Niet gezien, toch geloofd
Uniformverbod veilig binnen
Wering van vreemde arbeiders
De Crisis-tentoonstelling
INLANDSCHE SIERKUNST
DE REGEERING NEEMT
MAATREGELEN
ALLEEN VERZET VAN DE
S.D.A.P.
ZATERDAG 16 SEPTEMBER
EERSTE KAMER
LEEKEPREEKEN
KONING FEISAL’S LAATSTE REIS
I
De A.J.C.
Weinig nieuwe klanken
Commissies van advies
De gezant te Brussel
Voor en tegen
Een vliegveld te Eist?
Bespreking ten Provinciehuize
„Hitler met hod en”
Rapport aan de Duitsche regeering
Het paradijselijke Bali
Slecht besteed geld!
DE BOTERACC1JNS
.fialineesche Danseres” door W. Dooyewaard.
Met een dubbeltje verlaagd
HET CRIS1SBOTERMERK
H.
Het grens incident bij
Nijmegen
Het ontwerp tot beperking van
buitenlandscbe studenten
met 25 tegen 9 stemmen
aanvaard
Van tydelyken aard
Verschillende mogelijkheden
Benoeming te wachten van jhr.
Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer
De Minister moet vergunning ver
leenen voor het in dienst nemen
van vreemdelingen
L
Den Haar, 15 September.
De
Mr. H. F. Marchant.
HOMO SAPIENS
mr.
J. B. H. van Schalk
loopen.
kregel maakt.
M.
r
Het lijkt ons goed om in deze dagen dit beeld
van volksdevotie in een tijd van heldendom en
«edenbedert als bet begin der zestiende eeuw
lijkkist van koning Feisal van Irak wordt aan boord gebracht van een Engelsch
oorlogsschip. Op den boeg de vlag van Irak halfstok.
De voorgestelde regeling geeft slechts de
hoofdlijnen aan, de nadert uitwerking over
latend aan een algemeenen maatregel van be
stuur en den met de uitvoering belasten Mi
nister,
Naar wij vernemen, Is binnenkort de be
noeming te verwachten als Hr. Ms. gezant
te Brussel van Jhr. mr. A. W. L. Tjarda
van Btarkenborgh Stachouwer, commissa
ris der Koningin In de prov. Groningen.
D« Crisis-Zulvel-Centrale maakt bekend, dak
voor de week van 17 tot en met 23 September
1933 de prijs van het crisis-botermerk op 0.90
per K.G. en die van de vervoervergunnlng van
buitenlandscbe boter op I per K.O. is vast
gesteld.
Ook onze ehrentfeste Senaat schikt zich
naar hei tempo, dat de dingen van den dag
hem opleggen. Een tweetal wetten, door de
Tweede Kamer Dinsdag jj. aanvaard, heeft
hy in drie dagen tUda door de voorbereiding
in de afdeellngen en door de openbare be
handeling heengejaagd.
De mogelijkheid is opengelaten om een der-
gelljk vergunningsstelsel In te voeren voor be
paalde beroepen of bedrijven; de bedoeling hier
van Is slechts een verbodsbepaling Jilt te vaar
digen, Indien de noodzakelijkheid daarvan voor
een bepaald beroep of bedrijf is gebleken. Zoo
doende wordt het bedrijfsleven in het algemeen
zoo weinig mogelijk last veroorzaakt.
Tot nu toe was het de gewoonte te Oss, dat in
de kermisweek aan de arbeiders by da werk
verschaffing één dag verzuim werd toegestaan.
Thans heeft de rljks-lnspecteur voor de werk
verschaffing aldaar meegedeeld, dat deze stil
zwijgende regeling op bevel van den minister
van Sociale Zaken niet kan worden geconti
nueerd. De meening van den minister is deze,
dat het moeizaam opgebrachte overheidsgeld
niet mag worden besteed op een kermis. Zd. zou
het vrijwillig willen derven van één dag loon,
zooals tot nu toe geschiedde, er practlsch op
neerkomen, dat de Inkomsten uit de werkver
schaffing te hoog zijn.
Verzuim in verband met de kermis zal dus
voortaan met schorsing worden bestraft.
Zoowel de wijziging der Hooger Onder
wijswet, waarop Minister Marchant zat te
springen, opdat hy, zoo noodlg, een even-
tueelen toevloed van buitenlandscbe studen
ten naar onze hoogescholen kan temperen
of althans kanaliseeren in de richtingen
waar deze stroom kan worden opgenomen,
als het verbod, om In het openbaar „kle
dingstukken of opzichtige onderscheidings-
teekenen, welke uitdrukking zQn van een
bepaald staatkundig streven,” te dragen of
te voeren, kwamen heden in veilige haven.
Tegen beide ontwerpen verzette zich In de
Eerste Kamer alleen de 8. D. A. P.
Het wetsontwerp gaat uit van den ge
dachtengang, dat door de Kroon kan wor
den bepaald, dat werkgevers geen arbeid
door vreemdelingen in loondienst mogen
doen verrichten zonder vergunning van of
vanwege 'den Minister, met de uitvoering
van de wet belast. Een dergeiyke bepaling
is van tydelyken aard; daarom behelst zy
den termijn waarvoor zü zal gelden; z(j kan
ook tusochentyds worden ingetrokken.
Ook In de Eerste Kamer heeft mr. MAR
CHANT, daartoe gebracht door mr. Mendels,
die het asylrecht veel te ruim opvatte, weer
even zeer krachtig van zich afgebeten. De her
innering aan Dinsdagavond, toen men hem in
de Tweede Kamer van soclaal-democratische
zijde Hltlermethoden aanwreef, smeulde blijk
baar nog na. Ja, dan liep ook bij hem de
maat over, verklaarde de minister, toen voor
zitter de Vos van Steenwljk den heftlgen toon
met hamergebaren Ietwat temperen wilde. De
heer Marchant had het n.l. een moment over
den heer Wijnkoop, die „gezwegen had als een
mof". Waar had de heer Wynkoop die (voor
hem eigenlijk verdienstelijke) houding aange
nomen? In den Amsterdamschen raad. Daar
had hl) *en hadden oojc de sociaal-democra-
ten eens even hardhandig als zij het den
minister gedaan hadden, de Amsterdamsche
Gemeentelijke Ünlverslteit moeten aanpakken,
die precies hetzelfde, wat de regeering thans
ten aanzien der Rijksuniversiteiten wil, gedaan
had! En dan nog in een veel minder eleganten
vorm! Daar had men de buitenlanders maar
vast Ingeschreven, doch onder mededeeling,
dat zij, als het te vol moqht worden, tegen
teruggave van het collegegeld weer zouden heb
ben te vertrekken. Moesten nu, aldus de mi
nister, van die ünlverslteit een aantal hoog-
leeraren hun naam zetten onder het aan de
regeering tegen de wijziging der Hooger Onder
wijswet gerichte adres?
Naar wij van offlcleele zijde vernemen, is er
een rapport aan de Regeering te Berlijn gezon
den waarin gezegd wordt, dat de Nymegenaar
V. die twee weken geleden onder Wyler bij Nij
megen over de grens werd gearresteerd, door
Dultschers over de grens geduwd is. Verschei
dene ooggetuigen hebben dat officieel beves
tigd.
De Duitscher A. P., die by Nijmegen woonde
en b<j dit geval betrokken is, is Donderdag door
de marechaussee over de grens gezet. De man
had ook nog met de Duitsche Justitie iets te
vereffenen.
naam aandoen. Vooral de groote olieverfschil-
deringen zijn van een gaapverwekkende leeg
heid. Wat men ook beleefdheidshalve beweren
moge, wij kunnen in dit van kleur zeer magere
en ook atmosferisch weinig gevoelige werk geen
spoor ontdekken van eenlge ontroering over
de grootschheid der technische prestaties, welke
het heet uit te beelden. Slechts onder de teeke-
ningen en aquarellen zijn eenige kleine dingen,
welke men als hablele notities van een zakelijk,
maar innerlijk weinig geïnteresseerd opmerker
tot op zekere hoogte kan waardeeren.
Een schrillere tegenstelling dan tusschen het
colorlstisch armtierige werk van van Masten- welke thans wezenlijk den ernstigen beschouwer
broek en het fel-kleurlge werk van Willem
Dooyewaard is moeilijk te bedenken. Deze te-
Er is door de heeren senatoren aan deze twee
maatregelen een vrij beperkt debat gewijd, waar
in de nieuwe klanken maar zeer schaarsch wa
ren. De wijziging der Hooger Onderwijswet werd
bestreden door de soclaal-democraten mr.
MENDELS en dr. WIBAUT en gebillijkt, zy
het zonder een spoor van geestdrift, door den
liberaal mr. POCK, den Christelijk-Hlstori-
schen mr. VAN DER HOEVEN en den vryzin-
nlg-democraat prof. KRANENBURG. Deze
laatste heeft er zijn partijvoorzitter op gewe
zen, dat de zeer ruime volmacht, welke hij vroeg
Een regeling, als hiervoren werd verdedigd,
kan men zich op verschillende wijzen denken.
Zoo kan men het werken van vreemde arbei
ders regularlseeren door regeling der toelating
<het verleenen van pasvisa), door regeling der
vestiging of van het verblijf, dan wel kan men
voorschrijven, dat een vreemde arbeider een
vergunning noodig heeft om arbeid te mogen
verrichten of dat een werkgever hier te lande
een vergunning behoeft om vreemde arbeids
krachten in dienst te nemen.
De regeering meent, dat een regeling, als zij
beoogt, moet voldoen aan deze twee hoofd
voorwaarden:
Naar we vernemen zal op Dinsdag 26 dezer
en niet op 19 dezer, zooals aanvankelijk
werd gemeld op instigatie van den Minis
ter van Waterstaat, ten Provinciehuize te
Arnhem een bespreking plaats vinden tusschen 1
het provinciaal bestuur en vertegenwoordigers
van de gemeentebesturen van Arnhem, Nij
megen en Eist, van de Kamers van Koophan
del voor Arnhem en omstreken en van het
Land van Maas en Waal te Nijmegen en ver
tegenwoordigers van de K. M„ over de in
richting van een gemeenschappelijk vllegve.i
te Eist B.).
te zien gaf, nóg eens op te roepen. Dit doet ons
veel dingen gemakkelijker begrijpen; dat doet
velen lichter verzoenen met uitingen van gods
dienstigheid, die boven het dageiyksch gebed en
In de eerste plaats moet het internatio
nale personenverkeer niet worden belem
merd.
In de tweede plaats moet de regeling
zoodanig werken, dat Nederlandsche be
drijven of ondernemingen niet worden be
lemmerd by het in dienst nemen van
vreemde arbeidskrachten, die voor een goe
den gang van het bedrijf noodig zijn.
Daarnaast moet de mogelijkheid bestaan
een dergelijke regeling beroeps- of be-
dryfsgewyze toe te passen.
genstelling vloeit niet alleen voort uit den ge-
heelen anderen aard van de onderwerpen, welke
Dooyewaard behandelt. zy is ook het gevolg
van het feit, dat Dooyewaard wezenlijk door
zyn stof geïnspireerd blyft. Voor degenen, die
in den kunsthandel Buffa indertijd de zeer een
zijdig samengestelde expositie van teekeningen
uit Japan van dezen kunstenaar hebben gezien,
zullen de hier byeengebrachte schilderyen van
Ball een ware verrassing zyn. Want behalve een
studieus en knap teekenaar toont hy zich thans
ook een vaardig en verdleit'óeiyk schilder. Vooral
de jeugdige Legongs, de kinderiyke danseresjes
in hun bonte feestgewaden en danscostumes,
schynen den kunstenaar tydens zyn langdurig
verbiyf op Ball byzonder te hebben geboeid.
Wie op de koloniale tentoonstelling te ParUs de
feërieke voorstellingen van de Ballneesche
dansers heeft bewonderd, zal zich niet verbazen
over de vaak gevaariyk contrasteerende kleuren
in Dooyewaard’s werk. De studies, waarin hy
zich uitstekend toelegt op de uitbeelding van
de exotische papegaalenpracht der inlandsche
dansmeisjes met hun grilligen, fantastlschen
hoofdtooi en hun als vlinders klapwiekende
waaiers, spreken ons minder sterk 'aan dan
die, waarin hy behalve de sieriyke en kleurige
figuur ons ook een suggestie geeft van de at
mosfeer, waarin zy thuis behoort en leeft. Hoe
boeiend de af zonder lyke figuren opzichzelf ook
zyn, tegen een witte fond gezet, zyn zy ais
curieuze fragmenten of détails gebroken uit een
onzichtbaar geheel, dat hun 'n dleperen zin en
algemeene beteekenls verleent. Dat het niet de
fantasie van den schilder maar de zuiver waar
genomen werkeiykheld is, welke zijn voor onze
aan de Hollandsche grauwheid gewende oogen
soms by na al te hevig coloriet bepaalt, valt af
te lelden uit de stemmige en gevoelig geschil
derde landschappen, welke hy hier óók laat
zien. Van zyn teekeningen staan de studies van
Ballneeaen artistiek het hoogst. Hier werd hy
niet alleen door een scherp kijkende en objectief
reproduceerende nieuwsgierigheid geleid als in
de bladen, waarop hy b.v. de eigenaardige lyk-
verbrandlngsplechtlgheden wel knap, maar byna
zakelyk illustratief in beeld brengt, doch door
een diepere belangstelling in hun menscheiyk-
heid.
Over de schetsen en teekeningen van mevrouw
B. Westendorp-Osleck behoeven wy niet veel
te zeggen, zy zyn zóó vluchtig en zóó onbedui
dend en zóó fragmentarisch, dat zy beter in
haar particuliere portefeuille met reiskrabbels
waren gebleven. DAir zouden zy volkomen op
hun plaats zyn geweest, maar op een tentoon
stelling als deze treedt, niettegenstaande de
charme van een enkel kleurtje en de beval
ligheid van een enkel contour, hun nle-
mendallerigheld al te zeer aan het licht, zy
krygen In dit mlllleu een pretentie, welke zy
vermoedeiyk by hun ontstaan niet hebben ge-
,had en ook niet wilden hebben, een pretentie.
De toepassing van het vergunningsstelsel
denkt de Regeering zich zoodanig, dat de ver
gunning in den regel wordt verleend, indlen
niet is gebleken, dat er geschikte Nederland
sche arbeiders beschikbaar zyn, die in staat
zyn, om den arbeid te verrichten. Voor zoo
veel noodig kunnen commissiën uit het be
trokken bedryf of beroep worden ingesteld om
over het verleenen van vergunningen te ad-
vlseeren.
Geiyk de ervaring met het verleenen van
pasvisa aan vreemde arbeiders, in verband met
de arbeidsmarkt, in de laatste Jaren heeft aan
getoond, Is het mogeiyk een dergeiyke rege
ling toe te passen zonder belemmering van het
bedrijfsleven.
tyk biedt nieuws was daar overigens na
Dinsdag niet by - aan dr. WIBAUT gaf hy
te kennen, dat diens wensch (de roode vlaggen
in optochten vry> geiyk stond met het vragen
van een partydlge wet, en prof. DE 8AVOR-
NIN LOHMAN gaf hy ten antwoord, dat hy
zorgvuldig zal afwikken, wat er na dit uni
formverbod nog tegen excessen op politiek ge
bied kan worden gedaan.
Minister van Schalk had een drietal sprekers
te beantwoorden. Tegenover jhr. VAN BASSE
VAN IJ88ELT gaf hy nog eens eene bespiege
ling over de redactie der nieuwe strafbepaling
en over de mogeiykheden. die in de prac-
den, juist deze eigenschap, juist dit zeer kalm
en objectief staan tegenover onderwerpen als
dit uniformverbod siert een minister van
Justitie.
De economische toestand In naburige, zoo
wel als in verder afgelegen landen, dryft meer
dan vroeger vreemdelingen er toe in Neder
land werk te zoeken.
Het schynt niet onbedenkeiyk. dat het aan
tal vreemde arbeiders in de laatste jaren is
toegenomen, niettegenstaande de werkgelegen
heid in Nederland belangryk is ingekrompen.
Eene verdere ontwikkeling van den toestand
in deze richting zou er toe kunnen lelden, dat
de werkloosheid in andere landen voor een
deel wordt afgewenteld op de Nederlandsche
arbeidsmarkt.
Daarom dient de Regeering te beschikken
over een middel, teneinde in het huidige moei
lijk tijdsgewricht, indien de omstandigheden
het ndodzakelyk maken, regelend te kunnen
optreden ten aanzien van het werken van nlet-
Nederlandsche arbeiders in Nederland.
De crlslszuivelcentrale maakt bekend, dat
voor de week van 17 tot en met 23 September
de prijs van het crislsbotennerk op 90 cent per
KG. en die van de vervoervergunnlng voor
buitenlandscbe boter op 1 per K.G. is bepaald,
Ook wenschte de heer Lohman, dat gezag
dragers, die daden plegen, welke het Over
heidsgezag als zoodanig aantasten, krachtig
zullen worden aangepakt. En wat het uniform
verbod zelf betreft, vroeg hy, of de wet niet
zóó tydlg kon worden afgekondigd, dat zU
reeds as. Zondag gelden zou. Want dan zon
reeds dadelijk eene beslissing kunnen worden
uitgelokt over de vraag, of de A. J. C. onder
deze regeling valt. De heer Lohman zelf be
antwoordt die vraag onvoorwaardelyk bevesti
gend. En als men leest, wat in den oproep
staat, waarmee de demonstratie der AJ.C. op
Zondag as. in „De Stryd” wordt Ingeleid, kan
men bijna niet anders dan zich naast den
Chrlsteiyk - Historischen staatsrechtgeleerde
stellen.
Bij de Tweede Kamer is inge
diend een wetsontwerp tot regeling
van het verrichten van arbeid in
loondienst door vreeemdelingen.
Aan de Memorie van Toelichting
ontleenen wij het volgende:
zyn, dat er twist en tweedracht onder eigen
geloofsgenooten komt over de wijze, waarop
De tentoonstelling. Ingericht in het Stedelijk
Museum te Amsterdam ten bate van het Crisis
comité, vormt alleen hierdoor een geheel, dat
zy uitsluitend aandacht vraagt voor het werk
van onderdanen en voor voorwerpen en onder
werpen uit het Koninkryk der Nederlanden.
Méér verband is er tusschen de onderscheidene
afdeellngen niet te leggen.
De schoonste en meest belangwekkende af-
deellng is ongetwyfeld die, welke uit een uit
gelezen collectie van hoofdzakeiyk Zuid-Suma-
traansche weefsels en zilveren en koperen
smeed- en dryfwerk bestaat. In deze verfynde,
ryke en toch Ingetogen volkskunst van typisch
Oostersch, zuiver decoratief en ornamenteel ka
rakter, spreekt zich een natuuriyke voornaam
heid uit, welke het overbiyfsel moet zyn van
een hoogstaande oude cultuur. De tinten der
zijden ikats en palanga’s: bruin, rood in ver
schillende nuancen, en blauw, zyn nimmer
schel, maar altyd van een diepe verzadigdheid,
waarop het goud- en zilver-borduursel zich af-
teekent als het sierlijk webbe van een toover-
spln. Het edele smeedwerk draagt het stempel
van bet eindeloos geduld en het natuuriyk ar
tistieke vakmanschap van den handwerker, die
het met vaak primitieve middelen vervaardigde.
De sierende motieven zoowel in het weef- als
in het smeedwerk zyn sterk beïnvloed door de
overgeleverde tradities, welke echter levend ble
ven, doordat de fantasie van de volkskun
stenaars binnen het kader dezer tradities vol
doende speelruimte behield om haar individuali
teit tot uitdrukking te laten komen.
Om de zalen, waar het werk der Sumatraan-
sche inlanders is ondergebracht te bereiken,
moet men eerst de andere afdeellngen door-
loopen. Dit heeft zyn voor- en zyn nadeelen.
Voordeel is, dat het schoonste zoodoende voor
1 laatst is bewaard, maar nadeel, dat de eerste
Indrukken van deze tentoonstelling weinig ge
schikt moeten geacht worden om de voorname
rust en stille weelde van de inlandsche kunst
voortbrengselen naar waarde te genieten.
De schilderyen, teekeningen, aquarellen en
krytschetsen. welke J. H. van Mastenbroek, de
schilder van Rotterdam en zyn havens, in de
eerezaal laat zien en welke een beeld trachten
te geven van de wereldverbazende Zuiderzee
werken, zyn nJ. van een schraalheid en een
oppervlakkigheid, welke niet bepaald aange-
De Christeiyk-Historische hoogleeraar heeft
weer een knappe rede geleverd, welke voor-
nameiyk de strekking had te herhalen, dat op
dit gebied al veel eerder had moeten worden
opgetreden, met name tegen de straatdemon-
stratles met haar ergeriyke spreekkoren en
transparanten en tegen het op staatskosten
revolutlonnaire propaganda maken en het
spelen met de belofte van trouw aan de Grond-
wet door de communisten.
Toonde mr. Mar
chant zich weer de
handige, slagvaardige
en temperamentvolle
advocaat, al brengt
ook hy de zaken kort
en krachtig, maar
duideiyk onder woor
den. mr. VAN SCHAIK
bewees opnieuw, hoe
by hem de rustige
overweging en de
uiterst zorgvuldige for-
muleering op den voor
grond staan. Sommi
gen zullen hem tegen
over dit ontwerp, dat tegen schreeuwerige
uiteriykheid ingaat, misschien te nuchter vin-
r is in onzen tyd een hevige drang naar
buiten- en bovennatuuriyke dingen. Het
feit, dat in onze omgeving honderdduizen
den naar België trekken, waar hemelsche ver
schyningen zouden zyn gezien en opgaan naar den gewtmen kerkgang uitgaan. Het mag niet
Trier, waar volgens de overlevering de H. Rok
van Christus wordt bewaard, mag slechts tei
deele aan zuivere vroomheid worden toegeschre eenvoudige zielen uiting geven aan him gods-
ven. En ook al zouden de deelnemers aan dez -- -
processies voor het allergrootste deel door reli
gleuze motieven zyn gedreven, dan nog is hleru
geen, bewijs voor den diepen godsdienstzin var
onzen tyd te vinden. In de geschiedenis zyn
juist in tyden van groot godsdienstig en zedelyk
verval dezelfde verschynselen aan te wyzen
waaruit ook voor ons nog wel iets te leeren
valt.
Een tydperk, dat in zeer veel opzichten met
het onze overeenkomt is de laatste helft der
vyttlentke en de eerste der zestiende eeuw, de
tyd van den opbloei der renaissance.
Er was een wanverhouding tusschen armen
en ryken: naast fabelachtigen rykdom en het
ten toon spreiden van prikkelende luxe, kwam
schreeuwende armoede by de lagere klasse voor
Er ontstond een Jodenvraagstuk wegens den ai
te grooten invloed der Israëlieten in Aet maat-
schappeiyk leven. De speelwoede kende ’’geen
grenzen en drong zelfs' tot in Vaticaansche krin
gen door. Op een enkelen avond werden heeie
vermogens verloren met al den nasleep van
ellende, daaruit voortkomend. Er was onder in
vloed van het humanisme een overdreven vin
voor lichaamscultuur: de klassieke wereld gaf
in alles het voorbeeld, ook in de liefde voor de
naaktheid. Tooneel, beeldhouw- en schilder
kunst van die dagen gaven daarvan biyk. De
literatuur was zinnenprikkelend, uiting van de los
heid van zeden van dien tyd. Zooals la onze
dagen de negerin hoogtij viert, zoo werd toen
de Oostersche slavin op de meest brutale wyze
van
een
no
ta het openbare en zelfs in het gezinsleven
Italië binnengeleid. Er was evenals thans
vraagstuk der echtscheiding. De beroemde
vellisten van dien tyd verheeriykten den echt
breuk op een wijze als een modern romancier
het niet verbeteren zal. De beidensche theorie
van onze dagen, welke zoovelen ten verderve
voert, de leer nm. dat de mensch zich geheel
moet kunnen uitleven, dat geen huweiyksban-
den of welke andere moreele verplichtingen ook
zyn levensdrang mogen belemmeren, diezelfde
leer w(?rd rond 1500 eveneens op de meest
Khaamtelooze wyze verkondigd. En de theorië
van de zelfgenoegzaamheid van den Staat, de
teer, dat aan de eigen landspolitlek niets, maar
dan ook niets in den weg mag staan, heeft onze
tijd van de$ grootmeester der renaissance,
Machiavelli, geleerd. Zuiver heidendom naast
christendom en een eigenaardige vermenging
van beide was het kenmerk van den tyd, nu
vierhonderd jaar geleden. En in vele opzichten
is onze eeuw daaraan verwant.
In die groote kentering van middeleeuwen
naar modertien tyd vinden wy ook de hevige
reacties, welke wy in onzen tyd waarnemen
Naast de egoïstische en ergernisgevende weel-
de-ultspattingen van enkele „kapitalisten” was
er een wechjver in weldadigheid. De chrlsteiyke
charitas bloeide in de steden en op de dorpen
in oude gilden, en nieuwe, speciaal opgerichte
broederschappen. Zieken-, armen- en weeshui
zen werden opgericht, Waarin de verpleging zno
uitmuntend was, dat de roem er van tot in onze
dagen voortleeft. Een der schoonste sociale in
stellingen, de pandhuizen, verrezen door het
initiatief der zonen van Franclscus ter bes try-
ding van den woeker. Zelfs Luther raakte er
op zyn bekende Rome-reis door begeesterd
Tegenover de beidensche kunstproducten valt
een opbloei van het chrlsteiyk tooneel te con-
stateeren en staan onsterfeiyke meesterwerken
van schilder- en beeldhouwkunst. En wat
voor onze beschouwing de meeste waarde heeft
tegenover godloochening en heidenscire go-’
denvereering, tegenover openbare en private
onzedeiykheid van de ergste soort, tot in de
kloosters en onder den overigen geestelyken
•tand toe, stond strenge boetpleglng, een felle
■tryd van de Kerk tegen de zedeloosheid, een
ongekende kruistocht van schitterende boetpre
dikers, een stygende Eucharistie- en Mariaver-
eëring. Merkwaardig was de algemeene yver
van iedere stad, groot en klein, om in het bezit
van relikwieën van heiligen te komen. Zelfs
een regeering als de Venetiaansche, die voort
durend in strltd was met den Paus van Rome,
gaf zich alle n«oelte om relikwieën uit bet op de
Turken veroverde H. Land te bekomen. In Ve
netië trok een processie uit met den Doge en
de stadsbestuurders aan het hoofd, om zulke
heilige overbiytselen de stad binnen te leiden.
In 1455 werd het besluit genomen om den H.
Rok zonder naad voor 10.000 gouden dukaten
aan te koopen, wat echter niet gelukt? Er werd
tusschen de republieken Siena en Perugia een
oorlog gevoerd om het bezit vyi den trouwring
der H. Maagd. Ontroerend zyn de verhalen van
het enthousiasme en de algemeene volksvreugde,
waarmee in 1506 't hoofd van St. Bartholomeus in
Genua, het hoofd van St. Andreas en de H.
Lans in Rome werden binnengebracht.
Ontelbaar ook zyn de genade-oorden, welke
In dezen tyd opryzen, of wel, reeds bestaande,
plotseling ongekende stroomen pelgrims tot zich
trekken. Uit enkele namen biykt de beteekenls
van deze devotie. Naast Rome met zyn tallooze
herinneringen aan den vroegsten marteltyd wa
ren Asslslë en Loretto en het heiligdom van den
Aartsengel Michael op den Monte Gargono de
geliefde bedevaartplaatsen. Maar daarnaast had
iedere stad baar eigen wonderbare plek, waarom
een vrome legende hing; in Piemont O. L. Vrouw
van den pilaar; in Llguorie O. L. Vrouw in het
boschje van Camogli; in Mantua O. L. Vrouw
van genade; O. L. Vrouw van den eik by Viter
bo; O. L. Vrouw van het vuur by Forli enz.
De namen op zich zyn meerendeels al een aan
duiding van een vrome historie, waaraan he*
genade-oord zyn ontstaan te danken had. Er.
rondom al die beevaartplaatsen waren de won
deren en wonderbare gebedsverhoorlngen niet
van de lucht, getuige de kostbare exvoto's, de
beelden, plaquetten en schilderstukken, nog tot
op onzen tyd bewaard.
van de Staten-Gene-
raal, heel goed beperkt
had kunnen worden
door ultdrukkeiyk in
de wet zelf vast te
leggen, dat slechts
plaatsgebrek aan be
paalde Inrichtingen
voor hooger onderwys
aanleiding tot ingry-
pen door den Minis
ter wezen mocht.
De hoogleeraar in
het Staatsrecht ver
wees b.v. naar de Hin
derwet en naar de
Pandhuiswet, waar
eveneens bepaalde waarborgen zyn opgenomen
tegen weigering der betreffende vergunningen
zonder voldoende motief. Minister Marchant
evenwel stelde hier ad rem en terecht tegen
over, dat de normen, waarop zyn partygenoot
doelde en die ook in andere administratieve
wetten voorkomen, bedoeld zyn als een basis
voor de rechtsprekende organen, waarby men
in geval van een ongemotiveerd geachte wyge-
ring in hooger beroep komt. Hier echter, by
deze wyziging van de Hooger Onderwyswet, ont
brak een beroepsinstantie, de Minister was al
leen voor zyn gestie verantwoordeiyk aan de
Staten-Generaal. En bovendien was het crite
rium .gebrek aan ruimte” toch wel erg vaag en
voor zeer subjectleven uitleg vatbaar.
dienstig gevoel. Is er iemand, die zich ergert
over de prachtige Marialegenden der middel
eeuwen? Wie stoot zich aan de „wonderen”
rondom de Madonnabeelden van den renaissan-
cetyd? Door gevoelvolle dichters naverteld,
schenken zy ook nu nog schoone en stichtende
uren, zelfs aan de meest critische geesten.
Waarom verdragen wy het dan niet, wanneer
ook in onzen tyd de volksziel iedere geschikte
gelegenheid aangrypt om haar diepen gods
dienstzin te demonstreeren als onopzettelyk
protest tegen het heldensch karakter van ons
openbaar leven? Zeker, het nuchter verstand
komt in opstand, wanneer zelfs groote en ern
stige katholieke dagbladen zonder eenlg com
mentaar het „wonder” berichten, dat een blinde
na twintig jaar genezen is, die sinds haar zesde
jaar niets meer heeft kunnen zien en nu op
eens leest als de beste! Gemeenlyk is een zes
jarig kind geen vlotte lezer en zeker niet na
eenlge tientallen jaren blindheid. Later biykt
er een vergissing in de berichtgeving te zyn;
hét ging niet om een zes- maar om een zes-
en-twlntig-jarige
Intusschen worden zulke berichten toch maar
klakkeloos de wereld ingezonden en door de
massa geloofd, wat wyst op een zekere geestes-
overspanning, ook in het godsdienstige, in dezen
in alle opzichten onevenwichtigen tyd. Maar
wtaarom moet dat stryd geven onder broeders
en zusters van hetzelfde geloof? Wanneer de
Kerk in volle autoriteit aan allen even licht
zinnig het geloof in zulke „wonderen” opdrong,
zou er reden voor verontrusting zyn. Maar de
Kerk heeft nog altyd haar eeuwenoude wijsheid
en voorzichtigheid bewaard. Zoo mln als zij
Beatrys heilig heeft verklaard of de vrome
kloosterbroeders uit de legenden, zoo min als
zy zich officieel heeft bezig gehouden met de
wordingsgeschiedenis van de duizenden genade
oorden, over heel de wereld verspreid, zoo min
zal zy thans onberaden stappen doen; wij zou
den zeggen, in onevenwichtige tyden als deze,
zal zy haar waakzaamheid nog verscherpen.
Maar niet enkel tot de nuchtere en critische
geesten, ook tot hen die zoo gaarne wonderen
zien en zich kwaad maken en ergeren over de
sceptici en de „ongeloovigen”, zouden Jtvy een
woord willen zeggen. Wanneer uw hart dringt
naar plaatsen, w4utr Martas lof en macht open-
lyk wordt verkondigd; waar luide wordt gezon
gen en gebeden; waar iets van den hemel trilt
in de lucht en waar gelukkig verschynsel
vele bekeeringen vallen waar te nemen, laat u
niet weerhouden en leef uw devotie uit. Maar
gun het aan anderen te zeggen, dat zy geen
wonderen noodig hebben om te gelooven en
hun godsdienst te belijden. Ieder goed christen
gelooft in de mogeiykheid van het wonder; zon
der dat, zou hy aan de almacht van God twy-
felen. Maar er is niets zondigs in de overtui
ging, dat een wonder een zeldzame gunst is en
dat God slechts zelden direct en zichtbaar in-
grUpt en de dingen keert tegen hun natuur in
Er moet ten deze onder ons geen twist zyn
Laat, wie gaarne en snel gelooft in wonderen,
zyn devotie uitvieren; maar verketter ander-
zyds niet, wie wonderen tot de groote uitzon
deringen rekent. Nog altyd toch blyft Christus
vermaning aan St. Thomas: omdat gy gezien
hebt, hebt gy geloofd. Zalig zy, die niet gezien
en toch geloofd hebben!