t
I
u&fiaal van den dag
vriend in de gedachten, de advocaat uontjef,
bij wien hü in de schuld was wegens het voeren
van een proces.
Met de „Costa Rica” naar Scandinavië
DE KLEINE ANNIE EN HET
SPOOKHUIS
De oude Sam
I
I
I
s. BET BUREA UCRAA TJE^
t
i
Het geschenk van
den eenigen stoon
mi
Noodweer in Frankrijk
»g
Noodzakelijkheid van een wet
r
Doodvonnis over 20
communisten
f
s «n
DOOR ANNA K. GREEN
(Wordt vervolgd).
Duurzame bescherming
der natuur
HET GEVAL
LEAVENWORTH
I
I
i1
O,».. KIJK,
DAAR 15 HET
SANDY/
rKDK SAliDV, HET 15 HIER
ÖOMBER.VOLHTIGEN GRIE-
ZEUG,MAAR SPOKEN HEB
IK NIET GEZIEN. IK WED
CATER ZELFS GEEN HUIS 6.
IK HEB ZOO'N IDEE, DAT DE
OUWE SAM ONS VOOR ’T
LAPJE WILDE HOUDEN-
■LATEN WE HIER VAHDAAT1 GAAH.^
I DANDY. DAT PRAATJE OVER DIE 1
I GEESTEN EN SPOKEN 15 MAAKKLETöJ
MAAR NIETTEMIN MOET IK NIETS
I VAN DAT HUIS HEBBEN. HESJE.
GEZIEN, DAT AL DE VENSTERS ER
IUIT ZIJN.NIETS DAN ZWARTE.
Agaten, je weet nooit of er niet j
ENOFANOEHIN ZlTDATOPONS^
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Kippen- en eendenhouderij
M GEEN WONDER QAT DE i
J OUWF 5AM 0M5 VVAAP-
I 51HUV/DE HIEP NIET
TE KOMEN. IK HEB NOOIT
[ZOOTIWVARBOELGEZIEN VAN
ONKRUID, BOXH EN WOEKER-
PLANTETLIK BEGRUP DAT ZE
DENKEN DATHIER GEE5TEN
I ZIJN,MAAR IK BEU VAT1
1 Mat1IHG,CyrrnETniERVQl.
MAANDAG 11 SEPTEMBER
Het slot „Frederiksborg'
een
(laats
Het bureaucraatjel
goede
een
oden
V
i den
I
I
keukenmeid. Molly en juffrouw Eleo-
kunnen vertrekken
iad*
Een
en
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
besturen reeds thans door het maken van her
ordeningen veel goeds verrichten. Besloten werd
een gestadige actie te voeren voor de tot stand-
komlng van een Natuurbeschermingswet.
Publiek met haast stuurt hij meteen
Van Pontius naar Pilatus heen.
En altijd weer hetzelfde praatje.
Het bureaucraatjel
Hij werkt geweldig met papier.
Artikels, zegel en cohier
En nooit ziet hij een handig gaatje.
Het bureaucraatjel
Hij is zeer eenig in zijn soort.
Van wien men ook doorloopend hoort.
Het type vannu ja, wien raad je?
Het bureaucraatjel
Hij werkt, omdat men werken moet,
Maar acht zich zelven veel te goed,
't Is een vooraanstaand personaadje,
Het bureaucraatjel
Een antwoord op een simpten brief
Duurt soms wel maanden, asjebliefl
Hij overdenkt graag draad voor
draadje.
Ofschoon de heele wereld scheldt.
Wanneer het bureaucratius geldt.
Toch gaat hij stil zijn eigen straatje.
Het bureaucraatjel
Hl) werkt met maanden achterstand.
Maar 1 is een kolfje naar zijn hand.
Het geeft hem een gewichtig graadje.
Het bureaucraatjel
SOFIA. 9 Sept. (Reuter). Te Schuinen sün
18 communisten ter dood veroordeeld wegens
propaganda in het garnizoen, terwijl 33 anderen
tuchthuisstraffen kregen, varleerende van 10
tot 1H Jaar.
Je begrijpt, m'n moeder komt
1 dan m'n cliënten Eli dok
:boden zou Ik me geneeren."
acht
zou-
ech-
imees-
raads-
bleken
i oom-
L
aan
zijn
van
die
isea-
Mres
;gee-
dent
n de
a en
sigen
men
z:
het
het
tin.
Ujjk
een
ijen
en
of-
nog
men
den
1
s
i
i
ister-
KM.
apok-
Ma
noord
m de
rine
son-
nts-
laar
a In
aten
niiiiiiiniiiiiiiiiHiHiiiiiiHiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiHii
ledeelt,
Neder-
ett ge-
et eer-
ultge-
te A»>-
fldeUo*
Unmer-
is Cae-
Tutte*
oorstel-
[egeven
er PW*
i instu-
redeelts
keet
worth, mijnheer Harwell, Kate de keukenmeid,
Molly het linnenmeisje en Ik."
„Zijn al deze lieden vaste Inwoners van het
huis?”
,Ja mijnheer."
„Op wien rust de zorg, voor den nacht het
huls te sluiten?"
„Op mij, mijnheer."
„Wie heeft vanochtend geopend?"
„Ik zelf, mijnheer.”
„Hoe vond u de deur?"
„Zooa Is ik haar gisteren achterliet.”
„Wat! Stond er geen raam op een kier, «as
«r seen grendel teruggeschoven?”
De ultkeertng volgens de garantieregeling is
voor de week van’ll tot en met IS Sept, vast
gesteld op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren
versche kippeneieren, tot een gewicht van maxi
mum 50 KG per 1000 stuks en op 30 ets. per
100 stuks uit te voeren eendeneieren.
dat
van ou a
i
PARIJS. 9 Sept (V.D.), Het noodweer, dat
sedert eenlge dagen het Westelijke en Zuld-
Westelijke deel van Frankrijk teistert, heeft
ook Vrijdag en Zaterdag op verschillende plaat
sen groote schade aangericht, terwijl drie
menschen werden gedood.
De Contact-Commlssie Inzake Natuurbescher
ming heeft zich tot de regeering gewend met
het verzóek de spoedige tot standkomlng te be
vorderen van een Natuurbeschermingswet, welke
reeds in de Troonrede van 1928 in uitzicht werd
gesteld.
De wet, waarvan de uitvoering mede aan den
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen worde opgedragen, bevatte bepalin
gen, betreffende os.:
1. de bescherming van landschappen, merk
waardig wegens hunne planten- en dierenge
meenschappen. of wegens hunne geomorpholo-
gische gesteldheid;
LOERT 3KKRH
„Uitstekend!” riep de dokter. „Daar hij een
vriend van mü la, neemt hij niet graag geld
van mij aan. Het zou dus heel passend zijn, als
Ik hem een cadeau gaf. Ik zal hem dat ding
geven. Het treft, dat hij vrtjgeael ie."
Dr. Bagdanow schoof de zaak niet op de
lange baan, mar kleedde zich aan, nam den
kandelaar en ging naar Liontjef.
Hij trof den advocaat thuis.
„Bonjour, m'n waarde," sei hü. Jk wou
„Zelfs na zes uur zou het moeilijk zijn, te
vertrekken zonder dat de -’«ld of ik het
merken. Midden op den dag pleegt men niet uit
een raam van de tweede verdieping te springen.
Alleen de deuren komen dus in aanmerking:
de straatdeur maakt een lawaai waar het heele
huis van davert van den kelder tot den zolder;
e- om bü de dlenstdeur te komen moet men de
binnenplaats overstek enen daar komt de keu
ken op uit. Ik «ou wel sens iemand willen Men,
„Of een revolver op de tafel of op den grond?”
„Neen, mijnheer." f
„Denkt u. dat men uw meester heeft willen
bestelen?”
„Neen, mijnheer, zijn portemonnale en zijn
horloge zaten nog In zijn zak.”
Toen hem gevraagd werd, welke personen er
in het huis waren op het oogenblik. dat het lük
werd ontdekt, antwoordde Thomas:
„Juffrouw Mary en juffrouw Eleonore Leaven-
dat hij een bevredigend antwoord wenschte.
Thomas, misschien in de war gebracht door
deze houding, wierp een hulpeloozen blik om
zich heen en antwoordde ten slotte:
„Ja. mijnheer, voor zoover ik er over kan
oordeelen."
„Hielden de meisjes van hun oom?"
„O Ja. mijnheer!”
„En ook van elkaar?”
„Ja.... dat geloof ik wel."
„U gelooft het. Hebt u redenen om het te
gendeel te veronderstellen?"
Thomas aarzelde een oogenblik, maar toen
zijn ondervrager zyn vraag wilde herhalen, be
dwong hij zich en antwoordde:
„Zeker niet mijnheer.”
Het jurylid maakte een beweging mt de hand
om aan te dulden, dat hij niets meer te vragen
bad. Toen stond de kleine man met het wesel-
gezicht op en vroeg nu zonder omwegen:
„Hoe laat opende u vanochtend?"
„Omstreeks zes uur."
..Zou daarvóór iemand
«onder dat u het mrkte?"
Kruit'
le I
bevond.
die de plaats overstak «onder door de keuken
meid gezien te Worden.”
Dit antwoord verwekte groote opschudding
onder de toehoorders. Het huls was gesloten en
niemand was er uit gegaan! Conclusie: de
moordenaar kon niet ver zijn.
„Wenschen de hoeren mü nog iets te vragen?”
vroeg Thomas.
Toen hü geen antwoord kreeg, verdween de
huisknecht haastig, na een blik vol voldoening
op zijn kameraden geworpen te hebben, waar
van Ik toen de beteekenls niet begreep.
De tweede getuige die voorgeroepen wrd, was
Harwll. Het verloop van het belangwekkend
verhoor van Leavenworth's secretaris, deed mü
spoedig den huisknecht vergeten.
Harwell nam voor de jury een fiere, waardige
houding aan. waardoor hij het publiek dadelijk
voor zich innam, maar die mij, die door ons
eerste onderhoud niet buitengewoon bekoord
was. al «eer aangenaam verraste. Zooals ik
reeds opmerkte, was hij met zijn bleeke regel
matige gelaatstrekken en zijn zwart, goed ge
knipt haar een vrij onbeduidende verschijning;
maar zijn rustige, beheerachte ernst deed dit
voor t oogenblik geheel vergeten en maakte
hem tot een haast tndrukwekkenden figuur.
De coroner wendde zich tot hem:
„Hoe is uw naam?”
.James Trueman Harwell.”
„Wat is uw beroep?”
„Sedert acht maanden secretaris van mijn
heer Leavenworth."
j yy y oo dit blad «Dn ingevolge da versekeringsvoorwaarden tegen f levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f VCA bij een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f IOC verliee Van een f bfj een breuk van f dfj bij verlies van
flvO/I/lC J ongevaUen verxelSin voor een dar volgende ultkeerlngen f «Jveilles van belde armenTbelde beenen of belde oogen J t doodeiyken afloop f een voet at een oog f 1 duim of wijs vinger l OU.’ been at annf TVe- anderen vinger
kamer geforceerd. Toen zagen zij Leavenworth
aan zijn schrijftafel zitten dood.
„En de dames?"
„Zij waren ons naar boven gevolgd. Juffrouw
Eleonore viel flauw."
„En de andere? Juffrouw Mary?"
..Daar herinner ik mij niets van. k had zoo'n
haast om water te halen voor juffrouw Eleo
nore, dat ik nergens anders op lette.”
„Hoe lang duurde het, voor het lichaam vna
mijnheer Leavenworthr naar zijn slaapkame
werd gebracht?"
„Heel kort; dat gebeurde bijna direct nadat
juffrouw Eleonore was bijgekomen."
„Wie stelde voor, het lichaam weg te bren
gen?"
.Juffrouw Eleonore. Nadat zij bij gekomen
was, trad zij op den doode toe, keek hem aan en
beefde. Toen riep zl) mij en mijnheer Harwell
en beval ons. hem op zijn bed te leggen en een
dokter te halen, wat wij ook deden.”
,Xen oogenblik) Ging zij met u mee in de
slaapkamer van haar oom?”
„Neen, mijnheer."
„Wat deed zij dan?”
,^<j bleef In de studeerkamer, bl) de schrijf
tafel."
„Zag u wat «U deed?
„Neen, mijnheer. Ik stond met mijn rug naar
haar toe."
„Hoelang bleef zij daar?"
„Toen wij terug kwamen, was zij al weg.”
„Hm! Wanneer zag u haar weer?”
„Een minuut later. Toen wij het vertrek ver
lieten, ging zij naar de deur toe.”
■j-5 edor Peskow, de eenlge zoon van z*n moe-
H der, trad de studeerkamer van dr. Bag-
danow binnen. HU droeg een voorwerp
onder s'n arm. dat in no. 174 van de „Beurs
berichten" gewikkeld was en zette een tamelijk
verlegen gezicht.
„Zoo, jongmenach!” riep de dokter hem toe
„Hoe voel jc je? Kan ik nog wat voor je doen?”
Fedor knipperde met z'n oogen. legde,. <*n
hand op z'n hart en zft met een stem, die dul
delUk verried, dat z’n gemoed KCftig bewogen
was: .M'n moeder laat u groeten, dokter, en
u nog wel bedankenIk ben de eenlge zoon
van mijn moeder, en u heeft me het leven ge
redinU van een gevaarlijke stekte geneaen
®nwjj weten geen van belden, hoe wU u be
danken moeten
„Kom, kom," lachte de dokter, ,Jk heb alleen
gedaan, wat een ander in mün plaats óók ge
daan zou hebben."
„Ik ben de eenlge zoon van m’n moeder.” her
nam Fedor Peskow. „we leven in behoeftige om
standigheden en kunnen u niet geheel voor uw
moeite schadeloos stellen, en dat is heel
onaangenaam voor ons. dokter. Intusschen vra
gen mijn moeder en ik. de eenlge zoon van
mijn moeder, u beleefd, als bewijs onzer dank
baarheiddit hier aan te nemen
Het is een «eer kostbaar voorwerp,
brons. een «eldzaam kunstwerk.”
„Och. waarom toch?” antwoordde dr. Bagda
now en fronste z'n wenkbrauwen.
„Neen, weiger u nu alstublieft niet.” smeekte
Fedor en wikkelde het pak los. „U krenkt mU
en moeder door een weigering. Het is een heel
mooi voorwerp van oud brons. We hebben het
van m’n vader geërfd en het aks een dierbaar
aandenken bewaard. M’n vader kocht oude
bronzen op en verkocht ze weer aan liefhebbers
Nu zetten moeder en ik de zaak voort.”
Fedor Peskow pakte het voorwerp uit en zette
het plechtig op tafel. Het was een tamelUk
groote, kunstig bewerkte kandelaar van oud
brons. Het stelde een tweetal vrouwen voor,
die te samen den eigenlüken luchter vast
hielden. De beide beeldjes waren nog al luch
tig gekleed. De dokter bekeek het geschenk,
krabde zich langzaam achter z’n oor, schraapte
s'n keel en snoot ernstlg-nadenkend z’n neus.
„Ja. het ts werkelijk een heel mooi stuk,
mompelde hü, ..maarhoe zal ik dat nu
zeggen, iets ongewoons, te weinig alle-
daagsch
„Wat bedoelt u? Waarom dan?”
,Ja, om je de waarheid te leggen, jonge'tef
zulk een voortbrengsel der fantasie op de tafel
te zetten, zou een soort verontwaardiging van
m'n heele huls beteekenen."
..Wat heeft u een «onAerlingen kunstsmaak?"
antwoordde Fedor, gekrenkt. „Dat is toch een
kunstwerk; bekijk u het maar eens goed, hoe
etherisch, hoe vol uitdrukking het is."
„Ik zie dat allemaal heel fifd. m'n waarde,
maar ik heb Ttlnderen. die InnnUn huls rond-
loopen en dikwijls komen ook dames hier.”
„Natuurlijk verschünt dit kunstvoorwerp van
het standpunt der menigte uit gezien, in een
ander licht.” meende Fédor „Maar wees toch
boven de menigte verheven, dokter, vooral om
dat u door uwe weigering m'n moeder en mij
diep zou krenken Ik ben de eenlge zoon van
m'n moeder, u hebt me het leven gered. We
geven u uil dankbaarheid een van onze zeer
kostbare voorwerpen en het spüt me alleen,
dat u geen pendant bU desen kandelaar heeft."
„Ik dank je wel. beste jongen; ik ben R
heel dankbaar; doe je moeder m'n groeten.
Maar zeg nu zelf eens, er loopen hier kinderen
rond; vaaa «ün er hier dames. Nou enfin,
laat het dan maar hier."
„Dan zijn we het dus eens.” lachte Fédor
verheugd. „Zet u dien kandelaar hier neer,
naasj die vaas. Jammer, dat het pendant ont
breekt. Echt jammer. Dag dokter."
Toen Fédor weg was. bekeek dr. Bagdanow
gedurende langen tijd den kande'aar, krabde
zich weer achter z'n oor en dacht na.
„Een voortreffelijk kunstwerk, dat valt niet
te ontkennen,” sprak hü tot zich «elf, ..en het
zou jammer wezen het weg te gooien. Maar
het In m'n huls houden is ónmogelijk Hm. een
lastig geval. Aan wien zou ik het cadeau kun
nen doen?”
Na lang nadenken kwam hem
op programmatisch aangegeven tijden De be-
zoekersdrom golft het terrein op en neer, al
naar gelang van de plaats waar momenteel de
grootste attractie van den avond plaats vindt.
Zooals een openluoht-theater, een nummertje
acrobatiek, een goochelaar etc. Het is voor de
Nederlandsche bezoekers een genot geweest,
om door deze lichtende lanen te wandelen.
De tweede dag dien de „Costa Rica” in deze
haven doorbracht, werd besteed aan een toer
langs de s.g. Deensche rlvlèra. Dat is, zooals de
naam reeds aanduldt, een schoone en weelderig
begroeide kuststrook, welke zich langs de „Oere
sund” ultatrekt. Heerlijke villa's rüen zich in
ononderbroken reeks langs deze gezegende
kust, waartegen het Oostzeewater kristalhelder
opklotst, hier en daar een kort strand vormend.
Elk huis heeft zün aanlegsteiger In zee. waar
langs de zeiljachten In de meest onderscheiden
en slerlüke vormen wiegelen. Aan het einde
zün deze steigers gekroond met een kleine
overdekte kleedgelegenheid voor de zwemlus-
tlgsn.
Na .een vemikkelüken rit langs dit Deensche
lustoord werd het oude slot „Kroonborg" be
kocht. Over de wallen van dezen burcht, die nog
door een Nederlandschen bouwmeester werd
ontworpen, liggen fraai gegoten voorlaadkanon-
nen dreigend over de Sond gericht naar de
Zweedsche kust, die grazig aan den gezichts
einder te zien is. Een soldaat, die een ouper-
wetach type geweer geschouderd houdt, waakt
ervoor dat onze landgenooten niet op de wal
len klauteren en daarmede het gras vertreden.
Tout comme chez nous, alleen wat ouderwet-
schei.
Na Kroonborg gaat de tocht landinwaarts
naar het prachtige slot Frederiksborg. Het is
een fraai kasteel, dat evenals de Deensche ge
bouwen, weer vele Nederlandsche stül-reminls-
centies wekt. Het slot Is. dank zü het patrio-
tlsme van de directie der Carlsbergs-brouwerlt,
geheel gerestaureerd. Aan deze brouwerij dankt
Kopenhagen en geheel Denemarken op dit ge
bied veel goeds. Hetgeen den Deen een steun
geeft bij het genieten van den koelen dronk
Als de .Costa Rica” des namiddags de haven
ultglüdt, uitgeleide gedaan door duizenden
Denen, die ons een hartelük tot weerziens na
wuiven, dan toeft menig hart nog met wee
moedige herinnering in dit sprookjesland. Het
laatste, wat zich in onze herinnering grift, is
het ontroerende bronzen beeld aan den haven
uitgang: „het havenmeisje" van den Deenschen
sprookjesdichter. Hans Andersen voorstellende,
heel eenzaam geknield op een rotsblok, om-
spoeld door het doorzichtige groenig kristallen
■gewatet.
Binnen in de eetsalons van het varende hotel
tikkelt reeds voornaam het tafelzilver en wis
selt menig avondtolletje af met het_jl»eoratlef
en stemmig smoklng-zwart-en-wlt. Als de gas
ten in de gemakkelüke dekstoelen liggend, het
aroma van hun klelntje-koffle behaaglijk in
zich opnemen, zinken de lichtjes van Kopen
hagen langzaam weg in zee. Alleen het vuur
torenlicht wüst ons tenslotte nog den weg naar
de nieuwe wonderen, die onze onverzadlglijke
oogen wachten.
„Neen, münheer.”
Men kon een speld hooren vallen. De zeker
heid, dat de moordenaar, wie hü ook was in
het huis was gebleven althans tot men had
geopend overstelpte een ieder. Hoewel ik op
de hoogte was van dit feit kon ik zelf een ze
kere opwinding niet onderdrukken.
De coroner vroeg vervolgens aan Thomas,
wanneer hü münheer Leavenworth voor het
laatst in leven had gezien.
JBU het avondeten.”
„Heeft na u nog iemand hem gezien?”
.Ja. münheer Harwell zegt, dat hü hem om
half elf 's avonds heeft verlaten."
„Waar woont u hier in huis?”
„In een kamertje gelükvloers."
„Waar slapen de andere bedienden?"
„Op de derde verdieping. De dames Leaven
worth wonen op de tweede en münheer Leaven
worth op de eerste.”
„Hoe laat bent u naar bed gegaan?”
„Om elf «uur ongeveer."
„Zoodat uw ontdekking van vanochtend een
groote verrassing was.”
,Ja, münheer."
Thomas vertelde vervolgens, dat toen *s och
tends de tüd voorbü ging en münheer Leaven
worth nog maar steeds niet verscheen, juffrouw
Eleonore ongerust was geworden; ze was eens
gaan küken, maar kwam spoedig heftig ver
schrikt terug, daar zü bü haar oom aangeklopt
had en geen antwoord gekregen. Daarop waren
Harwell en hü. Thomas, naar Koven gegaan;
zü hadden alle deuren geprobeerd en daar se
gesloten waren, ten slotte die van de studeer-
„Had zü Iets in de hand?”
„Ik geloof het niet."
„Werd er iets van de tafel vermist?”
Jk heb er niet aan gedacht om er naar te
küken. Ik stelde geen belang in de tafel. Ik
dacht er alleen maar aan. dat ik naar den dok
ter moest, hoewel ik wist, dat het niet meer
noodig was."
„Wie liet u, na uw vertrek, in de kamer ach
ter?"
.De
nore.”
.Jufrouw Mary niet?”
„Neen, münheer."
.Dank je wel. Wil iemand van de heeren
jury-leden nog een vraag stellen?”
Een kleine man met een gezicht als een we
zel, die al lang op zün stoel heen en weer zat
te schuiven, met de klaarblükelüke bedoeling
in het debat tusschenbeide te komen, sprong
op als een duiveltje uit een doosje.
„Ik vraag verlof, om den getuige een paar
vragen te mogen stellen.”
„Ik ben geheel tot uw dienst,” antwoordde
Thomas.
Maar terwül de wezel diep adem haalde bü
wü>e van voorbereiding, vroeg zün buurman,
een groote, gewichtig doende kerel, met nadruk:
,U woont sedert twee jaar in deze familie,
hebt u gezegd Hoe gingen zü met elkaar om,
hielden zü van elkaar? Stonden zü met elkaar
op goeden voet?"
Na deze vraag zette hü een gewichtig gezicht
en speelde nonchalant met zün horlogeketting,
ólg op zün buik bengelde, om aan te duiden.
eens met je pra
ten. Ik kom, om
Je voor Je moeite
te bedanken.
Geld zal Je van
mü niet willen
sannemen. daar
om bied ik je
dese kleinigheid aan. Het is Iets moois
Bü den aanblik van het kunstvoorwerp ge
raakte de advocaat in vervoering.
„Dat is schitterend!" riep hü- „Wat die kun
stenaars toch voor geniale invallen hebben.
Prachtig! Kolossaal!"
Nadat Liontjef echter aan s'n geestdrift den
vrüen loop gelaten had. keek hü angstig naar
de deur en zei: .Maar toch had ik liever dat
je je geschenk maar weer meenam. mün waar
de! Ik kan het niet aannemen.
„Waarom niet?” vroeg de dokter verschrikt.
„Nu omdat
vaak bü me en
voor m’n dleiatt
„Neen neen je mag het niet afslaan," ant
woordde ae dokter met een afwerend gebaar.
„Dat zou een beleedlging van jouw kant zijn
Het is toch werkelük een kunstvoorwerp. Kük
maar eens wat een uitdrukkingGeen
woord meer. Je beleedlgt mü-”
Js, ik vind het als kunstwerk onovertroffen,
maar ik acht het minder geschikt om het zoo
in een particuliere woning, waar iedereen komt,
neer te setten. Het is meer op s'n plaats tn
een museum."
Maar de dokter herhaalde s’n afwerend
handgebaar nóg energieker en liep snel de
kamer uit. Blü dat hü het geschenk kwüt was.
reed hü naar huis.
Toen hü weg was. bekeek Liontjef den kan
delaar van alle kanten, en brak, precies sooals
de dokter, langen tüd s’n hoofd met de vraag,
wat hü met het geschenk moest beginnen.
.Het is werkelük een mooi ding.dacht hü,
„en het sou zonde zün om het weg te gooien,
maar het bü me te houden is niet «ooals h»t
behoort. Het beste is. dat ik het iemand cadeau
doeIk weet het alik laat dien kande
laar vanaveed bü den acteur Tsjerbasky bren
gen, die viert juist s’n jubileum en die zal er
wel mee in s'n schik zün.”
Zoo gezt-gd, zoo gedaan. Des avonds werd de
kandelaar naar den tooneetepeler Tsjerbasky
gebracht. Den geheelen avond kwamen vrien
den van hem het kostbare geschenk bewonde
ren en ieder had een woord van lof voor den
kunstenaar, die het gewrocht had. Na de voor
stelling sei Tsjerbasky. s’n schouders ophalend
en radeloos s'n armen uitbreidend: „Nou. waar
moet ik nu met dat ding blijven? In m'n huis
kan ik het niet neerzetten, want daar komen
aller'ei menschen."
„Verkoop het dan. münheer Tsjerbasky.*
raadde de kapper, die hem na de voorstelling
weer gewoon kapte. „Hier in de voorstad woont
een vrouw, die oude bronzen voorwerpen Op
koopt Clast u er heen en vraag naar mevrouw
Peskow. Iedereen kent haar daar.
De acte'tr volgde den raad op.
Een paar dagen later zat dr. Bagdanow in sfn
studeerkamer. HU hield s'n vinger tegen z’n
voorhoofd en dacht na over glazuur Plotse
ling ging Ce deur open en Fédor Peskow trad
haastig o Innen Z'n gelaat straalde van vreug
de en s’n hee'e houding verried hoe gelukkig
hü was. In s'n handen hield hü Iets dat in
een krant was gewikkeld.
„Dokter!" begon hü ademloos, „denk u eens
In hoe bl0 *k ben! Tot uw geluk is het ons ge
lukt een pendant bü uw kandelaar te krijgen.
Moeder Is toch zoo blü I Ik ben de eenlge soon
van m'n moederU heeft »e het leven
gered
En bevend van overvloelende dankbaarheid
zette Fédor den kandelaar voor den dokter neer.
Deze opende z'n mond en wou wat zeggen;
maar hü zei niets, s'n tong was als verlamd.
de inventariseerlng, alsmede de vrijwillige
classeerlng en de mogelijkheid van gedwongen
claaseering van natuurterreinen, die weten-
schappelüke waarde bezitten, of utt een oog
punt van schoonheid of recreatie behooren
behouden te blüven;
3. de bescherming van In het wild groeiende
planten en levende diersoorten, die daarvoor
In aanmerking komen, in verband waarmede,
zoo noodig. bestaande wetten worden aange
vuld en gewüzigd;
4. de verplichting van lagere publlekreohte-
lüke lichamen tot het vaststellen, voor zooveel
noodig. van aanvullende verordeningen inzake
natuurbescherming op hun gebied;
5. de Instelling van een Natuurbeschermlngs-
raad.
Ter toelichting van deze motie wordt ons
medegedeeld, dat zü werd aangenomen op de
laatst gehouden vergadering der Commissie,
welke wordt gevormd door een 30-tal vereenl-
gingen enz., welke zich direct of indirect de
bescherming der natuur ten doel stellen.
OOp bovenbedoelde vergadering is in den
breede beraadslaagd over de bepalingen, die in
een, zoo spoedig mogelük In te voeren. Natuur
beschermingswet zouden moeten worden opge
nomen.
In het büzonder werd 4pr vergadering de na
druk gelegd op de noodsakelükheld van een
wet. die niet rason van belangfacdltelten het
voortbestaan van bosschen en met houtopstan-
den bezette terreinen, die als landgoederen t in
den zin van de Natuurschoonwet 1928 zün aan
gemerkt, van jaar tot jaar tracht te verlengen,
doch die zich een duurzame bescherming van
alle merkwaardige natuurterreinen in Nederland
ten doel stelt.
Zulk een bescherming zal de motie maakt
daarvan gewag moeten geschieden in de
eerste plaats door vrüwilhge classeerlng van
zoodanige terreinen en voor xooveel noodig ook
door gedwongen classeerlng, onder toekenning
van schadevergoeding.
Onder classeerlng moet worden verstaan een
aanwüzlng van een terrein om behouden te
blüven in zün natuurhjken staat en ontwikke
ling.
Dan worde bovendien niet alleen gedacht aan
bosschen en houtopstanden, maar ook aan die
terreinen, die uit recreatief- en schoonhelds-
oogpunt van belang zün. alsmede aan die ter
reinen, die wetenschappelüke waarde bezitten
wegens karakteristieke en belangrijke planten
en dierengemeenschappen, landschapsvormen
en geologische merkwaardigheden.
De te beschermen erreinen behooren, ook dit
werd ter vergadering onderstreept, een eenheid
te vormen en zoo gekozen en Ingericht te wor
den, dat z in zich zelf beveiligd blüven tegen
schadelüke Invloeden van de omgeving.
Daamaas werd, gelük ook uit de motie blükt.
een ^fzonderlüke 1 bescherming van tn het wild
voorkomende planten en diersoorten noodzake£
lük geacht. Op dit gebied kunnen gemeente-
1 VAN SLANGEN CN QNGE PIER-J
ZIT JÏ!IfK
-rr-OPENHAGEN De haven van de Deen-
sche hoofdstad is een sprookje, evenals ds
*-stad selve, die Mn boeiende vertelling is,
waarin het oude ongemerkt vervlochten worai
met het heden.
Als wü aankomen, Is het nacht. De haven
is wüd en rustig. Vóór ons kartelt tegen het
maanlicht het silhouet van de stad met haar
mooie torens, temidden waarvan de beurstoren
als een wonderlük suikerbrood öpsplraalt. Boven
ons koepelt een dlepfluweelen hemel, waarin de
flonkerende edelsteenen dooven, wanneer de
eerste smettelooze dageraad uit den Oostelüken
kim naar boven divert, om na eenig dralen
plotseling een tuil gouden zonnestralen op te
steken en breed uit te waaieren.
Nu zien wü achter ons de boog kleine eiland
jes, die de haven afsluit en waarop foftjes ge
bouwd zün, zooals wü se uit onze kinderspeel
kamer herinneren. Denemarken is agrarisch ge-
oriënteerd. Dat drukt sün stempel op de havsn-
hoofdstad. Hier is niets van de nüvere drukte,
die Rotterdam of Hamburg kenmerkt. Geen
donderende werven, geen daverende fabrieken,
geen sissende stoom lieren en steunende hefkra
nen. Neen, rondom de haven liggen droomerig
de oude pakhuizen en op het water drijven de
zellvaartulgen. twee-, drie- en vtermasters, met
gemakkelüke, breede achterstevens en behaaglük
achteroverleunende masten. Sommige diep in
het water gedrukt, door de zware houtstapeling
van een haast overdreven deklast.
Ons Nederlandsche schip ligt daartusschen
als een trotsch zeekasteel. Het heeft
gevonden aan den wal. rustig gemeerd langs de
Kopenhaagsche „pantoffelparade”, de Lange
Linie genaamd. Het is een geslecht bolwerk, be
groeid met boomen en heesters, waartusschen
gemakkelüke banken verscholen staan, die een
heerlük uitzicht op de haven en ver over see
bieden.
Door de goede zorgen van de Kon. Stoom-
bootmaatschappü deze reis is in handen van
den heer Leüen zelf, den chef der afdeellng
passage van de K.N.3.M. staan na het ont-
büt gemakkelüke toerwagens gereed, om de pas
sagiers de stad in te rüden. Dultach, Engelsch
en Fransch sprekende gidsen sün beschikbaar
en het internationale gezelschap kan zich dus
naar eigen verkiezing onder de hoede van een
verstaanbaren leidsman stellen.
Het zou ons te ver voeren, binnen het bestek
van deze reisbrieven, ook maar bü benadering,
een schets te geven van deze merkwaardig
mooie stad. Wü volstaan met nog eens te her
halen. dat hier een zeldzame harmonie heerscht
tusschen oud en nieuw.
Uit den tüd van konlng Christiaan den Vierden,
aan het begin dus van de zestiende eeuw, stam
men/ een reeks büzonder goed geconserveerde
renslssance-bouwwerken. waaronder de beurs
met haar spiraalvormlgen toren een opvallende
plaats Inneemt. Verder «ün barok en rokoko
er zeer rük vertegenwoordigd, vooral In den
koninklüken „Amallenborg" en het prinselüke
paleis. De Dom en het gerechtsgebouw represen-
teeren het klasslclsme uit het begin van de
negentiende eeuw; terwül om de reeks volledig
te maken, zelfs de nationale romantiek niet
ontbreekt, zoo uit de voor onze cultuur
evenzeer zoo gewichtige tachtiger jaren der
vorige eeuw. Als staaltje van moderne archi
tectuur werd ons het hoofdbureau van politie
getoond. Wü konden den buitenkant van dit
gebouw maar matig bewonderen, terwül wü
wat de lezer zal kunnen billüken voor den
binnenkant geen Interesse hadden.
Doch genoeg van deze architectonische hors
d’oeuvre, die besloten werd met een rondvaart
door de haven kris en kras tusschen de fortl-
ficatie-eilandjes door, bezet met speelgoed-
kanonnetjes en paradesoldaatjes In heel kleu-
rige uniformen. Wat Denemarken nog aan de
fensie over heeft, schünt het zoo decoratief
mogelük te houden.
Voor alles is Kopenhagen bü de zeelieden en
reizende kooplui bekend als plaats van „goeden
sier” en vermaak. Het restaurantwezen is er
zeer ontwikkeld. De Deensche keuken is rük
van programma en sterk afwisselend. Onver-
getelük Is de kreeft en zün de .jejer” (garna
len) en .jAdspktte”, de karakteristieke naam
voor de dikke schollen, die zooals elke huis
moeder weet, roode stipjes draagt. Het bier van
de enorm ultgebrelde Carlsbergbrouwerü is
goed, hoewel wat bitter naar onzen Holland-
schen verwenden smaak en de .aquavit", dat
is de nationale snaps, smaakt uitstekend.
Het centrum van alle vermaak groepeert zich
rondom Tlvoll. Wie TivoU nimmer zag of mee
maakte, kan er zich bezwaarlük een voorstelling
van maken. Het is de vennaakstuln, «ooals die
allen exploitanten der Nederlandsche lunapar
ken voor oogen heeft gezweefd, maar die geen
van hen zelfs maar bü benadering heeft kunnen
imiteeren. Stel u voor een mooi verzorgd plant
soen, waar tusschen de heesters- en boomgroe
pen paviljoens verscholen liggen die alle ker-
mls-vermaken in gelouterden vorm bieden. Een
kermis dus. ontdaan van het cacophonlsch
dooreengejengel van diverse draal-orgels en
het opdringerig geknal van Jut’s kop. Een ker
mis, gezuiverd van de walglüke geurenmenge-
llng dis ten onzent sure haring, oliebollen en
gerookte paling plegen te componeeren.
kermis voorts, ontsmet van het joelend
straatschendend dronken en brooddronken ge
peupel. Wat blüft er dan nog over zult ge
vragen, In de argeloosheid, die typeerend is
voor de Nederlandsche opvatting van kermis
feestvieren. Overbluft, müne lezers, een feest
van kleurig Ucht. De heerlüke atmosfeer van
een ruim plantsoen bü avond, het klaterend
gelach van jonge gezonde menschen rond de
diverse paviljoens, die rondom zich een gouden
vloed van licht stralen.
Sterke drank mag er niet verkocht worden
Diverse uitstekende orkesten geven concert.
Nlst gelüktüdig, neen, in de diverse paviljoens