Avonturiers groot formaat WUl IZ 4 1 1 in n I. DE SCHOONE STOET. r DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS De ongeloovigen DE TOCHTEN VAN VASCO DE GAMA u DINSDAG 19 SEPTEMBER d’Alboquerque’» werk fj x>r Een boerderij cadeau! 11 I. Alle abonné’s'* DOOR ANNA K. GREEN 32 ali De vinger afdrukken HET GEVAL LEAVENWORTH Fha' ha' ANNIE GELOOFT m öpokefi. zei beweert dat F on OUDE HUI6J FEIT tJpOÖK-/ <HUIt> 15 De moeizame reizen der Portagee- *che zeevaarder» hebben voor Europa den weg gebaand naar vreemde landen Een concentratiekamp opgeheven I Geheime organisaties in Bulgarije AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I De 3£1 ten NIET, DAT ER i i ,v "Jij boven naar uw oom moet bitfk- tWordt vervolgd) t l it’— t t bet ech- WKOM, WAI 1 [WIL )F ME t*u p-IAKENO WEE7 )E DAN (1 -ruyt ram. rtige NS r«e- iden och. zen. sells pel- hem HIJ een tin e door nd«l oen- tspi- Ge- Arn- enr*. land en» ?ioen drie leed» HMt ver root- won. aren, ■rwijl xK»' ■1*1* ltd® den ren- riel- Em- reed van de 1 in iden «1de die nden 3em. r hg n is bij verlies van *n anderen vinger De paardje», die trapp’len In blijde candans Het rhythme der zonnige stoete Maar schooner cadans is Het hart’lijk hoera Om onze Vorstin te begroeteh! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) fiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiuiiniiiiitiiiiiiiiiimiHniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiR Langs een haag van vele menschen, Door een deining van hoera’s. Wordt de gouden koets getrokken, Met een sprookjesachtig waas. Want een échte Koninginne, En naar wijsheid èn naar stand. Rijdt op koninklijke wijze. Met den schepter in de hand! En een stoet van hovelingen, Goud behangen en betrest, Pluimboswuivend, sabelglanzend. En in houding op z’n best, Volgt weer onze Koninginne, Met prinsesje en gemaal. Naar de opening der Kamers Van de Staten Generaal! FEIT OÓAFJE ZO(J UIT LOO PEN. - zei Ik Je ..Kun Je hem niet In de val laten loopen?" vroeg ik. Hij haalde z’n schouders op. ..Daar houden we niet van. En het la ook niet zoo gemakkelUk, omdat Jantje onze man nen natuurlek allemaal kent. Maar als bü- voorbeeld Er klonk twijfel in zijn stem, maar de schit tering in z'n grijze oogen verried, dat hij zag. hoe graag ik het wilde doen. „Als ik je er een plelzier mee doe, wil ik Je wel helpen.” zei ik lachend. „Nou. goed dan. Luister. Hier in de stad komt binnenkort een actrice uit Zuid-Amerika logeeren. Er hebben al sensatloneele verhalen in de kranten gestaan over haar schitterende juweelen. Als onze mannen heel voorzichtig rondvertellen, dat ze geen bescherming van de politie adl hebben en dat ze haar sieraden ach teloos opbergt, en als Jij dan. die geen contact met de politie hebt, Je in haar kamer verdekt wilde opstellen, dan. „In orde,” zei ik. ,Jk doe het.” Een concentratie-kamp te Bremen is gesloten en de meeste gedetineerden zullen op een schip worden gebracht, dat daartoe is ingericht, en dat dicht by de plaats is gemeerd, waar de ge vangenen moeten werken. De gevaarlijke gevangenen en de felle .nti- Hitlerianen zullen in een oud fort buiten Bre men worden opgesloten. r LUISTER FEU 5 HAN6 IK ZEG JE. DAT HET IN DAT I OUDE HUKxóPOOKTj DE OUDE 5AM En BIJNAIEDEREEN ZEGGEN HE T.^/ „Hebt u er den sleutel af gehaald?" „Neen, mijnheer.” „Misschien hebt u wel bemerkt Juffrouw Lea venworth, dat de revolver voor u op de tafel ligt. Wilt u haar eens bekijken?" GEEN GEE6TEN EN5D0K.EN y ZIJN? y 'DAT IS K05TE -W lijk/ ZE HEB M BEN JE VOOR D&UF GEK GEHOUDEIT/^ PzöO, DENK JE DAT^ Ais JE OAN 200 ERG DAP. PER BENT DAN MOET JE OP EEN AVOND MAAR EENS haar OAT HUIt> GAAN i IK WED. DAT JE ER WEER OP Een melkboer te Gross-Luebers in Saksen heeft van Adolf Hitler een boerderij met 50 H.A. land gekregen, daar hü aan Hltley een foto had gezonden van zichzelf en negen zijner zoons, allen gekleed in het Nazi-unlforfn. De melkboer was sedert begin 1931 lid van de N.SD.A.P. De boerderij was door den eigenaar ter beschikking van Hitler gesteld, met verzoek haar aan een oud partijlied te schenken. üaM taai, laan, jsche liden Am- slrr- oorn, CL >tter- ihem agen. iren- sec. ern- Vier- Bil JA. ZULKE PEU TERó LOOPEN EU ALTIJD >N. Engeland er Nederland Indo-Chlna te maakt, vergat de kamer.” Zü zei niets; er kwam alleen een uitdrukking van diepe wanhoop op haar gezicht; het leek alsof zij ineen zou storten. Oogenblikkelijk ech ter kwam de reactie; met een weergalooze waar digheid riep zij uit: „Nu, en verder?" De coroner legde de revolver weer op tafel. De aanwezigen keken elkaar aan; iedereen leek bang om verder te gaan. Naast mü hoorde ik een onderejrukt gesteun. Mary Leavenworth, die plotseling zeer rood geworden was. verloor haar nicht niet uit het oog. Zij begon er zich blijk baar rekenschap van te geven, dat nog anderen behalve zij. iets onverklaarbaars vonden aan die vrouw. Toen vermande de coroner zich en ver volgde: „Juffrouw Leavenworth, u vroeg mij: „en ver der." Uw vraag noodzaakt mij te zeggen, dat geen enkele inbreker of gehuurde moordenaar de moeite genomen zou hebben om deze revol ver schoon te maken en nog minder, om haar opnieuw te laden en haar weer in de la te leg gen, waaruit hij haar genomen had." Zij antwoordde niets, maar ik zag, dat Gryce een aanteekening in zijn boekje zraooelde, het geen vergezeld ging van het hoofdknikje dat hem eigen was. .Niet iedereen.” voegde de coroner er aan toe, „kon zoo maar komen en gaan in de ka mer van „Neem mij niet kwalijk.” vanochtend mijzelf niet, weer?" „Ik vroeg u." antwoordde de coroner scherp want Eleonore’s gedrag wekte zijn wantrou wen op „hoe laat u de deur van^de studeer kamer hoorde sluiten." „Ik kan u niet precies zeggen hoe laat het was. Mynheer Harwell was pas boven en mjjn de'ir stond nog open." „En hebt u geen schot gehoord?” „Neen, mijnheer." De coroner keek de gezworenen aan, die oogenblikkelijk de oogen neersloegen. „Men heeft ons verteld Juffrouw Leaven worth. dat Hannah, een van de bedienden, in dat het een groote kerel was. En .jantje "met het handje” is kléin. Natuurlijk hebben we toch een paar man netjes naar hem toegestuurd, om hem te halen en hem rekening en verantwoording te laten afleggen van zijn doen en laten dien nacht. Hij gaf die verantwoording; Tiij had een schitterend alibi, dat met geen mogelijkheid uit elkaar te kriigen was. „En toen kwam die kwestie van die sigaret tendoos. De huisknecht van lord Culverstone beweert, dat die niet meer op de plaats stond waar hij ze des avonds had neergezet en dat er sigaretten uit gehaald waren. Dat is ook echt iets voor .Jantje” om zoo iets te doen. En op de doos waren vingerafdrukken. Hetgeen vreemd is. omdat Jantje altijd rubberhand- schoenen draagt. We vroegen Parry ze te on derzoeken; de afdrukken waren van geen be kende! En ook niet van iemand van lord Cul verstone's familie of personeel. We hebben ons gek geprakkiseerd, wie het gedaan kan hebben, maar we weten het niet. Mijn vriend legde de sigaretten-doos neer en nam den .haarborstel op. „Voorwerp 2. Het geval Thanet. Weer dia manten. Die van mevrouw Thanet. een Ameri- kaansche. Ze zijn gestolen uit haar flat te Ken sington, ongeveer vier uur des morgens. Entree: zün overblijfselen eeren door een waardige laatste rustplaats. Mjiar dan weigert de bevol king van Goa om de dierbare resten af te staan, en dan moet de Paus tusschen beide komen om een oplossing te verkrijgen. De Portugeezen gingen door met het maken van veroveringen; ze maakten zich van de Mo- lukken meester, nestelden zich in Cevlon. op de kust van Coromandel, op de Soenda-eilan- den. en knoopten handelsrelatiën aan met China en Japan. Maar geen onderkoning bleek in staat d'Alboquerque te doen vergeten. Hij was de avonturier in groot formaat, niet ge brand door lage begeerten, niet geschonden door kruideniers-gedachten. Na hem daalde langzaam het aanzien der Portugeezen, hun winzucht werkte grove misbruiken in de hand, de koloniën waren spoedig voor veel bereke nende geesten een plaats waar men in den kortst mogelUken tijd, met de gemakkeljjkste middelen, de hoogst mogeljjke winsten en ver mogens gaat verzamelen. Diep bederf drong in de Portugeesch-Indi sche samenleving door en daardoor kregen de waarlijk weinig minder baatzuchtige Hollan ders en Engelschen op hun beurt de kans om ook een deel van den kolonialen buit te ver overen. Ulllllll Heden waait alweer de driekleur, Als een uiting van gezag. Heden is het toch voor Neerland Méér dan een gewone dag! Want vandaag glanst onze Hofstad Zeer in uiterlijke praal; 't Is de opening der Kamers Van de Staten Generaal! torjjen, zij begonnen diplomatieke weefsels te spinnen met de vele kleine en groote bazen in het land van de zon en den olifant. En die on derkoning? Romantiek en tragiek lag voor lederen burger op het levenspad als hl) het in die dagen waagde naar verre lanoen te .’elzen. Almeiaa verloor zjjn zoon in den strijd, zelf viel hjj op den terugtocht naar Portugal in handen van een bende Hottentotten. Wjj noemen J. P. Coen terecht den grond vester van het Nederlandsch gezag in Insulin- de. Dezelfde functie heeft Alfons d'Alboquerque voor de Portugeezen bekleed. Geoefend in de practjjk door jarenlangen dienst, was zijn eer ste groote daad het breken van den Invloed, door den Shah van Perzlë in Indlë uitgeoefend. HU dwong door de verovering van het eiland Ormus den daar zetelenden heerscher schat ting te betalen. Doch Oostersche list en trou weloosheid van eigen bevelhebbers maakten dit eerste voordeel weer spoedig ongedaan. Nu zwoer hU Ormus te onderwerpen en niet eerder zou hU naar den coiffeur gaan om zich te laten scheren. Zyn baard had den tijd te groeien, want Alboquerque kreeg eerst heel wat ander werk te verrichten. HU stichtte, door verove ring, een regeeringscentrum te Goa. van waar uit het Portugeesch gezag zich steeds meer over Indië zou verspreiden (1510). Het jaar daarop viel Malakka in zUn handen, waar de vorsten uit Siam. Java en Sumatra hem hun gezanten zonden. HU was de sterke man; door hem dong het Oosten naar de vriendschap van den Por- tugeeschen koeling. Nog altUd groeide welig de baard op Albo- querques gezicht, zUn eed moest hU nog ge stand doen, Ormus moest nog worden veroverd. Want die baard werd lastig; was meer dan een halven meter lang geworden. hU hing tot over zUn gordel. De koning van Ormus voelde zich sterk achter zUn vestingen, gesteund door de Perzen, jgesteund ook door de 'Venetianen, die van de Portugeezen in Indië alleen armer kon den worden. Maar zUn woord hield hU. Ormus cafiltuleerde. Alboquerque kon zich weer rustig scheren. Het was zUn laatste succes. ZUn roem kende geen grenzen meer, en dat is ongelukkig, want dan komt er een heel venUnige vorm knagen aan het hart van een koning. Dan fluisteren talloos veel benijders. die den zenuw trek op het gezicht van den vorst zien en be- grUpen. als Alboquerque ter sprake komt, aan een luistergraag oor. hoe hoog ZUn Excellentie de onderkoning wordt geëerd. „Zelfs uit Abes- sinië is een schitterend gezantschap naar Goa gekomen, niet naar Lissabon, om wel den on derkoning. niet den koning1 zelf, kostbare ge schenken aan te bieden." „Dit ts de laatste brief, Segnor! dien ik aan uw hoogheid, onder doodelUke stuiptrekkingen, schrijf. Zoo vele heb ik er u geschreven met een vroolUk hart, telkens als het geluk met rmj was om u diensten te bewUzen. Ik neb in dit land een zoon: Bias d’Alboquerque. Ik smeek uw hoogheid hem de vruchten van zijns vaders verdiensten niet te onthouden. Wat Indië be treft, dat zal voor zich zelf en voor mU ge tuigen." Romantiek en tragiek. De onderkoning van Indië. op weg naar het moederland, stervend in angst voor het lot van zUn jongen, koning, bewust of onbewust, benoemde tot sun opvolgers twee menschen, door d’Alboquerque eertUds wegens misdaden de kolonie uitgezon den. Zü komen terug, hun levenstaak, hun wraak, is gelukt, zü zullen hun ouden bevel hebber vervangen, zij verschünen voor hem met hun aanstelling in den zak. Arm Indië. zucht d'Alboquerque, arme koning. arm Por tugal! Ja, maar ook: arme kerel van een d'Albo querque. Wat 'een leed moet zqn ziel hebben geschroeid, toen hü daar lag te sterven op dat schip in de haven van Goa! Het was den 16en Sept., toen een der edel-,.- ste en onbaatzuchtigste van Portugals zonen stierf. Hü was niet alleen de vechtjas zond?r meer, hü was de vader züner soldaten, die hem betreurden als een zorgzaam aanvoerder. Hü was de vriend dér burgers van de door hem bedwongen en veroverde steden, door te z->rgen voor een goede politie, een goede wetgeving, een menschelüke behandeling, een Uverige schaar missionarissen. Vele jaren na zün dood, als in het moederland het leven van dezen held algemeen bekend wordt, dan, wil men tenminste .-or on dtt blad zUn Ingevolge de verzekerlngevoorwaarden tegen f blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f ’7C(l bü een ongeval met f O Cf) bü verlies van een hand f 94T oü verllee van een f Cfi bij een breuk van f Nfl ^gév.nèn rerreireM v^or een der volgende uitkeerlngen «Jl/l/l/.-verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeluken afloop ÏÜV.- een voet of een oog I 1 duim of wüavlnger I O(Z.”been of uraJ ‘H/.- ,Afag ik u den naam van dien heer vragen?” „Op het kaartje stond den naam Le Roy Robbins.” Het voorval was van weinig beteekenis; een schok van mUn buurvrouw evenwel prentte het in mün geheugen.” „Hebt u de gewoonte uw deur te laten open staan, als u op uw kamer bent?” „Neen, mnüheer, dat is mün gewoonte niet.” „Waarom stond z(j dan gisteren open?” „Omdat ik het warm had." „Is dat de eenige reden?" „Wanneer hebt u haar weer gesloten?" „Toen ik naar bed ging.” „Voor- of nadat de bedienden «’aren gegaan?" „Daarna." „Hoorde u mynheer Harwell naar zün kamer gaan, nadat hü uw oom verlaten had?” „Ja, münheer." j „Hoe lang, hebt u daarna uw deur nog open gelaten?" „Ik.... eh.... een paar minuten.... Ik weet het werkt luk niet," voegde zü er aan toe, vol komen in de war. „U weet het niet? Hml Langer dan tien mi nuten?" „Ja.” „Langer dan twintig?" „Misschien teel." Zü was bleek en beefde. „Juffrouw deavenworth baar gedood aun, even nadat münheer Harwell münheer Leavenworth. Niet iedereen kon op een tamelük laat uur bü hem binnen komen, de revolver nemen en zoo dicht als noo- dig was den verslagene naderen, zonder dat De actrice, die bü het schouwburg bezoekend publiek bekend stond onder den naam Flore Kennevore, had een gemeubileerde flat ergens in Kensington gehuurd. Ik bracht haar een bezoek en nadat ik haar had verteld, waar het om ging, was zü direct bereid haar medewer king te verleenen. Ik kon me een paar nachten achtereen achter een gordün in haar eet kamer verbergen, in welk appartement zü, over eenkomstig hetgeen de mannen van mUn vriend hadden rondverteld, haar Juweelen op borg. Aan mü vertelde ze echter in vertrou wen. dat de steenen, die ze daar bewaarde, imitaties waren en dat ze de echte veilig in een safe op haar bank had geborgen! Drie nachten bracht ik in die eetkamer door. Ik verveelde me doodeljjk achter het gordijn, want wat er ook kwam, een dief niet. Den vier den nacht was ik even ingedommeld, toen ik omstreeks drie uur door een licht geluld ont waakte. Ik wachtte, terwül iedere zenuw in mU gespannen was. Ik hoorde sluipende schreden op de gang en even later het openen van de deur der eetkamer. Glurend door een spleet tusschen de gordünen. waarachter Ik stond, zag ik, hoe er een straal licht gleed langs den muur tegenover mü Tenslotte viel het licht op het schrijfbureau dat in een hoek stond. Ik zag een man er heen loopen; hü forceerde het slot op meesterlüke wüze. zonder ook maar een enkel geluid te ver oorzaken. Na eenige oogenblikken had hU h*t bureau open en doorzocht het. Hü Met alias liggen zooals het lag en stak alleen een pain- met leer bekleede doosjes in z’n zakken. Toen sloot hü het bureau weer en liep op z’n teenan naar de deur. Daar bleef hü echter even staan, fereep een stoel en wierp dien met een smak tegen den grond. Daarop wachtte hü nog een oogenbllk en luisterde of het lawaai niet iemand wakker had gemaakt.... Ik boog me voorover voor een sprong, schoot uit m’n schuilplaats en sprong op zün rug. Met een bons viel hü op den grond en eer hü zich vrü had kunnen worste len, had ik hem de handboeien aangedaan, die ik van Kempstone had geleend. Daarna knipte ik' het licht aan en nam mün gevangene eens op. Het was een klein kereltje. „Zoo Jantje." begon ik, „dit keer ben Je dus zelf gekomen inplaats van je collega te sturen.” Hij gromde wat. Ik ging naar het raam en het politiefluitje nemend, dat mün vriend mü ook ter leen had gegeven, blies ik het signaal dat we hadden afgesproken. In eqn oogwenk was mün vriend met z'n mannen in de kamer. Ook Parry, de specialist in vingerafdrukken was er bU „Goeden avond. Jantje,” zei mln vriend op gewekt. Ik had het dus toch wel bü het rechte eind, al had je nog zooveel alibi's. En” hü nam een der handen van den gevangene, onder zocht den gummi-handschoen. die er aan zat en wees op mü „deze münheer hier, die je zoo fün gearresteerd heeft, had het óók bü T rechte einde. „Ik weet het niet zeker. Parry," gink hü voort, zich tot dezen wendend, „maar ik geloof, dat als je deze handschoenen met Je prachtige vergrootglazen en andere instrumen ten nauwkeurig onderzoekt. Je zult ontdekken, dat de toppen er van bedekt zUn met vinger afdrukken, niet yan „Jantje”, maar van iemand anders, dien we niet kennen: dezelfde afdruk ken, die we hebben gevonden op de voorwer pen, welke we hebben meegenomen uit de hul zen, waar den laatsten tüd werd ingebroken. En ik ben er nü zeker van, dat we ook gauw genoeg z'n collega zullen vinden, met wien hij afwisselend werkt. Dat kan niemand anders zün dan „Lange Heintje"....” En zoo was het ook; deze zelfs omkeek; en dit is gebeurd, zooals blijkt uit de verklaring van den dokter.” Iedereen keek naar Eleonoie en verwachtte haar te zien schrikken. Maar het was Mary, die haar verontwaardiging toonde. Zü sprong op en wierp een boozen blik om zich heen. Zü opende de lippen om te spreken. Maar Eleonore maande haar door een beweging tot kalmte aan en antwoordde langzaam en koel: „Bent u er zeker van. dat alles zoo gegaan is? Indien ndjn oom gisteren de revolver had afge schoten hetgeen heel goed mogelük is zou men dan niet dezelfde resultaten gekregen heb ben en zou u er dan niet dezelfde conclusies uit getrokken hebben?” „Juffrouw Leavenworth,” vervolgde dé coro ner, „men heeft den kogel uit het hoofd van uw oom verwüderd en hü was volkomen gelük aan de patronen waarmee de revolver geladen was.” Eleonore verborg het hoofd in de handen; zü leek ontmoedigd en ter neer geslgen. Toen de coroner dit zag, werd hü nog strenger en zei: .Juffrouw Leavenworth, ik heb u verschillen de vragen te stellen over dén afgeloopen nacht. Waar was u gisterenavond?” ,Jk was alleen op mün eigen kamer.” „Toch hebt u uw oom en uw nicht nog ge zien?” ..Neen, münheer; na het diner heb ik nie mand meer gezien behalve Thomas." voegde zü er na een korte pauze aan toe. „Wat kwam hü bü u doen?" ,HÜ bracht mü het naamkaartje van een heer cHe mii wenschte te SDreken*'* Fantasie lükt het. dat de vorst van Malabar. na 18.000 man verloren te hebben, den strüd zes maanden ziet gerekt en dan gedwongen is schandelük af te trekken. Maar de historie wemelt van fantastische verhalen en ze zün werkelükheid. Treft men geen gitzwarte voor beelden aan van. wankele vorstengunst en mis selijke ondankbaarheid? Stïèrf Columbus niet in armoe? Is Balboa niet afgemaakt? Werd Cortez niet in vergetelheid ^stort nadat hü Mexico had veroverd? Ook Pereira trof dit lot. Intriges brachten hem in den kerker, men sprak niet meer over den held van Santiago, die eens met onbeschrüfelük enthousiasme door Lissabons straten trok, om de hulde van een volk en een koning voor dapperheid en eenvoud in ontvangst te nemen. Niet hü werd de eerste onderkoning van Indië, daarvoor kwam een gunsteling van den koning. Frans van Almeida, in aanmerking. Deze onderkoning en zün zoon hebben op hun beurt hetzelfde Instrument ?»n <onversaagden moed bespeeld. Zü begonnen de kusten te blokkeeren met sterkbewapende fac- De coroner gaf haar het wapen. Indien hü het meisje had willen doen schrikken, dan was hü er volkomen in geslaagd. Bü het zien van de revolver week zü vlug achteruit en een uit roep van afschuw, dien zü oogenblikkelük on derdrukte. ontsnapte aan haar lippen. „O! Neen! Neen!" kreunde zü. terwül zü de handen afwerend uitstak. „Ik sta er op. dat u het wapen bekükt," ver volgde de coroner, „daarstraks, toen men het gevonden” heeft, waren alle kamers geladen.” Bü het hooren van die woorden verdween de angstige trek van haar gelaat. „O. dan....” Zü maakte den zin niet af, maar stak haar hand uit, om het wapen te pakken. Maar de co roner keek haar strak aan en vervolgde: „Niettemin heeft men het onlangs afgescho ten. De hand, die den loop heeft schoonge- oen ik de vorige week op een avond bü mün vriend inspecteur Kempstone op be zoek kwam, zat hü aan de tafel, waarop een aantal voorwerpen lagen, die hü oezig was door middel van een sterk vergrootglas te on derzoeken. „Bonsoir, ouwe jongen,” „Welke moeilükheden houden bezig?” Hü keek me peinzend aan. .Een erg Ingewikkeld geval, Johnnie. Veel te ingewikkeld voor jou Ga JU maar naar huis en ga daar puzzles en kruisraadsels oplossen.” Ik antwoordde niet en keek naar de voor werpen die hü bezig was te onderzoeken. Het was een zonderlinge collectie: een zilveren si garettendoos. een damcshaarborstcl van schild pad. een wünglas en een klein bronzen beeld ie. Op alle voorwerpen zat een dun laagje vettige stof. Mün vriend wierp mü een si-elschen blik toe. Parry, onze specialiteit in vingerafdrukken,” zoo begon hü. „beweert, dat al deze afdrukken door één en dezelfde persoon zün gemaakt.” „En ben je het daar niet mee eens’" vroeg ik. „Neen. Johnnie, en wat meer zegt: ik wil het er niet mee eens zün. Het is onmogelük. dar een en dezelfde man al die afdrukken heeft gemaakt.” Ik zweeg geduldig, terwül hü me grünzend aankeek. Na een poosje zei*hü: .Luister nu eens goed en geef me dan eens je meening over dit geval.” Hü nam de sigarettendoos van de tafel. „Voorwerp 1.” lachte hü- „Betreft den dla- manten-diefstal van Culverstone. Je weet er van?” „Het leek heel eenvoudig." vervolgde hü. zon der mün antwoord af te wachten; „de diaman ten kroon van lady Culverstone werd uit de safe gestolen, die zich in de bibliotheek bevindt van lord Culverstones villa in Dartwood. We stelden een onderzoek ter plaatse in en meen den, dat we den dader aan zün manier van werken kenden. Ik heb Je vroeger al eens ver teld. dat iedere misdadiger zün eigen, speciale manier van werken heeft: hü zet er z'n stempel op, om het zoo eens te zeggen en dat wel op een wüze. die even duidelük is alsof hü z'n visitekaartje had achtergelaten. Neem nu dat geval eens. Er zün diamanten gestolen; niets anders. We kennen verscheidene jongens van de vlakte, die alleen maar hun slag met dia manten slaan. De diefstal werd bedreven om drie uur des nachts; we weten dat, omdat men toen leven heeft gehoord. De dief is binnenge komen door een raam in de provisiekamer. Al les werd heel keurig gedaan en alles wees er op dat .Jantje met het handje” het gedaan moest hbben. Er was echter één moeilükheid. Zooals ik je al heb gezegd, is er leven gehoord; de in breker heeft een stoel omgegooid en de huis knecht. die naar beneden was gegaan, kwam nog juist bütüds om de schim te zien van een man. die door het raam van de provisiekamer verdween. Hü kon hem niet grüpen. maar toch y ang vóór dat Engeland er aan dacht Britsch-Indië, Nederland Oost-Indië, Frankryk Indo-Chlna te kolonlseeren. waren de Portugeezen er in geslaagd d»n weg naar Azië te vinden om Afrika heen. Bü hen gingen onze zeevaarders in de leer, bü ben moesten wü de reisroute achterhalen, bü hen voor geld en goeie woorden een zeekaart zien te bemachtigen. Zün de tochten onzer Indlë- vaarders van belang, uit nationaal oogpunt, be- langrüker waren de tochten der Portugeezen, aan wie de eer toekomt voor Europa den weg te hebben gebaand. De rü der alles-durvende kerels, die met een büna zekeren dood voor oogen in weinig ver trouwenwekkende scheepjes stapten, om naar onbekende landen te varen, werd geópend door Bartholomeus Dias. Wel kwam hü niet heele- maal in Indië aan, maar voorbü Kaap de Goede Hoop kwam hü wel, en dit reeds was voor koning Jan II van Portugal genoeg om den eerstgekoeen naam „Cabo Formenfozo” (Stormachtige Kaap) te veranderen in „Cabo bona Esperanza”. In 1497 gaat Vasco de Gama op weg, om den tocht van Dias, van 1486, met hoop op meer succes te beproeven. Uit onkunde van hetgeen op zee te wachten is, gaat Vasco met zün gezellen op reis in het ongeschiktste jaargetü- Maanden dobberen ze op den oceaan rond, om eindelük. na dagen van gierenden storm zonder einde, na volkomen windstilte, na verzengende hitte, in November om de kaap heen, koers te zetten naar Mozam bique. Van daaruit ging het naar de kust van Malabar, waar In Mei 1498 de haven van Cali- coet werd bereikt. Op zün weg vond Vasco de Gama overal een vergevorderde beschaving, en het contact, dat de Mohammedanen van Egypte en Perzië uit met Indië hadoen. was niet ge ring. Maar de zee-route was nu voor goed een feit geworden, Europa kon beginnen met zich van koloniën te voorzien. Het gelukte Vasco de Gama niet reeds op de eerste reis een nederzetting te vestigen, zün vier kléine scheepjes waren niet genoeg voor zien van het noodlge. terwül, al dlëéct de ach terdocht en naüver der Mohammedanen hem parten speelde bü den vorst van Malabar. In Augustus 1499. dus meer dan twee jaar na het vertrek, was onze ontdekker terug in Por tugal. Nu zond de regeering eskader op eskader uit om te beproeven vasten grond te krijgen in Indië en handelsrelatiën te vestigen. Pidro Cabral vertrok in Maart 1500 met 13 schepen, hield te veel westelük aan. ontdekte per onge luk Brazilië, plantte er de Portugeesche vlag, ging daarop verder, om in Malabar te landen. Opnieuw zaten hier de Mohammedanen den Por tugeezen in het vaarwater, er kwam herrie, men beschoot Calicoet, en kreeg een heel ryke lading peper en gember mee naar huis van eenige andere vorsten, nayverig op den vorst van Malabar. In 1502 was Vasco de Gama klaar voor een tweede expeditie, die echter weer spoedig te rug kwam met een «normen voorraad spece- rüen. goud, paarlen en edelsteeneu, geroofd van een Saraceensche vloot. Ook de Portugeezen hebben Plet Heins in de familie gehad. Nog voor dat de Gama terug was, gingen er weer drie andere eskaders op weg. en het eerste trof het geweldig. De vorst van Malabar had dien van Cochin verdreven om zün sympa thieën voor de Portugeezen en toen dezen dan ook van die situatie kennis kregen, herstelden ze hem in zün vroegere positie. Uit dankbaar heid mochten de beschermers een sterkte aan leggen. en zoo kregen de Portugeezen hun eer ste stad in Indië: Santiago. Hier bleef nu, bü de afvaart der vloot, Eduard Pereira met drie schepen en honderd soldaten achter. Wat de wanhoop vermag, als het den mensch om zün leven gaat, grenst aan het ongeloofe- lüke. Fantasie h)kt het, dat 40.000 soldaten niet in staat zouden zün om een -troepje van een paar hpnderd man onder den voet te loopen. !K BEr-i daar C,E A-’HT WE&5T MAAR OAAQ KM KOMEN JUI-5T JAriTJE 7 EN JOOP MICBRIDGE I AAN. LATEN WE OIE JONGELUI EEN5 VRA- GEN EN HOOREN WAT \ZE ZEGGEN/ - er niet op de hoofdzaken zün. dat beide inbraken op precies dezelfde wüze geschiedden, dat bü beide precies dezelfde vingerafdrukken werden gevonden en dat bü beide gevallen de dader óók gezien is, toen hü vertrok. Maar in t eene geval was hü groot, in ’t andere klein!” Mün vriend zweeg en keek nadenkend voor zich uit. „Parry zal je vertellen. Johnny,” vervolgde hü, „dat vingerafdrukken onweerlegbare ge tuigen zijn. Er worden op de heele wereld geen menschen gevonden, die dezelfde afdrukken hebben. Als wy de afdrukken van iemands vin gers in ons archief hebben en hü is zoo zorge loos om ze op een of ander voorwerp achter te laten? Dit is een geval, waarbü het feit, dat geen twee menschen dezelfde vingerafdrukken hebben, eer een hinderpaal dan een hulp vormt!” Ik stak een sigaret op „Het lijkt me nogal eenvoudig." zei ik. „Klaarblijkelük zün de vingerafdrukken opzet- telük achtergelaten en in beide gevallen heeft de dader zich eveneens opzettelük laten zien om je speurders op een dwaalspoort te brengen. Er zün tw*ee kerels, die inbreken; één laat de afdrukken achter en laat zich soms ook zien, terwül bü andere gelegenheden, de ander zich laat zien Kempstone stond op en begon de kamer op en neer te loopen. „Inderdaad," begon hü. „een paar van ons hebben ook al aan de mogelük- held gedacht, die je daar net opperde. Maar het kan niet; alles wüst. er op. dat er maar één bü betrokken is Ik dacht langen tüd na. Mijn vriend zette tamelijk goed opnemen en hü beweert positief i nog steeds -zijn wandeling door de kamer voort. het raam van de badkamer. Alles heel netjes gedaan; geen rommel. We dachten ook hier direct aan Jantje. Maar er waren twee dingen, die eigenlük niet van hém konden zün: de af drukken op den haarborstel en het gestommel, waardoor de nachtportier van de flat gelegen heid kreeg Jiem nog even te zien, toen hü weer door 't raam verdween. En dit keer was het geen groote man. Johnnie, maar iemand van de grootte van Jantje zelf. Maar die vinger afdrukken op den borstel waren, zooals ik al zei, niet van hem. Maar wel waren ze precies gelük aan die, welke we op de sigarettendoos hebben gevonden! Dus gelük aan de vinger afdrukken van den grooten man die lady Cul- verton's diamanten kroon stal. Dear stonden we weer voor een onoplosbaar raadsel. Jantje had een prachtig alibi en onze verdenking tegen hem werd zwakker We had den absoluut geen bewyzen „Die twee andere dingen hier" mün vriend wees op de voor werpen op tafel „zün afkom stig van dergelü- ke gevallen. Ook van recenten da- j turn. Détails ko- i men aan: Na een minuut of tien ging hy zitten en bleef zwijgen. „Zou het niet mogelük zün, dat....” zei ik. Hü keek me hoopvol aan. „Vertel eens, wat je denkt.” Ik vertelde wat ik dacht? De hoopvolle uit drukking verdween uit z'n oogen. Hü schudde zün hoofd. „Dat kan niet,” riep hü Uit. „Dat moet je niet zoo gauw aeggen.” Het klinkt een beetje ver gezocht, dat is zoo, maar ik weiger toch te gelooven. dat het niet zou kunnen. Weet je misschien ook, wat die lui. die jullie nu als inbrekers kennejj. van hun vak waren vóór ze gingen stelen?" „Dat zou ik wei kunnen nbzien in onze re gisters.” i Tot mün genoegen bemerkte ik. dat mün vriend, ofschoon hü nog niet 'bepaald enthou siast was. toch in leder geval iets ging voelen voor mün veronderstelling. „Van Jantje weet ik het wel. Hü was graveur. Toen hü den eersten keer met de politie in aanraking kwam, was het voor chantage; hü kreeg drie jaar en is toen van kwaad tot erger vervallen. „M'n vriend keek me nadenkend aan. „Maar zelfs, al had Je gelük. Joihnnle. dan zie ik nog niet in, hoe we het moeten bewyzen. Hü sou op heeterdaad moeten worden betrapt." uw kamer een geneesmiddel kwam halen. Hebt) u haar gezien?” „Neen, münheer.” „Wanneer vernam u haar zonderlingever- dwüning?" „Vanochtend, vóór het ontbüt, ontmoette ik Molly in de hall. Zü vroeg mü hoe het met Han nah ging. Dit vond ik een vreemde vraag en ik vroeg, wat zü meende. Uit wat ik toen vernam, begreep ik, dat het meisje weg was.” „Wat besloot u hieruit?” „Ik wist niet, wat ik er van denken moest." .Kwam het idee van verraad niet bü u op?” „Neen, münheer.” „Bracht u dit feit niet in verband met den moord op uw oom?" „Toen wist ik immers nog niet, dat hü ver moord was.” ,Kn later?” „Toen dacht ik natuuriyk wel. dat Hannah meer zou weten.” „Kunt u ons iets vertellen over Hannah’s ver leden?” .Jfiet meer, dan mün nicht u reeds .vertelde." „Waarom was zü s nachts zoo droevig?” Eleonore werd rood van woede; was het om den toon waarop deze vraag gesteld werd of om de vraag zelf? ..Hannah nam mij op dat punt niet in haar vertrouwen," antwoordde zü- „U kunt ons ook niet zeggen waar zü heen is gegaan?" „Natuuriyk niet." hem verliet. Uw deur stond open, u moet dus gehoord hebben of er iemand naaf hem toe is gegaan, of men geschoten heeft. Nu. hebt u iets gehoord?” „Neen, münheer, niets.” „Neem mü niet kwalük, dat ik zoo aandring. Juffrouw Leavenworth. Nog eens, hebt u werke- lük niets gehoord?" „Ja.... ik hoorde een deur sluiten." „Welke deur?” „De deur van de studeerkamer." „Wanneer was dat?” „Dat weet ik niet.... Maar waarom stelt u toch al die vragen?" klaagde zü handenwrin gend. Ik sprong op, want zü wankelde. Maar voor ik haar te hulp kon kom**n. had zü zich her steld en haar gewone houding aangenomen. sjmak zü. „Ik ben Wat vroeg u ook “15U mrfiaaL Na langdurige onderzoekingen is de politie er in geslaagd de Plovdiv, een geheime com munistische organisatie, te ontdekken. Ofschoon de politie echter de pers ontdekte, waarop opruiende communistische pamfletten werden gedrukt, is zü er nog niet in geslaagd, de drukkers te arresteeren. Wel werdenver scheidene verdachte communisten gearresteerd, doch deze hebben gezworen, dat zü de indenti- teit van de drukkers niet kennen, daar deze bü het werk altüd maskers droegen. In verscheidene andere plaatsen in Bulgarü'- werden communistische organisaties ontdekt, en in Sofia hebben herhaaldelijk communistische onlusten plaats. De communisten hebben na- de uitzetting van de communistische leden uit de Sobranje hun activiteit verhoogd en hun organisatie ver beterd. De autoriteiten vreezen dan ook. dat zü in den aanstaanden winter gebruik zullen maken van de algemeene ontevredenheid in Bulgarüe om ernstige onlusten te verwekken. ppgewekt. nu weer 10

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7