m4aal
uan
Avonturiers in groot formaat
dendaq
I
1
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
DE SCH00NE STOET
DE TOCHTEN VAN VASCÖ
DE GAMA
De ongeloovigen
1
DINSDAG 19 SEPTEMBER
I
J
d’Alboquerque’»
werk
I
Een boerderij cadeau!
i
DOOR ANNA IC GREEN
HET GEVAL
LEAVENWORTH
Een concentratiekamp
opgeheven
Geheime organisaties in
Bulgarije
De moeizame reizen der Portugee-
eche zeevaarder» hebben voor^
Europa den weg gebaand
naar vreemde landen
V
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
II 10
I De vinger-
afdrukken
i -
Fha.' HA
'amhiE gelooft
IN SPOKEN ZE j
BEWEERT DATf
DIT OUDE HUI61
EEN ‘SPOOK-/
^zoo, denk je dat<> nu,^
AZ.5 JE dan 200 ERG DAP
PER BENT DAN MOET JE
OP EEN AVOND MAAPEEN5
NAAR DAT HUI5 GAAN. r
iK WED, DAT JE EP WEER OP Y
EEN DRAFJE ZOU UIT LOO- I
PE N
A
j
r
3
tl
s
3
C
nlHmillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlIlllllllllllllllllllllllllllllllllllrë
Ik.
bü verlies v»n "n
I
i
hü er volkomen In geslaagd. Bü het tien
Leaven-
I
De paardjes, die trapp’len
In blijde candans
Het rhythme der zonnige stoete
Maar schooner cadans is
Het hart’lijk hoera
Om onze Vorstin te begroeten!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Met een spr<
Want een
En naar u*j
den
omsti
In.
mee doe, wil Ik je
ang vóór dat
Britsch-Indië,
Frankrijk
er er aan
in de ka-
t iedereen
zette
voort.
Hier in de stad
uit Zuid-Amerika
>sationeel% verhalen
ik
Dl
Bi
de
sti
lei
de
ag. dat Gryce
Kooelde, het-
Mdknlkje dat
«11
Pi
Ft
vo
de
arl
Pli
tai
3
de
vai
W
,,hj
In
pej
iet
In
dal
wo
vre
en
▼in
Ma
▼er
!s
te
sta;
is c
dig
gek
▼au
gen
wet
Dili
een
E
hee
ons
son
In
te t
geci
dee!
niet
ik
kun
er
bew
de
«xiji
ach
cent
het
peet
D
jont
nig
zijn
W
van;
vore
en I
zijn
om.
oud
war
Wk
om
dadi
han
Volli
D
J
Vanf
zam
niet
voor
delij
Dl
Wool
won
geve
der
te d
„1
„E
„V
alist
,X
over
wij
meei
gen
hon<
D<
kens
besti
vans
ten.
zegg
een
van
zich
tide
beeli
zaal
schr
staa
neer
de b
wiss
ren
pollt
nedt
fen.
Er
„Kwam het idee van verraad niet bü u op?"
.Heen, mijnheer.”
Een concentratie-kamp te Bremen is gesloten
en_.de meeste gedetineerden zullen op een schip
worden' gebracht, dat daartoe is ingericht, en
dat dicht bü de plaats is gemeerd, waar de ge
vangenen moeten werken.
De gevaarlüke gevangenen en de felle antt-
Httlerianen zullen in een oud fort buiten Bre
men worden opgesloten.
sfiutiii.
Heden waait alweer de driekleur,
Als een uiting van gezag.
Heden is het toch voor Neerland
Méér dan een gewone dag! 1
Want vandaag glanst onze Hofstad
Zeer in uiterltjke praal;
't Is de opening der Kamers
Van de Staten Generaal!
Langs een haag van vele menschen.
Door een deining van hoera's.
Wordt de gouden koets getrokken,
oqkjesachtig waas,
fnte Koninginne,
Jsheict én naar stand.
Rijdt op koninklijke wijze.
Met den scheptgr-jln de hand!.
En een stoet van hovelingen,
Goud behagen en betrest,
Pluimboswuivend, sabelglanzend.
En in houding op z’n best.
Volgt weer onze Koninginne,
Met prinsesje en gemaal.
Naar de opening der Kamers
Van de Staten Generaal!
maar de schit-
led, dat hü zag.
mnistische j
nog T"let 'n geslaagd,
- ver
scheidene verdachte communisten gearresteerd,
doch deze hebben gezworen J~ -
teit van de drukkers niét
het werk altüd maskers/
In verscheidene and/re
werden communistische organisaties ontdekt"
in Sofia hebben -- -
onlusten plaats.
opgewekt,
nu weer
Een melkboer te Gross-Luebers in Saksen
heeft van Adolf Hitler een boerderü met 50
H.A. land gekregen, daar hü aan Hitler een
foto had gezonden van zichzelf en negen züner
zoons, allen gekleed in het Nazi-uniform.
De melkboer was sedert begin 1931 lid van de
N.%D.A.P. De boerderü was door den eigenaar
ter beschikking van Hitler gesteld, met "verzoek
haar aan een oud partijlied te schenken.
langrüker waren de tochten der Portugeezen,
aan wie de eer toékomt voor Europa den weg
te hebben gebaand.
De rü der alles-durvende kerels, die met een
büna zekeren dood voor oogen in weinig ver
trouwenwekkende scheepjes stapteh, om naar
onbekende landen te varen, werd geopend door
Bartholomeus Dias. Wel kwam hü niet heele-
maal in Indië aan, maar voorbü Kaap de
Goede Hoop kwam 'hü wel, en dit reeds was
voor koning Jan II van Portugal genoeg om
den eerstgekozen naam „Cabo Formemozo”
(Stormachtige Kaap) te veranderen in „Cabo
bona Esperanza”.
In 1497 gaat Vasco de Gama op weg, om den
tocht van Dias, van 1486, met hoop op meer
succes te beproeven.
Uit onkunde van hetgeen op zee te wachten
ia, gaat Vasco met zün gezellen op reis in het
ongeschiktste jaargetü. Maanden dobberen ze
op dten oceaan rond, om eindelijk-nTB^3fagen
van gierenden storm zonder einde, na volkomen
windstilte, na verzengende hitte, in November
om de kaap heen, koers te zetten naar Mozam
bique. Van daaruit ging het naar de kust van
Malabar, waar in Mei 1498 de haven van Cali-
coet werd bereikt. Op zün weg vond Vasco jie
Gama overal een vergevorderde beschaving, cn
het contact, dat de Mohammedanen van Egypte
en Perzië uit met Indië hadden, was niet ge
ring. Maar de zee-route was nu voor goed een
feit geworden, Europa kon beginnen met zich
.van koloniën te voorzien.
Het gelukte Vasco de Gama niet reeds op de
eerste reis een nederzetting te vestigen, zijn
vier kleine scheepjes waren niet genoeg voor
zien van het noodlge, terwül al ^Irect de ach
terdocht en naüver der Mohammedanen hem
parten speelde bü den vorst van Malabar.
In Augustus 1499, dus meer dan twee Jaar na
het vertrek, was onze ontdekker tqrug in Por
tugal Nu zond de regeering eskader op eskader
uit om te beproeven vasten grond te krygen in
Indië en handelsrelatiën te vestigen. Pcdro
Cabral vertrok in Maart 1500 met 13 schepen,
hield te veel westelijk aan, ontdekte per onge
luk Brazilië, plantte er de Portugeesche vlag,
ging daarop verder, om in Malabar te landen.
Opnieuw zaten hier de Mohammedanen den Por
tugeezen in het vaarwater, er - kwam herrie,
men beschoot Callcoet. en kreeg een heel rijke
lading peper en gember mee naar huis van
eenige andere vorsten, naüverig op den vorst
van Malabar.
In 1502 was Vasco de Gama klaar voor een
tweede expeditie, die echter weer spoedig te
rug kwam met een enormen voorraad spece-
rüen, goud, paarlen en edelsteenen, geroofd van
een Saraceensche vloot. Ook de Portugeezen
hebben Piet Heins in de familie gehad.
Nog voor dat de Gama terug was, gingen er
weer drie andere eskaders op weg, en het eerste
trof het geweldig. De vorst van Malabar had
dien van Cochin verdreven om zün sympa
thieën voor de Portugeezen en toen dezen dan
ook van die situatie kennis kregen, herstelden
ze hem in zün vroegere positie. Uit dankbaar
heid mochten de beschermers een sterkte aan
leggen, en zoo kregen de Portugeezen hun eer
ste stad in Indië: Santiago. Hier bleef nu, bü
de afvaart der vloot, Eduard Pereira met drie
schepen en honderd soldaten achter.
Wat de wanhoop vermag, als het den mensch
om zün leven gaat, grenst aan het ongeloofe-
lüke. Fantasie hjkt het, dat 40.000 soldaten niet
in staat zouden „zijn om een troepje van een
paar honderd man onder den voet te loopen.
Fantasie lükt het, dat de vorst van Malabar,
na 18.000 man verloren te hebben, den» strijd
zes maanden ziet gerekt en dan gedwongen is
■chandelük af te trekken. Maar de historie
wemelt van fantastische verhalen en ze zün
werkelükheid. Treft men geen gitzwarte voor
beelden aan van wankele vorstengunst en mis-
selijjce ondankbaarheid? Stierf Columbus niet
in armoe? Is Balboa niet afgemaakt? Werd
Cortez niet in vergetelheid gestort nadat hü
Mexico had veroverd? Ook Pereira trof dit lot.
Intriges brachten hem in den kerker, men
sprak niet meer over den held van Santiago,
die eens met onbeschrüfelük enthousiasme door
Lissa bons straten trok, om de hulde van een
volk en een koning voor dapperheid en eenvoud
in ontvangst te nemen. Niet hü werd de eerste
onderkoning van Indië, daarvoor kwam een
gunsteling van den koning, Frans van Almeida,
in aanmerking. Deze onderkoning en zün zoon
hebben op hun beurt hetzelfde instrument van
onversaagden moed bespeeld. Zü begonnen de
kusten te blokkeeren met sterkbewapende fac-
maakt, vergat de kamer."
Zü zei niets; er kwam alleen egn uitdrukking
van diepe wanhoop op haar gezicht; het leek
alsof zü ineen zou storten. Oogenblikkelük ech
ter kwam de reactie; met een weergalooze waar
digheid riep zü uit:
„Nu, en verder?"
De coroner legde de revolver weer op tafel.
De aanwezigen keken elkaar aan; iedereen leek
bang om verder te gaan. Naast mü hoorde ik
een onderdrukt gesteun. Mary Leavenworth, die
plotseling zeer rood geworden was, verloor haar
nicht niet uit het oog. Zü begon er zich blük-
baar rekenschap van te geven, dat nog anderen
behalve zü. iets onverklaarbaars vonden aan die
vrouw. Toen vermande de coroner zich en ver
volgde:
„Juffrouw Leavenworth, u vroeg mü„en ver
der.” Uw vraag noodzaakt mü te zeggen, dat
geen enkele inbreker of gehuurde moordenaar
de moeite genomen zou hebben om deze revol
ver schoon te maken en nog minder, om haar
opnieuw te laden en haar weer in de la te leg
gen. waaruit hü haar genomen h
Zü antwoordde niets, maar ik
een aanteekening in zün boekje 1
geen vergezeld ging van het h'
hem eigen was.
„Niet iedereen," voegde de c
toe, „kon zoo maar komen en g
mer van münheer Leavenworth.
ging hü voort; zich tot dezen wendend, „maar
ik geloof, dat als je deze handschoenen met je
prachtige vergrootglazen en andere Instrumen
ten nauwkeurig onderzoekt, je zult ontdekken,
dat de toppen er van bedekt zün met vinger
afdrukken. niet van .Jantje”, maar van iemand
anders, dien we niet kennendezelfde afdruk
ken, die we hebben gevonden op de voorwer
pen, welke we hebben meegenomen uit de hui
zen, waar den laatsten tüd werd ingebroken.
En ik ben er nü zeker van. dat we ook gauw
genoeg z'n collega zullen vinden, met wien hü
afwisselend werkt. Dat kan niemand anders
zün dan .Lange Heintje”...."
En zoo was bet ook.
Ik BEN Daar ge - 1
F WEEöT MAAR DAAR
KOMEN JU|£T JANTJE
EN JOOP MICftRlOGE
AAN. LATEN WC- OlE x|
J0NGELULEEN5 VRA
GEN EN N00PEN WAT
.ZE ZEGGEN
^KCM.WAT
rW|L JE ME NU
IWIJ-b MAKEN?
IWEET JE DAN
'NIET, DAT ER
GEEN GEE6TEN
EN 6P0K.EN 7
ZIJN?
wees op de voor
werpen op tafel
„zün afkom
stig van 'dergelü-
ke gevallen. Ook
van recenten da
tum. Détails ko
men er niet op
aan:
„Bracht u dit feit niet in verband met den
moord op uw oom?”
„Toen wist ik immers nog niet, dat hü rer»
moord was.”
„En later?”
„Toen dacht ik natuurlük wel, dat Hannah
meer zou weten.”
„Kunt u ons iets vertellen over Hannah’s ver
leden?"
„Niet meer, dan mün nicht u reeds vertelde.
„Waarom was zü ’s nachts zoo droevig?”
Eleonore werd rood van woede: was het om
den toon waarop deze vraag gesteld werd of om
de vraag zelf?
„Hannah nam mü op dat punt niet in haat
vertrouwen,” antwoordde zü-
„U kunt ons ook niet zeggen waar zü heen
is gegaan?"
zün overblüfselen eeren door een waardige
laatste rustplaats. Maar dan weigert de bevol
king van Goa om de dierbare resten af' te
staan, en dan moet de Paus tusschen beide
komen om een oplossing te verkrügen.
De Portugeezen gingen doe» met het maken
van veroveringen, ze maakten zich van de Mo-
lukken meester, nestelden zich in Ceylon, op
de kust van Coromandel, op de Soenda-eilan-
den, en knoopten handelsrelatiën aan met
China en Japan. Maar geen onderkoning bleek
in staat d'Alboquerque te doen vergeten. Hü
was de avonturier in groot formaat, niet ge
brand door lage begeerten, niet geschonden
door kruidenlers-gedachten. Na hem daalde
langzaam het aanzien der Portugeezen, hun
winzucht werkte grove misbruiken in de hand,
de koloniën waren spoedig voor veel bereke
nende geesten een plaats waar men in den
kortst mogelüken tüd, met de gemakkelükste
middelen, de hoogst mogelüke winsten en ver
mogens gaat verzamelen.
Diep bederf drong in de Portugeesch-Indl-
sche samenleving door en daardoor kregen de
waarlijk weinig minder baatzuchtige Hollan
ders en Engelschen op hun beurt de kanoom
ook een deel van den kolonialen bult ÜhPE-
overen.
Engeland er
Nederland
Indo-Chlna te
Na langdurige onderzoekingen is de poHtte
er in geslaagd de Plovdiv, een geheime com
munistische organisatie, te ontdekken.
Ofschoon de politie echter de pers ontdekte
waarop opruiende communistische pamfletten
werden gedrukt, is zü Ier r“ L.
de drukkers te artestéeren. Wel werden
aan dacht
Oost-Indië.
koloniseeren,
waren de Portugeezen er in geslaagd den weg
naar Azië te vinden om Afrika heen. Bü hen
gingen onze zeevaarders in de leer, bü ben
moesten wü de reisroute achterhalen, bü hen
voor geld en goeie woorden een zeekaart zien
te bemachtigen. Zün de tochten onzer Indlë-
vaarders van belang, uit nationaal oogpunt, be-
De actrice, die bü het schouwburg bezoekend
publiek bekend stond onder den naam Flore
Kennevore, had een gemeubileerde flat ergens
In Kensington gehuurd. Ik bracht haar een
bezoek en nadat ik haar had verteld, waar het
.dm ging, was zü direct bereid haar medewer
king te vejleenen. Ik kon me een paar nachten
athtereen achter een gordün in haar eet
kamer verbergen, in welk appartement zü, over
eenkomstig hetgeen de mannen van mijn
vriend hadden rondverteld, haar juweelen op
borg. Aan mü vertelde ze echter in vertrou
wen. dat de steenen, die ze daar bewaarde.
Imitaties waren en dat ze de echte veilig in een
safe* op haar bank had geborgen!
Drie nachten bracht ik in die eetkamer door.
Ik verveelde me doodelük achter het gordün,
want wat er ook kwam, een dief niet. Den vler-
hacht was tk even Ingedommeld, toen ik
-ibéeks drie uur door een licht geluld ont
waakte. Ik wachtte, terwül iedere zenuw in mij
gespannen was. Ik hoorde sluipende schreden
op de gang en even later het openen van de
deur der eetkamer. Glurend .door een spleet
tusschen de gordijnen, waarachter ik stond, zag
ik, hoe ert een straal licht .gleed langs den muur
tegenover\mü- t
Tenslotte viel'het licht op het schrüfbureau
dat in een boek stond. Ik zag een man er heen
loopen; hü forceerde het-slot op meesterlüke
wyze, zonder ook maar een enkel geluld te ver
oorzaken. Na eenige oogenblikken ha«J hü het
bureau open en doorzocht het. Hü liet alles
liggen zooals het lag en stak alleen een paar
met leer bekleede doosjes in z’n zakken. Toen
sje<A hü het bureau weer en liep op z’n teenen
naar de deur. Daar bleef hü echter even staan,
greep een stoel en wierp dien met een smak
tegen den grond. Daarop wachtte hü nog een
oogenblik en luisterde of het lawaai niet iemand
wakker had gemaaktIk boog me voorover
voor een sprong, schoot uit m’n schuilplaats en
sprong op zün rug. Met een bons viel hü op den
grond en eer hü zich vrü had kunnen worste
len, had ik hem de handboeien aangedaan, die
ik van Kempstone had geleend. Daarna knipte
ik het licht aan en nam mün gevangene eens
op. Het was een klein kereltje.
„Zoo Jantje." begon ik, „dit keer ben je dus
zelf gekomen inplaats van je collega te sturen.”
Hü gromde wat. Ik ging naar het raam en
het politiefluitje nemend, dat mün vriend mü
ook ter leen had gegeven, blies ik het signaal
dat we hadden afgesproken. In een oogwenk
was mijn vriend met z'n mannen in de kamer.
Ook Parry, de specialist in vingerafdrukken
was er bij.
„Goeden avond. Jantje,” zei m’n vriend op
gewekt. Ik had het dus toch wel bü het rechte
eind, al had je nog zooveel alibi's. En," hü
nam pen der handen van den gevangene, onder
zocht den gummi-handschoen, die er aan zat
en wees op mü „deze münheer hier, die je
zoo fün gearresteerd heeft, had het óók bü t
rechte einde. „Ik weet het niet zeker. Parry."
J ff f .9 on dit blad zün ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7CIÏ bü een ongeval met f OEfl bü verlies van een hand f 9C oü verlies van een f Cfl bü een breuk van f Afl L”
Alle GD O tl HP S ongevallen verzekerd voort een der volgende ui tkeerlngen I ÓUUIL” verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen I f jloodelüken afloop J een voet at een oog f IL duim oï wijsvinger <j(z. “been of arm f anderen vinger
.Kun je hem niet in de val laten loopen?"
vroeg ik.
Hü haalde z’n schouders op.
„Daar houden we niet van. En het is ook
niet zoo gemakkelük, omdat Jantje onze man
nen natuurlük allemaal kent. Maar als bil.
voorbeeld,...” I H
Er klonk twüfel in zün i
tering in z’n grijze oogen
hoe graag ik het wilde do<
„Als ik je er. een pleiziei
wel helpen.” zei ik lachen
„Nou. goed dan. Luiste]
komt binnenkort een actrij
logeeren. Er hebben al sc
in fte kranten gestaan ovir haar schitterende
juweelen. Als onze mannen heel voorzichtig
rondvertellen, dat ze geen bescherming van de
politie wil hebben en dat ze haar sieraden ach
teloos opbergt, en als jü dan, die geen contact
met de. politie hebt, je in haar kamer verdekt
wilde opstellen, dan
„In orde." zei ik. „Ik doe het.”
lat zü de indenti-
kénnen, daar deze bü
-droegen.
i plaatsen In Bulgarije
hpi-haaldelük communistische
De communisten hebben na de uitzetting van
de communistische leden uit de Sobranje hun
activiteit verhoogd en hun organisatie ver
beterd.
De autoriteiten vreezen dan ook, dat zü in
den aanstaanden winter gebruik zullen maken
van de algemeene ontevredenheid in Bulgarije
om ernstige onlusten te verwekken.
pëar van ons hebben ook al aan de mogelük-
hetd gedacht, die je daar net opperde. Maar het
kan niet; alles wüst er op, dat er maar één
bü betrokken Is
Ik dacht langen tüd na. Mün vriend
nog steeds zün wandeling door de kamer
Na een minuut of tien ging hü zitten en bleef
zwügen. z
„Zou het niet mogelük zün, dat....” zei ik.
Hü keek me hoopvol aan.
„Vertel eens, wat je denkt."
Ik vertelde wat Ik dacht. De hoopvolle uit
drukking verdween uit z’n oogen. Hü schudde
zün hoofd.
„Dat kan niet,” riep hü uit.
„Dat moet je trtet- zoo gauw zeggen." Het
klinkt een beetje ver gezocht, dat is zoo. maar
ik weiger toch te gelooven, dat het niet zou
kunnen. Weet je misschien ook, wat die lui.
die jullie nu als Inbrekers kennen, van hun vak
waren vóór ze gingen stelen?”
„Dat zou Ik wel kunnen nazien jn onze re
gisters.”
Tot mün genoegen bemerkte ik. dat mün
vriend, ofschoon hü nog niet bepaald enthou
siast was. toch In ieder geval Iets ging voelen
voor mün veronderstelling.
„Vtyi Jantje weet ik het wel. Hü was graveür.
Toen J1Ü ben eersten keer met de politie In
aanraking kwam, wps het voor chantage; hü
kreeg drie jaar en is toen van kwaad tot erger
vervallen. .JAn vriend keek me nadenkend aan.
„Maar zelfs, al hak! Je gelük, Johnnie, dan zie
Ik nog niet In. hoe we het moeten bewüzen.
Hü zou op heeterdaad moeten worden betrapt.”
De coroner gaf haar het wapen. Indien hü
het meisje had willen doen schrikken, dan was
van
de revolver week zü vlug achteruit en een uit
roep van afschuw, dien zü oogenblikkelük on
derdrukte, ontsnapte aan haar lippen.
„O! Neen! Neen!" kreunde zü. terwül zü
de handen afwerend uitstak.
„Ik sta er op. dat u het wapen bekükt.’’ ver
volgde de coroner, „daarstraks, toen men het
gevonden heeft, waren alle kamers geladen.”
Bü het hooren van die woorden verdween de
angstige trek van haar gelaat.
„O, dan...."
Zü maakte den zin niet af. maar stak haar
hand uit. om het wapen te pakken. Maar de co-
trLUSTER EETtj)
M FTÏri-5 IK 2EG JE.
I DAT HET IN DAT I
“OUDE HUI65POOKT1
DE OUDE 5AM EN
BIJNA IEDEREEN/
ZEGGEN HET.
^Hebt u er den sleutel afgehaald?"
„Neen, münheer."
„Misschien hebt u wel bemerkt juffrouw Lea
venworth, dat de revolver voor u op de tafel
ligt. Wilt u haar eens beküken?” e
torüen, zü begonnen diplomatieke weefsels te
‘spinnen met de vele kleine en groote bazen in
het land van de zon en den olifant. En die on
derkoning? Romantiek en tragiek lag voor
lederen burger op het levenspad als hü het in
die dagen waagde naar verre landen te reizen.
Almeida verloor zün zoon In den strjjfl, zelf viel
hü op den terugtocht naar Portugal in handen
van een bende Hottentotten.
Wü noemen J. P. Coen terecht den grond
vester van het Nederlandsch gezag in Insulin-
dgi Dezelfde' functie heeft Alfons d’Alboquerque
voor de Portugeezen bekleed. Geoefend In de
practük dooi jarenlangen dienst, was zün eer
ste groote daad het breken van den Invloed;
door den Shah van Perzië in Indië uitgeoefend.
Hü dwong door de verovering van het eiland
Qrmus den daar zetelenden heerscher schat-
ig te betalen. Doch Oostersche list en trou-
Joosheid van eigen bevelhebbers maakten dit
eerste voordeel weer spoedig ongedaan. Nu
zwoer hü Ormus te onderwerpen en niet eerder
zou hü naar den coiffeur gaan om zich te laten
scheren. Zün baard had den tüd te groeien,
want Alboquerque kreeg eegst heel wat ander
werk te verrichten. Hü stichtte, door verove
ring, een regeeringscentrum te Goa. van waar
uit het Portugeesch gezag zich steeds meer over
Indië zou verspreiden (1510). Het jaar daarop
viel Malakka in zün handen, waar de vorsten
uit Siam, Java en Sumatra hem hun gezanten
zonden. Hü was de sterke man; door hem dong
het Oosten naar de vriendschap van den Por-
tugeeschen koning.
Nog altüd groeide welig de baard op Albo-
querque's gezicht, zün eed moest hü nog ge
stand doen, Ormus moest nog worden veroverd.
Want die baard werd lastig, was meer dan een
halven meter lang geworden, hü hing tot over
zün gordel. De koning van Ormus voelde zich
sterk achter zün vestingen, gesteund door de
Perzen, gesteund ook door de Veuetianen, die
van de Portugeezen in Indië alleen armer kon
den worden. Maar zün woord hield hü. Ormus
capituleerde. Alboquerque kon zich weer rustig
scheren. Het was zün laatste succes. Zün roem
kende geen grenzen meer, en dat is ongelukkig,
want dan komt er een heel venünige worm
knagen aan het hart van een koning. Dan
fluisteren talloos veel'benüders, die den zenuw
trek op het gezicht van den vorst zien en be-
grüpen, als Ajboquerque ter sprake komt, aan
een lulstergraag oor, hoe hoog Zijn, Excellentie
de onderkoning ^ordt -geëerd. „Zelfs uit Abes-
slnlë is een schitterend gezantschap naar Goa
gekomen, niet naar Lissabon, om wel den on
derkoning, niet den koning zelf, kostbare ge
schenken aan te bieden.”
„Dit is de laatste brief. Segnor! dien ik aan
uw hoogheid, onder doodelüke stuiptrekkingen,
schrüf. Zoo vele heb 4k' er u geschreven met
een vroolük hart, telkens als het geluk met mü
was om u diensten te bewüzen. Ik neb in dit
land een zoon; Bias d’Alboquerque. Ik smeek
uw hoogheid hem de vruchten van züns vaders
verdiensten niet te onthouden. Wat Indië be
treft, dat zal voor zich zelf en voor mü ge
tuigen.”
Romantiek en tragiek. De onderkoning van
Indië, op weg naar het moederland, stervend
in angst voor het lof van zün Jongen. De
koning, bewust of onbewust, benoemde tot zün
opvolgers twee menschen, door d’Alboquerque
eertüds wegens misdaden de kolonie uitgezon
den. Zü komen terug, hun lavenstaak, hun-
wraak, is gelukt, zü zullen hun ouden bevel
hebber vervangen, zü verschünen voor hem
met hun aanstelling in den zak. Arm Indië,
zucht d'Alboquerque, arme koning, arm Por-V
tugal!
Ja, maar ook: -arme kerel van een d’Altayc
querque. Wat een leed moet zün ziel hebben
geschroeid, toen hü daar lag te sterven op dat
schip in de haven van Goa!
Het was den 16eh Sept., toen een der edel
ste en onbaatzuchtlgste van Portugals zonen
stierf. Hü was niet alleen de vechtjas zohdïr
meer, hü was de vader züner soldaten, die heni
betreurden als een zorgzaam aanvoerder. Hü
was de vriend der burgers van de door hem
bedwongen en veroverde steden, door te zorgen
voor een goede politie, een goede wetgeving,
een menschelüke behandeling, een üverige
schaar missionarissen. Vele jaren na zün dood,
als in het moederland het leven van dezen held
algemeen bekend wordt, dan wil men tenminste
hem verliet. Uw deur stond open, u moet dus
gehoord hebben of er iemand naar hem toe is
gegaan, of men geschoten heeft. Nu. hebt u iets
gehoord?"
„Neen, münheer, niets."
„Neem mü niet kwalük, dat Ik zoo aandring,
juffrouw Leavenworth. Nog eens, hebt u werke-
lük niets gehoord?"
,4a.... ik hoorde een deur sluiten.”
„Welke deur?”
„De deur van de studeerkamer."
„Wanneer was dat?”
„Dat wéét Ik niet..,. Maar waarom stelt u
toch al die vragen?” klaagde zü handenwrin
gend.
Ik sprong op, want zü wankelde. Maar voor
ik haar te hulp kon komen, had zü zich her
steld en haar gewone houding aangenomen.
„Neom mü niet kwalük,” sprak zü. „Ik ben
vanochtend müzelf niet,. Wat vroeg u ook
weer?"
„Ik vroeg u,” antwoordde de coroner scherp
want Eleonore's gedrag wekte zün wantrou
wen op „hoe laat u de deur van de studeer
kamer hoorde sluiten.”
„Ik kan u niet precies zeggen hoe laat het
was. Münheer Harwell was pas boven en mün
deur stond nog open."
„En hebt u geen schot gehoord?"
„Neen, münheer."
De coroner keek de gezworenen aan, die
oogenblikkelük de oogen neersloegen.
heeft ons verteld
uw kamer een geneesmiddel kwam halen. Hebt
u haar gezien?”
„Neen, münheer.”
„Wanneer vernam u haar zonderlinge ver*
dwünlng?”
„Vanochtend, vóór het ontbüt, ontmoette flt
Molly In de hall. Zij vroeg mü hoe het met Han
nah ging. Dit vond Ik een vreemde vraag en ik
vroeg, wat zü meende. Uit wat Ik toen vernam,
begreep ik, dat het meisje weg was.”
~,Wat besloot u hieruit?”
„Ik wist niet, wat Ik er van denken moest"
FT^oen Ik de vorige week op een avond bü
mün vrlencj inspecteur Kempstone op Be-
zoek kwam, zat hü aan de tafel, waarop
een aantal voorwerpen lagen, dle hü bezig was
door middel van een sterk vergrootglas te on
derzoeken.
„Bonsoir, ouwe jongen,” zei ik
„Welke moellükheden houden Je
bezig?”
Hü keek me peinzend aan.
„Een erg ingewikkeld geval, Johnnie. Veel te
ingewikkeld voor Jou Ga Jü maar naar huls en
ga daar puzzles en kruisraadsels oplossen.”
Ik antwoordde niet en keek naar de voor
werpen die hü bezig was te onderzoeken. Het
was een zonderlinge collectie: een zilveren si
garettendoos, een dameshaarborstcl van schild
pad, een wünglas en een klein bronzen beeldje.
Op alle voorwerpen zat een duri laagje vettige
stof. Mün vriend wierp mü een steelschen blik
toe.
Parry, onze specialiteit In vingerafdrukken,”
zoo begon hü. „beweert, dat al dezJ*afdrukken
door één en dezelfde persoon zün gemaakt."
„En ben je het daar niet mee eens?" vroeg ik.
„Neen, Johnnie, en wat meer zegt: ik wil
het er niet mee eens zün. Het is onmogelük,
dat een en dezelfde man al die afdrukken heeft
gemaakt."
Ik zweeg geduldig, terwül hü me grünzend
aankeek. Na een poosje zei hü:
.Luister nu eens goed en geef me dan eens
je meenlng over dit geval.”
Hü nam de sigarettendoos van de tafel.
„Voorwerp 1,” lachte hü- „Betreft dtn dia-
manten-dlefstal van Culverstone. Je weet er
van?"
„Het leek heel eenvoudig,” vervolgde hü. zon
der mün antwoord af te wachten; „de diaman
ten kroon van lady Culverstone werd uit de
safe gestolen, die zich fh de bibliotheek bevindt
van lord Culvsrstone's villa in partwood. We
stelden een onderzoek ter plaatse tn en meen
den, dat we den dader aan zün manier van
werken kenden. Ik heb Je vroeger al eens ver
teld, dat iedere njlsdadlger zün eigen, speciale
manier van werken heeft: h$f zet er z’n stempel
op, om het zoo eenss te zeggen en dat wel op
een wüze, die even duidelük is alsof hü z’n
visitekaartje had achtergelaten. Neem nu dat
geval eens. Er zün diamanten gestolen; niets
anders. We kennen verscheidene Jongens van
de vlakte, die alleen maar hun slag met dia
manten slaan. De diefstal werd bedreven om
drie uur des nachts; we weten dat, omdat men
toen leven heeft gehoord. De dief is binnenge
komen door een raam in de provisiekamer. Al
les werd heel keurig gedaan en alles wees er on
dat „Jantje mét het handje” het gedaan moest
hbben. Er was echter één moellükheld Zooals
Ik Je al heb gezegd, is er leven gehoord; de in
breker heeft een stoel omgegooid en de huis
knecht. die haar beneden was gegaan, kwam
nog Juist bütüds om de schim te zien van een
man. die door het raam van de provisiekamer
verdween. Hü kon hem niet grüpen. maar toch
tamelük goed opnemen en hü beweert positief
dat het een groote kerel was. En „JaptJe
met het handje” is klein.
Natuurlük hebben we toch een paar man
netjes naar hem toegestuurd, om hem te halen
en hem rekening en verantwoording te laten
afleggen van zün doen en laten dien nacht. Hü
gaf die verantwoording; hü had een schitterend
alibi, dat met geen mogelükheid uit elkaar te
krügen was.
„En toen kwam die kwestie van die sigaret
tendoos. De huisknecht van lord Culverstone
beweert, dat die niet meer op de plaats stond
waar hü ze des avonds had neergezet en dat
er sigaretten uit gebaald waren. Dat is ook echt
iets voor „Jantje” om zoo iets te doen. En op
de doos waren vingerafdrukken. Hetgeen
vreemd- Is, omdat Jantje altüd rubberhand-
schoenen draagt. We vroegen Parry ze te on
derzoeken; de afdrukken waren van geen be
kende! En ook «liet van iemand van lord Cul
verstone’s familie of personeel We hebben ons
gek ‘geprakkiseerd, wie het gedaan kan hebben,
maar we weten het niet.
Mün vriend legde de slgaretten-doos neer
en nam den haarborstel op.
„Voorwerp 2. Het geval Thanet. Weer dia
manten. Die van mevrouw Thanet, een Amerl-
kaansche. Ze zün gestolen uit haar f^t te Ken
sington, ongeveer vier uur des morgens. Entree:
deze zelfs oènkeek; en dit is gebeurd, zooals
blükt uit de verklaring van den dokter."
Iedereen keek naar Eleonore en, verwachtte
haar te zien schrikken. Maar het was Mary,
die haar verontwaardiging toonde. Zü sprong
op en wierp een boozen blik om zich heen. Zü
opende de lippen om té spreken. Maar Eleonore
maande haar door een beweging tot kalmte aan
en antwoordde langzaam en koel:
.Lent u er zeker van, dat alles zoo gegaan is?
Indien mün oom gisteren de revolver had afge
schoten hetgeen heel goed mogelük is zou
men dan niet dezelfde resultaten gekregen heb
ben en zou u er dan niet dezelfde conclusies uit
getrokken hebben?”
.Juffrouw Leavenworth,” vervolgde de coro
ner, „men heeft den kogel uit het hoofd van uw
oom verwüderd en hü was volkomen gelük aan
de patronen waarmee de revolver geladen was.”
Eleonore verborg het'hoofd in de handen; zü
leek ontmoedigd en ter neer geslgen. Toen de
coroner dit zag. werd hü nog strenger en zei:
.Juffrouw Leavenworth, ik heb u verschillen
de vragen te stellen over den afgeloopen nacht.
Waar was u gisterenavond?"
,Jk was alleen op mün eigen kamer."
„Toch hebt u uw oom en uw nicht nog ge
zien?"
„Neen, münheer; na het diner heb ik nie
mand meer gezien behalve Thomas,” voegde zü
er na een korte pauze aan toe.
..Wat kwam hü bü u doen?”
het raam van de badkamer. Alles heel netjes
gedaan; geen rommel. We dachten ook hlët
direct aqn Jantje. Maar er waren twee dingen,
die eigenlük niet van hém konden zün: de af
drukken op den haarborstel en het gestommel,
waardoor de nachtportier van de flat gelegen
heid kreeg hem nog even te zien, toen hü weer
door t raam verdween. En dit keer was het
geen groote man, Johnnie, maar iemand van
de grootte van Jantje zelf. Maar die vinger
afdrukken op den borstel waren, zooals ik al
zet. niet van hem. Maar wel waren ze precies
gelük aan die, welke we op de sigarettendoos
hebben gevonden! Dus gelük aan de vinger
afdrukken van den grooten man die lady Cul-
verton's diamanten kroon stal.
Daar stonden we weer voor een onoplosbaar
raadsel. Jantje had een prachtig alibi en onze
verdenking tegen hem werd zwakker. We had
den absoluut geen bewüzen.
.Die twee andere dingen hier” mün vriend
^•••••attsit«iitia>sasaMsss«asat(aisa»saiis(aasMsi>a
■aaasaaaaaaaaaaaatasaaataaaaaataetnaaaaaaaaatsaaaaaaa
de hoofdzaken zün, dat beide inbraken
op precies dezelfde" wüze geschiedden, dat bü
belde precies dezelfde vingerafdrukken werden
gevonden en dat bü beide gevallen de dader
óók gezien is, toen hü vertrok. Maar in t eene
geval was hü groot, in 1 andere klein!”
Mün vriend zweeg en keek nadenkend voor
zich uit.
.•Pgrry zal Je vertellen, Johnny,” vervolgde
hü, „dat vingerafdrukken onweerlegbare ge
tuigen zün. Er worden op de heele wereld geen
menschen gevonden, die dezelfde afdrukken
hebben. Als wü de afdrukken van iemands vin
gers in ons archief hebben en hü is zoo zorge
loos om ze op een of ander voorwerp achter ie
laten? Dit is een geval, waarbü het feit, (Jat
geen twee menschen dezelfde vingerafdrukken
hebben, eer een hinderpaal dan een hulp
vormt!"
Ik stak een sigaret op.
.Het lijkt me nogal eenvoudig." zei
„Klaarblükelük zün de vingerafdrukken opzet-
telük achtergelaten en in beide gevallen beeft
de dader zich eveneens opzettelük laten zien
om je speurders op een dwaalspoort te brengen.
Er zün twee kerels, die inbreken; één laat de
afdrukken achter en laat zich soms ook zien,
terwül bü andare gelegenheden, de»ander zich
laat zien....”
Kempstone stond op en begon de kamer op
en neer te loopen. „Inderdaad.” begon hü. „een
„Mag ik n den naam van dien heer vragen?"
„Op het kaartje stond den naam Le Roy
Robbins."
Het voorval was van weinig beteekenis; een
schok van mün buurvrouw evenwel prentte het
in mün geheugen.”
.Hebt u de gewoonte uw deur te laten open
staan, als u op uw kamer bent?”
„Neen, mnüheer, dat is mjjn gewoonte niet.”
„Waarom stond zü dan gisteren open?"
„Omdat ik het warm had.”
„Is dat de eenige reden?"
,Ja."
„Wanneer fiëbt u haar weer gesloten?”
„Toen ik naar bed ging.”
„Voor- of nadat de,bedienden naar boven
waren gegaan?"
„Daarna."
„Hoorde u münheer Harwell naar zün kamer
gaan, nadat hü uw oom verlaten had?"
jJa, münheer."
.Hoe lang hebt u daarna uw deur nog open
gelaten?"
„Ik.... eh.... een paar minuten,... Ik weet
het werkelük niet," voegde zü er aan toe, vol
komen. in de war.
„U weet het nleW? Hml Langer dan tien mi
nuten?”
Ja.
.Langer dan twintig?”
„Misschien wet"
Zü was bleek en beefde.
JA.IULKE PEU-
TERÓ LOOPEN 6?
ALTÜD IH.
iHUIö 15
T)AT IS KOSTE
LIJK.' 2E HEB-
BEN JE VOOR DEUR
GEK GEHOUDEN/^