondervindelijk is dit ook bewezen: een paar Jaar geleden is onze aarde door een kometenstaart om zwiept geworden en geen sterveling heeft er eenige weet van gehad, geen levend wezen of plant heeft er ook maar het geringste leed van ondervonden. Mocht het ooit tot een botsing tusschen de aarde en een ko meet komen, de kans is evenwel uiterst ge ring, dgn loopt het ook wel met een sisser af. Onze oude aarde kan wel tegen zoo’n stootjeI De komeet zou er ongetwijfeld het slechtst bij varen en uiteenspringen. Inderdaad schijnt dat uiteenspringen, door welke oorzaak ook. wel eens voor te komen en dat is. naar men aanneemt, de oorzaak van de periodieke sterrenregens te zijn. Ieder onzer' heeft weleens, naar den hemel starend, een vallende ster of meteoor waargenomen. Bij onafgebroken waarne ming van het donkere uitspansel kan men drie of vier maal in het uur zoo’n lichtende streep zien verschijnen en verdwijnen. Dat is een vallende ster, een stofje of ook wel grooter voorwerp, hetwelk door onzen dampkring schiet en. door de wrijving er van tot gloeihitte gebracht, weer In de on eindigheid verdwijnt doch ook wel op de vz ■w -w yanneer een komeet zich aan het on- yy gewapende oog vertoont, maakt het gros van het publiek zich on gerust. Voorzoover wij weten, heeft zich dit jaar nog geen komeet van eenige beteeke- nis aan het uitspansel vertoond, maar als straks, waarschijnlijk In den loop van het volgende jaar, weer een staartster zich aan het hemelgewelf afteekent, kan men er ver zekerd van zijn, dat velen toch niet heele maal gerust zullen zijn omtrent de gevolgen van die verschijning voor onze aarde en hare bewoners. Dat is altijd zoo geweest. Hoe ver men ook In de geschiedenis teruggaat, telkens ont moet men verhalen aangaande onheilen, extra-warme zomers, aardbevingen en an dere calamiteiten, waarvan de komeet de oorzaak zou zijn geweest. Laten wij daarom beginnen met de verklaring, dat een komeet een volstrekt onschadelijk hemellichaam is, maar., daarom niet minder interessant. Wij weten nog lang niet alles van de kome ten af; o.a. is het veld der onderstellingen omtrent hun ontstaan en hun plaats in ons planetenstelsel nog onbegrensd- Doch met behulp van teleskoop, fotolens en spec- traal-analyse, alsmede heel veel geduldig waarnemen en oneindig veel gecijfer, is men toch wel het een en ander betreffende den aard der kometen te weten gekomen. Wanneer een astronoom of ook wel een liefhebber zich er op wil toeleggen kometen te ontdekken kometenjagers noemt men ze weleens met een ietsje minachting dan zet hij zich na zonsondergang of even voor zonsondergang achter een licht hanteer baren kijken met groot veld en doorzoekt daarmede den gezichteinder, in de eerste plaats In de buurt van het punt waar straks de zon zal verschijnen of deze kort tevoren is verdwenen. De reden is, dat een komeet het gauwst ontdekt wordt, wanneer zij het dichtst bij de zon of, om een astronomische uitdrukking te gebruiken, in haar perihe lium staat. Verschijnt nu een nevelachtig vlekje In zijn gezichtsveld, dan neemt hij een naast hem liggende sterrenkaart ter hand, waarop ook alle nevelvlekken zijn aangegeven, en controleert daarmede, of wat hij ziet Iets anders is als wat op de kaart voorkomt. Blijkt hij niets nieuws ge vonden te hebben, dan zet hij zich maar weder aan het speuren met het geduld van een hengelaar, tot hij ten slottenen neveltje ontdekt, dat niet op de kaart voorkomt en dus Z K H Prins Hendrik is Vrijdag uit Den Haag vertrokken voor het maken van een zeiltocht van eenige dagen op de Zeeuwsche wateren langs de kust van Belgia De bekende Travemunder piloot Hagen ilinks), met zifn autogiro, waarmee hij b(j de Duitschlandvlucht zal starten. v- Vroeger moest op lederen trein minstens één hooldconducteur aanwezig «IJn. In verband met de nieuwe bezuinigingen en verandering der voorschriften, behoeft voortra, n aldus lezen we in het Leidsch Dagblad” op ledige treinen, posttreinen en goederentreinen, echter niet grooter dan dertig wagens geen hoofdconduc teur meer aanwezig te zijn, maar zullen de werkzaamheden van den hoofdconducteur door den machinist of wagenvoerder vervuld worden. Deze maatregel beteekent een aanzienlijke be zuiniging van treinpersoneel. Deze bepaling is niet van toepassing op rel rigers treinen. Mr. dr. J. Brands, In een artikelenreeks: „Wat gebeurt er te Beauraing?’* verschenen tusschen 23 Juli en 9 Augustus In het dagblad „De Scheld^” te Antwerpen sluit zich aan bij degenen, die hun wan trouwen staven met argumenten. Over Banneux bestaat veel minder litte ratuur: zij is bijna geheel door overtuigden geschreven. Een „tegenstander” is ons niet bekend. Wij noemen: Armand Gerardin. Verschijningen te Banneux. Uit.: „Rex" Leuven. J. v. d. Velde Banneux. Drukkerij C. Govaers, Deurne (31 blz.) Roger Saussus. Notre Dame de Ban neux éd. Rex. Louvain (141 blz.) (Proza gedichten met korte Inleiding, waarin de feiten worden opgesomd). N. N. N o t r e D km e desPauvres. Verscheen anoniem en is niet in den handel. Felle aanval op allen, die twijfel opperen. Dom van Houtryve C. S. B. Banneux. Critique Interne, éd. Rex. Louvain. (In voorbereiding). Nauwelijks was het voorwerp onder water ge dompeld of, zoo vertelt „Het Volk', het ont plofte met bevtgen knal. Een groote vlam steeg uit het water op, waardoor O. Bulten ernstig aan het gelaat werd gewond. Omwonenden kwamen op het gehoor van den knal af en brachten het gewonde knaapje bq de weduwe R. binnen. Dr. Renting. die do eerste hulp verleende, achtte overbrenging naar het Miekenhbis in Arnhem noodzakelijk. Men vreest voor beiue oogen. De andere knaap kwam met den schrik vrij. De politie, die hier voor een volkomen raad sel staat, heeft zich Inmiddels met den politie deskundige dr. Hesaeling uit Arnhem in ver binding gesteld. Het ontplofte vooiwei p, dat een Duitsch etiket droeg, moet daar ter plaatse door iemand zijn neergelegd. Doch wie en met welk doel hij dit heeft gedaan, zijn vragen, over «-eiker beantwoording men tot nu toe vol komen in het duister tast. Iets naders kon de politie nog niet mede- deelen. ernstige arbeid. Zooveel moge lijk, op zijn minst drie maal achtereen, wordt de plaats van waarneming nauwkeurig vastgesteld, en wanneer de zekerheid is verkregen, dat er een komeet is gevonden, wordt dit tele grafisch via de sterrenwacht te Kiel aan de astronomische wereld bericht. Gezamenlijk bestudeert men het doorgaans voor het bloote oog onzichtbare vlekje, berekent de baan, wat een werk van groot geduld is, en intusschen wordt het vlekje grooter, het blijkt ih het midden een lichtende punt te hebben, terwijl zich een staart ontwikkelt, welke bij sommige kometen, die met het ongewapende oog zijn waar te nemen, een eerbiedwaardige lengte kan krijgen en die steeds van de zon Is afgewend. De komeet wentelt om de zon heen, verwijdert er zich vervolgens van. wordt kleiner en zwakker, de staart vervaagt en na enkele weken of geslorpt In de oneindigheid. Nu eens is dat bezoek, hetwelk niet herhaald wordt, de ko meet blijkt dan geen gesloten, ellipsvormi ge doch een parabolische of hyperbolische baan te beschrijven of wel door de aantrek kingskracht van een of andere planeet op een dwaalweg te zijn gebracht. Wordt een ellips beschreven, dan is deze veel gerekter dan de baan van een planeet en terwijl sommige kometen een omloopstijd van 5 tot 8 Jaar hebben, zijn er vele andere, die 60, 70 en meer jaren noodlg hebben om hun baan om de zon te beschrijven. Waaruit nu bestaat een komeet? Daaromtrent heeft men lang in *t duister verkeerd, zoodat het no»mogelijk was. dat de Fransche geleerde Flammarlon serieus de vraag besprak, of een komeetwelllcht ook bewoonbaar kon zijn. Nu, dat daarvan geen sprake kan zijn, weet men thans wel met zekerheid. Men moet zich een komeet voorstellen als een kluit los bijeen blijvende stof, steenbrokken, metaal of wat dan ook. welke zich met groote snelheid om de zon beweegt. Nadert het vormlooze hemelli chaam deze SQmsJtqt op een paar mlllioen K.M., dan zet zich een deel der materie in gas om. hetwelk de kluit 4C kern, zooals de officleele benaming luidt, 'omgeeft. Nu is het een natuurkundig vaststaand feit, dat, wanneer stofdeeltjes kleiner zijn dan 0.0016 m.M., de zon ze niet tot zich trekt, wat op grond der wet van de zwaartekracht zou moeten geschieden, doch de zonnestraling ze wegstuwt. Die weggestuwde gasvormige deeltjes behouden evenwel de primaire rlchtlngsbeweging van de kern, zij het met ietwat vertraagd tempo en vormen achter de komeet een sliert ©f staart, welke zich In tegengestelde richting van de zon af- bulgt en meestal een waaiervormige gestal vermoedelijk nieuw is. Nu begint de te aanneemt. Voortaan zullen reizigers niet meer aan de eenmaal gekozen reisroute gebonden zijn, maar mogen hun reis langs *n anderen reisweg ver volgen dan op de plaatskaart aangegeven is, meldt het Leidsch Dagblad. Bjjv. mag een reiziger met een plaatskaart Utrecht-Nijmegen, zoowel over Ede als over Cu- lemborg. Hel. Rhenen als Bilthoven reizen. Een reiziger met een plaatskaart Wassenaar- Rotterdam, mag zoowel over Pynacker als Delft reizen. Een reiziger van Haarlem naar Uitgeest mag zoowel over Amsterdam als Beverwijk rei zen. Een reiziger met een plaatskaart Leiden- Den Haag-Boxtel, mag zoowel over Delft. L*n- geweg. Oisterwijk als ovet Voorburg. Vleuten. Culemborg reizen. •J met meer dan 100.000 het gemiddeld kindertal de zuidelijke provincies Noord-Brabant: 3 73 en in Limburg: 360. Deze cijfers geven dus alleen het aantal kinderen, niet het aantal geboorten per gezin. Dit ligt over de heele Unie hooger. r Donderdagavond, omstreeks zeven uur von den de elfjarige O. Bulten en de vijftienjarige Vespering' achter de garage van den heer A. J. Brus. gelegen aan de haven te Doesburg een gesloten blikken bus. De beide knapen waren nieuwsgierig de- inhoud van de bus en sloegen het deksel er af Toen een der knapen met natte handen aan het voorwerp in de bus kwam, begon dit te werken Hierdoor werd hun nieuwsgierigheid nog meer opgewekt en G. Bulten dompelde de bus onder water. Z H. Exc. de Blsschop van Haarlem heeft de Missio Cauonica verleend aan de heeren M. Zwarthoed en j. Dudok, onderwijzers aan de R. K. L. O.-school te Anna Paulowna. (,Bt. Bavon Gistermorgen omstreeks tien uur reed o, groote zeswielige vrachtwagen van den expedi teur Hoogeboezem uit Rotterdam, getrokken door eentractor, over den spoorwegoverweg bij de Blnnenvaartsloot te Delft. Plotseling raakte de wagen los van de tractor en bleef midden op den overweg staan. Daar de wagen geladen met Ijzerwaren en dus zeer zwaar was, wat het niet mogelijk deze te verplaatsen. Een kraan- wagen van de firma de Graaf uit Delft werd te hulp geroepen en deze sleepte den vracht wagen s[>cedlg den overgang over. Inmiddels waren drie treinen van den dienst Amsterdam —Rotterdam den overweg genaderd, die met een half uur vertraging den dienst weer kon den hervatten. Een vergelijking van de uitkomsten der volksteUlng 1930 met die van de vorige maal, leert dat het aantal van hen. die leven in den staat van echtscheiding, bijna is verdubbeld. In 1930 werden als zoodanig geregistreerd: 17 055 In 1930 reeds 30 944. Het gemiddelde kindertal per gezin bedroeg in 1930 318 (1-9M823 mannelijke en 1.834.310 de groote steden met meer dan Inwoners bedroeg het gemiddeld per gezin 1.84. In de zuidelijke bedroeg hetIn werkelijkheid. Daarom besloot de plaatso- Ujke geneesheer, sedert 5 December 1932 getuige der feiten, al spoedig tot de uit gave van een boekje, dat in het Fransch en in het Vlaamsch verscheen: Dr. Maistriaux. Wat gebeurt erte Beauraing? Uitgave .Rex Leuven (43 bladzijden). Een rusUg rapport, dat echter duidelijk te kennen geeft, hoezeer de schrijver onder den indruk der gebeur tenissen kwam. Dr. Maistriaux is een over tuigde, ofschoon hij in dit werkje niet wil komen tot een positieve gevolgtrekking. De copy is onderteekend op 1 Januari 1933 dus tijdens de periode der verschijningen Daarom is het boekje onvolledig. Het werd aangevuld in een tweede brochure. Dr. Maistriaux De laatste ver schijningen van Beauraing. Uit gave „Rex’ Leuven (68 blz.) met vele illustraties. Het werkje is geestdriftig ge steld en eindigt met den wensch: „Moge Heilig Hart van Maria eerlang de bevesti ging geven van de geheimnisvolle bood schap, die op zekere avonden door de „schoone Dame van hun visioeneq” aan vijf onzer kinderen werd gedaan”. De copy is onderteekend op 10 Januari 1933, dus een week nadat de laatste „verschijning" door de kinderen werd waargenomen. Thans kwam de eerste „tegenstander" in het geweer. Er verscheen een werkje: C. Derselle Beauraing Etsi c’étalt le diable? (Als het de dulxel- eens was?) (62 blz.) Uitg.; Ed. Universelies S. A. Bruxelles. De schrijver geeft ver schillende gronden aan, waarop hij den bo vennatuurlijken oorsprong der feiten meent te mogen loochenen. (Het verleden der kin deren, het late uur der verschijningen, de houding der kinderen, tiet verschil met Lourdes, La Salette, Fatima en Pontmain). In werkelijkheid zijn er twee schrijvers, die denzelfden naam dragen, n.l. Kanunnik Charles Derselle, doctor theologiae te Hal ma, en geneesheer Camiel Derselle, doctor med. te Silenrieux. Zij hebben samenge werkt. Hun copy is onderteekend 14 Januari 1933 Deze brochure lokte velerlei verzet uit, In bladen, tijdschriften en boekjes. Jan Boon, hoofdredacteur van „De Standaard” te Brussel, wiens blad wel haast dagelijks een „Kroniek van Beau raing" bevat, beoordeelde het boekje zeer ongunstig. Kan P. Haflants, schrijver van letterkun dige opstellen en samensteller van verdien' stelljke schoolbloemlezingen uit de Fsail- verzette zich tegen de Derselle in de Vlaamsch krankzinnigengesticht, en be kend psychiater, concludeert in bet „Vlaamsch Geneeskundig Tljd- schrift” van 10 Juni 1933, dat Albert Voisin een mythomaan zou zijn, die de an dere kinderen zou hebben meegesleept. Prof. Dr. M. de Munnynck O. P. in het Jaarboek 1932193k der R. K. Studenten vereenlglng „Hollandla" te Freiburg con cludeert: „De gebeurtenissen stichten ons en brengen ons dichter bij God. Dit is alles goed en wel, maar het objectieve vraag stuk is nog niet opgelost.” Hij legt nadruk op de vrijheid van meénlng omtrent het karakter der feiten. blUHIlllllllltlIHIUHIllllllllHHIHIIWIIIIIIlulllullflHIllieiHllinillltlIllÜ Een officleele kerkelijke erkenning, dat personen te Beauraing en te Banneux In derdaad Maria hebben gezien, is dus niet te verwachten. Hoogstens mag men ver wachten, dat de devotie van deze pelgrims oorden Indien zij blijvend is, erkend wordt als een eerbiedwaardige traditie. Verplicht de H. Kerk ons dus niet, te ge- looven aan den bovennatuurlijken oor sprong der feiten van Beauraing en Ban neux, zij verbiedt ons allerminst, geloof te slaan aan de mededeelingen van betrouw bare personen. Er heerschen meenlngsverschlllen om trent Beauraing en Banneux. Geen enkel kerkelijk gezag verbiedt deze meenlngsver schillen. Wij staan hier voor een vrije kwestie. Van die vrijheid wordt natuurlijk bruik gemaakt, en dit is geenszins afkeu renswaardig. Noch degenen, die owertulgd zijn van de waarachtigheid der getuigenis sen, noch degenen, die deze waarachtigheid in twijfel trekken, noch ook degenen, die deze waarachtigheid op ernstige gronden ontkennen, mag men beschouwen als slech te katholieken. Dit stellen wij voorop, alvorens een kort overzicht te geven van den pennetwist, die door Beauraing en Banneux, vooral in België, werd uitgelokt. De eerste schrijvers over de feiten van Beauraing waren de verslaggevers der Bel gische dagbladen, wier relaas klaarblijke lijk niet steeds geheel overeenkwam met de sche litteratuur, voorstellingswijze van „Libre Belgique*. Mgr. Schryrgens verdedigde Beauraing in de „Revue catholique des idéés et des faits’* niet alleen tegen Derselle, maar ook tegen de rapporten oer „Etudes Carmélitaines”. waarover nader. Roger Saussus Le Scandale de Beauraing Ed. „Rex" Louvain (63 blz.) schreef een gansche brochure te- Derselle. De auteur behoort tot de Waalsche katholieke Jongere dichters Zijn polemiek is rijk aan insinuaties. De argu mentatie is vaak uiterst persoonlijk Het werkje eindigt met een gebed. De Inleiding is onderteekend op 30 Januari 1933. aarde terecht komt om dan als meteoor te boek te staan. Er zijn echter ook een soort van sterrenregens, waarbij uit één deel aan het uitspansel vurige punten en strepen verschijnen om na aldus van hun bestaan kennis te hebben gegeven, weer te verdwij nen. TerwjJl zoo’n sterrenregen steeds uit hetzelfde punt des hemels verschijnt, ge schiedt dat met zekere regelmaat. Zoo kan men er vrijwel staat op maken, dat om streeks 28 Juli uit het sterrebeeld De Wa terman een regen van vallende sterren voor ons oog verschijnt en verdwijnt. Tus schen 10 en 13 Augustus. 18 en 20 October, 14 en 16 November enz. doet zich hetzelfde verschijnsel, echter uit andere sterrenbeel den, voor. De oplossing daarvoor is gevon den door den Italiaanschen astronoom Schiaparelli. Hij heeft de zeer aannemelijk hypothese opgesteld en toegellcht. dat die vallende sterren en meteoren fragmenten zijn van kometen, die, door welke oorzaak ook, uiteengespat zijn De stukken en brok ken. groote zoowel als uiterst kleine, werden daardoor evenwel niet verhinderd den kringloop om de zon als voorheen voort te zetten, al moge er misschien eenige wijzi ging in de baan zijn gekomen. Als die baan onzen dampkring raakt of snijdt, wordt alle materie, die daarin te recht komt door de wrijving in gloeienden toestand gebracht. Het kleine grut ver dampt daardoor, als het niet als stof op aarde neerdwarrelt, de grootere brokken, die soms belangrijk van om vang kunnen zijn, vallen als meteoren neer. De rest, het grootste deel van de puinhoopen van de weleer verbrijzelde komeet, zet echter den kringloop voort om het volgend jaar het zelfde verschijnsel op te leveren, totdat.... ja, totdat alles is opgebruikt, over de he mel moge het weten, hoeveel duizenden ja ren. Negen van dergelijke periodiek terug- keerende sterrenregen meenen de deskun digen te hebben geconstateerd en de om standigheid, dat enkele dier banen overeen komen met de banen van, na aanvankelijk geregelde waarneming niet meer terugge keerde kometen, geeft de slotsom aan de hand, dat de vallende sterren overblijfselen zijn van uiteen gespatte kometen. Ten slotte zij nog aangeteekend. mis schien wel ter geruststelling van hen die de zaak nog niet ten volle vertrouwen, dat het aantal kometen in ons planetenstelsel waarlijk niet zoo gering is. In het ook voor leeken allerbelangwekkendst werk van den Engelsehen tterrekundlge George Chambers over de geschiedenis der kometen vinden we onder meer een opgave van de in 20 jaar tljds, van 31 Juli 1888 tot 5 Juni 1909. waar genomen kometen en dat zijn er een goede honderd! Elk Jaar kan men dus gemiddeld rekenen op gemiddeld vijf kometen, waar van evenwel slechts een enkele ook met t ongewapend oog is waar te nemen. wy vervolgen hiermee de artikelen reeks van een onzer redacteuren, die, na onderzoek ter plaatse, zich een j oordeel heeft trachten te vormen over i de opzienbarende gebeurtenissen te 3 Beauraing en Banneux. Reeds verschenen: „Ons standpunt en onze methode", „Het wetenschap- pelijk onderzoek" en „Visioenen van volwassenen" resp. in ons blad van 23, 24 en 25 dezer. •u r enig katholiek, die zich geen oordeel |y/| wil aanmatigen over de gebeurtenis sen te Beauraing en te Banneux. verklaart, dat hij afwacht, welke beslissing de kerkelijke overheid zal nemen. Zeker 13 dit een verstandiger partij dan het voeren van *n hartstochtelljken pennetwist, zooals in België geschiedt. Doch hoe stelt men zich de beslissing der Kerkelijke Overheid voor? Men moet vooral niet verwachten, dat de Paus een encycliek zal uitvaardigen, waarbij hij ex cathedra voorschrijft te ge- looven, dat Maria, de Moeder Gods en Ko ningin des Hemels, werkelijk verschenen is aan de kinderen Voisin, Degeimbre en Béco. „De Kerk, bewaarster van het geloof en ook een beetje van het gezond verstand bij haar getrouwen, gaat in zulk een aangele genheid met traagheid te werk, die de on- geduldigen verbijstert evenzeer als zij bij nadenkende lieden vertrouwen wekt” schrijft Prof. Dr. M. de Munnynck O. P. in het jaarboek der Nederlandsche studenten van Freiburg en hij vervolgt: „De vast stelling van het bovennatuurlijke, vooral wanneer het de zinnelijk waarneembare or de te boven gaat, kan slechts stapsgewijze geschieden”. Wanneer de kerkeljjke Overheid der plaats verlof geeft tot het bouwen van een kapel of van een kerk, beteekent dit alleen, dat zij haar goedkeuring hecht aan - de gods vrucht des volks, welke daar tot uitdruk king komt, maar het sluit niet in, daf zij den oorsprong dier godsvrucht erkent als wonderbaar. Toen in 1877, dus negentien jaar na de verschijningen te Lourdes, de Congregatie der Riten verklaarde, dat een afbeelding van O. L. V. van Lourdes in de kerken mocht worden geplaatst en vereerd, voegde zjj daaraan toe: „dat de verschijningen en openbaringen door den Heiligen Stoel niet zijn erkend, noch ook verworpen of veroor deeld, maar dat het geoorloofd is, ze te aan vaarden met een vroom, doch louter men- schelijk geloof.” Voor wat Lourdes betreft, mag men uit de instelling van het feest der verschijning besluiten, dat de H. Kerk de visioenen van Bernadette beschouwt als bijzondere gena den. Maar in de Encycliek .J’ascendl” van 8 September 1907 schrijft Paus Pius X: „Wat deze vrome overleveringen aangaat, moet men steeds het volgende voor oogen houden: De Heilige Kerk gaat hierbij te werk met zulk een voorzichtigheid, dat ZIJ de vermelding dezer overleveringen in open bare geschriften niet toelaat, tenzij er groot voorbehoud wordt gemaakt en tenzij door den schrijver de verklaring wordt afgelegd, welke Paus Urbanus VIII heeft voorge schreven. Zelfs in dit geval geeft de Heili ge Kerk geen verzekering van de waarach tigheid der verhaalde feiten. Alleen belet zij niet, dat men dingen gelooft, die voor het louter menschelijk geloof aannemelijk zijn.” Het kan geschieden, dat de kerkelijke Overheid verbiedt een bepaalde beeltenis of een bepaalde medaille te vereeren. In zulk een geval mag men den oorsprong dier vereeting veilig beschouwen als berustend op een ongeloofwaardige getuigenis. In het algemeen echter verzet de H. Kerk zich niet tegen vrome plaatselijke tradities. Doch een beslissende uitspraak, dat Maria werkelijk verschenen zou zijn werd nim mer over eenige bedevaartplaats recht streeks gedaan. Slechts over Lourdes ligt een indirecte uitspraak opgesloten in de instelling van het Feest der Verschijningen (11 Februari). Te Banneux is een kapel gebouwd en In gewijd, te Beauraing zal, naar groote waar schijnlijkheid, een kerk ter eere van Onze Lieve Vrouw verrijzen. Dit is niet in tegen spraak met de voorzichtigheid der H. Kerk, immers de godsvrucht mag overal worden uitgeoefend. De geloovigen mogen zich in gebed vereenlgen op alle plaatsen van de wereld. Zij hebben daarbij recht van voor keur. Deze voorkeur kan gegrond zijn op menschelijk-geloofwaardige feiten, b. v.: mededeelingen van betrouwbare getuigen, ervaringen van vrome lieden en zulke. De gronden, waarop die voorkeur berust wor den door de kerkelijke autoriteit niet be oordeeld, het is alleen de godsvrucht als toodanig, die zij gaarne aanmoedlgt. Gewoonlljk betitelt de kerkelijke heid de gronden van het volksvertrouwen •Is „vrome overleveringen” of als „eerbied waardige overleveringen”. De devotie tot O. L. van Scherpenheuvel of tot O. L. V. van Kevelaer steunt dus op een vrome over levering. Hoe oud zulk een overlevering is, doet er niet toe, indien zij waarlijk eerbied waardig blijkt door de godsvrucht, waaraan zij ten grondslag ligt. Prof. C. Gérard Les 33Appara- tions de Beauraing et leur ca ra c t r e Uitg. „Les Grandes Editions” Bruxelles (42 blz) De schrijver, oogge tuige der feiten, geeft een vluchtig over zicht en besluit tot de betrouwbaarheid der kinderen. Hij houdt zich bulten den penne twist. Zijn brochure dateert uit Januari of Februari. G. Robert Le Miracle de Beau raing Vlaamsche uitg.: HetWon der van Beauraing Uitg.: Jos. Vermaut Kortrijk (190 blz.) De schrijver is niet geloovig. Hij geeft een poëtische beschrij ving der feiten, waarvan hij ooggetuige was, schrijft met ontroering over de kinde ren, maar ontkent het bovennatuurlljk karakter der feiten. Ook de litterator Th. Fleischman schijnt in dezen zin te hebben geschreven. Wij hebben tot heden zijn ge schrift niet in handen gehad. Zijn drama „Solell de mlnuit”, dat een geval van col lectieve illusie behandelt, en door sommi gen beschouwd is als een bespotting van Beauraing, heeft hiermede niets te ma ken, daar het zijn eerste opvoering kreeg in September 1932, dus twee maanden vóór de gebeurtenissen. De belangrijkste publicatie over Beauraing verscheen in het Aprilnummer 1933 van de „Etudes Carmélitaines”, die te Parijs wor den uitgegeven. Dit tijdschrift bracht n. 1 de rapporten der Leuvensche hoogleeraren. voorafgegaan door een studie van Pater Bruno de Jésus-Marie O.C.D. Een supple ment bracht nieuw materiaal. De studies zijn gebundeld in: Les Faits Mystérleux de,'Beau raing éd. Desclée de Brouwer Paris 195 blz.) WIJ gaven reeds de conclusies in onze beschouwing over de visioenen der kinderen. Samenvattend herhalen wij: Pater Bruno de Jesus Marie O- C. waarschuwt tegen voorbarig wonder-geroep Prof. Paul van Genuchten, hoogleeraar In de neurologie, ontkent, dat de kinderen tijdens zijn onderzoek, 31 Dec., Maria zou den waargenomen hebben. Prof. de Greeff, hoogleeraar In de cri minologie, brengt ongunstig rapport uit over de houding der kinderen, en verklaart, dat het onderzoek van Dr. Maistriaux on voldoende Is gëweest. Prof. Al. Janssens C.I.C-M. ontkent de aanwezigheid van een bovennatuurlijk ka rakter in de feiten. Na deze rapporten verscheen een nieuwe, zeer felle brochure van: Dr. C. Derselle Beauraing La Vérlte est en march e. Geen uitgeversnaam (63 blz.) Scherpe uitval tegen alle „voorstanders”. Vaak grove toon, voorts een populaire weergave van boven genoemde rapporten. P. Nicaise Vernier Riposte 8 Derselle Geen uitgeversnaam Brussel Juni 1933 (16 blz.) B een scherp verwijtend antwoord aan Derselle De schrijver is. naar ons van bevoegde zijde werd verzekerd, niemand anders dan de deken van Beauraing. Wij betreuren zijn scherp-satyrischen toon, al geven wij toe, dat hij zich verweert tegen een aanval, die evenzeer afkeurenswaardig grof was. Dr. K. van Acker, directeur van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7