Een middag
Beauraing
Nationaal huldigingsdéfilé
I
4
I
in
FEITEN EN INDRUKKEN
Het Zwolsche Dominicanerklooster
OPNIEUW BETROKKEN
Plechtigheden te
Amsterdam
>ek
In het Stadion
Enorme belangstelling
Groote verbeteringen
'f
Machinisten-examen
Audiëntie
Het
De jongste der kinderen Degeimbre
De verhuizing van de Paters en
Broeders uan Nijmegen
naar Zwolle
K. N. 1. L. M.-NIEUWS OVER
JUNI 1933
r
aut
trel
bru
eéh
er
Bij de/kinderen op
ZATERDAG 9 SEPTEMBER
j
<i
JOS. CREYGHTON. S. J.
naar
de
ma-
Ha
Kej
1488
De opstelling
Notarieel examen
Huldigingsdéfilé in het Olympische
groepen uit heel het land
8
n
c
X
tot omzichtigheid aanmanen,
als wü. een elsch van het gea
DEN HAAG. Geslaagd voor diploma A de
heeren J. Pak te Haarlem; J. P. Ploegaert te
Middelburg en C. W. Trees te Rotterdam.
DEN HAAG. Geslaagd voor deel I de heeren
A. F. Blok te Oosterhout <N.-Br.) en J. van
Oord te Werkendam, en voor deel II de heer
M. c. Schakel te Bleskensgraaf.
e<
d.
naar Am-
dulaenden
381
383
96
131
10
14
19
34
6
638
gev
E
Spi
te<
do
ve
te
Irie wa-
e. drie-
t recla-
en
joi
I
ka
▼11
lei
Ik
gee
V
én
Z
wat
▼an
N
kijk
een
wee
E
dok
M
tOUi
h<x>
D
«ak
arm
had
b
aan-
Den.
-Jl
V. WH vertrokken van Maastricht om 9 uur.
1
bo
1
kei
bet
Batavia-Bandoeng
Bandoeng-BataviA
Batavia-Semarang-Soerabaja
Boerabaja-Semarang-Batavia
Batavia-Palembang-Bingapore
Singapore-Palembang-Batavia
Batavia-Palembang-Pakanbaroe-Medan
Medan-Pakanbaroe-Palembang-Batavia
Medan-Alor Star
Alor Star-Medan
Rond- en speciale vluchten
A. J. M. Hendrix, ds. A.
A. Schut en C. G.
ter Haar Jr., mr.
Klinkenberg, mr. D. W. O.
Vattier Kraane.
In het Uitvoerend Comité hadden zitting ge-
nomen^d» heer F. K. Lotgering, voorzitter. J.
C. W. Thoolen. vlce-voorzitter, E. A. G. van
Hoogenhuyze, secretaris. O. Verhoef, penning
meester. K. Schouten en G. H. Joosten. De
technische leiding was In handen van den
heer F. Thoolen.
cellen ,en toen M*op de nieuwe verdieping aan
kwamen, ontlokte al dadelijk de breede bete
gelde gangen met haar heldere bovenlicht aan
allen een kreet van blijde bewondering.
-Aan een dier gangen lagen de cellen dér pa
ters. aan de andere die der broeders, alle met
den naam van den aanstaanden bewoner >p
de deur, maar pater of béoeder, allen waren
het, zoodra ze hun eigen kamertje hadden ge
vonden, en de ruimte gezien en eens aan het
kraantje van het „eigen” stroomende water ge
draald hadden, er over eens, dat ze er .stuk
ken" op vooruit gegaan waren.
Nog niet alles is geheel gereed, de recreatie
zaal bijvoorbeeld, waarvoor pater van Bergen
fraaie schilderijen gemaakt heeft, ia nog niet
ingericht, maar dat is, nu allen weer thuis zijn
en leder het zijne kan bijdragen tot het gezellig
maken van de gemeenschappelijke woning, een
kwestie van dagen.
Om 7 uur werd de thuiskomst met een Lot
gevierd, dat de paters van hun plaatsen in het
koor volgden. Bij het .Halve Regina” echter
verzamelden zij zich op het altaar, om daar het
lied mee te zingen.
Na het rozenhoedje gaan de kinderen, on
bevangen als ze gekomen- zijn, naar de grot
en bidden daar nog eenige tientjes voor de
zondaren, voor de zieken en dan klaar in den
avond, we verstaan elk woord, een 16-tal kee-
ren ..Notre Dame de Beauraing. convertlssez
les pécheurs et guerissez les malades”.
Dan zingen ze een drietal volksche Maria-
liedjes. Heel de menigte zingt mee met het
refrein. Wij staan een' tiental meters van de
grot. Tusschen ons en de grot heeft zich alles
verzameld wat nog in den tuin was. Het gebed
is uit. En dan opeens .een beweg ng. ’n geroep,
dringen en schuiven. Een genezing! Ook wij
dringen, worstelen Ons vooruit. Een lange Hol-
landsche priester peelt de genezene gezien Zij
heefthem opzij gedrukt. Hij heeft haar recht
in de oogen gekeken. Klare, blauwe oogeni Het
is een meisje, zoo wordt verteld, van dertig
jaren dat blindgeboren is en nu het gezicht
heeft gekregen. Een jongen heeft er vlak
bjj gestaan Hjj is geheel verbouwereerd. Wü
vragen hem' Wat heb je gezien, wat deed ze?
„Zij sprong op. breidde de armen uit. en toen
kuste ze de verpleegsters die "naast haar ston
den.” Ieder vraagt.Ieder legt uit. De genezene
is aanstonds in het klooster gebracht. Een ver-
De blauwe hemel koepelde stralend des mor
gens over de aarde. Geen schoonere dag had
men zich voor dit festijn kunnen denken. Bui
tengewoon was al vroeg de drukte aan de
verschillende stations. De spoorwegdirectie had
extra-treinen doen rüden om deelnemenden
en toeschouwers naar de hoofdstad te brengen.
Bovendien vervoerden honderden autobussen
en andere voertuigen, óók schepen, de belang
stellenden van alle streken naar het midden
punt der nationale gedachte: de hoofdstad met
de Koninklijke Familie.
Half drie ving de plechtigheid aan. maar al
veel vroeger, ja heel den morgen, was er bui
tengewone drukte rondom het Stadion aan den
rand der stad, zoowel als rond den Dam In
de binnenstad. Wie geen plaatsje in het Sta
dion had bemachtigd, wilde toch den statie-
stoet zien, wilde toch de Koninklijke Familie
toejuichen op haar tocht naar het Stadion en
op haar triumfalen terugtocht te midden van
een haag van 45.000 deelnemers, die langs den
weg waren opgesteld.
zonder hen was Zwolle Zwolle niet en noode
miste men de altijd opgewekte, steeds vriende
lijke wit-zwarte peters dan ook.
Nu zijn ze er weer en Zwolle is verheugd.
Op den Prior, pater Hubers, en twee anderen
na, die in Zwolle achterbleven om over de her
stelwerkzaamheden een wakend oog te laten
gaan en tijdelijk hun intrek namen in een
hotel, werdt allen paters en broeders tijdelijk
onderdak verleend in het Albertlnumklooster
te Nijmegen.
Eenigen hunner vertrokken reeds een dag of
acht geleden weer naar Zwolle, om voor de
ontvangst der overigen alles in orde te maken
maar voor de meesten, vierenveertig, was de
verhuisdag op Vrijdag bepaald.
Ik heb ze uit Nijmegen zien vertrekken en
ik heb ze in Zwolle in hun -eigen klooster zien
aankomen en ik was geroerd door de kinder
lijke blijheid waarmee zelfs de oudsten in de
groote autobus stapten, die hen van Albertlnum
naar het Nümeegsche station zou brengen, blij
heid omdat ze weer naar „huls" gingen, en
naar de stad, die him lief geworden was. Op
gewekt stapten ze in den voor hen gereserveer
den wagen, opgewekt praatten ze onderweg en
opgewekt stapten ze in Zwolle weer uit nog
een wandeling van een kwartier en daar ston
den ze weer voor hun oude huls, dat een nieuwe
verdieping had gekregen.
Even keken ze naar boven, naar de plek,
waar zij vroeger, onder dakspanten geslapen
hadden en die er nu van buiten al zoo-
veel aanlokkelijker uitzag en dan stapten ze
naar binnen, waar in de hal de prior ben op
wachtte en een-voor-een hartelijk begroette.
Toen aanstonds paar boven, naar de nieuwe
Eere-voorzitters waren jhr. mr. dr. A Röell.
Commissaris der Koningin in Noord-Holland,
en dr. W. de Vlugt, Burgemeester van Am
sterdam. Een uitgebreid eere-comité had zich
gevormd, waarin van kath. zijde o. a. zitting
hadden genomen kanunnik deken mgr. dr. G
C. van Noort. de voorzitter van „Katholiek
Amsterdam” mr. A. J. M. Hendrix. A. Laudy,
G. Oltshoom, mr. L. F. A. M. van Ogtrop.
mr. C. P. M. Romme, mr. G. M. de Vries
Feyens. Een Commissie van advies was ge
vormd, bestaande uit de heeren ds. A. G. H.
Met de Pinksterdagen werden op verschillen
de plaatsen rondvluchten gehouden, waaraan
door 491 personen werd deelgenomen
Aan vracht werd in Juni vervoerd 6999 KG.
Ten gerieve van verzenders werden met ingang
van 20 Juni de gewichten van vracht niet meer
op de heele doch op de halve kilogrammen af
gerond.
Het postvervoer steeg van 1783 K.G. in Mei
tot 1972 K G. in Juni gelijkstaande aan ruim
138.000 televen. Bovendien werden 136 K.O.
luchtpostpakketten vervoerd.
Prins Parlbatra van Siam reisde op 13 Juni
met een gezelschap van 17 personen van Soe-
rabaja naar Bandoeng.
Vermelding verdient ten slotte een vlucht naar
Semarang op 30 Juni, welke diende voor het
zoeken naar twee jongens, die in een motor
bootje waren gaan varen op de reede van
Semarang en door een motordefect naar zee
waren afgedreven. Een vliegtuig vertrok om 5
uur van Batavia naar Semarang. Na aankomst
in Semarang werd dadelijk weer opgestegen en
na een half uur vliegen werd het motorbootje,
dat door een visschersprauw op sleeptouw was
genomen, ontdekt.
Alléén de priesters en* de zieken mogen blij
ven. In den gereserveerden kloostertuin be
merken wij nog eenige groepjes genoodtgden.
Als de tuin leeg is zien we pas hoe klein hü
eigenlijk is. De priesters staan in een halven
kring rondom de plaats der verschijningen,
waar straits de kinderen zullen komen. Of
schoon velen reeds in den middag zijn weg
gegaan om tijdig thuis te zijn is de straat bui
ten het hek zwart van de menschen. Langs
het hek staat het volk dicht opeengepakt Een
gejuich kondigt aan dat de kind-ren. die tegen
woordig per auto gehaald worden, op komst
zijn. Een minuut of tien over zeven hebben zij
den tuin bereikt. ZU voeren aan de hand een
langen, blinden man mee. die eiken avond met
hen bidden mag, en tusschen hen in een jochie
op krukken met misgroeide beentjes. Hij heeft
een blonden krullebol en een voolljk. slim ge
zichtje. Wij herkennen In hem den kleinen
Joseph Degoudenne. een vriendje van Albert
Voisin. Hjj heeft vele verschijningen bijgewoond
en. naar zijn beweren, enkele malen de Moe
der Gods gezien. Hun binnenkomen Is heel on
opvallend geweest. Later vertellen Leo en zijn
Vader, die toch in dep middag met ons de
kinderen gezien hadden, dat zij de kinderen
pas hadden opgemerkt toen het rozenhoedje
al begonnen was.
Eenvoudig en klaar beginnen zU te bidden-
De kleine Gilberte Degeimbre komt wat te
laat. Zij moet den rozenkrans van haar buur
meisje zien; hoever ze is. en telt met klnderlU-
ken Ijver haar kralen uit. Zjj is zeer eenvou
dig gekleed, een zwart jurkje aan en een wol
len muts op. en staat, een beentje vooruit met
een overtuigd en ernstig gezichtje te bidden,
haar oogen op de plaats der verschijningen
gericht. De kleinste Voisin draagt een witten
omslagdoek waarvan de franjes over haar bloo-
ten benedenarm vallen Zjj heeft een zwierig
wit hoedje op met een lichtblauw lipt erom
heen. Van tjjd tot tijd ziet zij om zich heen,
heel ^ongedwongen. Men moet bedenken dat
wU allen hen met aandacht staan op te nemen,
dat op nog geen meter afstand van ben het
straathek is waar de menschen hun gezicht
wringen tusschen de traliën om de kinderen" te
verslinden met hun oogen.
De groote meisjes zie ik minder goed Die
staan een paar stappen naar achter De kin
derstemmen bidden vóór. Heel het volk ant
woordt. Hun voorbidden is vlot en klaar-
Prachtig is de kloeke rythmeerlng van het
Fransche Weesgegroet. Van tijd tot tijd rijdt
een trein over den hoogen spoordijk De ma
chinist en de menschen kijken op ons neer; er
menschen i wordt gewuifd.
Duizenden en duizenderf* waren
sterdam gekomen, duizenden en
hadden zich reeds vroeg langs den weg ge
schaard.
De scholen waren gesloten. De vrije Zater
dagmiddag had van zelf werkplaatsen en
kantoren vroeger doen sluiten.
Zoo groeide deze Zaterdag tot een natio
ns len Feestdag.
In de Hoofdstad des Rijks is het initiatief
genomen om ter gelegenheid van de 35-jarige
regeering onzer geëerbiedigde Konlnginne een
Nationale Hulde H. M. te bereiden in den vórm
van een
Stadion, waaraan
zouden deelnemen.
De opzet was H. M. de Koningin bjj haar
bezoek aan Amsterdam een nationale hulde te
brengen. Deze hulde had niet alleen ten doei
te toonen, dat de hoofdstad een machtig bol
werk is rondom den Troon van Oranje, maar
tevens om aan het geheele Nederlandsche volk
gelegenheid te geven zijne Vorstinne te eeren
ter gelegenheid van haar regeeringsjubileum.
De gedachte was van jongeren uitgegaan, die
zich de hulp van ouderen hebben verzekerd.
Elk jaar geeft Juni, de vacantlemaand in
Indlë. een geringe daling in het passagiersver
voer te zien op de langere, de zakenlijnen, ter
wijl op de Bandoengljjn de vacantlegangers dan
juist een toename veroorzaken.
In totaal werden 1488 passagiers vervoerd als
volgt verdeeld:
Het Stadion vulde zich snel. Aan het ver
zoek om te kwart over twee aanwezig te zijn
hadden zéér velen, maar niet allen voldaan.
Om half drie zou echter de Koninklijke Fa
milie komen en daarom konden tegen dien
tijd verscheidene menschen door de afsluiting
niet meer het Stadion bereiken, al toonde de
politie alle bereidwilligheid en medewerking.
Doch om half drie was de reoaaotetige ruimte,
waren zit- en staanplaatsen gevuld.
Op de eeretribune hadden plaats genomen
de leden van het eere-comité. de ministers, de
gezanten, vele bestuurderen van stad, gewest
en land, kerkelljke en wereldlijke hoogwaar-
digheidsbekleeders. civiele en militaire overhe
den, die in hun uniformen kleur en leven aan
het schouwspel geven. Een groot aantal bur
gemeesters uit heel het land droegen hun
van Hoogenhuyze, voorzitter, A. Asscher, Jan ambtsketen.
De klokken beierden, de saluutschoten van
de „Heemskerck" dreunden door de fucht om
de komst van H. M. aan te kondigen, die in
galakoerts A la deaumont bespannen door de
Marathonpoort het Stadion zou binnenrijden.
Met het oog op t geyaar van het schichtig
worden der paarden was verzocht niet te jui
chen en te applaudisseeren alvorens de Vorste
lijke Gasten in de Koninklijke Loge hadden
plaats genomen.
Door eendrachtig samengaan van alle deel*»»
nemenden was de Koninklijke Loge smaakvol
met een waren schat van bloemen versierd.
Theo van der Bijl stond met zijn zangeres
sen en zangers gereed: Toonkunst. Kon. Ora-
toriumvereeniging, Kath. Oratoriumvereen. en
Christel. Oratoriumvereen. verleenden mede
werking. Er waren 500 zangers om het Kro-
ningslied van 1898 in te zetten.
n
gesproken met Haar; de Moeder van God heeft
zich tot haar overgebogen en haar een ge
heim toegeflulsterd „voor haar alleen”. Een
stukje van den hemel is voor haar opengegaan:
Maria, het hoogtepunt van geheel de schep
ping, Gods grootste wonderwerk. O, het gaat
er niet over hier een oordeel uit te spreken
over de werkelijkheid der verschijningen: het
is slechts een Inzicht in wat het zijn moet:
Maria te zien. Het is een inzicht, dat te
gelijk een groot heimwee levend maakt. Een
grenzeloos verlangen. Verstandige lieden heb
ben bezwaren gemaakt tegen de vereering, die
deze kinderen te beurt valt. Dat is theorie. De
werkelijkheid is, dat zoodra wl) het voor waar
schijnlijk houden, dat zulk een kind Maria ge
zien heeft, wij het niet meer kunnen bezien
met gewone oogen. Dat wij verlangen zouden
ons zelf en alles te vergeten. Niets te weten
dan wat zij weet. Heeft een heilige nkt gezegd,
dat het Vagevuur, hoe pijnigend het ook zijn
moge, tegelijk een genot zal zijn voor ons, als
wU aangenomen zijn voor den hemel. Reln-
gebrand te mogen worden om, één met de En
gelen en de Heiligen, God te mogen zien?....
De belangrijkste vraag als je terugkeert van
Beauraing schijnt wel te zijn „of je er in ge
looft” en wat voor indruk in d 11 opzicht, de
kinderen maken en heel de omgeving. Ik be
ken eerlijk, dat ik niet de minste moeite ge
daan heb my omtrent die vraag een opinie te
vormen. Ik geloof in de mogelijkheid; ik heb
er een diep besef opgedaan van wat Maria’s
nabijheid
teekent
k heb den tocht naar Beauraing gemaakt
per auto samen met een medebroeder; zijn
^jongeren broer Leo en zijn vader, den heer
-om
niet dan tegen middernacht terug te keeren.
Het was een mooie, regenlooze dag; maar heel
den dag door heeft de zon gestreden met de
wolken. Dit artikel zal niets anders zijn dan
een verslag van den tocht, zonder critlek en
tonder opinies. Het zal den lezer wellicht van
nut kunnen zijn zich, bü de heftige disputen
over Beauraing die in België gevoerd worden en
die reeds bezig zijn de Nederlandsche grens te
overschrijden, een concreet beeld te vormen van
Beauraing, zooals het er nu uitziet.
Bij Canne passeeren wij de grens en zijn aan
stonds in het Walenland. Luik. Seraing, Co-
ckerill. Muy: een aan elkaar gebouwd complex
van fabrieken en arbeiderswoningen, het land
van steenkool en gesmolten staal: in de zwar
te, onvriendelijke straten hangt een benauwen
de atmosfeer van kolendamp en salpeter Hier
zwoegt het Katholieke Walenvolk. Men zegt,
dat van de arbeidersbevolking een dntstellend
klein percentage practlseert. Meer naar het Zui
den moet het niet veel‘beter zjjn. „Menschen
onder de menschen” zegt „de ^landaard” van
de familie Voisin, waarvan de vader gedurende
16 jaar zijn plichten niet had waargenomen.
Wjj nemen de richting naar Nainen Telkens
halen wjj autobussen in en kleine vrachtwagens,
waarop een heele landelijke familie, soms met
een zieke in hun midden, het zich gemakkelijk
zoekt te maken. Alles gaat naar Beauraing.
zegt de chauffeur. Einde Juli telde men een
30.000 bezoekers per dag en op Zondagen 75 a
90 duizend. Er zijn nu in acht maanden al veel
meer menschen geweest dan er in Lourdes in
een geheel jaar komen. Nooit heeft een bede
vaartplaats zich zoo snel ontwikkeld. Wij zien
bussen van de Reisduif” uit Antwerpen, uit
Eindhoven, den Bosch, Tilburg, Nijmegen Van
de firma, die ons rijdt, zjjn er vimtlaag t
gens heen. Onze chauffeur komt er twi
maal in de week. Voorbij Dinant zag 11
meborden voor de grot vhn Han: „A 20 K M. de
Beauraing". Een jaar geleden kende niemand
Beauraing. God hoeft maar even zijn vinger te
bewegen om het aanschijn der aarde te ver
anderen.
Namen. Door de poorten en de tunneltjes van
de hooge, grijze citadel trekt tram 7, „la ligne
merveilleuse", zijn bochten. We komen in het
Maasdal tusschen Namen en Dinant. Het is 12
uur als wl) in Dinant aankomen. Wij stappen uit
om te eten. De heele „grand’ place” naast de
kathedraal staat vol bóssen en auto's. Naast ons
een zware reiswagen uitGriekenland. In de
straten speciale wegwijzers: „Beauraing”. Op de
prijslijst van ons restaurant staat een platte
grond, waarop met roode letters de weg naar
Beauraing is aangegeven. Alle café’s zitten vol
menschen, die hun boterhammen eten met er
bjj bestelde koffie, of zich een „diner populal-”
re” veroorloven en linksche pogingen doen om
deftig té eten. Een groep internaatsmelsjes met
een paar Zusters zoeken schuchter naar een
veilig hoekje. Verder zjjn het allemaal gewone
menschen, de groote laag van het volk. De groo
te wereld gaat niet naar Beauraing.
Alles is Katholiek, alles groet; en als we na
het eten nog even naar de Kathedraal gaan,
vraagt men ons rozenkransen en medailles te
wijden.
Tegen twee uur zetten wij de reis voort. Het
Is nu een file van auto’s en bussen. Als we na
eén klein half uurtje de laatste hoogten van
Je rocher de Freyr” bereiken, ligt voor ons een
wijde heuvelachtige vlakte: rechts Glvet, dat
reeds op Fransch gebied ligt, en vóór ons, iets
naar links, een langgerekte huizengroep. Beau
raing. zegt de chauffeur. Het is een land, dat
denken doet aan het land van Herve, de streek
van Verviers. We zien van Beauraing niets dan
enkele witte vlekken, de strakke lijn van den
hoogen spoordijk en het torentje van de dorps
kerk. Er hangt een gezeefd gouden licht ever
het land. Je wordt er stil onder. Ik zie, hoe een
van mijn relsgenooten zijn sigaar wegwerpt. De
wereld Is zoo groot, en hoekjes van de wereld
zooals we hier voor ons zien, zijn er zoo vele.
En je bedenkt, dat als vijf gezonde onbevangen
kinderen hier niet het slachtoffer geworden
zijn van een mysterieus bedrog, of zich verwik
keld 'hebben in een ongehoorde mystificatie,
O. L. Heer vanuit zijn hoogen Hemel heeft
vastgesteld, dat daar beneden aan den voet
van een prozaïschen spoordijk, in het hoekje
van een penslonaatstulntje, dat verduisterd
wordt door de schamele takken van een groepje
weinig levensvatbare, bemoste sparren ontsierd
door een banaal Lourdea-grotje, vlak naast een
vervelend Ijzeren tuinhek langs de straat, zijn
Hemelsche Moeder zou verschijnen„belle a
pleurer toute la vle” zooals Andrée Degeim
bre gezegd heeft; onder den overhangenden
tak van een roöd-bloelenden meidoorn.
Als we de eerste huizen van Beauraing, waar
onder er nieuwgebouwde zijn, passeeren. worden
we tegengehouden door een geïmprovlseerden
verkeers-agent. We moeten omrijden. Er is een
ongeluk gebeurd. Wij gaan een zijweg in. en
Juist als we verderop de hoofdstraat weer be
reikt hebben, moeten we opnieuw sloppen. Vlak
voor onzen auto heen dragen vier mannen een
baar, waarop de verongelukte ligt. Zij is dood.
De chauffeur neemt zijn pet af. Het is een
▼rouw, die ter beevaart gekomen was. moeder
▼an zeven kinderen. ZU is overreden en op slag
gedood; haar schedel is verbrUzeld. ZU is be
dekt met een paardedeken. Aan den eenen
kant steken twee geschoeide voeten uit. die
meebewegen met den stap van de dragers en
aan den anderen kant een verwarde bos blond
haar.
Dat Is liet eerste, wat we zien in Beauraing.
Onze auto wordt gestald in het centrum: op
het snijpunt van den hoofdweg waarlangs wij
binnenkwamen, en den kasseiweg, waaraan,
naar links, eerst de dorpskerk ligt, dan, drie
minuten verder, aan den rechterkant, de tuin
der verschUnlngen en onmiddellUk daarachter
het viaduct van de spoorlUn. Het krioelt van
de menschen. Het heeft hier iets van een ker
mis. Onze chauffeur vertelt, dat, toen hU hier
voor het eerst kwam, er niets te krijgen was
dan een groote kom koffie zonder oor en zon
der lepeltje en een dubbele snee boerenmik met
li&in, die uit de hand toegereikt werd zonder
be
voer
ons, en van wat
moeder
Degeimbre eens
zeide tot een
Vlaamsch' jour
nalist „Het
moet toch wel
wat heerlUks
zUn, den Ro
zenkrans, niet
waar mijnheer,
en den Wees
gegroet” MIs-
«chien Is zelfs
daartegenover
bet probleem
van de bewezen
werkelijkheid
der verschUnln
gen van secun
dair belang.
Wat dQ ge-
loofswaardig-
heid der kinde-
in Beauraing geen broodjes en geen briefkaar
ten konden krijgen, zouden we er ingezonden
stukken aan wUden. Bedrijfsleven dat beant
woordt aan een bestaande vraag is altUd ge
zond. Dat de meeste devotie-artikelen den toets
eener „aesthetische” kritiek niet kunnen door
staan is.... een tamelUk algemeen verschUn-
sel. Op het St. Pietersplein te Rome is dat niet
veel beter. Of het waar is dat de sterke waar-
deverschuivlngen in Beauraing aanleiding heb
ben gegeven tot grondspeculatles en zwendel,
kan ik als vluphtig bezoeker niet beoordeelen
Overigens kooit ook dat verschUnsel in derge-
lijke omstandigheden meer voor. BU gelegen
heid van de PauselUke Paaschmls van dit Heilig
Jaar werden toegangskaarten voor de St. Pieter,
waarvan de kosteloosheid door het Vaticaan
streng gehandhaafd wordt, in Rome, naar men
zegt, voor 40 Lire te koop geboden door lieden
die de omstandigheden wisten uit te buiten.
We zien Brabantsche boerinnenmutsen. K. J.
V.-meisjes, vlaggen fn trommels. Veel priesters
en Religieuzen. Eenige meisjes verzoeken ons
hun rozenkrans te wUden. ZU komen uit
Zeeuwsch-Vlaandgren; ze zUn 's morgens om
5 uur vertrokken en zullen niet voor vier uur
's nachts weer thuis zUn.
We gaan eerst even de kerk in. Er wordt veel,
veel gebeden overal. Onwillekeurig grijp je naar
je rozenkrans..Men zegt, dat hier voortdu
rend wordt biechtgehoord.
Dan brengen wij ons eerste bezoek aan den
tuin der verschUnlngen. Komende uit het cen
trum ligt deze tuin aan de rechterzijde. HU
wordt achteraan begrensd door een hoogen
spoordijk en is van de straat gescheiden door
een Ijzeren hek. Op een goede 30 Meter van de
straat ligt het pensionaat der Zusters. De tuin
tusschen den weg en het Pensionaat is door een
hek in twee helften verdeeld. In de voorste helft,
die alleen voor het publiek toegankelijk is. staat
aan den voet van den Zpoosdljk een klein LoUr-
des-grotje. Meer naar vofen is langs het hek
een afgescheiden ruimte toor de zieken, waar
een viertal handige verpleegsters in witte jas
sen hulp bieden. Aan deze ruimte grenst een
klein, speciaal afgerasterd hoekje, vlak bij den
ingang, waarin een magere lindeboom staat en
de meidoornstruik. Onder welks overhangende
tak ’n wit marmeren plaat met in gouden letters
..Lieu des apparations”. Er staan eenige boe-
renbloemen bjj en aan de afrastering hangen
rozenkransen en vastgestfrikte lintjes
De tuin is zwart van' de menschen. Aan der
ingang wordên kaarsen verkocht. Duizenden
circuleeren langs de plaats der verschUnlngen.
waar zU ongevraagd geld neerwerpen langs
het grotje en verlaten door een tweede hek
weer den tuin. Het is er stil en er wordt veel
gebeden. Wjj strijken onze rozenkransen aan
de grot aan. die van onder tot boven bedro
pen en berookt is door de vele kaarsen. Er
hangen krukken en ex-voto’s. Binnen de om
heining liggen en zitten de zieken. We zien
moeders met mismaakte of idiote kinderen. Je
hart krimpt er bij. Wat stroomt hier weer een
lUden en verdriet bUeen aan Moeders voeten.
Niet ver van den tuin .staat het huis van de
familie Degeimbre aan een binnenweg. Het is
een kloeke boerenwoning, gebouwd uit de grau
we hardsteen der Ardennen. Voor de gesloten
deur staat een groepje menschen. Een paar
vrouwen hebben post gevat op de bovenste trede
van de stoep, niet van zins heen te-gaan voor
zU de kinderen gezien hebben. De deur blUft
gesloten. Dat gaat hier natuurlijk zoo dag in
dag uit. Wat moeten deze menschen en dezze
kinderen vooral, een vreemd, onwerkelUk leven
leiden onder die voortdurende devote belege
ring. Én toch.... als wU dit aardsche leven
terug plaatsen in de perspectieven der eeuwig
heid, wat is het dan anders dan wat wU allen
trachten te doen: ons leven te verbruiken ter
eere Gods. Maar het zal voor deze kinderen
een heel zware roeping zijn.
Eindelijk gaat de deur open. Een priester, die
blijkbaar goed bU de familie bekend is, verlaat
het huis, en, als hU nog in de deuropening
staat, laat Gilberte Degeimbre zich even zien.
Ze is de jongste van alle kinderen. 9 Jaar, een
vriendelUk blond kindje. Lief lachend zwaait
zij de menschen toe. ZU ziet er wat n|oe uit.
De menschen. die vlak voor de deur staan
dringen op. ZU grijpen Gilbertjes handje. zU
streelen en zU kussen het. Liefde en vereering.
WU hebben ons eerst op den achtergrond ge
houden. maar dan intens dringen wU ook naar
voren. Ook wU willen haar handje voelen in
onze hand. Het gaat je diep door de ziel: daar
ginds op enkele honderden meters afstand de
tuin, de zieken, de duizenden, Maria, het nieu
we dorp; en dit kleine meisje Is een van
de kinderen, die dit alles in beweging hebben
gezet. Ze gaat nu terug. Ik heb haar nog niet
bereikt. Dan ziet ze mU, een Priester, en ze
komt even terug om mij t.aar handje te rei
ken. Nu zwaait ze weer, en verzoekt Moeder
haar op den arm te nemen om allen te kunnen
groeten. Ze roept een groet en dan In geaccen
tueerd Vlaamsch: „Goedendag”Ze heeft
zelf pleizler in de vreugde en de ontroering,
die daarmee door de menschen gaat. Het Is een
tooneeltje van zuivere vreugde. In tegenstelling
met de kinderen Voisin, zooals wU hen zagen
vandaag, is zU vroolUk en opgewekt. ZU is van
al deze kinderen de kinderlUkste, het meest 1U-
kend op een engeltje. WU kunnen ons heel
goed Indenken, dat als O. L. Vrouw iets van
haar schoonheid laat zien, het zal zUn aan
zulke kinderen, en onze hemelsche Moeder
zal ons den egoistischen Inslag van deze ge
dachte vergeven, wU gunnen het haar van
ganscher harte.
MUn tochtgenoot Leo is diep getroffen: MT
heeft geen rust meer. En nqg tweemaal Is hU.
voor den avond valt, teruggekeerd voor deze
deur. HU heeft door een reet van de deur de
kleine Gilberte aan tafel gezien, bezig met een^
boterham met jam. En den volgenden morgen
zei hU, dat hU nog eens terug wil naar Beau
raing. Ik wil ook nog eens terug.
Als wU den weg opgaan naar de Volslns en
we tien stapi>en van de deur verwUderd zUn,
ineens, gaat er mU als een vuurstraal door mUn
wezen, een plotseling bliksemend dóórzicht: „dat
kind heeft MARIA gezien.” Ik moet stilstaan,
de tranen springen mij in de oogen. Dit kindje
heeft Maria gezien met haar eigen oogen.
Het is nu acht maanden later. Het oude kloos
ter staat er weer, geheel hersteld mooier
aeifs dan vóór den brand, mooier en grooter.
Want al zUn de oude gevels. blUven staan, ze
zUn hooger ópgetrokken, zoodat het gebouw
een verdieping meer heeft gekregen.
Hadden vroeger de paters en de broeders hun
cellen in de dakverdieping, nu zUn die In de
nieuwe verdieping, waarboven dan nog het das
staat.
Nu toch zooveel in puin lag. nu toch zooveel
opnieuw gebouwd moest worden, heeft men de
gelegenheid benut om allerlei verbeteringen aan
te brengen, die de bewoning doelmatiger en
tevens gezelliger maken.
Zoo is bijvoorbeeld van de gang op de eerste
verdieping, die door zUn hoogte kil en onge
zellig aandeed, 75 c.M. omlaag gebracht, waar
door een veel intiemer sfeer “geschapen is.
Veel ook te weer in den ouden toestand ge
bracht, vooral beneden, waar de elgenlUke
brand geen schadé aanrichtte, maar zfjn be-
strUder, net water, des te meer.
Maar nieuw of oud, waar het oude in elk
geval zooveel schade geleden had, dat het
moest worden opgeknapt, ziet alles er als nieuw
uit.
In de acht maanden die er noodlg geweest
zUn om uit de door den brand ontstane ruïne
weer een bewoonbaar klooster te maken, waren
echter de Dominicanen uit Zwolle verdwenen
en dat werd door de bewoners. hetzU zU Katholiek
waren of niet, als een gemis gevoeld; die mon
niken, die daar in hun witte pijen of hun
zwarte mantels langs de oude vestinggrachten
of in de straten der stad hun wandelingen
maakten, hóórden tot de stoflage vgn de stad,
I
Op het IJ sc lub terrein hadden zich verza
meld de groepen uit de provincies 'Friesland,
Groningen. Drente, Overljsel, Limburg, Zee
land. Noord-Brabant, Utrecht. Gelderland.
Het Usclubterreln was evenwel te klein om
alle groepen te bevatten en daarom waren
op het Olympiapleln bijeengebracht de groe
pen uit Noord-Holland en Zuid-Holland.
Enkele groote steden waren afzonderlUk ge
groepeerd: Zoo was het Usclubterteln
gewezen aan Amsterdam, Rotterdam,
Haag en Utrecht.
die op geld uit zUn. WU komen in een kleine
gang, en rechts is een open deur, die toegang
geeft tot het winkeltje. WU gaan er binnen
met een twintig man. Op den achtergrond rek
ken met papierrollen. Middenin staat een toon
bank en daarachter zit de Moeder met links
-en rechts haar twee dochters, Femande en Gil
berte.
De twee meisjes zitten stilletje^ met een
eenigszins apatische uitdrukking voor zich te
kUken. Voor de toonbank staan wU. zwUgend.
Er hangt een pUnlUke stilte. Dan zegt de moe
der dat de kleine Albert op vacantie is.... hoe
laat vanavond gebeden wordt in den tuin.
WU vragen Femande vanavond voor ons te
willen bidden. Met een vriendelUk. stil knikje
belooft zU hetZU is de oudste der vUf kin
deren. ZU is het meisje, dat snikkend heeft
heeft toegestemd ii? Maria’s elsch „Sacrlfiez
vous pour moi”. Men krUgt den Indruk, dat
bU deze kinderen het tragische element meer
op den voogrond komt: de kinderen Degeimbre
zUn meer geslagen geweest door de schoonheid
van de Moeder Gods en beiden hebben' zU 'er
heerlüke dingen over gezegd.... WU belden
krijgen nog een hand van haar. Er komt nu be
weging in ons groepje, maar de moeder wUst
op een kantonnen kaart, waarop met potlood
geschreven staat, dat de kinderen geen hand
meer mogen geven. FernaWde's arm is ontsto
ken geweest van vermoeienis. Alleen kinderen
en zieken hebben een streepje voor. De heer V.-
vraagt nog in het Hollandsch een Wees ge-
groetje. De kinderen begrijpen hem. WU gaan
heen.
Een heel andere sfeer. 'sAvonds in den tuin
valt ons pas op welk een mooi kind Gilberte
Voisin is. de Jongste. Gilberte Degeimbre is
meer een kind, zü een mooi klein meisje.
We gaan wat rusten, briefkaarten schrijven,
en informeeren naar de regeling van het
avondgebed.
Reeds voor zessen gaan we terug naar den
tuin. De heer V. en Leo veroveren zich een
plaatsje bulten aan het hek vlak bü de plaats
der verschUnlngen. WU gaan den tuin in en.
in een rustig hoekje, bidden wU ons brevier-
Tegen zeven uur wordt de tuin ontruimd
De jongste der Voisins
ren betreft, hun getuigenis is nauwkeurig onder
zocht en hun karakter uiterst kritisch bestudeerd.
Wat ‘n haastig bezoeker in vüf minuten meent te
zien, zeker als hU zich voelt aangegrepen door
de boeiende schoonheid van wat het zou zUn,
legt geen gewicht in de schaal. Het valt niet
te ontkennen, dat pr. de Greeff vooral, in de
pasverschenen studie over Beuraing die hU met
drie medewerkers uitgaf, feiten releveert,, die
r is ook dat
lerstand vol
gend. zooals Pater Lenain S. J. die ontwikkelde
in de „Nouvelle Revue Théologlque”. het ge
heel van Beauraing voor oogen houden. wU
niet het recht hebben, het heele ..geval" met
een of ander hooghartig slagwoord ter zUde te
schuiven. Een medebroeder zeide m’< dezer da
gen, dat hU een H. Mis had opgedragen voor
de kinderen van Beauraing. Dat is wel het
mooiste wat wU doen kunnen.
De familie Voisin volgt tegenover het opdrin
gen der nieuwsgierigen een ander procédé. Ook
voor hun huisdeur staat een zwerm menschen
samengepakt. Elke vijf minuten wordt, er een
groepje binnengelaten. Het is een geweldig
dringen. De vader staat energiek in zijn deur
en regelt het verkeer. „Wie dringt komt er niet
in!" roept hU onder het gesprek door, dat hU
ovs^onze hoofden heen, voert met een van zjjn
bu$n.
ElndelUk is het onze beurt.
Het huls der Volslns is een dier woningen,
die aan Beauraings hoofdweg het karakter van
een straat trachten te geven. Niet gegroeid uit
het land, maar afgekeken van de stad. De Vol
slns behooren tot den kleinen middenstand en
drUven een zaakje in behangselpapieren en
aanverwante artikelen, terwUl de vader een
functie bekleedt bU het spoor. Men zegt, dat
hun bedrUf. onder de abnormale omstandighe
den waarin zU leven, leelljk "achteruit loopt, en
herhaaldelUk kan men lezen dat zU resoluut
weigeren, in verband met de groote gebeur
tenissen te Beauraing ook maar het geringste
aan te nemen. WU hebben nóch bü hen. nóch
bü de Degeimbres, nóch waar ook in Beauraing
den minsten last ondervonden van
den allen meegebracht. Hoe kleurden se fel
in de zon!
RUk van afwisseling waren de vele natio
nale Heederdrachten van Zeeuwen en Bra-
banters, van Volendammers en urkers, van
Friezen en Groningers, van Drentenaren on
de menschen uit de plaatsen rond de vroegere
Zuiderzee.
bord of mes. Nu zUn alle cafés nieuw opge-
schilderd en hebben reclame en comfort hun
Intrede gedaan. Langs de wegen overal kramen
met oliebollen, frites, ‘druiven, plaatjes, vlag
getjes en medailles. Restaurants van planken en
bruin zeildoek. Op de hoeken der wegen liggen
misgeborenen en oorlogsverminkten met naast
zich een groot bord, waarop in het Fransch en
in het Vlaamsch hun desolate geschiedenis be
schreven staat. Op de meeste kramen leest men
het ongermaansche: „Men spreekt Vlaamsch
of „Welkom Vlamingen”. Het Is opvallend, dat
men veel meer Vlaamsch, zelfs meer Hollandsch
hoort spreken dan Fransch.
Ik kan niet zeggen dat deze bedrUvlgheld mU
gehinderd heeft. Dat. waar vele mensenen bü-
eenstroomen, bedelaars en handelaars, ieder
op hun manier trachten zaken te doep ligt voor
de hand. Dat er souvenirs en devotie-artikeien
te koop worden geboden, evenzeer. Ik geloof
fiat daarmee, misschien zelfs door de bedelaars,
voorzien wordt in een reëele behoefte. Als we
Dat was een droeve dag voor Zwolle, toen
daar den 4den Januari van dit jaar een brand
het Dominicanerklooster zoodanig havende, dat
het onbewoonbaar werd, Zelfs voor menschen.
die zich met zoo weinig tevreden stellen als
monniken.
Er was een heele organisatie voor noodlg
geweest, om die 45000 deelnemenden en
er kwamen er zelfs nog op 't allerlaatste oogen-
blik ondanks de t Udlge oproepingenzoo
danig op te stellen, dat de menschen niet
heel den dag op t opstelllngsterreln behoef
den te toeven. Provincies en deels ook stede-
gewUae was de indeeting geschied.
Enorm was de belangstelling voor deze Sta-
dionplechtlgheld, zoowel van de züde van, het
publiek als van de züde der deelnemende ver-
eenigingen enz. Reeds een week te voren was
het Stadion uitverkocht. Men heeft nog ge
poogd op allerlei wüze meer plaatsen te
ken dan oorspronkelUk in hef Stadion zün ge
bouwd. Wanneer het^^rtCzenstadion grooter
ware geweest, hadden de inrichters der plech
tigheid nog tallooze aanvragen kunnen InwM-
ügen, die nu helaas moesten afgewezen wor
den.
Dertig duizend menacten In het Stadion.
Vijfenveertig duizend menschen in het défilé.
Groot en grootsch was dit alles.
pieegster die terugkomt ontwUkt alle vragen:
.Je n'en sals rien”. Een man stemt het Mag
nificat aan We springen terug voor de grot.
MUn gezel staat boven op een bank en zingt,
zingt uit volle kracht mee: ..Quia fecit mihi
magna qul potens est’’Je zingt en snikt
tegelUk. Tusschen twee verzen keert hü zich
om: „Of er een mirakel gebeurd Is weet ik
niet; het komt er ook niets op aan.” Over de
hoofden dragen de verpleegsters een leege baar
weg. Is er nóg een wonder gebeurd? Niemand
weet het.
WU gaan In den schemer rüden wu weg
om half negen. Een tocht door den nacht van
drie en een half uur. In begin enthousiast
praten, vragen, uitleggen De chauffeur ver
telt dat hü eiken keer een rozenhoedjegaat
bidden bü de grot en hoeveel hü reeds dankt
aan Maria's bijstand. Dan worden wü stil. En
rüden zwügend door den nacht. De Ardennen
door, langs bergen en steden en fabrieken die
zwoegen in de duisternis en vurige rookzuilen
uitspuwen. De glanzende Maas.
Het is büna middernacht als wü in Maas
tricht terugkeeren.
Geen politieke groepen namen aan dit
défilé deel. Dit moest alleen een beeld geven
van nationale eenheid. Uit alle geledingen
van ons maatachappelUk leven kwamen de
deelnemers en deelneemsters. Daar waren de
Oraalmeisjes in hun kleurige costuums, daar
was een groep van den R.K. Vrouwenbond,
daar was een deputatie van het R.K. Post-,
Telegraaf- en Telefonlepersoneel, daar was
de R.K. Polltie-organlsatle en de Kath. Pro
pagandisten en nog zooveel meer mannen en
vrouwen uit het katholieke organtsatieleven.
Een rUkdom Van vanen en banieren had-
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag en Woensdag géén
audiëntie verleenen.
v: