c
raw
s
I»-
Vafci den oogsttijd
Apulië
I
c
n
wl
Een belangrijke dag voor Geertruidenberg
De zomer van 1933
Het kleinbedrijf
m
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
ft
Plaats dan een ^Omroeper”
VOOf 75.000 gezinnen.
Wijn en olie
Bgg
LAND VAN OLIJVEN EN
WIJNGAARDEN
w
1
-
F
as
2? i
Itó^SFl
sr
-
EÉY
lol
v
.J»;
Economische overwegingen
AARDAPPEL-CENTRALE
Mededeeling voor den kleinhandel
V erbruikscoöperaties
DE MIJNEN IN LIMBURG
w.
I
De sociale zijde van
het vraagstuk
sociale beteekenis
De stryd tusschen groot- en klein
onderneming behoef1 geenszins
lydelyk te worden aange
zien
jJ)it land heeft niet de lyrische
bekoring van Campanië, de
mystieke gratie van T oscane
en den melodischen ernst
van Latium”
F~-s!
Een der mooiste van de laatste
decennia
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1933 1
■■54:
- H
S5®?fc:K>
TK?
-i
lt’
■v<
ij
?'■-?
M
f
■-?
In
DB DOODKISTENFABRI EK, der firma Danssen te *a Heréogenboach ia
door brand vernield. Ook de kaasopslagplaataen der firma van den Berg
werden een prooi der vlammen*
De Nederlandsche Aardappel-Centrale te Den
Haag deelt den Nederlandschen Kleinhandel
mede, dat binnenkort de erkennlngskaarten via
de Afdeellngssecretariaten van den Nederland-
schen Bond van Kleinhandelaren in samenwer
king met den Roomsch Katholieken Bond zullen
worden uitgereikt.
Den belanghebbenden zal te zijner tijd worden
medegedeeld, waar en wanneer de kaarten kun
nen worden gehaald en dienen alsdan een foto,
pasformaat, mede te brengen.
DB VRAAG NAAR LOTEN der eerste F ran ache nationale
loterij was Woensdag, op den eersten dag der verkrijgbaar**
stelling, zoo groot, dat alle loten binnen eenige uren waren
uitverkocht. Eenige lotenkoopers in actie.
is van de kleln-onderneming, vergeleken met
die Vhn de groot-onderneming; vervolgens wordt
onderzocht, hoe de feitelijke toestand is In deze
verhouding, om, na ontkend te hebben dat ten
aanzien van den strijd tusschen belde vormen
van onderneming werkloos mag worden toege
zien, uitelndelyk vast te stellen van welken
aard de maatregelen ter bescherming van de
kleln-onderneming moeten ztfn.
Bet totaal aantal arbeiders der gezamenlijke
steenkolenmijnen in Limburg bedroeg op 1 Sep
tember 1933 ondergronds 23.075, bovengrond*
10.846. De totale netto-productle der gezamen
lijke steenkolenmijnen In Limburg bedroeg ge
durende de maand Augustus 1933 1.070.677.990
ton steenkolen. Het aantal werkdagen, waarop
het bedrijf gedurende de maand Augustus regel
matig werd uitgeoefend, bedroeg bjj de onder
scheidene mijnen: Staatsmijnen 25, Wilhelmina
23, Dominate Mijn Mij. 21, Mijnen Laura en
Ver. Laura 20, Julia 21, Oranje Nassau Mijnen
21, Mijnen Willem Sophia 2L
Er Is wel geen leerpunt aan te wijzen, dat
door de christeljjk-sociale schrijvers met groo-
ter eenstemmigheid en sterker voorliefde wordt
benadrukt, dan de stelling, dat een ruime be
zetting met een welvarenden middenstand voor
de samenleving van zeer groote beteekenis is.
De samenleving toch moet in booge mate zijn
gebaat door eerbiediging van de persoonlijkheid
en de mogelijkheid van haar evenwichtige ont
plooiing, door de practyk van degelijke huise
lijke en maatschappelijke zeden, door den ge-
hjkmatigen gang van het economische leven
zonder geweldige schokken.
TE AMSTERDAM ia Don
derdag de eerste paal ge
slagen voor een overdekte
tennishall die de grootste
van Europa zal worden,
De directeur van het sport
park „Apollo", waartoe het
gebouw zal behooren, helpt
een handje*
Dez
Dijck,
Is geb
woont
le. Ze
Spieg-
kinde
lukklf
haar
verlat
In zo
de E
de vr
keerei
de lu<
ter vt
echtst
die w
▼an c
haar
delijk
dertle
▼en. 1
social
pagar
vloed
DE WED. d* MBY, wonende Kerk
straat te Wijk aan Zee, hoopt op
14 October a.a. baar lOOsten geboorte
dag te herdenken.
EBN GEBNSCENBBRDE AANRIJDING. Door den A. N. W.p. werd dezer
dagen in overleg met de verkeerspolitie in de Euterpestraat te Amsterdam
een aanrijding tuaachen twee auto’s geënsceneerd als onderdeel van de
nieuwe verkeerefilm. die in opdracht van den A. N. W. B. wordt gemaakt.
Hierboven een drietal foto’s van het geval.
Aan het prae-advies, dat prof. dr. W. J. M.
Koenraadt. hoogleeraar aan het Groot-Semi-
narie te Hoevén, heeft uitgebracht voor het
tiende congres van den Ned. R. K. Midden
standsbond, te houden op Donderdag 28 Sep
tember a.v te Breda, over de sociale zijde van
het vraagstuk der wettelijke bescherming van
het kleinbedrijf, ontleenen wy het volgende:
'-"f ,s-
Onl
derva
van 1
40 mi
king
bezitt
beide:
groot
de so
de ge
kathe
kome
Het
1932
door
t re sc
stemt
raads
uit di
burge
den F
De
wijd i
de zei
staat
het k
An g
heuve
pen I
pellet
kele 1
de ka
boven
den v
zijn v
kerze
stigt, de basis schept voor de praetijk van go^de
huiselijke en maatschappeiyke zeden en den
gelykmatigen gang van het economisch leven
bevordert. Daartegenover worden de nadeelen.
welke de groot-ondernemlng juist voor deze
waarden met zich beeft gebracht, scherp in het
licht gesteld. De conclusie uit deze overwegin
gen luidt dan, dat van sociaal standpunt de
groot-ondernemlng zoowel op het gebied van
den klein-handel als op het gebied van de nij
verheid ver ten achter blijft bij de klein-on
derneming.
Mag werkeloos worden toegezien, dat dit
groote goed.' het behoud van de klein-onder-
neming, verloren dreigt te gaan door het op
dringen van groot-ondernemhigsvormen en
coöperaties? Alvorens deze vraag te beantwoor
den, wijdt prof. Koenraadt eerst aandacht aan
het in klein-handelskrlngen nogal gebruikelijke
argument, dat de onafhankelijke winkelstand
op de distributie van goederen een ander-ult-
sluitend recht zou kunnen doen gelden. Dit
verdedigingswapen is volstrekt ondeugdelijk,
omdat een zoodanig recht niet bestaat. Uit
voerig wordt deze ontkenning dan gemotiveerd.
Naast sociale overwegingen moeten bU het
i oordeel over klein- en groot-onderneming in
hun onderlinge verhouding ook economische
overwegingen gelden. Omtrent deze laatste is
een afzonderlijk prae-advies uitgebracht, waar-
1 bjj prof. Koenraadt zich aansluit. Niet alleen
in de nijverheid, waarvooi'" zulks meestal als
evident wordt aanvaard, maar ook in den de
tailhandel kan zij een nuttige functie vervul
len. Niet de groot-ondernemlng als zoodanig
verdient daarom bestrijding, maar de wijze,
waarop zij In de practljk gebruik maakt van de
bestaande onbeperkte vrijheid van concurren
tie.
De strijd tusschen groot- en klein-onderne-
mlng behoeft derhalve geenszins lijdelijk te
worden aangezien. De klaarblijkelijke elsch van
algemeen welzijn, dat de onbeperkte vrijheid
van concurrentie worde teruggebracht binnen
redelijke grenzen, is de weg, waarop de midde
len moeten liggen om den zelfstandigen klein
ondernemer, waar noodig, voldoende veilig te
stellen tegen de opdringende groot-onderne
mlng. Aan het groot-kapitalistisch winststreven
met zijn doelstellingmacht en bezittingscon-
centratle, moet paal en perk worden gesteld.
Daartoe moeten ook zjjn weinig kieskeurige
middelen, zooals de practljk die kent uit de be
ïnvloeding van den wilszwakken consument
door lunchrooms in warenhuizen, lok-artikelen,
cadeaustelsel e.d, worden geweerd.
Welnu, de kleln-onderneming, althans wan-
neer ze in de samenleving van overwegende be
teekenis is, biedt voor de verwezenlijking van
die maatschappelijke wenscheljjkheden zeer
gunstige voorwaarden, wat van de groot-onder
nemlng geenszins kan worden getuigd.
Deze stelling trordt vervolgens door den
prae-advlseur nader uitgewerkt, waar hjj aan
toont, hoe de kleln-onderneming de evenwich
tige ontplooiing van de persoonlijkheid begun-
De prae-advlseur staat vervolgens nog spe
ciaal stil bij de verbruikscoöperaties, waarbij de
verschillende daarvoor aangebrachte argumen
ten tot hun juiste proporties worden terugge
bracht en tenslotte wordt geconcludeerd, dat
ook al zou de mogelijkheid bestaan om via de
coöperaties de goederen een weinigje goedkoo-
per te betrekken, dit een beslist onvoldoende
motief is om den zelfstandigen klein-ondernemer
in het gedrang te brengen. Hiertegen verzet
zich de sociale rechtvaardigheid.
Schuilt zoo de diepste oorzaak van de moei
lijkheden, welke de kleln-onderneming onder
vindt, in de onbeperkte concurrentlevrljheld en
de ongeregelde winzucht, dan moet dat kwaad
worden tegengegaan. Daartoe zijn speciale be
lastingen niet geëigend, maar moet de Obncur-
rentie-mogelijkheid worden ingeperkt door de
vestiging in een bedrijf te binden aan bepaalde
voorwaarden, en moet tevens de winzucht wor
den begrensd door niet alleen oneerlijke, maar
ook onedele concurrentiemiddelen te verbieden.
Wanneer wij wilier nagaan hoe de zomer
van 1933 is geweest in vergelijking met de zo
mers der laatste tientallen van Jaren, kunnen
wij niet alle weersverschljnseien gez->.meniyk
beoordeelen. De algemeene Indruk van den af-
geloopen zomer is evenwel, dat wij een zeer
goeden zomer hebben gehad, niet onder
warm, niet regenachtig maar wel zonnig en
vooral zeer gelijkmatig, vroeg begonnen, al was
Juni niet warm, en tot laat in SepU .ber voort
durend.
Willen wlf dezen zomer vergelijken met vroe
gere zomers, dan kunnen wjj slechts drie cri
teria gebruiken: de temperatuur, den zonne
schijn en den regen.
Bij de temperatuur kunnen wij onderscheid
maken tusschen warme dagen met een gemid
delde temperatuur van ten minste 20 gr. C,
zeer warme dagen met een maximum-tempera-
tuur van ten minste 25 gr. C. en heete, zg.
tropische dagen met een max. temp, van ten
minste 30 gr. C. Een normale zomer telt vaq
zulke dagen 20. resp. 15 en 2. De zomer 1933
had er 29, resp. 16 en 2 en bracht ons dus veel
warme dagen maar geen buitengewone hitte.
Uit een reeks van veertig zomers van den
laatsten tijd kan men er met 1933 acht kiezen,
die alle meer warme, zeer warme en tropische
dagen dan normaal brachten en als wjj deze
jaren, hieronder genoemd, ten opzichte van de
temperatuur in rangorde plaatsen, staat 1911
verre bovenaan met 57 warme. 41 zeer warms
en 13 tropische dagen. De tweede plaats neemt
de zomer van 1929 in met 32, 36 en 6. Hierop
volgen 1899, 1900, 1914. 1932. 1917 en 1933. De
afgeloopen zomer is dus no. 8 en behoort daar
mede tot de allerbeste zomers der laatste veer
tig jaren.
Ten opzichte van den zonneschijn is de volg
orde eenigszins anders. De jaren 1899 en 1900
moeten hier bulten beschouwing blijven omdatf
de cijfers voor den zonneschijn ontbreken. Bo
venaan staat de zomer (Mei-Augustus) van
1929 met 157 uren zonneschijn meer dan het
normale aantal (773). Nr. 2 Is 1917 met 104, nr.
3 1911 met 99. nr. 4 1933 met 35 uren boven het
normale aantal, terwijl 1914 en 1932 het nor
male aantal hadden.
Wat den regen betreft moeten wjj rekenen
met het aantal regendagen. Het normale aan
tal in de periode Mel-Augustus is 50. In 1911
kwamen slechts 36 regendagen In deze periode
voor en de zomer van dat jaar staat weer als
nr. 1. Dan volgen 1899 met 38, 1929 met 48,
1933 met 51, 1914 en 1917 met 55, 1900 met 57
en 1932 met 58 regendagen. Hier is 0us de af
geloopen zomer nummer vier en dus een van
de droogste zomers.
De bovenstaande cijfers maken het mogelijk
de zomers naar rangorde te plaatsen met be
trekking tot de drie meteorologische elementen
gezamenlijk. Met weglating van 1899 en 1900 is
1911 nr. 1 met 5 punten, 1929 nr. 2 met 6. 1917
nr. 3 met 15, 1914 nr. 4 met 15; 1933 nr. 5 met
16 en 1932 nr. 6 met 19 punten. Waarschijn
lijk is 1899 tusschen 2 en 3 te rangschikken
maar zeker is dit niet In elk geval staat 1933
niet lager dan nr. 8 en behoort dus tot de al
lermooiste zomers van de laatste veertig jaren.
In het bovenstaande is geen rekening ge
houden met de mooie Septembermaand, eens
deels omdat deze nog niet geëindigd is. ander
deels omdat zü wel heel mooie, maar geen bij
zonder warme dagen heeft gebracht.
Met den zomer 1933 kunnen wij tevreden
zijn. Deze en de zomers van 1929 en 1932 logen
straffen de meenlng, dat „tegenwoordig gMB
mooie zomers meer voorkomen".
(Nadruk verboden).
Sta:
beu
Onk
schi
feiti
D
uite
van
glë
ninj
Men
tref
de
In
rich
Bea:
neu:
bisd
betr
dat
ning
over
gave
j.l*.
ste v
klari
de a
bissc
beur
zegd
Wat
bisd<
nel”
In b
ning
zien,
tus z
waar
Stan
ber,
gege
ons
uit R
versj
door
nomt
24 A
Nede
vond
B va
een
sc hij
dat
moet
natu
selscl
hoort
tenis
heel
weke
Beau
een r
buurt
oen er
Maag
der a
Het
over
kerze
•F
4
FOTOREPORTAGE
Rekening houdend met de beteekenis, die in
het raam van de stoffelijke volkswelvaart aan
de groot- en klein-onderneming toekomt,
aldus prof. Koenraadt moet In het licht van
sociale beginselen worden onderzocht, of er
termen aanwezig zijn tot wettelijke bescher
ming van de kleln-onderneming In haar ver
houding tot de groot-ondernemlng.
De prae-advlseur begint derhalve met in en
kele paragrafen die sociale beginselen voorop
te stellen en gaat dan na de ulteennettlng
van deze beginselen na, welke de
of een hamer of een steen den taaien groenen
bast van de amandelen. De ontbolsterde bruine
vruchten liggen in groote hoopen tegen de mu
ren opgestapeld of over de straat uitgespreid
om te drogen. Zakken vol amandelen, karren
vol amandelen, wagons vol amandelen. Zy kos
ten hier weinig en men leert nieuwe manieren
om ze te eten. In de dorpen krijgt men ze
na eiken maaltijd geroosterd, waardoor de bast
zoo broos wordt, dat men hem tuschen de vin
gers stukdrukt, terwyi de vrucht knapperig en
geurig is.
Zulke geroosterde amandelen passen goed bij
den wijn, die ook al bijna rijp is, den vurigen
wijn van Apulië, die een branderigen, harsach-
tigen smaak heeft, alsof het zonnevuur zelf
erin smeult. Hij houdt ongeveer het midden
tusschen den wjjn van de Romeinsche „castelll”
en dien van Sicilië: vurig als de laatste en
licht door de keel glydend .suffig” zeggen
de Dultschers als de eerste. En des te snel
ler laten zij hem door de keel glyden, als zjj
bedenken, dat dit de wyn is, die den rooden
baard van keizer Frederlk heeft bevochtigd.
Na den wijn komen de olijven, die ook al
zwart aan de boomen hangen. Olie en wijn: de
combinatie van deze belde in het Evangelie
verhaal scheen ons vroeger nogal zonderling,
een zéér speciale heelmethode van den barm-
hartigen Samaritaan. Maar in het Zuiden gaan
die twee onafscheidelijk samen. Wie wjjn ver
koopt, verkoopt ook olie; in al die kleine win
keltjes staat naast het wijnvat de buikige meer
dan meterhooge pot of vaas van brWn aarde
werk, waaruit met een litermaat aan een stok
de groengllnsterende olyfolle geput wordt. „Vlno
e olio” zjjn als opschrift van den winkel even
onafscheidelijk als .Bale e tabacchl", zout en
tabak; maar terwijl deze laatste combinatie is
uitgevonden door het staatsmonoplle, dat zoo
wel zout als tabak beheerscht en ze in dezelfde
winkels laat verkoopen, en dus een huwelijk uit
belang moet heeten, zyn de olie en de wyn
eikaars natuurlijke echtgenooten.
Olie, wijn en amandelen zyn de producten
van het land, die ook op het iandschap hun
stempel drukken. Een ander karakteristiek ken
merk zyn de blinkend witte huizen. De witkalk
is hier zeer in eere; en wel juist door het ge
brek aan water. Daar er geen water genoeg
is, om het vuil en stof van de huizen te was-
schen, wordt het eenvoudig met witkalk be
dekt. Vele malen per jaar krygen alle huizen
een beurt, maar er zjjn dorpen en steden, waar
de huisvrouw of de meid lederen morgen met
den witkwast om het huls heen gaat, even ge
regeld. als men in Amsterdam de stoep dweilt.
Zoo is het watergebrek juist de oorzaak van
de blinkende zindelijkheid dier witte muren,
die fonkelen in de zon.
Eigenaardig verheffen zich in dit vlakke land-
schap de „trulii”, een soort van steenen hut
ten met spitse kegelvormige daken, die er als
kleine piramiden of als negerhutten ultzlen.
De onderbouw is gewoonlijk wit gekalkt, ter
wijl bet kegelvormige dak de grauwe kleur van
de natuursteenen vertoont, waaruit het zonder
cement is opgestapeld. Deze „trulii" zijn een bij
zonderheid van de provincie Bart en in som
mige streken zijn zU zoo talrijk, dat het schijnt,
alsof de tenten van een heel leger de vlakte
bedekken.
Maar de roem van Apulië zijn de Romaansche
kerken, hier en daar met vroeg-gothlsche. met
Normannische, en met eigen Apullsche styi-
elementen getint, die de steden langs de kust
CVan onsen Romelnschen correspondent.)
e reis naar Bart, de oude havenstad, die
I 1 er nu met haar „Jaarbeurs van den Le-
vant’’ naar dingt, de stapelplaats van
den Europeeschen handel op het Oosten te
worden, schenkt den relzger tegeiyk de kennis
making met een landstreek, die buiten de ge
bruikelijke toeristenwegen ligt. ’De duizenden
vreemdelingen, die Italië bezoeken, komen allen
▼roeg of laat naar Rome, waarheen Immers
«die wegen lelden; verder voert hun weg of hun
reisbureau hen vaak naar Napels en eventueel
nog naar Sicilië. Maar Apulle laten zy letter
lijk links liggen.
Het land heeft ook niet de lyrische bekoring
▼an Campanië. de mystieke gratie van Toscane
of den melodischen ernst van Latium. Het is
grootendeels een ietwat eentonig, vlak land-
achap, waar de olijfgaarden zich eindeloos uit
strekken, alleen afgewisseld door den wijn, die
hier meestal aan lage stokken groeit.
Olijven en wijn en weer o4jven en wyn: mat-
groene, zilvergrijze tinten, die als een sluier,
zoover het oog reikt, de droge, roodbruine aar
de bedekken.
Tl uw hen de oiyven is de rossige bodem vaak
gebarsten van de droogte, want Apulië is een
waterarm land.
De groote Apullsche waterleiding, voor en
kele jaren gereed gekomen en één van de groot
ste werken van bet huidige bewind, die een
goede 250 KM. ver het water uit de bergen
naar de steden brengt, heeft voor vele-steden en
dorpen aan dat watergebrek een einde gemaakt.
Vroeger gaf de gastvrije Apuliër u liever een
liter wyn dan een glaasje water en de waseb-
bekkens waren zoo groot als een soepbord. Als
een grap vertelde men van den wantrouwenden
toerist, die den waard vraagt, of hy geen water
In den wyn heeft gedaan. En men zegt, dat de
bewoners van Lecce, de sieriyke Rococostad, in
hun eerste vreugde over het blanke koele water,
dat uit de nieuwe leiding spoot, voor de Ma
donna at het beeld van hun patroonheilige
eomtyds in plaste van een kaars een klein wa
terstraaltje lieten springen.
In het voorjaar spreiden de amandelboomen,
die mét de oiyven en den wijn de voornaamste
cultuur van Apulië vormen, een fantastisch
teederen gloed over heel het Iandschap. Maar
nu gaat hun donkere loover tusschen de oiyven
verloven.
Het i« oogsttijd, m alle dorpen zitten de
gezinnen voltallig roer de hulzen rondom een
houtblok ot "n grooten steen en slaan met ’n mes
DB MINISTER VAN WATERSTAAT, Z. Exc. Ir. J. A. Kalff. heeft Ddnderdag te Geertruidenberg de nieuwe hoog
spanningslijn Geertruidenberg—Eindhoven met de nieuwe onderstations officieel in bedrijf gesteld. De minister drukt
op den knop, waardoor het nieuwe net onder een spanning van honderdduizend volt komt te staan.
als onvergeiykeiyk kostbare sieraden bezitten.
Tranl, Bltonto, Bart zelf met de kathedraal en
de Nlcolaaskerk.en men kan voortgaan
met de opsomming. Er zyn weinig streken in
Europa, waar deze edele en serene styi zoo rijk
en zoo rein vertegenwoordigd is als In Apulië.
Een byzonder sieraad van het land is de
burcht van Frederlk Barbarossa, den Zwaben-
kelzer, die hier in de dertiende eeuw „zat”.
Gastel del Monte, op een langzaam hellende
berghoogte, den „spie van Apulië” gelegen, van
waar het oog de gansche vlakte tot aan de
zee overziet, is een vroeg-gothiscb bouwwerk
van zóó eenvoudigen, zakelyken en toch groot-
seben vorm, dat het een parel van de aller
modernste architectuur zou kunnen wezen.
Het is een regelmatige achthoek, die op eiken
hoek een eveneens achthoeklgen stompen toren
heeft, waarvan twee zijden met het kasteel ver
smolten zyn en zes zyden vry liggen. De go-
thische poon leidt naar een binnenplein, dat
eveneens achthoekig is, en waaromheen op elk
van de twee verdiepingen acht zalen zich aan
eenrijen. Alle zestien zalen hebben denzelfden
trapeziumvorm en zyn even groot. De muren
van kasteel en torens zyn van gelyke hoogte
(23 Meter) en hebben een effen lijst, zoodat
het gansche gebouw zich als één blok op den
platten top van den berg omhoog heft.
Het is een constructie, die nergens een voor
beeld eindt, één oorspronkeiytae, simpele en
grootsche gedachte, uit het brein van een der
tiende-eeuwschen bouwmeester of misschien,
meent men, uit bet fantastische brein van
Barbarossa zelf ontsprongen. Van de weelde,
waarmee de keizer het liet Inrichten want
het was geen vesting, maar een jachtslot en
rustoord, waar hy met zyn poëtisch hof den
stryd en de zorgen ontvluchtte van de weelde
zyn weinige sporen meer over. In de achttiende
eeuw was Gastel del Monte zelfs een honk van
de bandieten geworden, die het omliggende
land brandschatten. Nu staat het daar in zyn
eenzame en naakte grootheid, als een monu
ment, dat tot geen enkel tydperk schynt te
behooren, doch enkel getuigt van bet eenzame
genie van dien Duitschen vorst, die hier
Zuld-Itallë zyn fantastisch hof hield.