een tekort Maatregelen ter dekking I 190 millioen Rijksbegrooting met een ceKort van De Salariskorting Grootte van het tekort van Wegwerking het tekort T 4 INSTELLING OP LAGER NIVEAU N00DIG In totaal wordt door nieuwe belastingen gevonden een bedrag van WOENSDAG 20 SEPTEMBER 11S millioen gulden Bezuinigingen leveren 75 millioen op Premier H. Colijn Minister P. J. Oud zoodat het tekort zrfl bedragen f 267.087.974 van II. Nieuwe middelen fl. 190.689.974. f eener f 20.000.000 inkom- f 115.519 .000 salarissen 12.000.000 20.000.000 en 3.500.000 f 75.150.000 fl. 190.669.000. Tegen de werkloosheid Hoe het zoover kwam Nieuwe economische gezichtspunten Kloosterlingen vooral getroffen De uitgaven zullen in 1934 bedragen de inkomsten daarentegen slechts Salarisverlaging voor het rijks personeel met 5 pCt. en een verhoogde korting voor ongehuwden „Roven het belang der afzonder lijke groepen staat het belang van ons heele volk 8.400.000 15.750.000 Handhaving van den gouden standaard 730.534.792 436.446.818 door: 9.000.000 A/Tinister Oud wijkt bq het opmaken der begrooting x1934 in zóóverre af van de methoden, door zjjn voorgangers gevolgd, dat hij zijn cijfers geheel baseert op den toestand van het oogenblik. Zonder dus rekening te houden met nog te nemen maatregelen komt bjj tot de vol gende conclusie:* Bij handhaving van alle be lastingen honderd-negentig millioen wijziging van stenbelasting nieuwe verkeersfonds-hef fingen Handhaving van tijdelijke heffingen, die in 1934 zouden vervallen waarmee de begroeting dus vrjjwel sluit. III. Vermindering van uitgaven Rijk en gemeenten Dit tekort zal worden gedekt door de volgende maat regelen Alle belastingen, welke thans reeds gelden, ook die welke slechts tot 1 Januari of 1 Mei 1934 zouden wor den geheven, blijven gehandhaafd. Voor de belastingen die in 1934 eigenlijk zouden vervallen, wordt de opbrengst geraamd op 76.398.000.Trekt men dit bedrag af het bovengenoemde begroo tingstekort, dan komt met den minister tot de conclusie, dat: II. Verhooging van heffing eener omzetbelasting heffing van: een couponbelasting, een belasting op goederen in de doode hand, een crisis-inkomste nbelasting, een verhooging van den tabaksaccijns een accijns op gebrande koffie in totaal het tarief der In totaal wordt dus gevonden door nieuwe maatrege len 115.519.000 j 75.150.000.— inkomsten, te verkrijgen door: 85.000.000 uitgaven te verkrijgen f Loonen en bij handhaving van den bestaanden belastingdruk het nadeelig saldo op den dienst van 1934 zal bedragen: 111. Verlaging van nieuwe bezuinigingen op onderwijs besparing op defensie (waartoe pas de commissie Idenburg is in gesteld) bezuiniging bij Waterstaat: a. vermindering van het spoorw.tekort b. bezuiniging bij wegen- en brug genbouw vermindering der uitkeerlngen aan de gemeenten salarisverlaging 3 I 1 s 3 660.000 n 7 800 000 H 6.040 000 4 143000 2.640.000 den accüns op 260.000 3.000000 men 215000 Totaal 27.758000 85.000.000 f 1.625.000 20.000.000 780.000 5100.000 5.000.000 1.519.000 645.000 I13.150.000 Totaal 1106219.000 •a ten bate van het Gemeentefond» I 99 3290.000 16.260.000 99 wegen 16.280000 Totaal 99 99 99 raming van de belasting-opbrengst voor 1934. 267.087274 dus een tekort van: A. Geheven ten bate van de Alsem. Middelen 400 000 1230 000 1700.000 8500000 19230000 Totaal Groote veranderingen sullen daarom moeten ROOK NIET IN BOSCH OF HEI In de mlllloenennota wordt naast een geheel andere salarisregeling, welke op 1 Jan. 1935 In werking zal moeten treden, voorgesteld voor den duur van het jaar 1934 bog weer een tijdelijke korting op te leggen. Deze zou bestaan In eet} verhoo- glng der bestaande korting met 5 pct. van bet salaris voor alle ambtenaren. Verder een verhoogde voor de ongehuwde ambte naren zoodanig, dat de thans reeds toege paste vermindering van 3 pet. na den 25- jarigen leeftijd telken jare met 1 pet. wordt verhoogd, zoodat die vermindering van 32- jarigen en ouderen 10 pet. zal bedragen. We hoeven het ons niet te ontveinzen, dat deze korting het ernstigst drukken zal op onze religieuze onderwijzers en onder wijzeressen, die in salaris bij hun in de wereld levende gehuwde collega’s sterk ten achter komen te staan. aan uitgaven: aan inkomsten Deze uitgaven werden tot nu toe bestreden door het leenlngsfonds 1914, dat gevoed wordt uit een groot aantal bijzondere heffingen. Door methode van financiering werd bereikt. 730.534.792 463 446 818 bate daarvan vervallen doende aanleiding meer 15.500.000 1.519.000 Deze methode paste hü aanstonds toe op de D. Gehevei I Dèèr ligt hij goad ÉF" «w sigaret; daar doen pijp of si gaar geen kwaad. Maar Inhot bosch, opdedrogeheide.. lo. Opcenten op de Invoerrechten 2o. 15 opcenten op den accijns op bier 1.630.000 waarvan reeds opgeno men onder de mid delen voor 1934 17o 30150 opcenten op de hoofdsom der Ge meentefondsbelasting 21 000 000 18o. 30 opcenten op de hoofdsom der Ver mogensbelasting C. Geheven ten bate van den Crisisdienst van het Leeningfonds Daarbij komt nog iets anders. Op het gebied van het internationaal economisch leven vol trekken zich veranderingen van een omvang en eene beteekenls als slechts het geval is, wy- neer men zich op een keerpunt in de wer*b- geschiedenis bevindt. Niemand onzer weet Boe deze verhoudingen zich in de toekomst zullen ontwikkelen, doch ook niemand onzer gelooft, dat de oude toestanden zullen terugkeeren. 12o Invoerrechten op Zuidvruchten hoofdsom f 1250 000 30 opcenten 375-000 on- ge- nog overgangstijdperk, dat on- die De Regeering moge ten slotte als haar vaste vertrouwen uitspreken, dat de Staten-Oeneraal bereid zullen zijn hun medewerking te verlee- nen, opdat de in deze nota aangekondigde plan nen zoo spoedig mogelijk tot uitvoering zullen kunnen g^gpken Boven het belang der afzon derlijke groepen staat het belang van ons ge- heele volk. Dit belang kan in dezen zwaren tijd alleen dan op de juiste wijze worden be hartigd, wanneer vóór alles de zoo noodzakeljj- ke eenheid wordt betracht. Het is de oprechte wensch der Regeering, dat haar roep om die eenheid ook bulten de Volskvertegenwoordiglng alom weerklank zal vinden B. Geheven ten bate van den gewonen dienst van het Leeningfonds 1914 f 24 390 000 van de opbrengst van 1934,35 zou 2/3 ten goede yan 1934 komen, zijnde welk bedrag In het budget zou worden verwerkt door eene ver mindering van uitgaven wegens tekort op het Gemeentefonds (Hoofdstuk VUB). Wetsontwerp tot heffing eener omzetbelasting, inmiddels door de Tweede Kamer der Staten- Generaal aanvaard Wetsontwerpen tot heffing eener couponbelasting, .tot netting eener belasting op het vermogen in de doode hand, tot heffing eener crisisinkomstenbelasting, tot verhooging van den tabaks accijns, tot heffing van een accijns op gebrande koffie Wetsontwerp tot wijziging van het tarief der inkomstenbelas ting, waarvan (met inbegrip der heffing van 20 opcenten, meer wordt verwacht 3o. 20 opcenten op den accijns op suiker 10200.000 waarvan reeds opgeno men onder de mid delen voor 1934 deze --- dat de crisls-ultgaven buiten de gewone be groeting bleven. Thans gaat het leeningfonds bedenkelljke te korten vertoonen. Zóó bedenkelljk zelfs, dat 1 niet alleen de crisisuitgaven niet meer aan kan. maar ook de leenlngen. tot welker dekking het oorspronkelijk was ingesteld. niet meer kan fi- flnancieren. Wanneer het alléén deze laatste uitgaven slechts hoefde te dekken, zou het nóg een te kort vertoonen van bijna 16 millioen. De oorzaak van dit tekort, dat ruim 136 mil lioen grooter is dan dat van 1933, ligt hoofdza kelijk In de sterke toename van de erisis-uit- gaven. In afwijking met de «enigszins verwarrende methoden van zijn voorganger, die gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet met de nog pas ge raamde maatregelen rekening hielden, baseert minister Oud zijn berekeningen geheel en al op den thans bestaanden toestand. Naast een groot aantal kleinere besparingen op de verschillende hoofdstukken, die voor een belangrijk deel reeds In de begrootlngscljfers konden worden verwerkt, omdat zU geen bij zondere wettelijke maatregelen verelschen. zul len zeer belangrijke wijzigingen moeten worden aangebracht In de uitgaven van de Departe menten van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, van Defensie en van Waterstaat, ter wijl bijzondere maatregelen zullen moeten wor den getroffen met betrekking tot de uitgaven ten laste van het Gemeentefonds en de salarisregeling voor het Rijkspersoneel. Deze maatregelen mogen hieronder eenlge toelichting vinden. worden gebracht in de economische structuur van ons land, om van de veranderingen in ze overzeesche gebieden met haar groote volgen voor de welvaart, ook in Nederland, geheel te zwijgen. Het wU daartoe zullen moeten doormaken, zal getwijfeld nog zware eischen stellen. Aan eischen zal alleen dan kunnen worden voldaan, indien te voren het evenwicht in de begroeting is hersteld. Het tegenwoordig tijdsgewricht legt zware verplichtingen op allen, die op eenlgerlei wijze betrokken zijn bij het bestuur van stad en land. Van vele gemeentebesturen wordt het bijna on mogelijke gevorderd om hun huishoudingen in orde te houden. De Regeering kan het verkla ren, dat deze besturen dikwijls reikhalzend uit zien naar de hulp. die. naar zij vermeenen, het Rijk zou kunnen bieden. De zorgwekkende toe stand. waarin de Rijksfinanciën verkeeren, maakt het echter volstrekt onmogelijk, dat de bedragen, die door het RUk ten bete van de ge meenten worden aangewend, worden verhoogd. Integendel Is beperking daarvan onvermijdelijk. Bü die beperking is de Regeering bereid te zoe ken naar wegen, waardoor de lasten zooveel mo- geljjk worden verdeeld In verhouding tot de draagkracht. BIJ geheel dit vraagstuk houde men steeds voor oogen, dat hier van een tegenstel ling tusschen het Rijk en de gemeenten geen sprake zal mogen zijn. Beide behartigen te za- men het algemeen belang. Gezonde gemeente- financlën zijn voor het behoud eener gave volkshuishouding even onmisbaar als gezonde Rijksfinanciën. Het is evenzeer in het belang der gemeenten, dat het Rijk niet In flnancleele moeilijkheden verkeert, als het is in het belang van het Rijk, dat de gemeentefinanciën In orde zijn. Het is noodlg de maatregelen, met betrek- king tot de gemeentefinanciën voor te stellen, -= uit dit oogpunt te bezien, wil men ze naar bil- lijkheid beoordeelen. Dit is mede noodzakelijk om met succes den strijd te kunnen aanbinden tegen de werkloos heid. De plicht van de overheid om het hare te doen ten bate van hen, die gebukt gaan on der den stoffelüken en moreelen druk, dien de werkloosheid veroorzaakt, wordt door de Re geering ten volle erkend. Zjj geeft er zich daar bij rekenschap van, dat de beste oplossing, die aan dit vraagstuk kan worden gegeven, is het verschaffen van werkgelegenheid In het nor male bedrijfsleven. Haar politiek zal er daarom vooral op gericht zijn, dat normale bedrijfsle ven weder in beweging te brengen. Daarnaast zal zij zelf door het ondernemen van openbare werken de werkgelegenheid moeten trachten te vergrooten Om dit doel te kunnen bereiken, zal een beroep op de kapitaalmarkt moeten worden gedaan. Dit beroep zal alleen kans van slagen hebben, Indien een volkomen vertrouwen be-- staat In den ernst van Regeering en Volksver tegenwoordiging om een gezonden flnancieelen toestand te herstellen en te handhaven. Daar om is het volstrekt noodzakelijk, dat het even wicht in onze Staatsfinanciën in den kortst mogelljken tijd wordt bereikt. De Rgksbegrooting voor bet jaar 1934 toont aan, dat met hand having van alle bestaande belastin gen met nieuwe maatregelen moet worden gedekt een tekort van ruim bonderdnegentig millioen gul den. Welke deze maatregelen zijn drukken wij hierneven af. Minister Oud geeft op die maat regelen de volgende toelichting De Minister is er zich volkomen van bewust, dat de uiteengezette maatregelen zware offers van ons volk zullen vorderen. De Regeering heeft er met den meesten ernst naar gestreefd de lasten naar redelijkheid over alle groepen te verdeelen. Wat de nieuwe verlaging der beloo- ning van het personeel In Rijksdlenst betreft, vertrouwt zij, dat dit personeel, wanneer het kennis zal hebben genomen van den uiterst moeuuKsn toestand, waarin ’s Rijks financiën verkeeren, tot de erkenning zal kunnen komen, dat het offer niet in onredelüke verhouding staat tof hetgeen van de natie In haar geheel wordt gevraagd en dat het ook niet uit het oog zal verliezen, hoeveel hl), die In Overheidsdienst Is. In deze onzekere tijden voor heeft bü de velen, die als ondernemer of arbeider in het particuliere bedrijf werkzaam zün. Immers: Met ingang van 1 Januari en gedeeltelijk met Ingang van 1 Mei 1934 vervallen een aantal heffingen, die slechte als tüdelüke maatregelen waren bedoeld. Worden deze heffingen ver lengd. dan zullen zü de Inkomsten voor 1934 met 76.398.000 verhoogen. Doch die verlenging ia slechte een voorstel, nog geen werkelükheld. Daarom houdt de minister er nog geen reke ning mee als hü den volgenden staat van in komsten en uitgaven opstelt: hü verwacht Neemt men echter aan, dat de heffingen, hier boven genoemd inderdaad worden verlengd, dus dat de thans bestaande belastingdruk volle dig wordt gehandhaafd, dan moet de opbrengst dier (anders vervallende) belastingen van het tekort worden afgetrokken en houdt men «en nadeelig saldo van: f 190.689.974. Het groote probleem, waarvoor wü ons zien gesteld, is, dat de economische omstandigheden ons dwingen tot aanpassing aan geheel gewü- zigde toestanden. De Regeering U er van over tuigd, dat het noodzakeiük is, dat de waarde van onze munteenheid wordt gehandhaafd. Experimenten, als men hier en daar met het ruilmiddel heeft zien ondernemen, verwerpt zü met de meeste beslistheid. Die experimenten mogen tüdelük een schün van succes opleveren, op den duur lelden zü er alleen toe, dat de moellükheden worden vergroot Handhaving van den gouden standaard maakt het echter aan den anderen kant dwingend noodzakeltyk, dat wü osu instellen op een lager niveau. Gemak- kelük verloopt dit proces niet, doch het zou verkeerd zün de oogen te sluiten voor het feit, dat, met name op het stuk der loonen, reeds heel wat Is geschied. Rechtstreekschen Invloed op de loonen In het particuliere bedrijf kan en moet de Overheid niet oefenen. Zü mag aan den anderen kant echter evenmin een politiek voeren, die de eco-. 4o. Opcenten op de aanslagen In de grondbelasting wegens gebouwde eigendommen 5o. Verdediglngsbelasting I: van de opbrengst 1934/35 zou 2/3 ten goede komen van den dienst 1934 6o. 20 opcenten op de hoofdstxn der Inkomstenbelasting: van de op brengst 1934 '35 zou 2/3 ten goede komen van den dienst 1934 7o. 55 opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting- van de opbrengst 1934/35 zou 2/3 ten goede komen van den dienst 1934 8o. 33 opcenten op de aanslagen In,, de Dividend- en Tantlème- belastlng, enz. 9o. 20 opcenten op wijn lOo. 10 opcenten op den gedistU- leerdaccüns llo. opcenten op het zegelrecht van bultenlandsche effecten 13o. 60 opcenten op den accijns op wün 14o. 10 opcenten op den accijns op suiker 150. 50 opcenten op den tabaks accijns op sigaretten 16». extra-opcenten op het zegel recht van buiten), effecten 1. De begrootlng voor Hoofdstuk VI lOn- derwljs. Kunsten en Wetenschappen) Is door verschillende mogelük gebleken besparingen, welke geen nadere wettelüke voorziening eischen, voor 1934 ruim f 5,3 millioen lager geraamd dan In het voorafgaande jaar- Intus- schen zal dit Hoofdstuk noodzakelükerwüs een grooter aandeel In de vereischte besparing moe ten leveren en de Minister van Onderwas, Kunsten en Wetenschappen heeft dan ook verschillende maatregelen In overweging, van welke enkele bereids tot wet zün verheven. Het totaal van de hieruit voortvloeiende be sparingen is te stellen op f 15.500.000. 2. Het aandeel, dat de begrootlng van Hoofd stuk VIII (Defensie) In de dekking van het begrootlngstekort zal moeten bijdragen, Is be paald op f 12 millioen. Aangezien ook Neder- landsch-Indlë niet meer in staat is het op züne begrootlng voorkomend bedrag der defenste- ultgaven te dekken, heeft de Regeering een Commissie (Idenburg) Ingesteld, welke Haar op korten termijn zal hebben te adviseeren over de vraag, pp welke wijze met handhaving van de tegenwoordige doelstelling van de weer macht te land en ter zee In Nederland en In Nederlandsch-Indlë aanzienlijke besparingen zullen kunnen worden verkregen. De uit deze reorganisatie voortvloeiende besparingen zullen voor de Rüksbegrootlng ten minste het zooeven vermelde bedrag moeten opleveren van f 12.000.000. 3. Eene belangrijke verlaging zal voorts ge bracht moeten worden in Hoofdstuk IX (Wa terstaat), welk hoofdstuk te zwaar wordt ge drukt door het voortdurend stijgend spoorweg- tekort. Vermindering van dit tekort Is slechte te verkrügen door een betere coördinatie der verschillende verkeersmiddelen, welke budgetalr alleen dan op de Juiste wijze tot uitdrukking gebracht kan worden, wanneer met opheffing van het Wegenfonds, wordt overgegaan tot de instelling van #en Verkeersfonds, dat alle uit gaven en Inkomsten van het verkeer omvat Door de enkele instelling van een dergelük Fonds wordt natuurlüx het tekort op het Rüksbudget niet verminderd. In het Rüksbud- 9 500 000 nomisch noodzakelfjke loondaling tegenhoudt. Het zou geheel onjuist zün hieruit af te lelden, dat de Regeering zou gedreven worden door den wensch de welvaart voor breede groepen van het volk naar beneden te drukken. Zü aan vaardt slechte de onvermüdelüke consequen tie van de algemeene daling der waarden van de goederen en diensten In het maatechappe- lük verkeer. Die daling veroorzaakt, dat wü al len ons leven moeten inrichten op een meer bescheiden voet. Wanneer dit tijdig wordt In gezien, zal de inkrimping binnen enger grenzen beperkt kunnen blüven, dan wanneer men, de oogen sluitend voor de werkelükheld, blüft voortleven, als dreigde hier geen enkel gevaar, om dan te laat te ontwaren, dat een toestand Is ingetreden, die, niet In de laatste plages voor hen, die het minst te verliezen hebben, de ernstigste gevolgen met zich brengt. Voor zoover het in het vermogen der Regee ring ligt, zal deze zich met alle kracht beijve ren om bü het doormaken van dit aanpassings proces onbillükheden te vermüden. Zü heeft daarvan reeds blijk gegeven, door haar aandacht te wüden aan de bezoldiging van het Over heidspersoneel, dat niet in dienst van het RUk Is. Handhaving eener te hooge belooning van een deel van dit personeel, wekt eenerzüds be grijpelijke ontevredenheid en heeft anderzüds een noodlottlgen invloed op de positie van het particuliere bedrijfsleven In het algemeen be lang moet hiertegen worden opgetreden. Bü de uiteenzetting der plannen om tot dekking van het tekort te geraken, stelt de minister weder voorop het verschil, dat er be staat tusschen het formeele tekort mede als gevolg van het afloopen van een groot aantal tüdelüke heffingen en het materieele tekort, dat overbluft, wanneer de verlenging dezer heffingen als vastetaand wordt aangenomen. De volgende heffingen komen op 1 Januari respectlevelük 1 Mei 1934 te vervallen: Het spreekt wel vanzelf aldus de Minister, dat het volstrekt ónmogelijk zou zün een zoo geweldig tekort in één enkel Jaar te over bruggen. De minister is echter van oordeel, dat een dergelüke eisch ook niet behoeft te worden gesteld. Waar het In -de tegenwoordige om standigheden op aankomt is. dat de middelen worden aangewezen en aanvaard, waardoor bet vast komt te staan, dat binnen enkele Jaren het begrootlngaevenwicht zal zün verzekerd. Ia eenmaal die zekerheid, menschelükerwüse ge sproken, aanwezig, dan mogen voor het over- bruggingstüdperk maatregelen worden genomen, die op zichzelf geen vermindering van uitgaven of vermeerdering van Inkomsten beteekenen. dooh die wel den gewonen dienst tüdelük ont lasten. Het nemen van dergelüke maatregelen maakt het evenwel volstrekt noodzakeiük voorzieningen te treffen om aan deze wüze van overbrugging zoo snel mogelük een einde te maken. Daarna vestigt de minister de aandacht op de verschillende dekklngsmaatregelen, waar door naar het oordeel der Regeering het tekort j zal kunnen worden opgebuven: I Indien de heffing van deze belasting inder daad werd beëindigd, zou derhalve het tekort op den dienst 1934 worden vergroot met een bedrag van 19 230.000 f T1.1M.000 13150.000 ƒ16.260 000 ƒ76.398 000. Het is derhalve, gelük reeds eerder werd betoogd, onvermijdelijk deze heffingen te verlengen. De minister meent echter tevens deze gelegenheid te moeten aangrijpen om ettelijke der bestaan de heffingen samen ie voegen, len einde du te bevorderen, wordt In de eerste plaats een wets ontwerp Ingediend tot liquidatie, met 1 Januari 1934. van het Leeningfonds Nu het saldo van dit Fonds is verdwenen en alle heffingen ten bestaat er geen vol- het Fonds als eene zelfstandige administratieve eenheid te hand haven. De tot dusver ten bate van het Lee ningfonds geheven belastingen kunnen daar door naar den gewonen dienst worden over geheveld. hetgeen tevens de gelegenheid biedt de afzonderlüke opcentenheffingen op den accüns op de suiker, den accüns op den wün en het zegelrecht van bultenlandsche effecten in één heffing te vereenlgen. terwül de op centen op den accüns op sigaretten in de hoofdsom zullen worden opgenomen. Voorts is het noodzakeiük het sterk gestegen nadeelig slot van het Gemeentefonds dat op het Rüks budget drukt, te verminderen door de ten bate van dit Fonds over het Jaar 1933/34 geheven crislsopcenten .voor één Jaar te verlengen. Ook hiertoe wdtdt een wetsontwerp Ingediend. Ten gevolge van een en ander wordt het tekort teruggebracht tot 190 689 974, hetwelk als het door nieuwe maatregelen te dekken tekort voor het dienstjaar 1934 Is te beschou wen. I s S 3 3 3 I De minister zal daarom voorstel^! het lee-1 ningfonds radicaal op te heffen en de crisis uitgaven gedeeltelük bü de gewone begrootlng onder te brengen. Er zal worden ingesteld een Landbouwcrisis fonds, dat zün Inkomsten zal hebben uit spe ciale heffingen, nog in te voeren of reeds In gevoerd krachtens de Landbouwcrisiswet of vroegere steunwetten voor den landbouw. De landbouwsteunwet blüft dus nog bulten de ge wone begroeting. De overige crisisuitgaven zullen echter op den gewonen dienst vóórkomen met een bedrag van ruim 52 m*llioen gulden aan werkloozensteun. Daarnaast staat de erfenis van 16 millioen tekort op de leenlngen van het leeningfonds. De dienst van de Staatsschuld, voor zoover hü niet door het Leeningfonds wordt bestreden, is bovendien verzwaard met een bedrag van bijna 24 millioen. Het spoorwegtekort wordt weer ruim 13 mil lioen hooger geraamd dan verleden Jaar. Het tekort op het Gemeentefonds zal on danks de opcentenhefflng bijna 7 millioen groo ter zün dan in 1933. Daarbij komen hoogere bedragen, die voor noodlüdende gemeenten en voor behoeftige Ne derlanders in het buitenland moeten worden uitgetrokken. De opbrengst der belastingen, werd tenslotte bijna 36 millioen lager geschat. Door deze bedragen samen te tellen komt men tot een verschil met 1933, dat büna IS millioen grooter Is dan het hierboven genoem de verschil van 136 millioen. Op de begrootlng zün de uitgaven dus Iets lager geraamd, dan de hierboven gegeven cüfers. Zulks in verband met kleinere bezuinlgingsmatregelen der regeering en tengevolge van de In 1933 ingevoerde salaris korting. Kleine bezuinigingen hebben ook den natuur- lüken aangroei van het budget, groot ongeveer j 10 millioen, weggewerkt. RA raai rad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5