De bond der bloedsbroeders
uekfiaal aan den dag
r
F
flOÖÖ- 1
'L
u
r--
PRIJS 33 CENT
'1
A4
IN HET LAND VAN DE
RIJZENDE ZON
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Een milde gever!
1
1
ia.
ÈO
I
a
I
IERIJ DE TUD AMSTERDAM j
ZATERDAG 16 SEPTEMBER
ZOOJUIST VERSCHENEN:
I
i
De moordenaars
van
J
Inoekai
id
h
Het gevaar der ij sb er gé
n
s
i
I
De Duitsche Joden
Tabak als... vischvoeder
Bevolkingscijfers
Radio in een doodkist
I
Strijd in Arabië
1-8 o
Alleabonné’s
DOOR ANNA K. GREEN
i i
HET GEVAL
LEAVENWORTH
/en zoo''
VRIENDEL'JK
EU VRIJGE
VIG/
'mijnheermaikVI
Een geheim genootschap, dat den
„heiligen Japanse hen staat”
weer wilde herstellen
UITGAVE N.V. DRUKKERIJ „DE
tel
<zeg.hebjegfX
H00RD WAT EEN
PRACHTIG ORGEL I
MIJNHEER MACK
VOOR DE KERKG&-,
KOCHT HEEFtQ/
I Je kunt gaan
r vriéndelijk en vrijgevig ,6AkX
IKERLOOT/ MIJNHEER FLINT ZEGT.)
DAT HIJ DE GENE 16, DIE 0E OUDE
WEDUWE DRAKE HAAR BOERDERIJ!
AFHANDIG HEEFT GÊ MAAKT? NUMOE ij
ZE NAAR HET ARMENHUI5/
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
.-1
naar
C. K.
Neen, zelfs
zei ik. „Is het mis-
T
I
I
I
IH
9
r
ZEVENDE HOOFDSTUK
Mary Leavenworth
dus
«Wordt vervolgd).
t
gekregen hebben. De sterren, die in de door
dringende koude aan het uitspansel schitteren
en die overal zijn en alle menschep bestralen
met hun koude lichten, zijn de getuigen en ge
tuigenissen der eeuwigheid, die altjjd en in alle
omstandigheden onzen eerbie^afdwlngt.
èsil.
f
IA gasten te
?lln waren, b(j voorbeeld
van de oogspier, dan
ie Banden en riep:
ZOO'M UIT6TEKE1/Ö)
MEN5CH. Hl) MOET.?
VEEL RIJK WEZEtt.'l
VI. ASSELBERGS (schrijversnaam
kwaliteit van redacteur van
Het werkje is groot 56 bladzijden,
uitgevoerd op kunstdrukpapier.
met besmettelUke bacillen te vergiftigen, want
de cholera heerscht ginds. Ik gaf hem een oor
vijg en hij trok zijn mes.”
„En toen?"
1
0 d
Volgens het offlcleele kwartaalsoverzicht voor
de drie maanden, eindigende 30 Juni jJ„ is het
aantal geboorten in Engeland en Wa'es en het
aantal sterfgevallen afgenomen.
Het aantal levend geborenen bedroeg 154 166.
d. 1. 11.233 minder dan in de overeenkomstige
periode van 1932.
Het aantal sterfgevallen bedroeg 108309. d. 1.
81.393 mlnaer dan in het voorafgaande kwar
taal en 7619 minder dan in de overeenkom
stige periode van 1932.
w c
c
o
op. De klank van deze stem maakte blijkbaar
grooten indruk op hem, want de buiging, waar
mede hij die woorden beantwoeordde, was die
per dan gewoonlijk.
De detective wendde zijn blik niet naar Eleo
nore, hoewel het jonge meisje hem aankeek met
een blik, waarvan de angstige uitdrukking wel
sprekender was dan welke uitroep ook. Diep
ontroerd, vergat ik dat Mary het woord tot mij
gericht had. ik vergat zelfs haar tegenwoordig
heid en ik wilde naar haar nicht toegaan, toen
Gryce zijn hand op mijn schouder legde, mij
tegenhield en zei:
.Juffrouw Leavenworth spreekt tegen u."
Weer tot mij zelve gekomen, draalde ik mij
om, om Mary Leavenworth mijn arm aan te
bieden; wij gingen naar de deur, ©ogenblikke
lijk verloor haar houding Alle stijfheid, zij glim
lachte zelfs en ik moet bekennen, dat geen en
kele vrouw glimlachte zooals zij.
„U bent heel vriéndelijk,” zei zij met'zachte,
welluidende stem.
„Ik heb behoefte aan steun en mijn nicht
doet zoo vreemd vandaag.”
Hum. dacht ik. Waar is nu de verontwaardig
de godin gebleven, die ik daar straks gezien
heb. met woede in de oogen en een bedreiging
op de lippen?
Is het mogelijk, dat zU trachtte onze verden
kingen af te wenden? Of vergiste zij zich zoo
danig. dat zij dacht, dat wij geen belang hecht
ten aan de verschrikkelijke beschuldiging, die
zij op een zoo kritiek moment geuit had?
Maar Eleonore, die op den arm van den de
tective steunde, trok weldra al mijn aandacht.
fjA MIJNHEER HIJ GEEfTdaT^
ORGEL AAN DE KERK EN R>E~'
.TAALT HET UIT ZN EIGEN ZAK.
ri koeloof, oat,al6MACk dieA
WEDUWE GEHOLPEN HAD OM
HAAR BOERDERIJ |N 6TAND TE I
HOUDEN, HIJEEN VEELBETERX
WERK ZOU VERRICHT HEBBENX
DAN EEN ORGEL AAN DE KERK)
TE GEVEN MAAR DAT TOL/NIETJ
I ZOOVEEL.OPZIEN GEBAARD f
(HEBBEN'EIGENAARDIG HOE i\
VPopulair, hu in eens ge wfa Dtrt ivz
Toen mijn eerste blik op haar viel, stond zij
rechtop, in een uitdagende houding, het gezicht
naar haar nicht gewend. Maar vóór ik de ont
roering, door haar schoonheid veroorzaakt, te
boven was, boog zij ‘t hoofd en haar blik ont
moette den mijnen. De afschuw van de situatie
overweldigde haar en in plaats van een trotsche
vrouw, bereid om de booze toespelingen van
haar tegenstandster met voeten te treden, zag
ik helaas alleen maar een bevend wezen, dat
zich bewust was van het onheil, dat haar boven
het hoofd hing. Welk een droeve verandering!
Welk een afschuwelijke openbaring! Dit stond
gelijk met een bekentenis.
Intusschen had Mary haar tegenwoordigheid
van geest teruggevonden; met uitgestrekte hand
deed zjj een stap naar voren en zei tot mij:
„U is mijnheer Raymand niet waar? U is wel
goed, dat u ons wilt bjjstaan.”
Toen wendde zü zich tot Gryce en vervolgde:
„En u? Komt u ons meedeelen, dat men bene
den naar ons gevraagd heeft?”
Het was wel degelijk dezelfde stem, die wjj
achter de deur gehoord hadden, maar nu zach
ter en streelenden Ik nam Gryce van terzijde
NU, MACK 16 EEN HANDIG ZAKEN-)
MAN'MAAR DAT KAN MEN IE-
MAND NIET KWALIJK N6MEN.
HIJ 16 VRIJGEVIG, U|T5TEKEND'I
DAARIN VERDIENT HIJGEPRE/
VZ6n TE WORDEN/
Niet met koffie en graan, dat men voor duur
geld moet invoeren, maar met Macedonische
tabak, die in de streek' tusschen Salonikl en
Guemerfldjina zóó overvloedig groeit, dat er
geen voldoende afzet meer voor gevonden kan
worden Daarom heeft de vereeniglng van ta
baksplanters en handelaren van Grieksch-Ma.-
Gemeld wordt dat de Iman van Temen een
verbond heeft gesloten met de Idrissi van Aslr,
welk land Yemen van Ibn Saud opeischt.
Idrissi rebelleert met Yemenitische strijdkrach
ten, die troepen van Saud bjj de Salla-heuvelen
hebben aangevallen.
Het voorbeeld van Brazilië, dat zjjn koffie
verbrandt, en van Amerika, dat met zijn te
veel aan graan op dezelfde manier te werk
gaat, is thans ook door Griekenland gevolgd.
„Hield zU een papier in de hand?"
„Een papier?” herhaalde Mary, „had JU een
papier in de hand, Eleonore?" voegde zij er aan
toe ep wendtje zich snel tot haar nicht.
Dit-toas een spannend oogenblik. Eleonore. die
bij het woord „papier” zichtbaar geschrokken
was, richtte zich bU het hooren van die on
schuldige vraag op en wilde iets zeggen; maar
de coroner, die de voorschriften, door de wet
gegeven, trouw in acht nam, hief de hand op
en zei:
„Stel uw nicht geen vragen; u alleen moet
op dit oogenblik spreken.”
Toen herhaalde hij de vraag:
„Vertel ons alstublieft of u haar met een pa
pier in de hand gezien hebt."
„Ik? O neen, ik heb niets gezien.”
Toen men haar ondervroeg over de gebeurte
nissen van'den vorigen avond, vertelde zU. dat
haar oom onder het diner er nogal bezorgd uit
zag, maar niet zoo, dat men zou kunnen denken,
dat hu over het een of ander verdrietig of on
gerust was. ZU had hem den heelen avond niet
meer gezien, omdat hU in zijn kamer was ge
bleven. De laatste herinnering die zU aan hem
behield, was. dat hij voor de laatste maal aan
zat aan het diner. Dit werd op zoo n bewogen
toon gezegd, dat de toehoorders onder den in
druk kwamen. Gryce bijvoorbeeld zat aange
daan voor een Inktkoker. Eleonore echter bleef
onbewogen. De coroner vroeg toen:
„Stond uw oom met iemand op slechten voet?
Had hU geldswaardige papieren of verborgen
geld in zUn bezit?”
Een documentair verslag, uitgebracht over de opzienbarende gebeur
tenissen te Beauraing en Banneux, door den bekenden letterkundige
Anton van Duinkerken), in zijn
het dagblad „De Tijd"
naast 16 bladzijden illustraties.
Verkrijgbaar in den boekhandel
TIJD'' - AMSTERDAM C
WAT EEN BLAA5KAAK 15 dien mat)
(GEEN WONDERKAT HIJ ZOON MILDE^/
cedonlë besloten een paar duizend balen tabak
te vernietigen. De tabaksprljzen, die voortdu
rend dalen, moeten gehandhaafd worden
dus weg met de overtoglge tabak!
Daar de zee zoo nabij is, heeft men de tabak
eenvoudig over den kademuur in het water ge
kiept. De visschen der Egeesche zee zullen zich
aanvankelijk wel verwonderd hebben over het
edele kruid, dat hen voorgeworpen werd. Later
konden ze dat niet meer, want er kwam een
groote sterfte onder de visschen. De kustvis-
schers, die met tabak niets te maken hebben,
schreven den massadood der visschen aan de
tabak toe en dienden bezwaren in bU de betref
fende autoriteiten. Er werden onderhandelin-
gen gevoerd, die tenslotte tot een vergelijk voer
den. De regeering, die inzag dat er iets gebeu
ren moest om de tabaksprljzen op peil te hou
den. had niets tegen de vernietiging van de
tabak de visschers mochten echter door de
vermindering der opbrengst van hun vlsscherU
niet gedupeerd worden en nu werd bevolen dat
voortaan de tabak niet vlak bjj de klist, maar
enkele mijlen ver In open zee geworpen moest
worden. Bovendien moest men de balen met
steenen verzwaren, opdat ze onder de zeeids-
schen, die de open zee prefereeren, zoo weinig
mogelUk schade zouden aanrichten.
aasxl
Een buitengewoon merkwaardig testament is
gemaakt door een rtjk Poolsch edelman, die
te Warschau leefde. In zUn testament, dat eeni-
ge uren na zijn dood is geopend, verzocht de^
edelman zijn radiotoestel in zijn doodkist
plaatsen en hem de koptelefoon op te zetten.
Verder verzocht deze zonderling ook zijn pijp
en vier pond tabak, alsmede zUn yo-yo in zijn
kist te leggen.
over den moord en de ontdekking van het Ujk
alleen dat, wat de bedienden er mU van verteld
hebben.
Ik herademde. Eleonore nam de handen voor
haar gezicht weg; het leek mU. dat er een straal
van hoop op haar gelaat kwam. Mary ging ver
der: „Hoe vreemd het u ook mag voorkomen,
ik ben niet in de kamer gegaan, waar mijn
oom lag. Mijn eerste Ingeving dwong mij dit
afschuwelUke tooneel te ontvluchten. Maar
Eleonore is de studeerkamer binnengegaan, en
zU zal u kunnen zeggen....”
..Later zullen wU juffrouw Eleonore ondervra
gen.” viel de coroner haar In de rede, op een
voor zijn doen beele bemlnnelUken toon. Klaar-
blUkelUk onderging ook hl) de bekoring van
deze schoone vrouw. HU hernam:
„WU willen alleen maar weten, wat u gezien
hebt. U kunt ons dus niet zeggen, wat er ge
beurd is in de studeerkamer op het oogenblik
dat het l|jk ontdekt is?"
..Neen, mUnheer.”
„U weet dus alleen, wat er in de hall ge
beurd is?"
„Er is niets in de hall gebeurd,” antwoordde
zU onbevangen.
„Ik dacht, dat de bedienden, toen zU de hall
inkwamen, daar uw nicht aangetroffen hadden,
die' uit de studeerkamer kwam, nadat zU bUge-
komen was van haar flauwte."
„Dat is ook zoo. Maar wat is daar voor bij
zonders aan?”
„U herinnert zich dus, dat u juffrouw Eleo
nore door de hall hebt sien gaan?”
«Js, mUnheer.”
Na dertien Jaar onder de Eskimo’s geleefd te
hebben, bevond Bertram Barker, van Brick
land House, Longford, Coventry zich op het
vrachtschip .fright Fan”, toen deze In botsing
kwam met een Ijsberg en In de Hudsonsbaal
zonk. Barker, die Zaterdag In Liverpool aan
kwam, vertelt oa.:
Het was ongeveer half 5 's morgens. Ik sliep
In mijn kooi toen ons schip in volle vaart
tegen den ijsberg botste. De Ijsberg was 300
voet lang en 100 voet hoog. De kapitein hoopte
het schip los te krijgen en het op het strand te
krijgen, maar spoedig bleek dat er weinig kans
bestond het schip te redden en opeens zagen
wU dat het begon te zinken Het schip zonk zóó
snel, dat het op gelijke hoogte van onze red-
dlngsbooten lag, toen we het ternauwernood
verlaten hadden. WU kwamen allen gelukkig
In de booten terecht, maar er bleef ons geen
tijd lets van onze bezitting te redden. Een on
zer keerde echter nog eens terug' naar de keu
ken, om de zwarte kat. Sambo, te halen Onze
marconist zond S.O.S.-seinen en gaf de ligging
van het schip aan. WU werden door een schip
van den bewakingsdienst opgepikt, naar pall-
fomië. in de haven Churchill gebracht"
Even interessant als deze schildering der ramp
is het feit, dat Barker 13 Jaar lang In het
Noord-Westelijk gebied van Canada als Eskimo
geleefd heeft s.
„Ik heb het leven v<fi een Eskimo geleid
maar, hoe zonderling het ook klinken mag. ik
heb In mUn Ushut radio gehad en tUdens de
lange avonden beluisterde ik de dansmuziek
uit de Londensche hotels. Ik was 300 mijlen
van de magnetische pool verwijderd en ont
ving een of tweemaal per jaar mijn correspon
dentie aan de Hudsonbaal. Tien maanden in
het jaar was ik absoluut afgesloten van de be
schaafde wereld.”
Uit deze schildering van het leven van een
pelsdlerjager valt onmiskenbaar tè besluiten dat
t(jd en ruimte overwonnen zijn. De Noordelijke
regionen van Canada liggen geheel afgeschei
den van de wereld; daarboven neemt de een
zaamheid vormen aan, die alleen door men
schen met onverwoestbare lichamelijke en gees
telijke kra^M^ntk verdragen zUn.
Toen—de Franklln-expeditle den 26en Juli
voor het laatst in de Melville-baal gezien werd,
was juist de aloomscheepvaart begonnen
Maar was de redding van Nobile leeds een
wereldhistorische étappe, eerst de radio heeft
de zegepraal voltooid.
De pelsdlerjagers, die onder de Eskimo's leven
en in Noordpoolnachten de dansmuziek uit
Londensche hotels beluisteren, zijn de men
schen, die nieuwe begrippen van tijd en ruimte
-v- anger dan een Jaar is het Japansche pu-
y bliek beziggehouden door het geding, dat
de staat voerde tegen de moordenaars van
den premier Inoekai. De daders werden ter
dood veroordeeld, maar behalve dat werd een
heele troep jonge officieren en studenten in
verzekerde bewaring gesteld. De groep bleek te
bestaan uit principieel^ anarchisten, die hun
doel door het uit den weg ruimen van politieke
tegenstanders meenden te kunnen bereiken. ZU
stelden zich vóór den „heiligen, Japanschen
staat” opnieuw in het leven te roepen.
Het was niet moeilijk om de onmiddellUk
schuldigen te bestraffen, want volgens de zede
van het Oude Japan steldendegenen, die den
aanslag hadden beraamd zich ter beschikking
van de Justitie, zoodra de uitvoerders waren ge
pakt. Heel wat moellUker was het de organi
satie en geschiedenis van de revolutlonnaire
groep te leeren kennen, want volgens dezelfde
Oud-Japansche zede lieten de arrestanten geen
woord los
Niettemin is de reconstructie van het geval
vrijwel gelukt.
Op 1 November 1930 werd heel Japan In op
schudding gebracht door het bericht dat er
revolverschoten waren gelost op minister-presi
dent Hamagoechl. Deze diplomaat werd zoo
zwaar gewond, dat hij gedwongen was zich ge
heel uit het openbare leven terug te trekken.
Gedurende het jaar 1931 werden eenlge moord
plannen gevormd, welker uitvoering faalde.
Maar in 1932 trof men doel.
Op 9 Februari werd de minister van finan
ciën Inoue, terwUl hij naar zijn ministerie wan
delde, door een „voorbijganger" neergeknald.
Midden Maart viel het tweede slachtoffer: ba
ron Takoemada, het hoofd van het geweldige
Mitsoei-concern. Het onderzoek, dat daarop
plaats had, verschafte de politie wel eenig
licht, maar hetl ukte toch niet den aanslag van
15 Mei 1932 op den premier Inoekai te voor
komen. De politie bracht het slechts tot de
inhechtenisneming van een geheimen koerier,
die in dienst der samenzweerdersgroep stond.
Aan deze omstandigheid is het te danken, dat
andere personen, die reeds ten doode waren op-
geschreven, tijdig ^gewaarschuwd konden wor-
■den. Ware dit niet gebeurd, dan zou er een
algemeene opruiming onder 'stands kopstuk
ken zjjn gehouden.
Zonder de hulp van het toeval had de po
litie overigens tegen de goed georganiseerde
plannensmeders niet veel kunnen uitlichten.
Die hadden met de verwezenlijking van „het
project 1933” ongestoord een aanvang kunnen
maken' Indien niet een marine-officler, die op
de hand van de regeering was, een oproep had
onderschept, waarbij vijftig leden van de .Na
tionale bloedbroederschap” werden ultgenoo-
digd tot het bUwonen van een geheime bijeen
komst ergens in een ouden tempeL
De politie zag kans ongezien binnen te drin
gen en vernam, dat oa. de minister van oor
log Arakl en de eerste minister Salto op de no
minatie stonden om in 1933 te worden ver
wijderd.
VUftlg personen konden gearresteerd worden
ZU vormden belangrijk materiaal bjj het pro-
ces naar aanleiding van den moord op Inoekai.
Het bleek, dat de geestelUke leider der na
tionale bloedbroederschap zUn naam gemeen
had met den vernlBorden minister van finan
ciën; de man heet n.l. Nissho Inoue; een -on
ruststoker en mysticus. Vroeger was hjj student
maar voor geleerde toonde hU toch niet veel
aanleg te hebben. Veel geschikter was hij tot
spion. HU nam dienst in het Japansche leger
en bracht het tot geheim agent, hetgeen de
Chineezen aan den Ujve ondervonden. Ook van
dit opwindende baaiyje hqd hU spoedig genoeg.
Hij meende tot het vervullen van een heilige
zending te zijn geroepen en ging daarom on-
verwUld over tot de stichting van een nieuwe
rellgieus-polltleke secte. Aan zUn brein ont
sproot de idee der renaissance van het „oude
heilige Japansche rUk" zonder Westerlingen en
zonder Westersche beschaving. ZUn orde noem
de hU de nationale bloedbroederschap, en daar
de Japanner van nature radicaal is, was van
halve maatregelen geen sprake.
Professor Bredetsky van de Unlversitett te
Leeds, leider van het Internationale Diploma
tieke werk van het nieuwe Centrale Bureau der
Zionistische organisatie in Engeland, wees er
in r een persgesprek op dat het aantal uit
Dultschlaid gevluchte Joden, dat in Engeland
en andere landen zal mogen blUven, gering ia
In Engeland worden zij slechts toegelaten
onder de verplichting, dat zU geen werk zullen
verrichten, dat door Engelschen kan worden
gedaan en dat de kosten voor hun levens
onderhoud niet ten laste van den Engelschen
belastingbetaler komen. z
Alle vluchtelingen worden dan ook onder
houden door Joodsche fondsen, waarom wU een
beroep meenen te kunnen doen op de Engel-
sche regeering om de deur van Palestina wat
verder open te zetten.
den indruk was van haar geheel ander gedrag,
waarvan ik zoo juist getuige was geweest, voelde
ik me toch opgelucht. Niettemin schrok ik, toen
ik de oogen van Mary strak op haar nicht ge
vestigd zag met een vragende uitdrukking, die
allesbehalve bemoedigend was. Ik stond op het
punt, haar te vragen of zij zich In acht wilde
Lemen, toen het afroepen van haar naam haar
tot de werkelijkheid terugriep. ZU richtte het
hoofd op om de Jury aan te kUken. en ik zag
een glimp in haar oogen komen, die mij herin
nerde aan de verontwaardigde godin van daar
straks. Die uitdrukking verdween nochtans snel
en uiterst bescheiden bereidde Mary zich voor
om te antwoorden op de vragen van den coro
ner. Hoe moet ik den angst uitdrukken, dien ik
op dat oogenblik ondervond? Zou Mary haar be
schuldiging herhalen? Wantrouwde zij haar
nicht niet alleen, maar haatte zU baar ook? Zou
zij in het publiek durven verklaren, wat zU habr
gezegd had onde( vier oogen? Haar houding
verried in geen enkel opzicht haar bedoelingen;
in mijn verwarring keek ik naar Eleonore. ZU
had haar gelaat in haar handen verborgen, uit
vrees voor wat haar nicht zou gaan zeggen.
Mary’s verklaring duurde niet lang. Na eenlge
vragen, die betrekking "hadden op haar positie
In het huis, op haar verwantschap met den
doede, vroeg de coroner haar, alles te zeggen,
wat zjj wist omtrent den moord'en de ontdek
king van het Ujk door Eleonore en de bedien
den. Met diepe, welluidende stem antwoordde
zU:
„U stelt mU daar een vraag, waarop Ik slechts
door hooien zeggen kan antwoorden. Ik weet
Ik haastte mij om mijn gezellin te doen plaats
nemen In den uitersten hoek van het vertrek; i
toen zochten mijn blikken haar nicht. Eleonore
Leavenworth toonde op dat oogenblik noch aar
zeling noch verwarring. Leunend op den arm
van den detective, kwam zU langzaam naar vo
ren en wierp een kalmen blik op de aanwezigen.
Na den coroner gegroet te hebben, nam zij
plaats op den stoel, dien de bedienden haar
brachten. Het was iedereen duidelijk, dat het
een houding was, maar toch was het effect er
niet minder om- OogenbllkkeUjk hield het ge
fluister op. de onderzoekende blikken wendden
zich af, en een soort eerbied kwam in de plaats
voor de onbetameljjke nieuwsgierigheid van het
eerste oogenblik. Hoewel ik nog steeds onder
v -v v at was dat?” vroeg ik verschrikt.
yy De maan wierp een zilveren glans over
de hennepvelden en cocospalmboschjes
en verlichtte spookachtig de veranda van de
bungalow. Ten Broek en Ik waren er alleen In
het verblijf voor het personeel werd veronder
steld. dat niemand aanwezig was.
Het geluld, dat mi) had obgeschrlkt. was een
zachtjes schuiven over de planken van den
vloer, alsof Iets erover werd gesleept. Dan hlel<f
het op
Ten Broek lachtte. HJ was een groote, breed
geschouderde man, afkomstig van de eerste
landverhuizers in Amerika en hU bezat een nog
al hardvochtig gewiel voor humor.
„Ik herinner L^, dat Ik ook kippenvel kreeg
eenlge jaren geleden, toen ik het voor het eerst
hoorde,” zei hU- „En je zult jezelf hartelUk uit
lachen. als ik je vertel wat het Is."
„Is Bernardo daar?”
Bemardo was zijn eerste houseboy een brui
ne. ernstige Phlllppijn, die Ten Broek veraf
goodde Zijn meester had hem een flauwe aar
digheid geleerd om zlj\ gasten te amuseeren
Als wU aan het babbel
over te groote spannlpi
klapte Ten Broek In de
nardo!”
.Ja. sir1”
„Bernardo, weet Je iets van granuleerende
conjunct! vis?”
„Heelemaal niets, sir.”
„Je kunt gaan.”
Of dan weer zonder de minste reden liet hU
den Jongen komen „Bernado?”
.Ja. sir?”
„In welke richting waaien de panden van
Je Jas?”
„Naar het Zuiden, sir."
„Je kunt gaan.”
De Jongen leende zich met een verrukkelUken.
zoogenaamden argeloozen ernst .tan dat spel
letje van zijn heer, hoewel hU niet geheel het
pleizler kon verbergen, dat hU voelde om als
mikpunt van die grappen te dienen. Behalve
zijn bewondering voor zUn meester, koesterde
Bernardo nog een(vurigen. wensch. HU wilde
met Ten Broek mee naar de Vereenigde Sta
ten gaan zooals diens plan was voor de vol
gende week. De Jongen wilde daar studêeren.
U gelijk zijn kost verdienend als knecht van
Ten Broek. Dat was het Ideaal, waarop hij zUn
zinnen gezet had.
„Neen, het geluid, dat je hoorde, is niet Ber
nardo," grinnikte mijn gastheer .HU is wegge
gaan half hullend, omdat Ik hem vertelde, dat
hU zijn droom moest opgeven, en dat het niet
mogelUk was, hem mee naar New-York te
nemen."
,Anne jongen, het spijt mU voor hem."
,Jk ben niet van plan mU in moeilijkheden
te steken. Weet Je, dat ik hier een papier zou
moeten teekenen, waardoor Ik voor hem ver-
antwoordelUk word? En weet je, hoe het gere
geld gaat? Zoodra zU Ir bewoonde rtrek'-r zUn
aangekomen gaan zU op den loop. ZU zUn al
len hetzelfde. Geef ze een vinger, dan nemen
zU de heele hand. Ik ken dat volkje veel te goed
om dankbaarheid te verwachten,
niet van Bemardo!”
„Het was zUn vurigste wensch," zei Ik, .NU
droomde ervan.”
„Droomen zUn bedrog. HU zal er zich gauw
genoeg overheen zetten
Het schuren en sleepen begon weer. Er kwam
een lichte trilling In den vloer Ik voelde die in
mUn voeten. Hoe dan ook, ik was er akelig
van.
o
„Laten wU eens kUken,”
schien Manuel, die beneden onder de veranda
aan het werk is?”
Manuel was de tweede boy. Ten Broek lacht»
smadelUk. .Neen, die is aan de deur gezet."
„Waarom?"
„HU viel mU vandaag aan met zUn mes.
maar raakte mU niet."
„Hoe dat?”
„Och Ja. De zaak is zoo: De pUpen van den
artesischen put ginds worden gerepareerd en ik
beval Manuel water te halen uit de rivier. De
luie kerel wilde zich die stappen besparen door
naar den vUver te gaan, waar de heele buurt
de wasch doet. En hU wilde mU het water on
gekookt voorzetten. Dat was hetzelfde als mU
„Toen gat ik hem een opstopper, dat hU om
ver viel. Ik zei hem meteen den dienst op en
hü sloop weg, zwerende, dat hU mU wel zou
krUgen.”
Onwillekeurig dempte Ik mUn stem en fluis
terde: „Lijkt dat geluld niet op Iemand, die daar
voortsluipt, probeererde niet gehoord te wor
den?”
Ten Broek lach
te hartelUk. „Ma
nuel zou het hart
ertoe niet hebben,
die lafaardEn
zal ik je nu eens
zeggen, wat dat
geluld is?.... Een
carabao!” HU gierde het uit.
„Een carabaoI” herhaalde Ik.
„Zeker, een oude buffel, anders niets. ZU heb
ben er altUd pleizler in onder de hulzen -door
te sluipen en hun horens te schuren tegen de
planken van den vloer. Den eersten keer dat Ik
dat hoorde, dacht Ik. dat een Spaansche edel
man als geest een schatkist aan het rondsteepen
was.”
^en carabao!” bromde Ik. „Wacht eens. Ik
Z2(J hem verjagen."
Ik sprong over het hek en greÉfc» een afgeval
len cocosnoot als projectiel. Daarna keek Ik
onder den vloer van de veranda, maar zag niets.
„Ten Broek,” zei Ik. „er Is niets daar be
neden.
Maar -weer hoorde Ik dat spookachtig geluld.
Ten Broek greep de lamp, stak die aan en
liep vlug naar het gedeelte van de veranda,
waar de afscheiding was van het dienstboden
kwartier. HU sprong erover en keek naar die
zUde. Ik was hem gevolgd en wU zagen daar
Bernardo liggen met een doodelUke wonde in
zUn borst, zUn ledematen reeds verstUfd Het
was gemakkelUk te raden, wat er gebeurd was.
ZUn verdriet om het besluit van zUn meester,
de terugkeer van den snoevenden Manuel, bun
worsteling en Bernardo’s vurig verlangen om
Ten Broek tegen het gevaar te waarschuwen:
het spoor van dit alles was duidelUk met bloe
dige letters geschreven over de planken
„O, hoe zou Ik willen,” zei Ten Broek, „dat
ik vandaag dien armen Jongen maar wat wijs
had gemaakt. Had ik hem maar laten denken,
dat hU mee naar New-York zou gaan
De oogleden van Bernardo knipperden en
openden zich met moeite. Ten Broek viel op de
knieën naast hem neer. ..Bemardo," zei hU
zachtjes.
De lippen van den jongen bewogen zich en
hU fluisterde: ,Ja, sir?"
„Bernardo. je kunt gaan.”
En Bernardo glimlachte een seconde, dan
deed hU, wat hem bevolen werd.
op dit blad Zijn fngevolg» de -VZrzekerlngsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door f '7Cfl bij een ongeval met f O Cfl bij verlies van een hand f OC oU verlies van een f C[l bU een breuk van f dfl bU verlies van *n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodeljjken afloop een voet of een oog f Z O» luim of wijsvinger «/(/e”been of arm/ *ndfr«n vinger
0 o
I o O
o
Ook rU had haar kalmte herwonnen, hoewel
niet zoo volkomen als haar nicht. ZU zag nog
bleek en haar hand trilde.
„Was Ik maar nooit In dit huis gekomen,” zei
Ik tot mijzelf.
En ondertusschen was ik toch blU, dat ik
Eleonore Leavenworth had leeren kennen. Ik
voelde heelemaal geen medelUden met haar.
Nooit had een misdaad er zoo duister uitge
zien; wraak, egoïsme, haat en hebzucht waren
de motieven, en toch.... Maar waarom zou ik
mUn gevoelens trachten te ontleden! Weldra
stond Ik weer in de kamer, waar de uitvoerders
van de wet ons met ongeduld wachtten.