H
H
I
pH|
1
il
"pi
iir
I
ft
o
a 8
#3
iiii
Sta
w
iÉI
ill®
1
H
1ONZE WONING
ALS DE HERFST
MAAND KOMT
VOOR
KEUKEN
KANT VOOR EEN ALBE
KNIPPATROON
n
s
Tegen mieren
IhlH
li
S
VROUWEN, DIE
ROOKEN
4*^
'rass
lis»
lil
Pa
•s-sitoöË®
Relief leerwerk
Nog een en ander over soezen-gebak
Nachtjaponnetje voor meisjes van
De hoed
4 tot S jaar
44
4-
m
4-
u
n
i
I'jLLI
Itft!
Moeten we zorgen voor geschikte
kleeding f
IÊ1
!^S!
!"!SS!S"!SS!SSSL_
igsrffiKPsi
yaspiSSc
Sn8r
in
1
!B888ss;:;:;si
:OBES5S3LI
g::s
inssi
zich
ioex
Dat kwam
PO LA
Qy
Rectificatie
XV-
jakje."
D.
tȕ r
iï
2
•3
c
i
en
8.
4
11
5
i
9
r
A
o
IE
j
font voor Albe, Altaar kleed of Coatvnuniekleed,
■üürrnni
5
22Ü!
ibhi
ibhi
ian
IBHI
inai
JI
ji
inncnnoci
innrnnanL
irrnonooc
«rCOCCDh
lurrcm
ICEUUI'IBBI
UUI
DIE VROUW 1EW HAAR HÜISHOVDRVG
mnuiiuiiiiiiuiiiini
ibi
IBI
IBI
IBI
IBI
IBI
irgpfflM'
lis
ini
mi
mi
IDI
ILI
iri
r
r
_a £j
BBI
iBUBI
BBUI
BIJ
'■□■I
Een waarheid, Is ze ook nog zoo oud,
Veroudert nooit en blijft als goud;
Maar laster ook wordt nimmer waar.
Al zegt men dien ook duizend Jaarl
Sprekers, hoorders, denkers, daders.
Vindt ge In soorten, rijp en groen;
Zeldzaam vindt men wél vereenlgd:
Spreken, hooren, denken, doen.
Bedenk In goeden tüd,
Dat zich ’t geluk kan wenden:
Bedenk, in boozen tijd,
Dat alle leed moet enden.
Wie kan het voegen
Naar elks genoegen?
s j'jJüDQüUI
□■nauauBj
door
nog
7
icüün
BI
UI
UI
IUOI
IBBI
ICLI
-IBBI
ic’aonau-.
1BBBB
loncai
IBBUBL,
innnaai
IB
IBI
IBI
IBI
IBI
IBI
IBI
iiuBÜBÜiUBUBUBU
BBBBBBBBBBBBBR
BBBBBBBBBBBBBI
■BBnnnm
■anroSnnncrai
□UBBBBB
nnmnBBi
lannnnoci
lanrBBBur
iBBBmnn
iBnccnua
iBnrncna
lannaina
iBcrrcaa
-1C1BB
mOBB
IJUUB
irnra
.LLGB
imiaowa
xancuBBB
□conacBBBB
r b
BBBI B
iBnrnBi
IBBBBBI
BBBBBBBBBBBBBBB'SBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
IBBSBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBi
---ILBUBLBüBUBCBOBJBUBJBUBJBUBJB'JBOBUBUBUBUB'
-r ----
|F F F
t
■BBNB
iiirB
BB'JB
BBCB
BBBO
BBBBI
".□DDri
:cunci
JLiDEOI
LUL-CUI
lll.Ct
IBP I
IBBI
IBBI
IBBI
BBBBBBBBI
□□"□""□□ccrfr□nöuuuauaai
'JBOBUBUBUI--
BBBBBBBBI
-IBBI
IBBI
IBBI
IBI
7/ i!
issiiiMunju
|ggilg8S3S^tjKg^^ëö2öyqLpuQUUiJU!
FS.BLni BBI
■BBBLBIBB
j—mdmeli
ITBrJBBBBBrBrJBPBUBUBri
"iannSnl
ICBOBBI
IOCCBBI
IBBBBBI
iBBBrnnBi
IBBBDI-
iarr
lam
ibui
IBOl
iari i.
IBBBHBri
«■■nr—
I
5
In ons vorig nummer stond boven het
haak-artikeltje „Een gehaakt Baby-pakje”
dit had, zooals men zal hebben begre-
men daarvoor 2 losse st., vervolgens 3 losse P®11 Roeten zijn: „Een gehaakt Baby-
st. voor het 1ste stokje en 2 stokjes op de
2 losse st.
I
x tu de zomervacantle zoowat ten einde
1. N loopt en we dus al heel gauw In de
herfstmaand zijn, moeten we zorgen
voor geschikte kleeding in de stad. *n Jasje,
dat niet te warm zit of een luchtige man
tel, dien we op verschillende Japonnen kun
nen dragen.
Zoo zien we op no. 1082 een aardig jeug
dig pakje, gemaakt van beige wollen man
telstof. Het korte jasje is iets getailleerd en
wordt met eenige groote knoopen gesloten.
Leuk staat de groote, plat liggende kraag
met strik van bruine zijde en de wijde man
chetten. De schouders zijn nog steeds breed,
zoodat we hier een paar kleine epauletten
in het armsgat zetten; ook geeft de mode
nog rechte gladde rokken aan, hetgeen aan
deze drie toiletjes te zien is.
ir on
inrn
mrr
iBrir
iBinrnw
-ioi-
lucaruani
ir'rrrrrri
- 1onrraL
nnnnasBi
ir rrsBBBi
irrcBBBBi
irrui acli
ibi !i
oor dit werk zult ge u eenige speciale
benoodlgdheden moeten aanschaffen,
verkrijgbaar in buisvlijtwlnkels, zoo
als een met twee punten voorziene model
leer- en afteekengereedschap, een werk-
bord, een kleinen hamer en ’n fijnen dóór
slag, verder hebben we noodig een paar
beitssoorten of andere leerverven die we
voor dit doel kuipen gebruiken, kwastjes,
koperen kopspljkertjes en lijm, benevens
een weinig wasvulling voor het rellefwerk.
Het motief van het schip Is bijzonder aar
dig voor leerwerk. We kunnen het jnaken
vooj het deksel van een houten werkdooa,
boordendoos, bijouxdoos, of voor een paar
boeksteunen.
Snij eerst een dunnen kartonnen vorm
precies- passend voor een doos, of voor de
steunen. U gebruikt kalfsleer voor de be
werking en voor de hieronder beschreven
versiering, nemen we donker bruin kalfs
leer. U knipt het leer en laat rondom IX
c>L extra aanzitten.
Bevestigt de teekenlng van het ontwerp
op den goeden kant van het leer, aan een
kant vastmakende met een strookje gom
papier, zoodat het opgelicht kan worden
wanneer men aan ’t overtrekken is en tel
kens even kan kijken of de teekenlng er
goed opkomt.
De lijnen komen goed zichtbaar-wanneer
u het leer van te voren vochtig heeft ge
maakt, dit nog een paar maal herhalende,
GOUDKORRELS I Verwijder vervolgens en bepahl de deele
welke relief moeten komen, daarvoor ko
men in de eerste plaats de zeilen in aan
merking, de golven en de romp van het
schip.
U legt daarvoor het carbonpapier met den
inktkant omhoog onder het leer en trekt
aan den goeden kant die deelen over, wel
ke relief komen. Wanneer u dit gedaan
heeft, zullen dus de lijnen aan den ver
keerden kant van het leer zichtbaar zijn.
Leg nu het leer met den goeden kant op
het werkbord en strijk juist met het mo-
deljeerwerktulg binnen de lijnen van de
reliëfdeelen. Door dit te doen zal de teeke
nlng aan den voorkant oprijzen. Gebruik
de vingers om den omtrek van de groote
hoogliggende deelen te steunen, terwijl
men daar, waar het relief moet komen
met het werktuig steeds cirkelvormige be-
weginkjes maakt. Een beetje oefening op
een klein stukje zal u direct toonen dat dit
de beste resultaten oplevert.
De was wordt nu bij de hand genomen,
om de oprijzende deelen op te vullen, zoo
dat deze blijven staan. Leg het leer nu op
een zachte onderlaag, verwarm het vul
sel en druk het in de holten. Schraap ver
volgens het leer schoon en maak de was
gelijk met het oppervlak. Bedek het daar
na met tissu-papler. Voor dat we nu met
kleuren beginnen, moet het geheele op
pervlak schoon en vrij van vettigheid ge
maakt worden, door het zacht af te wrij
ven met een watje met benzine (waarbij
we natuurlijk denken om brandgevaar).
Splritusbeits of andere leerverf wordt
opgebracht met een zacht penseel. Wan
neer u beitst, breng dit dan eerst In lichte
tint op en maak het schaduweffect
dezelfde kleur op sommige plekken
eens extra te strijken. Voor het opbrengen
van de beits wordt het leer eenigszins
vochtig gemaakt.
Voor het schip is bruin en voor de zei
len oranje gebruikt, terwijl de wolken
de golven een blauwe kleur krijgen.
heeft fle doos of de boeksteunen reeds,
gebeitst In een donkere notenkleur en
lijmt vervolgens het leermotief op het dek
sel of aan den voorkant van de steunen,
het leer IX cJA. rondom Inslaand.
U gebruikt een dunne laag lijm en wan
neer die geheel droog is, drijft u rondom
kleine kopspljkertjes in, ongeveer 1 cJ4. van
elkaar en aan den uitersten kant van het
motief. Dit zoowel ter betere bevestiging,
als verfraaiing. ANEMOON.
DORA.
Correspondentie Mevr. H. te ’s-Gra-
venhage heeft eenige moeilijkheid met het
patroon van den gebreiden heeren-slipover
uit "n vorig nummer.
De 7e toer van het patroon moet hier
eindigen met 2 r. en de' 8e toèr moet be
ginnen met 2 aver.
Bij het opzetten van meer of minder
steken voor dezen slipover zorge men er
ook steeds voor, dat er bij den Tden en
8sten toer steeds 3 st. aver, komen midden
boven de 5 st. r. van de vorige toeren.
DORA.
stevige sigaren en later zelfs pijpen, die de
vrouwen rookten.
Van Spanje breidde de gewoonte
langzamerhand uit, maar het duurde toch
nog een heelen tijd eer de dames in het
overige Europa er openlijk voor uit durf
den komen, dat zij evenzeer aan de tabak
verslaafd waren als de mannen.
Dat er in het midden der vorige eeuw
al rockende vrouwen waren bewijzen wel
de spotschriften en spotprenten van dien
tijd, maar er was nog wel een halve eeuw
noodig om den schroom bij het vrouwelijke
geslacht te overwinnen en men de dames
openlijk kon zien rocken.
Hoe dat zoo is gekomen, dat nu bijna
alle vrouwen, tenminste die der Jongere
generatie, rooken? Het Is, dunkt ons, ook
al weer een kwestie van mode.
Et*n handig fabrikant, die misschien In
zijn omgeving wel eens zijn vrouwelijke
verwanten in de afzondering van eigen
huls had zien rooken, kwam op het denk
beeld speciale sigarettenkokers, speciale
sigarettenpijpjes te maken voor vrouwen
wat kleiner en vooral wat sierlijker dus
dan die voor de mannen al lang bestonden.
Nu werd het? namelijk voor iedere vrouw
een wensch, zoo'n snoezig kokertje, zoo’n
sierlijk pijpje In haar taschje mee te dra
gen. Van meedragen kwam het gebruiken
en zoo ontstond de mode van het sigaret-
tenrooken door dames, die sedert door de
sigarettenfabrikanten met alle middelen in
het leven wordt gehouden, wat ze niet zoo
heel moeilijk valt, want wie eenmaal met
rooken is begonnen, scheidt er niet meer
zoo gemakkelijk mee uit. A. t.
laanonnaai
lanocni-
nonnni
^rrnni
■Êri
CCEI
BBI
IBBBI
ncai
BBBI
IOBBI
innaaaoBi
incoaoaui
IBGECOnai
et fraaie patroon, dat wjj hierbij af
beelden kan op versehlllende wij
zen worden uitgevoerd. Men kan het
uitvoeren In filet-werk, In kruissteek bor
duursel en In haakwerk.
Maakt men de kant in filet-werk, dan
worden alle gaatjes welke op de teekenlng
zijn ingevuld, doorgestopt met dik glans
garen. Zoo men wil kan men dan de ruit
jes welke met zwarte stipjes zijn aangege
ven, op ’n andere manier vullen dan de
overige. Wanneer men vooral het andere
doorstopwerk in elk ruitje twee draden
neemt en twee draden dwars daar doorheen
stopt, kan men de ruitjes die de druiven
moeten voorstellen enkel verticaal door
stoppen en wel met zooveel draden als
noodig zijn om de openingen goed te vul
len. Onder langs door streepjes aange
geven wordt de kant gefestonneerd.
Werkt men den rand in kruissteek, dan
kan men daarvoor verschillende kleuren
gebruiken van onverschietbaar glansgaren.
Men neemt dan paars of blauw, of rood
voor de druiven, groen voor de halve ste
ken voor de drulvestelen en goudgeel voor
alle andere steken. De stralen van het
kruis neemt men in *n afstekende tint. De
onderkant wordt weer gefestonneerd.
Wil men de kant uitvoeren in haakwerk,
dan werkt men gaatjes van 1 stokje, 2 los
se, 1 stokje, 2 losse enz. Bij alle hokjes die
gevuld moeten worden, haakt men telkens
2 stokjes in plaats van de 2 losse st.
De kant wordt dwars gehaakt. Tangs
den buitenkant komt ’n rand van blokjes,
In plaats van het festonneerwerk. Moet er
zoo’n blokje worden bijgemaakt, dan haakt
Moet men *n blokje minder haken, dan
werkt men terug op het laatste blokje met
halve vaste st., welke haast niet te zien
zijn en haakt dan voor het volgende blokje
eerst 3 losse st. ld plaatf van het 1ste
stokje.
Daar men voor elk gaatje, bij het opzet
ten, 3 losse st. moet rekenen kan men pre
cies uitrekenen met hoeveel losse st. men
het werk beginnen moet. Men kan deze
kant ook breeder maken door nog eenige
rijen gaatjes te haken bovén den afslulk-
rand en die gaatjes weer af te werken met
’n rij blokjes. J
De stralen voor het kruis en de stelen
der druiventrossen worden- later op het
haakwerk geborduurd.
enomen maten:
Aj- bovenw. 68 c.M.,
lengte ongeveer
82 cJM., mouwlengte
Tl cJ4_
No. 1084 toont ons nu een halflangen
mantel, die op verschillende costumes kan
gedragen worden. De kleine plooitjes In den
kraag loopen stervormig op den rug, even
als op de kleine zakjes. Zooals we zien Is
de pelerinekraag zoo lang, dat hij ook over
een groot deel van den bovenarm valt.
No. 1083 geeft ons een patroon voor een
kort jasje op onze zomerjurk. Is deze b.v.
van witte volle met een dessin in bleu, dan
nemen we een manteltje van blauwe wollen
crêpe. De stof moet vooral niet dik zijn,
daar de plissées aan den bovenkant van
de mouwen van dezelfde stof zijn. Wij be
doelen hier de’wijde bovenmouwen die aan
het schouderstuk zijn geknipt, want wij
maken ook nog een recht strak onder-
mouwtje. Wij nemen een kleine versiering
van de stof van de Jurk en groote knoopen
in’dezelfde tint.
Is we met eigen gebakken soezen veel
succes willen hebben, dan dienen wij
ze, na het bakken nog op de een of
andere wijze af te werken. De eenvoudigste
manier is ze te bestuiven met poedersuiker.
Men kan er echter ook ’n glazuur voor ma
ken door gezeefde poedersuiker te vermen
gen met ’n Weinig water en het een of an
der smaakje. Dit glazuur strijkt men dan
met een nat mes overdun over de soezen
uit.
Voor allerlei soezen maakt men zoo *n
glazuur waarbij men als smaakje ’n paar
druppels citroensap heeft toegevoêgd.
Moorkoppen bakt men als gewone soe
zen op de In het vorige nummer beschreven
manier. Wanneer ze zijn afgekoeld, knipt
men ze open en vult ze met slagroom. Dan
maakt men *t stijve chocolade-glazuur van-
gezeefde poedersuiker, cacaopoeder en wa
ter en strijkt dat uit over den bovenkant
van de soezen.
Voor soezen gevuld met mocca maakt
men *n glazuur met koffle-extract als
smaakje er bij gevoegd.
Chocolade-soezen vult men met choco-
laderoom waarvan het recept In ons vo
rig nummer. Men kan deze soesjes aar
dig afwerken door ze met *n zeer dun laag
je banketbakkersroom te bestrijken en dan
chocolade-hagelslag er over heen te
strooien.
Sneeuwballen. Men heeft hiervoor noo
dig: X ons boter, X ons bloem, X ons goed
gewasscpen krenten, 2 eieren, 1 d.L. water,
’n snuifje zout en schoon frituurvet.
Men maakt een soezendeeg volgens het
bekende recept en roert daar, als het ge
kookt heeft, eerst de eieren door en tot
slot de krenten.
Het frituurvet laat men goed warm wor
den, maar niet dampend heet. Hierin doet
men IjfJxe eetlepels van het beslag en laat
dat langzaam licht bruin en gaar worden.
De sneeuwballen moeten niet dadelijk kleu
ren, maar eerst grooter en grooter worden,
waarbij ze zich zelf omkeeren. Wanneer de
sneeuwballen niet meer rijzen en goed van
kleur zijn, neemt men ze uit het vet, laat
ze uitlekken en bestrooit ze dan dik met
poedersuiker.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
Wegens een heldendaad van een hun
ner voorouders hadden de graven van Ktn-
sale het recht met den hoed op het hoofd
voor den konlng te verschijnen, een recht,
waarvan zij slechts in zooverre gebruik
maakten, dat zij met gedekt hoofd voor
den konlng traden en het eerst ontbloot
ten, nadat de eerste woorden gewisseld
waren.
De graaf van Kinsale, die ten tijde van
George III leefde, week hier van af en
hield gedurende een lang gesprek met den
konlng den hoed op het hoofd.
Eenige dagen later kwam hij op audiën
tie bij den konlng en de koningin. Weer
kwam hij met den hoed op en bleef zoo
voor den konlng en de koningin staan.
„Graaf van Klnsale,” sprak de konlng op
emstigen toon, „ge hebt het recht voor mij
met bedekt hoofd te verschijnen, maar
geen konlng kan u het recht geven in ge
zelschap van dames den hoed op te hou
den.”
et is tegenwoordig geen zeldzaamheid
meer, wanneer we een vrouw, of een
Jong meisje zien rooken. De jneesten
bepalen er zich nog toe het thuis te doen,
maar In café's in trams en treinen en zelfs
op straat, op de wandeling of bij het win
kelen, wordt In vele steden al door de da
mes gerookt. o
Vooral na den oorlog Is deze gewoonte
sterk toegenomen, maar dat wil niet zeg
gen, dat ze niet reeds lang bestond. Er wa
ren zelfs al rookende vrouwen, nog vóór
ooit een mannelijke Europeaan een sigaar
in den mond had gehad.
Het rooked van tabak is eerst tot ons ge
komen na de ontdekking van Amerika,
waar het een gewoonte was onder de India
nen; zoowel de vrouwelijke als de manne
lijke Indianen liepen daar met, zooals de
eerste Spanjaarden die het zagen ze noem
den. „rollen tabak” die ze hadden aange
stoken, in den mond.
Daar in de nieuwe wereld rookte Ieder
een, maar toen de gewoonte van het rooken
naar Europa was overgebracht, waren het
daar alleen de mannen die haar aanna
men.
Tenminste In het openbaar hoeveel
▼rouwen er stilletjes wel eens een sigaar In
den mond genomen hebben als zij zich on
bespied achtten, zouden we niet graag
schatten, bang een veel te laag getal te
zullen noemen.
Een rookende vrouw 1 Bah!
toch niet te pas.
Naarmate echter Amerika meer door
blanken bevolkt werd, die daar ook de In-
diaansche vrouwen zagen rooken, kwam de
gewoonte ook meer bij de blanke vrouwen
in zwang zoo goed als we nu nog de
spreuk kennen: „Het Is geen man, die niet
rooken kan”, zoo dachten de vrouwen In
Amerika er ook over ten opzichte van de
▼rouwen en zij beschouwden het als ach
terlijk, wanneer ook zij niet met de mode
▼an het rooken meegingen.
Eer echter de rookgewoonte voor vrouwen
naar Europa kwam, beter gezegd, eer men
het In het algemeen niet meer „gek” vond,
dat een vrouw rookte, duurde nog een hee
len tijd, vooral wat de Noordelijk gelegen
landen betreft. Het eerst werd In het open
baar door vrouwen gerookt In Spanje, wat
begrijpelijk Is, omdat het de Spanjaarden
waren, die het rooken uit Amerika naar
Europa brachten. Daar waren Tiet echter
niet de kleine, voor de vrouwen nog extra
dun gemaakte sigaartjes, die men tegen
woordig in de damesmondjes ziet, maar
Op verzoek
Volgens deskundigen bestaat er tegen
mieren het volgend probaat middel. Men
neemt een paar citroenen en legt die eenl-
gen tijd op een vochtige plaats, totdat zij
geheel met een groenen schimmel bedekt
zijn. Daarna snijdt men ze In stukken en
legt die neer op de plaatsen, waar men de
mieren wil verdrijven. De geur, dien de
beschimmelde citroenstukken verspreiden,
herinnert aan zwavel-aether, waarvan de
mieren een afschrik hebben en die hen
andere plaatsen doet opzoeken.
Benoodigd: 2.20 M.
stof van 70 cM. breed
te, 20 c.M. effen stof
3 knoopjes.
Bovenstaand nachtjaponnetje maakt ge
▼an tobralco, vllsco of bedrukte katoen,
terwijl ge het kraagje van dezelfde effen
stof neemt In een bijpassende tint. Ge tee-
kent het patroontje op de aangegeven ma
ten, waarna ge het op de vaste lijnen uit
knipt. Hierna worden ze op de stof gelegd
en alles met een één c M. breede naad ult-
geknipt. Het rokje Is recht; hiervoor kunt
ge 2 baantjes knippen, welke «7 cM. en 70
cJd. breed zijn. Wanneer alles geknipt Is,
kunt ge de roknaadjes verbinden, waarna
ge onderaan ’n 4c.M. breeden zoom Inmaakt.
In T bovenstukje maakt ge midden voor aan
belde kanten een 2X C.M. breed zoompje in
voor de knoop- en knoopsgaten, waarna ge
deze zoomen op elkaar legt, rechts of
links. Hlêma kunt ge zij-, schouder- en
mouwnaadje verbinden, waarna het rokje
bovenaan wordt Ingerimpeld tot op een
wijdte van 72 cAL Hierna kunt ge het
bovenstukje opstikken. Het mouwtje on
deraan wordt ook Ingerimpeld, waarna ge
van effen stof een manchetje opstikt en
overzoomt, dat ge 22 cAL.lang en 9 cJM.
breed hebt geknipt.
BIJ het Inzetten der mouwtjes wordt de
naad 3 c.M. meer naar voren genomen dan
den zij-naad Het kraagje, dat ge van dub
bele stof neemt, wordt langs den buiten
omtrek gestikt, omgehaald en dan afge
werkt met een ongeil) ke festonneersteek,
waarna ge het kraagje, tegelijk met een
schuin blesje langs het halsje opstikt tot
precies middenvoor. Aan weerskanten blijft
dan ruim één cAL over, dat ge tegen el
kaar Inslaat en dichtnaalt. De schuine bies
vad het kraagje wordt op het nachtjapon
netje overgestikt. De knoopsgaatjes maakt
ge er In op 1, 6 en 11 c^L vanaf den boven-
JmnU waarna ge de knoopjes aanzeg ;n,J
IggaMnsi
Leöaiönnni
ionrriviBG
iëHoriüKsi
■CE
inci
i°"nnëëöiisssi
iSËMÏSë!
irnocnnracji
imnnnrnri
irnonncrcni
IES552E2E5K!
3
!E^G"nDGoSSaSr
■CQtj«nr
s
IB£<lllÜ(JI
nniifc*?, ubibmcj
IBrBBBPBmUUnrr^MBBBI
lannonn^n^rnnancnno:
IB^BnBnBCBBBBBHBLBl
icooncEnnannmana^i
--iPFCBbbo. ^8B
'7. innnnnt
//«□BBinie^i
ihBrrrrnBu^i
1 jBCBBBnarta
iBBcrrrrBBBi
^BBBBBB.
iBaaaaai
-lUBUBUBUB^BI
iBBBBBBBKJOCBBr'
BBBUC.BUCLBLBI
BBBLBucnncnB
iBBBBr.crracBrnri
iBBBncnnarrrBrBi
iBBnnnr.'inccrrr bi
iBBrnocBHLrrrBBi
■□□LGLBnrrBraai
accrxBurrrraK ni
iBBBt.LCBrrcBBrrni
iBDr.LBBUBBcrrcrr;
irr.urjBncBBBr.nr ori
rxcBi.r.BriDrxncBBi
LLi'^irirciniiici
iBanrrBnrrBBnc
■■nmiriiniiir
iBnrr--
incEf
nnrc
IOf’*
!G!
iQDÖEcnriiBni
itjnccaucnsrjuancui
imr.rB'ir.f'r«nn«r ril
ineencci
isyScBE
■aar
^a"ane"rnhrïnnnni
innnnönnëacici
I
iBnoooni
icccrnni
IQÜDLOBI
iBBBcnni
IBBCLBEI
IBrOLBBL.
iBBBrruBi
irnHHHCBnonnBnBi
iBÏiBiBÏBiÏBBBÏBC“““""~®“““®"“'
BBBBBBn3aönnrrnÊBrrcïrFrnnnc3i
iBBBBBBBBBBBnnnrnmnc-
iBBBBBBBBBBnnrnnnnnrr
IBBBBBBBBB'WrBBBBBBBBi
iBBBBBBBBBnmocnnrnrni
iBBBBBBBBnnrrnnnnnrnri
iBBBBBBBncuanananLECQBcacr.
iBBBBBBBBBBacraocDraBnnar.r
iBBBBBBBBBurnraocnnBnrrnnn
iBBBBBBBBanannrr.nnBucncrcu
’■■■■■■■gcg^crnnarcrnDncn.
iBBBBBBBBÉrcrnru
iBBBBBBBB'irrrriaL'I
BBBBBBBnnrrnBnrni
iBBBBBBBÜCnmBE OC(
■■■BBBBonnnuBrrn
-IBBüfjCN-
iBBnrs'
liMgM
ibl nniu
larrnai
iBrrriBi
icnnmoi
iBrBBnrriBBi
BCBBCH! IBBI
iBCBiimnaai
-l[.BBrrtl’BBBl
ir.LLBBBnrmBBBi
iBBBBBnnninBBBi
ninuncnniiBBBBi
mnnnrn bbbbbbi
irmnu bbbbbbi
IB*inni iriBBBBBBI
IBBnnniBBBBBBBI
IBBmiBBBBBBBI
KiUUCmüBBBBBBBI
lUlXlII 1BBBBBBBBI
If Pl BBBBBBBBBBBI
IC'H.BBBBBBBBBBBI
HHll BBBBBBBBBBBI
.rrcarriTB^i
irrnnchnai
A
1
75 1
inni
ucLLLjjaa:
lonanmoBEi
IUI
IUI
IOI
I
ICBI
inBi
ICBI
ICBI
ICBI
inai
uai