I Groot veldheer, kleine mensch L i I i niiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiiiiiiiniiiiniiiin van den da^ 1 GETALLEN VON WALLENSTEIN Fiasco DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Druk gebabbel lÏHet VRIJDAG 22 SEPTEMBER en 1583 24 Sept. - 1933 Von Wallenstein De werkloosheid in Duitschland Turksch bezoek aan Sofia Een mislukte treinaanslag DOOR ANNA K. GREEN f HET GEVAL LEAVENWORTH i II „Wü De Plunderaar van Bohemen de Duitsche landen k'- /vERJeTmE NQUNIET DAT ER F G6&1 5P0KÉN IN DAT OUDE tè \HUI5 ZIJN.MIJN JOOP ZEGT..„J^ /fifER in denhfmel^dfX HEELE ÓTAD HEEFT DEN I y°L OVER tWTQUÖF SPOOKHUIS' ALBERT JANT/E 7F°7nN ALDEANpÉREN ZE ZIJN NAAR HU)6 GE GAAN EN HEBBEN DA*R VERTE LD VAN HET LA W/AAi DAT WE GEHOORD HEBBED NA DAT WE OP DtH LOOP GÉ GAAN WAREN HEB ik NOOIT AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ARMEN ONBRUIKBAAR BU VOCHTIG WEER Rheumatiek maakte werken tot een kwelling üiimiiiniiMiiiiiNi ouders En._ft tekort is. met (Adv.) geval getrouwd is. I Een afwijzing 1 te zitten De Saksers verjoeg hU uit Bohemen verwezen- zijn 'l 5 TIENDE HOOFDSTUK OP Gryce krijgt een nieuwe aansporing Wordt vervolgd) Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten k 0.90 en 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking, de naam Rowntree Handelmaatschappij Amsterdam voor komt. voor een zoo- den had Nu voeren en zelfs verdragen sluiten met andere vorsten I ■f mfj toch instinctmatig van den man, dien ik als een spion beschouwde. „Ik weiger, mü daarover uit te laten. Alleen beken ik. dat ik dien sleutel bij mij had en dat ik hem in den naard heb willen verbergen.” „Maar. „Neem mij niet kwalijk, mijn beslissing is on herroepelijk, daar is niets aan te doen.” lag zij geknield voor den haard «n verborg iets in haar japon. Ik geek haar oplettend aan, ter wijl ik haar het glas gaf; zij staarde strak in het vuur. Toen nam zij een slokje water en „af mij het glas terug. Even later spreidde zij haar handen boven het vuur uit en mompelde: „O! ik heb het koud.... ik heb het zoo koud!" Werkelijk, ik dacht dat zit verstijfd was van de kou. In ieder geval waren die rillingen niet ge simuleerd. Er smeulde wat hout in den haard. Maar toen zij haar hand in haar japon stak, rook ik lont. Ik trad nader, probeerde over haar schouder te kijken en bemerkte, dat zij iets in het vuur wierp, dat met een metaalklank neer viel. Ik trad nader, maar Juffrouw Leavenworth nam den kolenemmer en stortte den inhoud in den haard. „Vuur! Ik wil vuur hebben!” riep zij. „Dat zult u op deze manier niet krijgen.” antwoordde ik. En toen ik de kolen er één voor, één had uitgehaald, ontdekte ik...." moordden hun oud-bevelhebber. Op deze wreedaardige wijze werd een eind gemaakt aan de nieuwste plannen van Wallen stein. die zeer waarschijnlijk nieuwe beroerin- j Ui UVI. 4 WUUC11 5CWX.ZZ.U IJUUUCU. nvt wad i n.l. te vreezen, dat een hardnekkige strijd tus- het kan geCT Spook GEWEE6T ZIJN MAARlEB l MOET HET TOCH GEWEEST ZIJNL--"N tK WEET NET WAT IK ER VAM ZEGGEN MOET, JE WEET, DAT VEEL MErbCHEM.. 6EID0VEI Den volgenden morgen was mijn gevangene verdwenen. Ik had vermoedelijk z’n boeien niet secuur genoeg bevestigd na het avondmaal in de tent. Een andere verklaring kon ik voor z’n ontvluchting niet vinden, tenminste Ik keerde naar New-York terug en meldde mijn lastgever, den bankier, mijn fiasco...." .Jammer van de belooning!” viel een der luisterenden Tom Dennis in de rede. „Ik kreeg een andere belooning," glimlachte de detective. Hjj stond op, scharrelde in een lade van z’n schrijftafel en liet z’n vrienden een smal reepje papier zien, waarop geschreven stond: ,Jk dank u! ik dank u! Ik ben vast besloten mij uw goedheid waardig te toonen." „Dit." zie Tom. ,Js de belooning voor mijn fiasco." „Boven, bij de trap.” „Dat is haar kamer niet, maar ga voort.” .Js dat haar kamer niet?" zei hij en sloeg zich op de knie .Dan is zij daar alleen binnen gegaan, omdat er vuur brandde.” „Omdat er vuur brandde?" herhaalde ik ver baasd. „Wacht maar even mijnheer, het zal u dade lijk wel duidelijk worden. Ik volgde haar dus en ofschoon ik vlak bij haar was. scheen zij mijn tegenwoordigheid niet op te merken. Pas toen zij de deur van de kamer bereikte, merkte zij. dat iemand haar volgde. Zij keek mij aan met een blik van gekwetste waardigheid, die oogen- bllkkelijk verdween en plaats maakte voor een uitdrukking van geduldige berusting; zij betrad het vertrek en liet de deur openstaan. De eenige manier om haar niet uit het oog te verliezen was, ook binnen te gaan, vat ik dan ook deed. Ik wilde op een stoel In een hoek van de kamer gnan zitten. Zij keek mü even aan en liep op en neer door de kamer, met afgemeten pas. Plot seling stond zij stil en stamelde: .Den glas water, een glas water. Oauw, ik val weer flauw! Op tafel, daar in den hoek!” Om bU het water te komen, dat op een tafel ‘n een uitbouw van de kamer stond, moest ik mfj ach ter een hooge kast begeven, die haar aan miln blik onttrok en daarom aarzelde ik even. Zij keek mfj aan en ik geloof, mijnheer, dat niemand weerstand zou hebben geboden aan haar smee kenden blik. Een oogenblik verdween ik dus achter de kast en dit was genoeg voor haar want toen ik terug kwam met het glas water, „,.J wilden een derde in ons vertrouwen ne men. O! Neem mij niet kwalijk, mag ik u mijn heer Fobbs even voorstellen?" Ik groette Fobbs. die zich blijkbaar niet op ■Dn gemak voelde. Hoewel ik zeer graag wilde weten, wat voor nieuws er was, verwijderde ik wachting, dat de keizer hem vroeg of laat toch weer noodig zou hebben volgde hij met aandacht de meesterlijke veld tochten van zijn vroegeren kameraad Tilly, die heel wat meer achting genoot dan hij. Toen kwam na de overigens dappere neder laag van den reeds bejaarden Tilly tegen de Zweden, die onder Gustaaf Adolf naar het Zui den afzakten, het oogenblik, dat de keizer in derdaad een beroep'deed op Wallenstein, die in een overdadige luxe leefde en soms op zijn 1 goederen, soms in Praag goeden sier maakte, en er een hofhouding op na hield waar de kei- I zerlijke hofhouding niet aan tippen kon. Zijn hovelingen waren als prinsen uitgedoecht en zijn meer dan drie honderd paradepaarden vraten uit marmeren kribben. Zijn eerzucht had hem stil gemaakt en nu en dan bangtte hjj in woede tegen zijn omgeving uit. Maar daar kwam het verzoek van den keizer en Wallenstein nam het opperbevel over van een leger, dat hü nog zou vergrooten en eischie absolute volmacht zoowel over het leger a*s over het rijk. De keizer was woedend over deze eischen.'doch was gedwongen te teekenen kon Wallenstein naar hartelust oorlog voeren 1 eens onder zijn bevelen gestreden hadden, ver. *n zelfs verdragen sluiten met andere vorsten -- - Op dat oogenblik lag het Zweedsche leget in Na de opening der Kamers Krijgt men doorgaans kippenvel, Immers de millioenen-nota Komt daarna, op het appèl. De begroeting, nieuwe heffing. Weer opcenten en accijns En u staart naar de getallen Met het noodige gepeins. Sommetjes met negert cijfers. Waar u duizelig van wordt En dan onderaan het lijntje Grijnst een saldo van tekort! Cijfers, cijfers, alsmaar cijfers En met een verschrikt gelaat Ziet u daar het huishoudboekje Van den Nederlandschen Staat! U maakt nu een vergelijking Met uw eigen huishoudboek. Ach, wat schieten de getallen Daarbij mager uit den hoek! Van millioenen is geen sprake! Afgerond? u zijt daar dol! V weet veel te goedde centjes Maken gauw een gulden vol! Een tekortje? dat staat deftig! Maar het haalt niet het millioen. Dus u zult het met het kasboek Van den Staat niet willen doen? BU uw eigen huishoudboekje Voelt u zich méér opgelucht. Even met uw vrouw een krUgsraad - j.... overbrugd! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) fDENk EEf+i AAN DE ARME D,t DAAR gestor’ (VEN ZIJN. ZE ZEGGEN, DAT DE \MEEi>TEN VERMOORD WEROEI) minstens tot aan de keizerskroon. Dat de lan den van Europa hiervan de dupe werden, dat de soldaten bij duizenden sneuvelden, liet hem volmaakt koud, mits hij maar geldelijk succes behaalde. voorbeeldig veldheer was hjj dus niet, evenmin als een voorbeeldig mensch BERLIJN, 21 Sept. Naar het Rijkstnstltuut voor de Arbeidsbemiddeling en de Werkloos heidsverzekering meldt, is het aantal bij de arbeidsbeurzen ingeschreven werklooeen in het 1 tijdvak van 1 tot 15 September met 75.000 ge daald tot 4.650.000. De nat. soc. bedrijfscellenorganisatie <N. S. B. O.) constateert dat vele productle-krtngen de prijzen hebben verhoogd. In het bijzonder de prijsverhooging in de bouwnijverheid wordt on- gerechtvaardigd genoemd, daar hier uit open- l bare middelen sommen ter beschikking zijn gesteld Dc lyksboerenlelder, Darré, heeft de lande lijke boerenleiders last gegeven, om over te gaan tot een inzameling van levensmiddelen ten bate van de Winterhulp. Van onwillige boeren moet een lijst worden opgemaakt Tot rijksleider van de Winterhulp is Hilgen- feld benoemd. /KOM NOU, JE WILT NIET BEWEREN JAT JE WERKELIJK IN <5PQKEN GELOOFT! r 0ROMMEL5, BANDY. EEN MENVH WEET NIET MEER WATHUTEGFn W00RDIG MOET GELOOVEN1 INA op DAT DOEREEN IN DE 5TAD ER VOL VAN 16. Vervolgens verliet zij, na even in mfjn rich ting te hebben gekeken, langzaam het vertrek. Een oogenblik stond Gryce haar met groote be langstelling na te kijken, dan boog hij bijna tot aan den grond en volgde hear snel naar buiten. Ik was nauwelijks bekomen van mijn verbazing, veroorzaakt door dit zonderling gedrag, toen ik een haastigen stap in de gang hoorde. Mary kwam binnen en vroeg gejaagd: „Wat was er. wat zei Eleonore?" „Helaas, zij heeft niets gezegd. Dat is nu juist het ongeluk! Uw nicht is ten opaiehte van sommige onderwerpen zeer terughoudend- Zij moest begrijpen, dat wanneer zij zoo doorgaat, zij....” „Zij wat? Onmiskenbaar klonk uit deze vraag ongerust heid. „Zij zich stelt." Mary keek mij met verschrikte oogen aan, liet zich op een stoel zakken en verborg haar gezicht in de handen. „Beste juffrouw Leavenworth.” zet ik om haar te troosten. „U moet niet zoo wanhopen. Het ziet er somber uit, maar er Is nog niets ver loren. Uw nicht zal wel naar rede luisteren en verklaren. Mary luisterde niet naar mij, maar sprong op, ging in een bijna beangstigende houding voor mij staan en riep uit: „In mijn nNats zouden vele vrouwen gek wor den! Gek, ja gek!” Beleren. Wallenstein liet het daar rustig 'igeen om den keurvorst van Beieren, die immers het eerst zijn aftreden had geëischt nog even dwars gen in het rijk zouden gewekt hebben. Het was te zitten De Saksers verjoeg hij uit Bohemen nJ. te vreezen. dat een hardnekkige strijd tus- en langzaam aan begon hij naar het Zweedsche schen hem en den keizer zou losgebarsten zijn, leger op te trekken. Bij Neurenberg stonden de indien hij zijn plannen had kunnen legers twee weken lang tegenover elkaar zonder te vechten. Kort daarna moest Gustaaf Adoif I wegens ziekte zijn kamp verlaten, zoodat er van den strijd niets meer kon komen. Toen trok ook Wallenstein weg en begon Saksen ie plunderen, om den keurvorst te dwingen de Dit was een verschrikkelijke ontdekking. Dus toch! Eleonore, de schoone, aanbiddelijke Eleo nore. had Ik durfde zelfs bij mijzelf mijn zin niet beeirdlgen. „Dit schijnt u te verrassen," zei Gryce tegen lust liet plunderen en de verbittering van volk en vorsten met den dag deed toenemen. Een schende werking, stad, die aan de plundering wilde ontkomen moest ongehoorde sommen betalen. Bij iedere verovering werden honderden huizen vernield, boer noch burger werd gespaard en Wallensteins wreedheden begonnen geheel Europa angst, maar ook met haat te vervullen- Toen kwam er een verzoek van de vorsten om Wallenstein te ontslaan en het verzoek werd ingewilligd, omdat de keizer inzag, dat ook de machtigste vorsten van Europa zich te gen hem zouden keeren. In Augustus 1630 kreeg Wallenstein zijn ontslag en werd opgevolgd door zijn tegenstander Tilly Wallenstein, die Inmiddels schatrijk was ge worden. nam het ontslagtegen aller verwach ting gemoedelijk op en trok zich terug op zijn „Ik behoef u geen geheimhouding op te leg gen nietwaar?” vroeg Gryce. „Neen.” .J*ri>chtig. Fobbs, wil je ons vertellen wat jc weet?” Fobbs' houding wijzigde zich als bij toover- slag. H|j nam een gewichtig air aan, legde zijn uitgestrekte hand op het hart en begon als volgt: „Ik lijken. Wallenstein was zeke? een der dapperste, nftaar ook een der ruwste en heerschzuchtigste veldheeren van zijn tijd en in vrijwel alle op, zichten het tegendeel van Tilly. Steeds zocht hjj Zijn eigen voordeel en zijn aspiraties gingen geen men aannemelijk gaat vinden, als men weet, dat zijn godsdienst hem vrij koud liet en hem alleen als middel diende om geld en goederen te verzamelen. De keizer overlaadde hem met giften en hij kwam in het bezit van uitgestrekte goederen oa. van Friedland, waarvan hij hertog werd. Zun tweede huwelijk bracht hem nog dichter bjj bet keizerlijk hof en zelfs begon hij te stre ven naar een kroon. Hjj pochte, dat hü zyn leger van 20 000 man tot een leger van 50 000 man zou opvoeren, hoewel men hem hierover danig u.tlachte aan het hof. Walienst".n ech ter beweerde, dat hü geen leger van 20.000 man kon onderhouden en dat een leger van 50 000 man.... voor zichzelf kon zorgen. Hü zette door en hü slaagde. De soldaten hadden graag met hem te doen, niet omdat zü hem sympathiek vonden maar omdat hü een ruwe klant was. die aelden o< nooit tegen plunderen bezwaar maakte. Zün ruwheid, die spreekwoordeiuk was en die z.ch u.tte in ae woorden .De hond moet hangen", wanneer hü een züner soldaten veroordeelde, werd hem vergeven, omdat hü steeds op tüd soldü be taalde. op welke wüze dan ook. Hü trok nu op. samen met den veldheer Tilly, tegen de Denen, die hü uit Duitschland ver. dreef en onderwierp verschillende kleinde vor sten. Het duurde niet lang of Tilly en Wal lenstein kregen verschil van meenlng. Tilly trok mét zijn troepen naar het Zuiden en Wallenstein ging alleen verder. Hü viel Dene marken binnen, bezette Jutland en verdreef het Deensche leger naar de eilanden. Toen zag hü de kans schoon om het grootsche plan van den keizer te volvoeren, de geheele kust te bezetten en vandaar uit de machtige vorsten van Brandenburg en Saksen te bekampen- Daarna zou hü zich richten tegen de protes- tantache landen Nederland en Engeland, in de hoop, dat de keizér steun van Spanje zou krügen. Hü viel Meckelenburg binnen, verjoeg den hertog, dien hü opvoigde. nam eenige kuststeden en geheel Pommeren. bouwde een oorlogsvloot voor de Oostzee en benoemde zich zelf tot „groot.admiraal van de noordelüke haven van het Roomsche Duitsche rük". De keizer stond nu, dank z(j Wallenstein, op het toppunt van zün macht en vaardigde een edict uit waarbü bepaald werd, dat de gees- telükheid weder katholieke bisschoppen zou krügen, dat het katholicisme in de nieuwe ge bieden zou ingevoerd worden en dat' alle cal vinisten zouden verdreven worden. Zoo beheerschte Wallenstein het geheele Noorden, met uitzondering van de Hanze-stad - S.ralsund. Wallenstein bezette de stad, die zich hevig verdedigde en den tegenstand vol. hield, tot een hulp kwam van het Zweedsche leger, dat. Wallenstein dwong de belegering op te heffen. De Duitsche vorsten, zoowel de ka tholieke als de protestantsche. weigerden hun macht aan den keizer af te staan. Bovendien waren zü bevreesd geworden voor de bedoelin gen van Wallenstein, die zün leger naar harte- „Wat?” vroegen Gryce en ik buitenmate ge ïnteresseerd. „Dit.” antwoordde Fobbs en hü toonde ons een sleutel met een gebroken ring. landgoederen in Bohemen. in de stellige ver- Gustaaf Adolf echter sneuvelde. wAchtinv Har h» vrnao of !ïst t~h dat tenslotte het voordeel toch aan Vanuit zün verblüf kant van Wallenstein bleef. Wallenstein dus weer de leiding, doch hü ging terug naar Bohemen niet om strüd te voeren, maar een, i voudig om niets uit te richten Of hü zün tüd doorbracht met nieuwe plannen te smeden, dan wel. of hü zich voorbereidde om de rust in het land en in het keizerrük te herstellen, kan niet met zekerheid gezegd worden. Toch is dit laatste waarschünlük. daar hü op eigen gele genheid onderhandellngen voerde met de Duit sche vorsten. Frankrük en Zweden De keizer echter kwam spoedig achter die plannen en ontnam Wallenstein het"opperbevel over hét leger. Toen trok ue bevelhebber naar Eger om daar met zün onderbevelhebbers te overleggen wat hun te doen stond. Tijdens dit onderhoud, dat verscheidene dagen in beslag nam, werden bevelhebber en officieren op een gastmaal genoodigd door den commandant van den burcht, die in het geheim vriendschap met den keizer had gesloten. Op verraderlüke wüze werden de officieren vermoord, waarna de sol daten het huis binnen drongen, waar Wallen stein overnachtte Dezelfde hellebaardiers, die SOFIA, 21 Sept. (V.D.) Bü Ismid (Blthyniê) is een aanslag ontdekt op den trein, waarmede de Turksche ministers, die Sofia bezoeken, van Angora naar Haidarpasha aan den Bosporus reisden. De passagiers zetten over zee hun reis voort naar Stamboel. De Bulgaarsche politie heeft haar waakzaam heid verdubbeld en meer dan honderd ver dachte personen gearresteerd. De Ingangen naar het station te Sofia waren vóór de aan komst der Turken onder scherpe bewaking ge plaatst. 1 Zweden los te laten. De koning van Denemar ken trok toen ook naar Saksen, waar hü den hertog van Saksen-Weimar ontmoette. met wlen hü zich verbond en Wallenstein aanviel. Bü Lützen werd slag geleverd en de Zweden bleven overwinnaars. Gustaaf Adolf echter dat tenslotte het voordeel „Uw nicht komt naar beneden.” „Hier!” riep zü vol ^ngst. „Neen, in het groote salon.' „Ik begrüp er niets van. Alles is verschrikke- Hjk en niemand vertelt mü ooit iets. „Juffrouw Leavenworth, ik bid God. dat men u niets te vertellen zal hebben. Trouwens, uw vertrouwen in uw nicht stelt mü gerust. Vat moed en wees er zeker van, dat ik u alles zal mededeelen, wat de moeite waard is,” Na deze bemoedigende woorden verliet ik haar en ging terug naar Gryce. Nauwelüks waren wü in het salon of Eleonore verscheen. Minder zeker van zichzelf dan een uur geleden, maar nog steeds trotsch, kwam zü naar ons toe, tot dat haar oogen de müne ontmoetten; toen boog zü heel vrlendelük en zei tot Gryce: „U heeft mü laten verzoeken om hier te ko men, door iemand, die, naar ik veronderstel in uw dienst is." „Juffrouw Leavenworth," antwoordde de de tective en keek met vaderlüke belangstelling naar den deurknop. ..het spüt mü dat ik u moet lastig vallen, maar ik moet u iets vragen." „Omtrent dien sleutel.” ziel zü hem in de re den. „dien deze man mü in het vuur beeft zien werpen?" mü terwül hü naar den sleutel staarde. „Mü niet. Een vrouw beeft niet en valt niet flauw zonder reden; vooral een vrouw zooals juffrouw Eleonore.” „Een vrouw die tot zulk een misdaad in staat is," weerlegde ik, „heeft zich genoeg in bedwang om niet te beven, of flauw te vallen. Laat mü dien sleutel eens zien.” De detective overhandigde hem mü zeer be reidwillig. Hü zei: .Dit is Inderdaad de sleutel, dien wü zochten; vergissen is uitgesloten.” Ik gaf hem het voorwerp terug en hield vol: „Als juffrouw Elgonore beweert, dat zü on schuldig is. geloof ik haar.” „U .stelt een groot vertrouwen in vrouwen," spotte Gryce. „Ik l)dop. dat zü u niet teleur zul len stellen. Fobbs, wil je juffrouw Leavenworth vragen of zü beneden wil kernen? Maak haar niet aan het schrikken, vraag alleen maar of zü beneden komt.” Toen wü alleen waren, maakte ik aanstalten om weer naar Mary terug terug te keeren. Gryce weerhield mü echter en zei: „U moet dit onderhoud büwonen, dat is beter. Zü zal wel gauw komen.” „Ik wist niet wat ik doen moest; de gedachte aan Eleonore hield mü echter, terug. Ik verzacht Gryce om even op mü te wachten en ging mü bü Mary verontschuldigen. ,Js er iets gebeurd?" vroeg zü zeer ongerust. .Niets om u ongerust over te maken.” Mün gezicht was blükbaar in tegenspiaak met le woorden, want zü drong aan; JEr is iets gebeurd.” leden, op 24 September 1583, geboren werd die midden-Europa menigmaal den schrik het lüf heeft gejaagd door zün ruwe manier van oorlog voeren. Wallenstein, die uit protestantsche geboren was, werd na hun dood op 14-jarigen leeftüd katholiek, bleef eenlgen tüd leerling der Jezuïeten en bezocht daarna de Academie te Altorf. Na eenige reizen door verschillende lan den, trad hü als soldaat in dienst bü het leger van keizer Rudolf en streed tegen de Turken, die hem nog. tot kapitein zagen promoveeren. In die dagen-; ging het er heet toe in Europa, vooral in Bodemen, waar de opstanden aan de orde van den dag waren. Daar heerschte Fre- derik V, in de geschiedenis bekend als de Winterkoning, omdat hü slechts één enkelen winter geregeerd had. Door zün koningschap was Bohemen feite- lük losgemaakt van het groote Duitsche rük en dit was allerminst naar den zin van kei zer Ferdinand, die zün troepen uitzond en bü den xg Witten Berg slag leverde. In een om mezien was het Boheemsche legertje verslagen en Frederlk moest vluchten. In dezen veldslag had ook Wallenstein meegevochten, die veel gedaan heeft om de op-tanden ia Bohemen te dempen. Het leek of de oorlog na deze ne derlaag afgeloopen zou zün maar de katholieke Ferdinand wilde het geheele Duitsche rük on der bescherming van het katholicisme brengen en de kleine vorsten zooveei mogelük aan zich ondergeschikt maken. Tegenover deze plannen vormden Engeland, de Nederlanden en Dene marken een protestantsche liga.’ die tegen den keizer zou optreden onder leiding van Gustaaf Adolf II van Zweden. In dezen strüd stond Wallenstein aan de züde van den keizer met een eigen leger, dat hü .angzamerhand ver. worven had en dat hem dienen moest om hem in zoo kort mogelüken tüd rük te maken. Zün huwelüksgeluk offerde hü zonder blikken of blozen aan zün krügsverrlchtlngen op. al het- - vobre de verzekerlngsvoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f *747/} OU een ongeval met./ OC"/) bU verlies van een hand f 9C verlies van een Cfl bü een breuk van ft bü verlies van Alle abonne 8 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen I üVUU.- verlies van belde armen, belde beenen ol beide oogen IÜV,-doodehjken afloop f Aeen voet of een oog f 1 duim of wijsvinger l V(/.”been at vml anderen vinger In dat huls woonde een man, die behalve herbergier, ook winkelier was, timmerman, schoenmaker, smid, loodgieter, kortom, die van allerlei handwerken genoeg kende om in ge vallen van nood hulp te kunnen bieden; de gelagkamer zag er uit als een magazün van jachtbenoodlgdheden, landbouwwerktuigen en allerlei voorwerpen, onmisbaar bü verre toch ten en bü t kampleven. Van heinde en verre kwamen farmers en jagers, soms ook roodhuiden naar het huis van BUI Grover, óf om inkoopen te doen óf uit ver langen naar een onderbreking van een lange doodsché eenzaamheid Ik trad het gastvrüe huls binnen en werd als vreemdeling uitstekend ontvangen en bediend, ofschoon Ik iets als ach terdocht op de gezichten van eenige gasten meende te lezen. Op mün vraag, of ik nachtverblüf in de her berg kon vinden, antwoordde Bill Grover, dat hü geen kamer voor mü had, maar dat ik. als ik daarmee genoegen nam, evenals andere be zoekers in de gelagkamer op de in een hoek liggende huiden en zakken slapen kon. Ik nam het aanbod aan, in de hoop, waarde volle inllchtln- s gen te zullen op- doen en zette mü aan de ronde waaraan -v-^lasco? Of ik wel eens fiasco gemaakt heb? H Ongetwüfeld!" antwoordde Tom Dennis op de belangstellende vraag van Iemand uit het clubje vrienden en bewonderaars, dat zich op een laten herfstavond in z’n berookte Jongeaellenkamer had verzameld, „maar" lachte hü. ..niet dlkwüls." „Nu. dan moest je ons maar eens zoo'n flas- co-geval vertellen. Biecht je blunder maar op Het zal Interessant zün te hooren, op welke wüze de een of andere slimme gauwdief je van het goede spoor heeft weten af te brengen." De overige leden van het kleine gezelschap steunden het tot den gastheer gerichte verzoek en deze zwichtte voor den drang. „Een jaar of tien geleden." begon hü. „ont ving Ik een eigenaardige opdracht. Mün naam mocht zich op dat tüdstip reeds In eenige be kendheid verheugen, ofschoon mün z.g roem van later dateert. Maar ter zake. Een bekend bankier In New-York kwam mü vragen hem een jongen man> op te sporen, die jaar lang als kantoorbediende bü hem had ge werkt, op royaler voet geleefd had dan zün sa laris toellet, zich door het vervalschen van een wissel een som gelds had toegeëigend, dat aan z’n patroon toebehoorde en zich daarmee uit de voeten gemaakt had. De moeilükheid der opdracht bestond hier in, dat de gepleegde fraude reeds twee Jaar ge leden had plaats gehad, dat de schuldige was gevlucht en zich vermoedelük naar den staat Arkansas begeven had. naar de wilde, onher bergzame streken, die het Indianengebled om zoomen. Ik zou dus naar Arkansas moeten gaan en daar een zwerftocht ondernemen in de hoop, den gezochte door toeval of aan de hand van verkregen inlichtingen op het spoor te komen en hem dan, met medewerking der bereden politie, te arresteeren. Het avontuur lachte mü toe; Ik was jong. Ik had geen zaak In handen, die mün In de stad blüvjn noodzakelük maakte; bovendien was de belooning. mü bü welslagen door den ver toornden rükaard toegezegd, zóó hoog, dat ik ook daarin een motief vond, om het met belde handen aan te pakken. Ik vroeg den man op alle denkbare wüzen uit, om tot een goed begrip van de zaak te komen. Hü meende, dat de politie zeer slap was geweest. dat de ontvluchting van den misdadiger niet gelukt zou zün als de diena ren van St. Hermandad beter hun plicht had den gedaan Daarom had hü. de bestolene, be sloten, zelf de zaak ter hand te nemen. Hü was rük, zei hü; het hem ontstolene beteekende voor hem niets, maar hü meende, dat het de plicht was van leder goed staatsburger, om te bevor deren. dat het recht z’n loop had. De man was mü niet sympathiek; hü boe zemde mü zelfs weerzin in. Later vernam ik. dat hü op den zoon een lang geleden van de moeder ondervonden afwüzlng had willen wreken; dat de jonge man minder schuldig was dan hü me had willen doen gelooven. Ik aanvaardde dus de opdracht; stelde me in verbinding met de polltle-autorltelten, ver kreeg een uitgebreide volmacht en toog op weg. Zoover mogelük nam ik den trein, voorzag me in het stadje, dat aan het eindpunt -an de spoorlün ligt, van levensmiddelen, wapens, mu nitie, een tent en wollen dekens, meldde het doel van mün tocht aan het laatste steenen politieposthuls en reed vol moed de wildernis in. Bü iedere farm, bü ieder blokhuis, bü iedere jachthut hield ik stil. Overal werd ik gastvrü ontvangen en overal informeerde ik voorzich tig als terloops, naar het wild, waaron ik jaag de, waarbü Ut steeds mün doel en mün kwa liteit verzweeg. Door verschillende aanduidingen en door rechtstreeksche antwoorden op mijn listig gestelde vragen, wist ik, dat ik op het goed spoor was. dat geduld en volharding mü tenslotte van aangezicht tot aangezicht zouden brengen met den vluchteling, dien ik zocht. Urenlang zat ik te paard. Ik reed langs steile bergkloven, door dichte bosschen, waarin de zon nimmer doordringt waarin de diepe scha- 1 duwen onbekende gevaren schünen te verber gen. Na dagenlang zwerven bereikte ik het huis; dat mü was genoemd als het laatste punt, waarheen ik me straffeloos, zonder gelelde, zou kunnen begeven. -w—5 en van de meest geruchtmakende krügs- H mansnamen uit de Europeesche geschle- denis is die van Albrecht von Wallen stein. hertog van Friedland, die 350 Jaar ge en op Tot bü het juiste middel vond Hier volgt een merkwaardig voorbeeld van de wüze waarop voehtlg weer de gewrichten kan aantasten van iemand, die vatbaar is voor rheumatiek. ,Jk heb heel erg aan rheumatiek geleden” schrüft ons iemand, „en heb zoo erge pünen in mün gewrichten gehad, dat het haast niet te dragen was. Het was altüd het ergst op re genachtige dagen. Dan kon ik eenvoudig mün armen niet gebruiken en het werken was mü werkelük een marteling. Ik probeerde twee ver schillende middelen tegen rheumatiek, maar ik was na de kuur nog altüd even slecht. Toen zei men mü dat ik Kruschen Balts moest pro- beeren en nadat ik een flacon gebruikt, had. voelde ik verbetering Dus ging ik er natuurlük mee door en nu ben ik aanmerkelük beter en ik heb me in geen jaren zoo best gevoeld. Gewoonlük voelde ik me zoo lusteloos en lui, maar dat ik weer kan werken is nu een plei- zier voor me geworden in plaats van een schrik" Het organisme van den lüder bevat een te veel aan urinezuur, wat de oorzaak kan zün van rheumatiek. Dit kwaadaardig urinezuur kon ontstaan, doordat de Inwendige organen onvol doende werken. Kruschen Balts nu spoort de afvoerorganen dusdanig aan, dat elk spoor van afvalstoffen regelmatig en volkomen verwüderd wordt. Kruschen maakt en houdt U inwendig schoon en zuiver. En Uw geheele wezen lichaam en geest ondergaat deze verfris- /M’H JONGENYtN MIJN JONGEN ZEGl> ZEI DAT ER IdAT HIJ NIET5 GEZIEN 5P0kEN WA'KmAAR WEL1ET5 GEHOOR^, REN OP IET5 VAN DIEN AARD IN DAT i X^UDE HUI6J was door münheer Gryce aangewezen om Juffrouw Eleonore in.het oog te houden en ik verliet gelük met haar dit vertrek. Ik volgde haar naar haar kamer. Toen ik daar was .Den oogenblik.” zei Gryce," waar is ..daar?" „Op haar kamer.” Dn waar is die?’ aan allerlei mogelükheden bloot- grootc, tafel. eenige mannen zaten te dobbelen. Bill Grover had het druk met bedienen en riep z’n dochter te hulp. Het meisje kwam uit een ach tervertrek en groette de aanwezigen, rustig, vrlendelük. Zü was een heel gewoon meisje, niet mooi, maar flink en frisch. Alleen haar oogen waren opmerkelük. Ze waren zachtgrüs en hadden den eigenaardlgen blik van oogen. die veel In eindelooze verten turen. Ze waren ernstig en nadenkend en bü het küken in die oogen dacht ik onwillekeurig, dat het meisje eenmaal een goede vrouw zou zün. z^cht en geduldig, die veel vergeven en verdragen kon, wier intuïtie haar steeds ten goede lelden zou. ,Je zult haar missen als ze Grover!” merkte een der mannen op. toen het. meisje weer weg was. „Dat zal ik zeker!” antwoordde de waard. „Maar ze krügt een goeden man; die gedachte maakt het scheiden minder zwaar voor mü Het gesprek over Mary’s aanstaanden man werd algemeen en ik vernam zooveel goeds over den gelukkigen bruidegom, de waardeering van zün werkkracht, zün inzicht, zün behulpzaam heid en z’n rechtschapenheid was zóó groot, dat ik nieuwsgierig werd naar den persoon, in wlen zich zooveel goede eigenschappen hadden vereenigd. Den volgenden dag vertrok ik. Een week later speelde een gelMtkig toeval mü dengene in handen dien ik zocht Hü liet zich gemak- kelük arresteeren en sprak geen enkel woord, nadat hü op mün vraag geantwoord had, dat hü John Barring heette, en inderdaad de man was, met wiens opsporing ik belast was. Des avonds zat ik met mün gevangene in mün tent; ik had hem gebonden en was van plan den nacht wakend door te brengen om hem te beletten, een poging tot ontsnapping te doen. Ik kon me niet goed voorstellen, dat de jonge man met z’n gezond, gebruind, intel ligent gezicht werkelük een misdaad had be gaan en was overtuigd, dat hü zwarter was afgeschilderd dan hü verdiende. Hü staarde somber voor zich uit en schrikte toen ik hem vroeg: i „Heb je het werkelük gedaan?” ,e)a. Ik was lichtzinnig en zwak; ik had een speelschuld, maar toen ik het geld nam. wist ik, dat ik het tüdlg zou kunnen teruggeven. Door een toeval werd de zaak eerder ontdekt dan ik verwacht had; ik wilde goedmaken, wat ik misdreef, maar de man die mün lot In de hand had, kende geen genade. Daarom vluchtte ik." .Dn nu?” .Ik ben een ander mensch geworden; ik werk hard en ben gelukkig, tenminste, dat was ik, totdat „Kent hier Iemand uw verleden?” .Alleen het meisje, dat mün vrouw zal woe den; aan haar vertelde ik alles. Ze begreep en vergaf, maar nu is alles uit.” „Hoe heet dat meisje?” ..Mary Grover." Wü spraken niet meer. Ik ging bulten de tent <jp en neer wandelen; ik staarde omhoog naar den helderen sterrenhemel en dacht na. Ik was jong in die dagen en nog niet verhard door mün voortdurende aanraking met mis dadigers. Na tien minuten ging ik 'de tent weer binnen om wat avondeten klaar te maken. Ik knoopte het touw dat Barring’s bewegingen belemmer den, los, om ook hem gelegenheid tot eten te geven. Toen ging ik slapen; mün plan om te blüven J waken had ik opgegevep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 9