3ïet vttAaal van den daq s i NA DEN SLAG BIJ HASTINGS 1 Dat is toch al ie bar HET WERK VAN WILLEM DEN VEROVERAAR 3 DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Voor het spookhuis Alle abonné’s 1 I ij I DONDERDAG 21 SEPTEMBER Die goede lepels en vorken vol met krassen.al de glans eraf* ondanks alle zorgen en moeite!” Doe het voortaan anders poets Uw kostbaar tafelzilver niet Wat de microscoop toont: r LEVER’S ZEEP MAATSCHAPPIJ n.v, VLAARDINGEN De ri jksten dezer wereld Stuurlieden-examen DOOR ANNA K. GREEN I De grondlegger van den Engelschen staat Urreur van de Noormannen kwam Engeland onder het jak der Normandiëre HET GEVAL LEAVENWORTH n IL NU IK ZIE Jane Vally I i De sigaretten van r ik wopd 'MOE VAN AL V DAT 6TAAN; LA TEN WE NAARi BINNENGAAN jENZED’RUItJ f Hf wie 1 bang I VOOR J meer met scherpe schuurmiddelen maar met VLM FTIEI DA.Z Blikje op me HEI/ AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL JööïnSa NEN VERBERGEN '5TIL N0(H EN OP DEN UlWjiG i <th Akunnen-staan. J 8 i. it X. t V25-020 den nmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiifiiiiiiiiiiiiniii DE ^POKE r ft zich naar mij toe en ver- NEGENDE HOOFDSTUK Een ontdekking I wilt u eens even hier (Wordt vervolgd) ll te 8, van een interviewer dat hü den Croesus noch thuis noch aan boord van één van zjjn jach ten kan treffen. Hij is namelijk veel op reis, hjj heeft een geheele vloot van luxe jachten, die elk oogenbllk tochten maken. Men weet dan ook niet, waar men hem vinden kan, want nu eens gebruikt hij dit dan weer dat jacht en de opzichters hebben consigne om aan niemand te vertellen met welk jacht hij zee gekozen heeft. den deksel DEN HAAG, Geslaagd voor 3en stuurman groote stoomvaart de heeren J. Hoomvcld en B. Bos. mij gemaakt had. of als ik minder door haar ellendige positie in beslag was genomen, zou ik van dit oogenbllk af een verloren man geweest zijn. „Ik bedoelde er niets kwaad mee,” vervolgde I Bewijst dit niet hoezeer VIM andere ppets- en schuurmiddelen over treft? VIM, in de prac- tische strooibus, is overal verkrijgbaar. Gewonebusslechts 20 ets., groote bus slechts 371 ets. Mary Leavenworth, die in een hoek van het vertrek sat. was ten prooi aan een heftig ver driet. Ik wendde mij tot Gryce. die ijverig zijn vingers zat te tellen, en sei: „Ik begrijp heel goed, dat u alles doet wat uw plicht u gebiedt, maar hoe hebt u den moed gevonden? Was de positie van juffrouw Eleo nore al niet précair genoeg? En toen kwam u nog met dien verwenschten zakdoek aandragen, die toch niet bewijst, dat zij medeplichtig is aan den moord, al is hij dan ook bevlekt met revol vervuil." .Mijnheer Raymond," verdedigde de detective zich, ,4k ben belast met het ondersoek In deze moordzaak en ik zal mijn plicht doen, hoe dan ook.” ..Het zij verre van mij. u daarvan af te willen houden. Maar vindt u het niet overdreven, te durven volhouden, dat zoo’n mooi, teer meisje hl verband sou staan met sulk een afschuwe- 1 h' Eerst ging het stuk voor stuk. Al naar omstandigheden In takken van bedrijf. Dat men om kooplust vroeg. De noodkreet was gewis Niet zonder goede reden, De vraag was immers klein, De voorraad groot genoeg! De roep van eet meer brood Ligt nog in ons geheugen. Eet haring! eveneens. Tot steun der reederij, De bloemen-nooddruft ook Was verre van een leugen, Zoomin als bü den boer Het slagwoord: eet meer ei! Maar toch, er is geen maag, Die alles kan verdragen. Terwijl nog bovendien De mensch een voorkeur heeft. Gezondheid kweekt men niet Door overladen magen. Terwijl een mensch ook graag De crisis overleeft! Nu komt Amerika Met een gezónde leuze! En door de wereld schalt De frissche kreet: koop nu! Men laat, mits dat men kóópt, Een ieder vrije keuze, 't Herstel der crisis dus Hangt verder afvan u! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) vaak over het Kanaal voer. Daarom had ze z’n vriendschap gezocht en aangehouden! Stil zat hij in z’n hoekje, geheel ontdaan en denkend aan de vreeselijke ontdekking, die hij zooeven gedaan had. Juist toen de trein zich in beweging ging zetten, viel het meisje adem loos op haar plaats neer. „Hé," riep ze, „dat is op het kantje af! Geef me gauw een sigaret; ik hunker er naar.” Emon keek haar een oogenbllk recht In de oogen. Voor z’n doordringenden blik sloeg zij de oogen neer, terwijl de kleur uit haar wan gen vloeide. „Ik stak bij vergissing een sigaret van je op, Jane." zei hij tenslotte. „O, geef my die terug. Je weet het niet; je Je begrijpt het niet.” ,Ae sigaretten, op één na. die je hebben mag, gaan allemaal het venster uit, en kapot, zei hij, f ••••••••••■■••■■««•••(■■•••••(f i - I ...........aaaaaaa.aaaaMaa....a: P^HIER 2tJN WE.l r LATEN WEHIZ 1 ZACHTJE6 LOOPENI EN LUISTEREN. IK WEET EEN FIJN PLAATSJE „Dat zeg ik niet, maar men heeft zoo vaak over een papier gesproken „Men zal bij Eleonore geen papier of iets an ders vinden, dat verdacht is,” onderbrak zij mij. „Bovendien bestaat er geen papier, dat belang rijk genoeg is om het te willen verbergen. Ik kan het weten, ik was Immers de vertrouwelinge van mijn oom.” .Ja, dat is zoo. maar zou uw nicht werkelijk niets geweten hebben?" .Neen, mijnheer Raymond." zei zij koel, „wij lelden een zeer ordelijk en eenvoudig leven. Ik begrijp niet, waarom zij zich zoo’n moeite ge ven. Een misdadiger heeft mijn oom waar schijnlijk gedood. Er kan best een dief zijn bin nengedrongen. al wordt er niets vermist En dan die gesloten deuren en ramen; u neemt nu maar onvoorwaardelijk de getuigen aan van een dom- men Ier, een knecht. Ik voor mij hecht er geen waarde aan; ik geloof, dat de moordenaar be hoort tot de een of andere misdadigersbende. Als u deze meenlng niet deelt, tracht dan ten minste een logische oplossing te vinden, zoo niet voor de eer van de familie, dan toch voor mij." Bjj deze woorden keek Mary mij met betoover- den blik aan. Gryce wendde zich plotseling tot ons en zei: .Mijnheer Raymond, komen?" Blij dat ik aan deze pijnlijke situatie kon ont snappen. snelde ik naar hem toe en vroeg; „Is er iets gebeurd?” del-Azië en Indlë, die vanuit Londen zijn fl- nancieele zaken drijft. Hij beschikt, evenals de andere Indische vorsten, over een geweldig re servefonds aan goud en kostbare steenen; dit is een schat, waarop de ernstigste crisis weinig Invloed kan uitoefenen, de waarde er van ver andert zco goed als niet. Al is het ook niet mogelijk, deze reusachtige vermogens nauwkeu rig te schatten, toch kan men zonder overdrij ving beweren, dat de Indische nabobs tot de rijkste mannen der wereld behooren. Men neemt aan. dat de rijkste van allen de Nizam van Hyderabad is. wiens Schatten aan gcud en juweelen alleen een waarde van 13 milliard gulden vertegenwoordigen. Minder rijk is vergeleken met hem de Gaekwar van Baro da, wiens vermogen slechts 360 millioen gulden bedraagt. Hierbij mag niet onopgemerkt blij ven. dat niet Amerika, gelijk men algemeen aanneemt, maar Engeland het land van de grootste vermogen is. Dit is bijvoorbeeld geble ken bü den dood van sir John Ellerman, wiens nalatenschap de Britsche schatkist Het groot ste bedrag aan successierechten Inbracht, dat men ooit heeft opgeteekend. De lüst van de zeventien rükste personen dezer wereld wordt door een Fransen tijdschrift aangevuld met eenige Interessante bijzonderhe den over den „Croesus” van China. Koopman, financieel magnaat en rubberkonlng In één per soon, is En Yang Bang thans van plan zün tiende paleis te bouwen. Zoodra het gereed Is, werdt onmlddellijk met den bouw van een nieuw begonnen, want deze bouw van paleizen is nu eenmaal een hartstocht van En Yang Sang. Hu mag zich deze luxe perznitteeren, ook al heeft zjjn laatste bouwwerk niet minder dan 750.000 gulden gekost. Yang Sang begon zijn toopbaan als Hande laar in geneesmiddelen, werd daarna makelaar in bouwterreinen en werd in dit bedrijf million- nalr, toen op zün grond en terreinen in Singa pore en in den Maleischen Archipel tinmijnen ontdekt werden. Zün-oudste zoon, die in En geland werd opgevoed, en ook met een En gelsche vrouw getrouwd is, leidt tegenwoordig de zaak, terwül de vader voor zün genoegen leeft en paleizen bouwt. Thuis leeft hü op Eu- ropeesche wijze, maar het gelukt slechts weini gen dit huis te betreden; het is de grootste zorg tjiimiitininimiiii KOOPT NUwiiiimiiiiiniiniie IHIHIIIMlÜ Er leven momenteel zeventien mannen, die vermoedelük de schulden der geheele wereld zouden kunnen betalen, als zü hun rijkdommen bü elkaar zouden leggen. Helaas bestaat er niet het geringste vooruitzicht op een verwezenlij king dezer hypothese. De meenlng. dat alle groo te vermogens door de geldcrisis ernstig zün ge decimeerd. berust dus op een dwaling. Er zün ook thans nog vele rijkdommen, die zoo goed als onaangetast zün gebleven. Het meest succesvol hebben de vermogens van de Indische vorsten de wereldcrisis kun nen weerstaan. Onder deze gelukkige nabobs bevindt zich de veelgenoemde Agha Khan. het hoofd der Mohammedanen In Oost-Afrika, Mld- lüke misdaad? Alleen een verdenking, geuit door een andere vrouw kan toch niet Hier viel Gryce mü in de rede en zei: „U houdt maar toespraken, terwül andere, veel belangrüker dingen uw aandacht vragen. Die andere vrouw, zooals u het schoonste sie raad der New-Yorksche society belieft te noe men. zit in een hoekje te weenen. Ik zou haar maar eens gaan troosten.” Ik was zeer verbaasd over dezen raad en keek den detective aan. niet wetend of ik hem zou gehoorzamen. Daar ik zag, dat hü in ernst had gesproken, ging ik naar Mary toe. Zü weende in derdaad. maar zachtjes en büna onmerkbaar, alsof haar vrees haar leed overtrof .Juffrouw Leavenworth," zei ik, „ik weet wel. dat in omstandigheden als deze troostwoorden van een vreemde volkomen misplaatst zün. maar toch zou ik u willen overtuigen, dat er bü het verhoor geen overstelpende bewüzen aan T licht zün gekomen." .Neen." mompelde zü. ..het is alleen maar de vraag of Eleonore het weet. Zü is zoo driftig en heeft zich daardoor hals over kop in moeilük- heden gestort en. Zü hield op. greep mü heftig bü den arm en ging voort: .Zullen zü haar durven Zü durfde haar zin niet af te maken. „Wat bedoelt u?" zei ik zachtjes en wees haar op de aanwezigheid van’den detective. „Al is uw nicht ook driftig geweest, daarom hoeft zü zich nog niet in moeilükheden gebracht te hebben." bedoel dit," antwoorde Mary op beslisten z’n koker en stak een lucifer aan. maarer kwam geen rook. „Weg met dat ding," toornde hü- het tusschen z’n vingers om het raampje te gooien. „Lieve hemel!” Hü staarde op een stroom fün wit poeder dat uit de sigaret op den grond vloeide. Eén oogenbllk stond hü verbaasd, maai toen drong de werkelükheld met een schok tot hem door. Het poeder was een doodelük vergift.... cocaïne. Koortsachtig gejaagd, onderzocht hü de si garetten van het meisje, elk afzonderlük tus schen duim en wüsvinger bevoelend. Eén er van was maar een echte sigaret, de andere waren allemaal gevuld met het afgrüselüke poeder. Als bü bliksemlicht zag hü de waarheid hel der in. Jane was een cocaine-smokkelaarster en hü de dupe! Dót was de reden waarom ze zoo Mary. „Beoordeel mü toch niet verkeeéü." „O neen, neen.” Niemand zou in mün plaats anders hebben geantwoord. Toen kwam de man, die Eleonore gevolgd was. weer terug en maakte een einde aan ons onderhoud. Hü bleef op den drempel staan en zei: .Münheer Gryce, een oogenblikje als het u belieft.” De detective haastte zich niet, aan deze ult- noodiging gevolg te geven. Integendeel, hü liep naar den anderen kant van het vertrek, nam het deksel op van een inkpot die daar stond, mompelde er eenige onverstaanbare woorden in en deed het deksel er weer op. Toen hü dit ge daan had. ging hü naar zün ondergeschikte toe en vroeg hem: „Ja. wat is er?” De man haalde zün schouders op en nam zün chef mee in de gang. Het geluid van hun stemmen drong slechts verward tot mü door en daar ik alleen maar hun ruggen kon zien, wendde ik mü weer tot Mary. Zü was bleek, maar kalm. ,Xomt hü van Eleonore?” „Ik weet het niet, juffrouw Leavenworth." antwoordde ik. „Gelooft u. dat uw nicht iets in haar bezit heeft, dat zü wil verbergen?” „U denkt dus, dat zü iet* wil verbergen?" met een stem, die hü nauwelüks als de züne her kende. „Eén oogen- blik," klonk het nu op scherpen toon. uit den mond van den man in T bruin. Emon keek in z’n richting en zag den loop van een revolver op zich gericht. „Ik geloof," zei de man, dat ik me aan U moet voorstellen.” Ik ben detective. We hebben jullie al langen tüd nagegaan. En nu zou Ik u. maar aanraden niet tegen te stribbelen.” Hü liep den wagen door en eer het tot Emon doordrong, wat er gebeurde, hoorde hü bet klik ken en zaten de handboeien om z’n polsen. De detective haalde den sigarettenkoker uit Emon’s zak en begon den inhoud te'onderzoeken. Woodstock was te verbaasd om een woord te aeggen. Zou Jane zich niet laten hooren om z’n onschuld te bewüzen? Hü keek haar smeekend aan. maar zü ontweek z’n blik en zei niets. De trein snelde voort: Tanbridge was reeds gepasseerd. In minder dan een uur dacht Emon. zouden ze in Londen zün En dan? Hü wist niet wat te doen, vond geen middel om uit de klem te raken. ,Jane!” riep hü. .Jane!" „Laat dat maar.” zei de man in ’t bruin; „ik heb niet graag last van je." Hü kwam naar Emon’s hoekje, duwde een opgerolden hand schoen in Emon’s mond, en bond hem met een touw vast. Daarna liet hü het gordüntje aan Emon’s kant zakken. „Ik geloof.” glimlachte hü. „dat ik nu wel zeggen kan wat ik ben. Ik ben geen detective. Je hebt mü en m’n assistente geholpen om haar pakje cocaïne te smokkelen. Ik zelf heb oriemaal zooveel over de grenzen gebracht, dank zü -een oude dame, die een pakje voor mü droeg dat ik niet dragen kon. Je zag, dat ik in elke hand een tasch had.’” Hü grinnikte van genoegen. Emon herademde, toen hü dit vernam. Dupe was hü. maar hü was geen gevangene van de wet, met een vreeselüke beschuldiging boven z’n hoofd. Hü beklaagde Jane Vally, dat zü het werk tuig was van zoo’n individu,, maar kon nu haar stilzwügen begrijpen. Z’n geest werd plotseling actief. Hü zocht naar een middel om dien kerel in ’t bruin een poets te bakken De trein vertraagde z’n vaart, toen de lichten van Londen in ’t zicht kwamen; hü reed over de brug over de Theems en stopte aan Jt Vic- toria-statlon. Met een blik op Emon. die z’n vergiffenis scheen af te smeeken, sprong Jane uit den trein. De man in ’t bruin stond, eer hü er uit ging, even stil vóór Emon. die geboeid en met een prop in z’n mond in den hoek zat: „Goeden dag en wel bedankt voor je hulp!" Hü zette z’n eenen voet op de treeplank, maar op tzelfde oogenbllk schoot John’s rech tervoet naar’ voren en de pee «do- detective, die z’n evenwicht verloor, viel met een smak op het perron. Op ’tzelfde oogenbllk was Emon achter hem. In z’n vorige houding terugsprin gend. bracht hü z’n handen omhoog, schoof de handboeien er af en zat met één sprong op den rug van z’n tegenstander. Het duurde niet lang of de politie was ter plaatse en de beide vechtenden werden naar het politiebureau gebracht. Eenige uren later had Woodstock z’n weder varen verhaald aan een Inspecteur van Scot- land-Yard, van wlen hü vernam dat de man in ‘t bruin een der gevaarlükste leden was van een bende smokkelaars, die verdoovende mid delen over de grens bracht. „We hebben hem gerulmen tüd nagegaan, münheer Woodstock." zei de inspecteur, „maar hü i« ons altüd te slim af geweest. We zullen nu van avond nog de heele bende achter slot en grendel hebben; dat hebben we dan aan u te danken." „En wat gebeurt er met het meisje?" vroeg Emon. „O, die behoort niet tot de bende. Zü was, evenals u, een van de slachtoffers van dien kerel. Eenige maanden geleden kreeg hü macht over haar, omdat hü haar dreigde er voor te zullen zorgen, dat de manufacturen-hulzen in Parüs haar zouden boycotten.” „Dus is ze onschuldig?” „Zoo onschuldig als u.” „Weet u waar ze. woont?” De inspecteur keek iets na op een papier, dat op z’n bureau lag en gaf het adres op. „Hé, waar gaat u zoo gauw hyen?" riep hü, toen Emon naar de deur liep. ,N»*r haar!” En wég was hü. ---tAR y zün Nurir ADE y 5POKENJ ANNIE.-?/ ■K a chterdver geleund in z’n hoekje, terwül ZA de trein de Fransche kust tegemoet stoom- •A de, liet Emon Woodstock z’n oogen rusten op het meisje, dat tegenover hem zat. Eenige maanden geleden hadden ze kennis gemaakt op de boot, die de verbinding tusschen Enge land en Frankrük onderhield en sindsdien had den ze vaak samen de lange reis tusschen Pa rijs en Londen afgelegd. Ieder van hen moest eens in de 14 dagen den overtocht maken. Zün zaak had een filiaal in de Fransche hoofdstad, terwül zü naar ze hem verteld had buitenlandsche Inkoopster was voor een groot manufacturenhuls in Lon den. Groot, flink, met sprekende blauwe oogen en een kleinen, büna altüd glimlachenden mond, was Jane Vally een meisje, dat wel in staat was het hart van een jongen man sneller te doen kloppen. Emon Woodstock voelde zich dan ook altüd bijzonder goed gestemd in haar gezelschap Toch was er altüd iets geheimzinnigs over haar, dat hem al veel hoofdbrekens gekost had. In z’n gepeins werd hü plots verstoord door de stem van het meftje. „Heb ik geslapen?" vroeg ze, dicht bü Calafl?” „Echt vrouwelük," lachte Emon. „om twee vragen tegelük te stellen. Ja. je hebt geslapen We moeten binnen een kwartier in Calab zün en dan naar Dover vertrekken." „Dan heb ik nog net tüd voor een sigaret," kondigde Jane aan terwül ze een papiereh zakje uit haar handtaschje haalde. ..Hoe kan je die slechte Fransche sigaretten rooken? Ik begrüp het niet." zei Emon. terwül hü voor haar een lucifer aanstak. „Als je er aan gewend bent, zün ze werkelük goed,” luidde het antwoord. .Maar o hemel, ik heb het pakje gescheurd en m’n sigaretten koker is in m’n koffer. Wees zoo goed, Emon, doe ze zoolang in jouw koker. Heb je er (Maats voor?” ..Plenty,” zei Woodstock, een sigarettenkoker uit z’n zak halend, die wel veertig stuks kon bergen. Terwül je sliep, heb ik als een fabrieks schoorsteen zitten dampen. Kük maar, een kant is heelemaal leeg." Hü overhandigde haar den koker, waarin ze zorgvuldig de sigaretten borg. .Net is niet noodig je te zeggen, dat je m’n sigaretten niet rooken mag," zei ze. „Gelukkig dat je ze bergen kan. Ik zal m’n koker uit m’n koffer halen, als we bü de douanen in Dover zün. Dan kun je me m’n sigaretten teruggeven, als we in den trein zitten.’; Zü lachte en de jonge man dacht hoe lief dat meisje toch was. Emon stak den koker met een tevreden ge zicht weer in z’n zak. De zee was kalm en ze konden dus, op het dek der stoomboot, aangenaam koutend, van den overtocht genieten- Even vóór de boot te Dover meerde, vroeg ze hem een plaatsje voor haar in den trein open te houden. „Ik heb zooveel bagage en de douanen zul len langen tüd werk met mü hebben; Jü hebt maar één valiesje, dus jü kan zoo naar den trein gaan.” Emon was zoo gelukkig een leege coupé te vinden vóór aan den trein. Er was maar eén passagier in, een donker uitziende, korte man. met glad geschoren gezicht en gekleed in een bruin pak. Minuten gingen voorbü zonder dat Jane zich liet zien. Werktulgelük nam hü een sigaret uit Hü trok. Hü brak uit het toon. „Eleonore heeft op verschillende vragen zoodanig geantwoord, dat ieder, die deze ant woorden heeft gehoord, moet gelooven, dat zü meer van deze verschrlkkelüke zaak weet.” Mary vervolgde gedempt, maar zoo dat men haar toch door het heele vertrek kon verstaan: ..Zü gedraagt zich, alsof zü iets wil verbergen. En toch durf ik volhouden dat dat niet waar is. Wü staan met elkaar niet op goeden voet, maar dat verhindert niet, dat ik nooit zal gelooven. dat zü iets meer van dezen moord weet dan ik. Iemand, u büvoorbeeld, moet haar duldeUJk maken, dat zü zich vergist door zoo te handelen, dat zü tenslotte verdenkingen zal wekken, voor zoover dat al niet het geval is. Herhaal haar uit mün naam. wat u zelf zooeven hebt gezegd, dat het onderzoek geen ernstig bewüs tegen liaar heeft opgeleverd." Mary Leavenworth had de laatste woorden op vertrouwelüken toon gesproken. Terwül zü sprak, had ik haar van ter züde gadegeslagen. Welk een tooneelspeelster was deze vrouw! „Zou het niet beter zün," hernam ik, .als u het haar zelf zei?" .Neen, wü spreken niet meer met elkaar dan noodig is.” „Dat is jammer, men zou haar moeten kun nen duidelük maken, dat openhartigheid het beste voor iftar is.” Mary zuchtte. „O! Waarom Is dit afschuwelüke ongeluk over mü gekomen; ik was zoo gelukkig! Niet alleen komt mün oom op zoo’n tragische wüze om het leven, maar ook mün nicht.,.." ■p* rins Robert van Normandlë werd op het slot Gerberoy belegerd. Bü een uitval reed hü met gesloten vizier in op een troep belegeraars. Een gevecht van man tegen man volgde en de prins wierp zün tegenstan der uit den zadel, na hem een zeer ernstige verwonding aan den arm te hebben toege bracht. Kreunend lag de neergestorte ridder op den grond, ook hü had het vizier gesloten. Het bloed van den prins dreigt stil te gaan staan, Mü fluistert. Ja. hü weet het. hü heeft zün vader uit den zadel geworpen, hü heeft zün eigen vader gewond. Berouwvol werpt hü zich op de knieën voor den ouden hertog, vraagt hem om vergiffenis en helpt hem op zün eigen paard. Die vader was niet alleen hertog van Normandlë. hü was ook koning van Engeland; het was Willem de Veroveraar, de held van Hastings, die zün opgestanen zoon tot gehoorzaamheid wilde terug voeren. Zelden, zegt Macanlay, is een natie vollediger „onder het juk van een andere gebracht, zelfs niet In Azië, dan de Engelsche". Wat we tegenwoordig als het Engelsche volk, de Engelsche taal, de Engelsche psyche, het Engelsch karakter, de Engelsche zeden en ge woonten, de Engelsche traditie, etc. etc., ken nen. is elgenlük in wezen vreemde Import. Het Engelsche volk van thans is op het slag veld geboren, toen Willem van Normandlë zich bü Hastings in October 1066 met 60.000 sol daten van de heerschappü meester maakte. Gedurende een eeuw reeds was Engeland door 'de Noormannen gebrandschat, ze oefenden een verschrikkelijke terreur uit en de laatste Engelsche vorsten betaalden schatten geld om aan de plunderingen te ontkomen. Tenslotte kwam de regeerlng toch in handen van een Noorman, die zich echter tegen Willem van Normandlë niet staande kon houden. Het moet er verschrikkelük gespannen hebben bü Hastings, bü duizenden lagen de lüken door een en dat beteekende in die dagen heel wat. Alles moest met de hand gebeuren, ook'Jiet afmaken van vüanden in den strüd, want de machinale oorlog bestond nog niet, was voor behouden om in meer „beschaafder" tüden te worden toegepast. Het slot was dat hertog Willem van Normandlë. bügenaamd „de ver overaar”. zich definitief van Engelands bezit verzekerde. Tot op den dag van heden regee- ren zün afstammelingen in de vrouwelüke Unie nog altüd over datzelfde land. Willem zelf was met 60.000 krijgsmakkers overgekomen en niet alleen deze soldaten maar ook nog later aangekomen troepen maakten aanspraak op brloonlng. De koning. afhanke- lük van zün soldaten, kon moeilük anders dan aan -dje verlangens voldoen. Alle posten van beteekenis werden aan de vreemdelingen toe- vertrouwd, die bovendien nog uitgestrekte lan derijen bekwamen, waarvoor reusachtige ont ginningen noodig waren. Wat eeuwen later de Engelsche koningen tegenover de Ieren zich I veroorloofden, n.l. een büna absolute verplaat- 1 sing van het grondbezit uit de handen van de oorspronkelüke bewoners in die van vreemde- l lingen, heeft ook Willem de Veroveraar ge- i daan. Natuurlijk waren in de eerste tüden openlüke reacties aan de orde van den dag, maar zonder pardon smoorde men ieder verzet in uitroeiing der opstandigen. In Northumberland werd een voorbeeld ge- ■teld van afgrüselüke wreedheid. De heele i provincie, bestaande uit goed bebouwde land- i streken, werd in een woestenü veranderd. Alle hulzen vielen onder sloopershanden, vlogen in brand, het vee werd geroofd en de bewoners, men schat van meer dan 100.000 stierven als ratten door den hongerdood. Niets bleef er verder in het veroverde land over van de oude families der Angel-Saksersde bewoners, die niet sneuvelden in den strüd om de vrüheld, kwünden weg in gevangenschap of hoerig heid. De geheele oorspronkelüke bevolking verviel tot hofhoorigheld. ging op in het met Uzeren strengheid doorgevoerde nieuwe leen stelsel. De koning gaf ultgestrekte goederen in leen-gebruik aan zün Normandische edelen en dezen op hun beurt verdeelden die goederen weer in een groot aantal achterleengoederen en rldderplaatsen. Ieder droeg bepaalde ver plichtingen tegenover zün heer, maar de oor spronkelüke inwoners bleven voortaan de onderlaag der bevolking, de bezitten waren de vreemdelingen van het vasteland. Alles onderging natuurlük den Invloed dezer verhoudingen Zoo draagt de taal nog altüd opvallende sporen van de „Normandiseerings- polltlek" door Willem den Veroveraar toege pest. Alles moest verfranscht worden. Niet alleen de hoogere klassen gebruikten deze taal, ook die der lagere volksklassen werden er mee vermengd, zoodat er van het oorspronkelüke Angelsaksisch niet veel meer over-bleef. Het moderne Engelsch is een product waarin veel Fransche, veel Noorsche en veel Angelsak- Ik raakte haar arm aan; dit gebaar bracht haar tot zichzelf. Zü zweeg en beet zich op de lippen. .Laten wü hopen, dat alles in orde komt.” zei ik. „Bovendien, ik geloof in allen ernst, dat u zich onnoodig ongerust maakt. Uw nicht heeft niets te vreezen. tenzü zich iets nieuws voor doet.” „Iets nieuws? Hoe kan dat, zü is immers on schuldig!" ■Toen keerde zü volgde: .Münheer Raymond, waaiom heeft men mü niet beter ondervraag.!? Ik zou hebben kunnen bevestigen, dat Eleonore in den afgeloopen nacht har.r kamer niet heeft verlaten." „Werkelük?" vroeg ik. .Ja,” hernam zü. „mün kamer ligt dichter bü de trap dan de hare; om naar beneden te gaan, had zü langs mün deur moeten komen en dan zou ik haar gehoord hebben." „Dat hoeft nog niet." antwoordde ik bedroefd. „Hebt u geen andere bewüzen?” „Ik wil alles zeggen wat noodig is," mompelde rij. Ik schrok. Ja. deze vrouw, die zich nu bereid toonde om haar nicht te redden, hoe dan ook. zou gedurende het onderzoek ook wel gelogen hebben. ..Juffrouw Leavenworth." s] rechtvaardigt een leugen, zelfs om hen. die wü lief hebben, te -Neen?" vroeg zü op onschuldlgen toon. Als Eleonore’s schoonheid minder Indruk op ik. „niets it de wensch „en zün we WACHT EEN OOGEN- WACHT DAN TOCH.' slsche elementen voorkomen. Als gevolg hier van is het Engelsch zoo büzonder rijk aan synoniemen als büvoorbeeld fiend vüand, enemy vijand sheep schaap, mutton schaap bench bank, chair bank Maar het epmerkelüke is dat de drie achter ste uitdrukkingen speciaal in de hoogere krin gen en de drie voorste in speciaal de echte volksomgeving gebruikt worden. Toch kan het niet ontkend worden dat Willem de Veroveraar de grondlegger is ge worden van een machtigen staat, omdat hü niet alleen de kunst van veroveren, maar ook van regeeren verstond. Gedurende zün regeerlng kwam het ver maarde „Domesday’ -boek tot stand, dat door de Angelsaksers juist zoo genoemd werd omdat het voor goed een einde maakte aan hun laat ste hoop om nog ooit eenig grondbezit te ver werven. Het was n.l. een uitgebreid cadaster- werk van alle gronden in heel bet koninkrijk, hun eigenaars of pachters, de waarde, de be volking. den toestand, den vorm van bedrüf erop uitgeoefend. Hü oefende de strengste rechtvaardigheid uit tegenover allen en toen eenmaal de verhoudin gen waren afgebabend. duldde hü van niemand meer eenige inbreuk. Het koningschap voerde hü hoog op door "Ven toen ongehoorde entou rage in het oog des volks en hü stelde een fllnken afstand tusschen zichzelf en alle overige onderdanen. Voor den godsdienst heeft hü zien verdlenstelük gemaakt. Door zün ordenend? maatregelen, zün samenwerking met Rome bloeide een rük geestelük leven. Veel kerken en kloosters verrezen er, veel zorgen konden daardoor worden besteed aan onderwijs en op- derwijs. De bisschoppen werden benoemd na nauwkeurig onderzoek en Willem lette aller eerst op hun geschiktheid, in tegenstelling met talrijke andere vorsten. Van den anderen kant heeft Willem on een verschrikkelijke wüze zün onderdanen getyranniseerd. Hü was een harts- tochtelük jager en om nu dien hartstocht met zün rijksgrooten ten volle voldoening te schen ken. werden strafwetten tegen strooperü be paald. die ongeloofelük schünen. Op het schie ten van een haas in het koninklük jachtgebied stond de onmenschelüke straf van het uitste ken der oogen. Dit nog wel in een tüd. toen men den gemeensten moord op een evenmensch gepleegd door een lichte geldsom kon afkoopen. In het laatste jaar van zün leven ondernam Willem nog een krijgstocht tegen den koning van Frankrük. door wiens spotternijen hü zich beleedigd achtte. Deze veldtocht had voor Willem persoonlük een noodlottigen afloop. Hü struikelde, of lie ver zün paard struikelde en hü viel zoo onzacht, dat hü binnen korten tüd aan inwendige kneu- zlr^en te Rouaan overleed <9 September 1087). Op zün sterfbed gevoelde hü een bitter berouw over de strenge maatregelen tegen het goede Engelsche volk genomen. Groote schenkingen deed hü aan liefdadige instellingen, om den zielevrede terug te krijgen. Aan den anderen kant bleef nü aan zün goed recht op den En gelschen troon vasthouden, de overleden koning had hem als zijn opvolger aangewezen en de overweldiger Harald kon niet dezelfde rechten doen gelden. Zoo is hü voor de Engelschen een der hoofdfiguren uit hun geschiedenis geworden, de grondlegger van hun staat en van bun toe komstige macht en grootheid. op dit blad rijn Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TC/) bü een ongeval met f VEf) bü verlies van een hand f 1 QC oü verlies van een Cfl bü een breuk van Afï bü verlies van ’n ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerirgen V.verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen J doodelüken afloop f AÜU.’ een voet of een oog f X <6duim of wijsvinger f “been of arm f Tlë." anderen vinger Gewoon schuur- Wereldberoemd rei* middel, 50 maal nifingimiddel VIM, vergroot. Grove 50 maal vergroot. De atukkert* mineraal bestanddeelen geven zijn de oorzaak van een fijn en zacht die akelige kras- poetsmiddel. Daar aan en schrammen, om kraal VIM nooit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 9