Uniformverbod veilig binnen
Wering van vreemde arbeiders
De Crisis-tentoonstelling
Niet gezien, toch geloofd
i
I
■■Mli
I
I
INLANDSCHE SIERKUNST
DE REGEERLNG NEEMT
MAATREGELEN
ALLEEN VERZET VAN DE
S.D.A.P.
I
ZATERDAG 16 SEPTEMBER
LEEKEPREEKEN
KONING FEISAL’S LAATSTE REIS
De A.J.C.
Weinig nieuwe klanken
De
Commissies van advies
De gezant te Brussel
Een vliegveld te Eist?
Bespreking ten Provinciehuize
„Hitlermethod en”
Rapport aan de Duitsche regeerlng
Het paradijselijke Bali
Slecht besteed geld!
DE BOTERACCUNS
„Balineesche Danseres" door W. Dooyewaard.
HET CRIS1SBOTERMERK
Het grens incident bij
Nijmegen
Van tydelyken aard
Het ontwerp tot beperking van
buitenland sche studenten
met 25 tegen 9 stemmen
aanvaard
De Minister moet vergunning ver-
leenen voor het in dienst nemen
van vreemdelingen
Benoeming te wachten van jhr.
Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer
Verschillende mogelijkheden
Mei dubbeltje verlaagd
-
EERSTE KAMER
---
de mogelijkheden, die zij ia de prac- bultenlandsche boter op 1 per K.G. ie bepaald
lijkkist van koning Feisal van Irak wordt aan boord gebracht van een Engelsch
oorlogsschip. Op den boeg de vlag van Irak halfstok.
Den Haag, 15 September.
Voor en tegen
Mr. H. P. Marchant.
HOMO SAPIENS
J. R. H. van Schalk
kregel maakL
H. M.
-- I
De mogelijkheid is opengelaten om een der-
gelijk vergunningsstelsel in te voeren voor be
paalde beroepen of bedrijven; de bedoeling hier
van Is slechts een verbodsbepaling uit te vaar
digen, Indien de noodzakelijkheid daarvan voor
een bepaald beroep of bedrijf is gebleken. Zoo
doende wordt het bedrijfsleven in bet algemeen
zoo weinig mogelijk last veroorzaakt.
Minister van Schalk had een drietal sprekers
te beantwoorden. Tegenover jhr. VAN SASSE
VAN LJ88ELT gaf h« nog eens eene bespiege
ling over de redactie der nieuwe strafbepaling
en over
Ook onze ehrentfeste Senaat schikt zich
naar het tempo, dat de dingen van den dag
hem opleggen. Een tweetal wetten, doqr de
Tweede Kamer Dinsdag J.1. aanvaard, heeft
hij in drie dagen tjjds door de voorbereiding
in de afdeelingen en door de openbare be
handeling beengejaagd.
De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat
voor de week van 17 tot en met 23 September
1933 de prijs van het crlsls-botermerk op ƒ0.90
per K.G. en die van de vervoervergunning van
bultenlandsche boter op 1 per K.G. is vast
gesteld.
Tot nu toe was het de gewoonte te Oas, dat in
de kennisweek aan de arbeiders b(j do werk
verschaffing één dag verzuim werd toegestaan.
Thans heeft de rljks-lnspecteur voor de werk
verschaffing aldaar meegedeeld, dat deze stil
zwijgende regeling op bevel van den minister
van Sociale Zaken niet kan worden geconti
nueerd. De meenlng van den minister is deze,
dat het moeizaam opgebrachte overheidsgeld
niet mag worden besteed op een kermis. ZX zou
het vrijwillig willen derven van één dag loon,
zooals tot nu toe geschiedde, er practisch op
neerkomen, dat de inkomsten uit de werkver
schaffing te hoog zijn.
Verzuim in verband met de kermis zal dus
voortaan met schorsing worden bestraft.
Het lijkt ons goed om in deze dagen dit beeld
van volksdevotie in een tijd van heidendom en
zedenbederf als het begin der zestiende eeuw
De voorgestelde regeling geeft slechts de
hoofdlijnen aan, de nadere uitwerking over
latend aan een algemeenen maatregel van be
stuur en den met de uitvoering belasten Mi
nister.^
Het wetsontwerp gaat uit van den ge
dachtengang, dat door de Kroon kan wor
den bepaald, dat werkgevers geen arbeid
door vreemdelingen in loondienst mogen
doen verrichten zonder vergunning van of
vanwege den Minister, met de uitvoering
van de wet belast. Een dergeljjke bepaling
is van tjjdeljjken aard; daarom behelst rij
den termijn waarvoor zij zal gelden; zij kan
ook tusschentjjds worden ingetrokken.
kunnen worden
uitdrukkelijk in
zelf vast te
dat
naam aandoen. Vooral de groote olieverfschll-
deringen zjjn van een gaapverwekkende leeg
heid. Wat men ook beleefdheidshalve beweren
moge, wjj kunnen in dit van kleur zeer magere
en ook atmosferisch weinig gevoelige werk geen
spoor ontdekken van eenige ontroering over
de grootschheld der technische prestaties, welke
het heet uit te beelden. Slechts onder de teeke
ningen en aquarellen zjjn eenige kleine dingen,
welke men als habiele notities van een zakelijk,
maar innerlijk weinig geïnteresseerd opmerker
tot op zekere hoogte kan waardeeren.
Een schrillere tegenstelling dan tusschen het had en ook niet wilden hebben, een pretentie,
coloristisch armtierige werk van van Masten- welke thans weieuiyk den ernstigen beschouwer
broek en het fel-kleurige werk van Willem
Dooyewaard is moeilijk te bedenken. Deze te-
Naar wij van offlcleele zijde vernemen, is er
een rapport aan de Regeerlng te Berlijn gezon
den waarin gezegd wordt, dat de Ntfmegenaar
V. die twee weken geleden onder Wjjler bij Nij
megen pver de grens werd gearresteerd, door
Duitschers over de grens geduwd Is. Verschei
dene ooggetuigen hebben dat officieel beves
tigd.
De Dultscher A. P., die bij Nijmegen woonde
en bjj dit geval betrokken is, is Donderdag door
de marechaussee over de grens gezet. ~De man
had ook nog met de Duitsche Justitie iets te
vereffenen.
in dezen tijd oprijzen, of wel, reeds bestaande, schel, maar altijd van een d^nve'“d^e‘d'
plotseling ongekende stroomen pelgrims tot zich
trekken. Uit enkele namen blijkt de beteekents
van deze devotie. Naast Rome met zijn tallooze
herinneringen aan den vroegsten marteltljd wa
ren Assislë en Loretto en het heiligdom van den
Aartsengel Michael op den Monte Gargono de
geliefde bedevaartplaatsen. Maar daarnaast had
iedere stad baar eigen wonderbare plek, waarom
een vrome legende hing; in Piemont O. L. Vrouw
van den pilaar; in Llguorie O. L. Vrouw in het
boschje van Camogll; in Mantua O. L. Vrouw
van genade; O. L. Vrouw van den eik bij Viter
bo; O. L Vrouw van het vuur bij Forll enz.
De namen op zich zijn meerendeels al een aan
duiding van een vrome historie, waaraan he*
genade-oord zijn ontstaan te danken had. En
rondom al die beevaartplaatsen waren de won
deren en wonderbare gebedsverhooringen niet
van de lucht, getuige de kostbare exvoto’s, de
beelden, plaquetten en schilderstukken, nog tot
op onzen tijd bewaard.
Ook in de Eerste Kamer heeft mr. MAR
CHANT, daartoe gebracht door mr. Mendels,
die het asylrecht veel te ruim opvatte, weer
even zeer krachtig van zich afgebeten. De her
innering aan Dinsdagavond, toen men hem in
de Tweede Kamer van sociaal-demoEratlsche
zijde Hitlermethoden aanwreef, smeulde blijk
baar nog na. Ja, dan liep odk bjj hem de
maat over, verklaarde de minister, toen voor
zitter de Vos van Steenwfjk den heftlgen toon
met hamergebaren. ietwat temperen wilde. De
heer Marchant had het nJ. een moment over
den heer Wijnkoop, die -gezwegen had als een
mof. Waar had de heer Wijnkoop die (voor
hem eigenlijk verdienstelijke) houding aange
nomen? In den Amsterdamschen raad. Daar
had hij en hadden ook de sociaaldemocra
ten eens even hardhandig als zij het den
minister gedaan hadden, de Amsterdamsche
Gemeentelijke Unlversltelt moeten aanpakken,
die precies hetzelfde, wat de regeerlng thans
ten aanzien der Rijksuniversiteiten wil, gedaan
had! En dan nog in een veel minder eleganten
vorm! Daar had men de buitenlanders maar
vast ingeschreven, doch onder mededeeling,
dat zij, - als het te vol mocht worden, tegen
teruggave van het collegegeld weer zouden heb
ben te vwtrekken. Moesten nu. aldus de mi
nister, van die unlversltelt een aantal hoog-
leeraren hun naam zetten onder het aan de
regeerlng tegen de wijziging der Hooger Onder
wijswet gerichte adres?
r Is in onzen tijd een hevige drang naar
buiten- en bovennatuurlijke dingen. Het
feit, dat In onze omgeving honderdduizen
den naar België trekken, waar hemelsche ver
achljnlngen zouden zijn gezien en opgaan naar
Bij de Tweede Kamer is inge
diend een wetsontwerp tot regeling
van het verrichten van arbeid in
loondienst door vreeemdelingen.
Aan de Memorie van Toelichting
ontleenen wy het volgende:
genstelling vloeit niet alleen voort uit den ge-
heelen anderen aard van de onderwerpen, welke
Dooyewaard behandelt. Zij is ook het gevolg
van bet feit, dat Dooyewaard wezenlijk door
zijn stof geïnspireerd blijft. Voor degenen, die
In den kunsthandel Buffa indertijd de zeer een
zijdig samengestelde expositie van teekeningen
uit Japan van dezen kunstenaar hebben gezien,
zullen de hier bijeengebrachte schilderijen van
Bali een ware verrassing zjjn. Want behalve een
studieus en knap teekenaar toont hij zich thans
ook een vaardig en verdienstelijk schilder. Vooral
de jeugdige Legongs. de kinderlijke danseresjes
in hun bonte feestgewaden en danscostumes,
schijnen den kunstenaar tijdens zijn langdurig
verblijf op Ball bijzonder te hebben geboeid.
Wie op de koloniale tentoonstelling te Parijs de
feërieke voorstellingen van de Balineesche
dansers heeft bewonderd, zal zich niet verbazen
over de vaak gevaarlijk contrasteerende kleuren
in Dooyewaard’s werk. De studies, waarin hij
zich uitstekend toelegt op de uitbeelding van
de exotische papegaaienpracht der inlandsche
dansmeisjes met hun grilligen, fantastlschen
hoofdtooi en hun als vlinders klapwiekende
waaiers, spreken ons minder sterk aan dan
die, waarin hij behalve de sierlijke en kleurige
figuur ons ook een suggestie geeft van de at
mosfeer, waarin zij thuis behoort en leeft. Hoe
boeiend de afzonderlijke figuren opzichzelf ook
zjjn, tegen een witte fond gezet, zijn zij als
curieuze fragmenten of détails gebroken uit een
onzichtbaar geheel, dat hun 'n dleperen zin en
algemeene beteekenls verleent Dat het niet de
fantasie van den schilder maar de zuiver waar
genomen werkelijkheid is, welke zijn voor onze
aan de Hollandsche grauwheid gewende oogen
soms bijna al te hevig coloriet bepaalt, valt af
te leiden uit de stemmige en gevoelig geschil
derde landschappen, welke hij hier óók laat
zien. Van zijn teekeningen staan de studies van
Balineezen artistiek het hoogst. Hier werd hij
niet alleen door een scherp kijkende en objectief
reproduceerende nieuwsgierigheid geleid als In
de bladen, waarop hij b.v. de eigenaardige Ujk-
verbrandingsplechtigheden wel knap, maar bijna
zakelijk illustratief in beeld brengt, doch door
een diepere belangstelling in hun mensenelijk
heid.
Over de schetsen en teekeningen van mevrouw
B. Westendorp-Osieck behoeven wij niet veel
te zeggen. Zij zijn zóó vluchtig en zóó onbedui
dend en zóó fragmentarisch, dat zij beter in
haar particuliere portefeuille met relskrabbels
waren gebleven. DéAr zouden zij volkomen op
hun plaats zijn geweest, maar op een tentoon
stelling als deze treedt, niettegenstaande de
charme van een enkel kleurtje en de beval
ligheid van een enkel contour, hun nie-
mendallerigheid al te zeer aan het licht. Zij
krijgen in dit millleu een pretentie, welke zij
vermoedelijk bij hun ontstaan niet hebben ge-
te zien gaf, nog eens op te roepen. Dit doet ons
veel dingen gemakkelfjker begrijpen; dat doet
velen lichter verzoenen met uitingen van gods
dienstigheid, die boven het dagehjksch gebed en
den gewonen kerkgang uitgaan. Het mag niet
en tweedracht onder eigen
komt over de wijze, waarop
De economische toestand in naburige, zoo
wel als in verder afgelegen landen, drijft meer
dan vroeger vreemdelingen er toe in Neder
land werk te zoeken.
Het schijnt niet onbedenkelijk, dat het aan
tal vreemde arbeiders in de laatste Jaren is
toegenomen, niettegenstaande de werkgelegen
heid in Nederland belangrijk is Ingekrompen.
Eene verdere ontwikkeling van den toestand
in deze richting zou er toe kunnen lelden, dat
de werkloosheid in andere landen voor een
deel wordt afgewenteld op de Nederlandsche
arbeidsmarkt.
Daarom dient de Regeerlng te beschikken
over een middel, teneinde in het huidige moei
lijk tijdsgewricht, indien de omstandigheden
het noodzakelijk maken, regelend te kunnen
optreden ten aanzien van het werken van nlet-
Nederlandsche arbeiders in Nederland.
Naar wij vernemen, is binnenkort de be
noeming te verwachten als Hr. Ms. gezant
te Brussel van Jhr. mr. A. W L. Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer, commissa
ris der Koningin in de prov. Groningen.
Een regeling, als hiervoren werd verdedigd,
kan men zich op velschillende wijzen denken.
Zoo kan men het werken van vreemde arbei
ders regulariseeren door regeling der toelating
(het verleenen van pasvisa), door regeling der
vestiging of van het verblijf, dan wel kan men
voorschrijven, dat een vreemde arbeider een
vergunning noodlg hééft om arbeid te mogen
verrichten of dat eep werkgever hier te lande
een vergunning behpeft om vreemde arbeids
krachten in dienst te nemen.
De regeerlng. meent, dat een regeling, als zij
beoogt, moet voldoen aan deze twee hoofd
voorwaarden:
t
tijk biedt nieuws was daar overigens na
Dinsdag niet bij aan dr. WIBAüT gaf bij
te kennen, dat diens wensch (de roode vlaggen
in optochten vrij) gelijk stond met het vragen
van een partijdige wet, en prof. DE SAVOR-
NIN LOHMAN gaf hij ten antwoord, dat hij
zorgvuldig zal afwikken, wat er na dit uni
formverbod nog tegen excessen op politiek ge
bied kan worden gedaan.
De Christelljk-Hlstorische hoogleeraar heeft
weer een knappe rede geleverd, welke voor
namelijk de strekking had te herhalen, dat op
dit gebied al veel eerder had moeten worden
opgetreden, met name tegen de straatdemon-
stratles met haar ergerlijke spreekkoren en
transparanten en tegen het op staatskosten
revolutionnalre propaganda maken en het
spelen met de belofte van trouw aan de Grond
wet door de communisten.
Ook wenschte de heer Lohman, dat gezag
dragers, die daden plegen, welke het Over
heidsgezag als zoodanig aantasten, krachtig
zullen worden aangepakt. En wat het uniform
verbod zelf betreft, vroeg hij, of de wet niet
zóó tijdig kon worden afgekondigd, dat zij
reeds as. Zondag gelden zou. Want dan zou
reeds dadelijk eene beslissing kunnen worden
uitgelokt over de vraag, of de A. J. C. onder
deze regeling valt. De heer Lohman zelf be
antwoordt die vraag onvoorwaardelijk bevesti
gend. En als men leest, wat in den oproep
staat, waarmee de demonstratie der AJ.C. op
Zondag as. in -De Strijd" wordt ingeleld, kan
men bijna niet anders dan zich naast den
Christelijk - Historischen staatsrechtgeleerde
stellen.
waarop het goud- en zilver-borduursel zich af-
teekent als het sierlijk webbe van een toover-
spin. Het edele smeedwerk draagt het stempel
van het eindeloos geduld en het natuurlijk ar
tistieke vakmanschap van den handwerker, die
het met vaak primitieve middelen vervaardigde.
De sierende motieven zoowel in het weef- als
in het smeedwerk zjjn sterk beïnvloed door de
overgeieverde tradities, welke echter levend ble
ven, doordat de fantasie van de volkskun
stenaars binnen het kader dezer tradities vol
doende speelruimte behield om haar individuali
teit tot uitdrukking te laten komen.
Om de zalen, waar het werk der Sumatraan-
sche inlanders is ondergebracht te bereiken,
moet men eerst de andere afdeelingen door-
loopen. Dit heeft zjjn voor- en zjjn nadeelen.
Voordeel is, dat het schoonste zoodoende voor
*t laatst is bewaard, maar nadeel, dat de eerste
Indrukken van deze tentoonstelling weinig ge
schikt moeten geacht worden om de voorname
rust en stille Weelde van de inlandsche kunst
voortbrengselen naar waarde te genieten.
De schilderijen, teekeningen. aquarellen en
In de eerste plaats moet het Internatio
nale personenverkeer niet worden belem
merd.
In de tweede plaats moet de regeling
zoodanig werken, dat Nederlandsche be
drijven of ondernemingen niet worden be
lemmerd bjj het in dienst nemen van
vreemde arbeidskrachten, die voor een goe
den gang van het bedrijf noodlg zjjn.
Daarnaast moet de mogelijkheid bestaan
een dergelijke regeling beroeps- of be-
drijfsgewjjze toe te passen.
Toonde mr. Mar
chant zich weer de
handige, slagvaardige
en temperamentvolle
advocaat, al brengt
ook hjj de zaken kort
en krachtig, maar
duidelijk onder woor
den. mr. VAN SCHAIK
bewees opnieuw, hoe
bij hem de rustige
overweging en de
uiterst zorgvuldige for-
muleering op den voor
grond staan. Sommi
gen zullen hem tegen
over dit ontwerp, dat tegen schreeuwerige
uiterlijkheid ingaat, misschien te nuchter vin
den, juist deze eigenschap, juist dit zeer kalm
en objectief staan tegenover onderwerpen als
dit uniformverbod siert een minister -van
Justitie.
De toepassing van het vergunningsstelsel
denkt de Regeerlng zich zoodanig, dat de ver
gunning* in den regel wordt verleend, indien
niet is gebleken, dat er geschikte Nederland
sche arbeiders beschikbaar zijn, die in staat
zijn, om den arbeid te verrichten. Voor zoo
veel noodlg kunnen commission uit het be
trokken bedrijf af beroep worden ingesteld om
over het verleenen van vergunningen te ad-
vlseeren.
Gelijk de ervaring met het verleenen van
pasvisa aan vreAide arbeiders, in verband met
de arbeidsmarkt, in de laatste jaren heeft aan
getoond, is - het mogelijk een dergelfjke rege
ling toe te passen ponder belemmering van het
bedrijfsleven.
Zoowel de wijziging der Hooger Onder
wijswet, waarop Minister Marchant zat te
springen, opdat hij, zoo noodlg. een even-
tueelen toevloed van bultenlandsche studen
ten naar onze hoogescholen kan temperen
of althans kanailseeren in de richtingen
waar deze stroom kan worden opgenomen,
als het verbod, om in het openbaar „klee-
dingstukken of opzichtige onderscheidings
teek enen, welke uitdrukking zjjh van een
bepaald staatkundig streven,” te dragen of
te voeren, kwamen heden in veilige haven.
Tegen beide ontwerpen verzette zich in de
Eerste Kamer alleen de 8. D. A. P.
De tentoonstelling, ingericht in het Stedelijk
Museum te Amsterdam ten bate van het Crisis
comité, vormt alleen hierdoor een geheel, dat
zij uitsluitend aandacht vraagt voor het werk
van onderdanen en voor voorwerpen en onder
werpen uit het Koninkrijk der Nederlanden.
Méér verband is er tusschen de onderscheidene
afdeelingen niet te leggen.
De schoonste en meest belangwekkende af-
deeilng is ongetwijfeld die, welke uit een uit
gelezen collectie van hoofdzakelijk Zuid-Suma-
traansche weefsels en zilveren en koperen
smeed- en drijfwerk bestaat. In deze verfijnde,
rijke en toch ingetogen volkskunst van typisch
Oostersch, zuiver decoratief en ornamenteel ka
rakter, spreekt zich een natuurlijke voornaam
heid uit. welke het overblijfsel moet zijn van
een hoogstaande oude cultuur. De tinten der
zijden ikats en palanga's: bruin, rood in ver
schillende nuancen, en blauw, zjjn nimmer
krijtschetsen, welke J. H. van Mastenbroek, de
schilder van Rotterdam en zjjn havens, in de
^rezaal laat zien en welke een beeld trachten
te geven van de wereldverbazende Zuiderzee
werken zijn nX van een schraalheid en een
oppervlakkigheid, welke niet bepaald aange-
Er is door de heeren senatoren aan deze twee
maatregelen een vrij beperkt debat gewijd, waar
in de nieuwe klanken maar zeer schaarsch wa
ren. De wijziging der Hooger Onderwijswet werd
bestreden door de sociaal-democraten mr.
MENDELS en dr. WIBAUT en gebillijkt, zfj
•tiet zonder een spoor van geestdrift, door den
liberaal mr FOCK. den Christelijk-Histori-
schen mr. VAN DER HOEVEN en den vrljzin-
nig-democraat prof. KRANENBURG. Deze
laatste heeft er zijn partijvoorzitter op gewe
zen, dat de zeer ruime volmacht, welke hij vroeg
van de Staten-Gene-
raal, heel goed beperkt
had
door
de wet
leggen. dat slechts
plaatsgebrek aan be
paalde inrichtingen
voor hooger onderwijs
aanleiding tot ingrij
pen door den Minis
ter wezen mocht.
De hoogleeraar in
het Staatsrecht ver
wees b.v. naar de Hin
derwet en naar de
Pandhuiswet, waar
eveneens bepaalde waarborgen zijn opgenomen
tegen weigering der betreffende vergunningen
zonder voldoende motief. Minister Marchant
evenwel stelde hier ad rem en terecht tegen
over, dat de normen, waarop zijn partijgenoot
doelde en die ook in andere administratieve
wetten voorkomen, bedoeld zijn als een basis
voor de rechtsprekende organen, waarbij men
in geval van een ongemotiveerd geachte wijge-
ring in hooger beroep komt. Hier echter, bij
deze wijziging van de Hooger Onderwijswet, ont
brak een beroepsinstantie, de Minister was al
leen voor zfjn gestie verantwoordelijk aan de
Staten-Generaal. En bovendien was het crite
rium „gebrek aan ruimte" toch wel erg»vaag en
voor zeer subjectieven uitleg vatbaar.
De crisiszuivelcentrale maakt bekend, dat
voor de week van 17 tot en met 23 September
de prijs van het crisisbotermerk op 90 cent per
K G. en die van de vervoervergunning voor
van Christus wordt bewaard, mag slechts te;
deele aan zuivere vroomheid worden toegeschre
ven. En ook al zouden de deelnemers aan dez
processies voor het allergrootste deel door reli
gieuze motieven zijn gedreven, dan nog is hien:
geen bewijs voor ‘den diepen godsdienstzin var
onzen tijd te vinden. In de geschiedenis zijn
Juist in tijden vaA groot godsdienstig en zedehjk
verval dezelfde verschijnselen aan te wijzen
waaruit ook voor ons nog wel iets te leeren
valt.
Een tijdperk, dat in zeer veel opzichten met
het onze overeenkomt is de laatste helft der
vijftiende en de eerste der zestiende eeuw, de
tijd van den opbloei der renaissance.
Er was een wanverhouding tusschen armen
en rijken: naast fabeiachtigen rijkdom en het
ten toon spreiden van prikkelende luxe, kwam
schreeuwende armoede bij de lagere klasse voor
Er ontstond een Jodenvraagstuk wegens den al
te grooten invloed der Israëlieten in het maat
schappelijk leven. De speelwoede kende geen
grenzen en drong zelfs tot in Vaticaansche krin
gen door. Op een enkelen avond werden heeie
vermogens verloren met al den nasleep van
ellende, daaruit voortkomend. Er was onder in
vloed van het humanisme een overdreven zin
voor lichaamscultuur: de klassieke wereld gaf
in alles het voorbeeld, ook in de liefde voor de
naaktheid. Tooneel, beeldhouw»- en schilder
kunst van die dagen gaven daarvan blijk. De
literatuur was zinnenprikkelend, uiting van de los
heid van zeden van dien tijd. Zooals in onze
dagen de negerin hoogtij viert, zoo werd toen
de Oostersche slavin op de meest brutale wijze
in het openbare en zelfs in het gezinsleven van
Italië binnengeleid. Er was evenals thans een
vraagstuk der echtscheiding. De beroemde no
vellisten van dien tijd verheerlijkten den echt
breuk op een wijze als een modern romancier
bet niet verbeteren zal. De heidensche theorie
van onze dagen, welke zoovelen ten verderve
voert, de leer nm. dat de mensch zich geheel
moet kunnen uitleven, dat geen huwelijksban
den of welke andere moreele verplichtingen ook
zijn levensdrang mogen belemmeren, diezelfde
leer wterd rond 1500 eveneens op de meest
schaamtelooze wijze verkondigd. En de theorie
van de zelfgenoegzaamheid van den Staat, de
leer, dat aan de eigen landspolltlek niets, maar
dan ook niets in den weg mag staan, heeft onze
tijd van den grootmeester der renaissance,
Machiavelli, geleerd. Zuiver heidendom naast
christendom en een eigenaardige vermenging
van beide was het kenmerk van den tijd, nu
vierhonderd Jaar geleden. En In vele opzichten
is-onze eeuw daaraan verwant.
In die groote kentering van middeleeuwen
naar modernen tijd vinden wij ook de hevige
reacties, welke wij In onzen tijd waarnemen
Naast de egoïstische en ergernisgevende weel-
de-ultspattingen van enkele „kapitalisten" was
er een wedijver in weldadigheid. De christelijke
charitas bloeide in de steden en op de dorpen
in oude gilden, en nieuwe, speciaal opgerichte
broederschappen. Zieken-, armen- en weeshui
zen werden opgericht, w’aarin de verpleging zoo
uitmuntend was, dat de roem er van tot in <mze
dagen voortleeft. Een der schoonste sociale in
stellingen, de pandhuizen, verrezen door het
initiatief der zonen van Franciscus ter bestrij
ding van den woeker. Zelfs Luther raakte er
op zijn bekende Rome-reis door begeesterd
Tegenover de heidensche kunstproducten valt
een opbloei van het christelijk tooneel te con-
stateeren en staan onsterfelijke meesterwerken
van schilder- en beeldhouwkunst. En wat
voor onze beschouwing de meeste waarde heeft
tegenover godloochening en heidensche go-
denvereering, tegenover openbare en private
onzedelijkheid van de ergste soort, tot in de
kloosters en onder den overigen geestelijken
stand toe, stond strenge boetpleging, een felle
strijd van de Kerk tegen de zedeloosheid, een
ongekende kruistocht van schitterende boetpre
dikers, een stijgende Eucharistie- en Mariaver-
eering. Merkwaardig wns de algemeene ijver
van iedere stad, groot en klein, om in bet bezit
van relikwieën van heiligen te komen. Zelfs
een regeerlng als de Venetlaansche, die voort
durend in strijd was met den Paus van Rome,
gaf zich alle moeite om relikwieën uit het op de
Turken veroverde H. Land te bekomen. In Ve
netië trok een processie uit met den Doge en
de stadsbestuurders aan het hoofd, om zulke
heilige overblijfselen de stad binnen te leiden.
In 1455 werd het besluit genomen om den H.
Rok zonder naad voor 10.000 gouden dukaten
aan te koopen, wat echter niet gelukte. Er werd
tusschen de republieken Siena en Perugia een
oorlog gevoerd om het bezit van den trouwring
der H. Maagd. Ontroerend zijn de verhalen van
het enthousiasme en' de algemeene volksvreugde,
waarmee in 1508 ’t hoofd van St. Bartholomeus in
Genua, het hoofd van St. Andreas en de H
Lans in Rome werden binnengebracht.
Ontelbaar ook zjjn de genade-oorden, welke
Naar we vernemen zal op Dinsdag 26 dezer
en niet op 19 dezer, zooals aanvankelijk
werd gemeld op instigatie van den Minis-
ter van Waterstaat, ten Provinciehuize te
Arnhem een bespreking plaats vinden tusschen
het provinciaal bestuur en vertegenwoordigers
van de gemeentebesturen van Arnhem. Nij
megen en Eist, van de Kamers van Koophan
del voor Arnhem en omstreken en van het
Land van Maas en Waa| te Nijmegen en ver
tegenwoordigers van de K. L. M., over de in
richting van een gemeenschappelijk vliegve><!
te Eist (O. B
Trier, waar volgens de overlevering de H. Rok zijn, dat er twist
geloofsgenooten 1
eenvoudige zielen uiting geven aan hun gods
dienstig gevoel. Is er iemand, die zich ergert
over de prachtige Marialegenden der middel
eeuwen? Wie stqot zich aan de „wonderen
rondom de Madonnabeelden van den renaissan
cetijd? Door ge voel volle dichters naverteld,
schenken zij ook nu nog schoone en stichtende
uren, zelfs aan de meest critische geesten
Waarom verdragen wij het dan niet, wanneer
ook in onzen tijd de volksziel iedere geschikte
gelegenheid aangrijpt om haar diepen gods
dienstzin te demonstreeren als onopzettelijk
protest tegen het heldensch karakter van ons
openbaar leven? Zeker; het nuchter verstand
komt in opstand, wanneer zelfs groote en ern
stige katholieke dagbladen zonder eenig com
mentaar het „wonder” berichten, dat een blinde
na twintig jaar genezen is, die sinds haar zesde
jaar niets meer heeft kunnen zien en nu op
eens leest als de beste! Gemeenlijk is een zes
jarig kind geen vlotte lezer én zeker niet na
eenige tientallen Jaren blindheid. Later blijkt
er een vergissing in de berichtgeving te zijn;
het ging niet om een zes- maar om een zes
en-twintig-jarige!
Intusschen worden zulke berichten toch maar
klakkeloos de wereld ingezonden en door de
massa geloofd, wat wijst op een zekere geestes-
overspanning, ook in het godsdienstige, iq dezen
in alle opzichten onevenwlchtigen tijd. Maar
«laarom moet dat strijd geven onder broeders
en zusters van hetzelfde geloof? Wanneer de
Kerk in volle autoriteit aan allen even licht
zinnig het geloof in zulke „wonderen" opdrong,
zou er reden voor verontrusting zijn. Maar de
Kerk heeft nog altijd haar eeuwenoude wijsheid
en voorzichtigheid bewaard. Zoo min als zij
Beatrijs heilig heeft verklaard of de vrome
kloosterbroeders uit de legenden, zoo min als
zij zich officieel heeft bezig gehouden met de
wordingsgeschiedenis van de duizenden genade
oorden, over heel de wereld verspreid, zoo mjn
zal zij thans onberaden stappen doen; wjj zou
den zeggen, in onevenwichtige tijden als deze,
aal zfj haar waakzaamheid nog verscherpen.
Maar niet enkel tot de nuchtere en critische
geesten, ook tot hen die zoo gaarne wonderen
zien en zich kwaad maken en ergeren over de
sceptici en de „ongeloovigen", zouden wü een
woord willen zeggen. Wanneer uw hart dringt
naar plaatsen, Waar Maria’s lof en macht open
lijk wordt verkondigd; waar luide wordt gezon
gen en gebeden; waar iets van den hemel trilt
in de lucht en waar gelukkig verschijnsel
vele bekeeringen vallen waar te nemen, laat u
niet weerhouden en leef uw devotie uit. Maar
gun het aan anderen te zeggen, dat zij geen
wonderen noodlg hebben om te gelooven en
hun godsdienst te belijden. Ieder goed christen
gelooft in de mogelijkheid van het wonder; zon
der dat, zou hij aan de almacht van God twij
felen. Maar er is niets zondigs in de overtui
ging, dat een wonder een zeldzame gunst is en
dat God slechts zelden direct en zichtbaar in
grijpt en de dingen keert tegen hun natuur in
Er moet ten deze onder ons geen twist zijn
Laat, wie gaarne en snel gelooft in wonderen,
zijn devotie uitvieren; maar verketter ander
zijds niet, wie wonderen tot de groote uitzon
deringen rekent. Nog altijd toch blijft Christus
vermaning aan St. Thomas: omdat gij gezien
hebt, hebt gij geloofd. Zalig zij, die niet gezien
en toch geloofd hebben!