Avonturiers
groot formaat
WUl
IZ
4
1
1
in
n
I.
DE SCHOONE STOET.
r
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
De ongeloovigen
DE TOCHTEN VAN VASCO
DE GAMA
u
DINSDAG 19 SEPTEMBER
d’Alboquerque’» werk
fj
x>r
Een boerderij cadeau!
11
I.
Alle abonné’s'*
DOOR ANNA K. GREEN
32
ali
De vinger
afdrukken
HET GEVAL
LEAVENWORTH
Fha' ha'
ANNIE GELOOFT
m öpokefi. zei
beweert dat F
on OUDE HUI6J
FEIT tJpOÖK-/
<HUIt> 15
De moeizame reizen der Portagee-
*che zeevaarder» hebben voor
Europa den weg gebaand
naar vreemde landen
Een concentratiekamp
opgeheven
I Geheime organisaties in
Bulgarije
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
De
3£1
ten
NIET, DAT ER
i
i
,v
"Jij
boven
naar
uw oom moet bitfk-
tWordt vervolgd)
t
l
it’—
t
t
bet
ech-
WKOM, WAI 1
[WIL )F ME t*u
p-IAKENO
WEE7 )E DAN (1
-ruyt
ram.
rtige
NS
r«e-
iden
och.
zen.
sells
pel-
hem
HIJ
een
tin
e
door
nd«l
oen-
tspi-
Ge-
Arn-
enr*.
land
en»
?ioen
drie
leed»
HMt
ver
root-
won.
aren,
■rwijl
xK»'
■1*1*
ltd®
den
ren-
riel-
Em-
reed
van
de
1 in
iden
«1de
die
nden
3em.
r hg
n is
bij verlies van *n
anderen vinger
De paardje», die trapp’len
In blijde candans
Het rhythme der zonnige stoete
Maar schooner cadans is
Het hart’lijk hoera
Om onze Vorstin te begroeteh!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
fiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiuiiniiiiitiiiiiiiiiimiHniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiR
Langs een haag van vele menschen,
Door een deining van hoera’s.
Wordt de gouden koets getrokken,
Met een sprookjesachtig waas.
Want een échte Koninginne,
En naar wijsheid èn naar stand.
Rijdt op koninklijke wijze.
Met den schepter in de hand!
En een stoet van hovelingen,
Goud behangen en betrest,
Pluimboswuivend, sabelglanzend.
En in houding op z’n best,
Volgt weer onze Koninginne,
Met prinsesje en gemaal.
Naar de opening der Kamers
Van de Staten Generaal!
FEIT OÓAFJE ZO(J UIT LOO
PEN. -
zei Ik
Je
..Kun Je hem niet In de val laten loopen?"
vroeg ik.
Hij haalde z’n schouders op.
..Daar houden we niet van. En het la ook
niet zoo gemakkelUk, omdat Jantje onze man
nen natuurlek allemaal kent. Maar als bü-
voorbeeld
Er klonk twijfel in zijn stem, maar de schit
tering in z'n grijze oogen verried, dat hij zag.
hoe graag ik het wilde doen.
„Als ik je er een plelzier mee doe, wil ik Je
wel helpen.” zei ik lachend.
„Nou. goed dan. Luister. Hier in de stad
komt binnenkort een actrice uit Zuid-Amerika
logeeren. Er hebben al sensatloneele verhalen
in de kranten gestaan over haar schitterende
juweelen. Als onze mannen heel voorzichtig
rondvertellen, dat ze geen bescherming van de
politie adl hebben en dat ze haar sieraden ach
teloos opbergt, en als Jij dan. die geen contact
met de politie hebt, Je in haar kamer verdekt
wilde opstellen, dan.
„In orde,” zei ik. ,Jk doe het.”
Een concentratie-kamp te Bremen is gesloten
en de meeste gedetineerden zullen op een schip
worden gebracht, dat daartoe is ingericht, en
dat dicht by de plaats is gemeerd, waar de ge
vangenen moeten werken.
De gevaarlijke gevangenen en de felle .nti-
Hitlerianen zullen in een oud fort buiten Bre
men worden opgesloten.
r LUISTER FEU 5
HAN6 IK ZEG JE.
DAT HET IN DAT I
OUDE HUKxóPOOKTj
DE OUDE 5AM En
BIJNAIEDEREEN
ZEGGEN HE T.^/
„Hebt u er den sleutel af gehaald?"
„Neen, mijnheer.”
„Misschien hebt u wel bemerkt Juffrouw Lea
venworth, dat de revolver voor u op de tafel
ligt. Wilt u haar eens bekijken?"
GEEN GEE6TEN
EN5D0K.EN y
ZIJN? y
'DAT IS K05TE -W
lijk/ ZE HEB M
BEN JE VOOR D&UF
GEK GEHOUDEIT/^
PzöO, DENK JE DAT^
Ais JE OAN 200 ERG DAP.
PER BENT DAN MOET JE
OP EEN AVOND MAAR EENS
haar OAT HUIt> GAAN i
IK WED. DAT JE ER WEER OP
Een melkboer te Gross-Luebers in Saksen
heeft van Adolf Hitler een boerderij met 50
H.A. land gekregen, daar hü aan Hltley een
foto had gezonden van zichzelf en negen zijner
zoons, allen gekleed in het Nazi-unlforfn.
De melkboer was sedert begin 1931 lid van de
N.SD.A.P. De boerderij was door den eigenaar
ter beschikking van Hitler gesteld, met verzoek
haar aan een oud partijlied te schenken.
üaM
taai,
laan,
jsche
liden
Am-
slrr-
oorn,
CL
>tter-
ihem
agen.
iren-
sec.
ern-
Vier-
Bil
JA. ZULKE PEU
TERó LOOPEN EU
ALTIJD >N.
Engeland er
Nederland
Indo-Chlna te
maakt, vergat de kamer.”
Zü zei niets; er kwam alleen een uitdrukking
van diepe wanhoop op haar gezicht; het leek
alsof zij ineen zou storten. Oogenblikkelijk ech
ter kwam de reactie; met een weergalooze waar
digheid riep zij uit:
„Nu, en verder?"
De coroner legde de revolver weer op tafel.
De aanwezigen keken elkaar aan; iedereen leek
bang om verder te gaan. Naast mü hoorde ik
een onderejrukt gesteun. Mary Leavenworth, die
plotseling zeer rood geworden was. verloor haar
nicht niet uit het oog. Zij begon er zich blijk
baar rekenschap van te geven, dat nog anderen
behalve zij. iets onverklaarbaars vonden aan die
vrouw. Toen vermande de coroner zich en ver
volgde:
„Juffrouw Leavenworth, u vroeg mij: „en ver
der." Uw vraag noodzaakt mij te zeggen, dat
geen enkele inbreker of gehuurde moordenaar
de moeite genomen zou hebben om deze revol
ver schoon te maken en nog minder, om haar
opnieuw te laden en haar weer in de la te leg
gen, waaruit hij haar genomen had."
Zij antwoordde niets, maar ik zag, dat Gryce
een aanteekening in zijn boekje zraooelde, het
geen vergezeld ging van het hoofdknikje dat
hem eigen was.
.Niet iedereen.” voegde de coroner er aan
toe, „kon zoo maar komen en gaan in de ka
mer van
„Neem mij niet kwalijk.”
vanochtend mijzelf niet,
weer?"
„Ik vroeg u." antwoordde de coroner scherp
want Eleonore’s gedrag wekte zijn wantrou
wen op „hoe laat u de deur van^de studeer
kamer hoorde sluiten."
„Ik kan u niet precies zeggen hoe laat het
was. Mynheer Harwell was pas boven en mjjn
de'ir stond nog open."
„En hebt u geen schot gehoord?”
„Neen, mijnheer."
De coroner keek de gezworenen aan, die
oogenblikkelijk de oogen neersloegen.
„Men heeft ons verteld Juffrouw Leaven
worth. dat Hannah, een van de bedienden, in
dat het een groote kerel was. En .jantje
"met het handje” is kléin.
Natuurlijk hebben we toch een paar man
netjes naar hem toegestuurd, om hem te halen
en hem rekening en verantwoording te laten
afleggen van zijn doen en laten dien nacht. Hij
gaf die verantwoording; Tiij had een schitterend
alibi, dat met geen mogelijkheid uit elkaar te
kriigen was.
„En toen kwam die kwestie van die sigaret
tendoos. De huisknecht van lord Culverstone
beweert, dat die niet meer op de plaats stond
waar hij ze des avonds had neergezet en dat
er sigaretten uit gehaald waren. Dat is ook echt
iets voor .Jantje” om zoo iets te doen. En op
de doos waren vingerafdrukken. Hetgeen
vreemd is. omdat Jantje altijd rubberhand-
schoenen draagt. We vroegen Parry ze te on
derzoeken; de afdrukken waren van geen be
kende! En ook niet van iemand van lord Cul
verstone's familie of personeel. We hebben ons
gek geprakkiseerd, wie het gedaan kan hebben,
maar we weten het niet.
Mijn vriend legde de sigaretten-doos neer
en nam den .haarborstel op.
„Voorwerp 2. Het geval Thanet. Weer dia
manten. Die van mevrouw Thanet. een Ameri-
kaansche. Ze zijn gestolen uit haar flat te Ken
sington, ongeveer vier uur des morgens. Entree:
zün overblijfselen eeren door een waardige
laatste rustplaats. Mjiar dan weigert de bevol
king van Goa om de dierbare resten af te
staan, en dan moet de Paus tusschen beide
komen om een oplossing te verkrijgen.
De Portugeezen gingen door met het maken
van veroveringen; ze maakten zich van de Mo-
lukken meester, nestelden zich in Cevlon. op
de kust van Coromandel, op de Soenda-eilan-
den. en knoopten handelsrelatiën aan met
China en Japan. Maar geen onderkoning bleek
in staat d'Alboquerque te doen vergeten. Hij
was de avonturier in groot formaat, niet ge
brand door lage begeerten, niet geschonden
door kruideniers-gedachten. Na hem daalde
langzaam het aanzien der Portugeezen, hun
winzucht werkte grove misbruiken in de hand,
de koloniën waren spoedig voor veel bereke
nende geesten een plaats waar men in den
kortst mogelUken tijd, met de gemakkeljjkste
middelen, de hoogst mogeljjke winsten en ver
mogens gaat verzamelen.
Diep bederf drong in de Portugeesch-Indi
sche samenleving door en daardoor kregen de
waarlijk weinig minder baatzuchtige Hollan
ders en Engelschen op hun beurt de kans om
ook een deel van den kolonialen buit te ver
overen.
Ulllllll
Heden waait alweer de driekleur,
Als een uiting van gezag.
Heden is het toch voor Neerland
Méér dan een gewone dag!
Want vandaag glanst onze Hofstad
Zeer in uiterlijke praal;
't Is de opening der Kamers
Van de Staten Generaal!
torjjen, zij begonnen diplomatieke weefsels te
spinnen met de vele kleine en groote bazen in
het land van de zon en den olifant. En die on
derkoning? Romantiek en tragiek lag voor
lederen burger op het levenspad als hl) het in
die dagen waagde naar verre lanoen te .’elzen.
Almeiaa verloor zjjn zoon in den strijd, zelf viel
hjj op den terugtocht naar Portugal in handen
van een bende Hottentotten.
Wjj noemen J. P. Coen terecht den grond
vester van het Nederlandsch gezag in Insulin-
de. Dezelfde functie heeft Alfons d'Alboquerque
voor de Portugeezen bekleed. Geoefend in de
practjjk door jarenlangen dienst, was zijn eer
ste groote daad het breken van den Invloed,
door den Shah van Perzlë in Indlë uitgeoefend.
HU dwong door de verovering van het eiland
Ormus den daar zetelenden heerscher schat
ting te betalen. Doch Oostersche list en trou
weloosheid van eigen bevelhebbers maakten dit
eerste voordeel weer spoedig ongedaan. Nu
zwoer hU Ormus te onderwerpen en niet eerder
zou hU naar den coiffeur gaan om zich te laten
scheren. Zyn baard had den tijd te groeien,
want Alboquerque kreeg eerst heel wat ander
werk te verrichten. HU stichtte, door verove
ring, een regeeringscentrum te Goa. van waar
uit het Portugeesch gezag zich steeds meer over
Indië zou verspreiden (1510). Het jaar daarop
viel Malakka in zUn handen, waar de vorsten
uit Siam. Java en Sumatra hem hun gezanten
zonden. HU was de sterke man; door hem dong
het Oosten naar de vriendschap van den Por-
tugeeschen koeling.
Nog altUd groeide welig de baard op Albo-
querques gezicht, zUn eed moest hU nog ge
stand doen, Ormus moest nog worden veroverd.
Want die baard werd lastig; was meer dan een
halven meter lang geworden. hU hing tot over
zUn gordel. De koning van Ormus voelde zich
sterk achter zUn vestingen, gesteund door de
Perzen, jgesteund ook door de 'Venetianen, die
van de Portugeezen in Indië alleen armer kon
den worden. Maar zUn woord hield hU. Ormus
cafiltuleerde. Alboquerque kon zich weer rustig
scheren. Het was zUn laatste succes. ZUn roem
kende geen grenzen meer, en dat is ongelukkig,
want dan komt er een heel venUnige vorm
knagen aan het hart van een koning. Dan
fluisteren talloos veel benijders. die den zenuw
trek op het gezicht van den vorst zien en be-
grUpen. als Alboquerque ter sprake komt, aan
een luistergraag oor. hoe hoog ZUn Excellentie
de onderkoning wordt geëerd. „Zelfs uit Abes-
sinië is een schitterend gezantschap naar Goa
gekomen, niet naar Lissabon, om wel den on
derkoning. niet den koning1 zelf, kostbare ge
schenken aan te bieden."
„Dit ts de laatste brief, Segnor! dien ik aan
uw hoogheid, onder doodelUke stuiptrekkingen,
schrijf. Zoo vele heb ik er u geschreven met
een vroolUk hart, telkens als het geluk met rmj
was om u diensten te bewUzen. Ik neb in dit
land een zoon: Bias d’Alboquerque. Ik smeek
uw hoogheid hem de vruchten van zijns vaders
verdiensten niet te onthouden. Wat Indië be
treft, dat zal voor zich zelf en voor mU ge
tuigen."
Romantiek en tragiek. De onderkoning van
Indië. op weg naar het moederland, stervend
in angst voor het lot van zUn jongen,
koning, bewust of onbewust, benoemde tot sun
opvolgers twee menschen, door d’Alboquerque
eertUds wegens misdaden de kolonie uitgezon
den. Zü komen terug, hun levenstaak, hun
wraak, is gelukt, zü zullen hun ouden bevel
hebber vervangen, zij verschünen voor hem
met hun aanstelling in den zak. Arm Indië.
zucht d'Alboquerque, arme koning. arm Por
tugal!
Ja, maar ook: arme kerel van een d'Albo
querque. Wat 'een leed moet zqn ziel hebben
geschroeid, toen hü daar lag te sterven op dat
schip in de haven van Goa!
Het was den 16en Sept., toen een der edel-,.-
ste en onbaatzuchtigste van Portugals zonen
stierf. Hü was niet alleen de vechtjas zond?r
meer, hü was de vader züner soldaten, die hem
betreurden als een zorgzaam aanvoerder. Hü
was de vriend dér burgers van de door hem
bedwongen en veroverde steden, door te z->rgen
voor een goede politie, een goede wetgeving,
een menschelüke behandeling, een Uverige
schaar missionarissen. Vele jaren na zün dood,
als in het moederland het leven van dezen held
algemeen bekend wordt, dan, wil men tenminste
.-or
on dtt blad zUn Ingevolge de verzekerlngevoorwaarden tegen f blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f ’7C(l bü een ongeval met f O Cf) bü verlies van een hand f 94T oü verllee van een f Cfi bij een breuk van f Nfl
^gév.nèn rerreireM v^or een der volgende uitkeerlngen «Jl/l/l/.-verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeluken afloop ÏÜV.- een voet of een oog I 1 duim of wüavlnger I O(Z.”been of uraJ ‘H/.-
,Afag ik u den naam van dien heer vragen?”
„Op het kaartje stond den naam Le Roy
Robbins.”
Het voorval was van weinig beteekenis; een
schok van mUn buurvrouw evenwel prentte het
in mün geheugen.”
„Hebt u de gewoonte uw deur te laten open
staan, als u op uw kamer bent?”
„Neen, mnüheer, dat is mün gewoonte niet.”
„Waarom stond z(j dan gisteren open?”
„Omdat ik het warm had."
„Is dat de eenige reden?"
„Wanneer hebt u haar weer gesloten?"
„Toen ik naar bed ging.”
„Voor- of nadat de bedienden
«’aren gegaan?"
„Daarna."
„Hoorde u mynheer Harwell naar zün kamer
gaan, nadat hü uw oom verlaten had?”
„Ja, münheer." j
„Hoe lang, hebt u daarna uw deur nog open
gelaten?"
„Ik.... eh.... een paar minuten.... Ik weet
het werkt luk niet," voegde zü er aan toe, vol
komen in de war.
„U weet het niet? Hml Langer dan tien mi
nuten?"
„Ja.”
„Langer dan twintig?"
„Misschien teel."
Zü was bleek en beefde.
„Juffrouw deavenworth
baar gedood aun, even nadat münheer Harwell
münheer Leavenworth. Niet iedereen
kon op een tamelük laat uur bü hem binnen
komen, de revolver nemen en zoo dicht als noo-
dig was den verslagene naderen, zonder dat
De actrice, die bü het schouwburg bezoekend
publiek bekend stond onder den naam Flore
Kennevore, had een gemeubileerde flat ergens
in Kensington gehuurd. Ik bracht haar een
bezoek en nadat ik haar had verteld, waar het
om ging, was zü direct bereid haar medewer
king te verleenen. Ik kon me een paar nachten
achtereen achter een gordün in haar eet
kamer verbergen, in welk appartement zü, over
eenkomstig hetgeen de mannen van mUn
vriend hadden rondverteld, haar Juweelen op
borg. Aan mü vertelde ze echter in vertrou
wen. dat de steenen, die ze daar bewaarde,
imitaties waren en dat ze de echte veilig in een
safe op haar bank had geborgen!
Drie nachten bracht ik in die eetkamer door.
Ik verveelde me doodeljjk achter het gordijn,
want wat er ook kwam, een dief niet. Den vier
den nacht was ik even ingedommeld, toen ik
omstreeks drie uur door een licht geluld ont
waakte. Ik wachtte, terwül iedere zenuw in mU
gespannen was. Ik hoorde sluipende schreden
op de gang en even later het openen van de
deur der eetkamer. Glurend door een spleet
tusschen de gordünen. waarachter Ik stond, zag
ik, hoe er een straal licht gleed langs den muur
tegenover mü
Tenslotte viel het licht op het schrijfbureau
dat in een hoek stond. Ik zag een man er heen
loopen; hü forceerde het slot op meesterlüke
wüze. zonder ook maar een enkel geluid te ver
oorzaken. Na eenige oogenblikken had hU h*t
bureau open en doorzocht het. Hü Met alias
liggen zooals het lag en stak alleen een pain-
met leer bekleede doosjes in z’n zakken. Toen
sloot hü het bureau weer en liep op z’n teenan
naar de deur. Daar bleef hü echter even staan,
fereep een stoel en wierp dien met een smak
tegen den grond. Daarop wachtte hü nog een
oogenbllk en luisterde of het lawaai niet iemand
wakker had gemaakt.... Ik boog me voorover
voor een sprong, schoot uit m’n schuilplaats en
sprong op zün rug. Met een bons viel hü op den
grond en eer hü zich vrü had kunnen worste
len, had ik hem de handboeien aangedaan, die
ik van Kempstone had geleend. Daarna knipte
ik' het licht aan en nam mün gevangene eens
op. Het was een klein kereltje.
„Zoo Jantje." begon ik, „dit keer ben Je dus
zelf gekomen inplaats van je collega te sturen.”
Hij gromde wat. Ik ging naar het raam en
het politiefluitje nemend, dat mün vriend mü
ook ter leen had gegeven, blies ik het signaal
dat we hadden afgesproken. In eqn oogwenk
was mün vriend met z'n mannen in de kamer.
Ook Parry, de specialist in vingerafdrukken
was er bU
„Goeden avond. Jantje,” zei mln vriend op
gewekt. Ik had het dus toch wel bü het rechte
eind, al had je nog zooveel alibi's. En” hü
nam een der handen van den gevangene, onder
zocht den gummi-handschoen. die er aan zat
en wees op mü „deze münheer hier, die je
zoo fün gearresteerd heeft, had het óók bü T
rechte einde. „Ik weet het niet zeker. Parry,"
gink hü voort, zich tot dezen wendend, „maar
ik geloof, dat als je deze handschoenen met Je
prachtige vergrootglazen en andere instrumen
ten nauwkeurig onderzoekt. Je zult ontdekken,
dat de toppen er van bedekt zUn met vinger
afdrukken, niet yan „Jantje”, maar van iemand
anders, dien we niet kennen: dezelfde afdruk
ken, die we hebben gevonden op de voorwer
pen, welke we hebben meegenomen uit de hul
zen, waar den laatsten tüd werd ingebroken.
En ik ben er nü zeker van, dat we ook gauw
genoeg z'n collega zullen vinden, met wien hij
afwisselend werkt. Dat kan niemand anders
zün dan „Lange Heintje"....”
En zoo was het ook;
deze zelfs omkeek; en dit is gebeurd, zooals
blijkt uit de verklaring van den dokter.”
Iedereen keek naar Eleonoie en verwachtte
haar te zien schrikken. Maar het was Mary,
die haar verontwaardiging toonde. Zü sprong
op en wierp een boozen blik om zich heen. Zü
opende de lippen om te spreken. Maar Eleonore
maande haar door een beweging tot kalmte aan
en antwoordde langzaam en koel:
„Bent u er zeker van. dat alles zoo gegaan is?
Indien ndjn oom gisteren de revolver had afge
schoten hetgeen heel goed mogelük is zou
men dan niet dezelfde resultaten gekregen heb
ben en zou u er dan niet dezelfde conclusies uit
getrokken hebben?”
„Juffrouw Leavenworth,” vervolgde dé coro
ner, „men heeft den kogel uit het hoofd van uw
oom verwüderd en hü was volkomen gelük aan
de patronen waarmee de revolver geladen was.”
Eleonore verborg het hoofd in de handen; zü
leek ontmoedigd en ter neer geslgen. Toen de
coroner dit zag, werd hü nog strenger en zei:
.Juffrouw Leavenworth, ik heb u verschillen
de vragen te stellen over dén afgeloopen nacht.
Waar was u gisterenavond?”
,Jk was alleen op mün eigen kamer.”
„Toch hebt u uw oom en uw nicht nog ge
zien?”
..Neen, münheer; na het diner heb ik nie
mand meer gezien behalve Thomas." voegde zü
er na een korte pauze aan toe.
„Wat kwam hü bü u doen?"
,HÜ bracht mü het naamkaartje van een heer
cHe mii wenschte te SDreken*'*
Fantasie lükt het. dat de vorst van Malabar.
na 18.000 man verloren te hebben, den strüd
zes maanden ziet gerekt en dan gedwongen is
schandelük af te trekken. Maar de historie
wemelt van fantastische verhalen en ze zün
werkelükheid. Treft men geen gitzwarte voor
beelden aan van. wankele vorstengunst en mis
selijke ondankbaarheid? Stïèrf Columbus niet
in armoe? Is Balboa niet afgemaakt? Werd
Cortez niet in vergetelheid ^stort nadat hü
Mexico had veroverd? Ook Pereira trof dit lot.
Intriges brachten hem in den kerker, men
sprak niet meer over den held van Santiago,
die eens met onbeschrüfelük enthousiasme door
Lissabons straten trok, om de hulde van een
volk en een koning voor dapperheid en eenvoud
in ontvangst te nemen. Niet hü werd de eerste
onderkoning van Indië, daarvoor kwam een
gunsteling van den koning. Frans van Almeida,
in aanmerking. Deze onderkoning en zün zoon
hebben op hun beurt hetzelfde Instrument ?»n
<onversaagden moed bespeeld. Zü begonnen de
kusten te blokkeeren met sterkbewapende fac-
De coroner gaf haar het wapen. Indien hü
het meisje had willen doen schrikken, dan was
hü er volkomen in geslaagd. Bü het zien van
de revolver week zü vlug achteruit en een uit
roep van afschuw, dien zü oogenblikkelük on
derdrukte. ontsnapte aan haar lippen.
„O! Neen! Neen!" kreunde zü. terwül zü
de handen afwerend uitstak.
„Ik sta er op. dat u het wapen bekükt," ver
volgde de coroner, „daarstraks, toen men het
gevonden” heeft, waren alle kamers geladen.”
Bü het hooren van die woorden verdween de
angstige trek van haar gelaat.
„O. dan....”
Zü maakte den zin niet af, maar stak haar
hand uit, om het wapen te pakken. Maar de co
roner keek haar strak aan en vervolgde:
„Niettemin heeft men het onlangs afgescho
ten. De hand, die den loop heeft schoonge-
oen ik de vorige week op een avond bü
mün vriend inspecteur Kempstone op be
zoek kwam, zat hü aan de tafel, waarop
een aantal voorwerpen lagen, die hü oezig was
door middel van een sterk vergrootglas te on
derzoeken.
„Bonsoir, ouwe jongen,”
„Welke moeilükheden houden
bezig?”
Hü keek me peinzend aan.
.Een erg Ingewikkeld geval, Johnnie. Veel te
ingewikkeld voor jou Ga JU maar naar huis en
ga daar puzzles en kruisraadsels oplossen.”
Ik antwoordde niet en keek naar de voor
werpen die hü bezig was te onderzoeken. Het
was een zonderlinge collectie: een zilveren si
garettendoos. een damcshaarborstcl van schild
pad. een wünglas en een klein bronzen beeld ie.
Op alle voorwerpen zat een dun laagje vettige
stof. Mün vriend wierp mü een si-elschen blik
toe.
Parry, onze specialiteit in vingerafdrukken,”
zoo begon hü. „beweert, dat al deze afdrukken
door één en dezelfde persoon zün gemaakt.”
„En ben je het daar niet mee eens’" vroeg ik.
„Neen. Johnnie, en wat meer zegt: ik wil
het er niet mee eens zün. Het is onmogelük.
dar een en dezelfde man al die afdrukken heeft
gemaakt.”
Ik zweeg geduldig, terwül hü me grünzend
aankeek. Na een poosje zei*hü:
.Luister nu eens goed en geef me dan eens
je meening over dit geval.”
Hü nam de sigarettendoos van de tafel.
„Voorwerp 1.” lachte hü- „Betreft den dla-
manten-diefstal van Culverstone. Je weet er
van?”
„Het leek heel eenvoudig." vervolgde hü. zon
der mün antwoord af te wachten; „de diaman
ten kroon van lady Culverstone werd uit de
safe gestolen, die zich in de bibliotheek bevindt
van lord Culverstones villa in Dartwood. We
stelden een onderzoek ter plaatse in en meen
den, dat we den dader aan zün manier van
werken kenden. Ik heb Je vroeger al eens ver
teld. dat iedere misdadiger zün eigen, speciale
manier van werken heeft: hü zet er z'n stempel
op, om het zoo eens te zeggen en dat wel op
een wüze. die even duidelük is alsof hü z'n
visitekaartje had achtergelaten. Neem nu dat
geval eens. Er zün diamanten gestolen; niets
anders. We kennen verscheidene jongens van
de vlakte, die alleen maar hun slag met dia
manten slaan. De diefstal werd bedreven om
drie uur des nachts; we weten dat, omdat men
toen leven heeft gehoord. De dief is binnenge
komen door een raam in de provisiekamer. Al
les werd heel keurig gedaan en alles wees er op
dat .Jantje met het handje” het gedaan moest
hbben. Er was echter één moeilükheid. Zooals
ik je al heb gezegd, is er leven gehoord; de in
breker heeft een stoel omgegooid en de huis
knecht. die naar beneden was gegaan, kwam
nog juist bütüds om de schim te zien van een
man. die door het raam van de provisiekamer
verdween. Hü kon hem niet grüpen. maar toch
y ang vóór dat Engeland er aan dacht
Britsch-Indië, Nederland Oost-Indië,
Frankryk Indo-Chlna te kolonlseeren.
waren de Portugeezen er in geslaagd d»n weg
naar Azië te vinden om Afrika heen. Bü hen
gingen onze zeevaarders in de leer, bü ben
moesten wü de reisroute achterhalen, bü hen
voor geld en goeie woorden een zeekaart zien
te bemachtigen. Zün de tochten onzer Indlë-
vaarders van belang, uit nationaal oogpunt, be-
langrüker waren de tochten der Portugeezen,
aan wie de eer toekomt voor Europa den weg
te hebben gebaand.
De rü der alles-durvende kerels, die met een
büna zekeren dood voor oogen in weinig ver
trouwenwekkende scheepjes stapten, om naar
onbekende landen te varen, werd geópend door
Bartholomeus Dias. Wel kwam hü niet heele-
maal in Indië aan, maar voorbü Kaap de
Goede Hoop kwam hü wel, en dit reeds was
voor koning Jan II van Portugal genoeg om
den eerstgekoeen naam „Cabo Formenfozo”
(Stormachtige Kaap) te veranderen in „Cabo
bona Esperanza”.
In 1497 gaat Vasco de Gama op weg, om den
tocht van Dias, van 1486, met hoop op meer
succes te beproeven.
Uit onkunde van hetgeen op zee te wachten
is, gaat Vasco met zün gezellen op reis in het
ongeschiktste jaargetü- Maanden dobberen ze
op den oceaan rond, om eindelük. na dagen
van gierenden storm zonder einde, na volkomen
windstilte, na verzengende hitte, in November
om de kaap heen, koers te zetten naar Mozam
bique. Van daaruit ging het naar de kust van
Malabar, waar In Mei 1498 de haven van Cali-
coet werd bereikt. Op zün weg vond Vasco de
Gama overal een vergevorderde beschaving, en
het contact, dat de Mohammedanen van Egypte
en Perzië uit met Indië hadoen. was niet ge
ring. Maar de zee-route was nu voor goed een
feit geworden, Europa kon beginnen met zich
van koloniën te voorzien.
Het gelukte Vasco de Gama niet reeds op de
eerste reis een nederzetting te vestigen, zün
vier kléine scheepjes waren niet genoeg voor
zien van het noodlge. terwül, al dlëéct de ach
terdocht en naüver der Mohammedanen hem
parten speelde bü den vorst van Malabar.
In Augustus 1499. dus meer dan twee jaar na
het vertrek, was onze ontdekker terug in Por
tugal. Nu zond de regeering eskader op eskader
uit om te beproeven vasten grond te krijgen in
Indië en handelsrelatiën te vestigen. Pidro
Cabral vertrok in Maart 1500 met 13 schepen,
hield te veel westelük aan. ontdekte per onge
luk Brazilië, plantte er de Portugeesche vlag,
ging daarop verder, om in Malabar te landen.
Opnieuw zaten hier de Mohammedanen den Por
tugeezen in het vaarwater, er kwam herrie,
men beschoot Calicoet, en kreeg een heel ryke
lading peper en gember mee naar huis van
eenige andere vorsten, nayverig op den vorst
van Malabar.
In 1502 was Vasco de Gama klaar voor een
tweede expeditie, die echter weer spoedig te
rug kwam met een «normen voorraad spece-
rüen. goud, paarlen en edelsteeneu, geroofd van
een Saraceensche vloot. Ook de Portugeezen
hebben Plet Heins in de familie gehad.
Nog voor dat de Gama terug was, gingen er
weer drie andere eskaders op weg. en het eerste
trof het geweldig. De vorst van Malabar had
dien van Cochin verdreven om zün sympa
thieën voor de Portugeezen en toen dezen dan
ook van die situatie kennis kregen, herstelden
ze hem in zün vroegere positie. Uit dankbaar
heid mochten de beschermers een sterkte aan
leggen. en zoo kregen de Portugeezen hun eer
ste stad in Indië: Santiago. Hier bleef nu, bü
de afvaart der vloot, Eduard Pereira met drie
schepen en honderd soldaten achter.
Wat de wanhoop vermag, als het den mensch
om zün leven gaat, grenst aan het ongeloofe-
lüke. Fantasie h)kt het, dat 40.000 soldaten niet
in staat zouden zün om een -troepje van een
paar hpnderd man onder den voet te loopen.
!K BEr-i daar C,E
A-’HT WE&5T MAAR OAAQ
KM KOMEN JUI-5T JAriTJE
7 EN JOOP MICBRIDGE
I AAN. LATEN WE OIE
JONGELUI EEN5 VRA-
GEN EN HOOREN WAT
\ZE ZEGGEN/ -
er niet op
de hoofdzaken zün. dat beide inbraken
op precies dezelfde wüze geschiedden, dat bü
beide precies dezelfde vingerafdrukken werden
gevonden en dat bü beide gevallen de dader
óók gezien is, toen hü vertrok. Maar in t eene
geval was hü groot, in ’t andere klein!”
Mün vriend zweeg en keek nadenkend voor
zich uit.
„Parry zal je vertellen. Johnny,” vervolgde
hü, „dat vingerafdrukken onweerlegbare ge
tuigen zijn. Er worden op de heele wereld geen
menschen gevonden, die dezelfde afdrukken
hebben. Als wy de afdrukken van iemands vin
gers in ons archief hebben en hü is zoo zorge
loos om ze op een of ander voorwerp achter te
laten? Dit is een geval, waarbü het feit, dat
geen twee menschen dezelfde vingerafdrukken
hebben, eer een hinderpaal dan een hulp
vormt!”
Ik stak een sigaret op
„Het lijkt me nogal eenvoudig." zei ik.
„Klaarblijkelük zün de vingerafdrukken opzet-
telük achtergelaten en in beide gevallen heeft
de dader zich eveneens opzettelük laten zien
om je speurders op een dwaalspoort te brengen.
Er zün tw*ee kerels, die inbreken; één laat de
afdrukken achter en laat zich soms ook zien,
terwül bü andere gelegenheden, de ander zich
laat zien
Kempstone stond op en begon de kamer op
en neer te loopen. „Inderdaad," begon hü. „een
paar van ons hebben ook al aan de mogelük-
held gedacht, die je daar net opperde. Maar het
kan niet; alles wüst. er op. dat er maar één
bü betrokken is
Ik dacht langen tüd na. Mijn vriend zette
tamelijk goed opnemen en hü beweert positief i nog steeds -zijn wandeling door de kamer voort.
het raam van de badkamer. Alles heel netjes
gedaan; geen rommel. We dachten ook hier
direct aan Jantje. Maar er waren twee dingen,
die eigenlük niet van hém konden zün: de af
drukken op den haarborstel en het gestommel,
waardoor de nachtportier van de flat gelegen
heid kreeg Jiem nog even te zien, toen hü weer
door 't raam verdween. En dit keer was het
geen groote man. Johnnie, maar iemand van
de grootte van Jantje zelf. Maar die vinger
afdrukken op den borstel waren, zooals ik al
zei, niet van hem. Maar wel waren ze precies
gelük aan die, welke we op de sigarettendoos
hebben gevonden! Dus gelük aan de vinger
afdrukken van den grooten man die lady Cul-
verton's diamanten kroon stal.
Dear stonden we weer voor een onoplosbaar
raadsel. Jantje had een prachtig alibi en onze
verdenking tegen hem werd zwakker We had
den absoluut geen bewyzen
„Die twee andere dingen hier" mün vriend
wees op de voor
werpen op tafel
„zün afkom
stig van dergelü-
ke gevallen. Ook
van recenten da- j
turn. Détails ko- i
men
aan:
Na een minuut of tien ging hy zitten en bleef
zwijgen.
„Zou het niet mogelük zün, dat....” zei ik.
Hü keek me hoopvol aan.
„Vertel eens, wat je denkt.”
Ik vertelde wat ik dacht? De hoopvolle uit
drukking verdween uit z'n oogen. Hü schudde
zün hoofd.
„Dat kan niet,” riep hü Uit.
„Dat moet je niet zoo gauw aeggen.” Het
klinkt een beetje ver gezocht, dat is zoo, maar
ik weiger toch te gelooven. dat het niet zou
kunnen. Weet je misschien ook, wat die lui.
die jullie nu als inbrekers kennejj. van hun vak
waren vóór ze gingen stelen?"
„Dat zou ik wei kunnen nbzien in onze re
gisters.” i
Tot mün genoegen bemerkte ik. dat mün
vriend, ofschoon hü nog niet 'bepaald enthou
siast was. toch in leder geval iets ging voelen
voor mün veronderstelling.
„Van Jantje weet ik het wel. Hü was graveur.
Toen hü den eersten keer met de politie in
aanraking kwam, was het voor chantage; hü
kreeg drie jaar en is toen van kwaad tot erger
vervallen. „M'n vriend keek me nadenkend aan.
„Maar zelfs, al had Je gelük. Joihnnle. dan zie
ik nog niet in, hoe we het moeten bewyzen.
Hü sou op heeterdaad moeten worden betrapt."
uw kamer een geneesmiddel kwam halen. Hebt)
u haar gezien?”
„Neen, münheer.”
„Wanneer vernam u haar zonderlingever-
dwüning?"
„Vanochtend, vóór het ontbüt, ontmoette ik
Molly in de hall. Zü vroeg mü hoe het met Han
nah ging. Dit vond ik een vreemde vraag en ik
vroeg, wat zü meende. Uit wat ik toen vernam,
begreep ik, dat het meisje weg was.”
„Wat besloot u hieruit?”
„Ik wist niet, wat ik er van denken moest."
.Kwam het idee van verraad niet bü u op?”
„Neen, münheer.”
„Bracht u dit feit niet in verband met den
moord op uw oom?"
„Toen wist ik immers nog niet, dat hü ver
moord was.”
,Kn later?”
„Toen dacht ik natuuriyk wel. dat Hannah
meer zou weten.”
„Kunt u ons iets vertellen over Hannah’s ver
leden?”
.Jfiet meer, dan mün nicht u reeds .vertelde."
„Waarom was zü s nachts zoo droevig?”
Eleonore werd rood van woede; was het om
den toon waarop deze vraag gesteld werd of om
de vraag zelf?
..Hannah nam mij op dat punt niet in haar
vertrouwen," antwoordde zü-
„U kunt ons ook niet zeggen waar zü heen
is gegaan?"
„Natuuriyk niet."
hem verliet. Uw deur stond open, u moet dus
gehoord hebben of er iemand naaf hem toe is
gegaan, of men geschoten heeft. Nu. hebt u iets
gehoord?”
„Neen, münheer, niets.”
„Neem mü niet kwalük, dat ik zoo aandring.
Juffrouw Leavenworth. Nog eens, hebt u werke-
lük niets gehoord?"
„Ja.... ik hoorde een deur sluiten."
„Welke deur?”
„De deur van de studeerkamer."
„Wanneer was dat?”
„Dat weet ik niet.... Maar waarom stelt u
toch al die vragen?" klaagde zü handenwrin
gend.
Ik sprong op, want zü wankelde. Maar voor
ik haar te hulp kon kom**n. had zü zich her
steld en haar gewone houding aangenomen.
sjmak zü. „Ik ben
Wat vroeg u ook
“15U mrfiaaL
Na langdurige onderzoekingen is de politie
er in geslaagd de Plovdiv, een geheime com
munistische organisatie, te ontdekken.
Ofschoon de politie echter de pers ontdekte,
waarop opruiende communistische pamfletten
werden gedrukt, is zü er nog niet in geslaagd,
de drukkers te arresteeren. Wel werdenver
scheidene verdachte communisten gearresteerd,
doch deze hebben gezworen, dat zü de indenti-
teit van de drukkers niet kennen, daar deze bü
het werk altüd maskers droegen.
In verscheidene andere plaatsen in Bulgarü'-
werden communistische organisaties ontdekt, en
in Sofia hebben herhaaldelijk communistische
onlusten plaats.
De communisten hebben na- de uitzetting van
de communistische leden uit de Sobranje hun
activiteit verhoogd en hun organisatie ver
beterd.
De autoriteiten vreezen dan ook. dat zü in
den aanstaanden winter gebruik zullen maken
van de algemeene ontevredenheid in Bulgarüe
om ernstige onlusten te verwekken.
ppgewekt.
nu weer
10