m4aal uan Avonturiers in groot formaat dendaq I 1 DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS DE SCH00NE STOET DE TOCHTEN VAN VASCÖ DE GAMA De ongeloovigen 1 DINSDAG 19 SEPTEMBER I J d’Alboquerque’» werk I Een boerderij cadeau! i DOOR ANNA IC GREEN HET GEVAL LEAVENWORTH Een concentratiekamp opgeheven Geheime organisaties in Bulgarije De moeizame reizen der Portugee- eche zeevaarder» hebben voor^ Europa den weg gebaand naar vreemde landen V AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL II 10 I De vinger- afdrukken i - Fha.' HA 'amhiE gelooft IN SPOKEN ZE j BEWEERT DATf DIT OUDE HUI61 EEN ‘SPOOK-/ ^zoo, denk je dat<> nu,^ AZ.5 JE dan 200 ERG DAP PER BENT DAN MOET JE OP EEN AVOND MAAPEEN5 NAAR DAT HUI5 GAAN. r iK WED, DAT JE EP WEER OP Y EEN DRAFJE ZOU UIT LOO- I PE N A j r 3 tl s 3 C nlHmillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlIlllllllllllllllllllllllllllllllllllrë Ik. bü verlies v»n "n I i hü er volkomen In geslaagd. Bü het tien Leaven- I De paardjes, die trapp’len In blijde candans Het rhythme der zonnige stoete Maar schooner cadans is Het hart’lijk hoera Om onze Vorstin te begroeten! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Met een spr< Want een En naar u*j den omsti In. mee doe, wil Ik je ang vóór dat Britsch-Indië, Frankrijk er er aan in de ka- t iedereen zette voort. Hier in de stad uit Zuid-Amerika >sationeel% verhalen ik Dl Bi de sti lei de ag. dat Gryce Kooelde, het- Mdknlkje dat «11 Pi Ft vo de arl Pli tai 3 de vai W ,,hj In pej iet In dal wo vre en ▼in Ma ▼er !s te sta; is c dig gek ▼au gen wet Dili een E hee ons son In te t geci dee! niet ik kun er bew de «xiji ach cent het peet D jont nig zijn W van; vore en I zijn om. oud war Wk om dadi han Volli D J Vanf zam niet voor delij Dl Wool won geve der te d „1 „E „V alist ,X over wij meei gen hon< D< kens besti vans ten. zegg een van zich tide beeli zaal schr staa neer de b wiss ren pollt nedt fen. Er „Kwam het idee van verraad niet bü u op?" .Heen, mijnheer.” Een concentratie-kamp te Bremen is gesloten en_.de meeste gedetineerden zullen op een schip worden' gebracht, dat daartoe is ingericht, en dat dicht bü de plaats is gemeerd, waar de ge vangenen moeten werken. De gevaarlüke gevangenen en de felle antt- Httlerianen zullen in een oud fort buiten Bre men worden opgesloten. sfiutiii. Heden waait alweer de driekleur, Als een uiting van gezag. Heden is het toch voor Neerland Méér dan een gewone dag! 1 Want vandaag glanst onze Hofstad Zeer in uiterltjke praal; 't Is de opening der Kamers Van de Staten Generaal! Langs een haag van vele menschen. Door een deining van hoera's. Wordt de gouden koets getrokken, oqkjesachtig waas, fnte Koninginne, Jsheict én naar stand. Rijdt op koninklijke wijze. Met den scheptgr-jln de hand!. En een stoet van hovelingen, Goud behagen en betrest, Pluimboswuivend, sabelglanzend. En in houding op z’n best. Volgt weer onze Koninginne, Met prinsesje en gemaal. Naar de opening der Kamers Van de Staten Generaal! maar de schit- led, dat hü zag. mnistische j nog T"let 'n geslaagd, - ver scheidene verdachte communisten gearresteerd, doch deze hebben gezworen J~ - teit van de drukkers niét het werk altüd maskers/ In verscheidene and/re werden communistische organisaties ontdekt" in Sofia hebben -- - onlusten plaats. opgewekt, nu weer Een melkboer te Gross-Luebers in Saksen heeft van Adolf Hitler een boerderü met 50 H.A. land gekregen, daar hü aan Hitler een foto had gezonden van zichzelf en negen züner zoons, allen gekleed in het Nazi-uniform. De melkboer was sedert begin 1931 lid van de N.%D.A.P. De boerderü was door den eigenaar ter beschikking van Hitler gesteld, met "verzoek haar aan een oud partijlied te schenken. langrüker waren de tochten der Portugeezen, aan wie de eer toékomt voor Europa den weg te hebben gebaand. De rü der alles-durvende kerels, die met een büna zekeren dood voor oogen in weinig ver trouwenwekkende scheepjes stapteh, om naar onbekende landen te varen, werd geopend door Bartholomeus Dias. Wel kwam hü niet heele- maal in Indië aan, maar voorbü Kaap de Goede Hoop kwam 'hü wel, en dit reeds was voor koning Jan II van Portugal genoeg om den eerstgekozen naam „Cabo Formemozo” (Stormachtige Kaap) te veranderen in „Cabo bona Esperanza”. In 1497 gaat Vasco de Gama op weg, om den tocht van Dias, van 1486, met hoop op meer succes te beproeven. Uit onkunde van hetgeen op zee te wachten ia, gaat Vasco met zün gezellen op reis in het ongeschiktste jaargetü. Maanden dobberen ze op dten oceaan rond, om eindelijk-nTB^3fagen van gierenden storm zonder einde, na volkomen windstilte, na verzengende hitte, in November om de kaap heen, koers te zetten naar Mozam bique. Van daaruit ging het naar de kust van Malabar, waar in Mei 1498 de haven van Cali- coet werd bereikt. Op zün weg vond Vasco jie Gama overal een vergevorderde beschaving, cn het contact, dat de Mohammedanen van Egypte en Perzië uit met Indië hadden, was niet ge ring. Maar de zee-route was nu voor goed een feit geworden, Europa kon beginnen met zich .van koloniën te voorzien. Het gelukte Vasco de Gama niet reeds op de eerste reis een nederzetting te vestigen, zijn vier kleine scheepjes waren niet genoeg voor zien van het noodlge, terwül al ^Irect de ach terdocht en naüver der Mohammedanen hem parten speelde bü den vorst van Malabar. In Augustus 1499, dus meer dan twee Jaar na het vertrek, was onze ontdekker tqrug in Por tugal Nu zond de regeering eskader op eskader uit om te beproeven vasten grond te krygen in Indië en handelsrelatiën te vestigen. Pcdro Cabral vertrok in Maart 1500 met 13 schepen, hield te veel westelijk aan, ontdekte per onge luk Brazilië, plantte er de Portugeesche vlag, ging daarop verder, om in Malabar te landen. Opnieuw zaten hier de Mohammedanen den Por tugeezen in het vaarwater, er - kwam herrie, men beschoot Callcoet. en kreeg een heel rijke lading peper en gember mee naar huis van eenige andere vorsten, naüverig op den vorst van Malabar. In 1502 was Vasco de Gama klaar voor een tweede expeditie, die echter weer spoedig te rug kwam met een enormen voorraad spece- rüen, goud, paarlen en edelsteenen, geroofd van een Saraceensche vloot. Ook de Portugeezen hebben Piet Heins in de familie gehad. Nog voor dat de Gama terug was, gingen er weer drie andere eskaders op weg, en het eerste trof het geweldig. De vorst van Malabar had dien van Cochin verdreven om zün sympa thieën voor de Portugeezen en toen dezen dan ook van die situatie kennis kregen, herstelden ze hem in zün vroegere positie. Uit dankbaar heid mochten de beschermers een sterkte aan leggen, en zoo kregen de Portugeezen hun eer ste stad in Indië: Santiago. Hier bleef nu, bü de afvaart der vloot, Eduard Pereira met drie schepen en honderd soldaten achter. Wat de wanhoop vermag, als het den mensch om zün leven gaat, grenst aan het ongeloofe- lüke. Fantasie hjkt het, dat 40.000 soldaten niet in staat zouden „zijn om een troepje van een paar honderd man onder den voet te loopen. Fantasie lükt het, dat de vorst van Malabar, na 18.000 man verloren te hebben, den» strijd zes maanden ziet gerekt en dan gedwongen is ■chandelük af te trekken. Maar de historie wemelt van fantastische verhalen en ze zün werkelükheid. Treft men geen gitzwarte voor beelden aan van wankele vorstengunst en mis- selijjce ondankbaarheid? Stierf Columbus niet in armoe? Is Balboa niet afgemaakt? Werd Cortez niet in vergetelheid gestort nadat hü Mexico had veroverd? Ook Pereira trof dit lot. Intriges brachten hem in den kerker, men sprak niet meer over den held van Santiago, die eens met onbeschrüfelük enthousiasme door Lissa bons straten trok, om de hulde van een volk en een koning voor dapperheid en eenvoud in ontvangst te nemen. Niet hü werd de eerste onderkoning van Indië, daarvoor kwam een gunsteling van den koning, Frans van Almeida, in aanmerking. Deze onderkoning en zün zoon hebben op hun beurt hetzelfde instrument van onversaagden moed bespeeld. Zü begonnen de kusten te blokkeeren met sterkbewapende fac- maakt, vergat de kamer." Zü zei niets; er kwam alleen egn uitdrukking van diepe wanhoop op haar gezicht; het leek alsof zü ineen zou storten. Oogenblikkelük ech ter kwam de reactie; met een weergalooze waar digheid riep zü uit: „Nu, en verder?" De coroner legde de revolver weer op tafel. De aanwezigen keken elkaar aan; iedereen leek bang om verder te gaan. Naast mü hoorde ik een onderdrukt gesteun. Mary Leavenworth, die plotseling zeer rood geworden was, verloor haar nicht niet uit het oog. Zü begon er zich blük- baar rekenschap van te geven, dat nog anderen behalve zü. iets onverklaarbaars vonden aan die vrouw. Toen vermande de coroner zich en ver volgde: „Juffrouw Leavenworth, u vroeg mü„en ver der.” Uw vraag noodzaakt mü te zeggen, dat geen enkele inbreker of gehuurde moordenaar de moeite genomen zou hebben om deze revol ver schoon te maken en nog minder, om haar opnieuw te laden en haar weer in de la te leg gen. waaruit hü haar genomen h Zü antwoordde niets, maar ik een aanteekening in zün boekje 1 geen vergezeld ging van het h' hem eigen was. „Niet iedereen," voegde de c toe, „kon zoo maar komen en g mer van münheer Leavenworth. ging hü voort; zich tot dezen wendend, „maar ik geloof, dat als je deze handschoenen met je prachtige vergrootglazen en andere Instrumen ten nauwkeurig onderzoekt, je zult ontdekken, dat de toppen er van bedekt zün met vinger afdrukken. niet van .Jantje”, maar van iemand anders, dien we niet kennendezelfde afdruk ken, die we hebben gevonden op de voorwer pen, welke we hebben meegenomen uit de hui zen, waar den laatsten tüd werd ingebroken. En ik ben er nü zeker van. dat we ook gauw genoeg z'n collega zullen vinden, met wien hü afwisselend werkt. Dat kan niemand anders zün dan .Lange Heintje”...." En zoo was bet ook. Ik BEN Daar ge - 1 F WEEöT MAAR DAAR KOMEN JU|£T JANTJE EN JOOP MICftRlOGE AAN. LATEN WC- OlE x| J0NGELULEEN5 VRA GEN EN N00PEN WAT .ZE ZEGGEN ^KCM.WAT rW|L JE ME NU IWIJ-b MAKEN? IWEET JE DAN 'NIET, DAT ER GEEN GEE6TEN EN 6P0K.EN 7 ZIJN? wees op de voor werpen op tafel „zün afkom stig van 'dergelü- ke gevallen. Ook van recenten da tum. Détails ko men er niet op aan: „Bracht u dit feit niet in verband met den moord op uw oom?” „Toen wist ik immers nog niet, dat hü rer» moord was.” „En later?” „Toen dacht ik natuurlük wel, dat Hannah meer zou weten.” „Kunt u ons iets vertellen over Hannah’s ver leden?" „Niet meer, dan mün nicht u reeds vertelde. „Waarom was zü ’s nachts zoo droevig?” Eleonore werd rood van woede: was het om den toon waarop deze vraag gesteld werd of om de vraag zelf? „Hannah nam mü op dat punt niet in haat vertrouwen,” antwoordde zü- „U kunt ons ook niet zeggen waar zü heen is gegaan?" zün overblüfselen eeren door een waardige laatste rustplaats. Maar dan weigert de bevol king van Goa om de dierbare resten af' te staan, en dan moet de Paus tusschen beide komen om een oplossing te verkrügen. De Portugeezen gingen doe» met het maken van veroveringen, ze maakten zich van de Mo- lukken meester, nestelden zich in Ceylon, op de kust van Coromandel, op de Soenda-eilan- den, en knoopten handelsrelatiën aan met China en Japan. Maar geen onderkoning bleek in staat d'Alboquerque te doen vergeten. Hü was de avonturier in groot formaat, niet ge brand door lage begeerten, niet geschonden door kruidenlers-gedachten. Na hem daalde langzaam het aanzien der Portugeezen, hun winzucht werkte grove misbruiken in de hand, de koloniën waren spoedig voor veel bereke nende geesten een plaats waar men in den kortst mogelüken tüd, met de gemakkelükste middelen, de hoogst mogelüke winsten en ver mogens gaat verzamelen. Diep bederf drong in de Portugeesch-Indl- sche samenleving door en daardoor kregen de waarlijk weinig minder baatzuchtige Hollan ders en Engelschen op hun beurt de kanoom ook een deel van den kolonialen bult ÜhPE- overen. Engeland er Nederland Indo-Chlna te Na langdurige onderzoekingen is de poHtte er in geslaagd de Plovdiv, een geheime com munistische organisatie, te ontdekken. Ofschoon de politie echter de pers ontdekte waarop opruiende communistische pamfletten werden gedrukt, is zü Ier r“ L. de drukkers te artestéeren. Wel werden aan dacht Oost-Indië. koloniseeren, waren de Portugeezen er in geslaagd den weg naar Azië te vinden om Afrika heen. Bü hen gingen onze zeevaarders in de leer, bü ben moesten wü de reisroute achterhalen, bü hen voor geld en goeie woorden een zeekaart zien te bemachtigen. Zün de tochten onzer Indlë- vaarders van belang, uit nationaal oogpunt, be- De actrice, die bü het schouwburg bezoekend publiek bekend stond onder den naam Flore Kennevore, had een gemeubileerde flat ergens In Kensington gehuurd. Ik bracht haar een bezoek en nadat ik haar had verteld, waar het .dm ging, was zü direct bereid haar medewer king te vejleenen. Ik kon me een paar nachten athtereen achter een gordün in haar eet kamer verbergen, in welk appartement zü, over eenkomstig hetgeen de mannen van mijn vriend hadden rondverteld, haar juweelen op borg. Aan mü vertelde ze echter in vertrou wen. dat de steenen, die ze daar bewaarde. Imitaties waren en dat ze de echte veilig in een safe* op haar bank had geborgen! Drie nachten bracht ik in die eetkamer door. Ik verveelde me doodelük achter het gordün, want wat er ook kwam, een dief niet. Den vler- hacht was tk even Ingedommeld, toen ik -ibéeks drie uur door een licht geluld ont waakte. Ik wachtte, terwül iedere zenuw in mij gespannen was. Ik hoorde sluipende schreden op de gang en even later het openen van de deur der eetkamer. Glurend .door een spleet tusschen de gordijnen, waarachter ik stond, zag ik, hoe ert een straal licht .gleed langs den muur tegenover\mü- t Tenslotte viel'het licht op het schrüfbureau dat in een boek stond. Ik zag een man er heen loopen; hü forceerde het-slot op meesterlüke wyze, zonder ook maar een enkel geluld te ver oorzaken. Na eenige oogenblikken ha«J hü het bureau open en doorzocht het. Hü liet alles liggen zooals het lag en stak alleen een paar met leer bekleede doosjes in z’n zakken. Toen sje<A hü het bureau weer en liep op z’n teenen naar de deur. Daar bleef hü echter even staan, greep een stoel en wierp dien met een smak tegen den grond. Daarop wachtte hü nog een oogenblik en luisterde of het lawaai niet iemand wakker had gemaaktIk boog me voorover voor een sprong, schoot uit m’n schuilplaats en sprong op zün rug. Met een bons viel hü op den grond en eer hü zich vrü had kunnen worste len, had ik hem de handboeien aangedaan, die ik van Kempstone had geleend. Daarna knipte ik het licht aan en nam mün gevangene eens op. Het was een klein kereltje. „Zoo Jantje." begon ik, „dit keer ben je dus zelf gekomen inplaats van je collega te sturen.” Hü gromde wat. Ik ging naar het raam en het politiefluitje nemend, dat mün vriend mü ook ter leen had gegeven, blies ik het signaal dat we hadden afgesproken. In een oogwenk was mijn vriend met z'n mannen in de kamer. Ook Parry, de specialist in vingerafdrukken was er bij. „Goeden avond. Jantje,” zei m’n vriend op gewekt. Ik had het dus toch wel bü het rechte eind, al had je nog zooveel alibi's. En," hü nam pen der handen van den gevangene, onder zocht den gummi-handschoen, die er aan zat en wees op mü „deze münheer hier, die je zoo fün gearresteerd heeft, had het óók bü t rechte einde. „Ik weet het niet zeker. Parry." J ff f .9 on dit blad zün ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7CIÏ bü een ongeval met f OEfl bü verlies van een hand f 9C oü verlies van een f Cfl bü een breuk van f Afl L” Alle GD O tl HP S ongevallen verzekerd voort een der volgende ui tkeerlngen I ÓUUIL” verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen I f jloodelüken afloop J een voet at een oog f IL duim oï wijsvinger <j(z. “been of arm f anderen vinger .Kun je hem niet in de val laten loopen?" vroeg ik. Hü haalde z’n schouders op. „Daar houden we niet van. En het is ook niet zoo gemakkelük, omdat Jantje onze man nen natuurlük allemaal kent. Maar als bil. voorbeeld,...” I H Er klonk twüfel in zün i tering in z’n grijze oogen hoe graag ik het wilde do< „Als ik je er. een pleiziei wel helpen.” zei ik lachen „Nou. goed dan. Luiste] komt binnenkort een actrij logeeren. Er hebben al sc in fte kranten gestaan ovir haar schitterende juweelen. Als onze mannen heel voorzichtig rondvertellen, dat ze geen bescherming van de politie wil hebben en dat ze haar sieraden ach teloos opbergt, en als jü dan, die geen contact met de. politie hebt, je in haar kamer verdekt wilde opstellen, dan „In orde." zei ik. „Ik doe het.” lat zü de indenti- kénnen, daar deze bü -droegen. i plaatsen In Bulgarije hpi-haaldelük communistische De communisten hebben na de uitzetting van de communistische leden uit de Sobranje hun activiteit verhoogd en hun organisatie ver beterd. De autoriteiten vreezen dan ook, dat zü in den aanstaanden winter gebruik zullen maken van de algemeene ontevredenheid in Bulgarije om ernstige onlusten te verwekken. pëar van ons hebben ook al aan de mogelük- hetd gedacht, die je daar net opperde. Maar het kan niet; alles wüst er op, dat er maar één bü betrokken Is Ik dacht langen tüd na. Mün vriend nog steeds zün wandeling door de kamer Na een minuut of tien ging hü zitten en bleef zwügen. z „Zou het niet mogelük zün, dat....” zei ik. Hü keek me hoopvol aan. „Vertel eens, wat je denkt." Ik vertelde wat Ik dacht. De hoopvolle uit drukking verdween uit z’n oogen. Hü schudde zün hoofd. „Dat kan niet,” riep hü uit. „Dat moet je trtet- zoo gauw zeggen." Het klinkt een beetje ver gezocht, dat is zoo. maar ik weiger toch te gelooven, dat het niet zou kunnen. Weet je misschien ook, wat die lui. die jullie nu als Inbrekers kennen, van hun vak waren vóór ze gingen stelen?” „Dat zou Ik wel kunnen nazien jn onze re gisters.” Tot mün genoegen bemerkte ik. dat mün vriend, ofschoon hü nog niet bepaald enthou siast was. toch In ieder geval Iets ging voelen voor mün veronderstelling. „Vtyi Jantje weet ik het wel. Hü was graveür. Toen J1Ü ben eersten keer met de politie In aanraking kwam, wps het voor chantage; hü kreeg drie jaar en is toen van kwaad tot erger vervallen. .JAn vriend keek me nadenkend aan. „Maar zelfs, al hak! Je gelük, Johnnie, dan zie Ik nog niet In. hoe we het moeten bewüzen. Hü zou op heeterdaad moeten worden betrapt.” De coroner gaf haar het wapen. Indien hü het meisje had willen doen schrikken, dan was van de revolver week zü vlug achteruit en een uit roep van afschuw, dien zü oogenblikkelük on derdrukte, ontsnapte aan haar lippen. „O! Neen! Neen!" kreunde zü. terwül zü de handen afwerend uitstak. „Ik sta er op. dat u het wapen bekükt.’’ ver volgde de coroner, „daarstraks, toen men het gevonden heeft, waren alle kamers geladen.” Bü het hooren van die woorden verdween de angstige trek van haar gelaat. „O, dan...." Zü maakte den zin niet af. maar stak haar hand uit. om het wapen te pakken. Maar de co- trLUSTER EETtj) M FTÏri-5 IK 2EG JE. I DAT HET IN DAT I “OUDE HUI65POOKT1 DE OUDE 5AM EN BIJNA IEDEREEN/ ZEGGEN HET. ^Hebt u er den sleutel afgehaald?" „Neen, münheer." „Misschien hebt u wel bemerkt juffrouw Lea venworth, dat de revolver voor u op de tafel ligt. Wilt u haar eens beküken?” e torüen, zü begonnen diplomatieke weefsels te ‘spinnen met de vele kleine en groote bazen in het land van de zon en den olifant. En die on derkoning? Romantiek en tragiek lag voor lederen burger op het levenspad als hü het in die dagen waagde naar verre landen te reizen. Almeida verloor zün zoon In den strjjfl, zelf viel hü op den terugtocht naar Portugal in handen van een bende Hottentotten. Wü noemen J. P. Coen terecht den grond vester van het Nederlandsch gezag in Insulin- dgi Dezelfde' functie heeft Alfons d’Alboquerque voor de Portugeezen bekleed. Geoefend In de practük dooi jarenlangen dienst, was zün eer ste groote daad het breken van den Invloed; door den Shah van Perzië in Indië uitgeoefend. Hü dwong door de verovering van het eiland Qrmus den daar zetelenden heerscher schat- ig te betalen. Doch Oostersche list en trou- Joosheid van eigen bevelhebbers maakten dit eerste voordeel weer spoedig ongedaan. Nu zwoer hü Ormus te onderwerpen en niet eerder zou hü naar den coiffeur gaan om zich te laten scheren. Zün baard had den tüd te groeien, want Alboquerque kreeg eegst heel wat ander werk te verrichten. Hü stichtte, door verove ring, een regeeringscentrum te Goa. van waar uit het Portugeesch gezag zich steeds meer over Indië zou verspreiden (1510). Het jaar daarop viel Malakka in zün handen, waar de vorsten uit Siam, Java en Sumatra hem hun gezanten zonden. Hü was de sterke man; door hem dong het Oosten naar de vriendschap van den Por- tugeeschen koning. Nog altüd groeide welig de baard op Albo- querque's gezicht, zün eed moest hü nog ge stand doen, Ormus moest nog worden veroverd. Want die baard werd lastig, was meer dan een halven meter lang geworden, hü hing tot over zün gordel. De koning van Ormus voelde zich sterk achter zün vestingen, gesteund door de Perzen, gesteund ook door de Veuetianen, die van de Portugeezen in Indië alleen armer kon den worden. Maar zün woord hield hü. Ormus capituleerde. Alboquerque kon zich weer rustig scheren. Het was zün laatste succes. Zün roem kende geen grenzen meer, en dat is ongelukkig, want dan komt er een heel venünige worm knagen aan het hart van een koning. Dan fluisteren talloos veel'benüders, die den zenuw trek op het gezicht van den vorst zien en be- grüpen, als Ajboquerque ter sprake komt, aan een lulstergraag oor, hoe hoog Zijn, Excellentie de onderkoning ^ordt -geëerd. „Zelfs uit Abes- slnlë is een schitterend gezantschap naar Goa gekomen, niet naar Lissabon, om wel den on derkoning, niet den koning zelf, kostbare ge schenken aan te bieden.” „Dit is de laatste brief. Segnor! dien ik aan uw hoogheid, onder doodelüke stuiptrekkingen, schrüf. Zoo vele heb 4k' er u geschreven met een vroolük hart, telkens als het geluk met mü was om u diensten te bewüzen. Ik neb in dit land een zoon; Bias d’Alboquerque. Ik smeek uw hoogheid hem de vruchten van züns vaders verdiensten niet te onthouden. Wat Indië be treft, dat zal voor zich zelf en voor mü ge tuigen.” Romantiek en tragiek. De onderkoning van Indië, op weg naar het moederland, stervend in angst voor het lof van zün Jongen. De koning, bewust of onbewust, benoemde tot zün opvolgers twee menschen, door d’Alboquerque eertüds wegens misdaden de kolonie uitgezon den. Zü komen terug, hun lavenstaak, hun- wraak, is gelukt, zü zullen hun ouden bevel hebber vervangen, zü verschünen voor hem met hun aanstelling in den zak. Arm Indië, zucht d'Alboquerque, arme koning, arm Por-V tugal! Ja, maar ook: -arme kerel van een d’Altayc querque. Wat een leed moet zün ziel hebben geschroeid, toen hü daar lag te sterven op dat schip in de haven van Goa! Het was den 16eh Sept., toen een der edel ste en onbaatzuchtlgste van Portugals zonen stierf. Hü was niet alleen de vechtjas zohdïr meer, hü was de vader züner soldaten, die heni betreurden als een zorgzaam aanvoerder. Hü was de vriend der burgers van de door hem bedwongen en veroverde steden, door te zorgen voor een goede politie, een goede wetgeving, een menschelüke behandeling, een üverige schaar missionarissen. Vele jaren na zün dood, als in het moederland het leven van dezen held algemeen bekend wordt, dan wil men tenminste hem verliet. Uw deur stond open, u moet dus gehoord hebben of er iemand naar hem toe is gegaan, of men geschoten heeft. Nu. hebt u iets gehoord?" „Neen, münheer, niets." „Neem mü niet kwalük, dat Ik zoo aandring, juffrouw Leavenworth. Nog eens, hebt u werke- lük niets gehoord?" ,4a.... ik hoorde een deur sluiten.” „Welke deur?” „De deur van de studeerkamer." „Wanneer was dat?” „Dat wéét Ik niet..,. Maar waarom stelt u toch al die vragen?” klaagde zü handenwrin gend. Ik sprong op, want zü wankelde. Maar voor ik haar te hulp kon komen, had zü zich her steld en haar gewone houding aangenomen. „Neom mü niet kwalük,” sprak zü. „Ik ben vanochtend müzelf niet,. Wat vroeg u ook weer?" „Ik vroeg u,” antwoordde de coroner scherp want Eleonore's gedrag wekte zün wantrou wen op „hoe laat u de deur van de studeer kamer hoorde sluiten.” „Ik kan u niet precies zeggen hoe laat het was. Münheer Harwell was pas boven en mün deur stond nog open." „En hebt u geen schot gehoord?" „Neen, münheer." De coroner keek de gezworenen aan, die oogenblikkelük de oogen neersloegen. heeft ons verteld uw kamer een geneesmiddel kwam halen. Hebt u haar gezien?” „Neen, münheer.” „Wanneer vernam u haar zonderlinge ver* dwünlng?” „Vanochtend, vóór het ontbüt, ontmoette flt Molly In de hall. Zij vroeg mü hoe het met Han nah ging. Dit vond Ik een vreemde vraag en ik vroeg, wat zü meende. Uit wat Ik toen vernam, begreep ik, dat het meisje weg was.” ~,Wat besloot u hieruit?” „Ik wist niet, wat Ik er van denken moest" FT^oen Ik de vorige week op een avond bü mün vrlencj inspecteur Kempstone op Be- zoek kwam, zat hü aan de tafel, waarop een aantal voorwerpen lagen, dle hü bezig was door middel van een sterk vergrootglas te on derzoeken. „Bonsoir, ouwe jongen,” zei ik „Welke moellükheden houden Je bezig?” Hü keek me peinzend aan. „Een erg ingewikkeld geval, Johnnie. Veel te ingewikkeld voor Jou Ga Jü maar naar huls en ga daar puzzles en kruisraadsels oplossen.” Ik antwoordde niet en keek naar de voor werpen die hü bezig was te onderzoeken. Het was een zonderlinge collectie: een zilveren si garettendoos, een dameshaarborstcl van schild pad, een wünglas en een klein bronzen beeldje. Op alle voorwerpen zat een duri laagje vettige stof. Mün vriend wierp mü een steelschen blik toe. Parry, onze specialiteit In vingerafdrukken,” zoo begon hü. „beweert, dat al dezJ*afdrukken door één en dezelfde persoon zün gemaakt." „En ben je het daar niet mee eens?" vroeg ik. „Neen, Johnnie, en wat meer zegt: ik wil het er niet mee eens zün. Het is onmogelük, dat een en dezelfde man al die afdrukken heeft gemaakt." Ik zweeg geduldig, terwül hü me grünzend aankeek. Na een poosje zei hü: .Luister nu eens goed en geef me dan eens je meenlng over dit geval.” Hü nam de sigarettendoos van de tafel. „Voorwerp 1,” lachte hü- „Betreft dtn dia- manten-dlefstal van Culverstone. Je weet er van?" „Het leek heel eenvoudig,” vervolgde hü. zon der mün antwoord af te wachten; „de diaman ten kroon van lady Culverstone werd uit de safe gestolen, die zich fh de bibliotheek bevindt van lord Culvsrstone's villa in partwood. We stelden een onderzoek ter plaatse tn en meen den, dat we den dader aan zün manier van werken kenden. Ik heb Je vroeger al eens ver teld, dat iedere njlsdadlger zün eigen, speciale manier van werken heeft: h$f zet er z’n stempel op, om het zoo eenss te zeggen en dat wel op een wüze, die even duidelük is alsof hü z’n visitekaartje had achtergelaten. Neem nu dat geval eens. Er zün diamanten gestolen; niets anders. We kennen verscheidene Jongens van de vlakte, die alleen maar hun slag met dia manten slaan. De diefstal werd bedreven om drie uur des nachts; we weten dat, omdat men toen leven heeft gehoord. De dief is binnenge komen door een raam in de provisiekamer. Al les werd heel keurig gedaan en alles wees er on dat „Jantje mét het handje” het gedaan moest hbben. Er was echter één moellükheld Zooals Ik Je al heb gezegd, is er leven gehoord; de in breker heeft een stoel omgegooid en de huis knecht. die haar beneden was gegaan, kwam nog Juist bütüds om de schim te zien van een man. die door het raam van de provisiekamer verdween. Hü kon hem niet grüpen. maar toch tamelük goed opnemen en hü beweert positief dat het een groote kerel was. En „JaptJe met het handje” is klein. Natuurlük hebben we toch een paar man netjes naar hem toegestuurd, om hem te halen en hem rekening en verantwoording te laten afleggen van zün doen en laten dien nacht. Hü gaf die verantwoording; hü had een schitterend alibi, dat met geen mogelükheid uit elkaar te krügen was. „En toen kwam die kwestie van die sigaret tendoos. De huisknecht van lord Culverstone beweert, dat die niet meer op de plaats stond waar hü ze des avonds had neergezet en dat er sigaretten uit gebaald waren. Dat is ook echt iets voor „Jantje” om zoo iets te doen. En op de doos waren vingerafdrukken. Hetgeen vreemd- Is, omdat Jantje altüd rubberhand- schoenen draagt. We vroegen Parry ze te on derzoeken; de afdrukken waren van geen be kende! En ook «liet van iemand van lord Cul verstone’s familie of personeel We hebben ons gek ‘geprakkiseerd, wie het gedaan kan hebben, maar we weten het niet. Mün vriend legde de slgaretten-doos neer en nam den haarborstel op. „Voorwerp 2. Het geval Thanet. Weer dia manten. Die van mevrouw Thanet, een Amerl- kaansche. Ze zün gestolen uit haar f^t te Ken sington, ongeveer vier uur des morgens. Entree: deze zelfs oènkeek; en dit is gebeurd, zooals blükt uit de verklaring van den dokter." Iedereen keek naar Eleonore en, verwachtte haar te zien schrikken. Maar het was Mary, die haar verontwaardiging toonde. Zü sprong op en wierp een boozen blik om zich heen. Zü opende de lippen om té spreken. Maar Eleonore maande haar door een beweging tot kalmte aan en antwoordde langzaam en koel: .Lent u er zeker van, dat alles zoo gegaan is? Indien mün oom gisteren de revolver had afge schoten hetgeen heel goed mogelük is zou men dan niet dezelfde resultaten gekregen heb ben en zou u er dan niet dezelfde conclusies uit getrokken hebben?” .Juffrouw Leavenworth,” vervolgde de coro ner, „men heeft den kogel uit het hoofd van uw oom verwüderd en hü was volkomen gelük aan de patronen waarmee de revolver geladen was.” Eleonore verborg het'hoofd in de handen; zü leek ontmoedigd en ter neer geslgen. Toen de coroner dit zag. werd hü nog strenger en zei: .Juffrouw Leavenworth, ik heb u verschillen de vragen te stellen over den afgeloopen nacht. Waar was u gisterenavond?" ,Jk was alleen op mün eigen kamer." „Toch hebt u uw oom en uw nicht nog ge zien?" „Neen, münheer; na het diner heb ik nie mand meer gezien behalve Thomas,” voegde zü er na een korte pauze aan toe. ..Wat kwam hü bü u doen?” het raam van de badkamer. Alles heel netjes gedaan; geen rommel. We dachten ook hlët direct aqn Jantje. Maar er waren twee dingen, die eigenlük niet van hém konden zün: de af drukken op den haarborstel en het gestommel, waardoor de nachtportier van de flat gelegen heid kreeg hem nog even te zien, toen hü weer door t raam verdween. En dit keer was het geen groote man, Johnnie, maar iemand van de grootte van Jantje zelf. Maar die vinger afdrukken op den borstel waren, zooals ik al zet. niet van hem. Maar wel waren ze precies gelük aan die, welke we op de sigarettendoos hebben gevonden! Dus gelük aan de vinger afdrukken van den grooten man die lady Cul- verton's diamanten kroon stal. Daar stonden we weer voor een onoplosbaar raadsel. Jantje had een prachtig alibi en onze verdenking tegen hem werd zwakker. We had den absoluut geen bewüzen. .Die twee andere dingen hier” mün vriend ^•••••attsit«iitia>sasaMsss«asat(aisa»saiis(aasMsi>a ■aaasaaaaaaaaaaaatasaaataaaaaataetnaaaaaaaaatsaaaaaaa de hoofdzaken zün, dat beide inbraken op precies dezelfde" wüze geschiedden, dat bü belde precies dezelfde vingerafdrukken werden gevonden en dat bü beide gevallen de dader óók gezien is, toen hü vertrok. Maar in t eene geval was hü groot, in 1 andere klein!” Mün vriend zweeg en keek nadenkend voor zich uit. .•Pgrry zal Je vertellen, Johnny,” vervolgde hü, „dat vingerafdrukken onweerlegbare ge tuigen zün. Er worden op de heele wereld geen menschen gevonden, die dezelfde afdrukken hebben. Als wü de afdrukken van iemands vin gers in ons archief hebben en hü is zoo zorge loos om ze op een of ander voorwerp achter ie laten? Dit is een geval, waarbü het feit, (Jat geen twee menschen dezelfde vingerafdrukken hebben, eer een hinderpaal dan een hulp vormt!" Ik stak een sigaret op. .Het lijkt me nogal eenvoudig." zei „Klaarblükelük zün de vingerafdrukken opzet- telük achtergelaten en in beide gevallen beeft de dader zich eveneens opzettelük laten zien om je speurders op een dwaalspoort te brengen. Er zün twee kerels, die inbreken; één laat de afdrukken achter en laat zich soms ook zien, terwül bü andare gelegenheden, de»ander zich laat zien....” Kempstone stond op en begon de kamer op en neer te loopen. „Inderdaad.” begon hü. „een „Mag ik n den naam van dien heer vragen?" „Op het kaartje stond den naam Le Roy Robbins." Het voorval was van weinig beteekenis; een schok van mün buurvrouw evenwel prentte het in mün geheugen.” .Hebt u de gewoonte uw deur te laten open staan, als u op uw kamer bent?” „Neen, mnüheer, dat is mjjn gewoonte niet.” „Waarom stond zü dan gisteren open?" „Omdat ik het warm had.” „Is dat de eenige reden?" ,Ja." „Wanneer fiëbt u haar weer gesloten?” „Toen ik naar bed ging.” „Voor- of nadat de,bedienden naar boven waren gegaan?" „Daarna." „Hoorde u münheer Harwell naar zün kamer gaan, nadat hü uw oom verlaten had?" jJa, münheer." .Hoe lang hebt u daarna uw deur nog open gelaten?" „Ik.... eh.... een paar minuten,... Ik weet het werkelük niet," voegde zü er aan toe, vol komen. in de war. „U weet het nleW? Hml Langer dan tien mi nuten?” Ja. .Langer dan twintig?” „Misschien wet" Zü was bleek en beefde. JA.IULKE PEU- TERÓ LOOPEN 6? ALTÜD IH. iHUIö 15 T)AT IS KOSTE LIJK.' 2E HEB- BEN JE VOOR DEUR GEK GEHOUDEN/^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 20