t I u&fiaal van den dag vriend in de gedachten, de advocaat uontjef, bij wien hü in de schuld was wegens het voeren van een proces. Met de „Costa Rica” naar Scandinavië DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS De oude Sam I I I s. BET BUREA UCRAA TJE^ t i Het geschenk van den eenigen stoon mi Noodweer in Frankrijk »g Noodzakelijkheid van een wet r Doodvonnis over 20 communisten f s «n DOOR ANNA K. GREEN (Wordt vervolgd). Duurzame bescherming der natuur HET GEVAL LEAVENWORTH I I i1 O,».. KIJK, DAAR 15 HET SANDY/ rKDK SAliDV, HET 15 HIER ÖOMBER.VOLHTIGEN GRIE- ZEUG,MAAR SPOKEN HEB IK NIET GEZIEN. IK WED CATER ZELFS GEEN HUIS 6. IK HEB ZOO'N IDEE, DAT DE OUWE SAM ONS VOOR ’T LAPJE WILDE HOUDEN- ■LATEN WE HIER VAHDAAT1 GAAH.^ I DANDY. DAT PRAATJE OVER DIE 1 I GEESTEN EN SPOKEN 15 MAAKKLETöJ MAAR NIETTEMIN MOET IK NIETS I VAN DAT HUIS HEBBEN. HESJE. GEZIEN, DAT AL DE VENSTERS ER IUIT ZIJN.NIETS DAN ZWARTE. Agaten, je weet nooit of er niet j ENOFANOEHIN ZlTDATOPONS^ AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Kippen- en eendenhouderij M GEEN WONDER QAT DE i J OUWF 5AM 0M5 VVAAP- I 51HUV/DE HIEP NIET TE KOMEN. IK HEB NOOIT [ZOOTIWVARBOELGEZIEN VAN ONKRUID, BOXH EN WOEKER- PLANTETLIK BEGRUP DAT ZE DENKEN DATHIER GEE5TEN I ZIJN,MAAR IK BEU VAT1 1 Mat1IHG,CyrrnETniERVQl. MAANDAG 11 SEPTEMBER Het slot „Frederiksborg' een (laats Het bureaucraatjel goede een oden V i den I I keukenmeid. Molly en juffrouw Eleo- kunnen vertrekken iad* Een en MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) besturen reeds thans door het maken van her ordeningen veel goeds verrichten. Besloten werd een gestadige actie te voeren voor de tot stand- komlng van een Natuurbeschermingswet. Publiek met haast stuurt hij meteen Van Pontius naar Pilatus heen. En altijd weer hetzelfde praatje. Het bureaucraatjel Hij werkt geweldig met papier. Artikels, zegel en cohier En nooit ziet hij een handig gaatje. Het bureaucraatjel Hij is zeer eenig in zijn soort. Van wien men ook doorloopend hoort. Het type vannu ja, wien raad je? Het bureaucraatjel Hij werkt, omdat men werken moet, Maar acht zich zelven veel te goed, 't Is een vooraanstaand personaadje, Het bureaucraatjel Een antwoord op een simpten brief Duurt soms wel maanden, asjebliefl Hij overdenkt graag draad voor draadje. Ofschoon de heele wereld scheldt. Wanneer het bureaucratius geldt. Toch gaat hij stil zijn eigen straatje. Het bureaucraatjel Hl) werkt met maanden achterstand. Maar 1 is een kolfje naar zijn hand. Het geeft hem een gewichtig graadje. Het bureaucraatjel SOFIA. 9 Sept. (Reuter). Te Schuinen sün 18 communisten ter dood veroordeeld wegens propaganda in het garnizoen, terwijl 33 anderen tuchthuisstraffen kregen, varleerende van 10 tot 1H Jaar. Je begrijpt, m'n moeder komt 1 dan m'n cliënten Eli dok :boden zou Ik me geneeren." acht zou- ech- imees- raads- bleken i oom- L aan zijn van die isea- Mres ;gee- dent n de a en sigen men z: het het tin. Ujjk een ijen en of- nog men den 1 s i i ister- KM. apok- Ma noord m de rine son- nts- laar a In aten niiiiiiiniiiiiiiiiHiHiiiiiiHiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiHii ledeelt, Neder- ett ge- et eer- ultge- te A»>- fldeUo* Unmer- is Cae- Tutte* oorstel- [egeven er PW* i instu- redeelts keet worth, mijnheer Harwell, Kate de keukenmeid, Molly het linnenmeisje en Ik." „Zijn al deze lieden vaste Inwoners van het huis?” ,Ja mijnheer." „Op wien rust de zorg, voor den nacht het huls te sluiten?" „Op mij, mijnheer." „Wie heeft vanochtend geopend?" „Ik zelf, mijnheer.” „Hoe vond u de deur?" „Zooa Is ik haar gisteren achterliet.” „Wat! Stond er geen raam op een kier, «as «r seen grendel teruggeschoven?” De ultkeertng volgens de garantieregeling is voor de week van’ll tot en met IS Sept, vast gesteld op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren versche kippeneieren, tot een gewicht van maxi mum 50 KG per 1000 stuks en op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren eendeneieren. dat van ou a i PARIJS. 9 Sept (V.D.), Het noodweer, dat sedert eenlge dagen het Westelijke en Zuld- Westelijke deel van Frankrijk teistert, heeft ook Vrijdag en Zaterdag op verschillende plaat sen groote schade aangericht, terwijl drie menschen werden gedood. De Contact-Commlssie Inzake Natuurbescher ming heeft zich tot de regeering gewend met het verzóek de spoedige tot standkomlng te be vorderen van een Natuurbeschermingswet, welke reeds in de Troonrede van 1928 in uitzicht werd gesteld. De wet, waarvan de uitvoering mede aan den minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen worde opgedragen, bevatte bepalin gen, betreffende os.: 1. de bescherming van landschappen, merk waardig wegens hunne planten- en dierenge meenschappen. of wegens hunne geomorpholo- gische gesteldheid; LOERT 3KKRH „Uitstekend!” riep de dokter. „Daar hij een vriend van mü la, neemt hij niet graag geld van mij aan. Het zou dus heel passend zijn, als Ik hem een cadeau gaf. Ik zal hem dat ding geven. Het treft, dat hij vrtjgeael ie." Dr. Bagdanow schoof de zaak niet op de lange baan, mar kleedde zich aan, nam den kandelaar en ging naar Liontjef. Hij trof den advocaat thuis. „Bonjour, m'n waarde," sei hü. Jk wou „Zelfs na zes uur zou het moeilijk zijn, te vertrekken zonder dat de -’«ld of ik het merken. Midden op den dag pleegt men niet uit een raam van de tweede verdieping te springen. Alleen de deuren komen dus in aanmerking: de straatdeur maakt een lawaai waar het heele huis van davert van den kelder tot den zolder; e- om bü de dlenstdeur te komen moet men de binnenplaats overstek enen daar komt de keu ken op uit. Ik «ou wel sens iemand willen Men, „Of een revolver op de tafel of op den grond?” „Neen, mijnheer." f „Denkt u. dat men uw meester heeft willen bestelen?” „Neen, mijnheer, zijn portemonnale en zijn horloge zaten nog In zijn zak.” Toen hem gevraagd werd, welke personen er in het huis waren op het oogenblik. dat het lük werd ontdekt, antwoordde Thomas: „Juffrouw Mary en juffrouw Eleonore Leaven- dat hij een bevredigend antwoord wenschte. Thomas, misschien in de war gebracht door deze houding, wierp een hulpeloozen blik om zich heen en antwoordde ten slotte: „Ja. mijnheer, voor zoover ik er over kan oordeelen." „Hielden de meisjes van hun oom?" „O Ja. mijnheer!” „En ook van elkaar?” „Ja.... dat geloof ik wel." „U gelooft het. Hebt u redenen om het te gendeel te veronderstellen?" Thomas aarzelde een oogenblik, maar toen zijn ondervrager zyn vraag wilde herhalen, be dwong hij zich en antwoordde: „Zeker niet mijnheer.” Het jurylid maakte een beweging mt de hand om aan te dulden, dat hij niets meer te vragen bad. Toen stond de kleine man met het wesel- gezicht op en vroeg nu zonder omwegen: „Hoe laat opende u vanochtend?" „Omstreeks zes uur." ..Zou daarvóór iemand «onder dat u het mrkte?" Kruit' le I bevond. die de plaats overstak «onder door de keuken meid gezien te Worden.” Dit antwoord verwekte groote opschudding onder de toehoorders. Het huls was gesloten en niemand was er uit gegaan! Conclusie: de moordenaar kon niet ver zijn. „Wenschen de hoeren mü nog iets te vragen?” vroeg Thomas. Toen hü geen antwoord kreeg, verdween de huisknecht haastig, na een blik vol voldoening op zijn kameraden geworpen te hebben, waar van Ik toen de beteekenls niet begreep. De tweede getuige die voorgeroepen wrd, was Harwll. Het verloop van het belangwekkend verhoor van Leavenworth's secretaris, deed mü spoedig den huisknecht vergeten. Harwell nam voor de jury een fiere, waardige houding aan. waardoor hij het publiek dadelijk voor zich innam, maar die mij, die door ons eerste onderhoud niet buitengewoon bekoord was. al «eer aangenaam verraste. Zooals ik reeds opmerkte, was hij met zijn bleeke regel matige gelaatstrekken en zijn zwart, goed ge knipt haar een vrij onbeduidende verschijning; maar zijn rustige, beheerachte ernst deed dit voor t oogenblik geheel vergeten en maakte hem tot een haast tndrukwekkenden figuur. De coroner wendde zich tot hem: „Hoe is uw naam?” .James Trueman Harwell.” „Wat is uw beroep?” „Sedert acht maanden secretaris van mijn heer Leavenworth." j yy y oo dit blad «Dn ingevolge da versekeringsvoorwaarden tegen f levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f VCA bij een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f IOC verliee Van een f bfj een breuk van f dfj bij verlies van flvO/I/lC J ongevaUen verxelSin voor een dar volgende ultkeerlngen f «Jveilles van belde armenTbelde beenen of belde oogen J t doodeiyken afloop f een voet at een oog f 1 duim of wijs vinger l OU.’ been at annf TVe- anderen vinger kamer geforceerd. Toen zagen zij Leavenworth aan zijn schrijftafel zitten dood. „En de dames?" „Zij waren ons naar boven gevolgd. Juffrouw Eleonore viel flauw." „En de andere? Juffrouw Mary?" ..Daar herinner ik mij niets van. k had zoo'n haast om water te halen voor juffrouw Eleo nore, dat ik nergens anders op lette.” „Hoe lang duurde het, voor het lichaam vna mijnheer Leavenworthr naar zijn slaapkame werd gebracht?" „Heel kort; dat gebeurde bijna direct nadat juffrouw Eleonore was bijgekomen." „Wie stelde voor, het lichaam weg te bren gen?" .Juffrouw Eleonore. Nadat zij bij gekomen was, trad zij op den doode toe, keek hem aan en beefde. Toen riep zl) mij en mijnheer Harwell en beval ons. hem op zijn bed te leggen en een dokter te halen, wat wij ook deden.” ,Xen oogenblik) Ging zij met u mee in de slaapkamer van haar oom?” „Neen, mijnheer." „Wat deed zij dan?” ,^<j bleef In de studeerkamer, bl) de schrijf tafel." „Zag u wat «U deed? „Neen, mijnheer. Ik stond met mijn rug naar haar toe." „Hoelang bleef zij daar?" „Toen wij terug kwamen, was zij al weg.” „Hm! Wanneer zag u haar weer?” „Een minuut later. Toen wij het vertrek ver lieten, ging zij naar de deur toe.” ■j-5 edor Peskow, de eenlge zoon van z*n moe- H der, trad de studeerkamer van dr. Bag- danow binnen. HU droeg een voorwerp onder s'n arm. dat in no. 174 van de „Beurs berichten" gewikkeld was en zette een tamelijk verlegen gezicht. „Zoo, jongmenach!” riep de dokter hem toe „Hoe voel jc je? Kan ik nog wat voor je doen?” Fedor knipperde met z'n oogen. legde,. <*n hand op z'n hart en zft met een stem, die dul delUk verried, dat z’n gemoed KCftig bewogen was: .M'n moeder laat u groeten, dokter, en u nog wel bedankenIk ben de eenlge zoon van mijn moeder, en u heeft me het leven ge redinU van een gevaarlijke stekte geneaen ®nwjj weten geen van belden, hoe wU u be danken moeten „Kom, kom," lachte de dokter, ,Jk heb alleen gedaan, wat een ander in mün plaats óók ge daan zou hebben." „Ik ben de eenlge zoon van m’n moeder.” her nam Fedor Peskow. „we leven in behoeftige om standigheden en kunnen u niet geheel voor uw moeite schadeloos stellen, en dat is heel onaangenaam voor ons. dokter. Intusschen vra gen mijn moeder en ik. de eenlge zoon van mijn moeder, u beleefd, als bewijs onzer dank baarheiddit hier aan te nemen Het is een «eer kostbaar voorwerp, brons. een «eldzaam kunstwerk.” „Och. waarom toch?” antwoordde dr. Bagda now en fronste z'n wenkbrauwen. „Neen, weiger u nu alstublieft niet.” smeekte Fedor en wikkelde het pak los. „U krenkt mU en moeder door een weigering. Het is een heel mooi voorwerp van oud brons. We hebben het van m’n vader geërfd en het aks een dierbaar aandenken bewaard. M’n vader kocht oude bronzen op en verkocht ze weer aan liefhebbers Nu zetten moeder en ik de zaak voort.” Fedor Peskow pakte het voorwerp uit en zette het plechtig op tafel. Het was een tamelUk groote, kunstig bewerkte kandelaar van oud brons. Het stelde een tweetal vrouwen voor, die te samen den eigenlüken luchter vast hielden. De beide beeldjes waren nog al luch tig gekleed. De dokter bekeek het geschenk, krabde zich langzaam achter z’n oor, schraapte s'n keel en snoot ernstlg-nadenkend z’n neus. „Ja. het ts werkelijk een heel mooi stuk, mompelde hü, ..maarhoe zal ik dat nu zeggen, iets ongewoons, te weinig alle- daagsch „Wat bedoelt u? Waarom dan?” ,Ja, om je de waarheid te leggen, jonge'tef zulk een voortbrengsel der fantasie op de tafel te zetten, zou een soort verontwaardiging van m'n heele huls beteekenen." ..Wat heeft u een «onAerlingen kunstsmaak?" antwoordde Fedor, gekrenkt. „Dat is toch een kunstwerk; bekijk u het maar eens goed, hoe etherisch, hoe vol uitdrukking het is." „Ik zie dat allemaal heel fifd. m'n waarde, maar ik heb Ttlnderen. die InnnUn huls rond- loopen en dikwijls komen ook dames hier.” „Natuurlijk verschünt dit kunstvoorwerp van het standpunt der menigte uit gezien, in een ander licht.” meende Fédor „Maar wees toch boven de menigte verheven, dokter, vooral om dat u door uwe weigering m'n moeder en mij diep zou krenken Ik ben de eenlge zoon van m'n moeder, u hebt me het leven gered. We geven u uil dankbaarheid een van onze zeer kostbare voorwerpen en het spüt me alleen, dat u geen pendant bU desen kandelaar heeft." „Ik dank je wel. beste jongen; ik ben R heel dankbaar; doe je moeder m'n groeten. Maar zeg nu zelf eens, er loopen hier kinderen rond; vaaa «ün er hier dames. Nou enfin, laat het dan maar hier." „Dan zijn we het dus eens.” lachte Fédor verheugd. „Zet u dien kandelaar hier neer, naasj die vaas. Jammer, dat het pendant ont breekt. Echt jammer. Dag dokter." Toen Fédor weg was. bekeek dr. Bagdanow gedurende langen tijd den kande'aar, krabde zich weer achter z'n oor en dacht na. „Een voortreffelijk kunstwerk, dat valt niet te ontkennen,” sprak hü tot zich «elf, ..en het zou jammer wezen het weg te gooien. Maar het In m'n huls houden is ónmogelijk Hm. een lastig geval. Aan wien zou ik het cadeau kun nen doen?” Na lang nadenken kwam hem op programmatisch aangegeven tijden De be- zoekersdrom golft het terrein op en neer, al naar gelang van de plaats waar momenteel de grootste attractie van den avond plaats vindt. Zooals een openluoht-theater, een nummertje acrobatiek, een goochelaar etc. Het is voor de Nederlandsche bezoekers een genot geweest, om door deze lichtende lanen te wandelen. De tweede dag dien de „Costa Rica” in deze haven doorbracht, werd besteed aan een toer langs de s.g. Deensche rlvlèra. Dat is, zooals de naam reeds aanduldt, een schoone en weelderig begroeide kuststrook, welke zich langs de „Oere sund” ultatrekt. Heerlijke villa's rüen zich in ononderbroken reeks langs deze gezegende kust, waartegen het Oostzeewater kristalhelder opklotst, hier en daar een kort strand vormend. Elk huis heeft zün aanlegsteiger In zee. waar langs de zeiljachten In de meest onderscheiden en slerlüke vormen wiegelen. Aan het einde zün deze steigers gekroond met een kleine overdekte kleedgelegenheid voor de zwemlus- tlgsn. Na .een vemikkelüken rit langs dit Deensche lustoord werd het oude slot „Kroonborg" be kocht. Over de wallen van dezen burcht, die nog door een Nederlandschen bouwmeester werd ontworpen, liggen fraai gegoten voorlaadkanon- nen dreigend over de Sond gericht naar de Zweedsche kust, die grazig aan den gezichts einder te zien is. Een soldaat, die een ouper- wetach type geweer geschouderd houdt, waakt ervoor dat onze landgenooten niet op de wal len klauteren en daarmede het gras vertreden. Tout comme chez nous, alleen wat ouderwet- schei. Na Kroonborg gaat de tocht landinwaarts naar het prachtige slot Frederiksborg. Het is een fraai kasteel, dat evenals de Deensche ge bouwen, weer vele Nederlandsche stül-reminls- centies wekt. Het slot Is. dank zü het patrio- tlsme van de directie der Carlsbergs-brouwerlt, geheel gerestaureerd. Aan deze brouwerij dankt Kopenhagen en geheel Denemarken op dit ge bied veel goeds. Hetgeen den Deen een steun geeft bij het genieten van den koelen dronk Als de .Costa Rica” des namiddags de haven ultglüdt, uitgeleide gedaan door duizenden Denen, die ons een hartelük tot weerziens na wuiven, dan toeft menig hart nog met wee moedige herinnering in dit sprookjesland. Het laatste, wat zich in onze herinnering grift, is het ontroerende bronzen beeld aan den haven uitgang: „het havenmeisje" van den Deenschen sprookjesdichter. Hans Andersen voorstellende, heel eenzaam geknield op een rotsblok, om- spoeld door het doorzichtige groenig kristallen ■gewatet. Binnen in de eetsalons van het varende hotel tikkelt reeds voornaam het tafelzilver en wis selt menig avondtolletje af met het_jl»eoratlef en stemmig smoklng-zwart-en-wlt. Als de gas ten in de gemakkelüke dekstoelen liggend, het aroma van hun klelntje-koffle behaaglijk in zich opnemen, zinken de lichtjes van Kopen hagen langzaam weg in zee. Alleen het vuur torenlicht wüst ons tenslotte nog den weg naar de nieuwe wonderen, die onze onverzadlglijke oogen wachten. „Neen, münheer.” Men kon een speld hooren vallen. De zeker heid, dat de moordenaar, wie hü ook was in het huis was gebleven althans tot men had geopend overstelpte een ieder. Hoewel ik op de hoogte was van dit feit kon ik zelf een ze kere opwinding niet onderdrukken. De coroner vroeg vervolgens aan Thomas, wanneer hü münheer Leavenworth voor het laatst in leven had gezien. JBU het avondeten.” „Heeft na u nog iemand hem gezien?” .Ja. münheer Harwell zegt, dat hü hem om half elf 's avonds heeft verlaten." „Waar woont u hier in huis?” „In een kamertje gelükvloers." „Waar slapen de andere bedienden?" „Op de derde verdieping. De dames Leaven worth wonen op de tweede en münheer Leaven worth op de eerste.” „Hoe laat bent u naar bed gegaan?” „Om elf «uur ongeveer." „Zoodat uw ontdekking van vanochtend een groote verrassing was.” ,Ja, münheer." Thomas vertelde vervolgens, dat toen *s och tends de tüd voorbü ging en münheer Leaven worth nog maar steeds niet verscheen, juffrouw Eleonore ongerust was geworden; ze was eens gaan küken, maar kwam spoedig heftig ver schrikt terug, daar zü bü haar oom aangeklopt had en geen antwoord gekregen. Daarop waren Harwell en hü. Thomas, naar Koven gegaan; zü hadden alle deuren geprobeerd en daar se gesloten waren, ten slotte die van de studeer- „Had zü Iets in de hand?” „Ik geloof het niet." „Werd er iets van de tafel vermist?” Jk heb er niet aan gedacht om er naar te küken. Ik stelde geen belang in de tafel. Ik dacht er alleen maar aan. dat ik naar den dok ter moest, hoewel ik wist, dat het niet meer noodig was." „Wie liet u, na uw vertrek, in de kamer ach ter?" .De nore.” .Jufrouw Mary niet?” „Neen, münheer." .Dank je wel. Wil iemand van de heeren jury-leden nog een vraag stellen?” Een kleine man met een gezicht als een we zel, die al lang op zün stoel heen en weer zat te schuiven, met de klaarblükelüke bedoeling in het debat tusschenbeide te komen, sprong op als een duiveltje uit een doosje. „Ik vraag verlof, om den getuige een paar vragen te mogen stellen.” „Ik ben geheel tot uw dienst,” antwoordde Thomas. Maar terwül de wezel diep adem haalde bü wü>e van voorbereiding, vroeg zün buurman, een groote, gewichtig doende kerel, met nadruk: ,U woont sedert twee jaar in deze familie, hebt u gezegd Hoe gingen zü met elkaar om, hielden zü van elkaar? Stonden zü met elkaar op goeden voet?" Na deze vraag zette hü een gewichtig gezicht en speelde nonchalant met zün horlogeketting, ólg op zün buik bengelde, om aan te duiden. eens met je pra ten. Ik kom, om Je voor Je moeite te bedanken. Geld zal Je van mü niet willen sannemen. daar om bied ik je dese kleinigheid aan. Het is Iets moois Bü den aanblik van het kunstvoorwerp ge raakte de advocaat in vervoering. „Dat is schitterend!" riep hü- „Wat die kun stenaars toch voor geniale invallen hebben. Prachtig! Kolossaal!" Nadat Liontjef echter aan s'n geestdrift den vrüen loop gelaten had. keek hü angstig naar de deur en zei: .Maar toch had ik liever dat je je geschenk maar weer meenam. mün waar de! Ik kan het niet aannemen. „Waarom niet?” vroeg de dokter verschrikt. „Nu omdat vaak bü me en voor m’n dleiatt „Neen neen je mag het niet afslaan," ant woordde ae dokter met een afwerend gebaar. „Dat zou een beleedlging van jouw kant zijn Het is toch werkelük een kunstvoorwerp. Kük maar eens wat een uitdrukkingGeen woord meer. Je beleedlgt mü-” Js, ik vind het als kunstwerk onovertroffen, maar ik acht het minder geschikt om het zoo in een particuliere woning, waar iedereen komt, neer te setten. Het is meer op s'n plaats tn een museum." Maar de dokter herhaalde s’n afwerend handgebaar nóg energieker en liep snel de kamer uit. Blü dat hü het geschenk kwüt was. reed hü naar huis. Toen hü weg was. bekeek Liontjef den kan delaar van alle kanten, en brak, precies sooals de dokter, langen tüd s’n hoofd met de vraag, wat hü met het geschenk moest beginnen. .Het is werkelük een mooi ding.dacht hü, „en het sou zonde zün om het weg te gooien, maar het bü me te houden is niet «ooals h»t behoort. Het beste is. dat ik het iemand cadeau doeIk weet het alik laat dien kande laar vanaveed bü den acteur Tsjerbasky bren gen, die viert juist s’n jubileum en die zal er wel mee in s'n schik zün.” Zoo gezt-gd, zoo gedaan. Des avonds werd de kandelaar naar den tooneetepeler Tsjerbasky gebracht. Den geheelen avond kwamen vrien den van hem het kostbare geschenk bewonde ren en ieder had een woord van lof voor den kunstenaar, die het gewrocht had. Na de voor stelling sei Tsjerbasky. s’n schouders ophalend en radeloos s'n armen uitbreidend: „Nou. waar moet ik nu met dat ding blijven? In m'n huis kan ik het niet neerzetten, want daar komen aller'ei menschen." „Verkoop het dan. münheer Tsjerbasky.* raadde de kapper, die hem na de voorstelling weer gewoon kapte. „Hier in de voorstad woont een vrouw, die oude bronzen voorwerpen Op koopt Clast u er heen en vraag naar mevrouw Peskow. Iedereen kent haar daar. De acte'tr volgde den raad op. Een paar dagen later zat dr. Bagdanow in sfn studeerkamer. HU hield s'n vinger tegen z’n voorhoofd en dacht na over glazuur Plotse ling ging Ce deur open en Fédor Peskow trad haastig o Innen Z'n gelaat straalde van vreug de en s’n hee'e houding verried hoe gelukkig hü was. In s'n handen hield hü Iets dat in een krant was gewikkeld. „Dokter!" begon hü ademloos, „denk u eens In hoe bl0 *k ben! Tot uw geluk is het ons ge lukt een pendant bü uw kandelaar te krijgen. Moeder Is toch zoo blü I Ik ben de eenlge soon van m'n moederU heeft »e het leven gered En bevend van overvloelende dankbaarheid zette Fédor den kandelaar voor den dokter neer. Deze opende z'n mond en wou wat zeggen; maar hü zei niets, s'n tong was als verlamd. de inventariseerlng, alsmede de vrijwillige classeerlng en de mogelijkheid van gedwongen claaseering van natuurterreinen, die weten- schappelüke waarde bezitten, of utt een oog punt van schoonheid of recreatie behooren behouden te blüven; 3. de bescherming van In het wild groeiende planten en levende diersoorten, die daarvoor In aanmerking komen, in verband waarmede, zoo noodig. bestaande wetten worden aange vuld en gewüzigd; 4. de verplichting van lagere publlekreohte- lüke lichamen tot het vaststellen, voor zooveel noodig. van aanvullende verordeningen inzake natuurbescherming op hun gebied; 5. de Instelling van een Natuurbeschermlngs- raad. Ter toelichting van deze motie wordt ons medegedeeld, dat zü werd aangenomen op de laatst gehouden vergadering der Commissie, welke wordt gevormd door een 30-tal vereenl- gingen enz., welke zich direct of indirect de bescherming der natuur ten doel stellen. OOp bovenbedoelde vergadering is in den breede beraadslaagd over de bepalingen, die in een, zoo spoedig mogelük In te voeren. Natuur beschermingswet zouden moeten worden opge nomen. In het büzonder werd 4pr vergadering de na druk gelegd op de noodsakelükheld van een wet. die niet rason van belangfacdltelten het voortbestaan van bosschen en met houtopstan- den bezette terreinen, die als landgoederen t in den zin van de Natuurschoonwet 1928 zün aan gemerkt, van jaar tot jaar tracht te verlengen, doch die zich een duurzame bescherming van alle merkwaardige natuurterreinen in Nederland ten doel stelt. Zulk een bescherming zal de motie maakt daarvan gewag moeten geschieden in de eerste plaats door vrüwilhge classeerlng van zoodanige terreinen en voor xooveel noodig ook door gedwongen classeerlng, onder toekenning van schadevergoeding. Onder classeerlng moet worden verstaan een aanwüzlng van een terrein om behouden te blüven in zün natuurhjken staat en ontwikke ling. Dan worde bovendien niet alleen gedacht aan bosschen en houtopstanden, maar ook aan die terreinen, die uit recreatief- en schoonhelds- oogpunt van belang zün. alsmede aan die ter reinen, die wetenschappelüke waarde bezitten wegens karakteristieke en belangrijke planten en dierengemeenschappen, landschapsvormen en geologische merkwaardigheden. De te beschermen erreinen behooren, ook dit werd ter vergadering onderstreept, een eenheid te vormen en zoo gekozen en Ingericht te wor den, dat z in zich zelf beveiligd blüven tegen schadelüke Invloeden van de omgeving. Daamaas werd, gelük ook uit de motie blükt. een ^fzonderlüke 1 bescherming van tn het wild voorkomende planten en diersoorten noodzake£ lük geacht. Op dit gebied kunnen gemeente- 1 VAN SLANGEN CN QNGE PIER-J ZIT JÏ!IfK -rr-OPENHAGEN De haven van de Deen- sche hoofdstad is een sprookje, evenals ds *-stad selve, die Mn boeiende vertelling is, waarin het oude ongemerkt vervlochten worai met het heden. Als wü aankomen, Is het nacht. De haven is wüd en rustig. Vóór ons kartelt tegen het maanlicht het silhouet van de stad met haar mooie torens, temidden waarvan de beurstoren als een wonderlük suikerbrood öpsplraalt. Boven ons koepelt een dlepfluweelen hemel, waarin de flonkerende edelsteenen dooven, wanneer de eerste smettelooze dageraad uit den Oostelüken kim naar boven divert, om na eenig dralen plotseling een tuil gouden zonnestralen op te steken en breed uit te waaieren. Nu zien wü achter ons de boog kleine eiland jes, die de haven afsluit en waarop foftjes ge bouwd zün, zooals wü se uit onze kinderspeel kamer herinneren. Denemarken is agrarisch ge- oriënteerd. Dat drukt sün stempel op de havsn- hoofdstad. Hier is niets van de nüvere drukte, die Rotterdam of Hamburg kenmerkt. Geen donderende werven, geen daverende fabrieken, geen sissende stoom lieren en steunende hefkra nen. Neen, rondom de haven liggen droomerig de oude pakhuizen en op het water drijven de zellvaartulgen. twee-, drie- en vtermasters, met gemakkelüke, breede achterstevens en behaaglük achteroverleunende masten. Sommige diep in het water gedrukt, door de zware houtstapeling van een haast overdreven deklast. Ons Nederlandsche schip ligt daartusschen als een trotsch zeekasteel. Het heeft gevonden aan den wal. rustig gemeerd langs de Kopenhaagsche „pantoffelparade”, de Lange Linie genaamd. Het is een geslecht bolwerk, be groeid met boomen en heesters, waartusschen gemakkelüke banken verscholen staan, die een heerlük uitzicht op de haven en ver over see bieden. Door de goede zorgen van de Kon. Stoom- bootmaatschappü deze reis is in handen van den heer Leüen zelf, den chef der afdeellng passage van de K.N.3.M. staan na het ont- büt gemakkelüke toerwagens gereed, om de pas sagiers de stad in te rüden. Dultach, Engelsch en Fransch sprekende gidsen sün beschikbaar en het internationale gezelschap kan zich dus naar eigen verkiezing onder de hoede van een verstaanbaren leidsman stellen. Het zou ons te ver voeren, binnen het bestek van deze reisbrieven, ook maar bü benadering, een schets te geven van deze merkwaardig mooie stad. Wü volstaan met nog eens te her halen. dat hier een zeldzame harmonie heerscht tusschen oud en nieuw. Uit den tüd van konlng Christiaan den Vierden, aan het begin dus van de zestiende eeuw, stam men/ een reeks büzonder goed geconserveerde renslssance-bouwwerken. waaronder de beurs met haar spiraalvormlgen toren een opvallende plaats Inneemt. Verder «ün barok en rokoko er zeer rük vertegenwoordigd, vooral In den koninklüken „Amallenborg" en het prinselüke paleis. De Dom en het gerechtsgebouw represen- teeren het klasslclsme uit het begin van de negentiende eeuw; terwül om de reeks volledig te maken, zelfs de nationale romantiek niet ontbreekt, zoo uit de voor onze cultuur evenzeer zoo gewichtige tachtiger jaren der vorige eeuw. Als staaltje van moderne archi tectuur werd ons het hoofdbureau van politie getoond. Wü konden den buitenkant van dit gebouw maar matig bewonderen, terwül wü wat de lezer zal kunnen billüken voor den binnenkant geen Interesse hadden. Doch genoeg van deze architectonische hors d’oeuvre, die besloten werd met een rondvaart door de haven kris en kras tusschen de fortl- ficatie-eilandjes door, bezet met speelgoed- kanonnetjes en paradesoldaatjes In heel kleu- rige uniformen. Wat Denemarken nog aan de fensie over heeft, schünt het zoo decoratief mogelük te houden. Voor alles is Kopenhagen bü de zeelieden en reizende kooplui bekend als plaats van „goeden sier” en vermaak. Het restaurantwezen is er zeer ontwikkeld. De Deensche keuken is rük van programma en sterk afwisselend. Onver- getelük Is de kreeft en zün de .jejer” (garna len) en .jAdspktte”, de karakteristieke naam voor de dikke schollen, die zooals elke huis moeder weet, roode stipjes draagt. Het bier van de enorm ultgebrelde Carlsbergbrouwerü is goed, hoewel wat bitter naar onzen Holland- schen verwenden smaak en de .aquavit", dat is de nationale snaps, smaakt uitstekend. Het centrum van alle vermaak groepeert zich rondom Tlvoll. Wie TivoU nimmer zag of mee maakte, kan er zich bezwaarlük een voorstelling van maken. Het is de vennaakstuln, «ooals die allen exploitanten der Nederlandsche lunapar ken voor oogen heeft gezweefd, maar die geen van hen zelfs maar bü benadering heeft kunnen imiteeren. Stel u voor een mooi verzorgd plant soen, waar tusschen de heesters- en boomgroe pen paviljoens verscholen liggen die alle ker- mls-vermaken in gelouterden vorm bieden. Een kermis dus. ontdaan van het cacophonlsch dooreengejengel van diverse draal-orgels en het opdringerig geknal van Jut’s kop. Een ker mis, gezuiverd van de walglüke geurenmenge- llng dis ten onzent sure haring, oliebollen en gerookte paling plegen te componeeren. kermis voorts, ontsmet van het joelend straatschendend dronken en brooddronken ge peupel. Wat blüft er dan nog over zult ge vragen, In de argeloosheid, die typeerend is voor de Nederlandsche opvatting van kermis feestvieren. Overbluft, müne lezers, een feest van kleurig Ucht. De heerlüke atmosfeer van een ruim plantsoen bü avond, het klaterend gelach van jonge gezonde menschen rond de diverse paviljoens, die rondom zich een gouden vloed van licht stralen. Sterke drank mag er niet verkocht worden Diverse uitstekende orkesten geven concert. Nlst gelüktüdig, neen, in de diverse paviljoens

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7