H H I pH| 1 il "pi iir I ft o a 8 #3 iiii Sta w iÉI ill® 1 H 1ONZE WONING ALS DE HERFST MAAND KOMT VOOR KEUKEN KANT VOOR EEN ALBE KNIPPATROON n s Tegen mieren IhlH li S VROUWEN, DIE ROOKEN 4*^ 'rass lis» lil Pa •s-sitoöË® Relief leerwerk Nog een en ander over soezen-gebak Nachtjaponnetje voor meisjes van De hoed 4 tot S jaar 44 4- m 4- u n i I'jLLI Itft! Moeten we zorgen voor geschikte kleeding f IÊ1 !^S! !"!SS!S"!SS!SSSL_ igsrffiKPsi yaspiSSc Sn8r in 1 !B888ss;:;:;si :OBES5S3LI g::s inssi zich ioex Dat kwam PO LA Qy Rectificatie XV- jakje." D. t»ï r iï 2 •3 c i en 8. 4 11 5 i 9 r A o IE j font voor Albe, Altaar kleed of Coatvnuniekleed, ■üürrnni 5 22Ü! ibhi ibhi ian IBHI inai JI ji inncnnoci innrnnanL irrnonooc «rCOCCDh lurrcm ICEUUI'IBBI UUI DIE VROUW 1EW HAAR HÜISHOVDRVG mnuiiuiiiiiiuiiiini ibi IBI IBI IBI IBI IBI irgpfflM' lis ini mi mi IDI ILI iri r r _a £j BBI iBUBI BBUI BIJ '■□■I Een waarheid, Is ze ook nog zoo oud, Veroudert nooit en blijft als goud; Maar laster ook wordt nimmer waar. Al zegt men dien ook duizend Jaarl Sprekers, hoorders, denkers, daders. Vindt ge In soorten, rijp en groen; Zeldzaam vindt men wél vereenlgd: Spreken, hooren, denken, doen. Bedenk In goeden tüd, Dat zich ’t geluk kan wenden: Bedenk, in boozen tijd, Dat alle leed moet enden. Wie kan het voegen Naar elks genoegen? s j'jJüDQüUI □■nauauBj door nog 7 icüün BI UI UI IUOI IBBI ICLI -IBBI ic’aonau-. 1BBBB loncai IBBUBL, innnaai IB IBI IBI IBI IBI IBI IBI iiuBÜBÜiUBUBUBU BBBBBBBBBBBBBR BBBBBBBBBBBBBI ■BBnnnm ■anroSnnncrai □UBBBBB nnmnBBi lannnnoci lanrBBBur iBBBmnn iBnccnua iBnrncna lannaina iBcrrcaa -1C1BB mOBB IJUUB irnra .LLGB imiaowa xancuBBB □conacBBBB r b BBBI B iBnrnBi IBBBBBI BBBBBBBBBBBBBBB'SBBBBBBBBBBBBBBBBBBB IBBSBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBi ---ILBUBLBüBUBCBOBJBUBJBUBJBUBJB'JBOBUBUBUBUB' -r ---- |F F F t ■BBNB iiirB BB'JB BBCB BBBO BBBBI ".□DDri :cunci JLiDEOI LUL-CUI lll.Ct IBP I IBBI IBBI IBBI BBBBBBBBI □□"□""□□ccrfr□nöuuuauaai 'JBOBUBUBUI-- BBBBBBBBI -IBBI IBBI IBBI IBI 7/ i! issiiiMunju |ggilg8S3S^tjKg^^ëö2öyqLpuQUUiJU! FS.BLni BBI ■BBBLBIBB j—mdmeli ITBrJBBBBBrBrJBPBUBUBri "iannSnl ICBOBBI IOCCBBI IBBBBBI iBBBrnnBi IBBBDI- iarr lam ibui IBOl iari i. IBBBHBri «■■nr— I 5 In ons vorig nummer stond boven het haak-artikeltje „Een gehaakt Baby-pakje” dit had, zooals men zal hebben begre- men daarvoor 2 losse st., vervolgens 3 losse P®11 Roeten zijn: „Een gehaakt Baby- st. voor het 1ste stokje en 2 stokjes op de 2 losse st. I x tu de zomervacantle zoowat ten einde 1. N loopt en we dus al heel gauw In de herfstmaand zijn, moeten we zorgen voor geschikte kleeding in de stad. *n Jasje, dat niet te warm zit of een luchtige man tel, dien we op verschillende Japonnen kun nen dragen. Zoo zien we op no. 1082 een aardig jeug dig pakje, gemaakt van beige wollen man telstof. Het korte jasje is iets getailleerd en wordt met eenige groote knoopen gesloten. Leuk staat de groote, plat liggende kraag met strik van bruine zijde en de wijde man chetten. De schouders zijn nog steeds breed, zoodat we hier een paar kleine epauletten in het armsgat zetten; ook geeft de mode nog rechte gladde rokken aan, hetgeen aan deze drie toiletjes te zien is. ir on inrn mrr iBrir iBinrnw -ioi- lucaruani ir'rrrrrri - 1onrraL nnnnasBi ir rrsBBBi irrcBBBBi irrui acli ibi !i oor dit werk zult ge u eenige speciale benoodlgdheden moeten aanschaffen, verkrijgbaar in buisvlijtwlnkels, zoo als een met twee punten voorziene model leer- en afteekengereedschap, een werk- bord, een kleinen hamer en ’n fijnen dóór slag, verder hebben we noodig een paar beitssoorten of andere leerverven die we voor dit doel kuipen gebruiken, kwastjes, koperen kopspljkertjes en lijm, benevens een weinig wasvulling voor het rellefwerk. Het motief van het schip Is bijzonder aar dig voor leerwerk. We kunnen het jnaken vooj het deksel van een houten werkdooa, boordendoos, bijouxdoos, of voor een paar boeksteunen. Snij eerst een dunnen kartonnen vorm precies- passend voor een doos, of voor de steunen. U gebruikt kalfsleer voor de be werking en voor de hieronder beschreven versiering, nemen we donker bruin kalfs leer. U knipt het leer en laat rondom IX c>L extra aanzitten. Bevestigt de teekenlng van het ontwerp op den goeden kant van het leer, aan een kant vastmakende met een strookje gom papier, zoodat het opgelicht kan worden wanneer men aan ’t overtrekken is en tel kens even kan kijken of de teekenlng er goed opkomt. De lijnen komen goed zichtbaar-wanneer u het leer van te voren vochtig heeft ge maakt, dit nog een paar maal herhalende, GOUDKORRELS I Verwijder vervolgens en bepahl de deele welke relief moeten komen, daarvoor ko men in de eerste plaats de zeilen in aan merking, de golven en de romp van het schip. U legt daarvoor het carbonpapier met den inktkant omhoog onder het leer en trekt aan den goeden kant die deelen over, wel ke relief komen. Wanneer u dit gedaan heeft, zullen dus de lijnen aan den ver keerden kant van het leer zichtbaar zijn. Leg nu het leer met den goeden kant op het werkbord en strijk juist met het mo- deljeerwerktulg binnen de lijnen van de reliëfdeelen. Door dit te doen zal de teeke nlng aan den voorkant oprijzen. Gebruik de vingers om den omtrek van de groote hoogliggende deelen te steunen, terwijl men daar, waar het relief moet komen met het werktuig steeds cirkelvormige be- weginkjes maakt. Een beetje oefening op een klein stukje zal u direct toonen dat dit de beste resultaten oplevert. De was wordt nu bij de hand genomen, om de oprijzende deelen op te vullen, zoo dat deze blijven staan. Leg het leer nu op een zachte onderlaag, verwarm het vul sel en druk het in de holten. Schraap ver volgens het leer schoon en maak de was gelijk met het oppervlak. Bedek het daar na met tissu-papler. Voor dat we nu met kleuren beginnen, moet het geheele op pervlak schoon en vrij van vettigheid ge maakt worden, door het zacht af te wrij ven met een watje met benzine (waarbij we natuurlijk denken om brandgevaar). Splritusbeits of andere leerverf wordt opgebracht met een zacht penseel. Wan neer u beitst, breng dit dan eerst In lichte tint op en maak het schaduweffect dezelfde kleur op sommige plekken eens extra te strijken. Voor het opbrengen van de beits wordt het leer eenigszins vochtig gemaakt. Voor het schip is bruin en voor de zei len oranje gebruikt, terwijl de wolken de golven een blauwe kleur krijgen. heeft fle doos of de boeksteunen reeds, gebeitst In een donkere notenkleur en lijmt vervolgens het leermotief op het dek sel of aan den voorkant van de steunen, het leer IX cJA. rondom Inslaand. U gebruikt een dunne laag lijm en wan neer die geheel droog is, drijft u rondom kleine kopspljkertjes in, ongeveer 1 cJ4. van elkaar en aan den uitersten kant van het motief. Dit zoowel ter betere bevestiging, als verfraaiing. ANEMOON. DORA. Correspondentie Mevr. H. te ’s-Gra- venhage heeft eenige moeilijkheid met het patroon van den gebreiden heeren-slipover uit "n vorig nummer. De 7e toer van het patroon moet hier eindigen met 2 r. en de' 8e toèr moet be ginnen met 2 aver. Bij het opzetten van meer of minder steken voor dezen slipover zorge men er ook steeds voor, dat er bij den Tden en 8sten toer steeds 3 st. aver, komen midden boven de 5 st. r. van de vorige toeren. DORA. stevige sigaren en later zelfs pijpen, die de vrouwen rookten. Van Spanje breidde de gewoonte langzamerhand uit, maar het duurde toch nog een heelen tijd eer de dames in het overige Europa er openlijk voor uit durf den komen, dat zij evenzeer aan de tabak verslaafd waren als de mannen. Dat er in het midden der vorige eeuw al rockende vrouwen waren bewijzen wel de spotschriften en spotprenten van dien tijd, maar er was nog wel een halve eeuw noodig om den schroom bij het vrouwelijke geslacht te overwinnen en men de dames openlijk kon zien rocken. Hoe dat zoo is gekomen, dat nu bijna alle vrouwen, tenminste die der Jongere generatie, rooken? Het Is, dunkt ons, ook al weer een kwestie van mode. Et*n handig fabrikant, die misschien In zijn omgeving wel eens zijn vrouwelijke verwanten in de afzondering van eigen huls had zien rooken, kwam op het denk beeld speciale sigarettenkokers, speciale sigarettenpijpjes te maken voor vrouwen wat kleiner en vooral wat sierlijker dus dan die voor de mannen al lang bestonden. Nu werd het? namelijk voor iedere vrouw een wensch, zoo'n snoezig kokertje, zoo’n sierlijk pijpje In haar taschje mee te dra gen. Van meedragen kwam het gebruiken en zoo ontstond de mode van het sigaret- tenrooken door dames, die sedert door de sigarettenfabrikanten met alle middelen in het leven wordt gehouden, wat ze niet zoo heel moeilijk valt, want wie eenmaal met rooken is begonnen, scheidt er niet meer zoo gemakkelijk mee uit. A. t. laanonnaai lanocni- nonnni ^rrnni ■Êri CCEI BBI IBBBI ncai BBBI IOBBI innaaaoBi incoaoaui IBGECOnai et fraaie patroon, dat wjj hierbij af beelden kan op versehlllende wij zen worden uitgevoerd. Men kan het uitvoeren In filet-werk, In kruissteek bor duursel en In haakwerk. Maakt men de kant in filet-werk, dan worden alle gaatjes welke op de teekenlng zijn ingevuld, doorgestopt met dik glans garen. Zoo men wil kan men dan de ruit jes welke met zwarte stipjes zijn aangege ven, op ’n andere manier vullen dan de overige. Wanneer men vooral het andere doorstopwerk in elk ruitje twee draden neemt en twee draden dwars daar doorheen stopt, kan men de ruitjes die de druiven moeten voorstellen enkel verticaal door stoppen en wel met zooveel draden als noodig zijn om de openingen goed te vul len. Onder langs door streepjes aange geven wordt de kant gefestonneerd. Werkt men den rand in kruissteek, dan kan men daarvoor verschillende kleuren gebruiken van onverschietbaar glansgaren. Men neemt dan paars of blauw, of rood voor de druiven, groen voor de halve ste ken voor de drulvestelen en goudgeel voor alle andere steken. De stralen van het kruis neemt men in *n afstekende tint. De onderkant wordt weer gefestonneerd. Wil men de kant uitvoeren in haakwerk, dan werkt men gaatjes van 1 stokje, 2 los se, 1 stokje, 2 losse enz. Bij alle hokjes die gevuld moeten worden, haakt men telkens 2 stokjes in plaats van de 2 losse st. De kant wordt dwars gehaakt. Tangs den buitenkant komt ’n rand van blokjes, In plaats van het festonneerwerk. Moet er zoo’n blokje worden bijgemaakt, dan haakt Moet men *n blokje minder haken, dan werkt men terug op het laatste blokje met halve vaste st., welke haast niet te zien zijn en haakt dan voor het volgende blokje eerst 3 losse st. ld plaatf van het 1ste stokje. Daar men voor elk gaatje, bij het opzet ten, 3 losse st. moet rekenen kan men pre cies uitrekenen met hoeveel losse st. men het werk beginnen moet. Men kan deze kant ook breeder maken door nog eenige rijen gaatjes te haken bovén den afslulk- rand en die gaatjes weer af te werken met ’n rij blokjes. J De stralen voor het kruis en de stelen der druiventrossen worden- later op het haakwerk geborduurd. enomen maten: Aj- bovenw. 68 c.M., lengte ongeveer 82 cJM., mouwlengte Tl cJ4_ No. 1084 toont ons nu een halflangen mantel, die op verschillende costumes kan gedragen worden. De kleine plooitjes In den kraag loopen stervormig op den rug, even als op de kleine zakjes. Zooals we zien Is de pelerinekraag zoo lang, dat hij ook over een groot deel van den bovenarm valt. No. 1083 geeft ons een patroon voor een kort jasje op onze zomerjurk. Is deze b.v. van witte volle met een dessin in bleu, dan nemen we een manteltje van blauwe wollen crêpe. De stof moet vooral niet dik zijn, daar de plissées aan den bovenkant van de mouwen van dezelfde stof zijn. Wij be doelen hier de’wijde bovenmouwen die aan het schouderstuk zijn geknipt, want wij maken ook nog een recht strak onder- mouwtje. Wij nemen een kleine versiering van de stof van de Jurk en groote knoopen in’dezelfde tint. Is we met eigen gebakken soezen veel succes willen hebben, dan dienen wij ze, na het bakken nog op de een of andere wijze af te werken. De eenvoudigste manier is ze te bestuiven met poedersuiker. Men kan er echter ook ’n glazuur voor ma ken door gezeefde poedersuiker te vermen gen met ’n Weinig water en het een of an der smaakje. Dit glazuur strijkt men dan met een nat mes overdun over de soezen uit. Voor allerlei soezen maakt men zoo *n glazuur waarbij men als smaakje ’n paar druppels citroensap heeft toegevoêgd. Moorkoppen bakt men als gewone soe zen op de In het vorige nummer beschreven manier. Wanneer ze zijn afgekoeld, knipt men ze open en vult ze met slagroom. Dan maakt men *t stijve chocolade-glazuur van- gezeefde poedersuiker, cacaopoeder en wa ter en strijkt dat uit over den bovenkant van de soezen. Voor soezen gevuld met mocca maakt men *n glazuur met koffle-extract als smaakje er bij gevoegd. Chocolade-soezen vult men met choco- laderoom waarvan het recept In ons vo rig nummer. Men kan deze soesjes aar dig afwerken door ze met *n zeer dun laag je banketbakkersroom te bestrijken en dan chocolade-hagelslag er over heen te strooien. Sneeuwballen. Men heeft hiervoor noo dig: X ons boter, X ons bloem, X ons goed gewasscpen krenten, 2 eieren, 1 d.L. water, ’n snuifje zout en schoon frituurvet. Men maakt een soezendeeg volgens het bekende recept en roert daar, als het ge kookt heeft, eerst de eieren door en tot slot de krenten. Het frituurvet laat men goed warm wor den, maar niet dampend heet. Hierin doet men IjfJxe eetlepels van het beslag en laat dat langzaam licht bruin en gaar worden. De sneeuwballen moeten niet dadelijk kleu ren, maar eerst grooter en grooter worden, waarbij ze zich zelf omkeeren. Wanneer de sneeuwballen niet meer rijzen en goed van kleur zijn, neemt men ze uit het vet, laat ze uitlekken en bestrooit ze dan dik met poedersuiker. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Wegens een heldendaad van een hun ner voorouders hadden de graven van Ktn- sale het recht met den hoed op het hoofd voor den konlng te verschijnen, een recht, waarvan zij slechts in zooverre gebruik maakten, dat zij met gedekt hoofd voor den konlng traden en het eerst ontbloot ten, nadat de eerste woorden gewisseld waren. De graaf van Kinsale, die ten tijde van George III leefde, week hier van af en hield gedurende een lang gesprek met den konlng den hoed op het hoofd. Eenige dagen later kwam hij op audiën tie bij den konlng en de koningin. Weer kwam hij met den hoed op en bleef zoo voor den konlng en de koningin staan. „Graaf van Klnsale,” sprak de konlng op emstigen toon, „ge hebt het recht voor mij met bedekt hoofd te verschijnen, maar geen konlng kan u het recht geven in ge zelschap van dames den hoed op te hou den.” et is tegenwoordig geen zeldzaamheid meer, wanneer we een vrouw, of een Jong meisje zien rooken. De jneesten bepalen er zich nog toe het thuis te doen, maar In café's in trams en treinen en zelfs op straat, op de wandeling of bij het win kelen, wordt In vele steden al door de da mes gerookt. o Vooral na den oorlog Is deze gewoonte sterk toegenomen, maar dat wil niet zeg gen, dat ze niet reeds lang bestond. Er wa ren zelfs al rookende vrouwen, nog vóór ooit een mannelijke Europeaan een sigaar in den mond had gehad. Het rooked van tabak is eerst tot ons ge komen na de ontdekking van Amerika, waar het een gewoonte was onder de India nen; zoowel de vrouwelijke als de manne lijke Indianen liepen daar met, zooals de eerste Spanjaarden die het zagen ze noem den. „rollen tabak” die ze hadden aange stoken, in den mond. Daar in de nieuwe wereld rookte Ieder een, maar toen de gewoonte van het rooken naar Europa was overgebracht, waren het daar alleen de mannen die haar aanna men. Tenminste In het openbaar hoeveel ▼rouwen er stilletjes wel eens een sigaar In den mond genomen hebben als zij zich on bespied achtten, zouden we niet graag schatten, bang een veel te laag getal te zullen noemen. Een rookende vrouw 1 Bah! toch niet te pas. Naarmate echter Amerika meer door blanken bevolkt werd, die daar ook de In- diaansche vrouwen zagen rooken, kwam de gewoonte ook meer bij de blanke vrouwen in zwang zoo goed als we nu nog de spreuk kennen: „Het Is geen man, die niet rooken kan”, zoo dachten de vrouwen In Amerika er ook over ten opzichte van de ▼rouwen en zij beschouwden het als ach terlijk, wanneer ook zij niet met de mode ▼an het rooken meegingen. Eer echter de rookgewoonte voor vrouwen naar Europa kwam, beter gezegd, eer men het In het algemeen niet meer „gek” vond, dat een vrouw rookte, duurde nog een hee len tijd, vooral wat de Noordelijk gelegen landen betreft. Het eerst werd In het open baar door vrouwen gerookt In Spanje, wat begrijpelijk Is, omdat het de Spanjaarden waren, die het rooken uit Amerika naar Europa brachten. Daar waren Tiet echter niet de kleine, voor de vrouwen nog extra dun gemaakte sigaartjes, die men tegen woordig in de damesmondjes ziet, maar Op verzoek Volgens deskundigen bestaat er tegen mieren het volgend probaat middel. Men neemt een paar citroenen en legt die eenl- gen tijd op een vochtige plaats, totdat zij geheel met een groenen schimmel bedekt zijn. Daarna snijdt men ze In stukken en legt die neer op de plaatsen, waar men de mieren wil verdrijven. De geur, dien de beschimmelde citroenstukken verspreiden, herinnert aan zwavel-aether, waarvan de mieren een afschrik hebben en die hen andere plaatsen doet opzoeken. Benoodigd: 2.20 M. stof van 70 cM. breed te, 20 c.M. effen stof 3 knoopjes. Bovenstaand nachtjaponnetje maakt ge ▼an tobralco, vllsco of bedrukte katoen, terwijl ge het kraagje van dezelfde effen stof neemt In een bijpassende tint. Ge tee- kent het patroontje op de aangegeven ma ten, waarna ge het op de vaste lijnen uit knipt. Hierna worden ze op de stof gelegd en alles met een één c M. breede naad ult- geknipt. Het rokje Is recht; hiervoor kunt ge 2 baantjes knippen, welke «7 cM. en 70 cJd. breed zijn. Wanneer alles geknipt Is, kunt ge de roknaadjes verbinden, waarna ge onderaan ’n 4c.M. breeden zoom Inmaakt. In T bovenstukje maakt ge midden voor aan belde kanten een 2X C.M. breed zoompje in voor de knoop- en knoopsgaten, waarna ge deze zoomen op elkaar legt, rechts of links. Hlêma kunt ge zij-, schouder- en mouwnaadje verbinden, waarna het rokje bovenaan wordt Ingerimpeld tot op een wijdte van 72 cAL Hierna kunt ge het bovenstukje opstikken. Het mouwtje on deraan wordt ook Ingerimpeld, waarna ge van effen stof een manchetje opstikt en overzoomt, dat ge 22 cAL.lang en 9 cJM. breed hebt geknipt. BIJ het Inzetten der mouwtjes wordt de naad 3 c.M. meer naar voren genomen dan den zij-naad Het kraagje, dat ge van dub bele stof neemt, wordt langs den buiten omtrek gestikt, omgehaald en dan afge werkt met een ongeil) ke festonneersteek, waarna ge het kraagje, tegelijk met een schuin blesje langs het halsje opstikt tot precies middenvoor. Aan weerskanten blijft dan ruim één cAL over, dat ge tegen el kaar Inslaat en dichtnaalt. De schuine bies vad het kraagje wordt op het nachtjapon netje overgestikt. De knoopsgaatjes maakt ge er In op 1, 6 en 11 c^L vanaf den boven- JmnU waarna ge de knoopjes aanzeg ;n,J IggaMnsi Leöaiönnni ionrriviBG iëHoriüKsi ■CE inci i°"nnëëöiisssi iSËMÏSë! irnocnnracji imnnnrnri irnonncrcni IES552E2E5K! 3 !E^G"nDGoSSaSr ■CQtj«nr s IB£<lllÜ(JI nniifc*?, ubibmcj IBrBBBPBmUUnrr^MBBBI lannonn^n^rnnancnno: IB^BnBnBCBBBBBHBLBl icooncEnnannmana^i --iPFCBbbo. ^8B '7. innnnnt //«□BBinie^i ihBrrrrnBu^i 1 jBCBBBnarta iBBcrrrrBBBi ^BBBBBB. iBaaaaai -lUBUBUBUB^BI iBBBBBBBKJOCBBr' BBBUC.BUCLBLBI BBBLBucnncnB iBBBBr.crracBrnri iBBBncnnarrrBrBi iBBnnnr.'inccrrr bi iBBrnocBHLrrrBBi ■□□LGLBnrrBraai accrxBurrrraK ni iBBBt.LCBrrcBBrrni iBDr.LBBUBBcrrcrr; irr.urjBncBBBr.nr ori rxcBi.r.BriDrxncBBi LLi'^irirciniiici iBanrrBnrrBBnc ■■nmiriiniiir iBnrr-- incEf nnrc IOf’* !G! iQDÖEcnriiBni itjnccaucnsrjuancui imr.rB'ir.f'r«nn«r ril ineencci isyScBE ■aar ^a"ane"rnhrïnnnni innnnönnëacici I iBnoooni icccrnni IQÜDLOBI iBBBcnni IBBCLBEI IBrOLBBL. iBBBrruBi irnHHHCBnonnBnBi iBÏiBiBÏBiÏBBBÏBC“““""~®“““®"“' BBBBBBn3aönnrrnÊBrrcïrFrnnnc3i iBBBBBBBBBBBnnnrnmnc- iBBBBBBBBBBnnrnnnnnrr IBBBBBBBBB'WrBBBBBBBBi iBBBBBBBBBnmocnnrnrni iBBBBBBBBnnrrnnnnnrnri iBBBBBBBncuanananLECQBcacr. iBBBBBBBBBBacraocDraBnnar.r iBBBBBBBBBurnraocnnBnrrnnn iBBBBBBBBanannrr.nnBucncrcu ’■■■■■■■gcg^crnnarcrnDncn. iBBBBBBBBÉrcrnru iBBBBBBBB'irrrriaL'I BBBBBBBnnrrnBnrni iBBBBBBBÜCnmBE OC( ■■■BBBBonnnuBrrn -IBBüfjCN- iBBnrs' liMgM ibl nniu larrnai iBrrriBi icnnmoi iBrBBnrriBBi BCBBCH! IBBI iBCBiimnaai -l[.BBrrtl’BBBl ir.LLBBBnrmBBBi iBBBBBnnninBBBi ninuncnniiBBBBi mnnnrn bbbbbbi irmnu bbbbbbi IB*inni iriBBBBBBI IBBnnniBBBBBBBI IBBmiBBBBBBBI KiUUCmüBBBBBBBI lUlXlII 1BBBBBBBBI If Pl BBBBBBBBBBBI IC'H.BBBBBBBBBBBI HHll BBBBBBBBBBBI .rrcarriTB^i irrnnchnai A 1 75 1 inni ucLLLjjaa: lonanmoBEi IUI IUI IOI I ICBI inBi ICBI ICBI ICBI inai uai

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10