3ïet vttAaal van den daq
s
i
NA DEN SLAG BIJ HASTINGS
1
Dat is toch al ie bar
HET WERK VAN WILLEM
DEN VEROVERAAR
3
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Voor het spookhuis
Alle abonné’s
1
I
ij
I
DONDERDAG 21 SEPTEMBER
Die goede lepels en vorken vol met krassen.al de
glans eraf* ondanks alle zorgen en moeite!” Doe het
voortaan anders poets Uw kostbaar tafelzilver niet
Wat de microscoop toont:
r
LEVER’S ZEEP MAATSCHAPPIJ n.v, VLAARDINGEN
De ri jksten dezer wereld
Stuurlieden-examen
DOOR ANNA K. GREEN
I
De grondlegger van den
Engelschen staat
Urreur van de Noormannen
kwam Engeland onder het jak
der Normandiëre
HET GEVAL
LEAVENWORTH
n
IL
NU IK
ZIE
Jane Vally I
i De sigaretten van
r ik wopd
'MOE VAN AL V
DAT 6TAAN; LA
TEN WE NAARi
BINNENGAAN
jENZED’RUItJ
f Hf
wie 1
bang I
VOOR J
meer met scherpe schuurmiddelen maar met VLM
FTIEI DA.Z
Blikje op me
HEI/
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
JööïnSa NEN VERBERGEN
'5TIL N0(H EN OP DEN UlWjiG
i <th Akunnen-staan. J
8
i.
it
X.
t
V25-020
den
nmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiifiiiiiiiiiiiiniii
DE ^POKE
r
ft
zich naar mij toe en ver-
NEGENDE HOOFDSTUK
Een ontdekking
I
wilt u eens even hier
(Wordt vervolgd)
ll
te
8,
van een interviewer dat hü den Croesus noch
thuis noch aan boord van één van zjjn jach
ten kan treffen. Hij is namelijk veel op reis,
hjj heeft een geheele vloot van luxe jachten,
die elk oogenbllk tochten maken. Men weet dan
ook niet, waar men hem vinden kan, want nu
eens gebruikt hij dit dan weer dat jacht en de
opzichters hebben consigne om aan niemand te
vertellen met welk jacht hij zee gekozen heeft.
den
deksel
DEN HAAG, Geslaagd voor 3en stuurman
groote stoomvaart de heeren J. Hoomvcld en
B. Bos.
mij gemaakt had. of als ik minder door haar
ellendige positie in beslag was genomen, zou ik
van dit oogenbllk af een verloren man geweest
zijn.
„Ik bedoelde er niets kwaad mee,” vervolgde
I
Bewijst dit niet hoezeer
VIM andere ppets-
en schuurmiddelen over
treft? VIM, in de prac-
tische strooibus, is overal
verkrijgbaar.
Gewonebusslechts 20 ets.,
groote bus slechts 371 ets.
Mary Leavenworth, die in een hoek van het
vertrek sat. was ten prooi aan een heftig ver
driet. Ik wendde mij tot Gryce. die ijverig zijn
vingers zat te tellen, en sei:
„Ik begrijp heel goed, dat u alles doet wat uw
plicht u gebiedt, maar hoe hebt u den moed
gevonden? Was de positie van juffrouw Eleo
nore al niet précair genoeg? En toen kwam u
nog met dien verwenschten zakdoek aandragen,
die toch niet bewijst, dat zij medeplichtig is
aan den moord, al is hij dan ook bevlekt met
revol vervuil."
.Mijnheer Raymond," verdedigde de detective
zich, ,4k ben belast met het ondersoek In deze
moordzaak en ik zal mijn plicht doen, hoe dan
ook.”
..Het zij verre van mij. u daarvan af te willen
houden. Maar vindt u het niet overdreven, te
durven volhouden, dat zoo’n mooi, teer meisje
hl verband sou staan met sulk een afschuwe-
1
h'
Eerst ging het stuk voor stuk.
Al naar omstandigheden
In takken van bedrijf.
Dat men om kooplust vroeg.
De noodkreet was gewis
Niet zonder goede reden,
De vraag was immers klein,
De voorraad groot genoeg!
De roep van eet meer brood
Ligt nog in ons geheugen.
Eet haring! eveneens.
Tot steun der reederij,
De bloemen-nooddruft ook
Was verre van een leugen,
Zoomin als bü den boer
Het slagwoord: eet meer ei!
Maar toch, er is geen maag,
Die alles kan verdragen.
Terwijl nog bovendien
De mensch een voorkeur heeft.
Gezondheid kweekt men niet
Door overladen magen.
Terwijl een mensch ook graag
De crisis overleeft!
Nu komt Amerika
Met een gezónde leuze!
En door de wereld schalt
De frissche kreet: koop nu!
Men laat, mits dat men kóópt,
Een ieder vrije keuze,
't Herstel der crisis dus
Hangt verder afvan u!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
vaak over het Kanaal voer. Daarom had ze z’n
vriendschap gezocht en aangehouden!
Stil zat hij in z’n hoekje, geheel ontdaan en
denkend aan de vreeselijke ontdekking, die hij
zooeven gedaan had. Juist toen de trein zich
in beweging ging zetten, viel het meisje adem
loos op haar plaats neer.
„Hé," riep ze, „dat is op het kantje af! Geef
me gauw een sigaret; ik hunker er naar.”
Emon keek haar een oogenbllk recht In de
oogen. Voor z’n doordringenden blik sloeg zij
de oogen neer, terwijl de kleur uit haar wan
gen vloeide.
„Ik stak bij vergissing een sigaret van je op,
Jane." zei hij tenslotte.
„O, geef my die terug. Je weet het niet; je
Je begrijpt het niet.”
,Ae sigaretten, op één na. die je hebben mag,
gaan allemaal het venster uit, en kapot, zei hij, f
••••••••••■■••■■««•••(■■•••••(f
i - I
...........aaaaaaa.aaaaMaa....a:
P^HIER 2tJN WE.l
r LATEN WEHIZ 1
ZACHTJE6 LOOPENI
EN LUISTEREN.
IK WEET EEN
FIJN PLAATSJE
„Dat zeg ik niet, maar men heeft zoo vaak
over een papier gesproken
„Men zal bij Eleonore geen papier of iets an
ders vinden, dat verdacht is,” onderbrak zij mij.
„Bovendien bestaat er geen papier, dat belang
rijk genoeg is om het te willen verbergen. Ik
kan het weten, ik was Immers de vertrouwelinge
van mijn oom.”
.Ja, dat is zoo. maar zou uw nicht werkelijk
niets geweten hebben?"
.Neen, mijnheer Raymond." zei zij koel, „wij
lelden een zeer ordelijk en eenvoudig leven. Ik
begrijp niet, waarom zij zich zoo’n moeite ge
ven. Een misdadiger heeft mijn oom waar
schijnlijk gedood. Er kan best een dief zijn bin
nengedrongen. al wordt er niets vermist En dan
die gesloten deuren en ramen; u neemt nu maar
onvoorwaardelijk de getuigen aan van een dom-
men Ier, een knecht. Ik voor mij hecht er geen
waarde aan; ik geloof, dat de moordenaar be
hoort tot de een of andere misdadigersbende.
Als u deze meenlng niet deelt, tracht dan ten
minste een logische oplossing te vinden, zoo niet
voor de eer van de familie, dan toch voor mij."
Bjj deze woorden keek Mary mij met betoover-
den blik aan. Gryce wendde zich plotseling tot
ons en zei:
.Mijnheer Raymond,
komen?"
Blij dat ik aan deze pijnlijke situatie kon ont
snappen. snelde ik naar hem toe en vroeg;
„Is er iets gebeurd?”
del-Azië en Indlë, die vanuit Londen zijn fl-
nancieele zaken drijft. Hij beschikt, evenals de
andere Indische vorsten, over een geweldig re
servefonds aan goud en kostbare steenen; dit
is een schat, waarop de ernstigste crisis weinig
Invloed kan uitoefenen, de waarde er van ver
andert zco goed als niet. Al is het ook niet
mogelijk, deze reusachtige vermogens nauwkeu
rig te schatten, toch kan men zonder overdrij
ving beweren, dat de Indische nabobs tot de
rijkste mannen der wereld behooren.
Men neemt aan. dat de rijkste van allen de
Nizam van Hyderabad is. wiens Schatten aan
gcud en juweelen alleen een waarde van 13
milliard gulden vertegenwoordigen. Minder rijk
is vergeleken met hem de Gaekwar van Baro
da, wiens vermogen slechts 360 millioen gulden
bedraagt. Hierbij mag niet onopgemerkt blij
ven. dat niet Amerika, gelijk men algemeen
aanneemt, maar Engeland het land van de
grootste vermogen is. Dit is bijvoorbeeld geble
ken bü den dood van sir John Ellerman, wiens
nalatenschap de Britsche schatkist Het groot
ste bedrag aan successierechten Inbracht, dat
men ooit heeft opgeteekend.
De lüst van de zeventien rükste personen
dezer wereld wordt door een Fransen tijdschrift
aangevuld met eenige Interessante bijzonderhe
den over den „Croesus” van China. Koopman,
financieel magnaat en rubberkonlng In één per
soon, is En Yang Bang thans van plan zün
tiende paleis te bouwen. Zoodra het gereed Is,
werdt onmlddellijk met den bouw van een nieuw
begonnen, want deze bouw van paleizen is nu
eenmaal een hartstocht van En Yang Sang.
Hu mag zich deze luxe perznitteeren, ook al
heeft zjjn laatste bouwwerk niet minder dan
750.000 gulden gekost.
Yang Sang begon zijn toopbaan als Hande
laar in geneesmiddelen, werd daarna makelaar
in bouwterreinen en werd in dit bedrijf million-
nalr, toen op zün grond en terreinen in Singa
pore en in den Maleischen Archipel tinmijnen
ontdekt werden. Zün-oudste zoon, die in En
geland werd opgevoed, en ook met een En
gelsche vrouw getrouwd is, leidt tegenwoordig
de zaak, terwül de vader voor zün genoegen
leeft en paleizen bouwt. Thuis leeft hü op Eu-
ropeesche wijze, maar het gelukt slechts weini
gen dit huis te betreden; het is de grootste zorg
tjiimiitininimiiii KOOPT NUwiiiimiiiiiniiniie
IHIHIIIMlÜ
Er leven momenteel zeventien mannen, die
vermoedelük de schulden der geheele wereld
zouden kunnen betalen, als zü hun rijkdommen
bü elkaar zouden leggen. Helaas bestaat er niet
het geringste vooruitzicht op een verwezenlij
king dezer hypothese. De meenlng. dat alle groo
te vermogens door de geldcrisis ernstig zün ge
decimeerd. berust dus op een dwaling. Er zün
ook thans nog vele rijkdommen, die zoo goed
als onaangetast zün gebleven.
Het meest succesvol hebben de vermogens
van de Indische vorsten de wereldcrisis kun
nen weerstaan. Onder deze gelukkige nabobs
bevindt zich de veelgenoemde Agha Khan. het
hoofd der Mohammedanen In Oost-Afrika, Mld-
lüke misdaad? Alleen een verdenking, geuit
door een andere vrouw kan toch niet
Hier viel Gryce mü in de rede en zei:
„U houdt maar toespraken, terwül andere,
veel belangrüker dingen uw aandacht vragen.
Die andere vrouw, zooals u het schoonste sie
raad der New-Yorksche society belieft te noe
men. zit in een hoekje te weenen. Ik zou haar
maar eens gaan troosten.”
Ik was zeer verbaasd over dezen raad en keek
den detective aan. niet wetend of ik hem zou
gehoorzamen. Daar ik zag, dat hü in ernst had
gesproken, ging ik naar Mary toe. Zü weende in
derdaad. maar zachtjes en büna onmerkbaar,
alsof haar vrees haar leed overtrof
.Juffrouw Leavenworth," zei ik, „ik weet wel.
dat in omstandigheden als deze troostwoorden
van een vreemde volkomen misplaatst zün.
maar toch zou ik u willen overtuigen, dat er bü
het verhoor geen overstelpende bewüzen aan T
licht zün gekomen."
.Neen." mompelde zü. ..het is alleen maar de
vraag of Eleonore het weet. Zü is zoo driftig en
heeft zich daardoor hals over kop in moeilük-
heden gestort en.
Zü hield op. greep mü heftig bü den arm en
ging voort:
.Zullen zü haar durven
Zü durfde haar zin niet af te maken.
„Wat bedoelt u?" zei ik zachtjes en wees haar
op de aanwezigheid van’den detective. „Al is uw
nicht ook driftig geweest, daarom hoeft zü zich
nog niet in moeilükheden gebracht te hebben."
bedoel dit," antwoorde Mary op beslisten
z’n koker en stak een lucifer aan.
maarer kwam geen rook.
„Weg met dat ding," toornde hü-
het tusschen z’n vingers om het
raampje te gooien.
„Lieve hemel!” Hü staarde op een stroom fün
wit poeder dat uit de sigaret op den grond
vloeide.
Eén oogenbllk stond hü verbaasd, maai toen
drong de werkelükheld met een schok tot hem
door. Het poeder was een doodelük vergift....
cocaïne.
Koortsachtig gejaagd, onderzocht hü de si
garetten van het meisje, elk afzonderlük tus
schen duim en wüsvinger bevoelend. Eén er van
was maar een echte sigaret, de andere waren
allemaal gevuld met het afgrüselüke poeder.
Als bü bliksemlicht zag hü de waarheid hel
der in. Jane was een cocaine-smokkelaarster en
hü de dupe! Dót was de reden waarom ze zoo
Mary. „Beoordeel mü toch niet verkeeéü."
„O neen, neen.”
Niemand zou in mün plaats anders hebben
geantwoord. Toen kwam de man, die Eleonore
gevolgd was. weer terug en maakte een einde
aan ons onderhoud. Hü bleef op den drempel
staan en zei:
.Münheer Gryce, een oogenblikje als het u
belieft.”
De detective haastte zich niet, aan deze ult-
noodiging gevolg te geven. Integendeel, hü liep
naar den anderen kant van het vertrek, nam
het deksel op van een inkpot die daar stond,
mompelde er eenige onverstaanbare woorden in
en deed het deksel er weer op. Toen hü dit ge
daan had. ging hü naar zün ondergeschikte toe
en vroeg hem:
„Ja. wat is er?”
De man haalde zün schouders op en nam zün
chef mee in de gang.
Het geluid van hun stemmen drong slechts
verward tot mü door en daar ik alleen maar
hun ruggen kon zien, wendde ik mü weer tot
Mary. Zü was bleek, maar kalm.
,Xomt hü van Eleonore?”
„Ik weet het niet, juffrouw Leavenworth."
antwoordde ik. „Gelooft u. dat uw nicht iets
in haar bezit heeft, dat zü wil verbergen?”
„U denkt dus, dat zü iet* wil verbergen?"
met een stem, die
hü nauwelüks
als de züne her
kende.
„Eén oogen-
blik," klonk het
nu op scherpen
toon. uit den
mond van den man in T bruin.
Emon keek in z’n richting en zag den loop
van een revolver op zich gericht.
„Ik geloof," zei de man, dat ik me aan U
moet voorstellen.” Ik ben detective. We hebben
jullie al langen tüd nagegaan. En nu zou Ik u.
maar aanraden niet tegen te stribbelen.”
Hü liep den wagen door en eer het tot Emon
doordrong, wat er gebeurde, hoorde hü bet klik
ken en zaten de handboeien om z’n polsen. De
detective haalde den sigarettenkoker uit Emon’s
zak en begon den inhoud te'onderzoeken.
Woodstock was te verbaasd om een woord te
aeggen. Zou Jane zich niet laten hooren om z’n
onschuld te bewüzen? Hü keek haar smeekend
aan. maar zü ontweek z’n blik en zei niets.
De trein snelde voort: Tanbridge was reeds
gepasseerd. In minder dan een uur dacht
Emon. zouden ze in Londen zün En dan? Hü
wist niet wat te doen, vond geen middel om uit
de klem te raken.
,Jane!” riep hü. .Jane!"
„Laat dat maar.” zei de man in ’t bruin;
„ik heb niet graag last van je." Hü kwam naar
Emon’s hoekje, duwde een opgerolden hand
schoen in Emon’s mond, en bond hem met een
touw vast. Daarna liet hü het gordüntje aan
Emon’s kant zakken.
„Ik geloof.” glimlachte hü. „dat ik nu wel
zeggen kan wat ik ben. Ik ben geen detective.
Je hebt mü en m’n assistente geholpen om
haar pakje cocaïne te smokkelen. Ik zelf heb
oriemaal zooveel over de grenzen gebracht,
dank zü -een oude dame, die een pakje voor
mü droeg dat ik niet dragen kon. Je zag, dat
ik in elke hand een tasch had.’”
Hü grinnikte van genoegen.
Emon herademde, toen hü dit vernam. Dupe
was hü. maar hü was geen gevangene van de
wet, met een vreeselüke beschuldiging boven
z’n hoofd.
Hü beklaagde Jane Vally, dat zü het werk
tuig was van zoo’n individu,, maar kon nu haar
stilzwügen begrijpen. Z’n geest werd plotseling
actief. Hü zocht naar een middel om dien kerel
in ’t bruin een poets te bakken
De trein vertraagde z’n vaart, toen de lichten
van Londen in ’t zicht kwamen; hü reed over
de brug over de Theems en stopte aan Jt Vic-
toria-statlon.
Met een blik op Emon. die z’n vergiffenis
scheen af te smeeken, sprong Jane uit den
trein. De man in ’t bruin stond, eer hü er uit
ging, even stil vóór Emon. die geboeid en met
een prop in z’n mond in den hoek zat:
„Goeden dag en wel bedankt voor je hulp!"
Hü zette z’n eenen voet op de treeplank,
maar op tzelfde oogenbllk schoot John’s rech
tervoet naar’ voren en de pee «do- detective, die
z’n evenwicht verloor, viel met een smak op
het perron. Op ’tzelfde oogenbllk was Emon
achter hem. In z’n vorige houding terugsprin
gend. bracht hü z’n handen omhoog, schoof de
handboeien er af en zat met één sprong op
den rug van z’n tegenstander.
Het duurde niet lang of de politie was ter
plaatse en de beide vechtenden werden naar
het politiebureau gebracht.
Eenige uren later had Woodstock z’n weder
varen verhaald aan een Inspecteur van Scot-
land-Yard, van wlen hü vernam dat de man
in ‘t bruin een der gevaarlükste leden was van
een bende smokkelaars, die verdoovende mid
delen over de grens bracht.
„We hebben hem gerulmen tüd nagegaan,
münheer Woodstock." zei de inspecteur, „maar
hü i« ons altüd te slim af geweest. We zullen
nu van avond nog de heele bende achter slot
en grendel hebben; dat hebben we dan aan
u te danken."
„En wat gebeurt er met het meisje?" vroeg
Emon.
„O, die behoort niet tot de bende. Zü was,
evenals u, een van de slachtoffers van dien
kerel. Eenige maanden geleden kreeg hü macht
over haar, omdat hü haar dreigde er voor te
zullen zorgen, dat de manufacturen-hulzen in
Parüs haar zouden boycotten.”
„Dus is ze onschuldig?”
„Zoo onschuldig als u.”
„Weet u waar ze. woont?”
De inspecteur keek iets na op een papier, dat
op z’n bureau lag en gaf het adres op. „Hé,
waar gaat u zoo gauw hyen?" riep hü, toen
Emon naar de deur liep.
,N»*r haar!” En wég was hü.
---tAR y
zün Nurir
ADE y
5POKENJ
ANNIE.-?/ ■K
a chterdver geleund in z’n hoekje, terwül
ZA de trein de Fransche kust tegemoet stoom-
•A de, liet Emon Woodstock z’n oogen rusten
op het meisje, dat tegenover hem zat. Eenige
maanden geleden hadden ze kennis gemaakt
op de boot, die de verbinding tusschen Enge
land en Frankrük onderhield en sindsdien had
den ze vaak samen de lange reis tusschen Pa
rijs en Londen afgelegd.
Ieder van hen moest eens in de 14 dagen
den overtocht maken. Zün zaak had een filiaal
in de Fransche hoofdstad, terwül zü naar
ze hem verteld had buitenlandsche Inkoopster
was voor een groot manufacturenhuls in Lon
den.
Groot, flink, met sprekende blauwe oogen en
een kleinen, büna altüd glimlachenden mond,
was Jane Vally een meisje, dat wel in staat
was het hart van een jongen man sneller te
doen kloppen.
Emon Woodstock voelde zich dan ook altüd
bijzonder goed gestemd in haar gezelschap
Toch was er altüd iets geheimzinnigs over haar,
dat hem al veel hoofdbrekens gekost had.
In z’n gepeins werd hü plots verstoord door
de stem van het meftje.
„Heb ik geslapen?" vroeg ze,
dicht bü Calafl?”
„Echt vrouwelük," lachte Emon. „om twee
vragen tegelük te stellen. Ja. je hebt geslapen
We moeten binnen een kwartier in Calab zün
en dan naar Dover vertrekken."
„Dan heb ik nog net tüd voor een sigaret,"
kondigde Jane aan terwül ze een papiereh zakje
uit haar handtaschje haalde.
..Hoe kan je die slechte Fransche sigaretten
rooken? Ik begrüp het niet." zei Emon. terwül
hü voor haar een lucifer aanstak.
„Als je er aan gewend bent, zün ze werkelük
goed,” luidde het antwoord. .Maar o hemel,
ik heb het pakje gescheurd en m’n sigaretten
koker is in m’n koffer. Wees zoo goed, Emon,
doe ze zoolang in jouw koker. Heb je er (Maats
voor?”
..Plenty,” zei Woodstock, een sigarettenkoker
uit z’n zak halend, die wel veertig stuks kon
bergen. Terwül je sliep, heb ik als een fabrieks
schoorsteen zitten dampen. Kük maar, een
kant is heelemaal leeg." Hü overhandigde haar
den koker, waarin ze zorgvuldig de sigaretten
borg.
.Net is niet noodig je te zeggen, dat je m’n
sigaretten niet rooken mag," zei ze. „Gelukkig
dat je ze bergen kan. Ik zal m’n koker uit m’n
koffer halen, als we bü de douanen in Dover
zün. Dan kun je me m’n sigaretten teruggeven,
als we in den trein zitten.’;
Zü lachte en de jonge man dacht hoe lief
dat meisje toch was.
Emon stak den koker met een tevreden ge
zicht weer in z’n zak.
De zee was kalm en ze konden dus, op het
dek der stoomboot, aangenaam koutend, van den
overtocht genieten- Even vóór de boot te Dover
meerde, vroeg ze hem een plaatsje voor haar in
den trein open te houden.
„Ik heb zooveel bagage en de douanen zul
len langen tüd werk met mü hebben; Jü hebt
maar één valiesje, dus jü kan zoo naar den
trein gaan.”
Emon was zoo gelukkig een leege coupé te
vinden vóór aan den trein. Er was maar eén
passagier in, een donker uitziende, korte man.
met glad geschoren gezicht en gekleed in een
bruin pak.
Minuten gingen voorbü zonder dat Jane zich
liet zien. Werktulgelük nam hü een sigaret uit
Hü trok.
Hü brak
uit het
toon. „Eleonore heeft op verschillende vragen
zoodanig geantwoord, dat ieder, die deze ant
woorden heeft gehoord, moet gelooven, dat zü
meer van deze verschrlkkelüke zaak weet.”
Mary vervolgde gedempt, maar zoo dat men
haar toch door het heele vertrek kon verstaan:
..Zü gedraagt zich, alsof zü iets wil verbergen.
En toch durf ik volhouden dat dat niet waar is.
Wü staan met elkaar niet op goeden voet, maar
dat verhindert niet, dat ik nooit zal gelooven.
dat zü iets meer van dezen moord weet dan ik.
Iemand, u büvoorbeeld, moet haar duldeUJk
maken, dat zü zich vergist door zoo te handelen,
dat zü tenslotte verdenkingen zal wekken, voor
zoover dat al niet het geval is. Herhaal haar
uit mün naam. wat u zelf zooeven hebt gezegd,
dat het onderzoek geen ernstig bewüs tegen
liaar heeft opgeleverd."
Mary Leavenworth had de laatste woorden
op vertrouwelüken toon gesproken. Terwül zü
sprak, had ik haar van ter züde gadegeslagen.
Welk een tooneelspeelster was deze vrouw!
„Zou het niet beter zün," hernam ik, .als u
het haar zelf zei?"
.Neen, wü spreken niet meer met elkaar dan
noodig is.”
„Dat is jammer, men zou haar moeten kun
nen duidelük maken, dat openhartigheid het
beste voor iftar is.”
Mary zuchtte.
„O! Waarom Is dit afschuwelüke ongeluk
over mü gekomen; ik was zoo gelukkig! Niet
alleen komt mün oom op zoo’n tragische wüze
om het leven, maar ook mün nicht.,.."
■p* rins Robert van Normandlë werd op het
slot Gerberoy belegerd. Bü een uitval
reed hü met gesloten vizier in op een
troep belegeraars. Een gevecht van man tegen
man volgde en de prins wierp zün tegenstan
der uit den zadel, na hem een zeer ernstige
verwonding aan den arm te hebben toege
bracht. Kreunend lag de neergestorte ridder
op den grond, ook hü had het vizier gesloten.
Het bloed van den prins dreigt stil te gaan
staan, Mü fluistert. Ja. hü weet het. hü heeft
zün vader uit den zadel geworpen, hü heeft
zün eigen vader gewond. Berouwvol werpt hü
zich op de knieën voor den ouden hertog,
vraagt hem om vergiffenis en helpt hem op
zün eigen paard. Die vader was niet alleen
hertog van Normandlë. hü was ook koning van
Engeland; het was Willem de Veroveraar, de
held van Hastings, die zün opgestanen zoon tot
gehoorzaamheid wilde terug voeren.
Zelden, zegt Macanlay, is een natie vollediger
„onder het juk van een andere gebracht, zelfs
niet In Azië, dan de Engelsche".
Wat we tegenwoordig als het Engelsche volk,
de Engelsche taal, de Engelsche psyche, het
Engelsch karakter, de Engelsche zeden en ge
woonten, de Engelsche traditie, etc. etc., ken
nen. is elgenlük in wezen vreemde Import.
Het Engelsche volk van thans is op het slag
veld geboren, toen Willem van Normandlë zich
bü Hastings in October 1066 met 60.000 sol
daten van de heerschappü meester maakte.
Gedurende een eeuw reeds was Engeland door
'de Noormannen gebrandschat, ze oefenden een
verschrikkelijke terreur uit en de laatste
Engelsche vorsten betaalden schatten geld om
aan de plunderingen te ontkomen. Tenslotte
kwam de regeerlng toch in handen van een
Noorman, die zich echter tegen Willem van
Normandlë niet staande kon houden. Het moet
er verschrikkelük gespannen hebben bü
Hastings, bü duizenden lagen de lüken door
een en dat beteekende in die dagen heel wat.
Alles moest met de hand gebeuren, ook'Jiet
afmaken van vüanden in den strüd, want de
machinale oorlog bestond nog niet, was voor
behouden om in meer „beschaafder" tüden te
worden toegepast. Het slot was dat hertog
Willem van Normandlë. bügenaamd „de ver
overaar”. zich definitief van Engelands bezit
verzekerde. Tot op den dag van heden regee-
ren zün afstammelingen in de vrouwelüke
Unie nog altüd over datzelfde land.
Willem zelf was met 60.000 krijgsmakkers
overgekomen en niet alleen deze soldaten maar
ook nog later aangekomen troepen maakten
aanspraak op brloonlng. De koning. afhanke-
lük van zün soldaten, kon moeilük anders dan
aan -dje verlangens voldoen. Alle posten van
beteekenis werden aan de vreemdelingen toe-
vertrouwd, die bovendien nog uitgestrekte lan
derijen bekwamen, waarvoor reusachtige ont
ginningen noodig waren. Wat eeuwen later de
Engelsche koningen tegenover de Ieren zich I
veroorloofden, n.l. een büna absolute verplaat- 1
sing van het grondbezit uit de handen van de
oorspronkelüke bewoners in die van vreemde- l
lingen, heeft ook Willem de Veroveraar ge- i
daan. Natuurlijk waren in de eerste tüden
openlüke reacties aan de orde van den dag,
maar zonder pardon smoorde men ieder verzet
in uitroeiing der opstandigen.
In Northumberland werd een voorbeeld ge-
■teld van afgrüselüke wreedheid. De heele i
provincie, bestaande uit goed bebouwde land- i
streken, werd in een woestenü veranderd. Alle
hulzen vielen onder sloopershanden, vlogen in
brand, het vee werd geroofd en de bewoners,
men schat van meer dan 100.000 stierven als
ratten door den hongerdood. Niets bleef er
verder in het veroverde land over van de oude
families der Angel-Saksersde bewoners, die
niet sneuvelden in den strüd om de vrüheld,
kwünden weg in gevangenschap of hoerig
heid. De geheele oorspronkelüke bevolking
verviel tot hofhoorigheld. ging op in het met
Uzeren strengheid doorgevoerde nieuwe leen
stelsel. De koning gaf ultgestrekte goederen
in leen-gebruik aan zün Normandische edelen
en dezen op hun beurt verdeelden die goederen
weer in een groot aantal achterleengoederen
en rldderplaatsen. Ieder droeg bepaalde ver
plichtingen tegenover zün heer, maar de oor
spronkelüke inwoners bleven voortaan de
onderlaag der bevolking, de bezitten waren
de vreemdelingen van het vasteland.
Alles onderging natuurlük den Invloed dezer
verhoudingen Zoo draagt de taal nog altüd
opvallende sporen van de „Normandiseerings-
polltlek" door Willem den Veroveraar toege
pest. Alles moest verfranscht worden. Niet
alleen de hoogere klassen gebruikten deze taal,
ook die der lagere volksklassen werden er mee
vermengd, zoodat er van het oorspronkelüke
Angelsaksisch niet veel meer over-bleef. Het
moderne Engelsch is een product waarin veel
Fransche, veel Noorsche en veel Angelsak-
Ik raakte haar arm aan; dit gebaar bracht
haar tot zichzelf. Zü zweeg en beet zich op de
lippen.
.Laten wü hopen, dat alles in orde komt.”
zei ik. „Bovendien, ik geloof in allen ernst, dat
u zich onnoodig ongerust maakt. Uw nicht heeft
niets te vreezen. tenzü zich iets nieuws voor
doet.”
„Iets nieuws? Hoe kan dat, zü is immers on
schuldig!"
■Toen keerde zü
volgde:
.Münheer Raymond, waaiom heeft men mü
niet beter ondervraag.!? Ik zou hebben kunnen
bevestigen, dat Eleonore in den afgeloopen
nacht har.r kamer niet heeft verlaten."
„Werkelük?" vroeg ik.
.Ja,” hernam zü. „mün kamer ligt dichter bü
de trap dan de hare; om naar beneden te gaan,
had zü langs mün deur moeten komen en dan
zou ik haar gehoord hebben."
„Dat hoeft nog niet." antwoordde ik bedroefd.
„Hebt u geen andere bewüzen?”
„Ik wil alles zeggen wat noodig is," mompelde
rij.
Ik schrok. Ja. deze vrouw, die zich nu bereid
toonde om haar nicht te redden, hoe dan ook.
zou gedurende het onderzoek ook wel gelogen
hebben.
..Juffrouw Leavenworth." s]
rechtvaardigt een leugen, zelfs
om hen. die wü lief hebben, te
-Neen?" vroeg zü op onschuldlgen toon.
Als Eleonore’s schoonheid minder Indruk op
ik. „niets
it de wensch
„en zün we
WACHT EEN OOGEN-
WACHT DAN TOCH.'
slsche elementen voorkomen. Als gevolg hier
van is het Engelsch zoo büzonder rijk aan
synoniemen als büvoorbeeld
fiend vüand, enemy vijand
sheep schaap, mutton schaap
bench bank, chair bank
Maar het epmerkelüke is dat de drie achter
ste uitdrukkingen speciaal in de hoogere krin
gen en de drie voorste in speciaal de echte
volksomgeving gebruikt worden.
Toch kan het niet ontkend worden dat
Willem de Veroveraar de grondlegger is ge
worden van een machtigen staat, omdat hü
niet alleen de kunst van veroveren, maar ook
van regeeren verstond.
Gedurende zün regeerlng kwam het ver
maarde „Domesday’ -boek tot stand, dat door
de Angelsaksers juist zoo genoemd werd omdat
het voor goed een einde maakte aan hun laat
ste hoop om nog ooit eenig grondbezit te ver
werven. Het was n.l. een uitgebreid cadaster-
werk van alle gronden in heel bet koninkrijk,
hun eigenaars of pachters, de waarde, de be
volking. den toestand, den vorm van bedrüf erop
uitgeoefend.
Hü oefende de strengste rechtvaardigheid uit
tegenover allen en toen eenmaal de verhoudin
gen waren afgebabend. duldde hü van niemand
meer eenige inbreuk. Het koningschap voerde
hü hoog op door "Ven toen ongehoorde entou
rage in het oog des volks en hü stelde een
fllnken afstand tusschen zichzelf en alle overige
onderdanen. Voor den godsdienst heeft hü zien
verdlenstelük gemaakt. Door zün ordenend?
maatregelen, zün samenwerking met Rome
bloeide een rük geestelük leven. Veel kerken
en kloosters verrezen er, veel zorgen konden
daardoor worden besteed aan onderwijs en op-
derwijs. De bisschoppen werden benoemd na
nauwkeurig onderzoek en Willem lette aller
eerst op hun geschiktheid, in tegenstelling met
talrijke andere vorsten. Van den anderen kant
heeft Willem on een verschrikkelijke wüze zün
onderdanen getyranniseerd. Hü was een harts-
tochtelük jager en om nu dien hartstocht met
zün rijksgrooten ten volle voldoening te schen
ken. werden strafwetten tegen strooperü be
paald. die ongeloofelük schünen. Op het schie
ten van een haas in het koninklük jachtgebied
stond de onmenschelüke straf van het uitste
ken der oogen. Dit nog wel in een tüd. toen
men den gemeensten moord op een evenmensch
gepleegd door een lichte geldsom kon afkoopen.
In het laatste jaar van zün leven ondernam
Willem nog een krijgstocht tegen den koning
van Frankrük. door wiens spotternijen hü zich
beleedigd achtte.
Deze veldtocht had voor Willem persoonlük
een noodlottigen afloop. Hü struikelde, of lie
ver zün paard struikelde en hü viel zoo onzacht,
dat hü binnen korten tüd aan inwendige kneu-
zlr^en te Rouaan overleed <9 September 1087).
Op zün sterfbed gevoelde hü een bitter berouw
over de strenge maatregelen tegen het goede
Engelsche volk genomen. Groote schenkingen
deed hü aan liefdadige instellingen, om den
zielevrede terug te krijgen. Aan den anderen
kant bleef nü aan zün goed recht op den En
gelschen troon vasthouden, de overleden koning
had hem als zijn opvolger aangewezen en de
overweldiger Harald kon niet dezelfde rechten
doen gelden. Zoo is hü voor de Engelschen een
der hoofdfiguren uit hun geschiedenis geworden,
de grondlegger van hun staat en van bun toe
komstige macht en grootheid.
op dit blad rijn Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TC/) bü een ongeval met f VEf) bü verlies van een hand f 1 QC oü verlies van een Cfl bü een breuk van Afï bü verlies van ’n
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerirgen V.verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen J doodelüken afloop f AÜU.’ een voet of een oog f X <6duim of wijsvinger f “been of arm f Tlë." anderen vinger
Gewoon schuur- Wereldberoemd rei*
middel, 50 maal nifingimiddel VIM,
vergroot. Grove 50 maal vergroot. De
atukkert* mineraal bestanddeelen geven
zijn de oorzaak van een fijn en zacht
die akelige kras- poetsmiddel. Daar
aan en schrammen, om kraal VIM nooit.