ONS BLAD Rondom Marinus van der Lubbe „Geen verdoovende middelen” 1 F Het nieuws van heden Duitsch protest -wem SOEDERMANN EN LUGER GETUIGEN DE BAROMETER JOH. LAU WERS PAYGLOP 3 ALK MAAK Moderne Barometers 1 DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1933 VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS Z- ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 311 f 2— VAN DER LEBBE VOOR DE RECHTERTAFEL I „Hij spreekt goed o o Heisig in verhoor Litwinof antwoordt De rechter van instructie EGYPTISCH KABINET Na de pauze TORGLER ONDERVRAAGD n: i«r Tegen het uitwyzen der Duitsche journalisten uit Moskou DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN Waarom geen Nederland se he tolk? Duitsch” Commissaris Zirpens verklaart, dat beklaagde spraakzaam is, als hy zich hoofd persoon voelt Zij, dia zich tegen 1 October op ons blad abonneeren, ontvan gen de tot dien datum verschij nende nummers gratis. ADVERTENTIEPRIJZEN Per lossen regel 20a, ingez. med. 40c. p. regel; idem op pag één 55cp. regel Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor de kleine annonces Omroepers zie de rubriek Telefoonnummer 433 „Hoofd persoon” De Duitsche communistenleider Ernst Torgler tijdens zijn verhoor. Voor hem zijn verdediger Dr. Sack. S o. N00RD-H0LL ANDSCH DAGBLAD d. Lubbe bU de correctie TB1 in blijkt. i i Duitsch- d. Lubbe een Abdel Yehia Pascha is belast met de vor ming van een nieuw Egyptisch kabinet 1 1 BUREAUX: HOF 6, ALKMAAR Tokfoon Administratie 433, Radactie 633 ABONNEMENTSPRIJS Par kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar f2.85 gaillustraard Zondagsblad f 0.60 hoogar Dagblad uitgegavan door da N.V. Drukkerij Da Spaarnastad - Haar lam Getuige verklaart, dat Indien men Van der Lubbe ala hoofdpersoon laat spreken, hij zeer spraakzaam wordt en bijna niet tot een einde kan komen. De voorzitter richt zich thans lachend tot beklaagde die ineengezonken blyft zitten, met Critiek van Z. H. den Paws op een Neder landsch beeft. Ernstig verkeersongeluk te Eindhoven; doode en een zwaar gewonde. Stand op Donderdag uur 7M Vorige stand; 7S7 ol- let en. tie tal e- e- de er de en DR SACK: Er wordt beweerd, dat men hem met langzaamwerkende giftsoorten be werkt. GETUIGE: Ik heb hem ook gevraagd, of hij zich ooit na het eten of drinken op eeni- gerlei wijze vreemd gevoeld heeft. Hij heeft dit krachtig ontkend. DR. SACK: Er wordt verder beweerd, dat v. d. Lubbe typische teekenen vertoont van een bewerking met bedwelmende middelen. Heeft u er zich van overtuigd, of v. d Lubbe op zijn lichaam prikken van Infectlespuitjes vertoont? GETUIGE: Ik heb niets dergelijks vastge steld. Op een vraag van dr. Sack over het gedrag van Torgler. antwoordt getuige, dat Torgler geen moeilijkheden heeft veroorzaakt en altijd beleefd en voorkomend is geweest. -Ik moet echter met alle beslistheid verklaren: er kan geen sprake zijn, dat ik van meenlng ben, dat hetgeen Torgler mij verteld beeft overeenkomt c- n. 34 c- m er ten oet ren lap rte *n lil de, "en Duitsch proleet tegen het aitwijwen <M- joar- nallsten uit Moskou. M.oee dooden doer de overctrooming van de Gele Blvter. Tampico opnieuw door overstrooming bedreigd. De Algemeene Vergadering van den Ned. R.K. Middenstandsbond te Breda. Voortzetting Leipzig. De Russische nat-eoc. beweging .Rond" in sen verboden. he ard der pe- en- len len tge de Nederlandsche journalist Lueger, dl« mij be geleidde. kreeg verstandige antwoorden. Van der Lubbe heeft een buitengewoon schuwen en schuchteren Indruk gemaakt Volgens mjjn mee nlng moet het groote apparaat van dit proces intimldeerend op hem werken. Op een desbe treffende vraag verklaart getuige verder: Ik heb den Indruk, dat v. d. Lubbe zeer goed leeft. in het oog te houden, wat kan dienen tot be lasting. maar ook tot ontlasting van verdach ten. De protocollen zijn door v. d. Lubbe on- derteekend. en ik kan me niet voorstellen, dat hy> of de Bulgaren willen beweren, dat Ik Iets heb opgenomen wat niet door hen zelf Is ge zegd. Als Dlmitrof hier Iets dergelijks beweert, dan moet ik helaas constateeren. dat dit een bewuste onwaarheid is. Nooit heeft Dtmltrof de juistheid van het protocol op één enkel punt betwist of gevraagd het te veranderen. Hij heeft beslist meermalen verklaard, dat de protocollen In hoofdzaak juist zijn en dat hy alleen wei gert te teekenen, omdat zij niet uitvoerig ge noeg zijn en z.1. tot misverstand aanleiding kunnen geven. Hij heeft nooit den wensch ge ul:. dat ik bepaalde dingen nog zou opnemen. Ik vind het dus ongehoord, dat thans beweerd wordt, dat de protocollen niet zouden kloppen. President: Dlmlt/of heeft er zich over be klaagd. dat hem niets gezegd is over de ver- lovingsaankondiging. Nadat de eerste dagen van het proces inzake den brand in het Rijksdaggebouw voor het Rijksgerechtshof te Leipzig benut waren voor de vaststelling van de personen der verdachten, begon Dinsdag de eigenlijke behandeling met het verhoor van Van der Lubbe. Op onze foto ziet men Marinus voor de rechterta/el; naast hem de tolk. DIMTTROF (luid tot den voorzitter)Ik vraag of ik als beklaagde het recht beb, directe vragen aan getuigen te snellen. VOORZITTER: U hebt het recht nu vragen tot getuigen te stellen doch deze moeten direct in verband staan met hetgeen getuige over het verhoor van Van der Lubbé heeft verklaard. DIMITROF: Ik wil slechts weten of ik directe vragen kan stellen. Dlmitrof gaat daarop zitten. De volgende getuige is commissaris Zirpens uit Berlijn, die Heisig bij het eerste verhoor heeft afgelost. ■val, hö heeft hoefde hem Hjj sprak Dlmitrof vraagt opnieuw aan Marowskl, waarom geen Nederlandsche tolk aanwezig was bij de politieverhooren van v. d. Lubbe. Hij vond het n.L eigenaardig, dat bij z ij n verhoe ren wél steeds een Bulgaarsche tolk aanwezig was, ofschoon hy toch minstens even goed Duitsch sprak als v. d. Lubbe. Heisig verklaart hierop, dat Dlmitrof bi’ zyn eerste verhoor verklaard had, in het geheel geen Duitsch te verstaan. Dlmitrof (schreeuwend)Dat is onjuist. De voorzitter maant Dlmitrof tot rust en wijst erop, dat de zaak met de verklaring van den onder eede staanden Heisig is opgelost. Dlmitrof wil dan weten, wanneer het politie verhoor van v. d. Lubbe Is afgesloten en wan neer zyn eigen verhoor als geéindigd werd be schouwd. Men had hem nJ. by zyn eerste ver hoor tot medeplichtige van v. d. Lubbe willen verklaren, omdat een ansicht van het Beriyn- sche Slot op hem gevonden was Marowskl verklaart van een eventueele mede plichtigheid van Dlmitrof niets te weten. Qok Op een verdere vraag van dr. Sack ver klaart getuige Heisig, dat v. d. Lubbe er hardnekkig by bleef, zyn daden alleen te hebben gepleegd. Ook na de confrontatie met Torgler verklaarde v. d. Lubbe, den man niet te kennen. V. d. Lubbe had j?y het politieverhoor goed Duitsch gesproken en ook de Duitsche vragen klaarbiykelyk heel goed verstaan. De protocollen had hy voor de onderteekenlng grondig nagelezen en hier en daar verbeteringen gewenscht. Op verzoek van dr. Sack wordt ook de Ne derlandsche journalist Johan Lueger als ge tuige gehoon]. Deze bevestigt wat prof. Bueder- mann velde. V. d. Lubbe had hen» slechts met neen en ja geantwoord, alleen Iets levendiger dan voor het gerecht Overigens had hy ook In den tuin het hoofd gebogen gehouden. Op een vraag vah dr. Sack verklaarde ge tuigde. dat hy toevallig had gezien hoe Torgler uit zyn kamer kwam en een sigaret rookte. Getuige Vogt: Het is juist, dat een derge- lyke mededeellng aan de pers is gegeven; daar in staat, dat de drie gearresteerde Bulgaren betrokken zyn geweest by de brandstichting at by het vernielen der kathedraal in Sofia. La ter heb ik gezegd, dat deze mededeellng my onjuist schynt. Het is echter Dimltrof’s eigen schuld, want hy heeft my nooit gecorrigeerd toen ik by het bespreken van den Bulgaarschen opstand in 1923 ook de vernieling der kathe draal daarmede in verband bracht, ofschoon laatstgenoemde gebeurtenis In 1925 plaats had. Dtmltrof hoort zich op een gegeven oogenblik door den voorzitter de woorden toevoegen: Nu houdt U maar Uw mond. Op verdere verwyten van Dlmitrof constateert’ de getuige, dat Dlmitrof zich nimmer tot het Ryksgerechtshof. als laatste instantie, beeft ge wend. De president ontneemt verdachte Dlmitrof ten slotte het woord. „Wanneer hy nog «én woord sal zeggen, wpedt hU direct weggeleid.” De zitting wordt verdaagd tot Donderdag ochtend half tien. steken. En V. d. Lubbe had weer gezegd: ,J3o musch komme.” Van gebouwen in brand steken zou volgens hem dan weer niet zyn gesproken. V. d. Lubbe heeft ontkend, dat hy een rood lld- maatschapsboekje van de K. P. D. zou hebben laten zien. Dit echter wordt verzekerd door den werkman Panknen. Hierop wordt gepauzeerd. de woorden: Van der Lubbe, u hoort wat ge zegd wordt? Beklaagde blyft apathisch zitten. Op vragen van den procureur-generaal ver klaart Zirpens. dat der protocollen geen enkele maal zyn verkla ringen wyzigde. De te verbeteren passages wa ren meestal door misverstand ontstaan. Verder verklaart getuige, dat v. d. Lubbe reeds op zyn weg naar den Hermannplatz op de gedachte was gekomen het steunbureau aan te steken en dat hy daarom de vuunna- keis had gekocht. Beklaagde Dimltroff vraagt thans of by het verhoor van de politie ook een Nederlandsche tolk aanwezig was. Getuige ontkent dit en verklaart, dat Van der Lubbe zeer goed Duitsch verstond. Zelfs taalkundige eigenaardigheden begreep hy en wat hy voor onjuist hield wees hy onmiddeliyk van de hand. Dr Sack wyst er vervolgens op. dat uit de getuigenverklaringen biykt, dat de drie ge noemde branden zeker door beklaagde alleen zijn gesticht. Hy vraagt den getuige, of hy by zyn mee nlng blyft. Deze bevestigt dit. Hy heeft zich ook af gevraagd, of v. d. Lubbe misschien aan pyro manie lydt. Dit element kan wel eenigszins hebben meegeholpen,‘maar op de eerste plaats staat by zyn daden het politieke element. De volgende getuige Is rechercheur Marows kl uit Beriyn Hy heeft Indertyd v. d Lubbe verhoord over het gesprek, dat deze gehad heeft met communisten In Neuköln. Na lang nadenken antwoordde v. d. Lubbe toe. dat de werkman Bienge gezegd had, dat men publieke gebouwen moest aansteken, waarop hy geant woord had: „so musch es komme” (dien weg moet het op). Een ander had toen gezegd: dat is een bruikbaar joch! V. d. Lubbe heeft later zyn uitdrukking: „so musch es komme” door gestreken. maar kort daarop weer toegegeven. Later heeft men hem foto’s laten zien van de deelnemers aan het gesprek. Den werkman Za- chow heeft .hy positief herkend, Bienge niet. De rechter van instructie telde voorts prijs te stellen op de verklaring, dat hy nooit iets heeft gedaan wat voor de verdachten nadeellg zqu kunnen zyn. Ik ben te lang Duitsch rechter om my niet bewust te zyn van myn plicht allee met de waarheid.” Getuige Vogt: De verloving heeft niets met de brandstichting te maken. Het was my be kend. dat Dlmitrof een grooten vrouwelyken kring van bekenden had. Toen ik een vraag in deze richting stelde, werd hy zeer onaange naam en merkte op, dat dit toch een particu liere aangelegenheid was. Het Is dus mogelyk. dat ik niet op de my bekende verlovingsaan- kondiging ben ingegaan. Op de vraag van den president, of v. d. Lubbe vrlendeiyk was en of er ook aanleiding was scherp op te treden, antwoordt getuige, uit ervaring te weten, dat men een communist nooit scherp moet aanpakken. Van der Lubbe was vrlendeiyk en beleefd. Het was getuige echter bekend geworden, dat verdachte verset had gepleegd en derhalve moest hy hem straf fen. Tegeiyk deelde hy echter aan v. d. Lubbe mede, dat de straf niet zou worden toegepast als hy zich in de toekomst goed wilde gedra gen. Zekerheidshalve was een tolk te hulp ge roepen. De Oberrelchsanwalt: Is het ooit opgeval len. dat tegen v. d. Lubbe iets werd onderno men. wat niet In orde was? Getuige Vogt: Daar beb Ik niets van gehoord. Hy self heeft zich ook nooit beklaagd, behalve dan over de boeien. Toen moest ik hem zeg gen, dat ik hoeseer het my speet op grond der wetteiyke bepalingen niet anders kon hande len. Overigens verklaart getuige, over de hou ding der verdachten, dat de Bulgaar Tanef een poging tot zelfmoord heeft gedaan en dat Dl mitrof hem. den rechter van Instructie, had aangevallen. Hy was met uitgestoken vuisten op hem toegesprongen en alleen door zyn zeer energiek optreden kon hy Dlmitrof van hand- tasteiykheden weerhouden. LEIPZIG, 27 Sept. <W. B.) Ook heden, op den ■esden dag van het Ryksdagbrand-proces. was het publiek voor de tribune reeds eenige uren te vroeg aanwezig. Met belangstelling ziet men de door voorzitter Buenger aangekondlgde om vorming van het proces tegemoet, waarby te gelijk met van der Lubbe de beambten, die hem by het vooronderzoek hebben verhoord, gehoord zullen worden. Het is nog niet te zeggen of heden reeds de eingeniyke Ryksdagbrand ter sprake zal komen. Vermoedeiyk zal deze wel morgen en overmorgen behandeld worden. Vervolgens zal het proces, in verband met het te Leipzig plaats hebbende Duitsche Juristen-Congres. tot Dinsdag van de volgende week worden onder broken. By het begin van de zitting van heden wyst de voorzitter er op. dat. in verband met de te hooien getuigen, de verklaringen .yan van der Lubbe onvermydeiyk nogmaals herhaald moe ten worden. VOORZITTER (tot van der Lubbe): Wilt u beden luider en duldelyker spreken dan giste ren? BEKLAAGDE (na lang aarzelen): Wat ik Voor mogelyk houd. VOORZITTER: Wy hebben vernomen, dat •enige heeren u gisteren in de gevangenis heb ben opgezocht en vryuit met u hebben gespro ken. Is dat zoo? VAN DER LUBBE: Dat kan Ik niet steven Be voorzitter roept dan professor Soedermann ■tt Stockholm, die gisteren in gezelschap van een Nederlandsen journalist van der Lubbe be- ■ocht, als getuige op. Prof. Soederman legt den eed af en ver klaart os: Ik heb my gisteren naar de ge vangenis van van der Lubbe begeven, omdat men in de buitenlandsche pers zoo veel ge schreven heeft, dat v. d. Lubbe mishandeld en gepynlgd wordt, dat men hem morfine- of co- caine-inspuitingen heeft gegeven, waardoor zyn eigenaardig gedrag in de gerechtszaal te ver klaren zou zyn. Ik heb beklaagde in zyn cel opgezocht en alles in de beste orde gevonden. Ik kan zeggen, dat hy beter behandeld wordt dan de overige gevangenen, b.v. wat het eten betreft. Van der Lubbe vroeg me terstond by mijn binnenkomen letteriyk: „Waarom doet u dit onderzoek?” Ik zei hem: ..Omdat men in de buitenlandsche pers zegt, dat u slecht be handeld wordt. Toen lachte beetje en schudde hy het hoofd. Op myn ver zoek ontblootte hy het boveniyf. Ik stelde vast dat hy wel sterk vermagerd is, maar dat er niet de geringste sporen van een of andere mishandeling waren te vinden. Het onderiyf wilde hy slechts ontblooten als de andere heeren de cel verlieten. Dit ge schiedde, ook by het verdere onderzoek beb ik geen sporen van mishandeling ontdekt. Ik vroeg van der Lubbe: Voel je je lichamelyk wel? Hy antwoordde hierop: Jawel, ik voel me goed! Ik vroeg hem toen: Misschien voel je je ..seellsch” niet wel? Van der Lubbe vroeg toen: Wat is keellach”? Ik seide hem: Wat van de ziel komt! Hy antwoordde toen duldelyk: Ik voel my ook ^seelisch” goed. VOORZITTER: Hy heeft dus by Uw binnen treden niet Uw vraag afgewacht, doch onmid- deliyk, geïnteresseerd, gevraagd, waarom U bet onderzoek instelde? GETUIGE: Jawel. Ik had den indruk, dat ik urenlang met hem had kunnen spreken en ik dan ook logische antwoorden sou krygen. Ook LEIPZIG, 27 Sept. Na de pauze verklaarde getuige Marowskl, dat beklaagde v. d. Lubbe by de eerste verhoren verschillende dingen ontkend heeft, os. ook, dat hy 's middags gegeten heeft in de woning van Frau Bethge, eventueel van Starker. Toen Frau Bethge by de politie ver scheen, verraadde V. d. Lubbe zich door met een te zeggen: Wat bent u mager geworden. Hy bekende dan ook zelf: Nu heb ik een keer ge zwendeld, waarop hy lachte. Toen ik hem dit verbood werd hy zeer ernstig en wilde hy in Het geheel niets meer aeggen. Op een vraag van den procureur-generaal verklaart getuige verder, dat v.d. Lubbe by het eerste verhoor alles vrljeiyk vertelde. Toen hy dan later bemerkte, waarop het aankwam, krabbelde hy terug en werd hy zeer voorzichtig. Getuige zag hierin een bepaalde taktlek. Op de verdere vraag van den procureur-ge neraal of beklaagde de namen Pieck en Florin slechts uit een aanplakbiljet over de commu nistische vergadering in het Sportpalast had, of dat ze hem erg bekend waren, verklaarde getuige, dat alleen de naam Florin v. d. Lubbe goed bekend was. Thans wordt de rechter van Instructie Vogt, die het geheele vooronderzoek heeft geleid, ge hoord. Hy verklaart out.: v. d. Lubbe heeft ty- dens het vooronderzoek de inlichtingen ver schaft welke ik van hem wenochte. Da maniar, waarop hy placht te spreken, was van dien aard, dat hy nauwkeurig overwoog, wat hy ael. Vaak duurde bet wat lang, voor hy met het antwoord klaar was. wy collega's, hebben er ons herhaaldeiyk voor uitgesproken, dat v. d. Lubbe een zeer buiten gewoon geheugen had aangaande de verschil lende voorvallen in zyn leven, zooals men dat zelden aantreft. Overigens was het niet getnak- keiyk. v. d. Lubbe een verhoor af te nemen. Wanneer hy thans een andere houding aan neemt dan by het verhoor, dan verklaar ik me dat aldus: Het is een man. die in verzet komt, wanneer men hem op iets wyst. dat hy on rechtvaardig acht of als men hem vragen stelt, die zyns Inziens overbodig zyn. Dat heb ik zeer snel gemerkt en ik heb het naar vermogen ver meden, hem in een dergeiyke positie te bren gen. De moetiykheden by het verhoor begonnen altyd dan. als ik hem vroeg, of hy werkeiyk alles alleen had gedaan. Als ik hem vroeg, of hy die vier branden had gesticht, dan ant woordde hy duldelyk en krachtig: ja, dat heb ik gedaan. Maar als ik dan sprak over wat we te weten waren gekomen over zyn gesprekken in Neuköln. dan ontkende hy. De rechter van instructie spreekt dan over het verhoor van den Ryksdagsbrand. Ik heb hem er op gewezen, dat de eensluidende op vatting van alle deskundigen deze was. dat het technisch onmogeiyk is. dat V. d. Lubbe alléén den brand heeft kunnen stichten en zoo. als hy het heeft gedaan Ik heb hem er op gewezen en dat was hem byzonder onaangenaam dat hy ook geprobeerd had. de portléres van den Ingang der zittingszaal in brand te steken en dat deze met den besten wil niet met een vuurmaker aan te steken waren. Ik heb toen gezegd: v. d. Lubbe, uit dit alles biykt toch, dat je onwaarheid spreekt, door te zeggen, dat je er alleen was. V. d. Lubbe antwoordde eerst: Ja dat kunnen de deskundigen wel zeggen, maar ik zeg, het brandt toch. Ik antwoordde: je kunt Je zelf overtuigen, dat die portière niet zoo maar brandt. Dan aarzelde hij opeens en zeide: ja, dan ben Ik misschien toch niet daar geweest. Ik wees hem er op. dat die portière al In brand had gestaan, voordat de brand tot dat gedeelte van het gebouw was doorgedrongen. Daarop antwoordde v. d. Lubbe dan weer: dan heb ik misschien toch geprobeerd hem aan te steken. Iets bepaalds was niet uit hem te krygen En ik kan my voorstellen, dat deze dingen, die ik hem heb voorgehouden, er de aanleld’ng toe zyn geweest, dat hy besloten heeft niets meer te zeggen, daar datgene, wat hy zou zeggen, absoluut niet zou worden geloofd. Dit is mijn verklaring voor zyn tegenwoordige houding. Als Van der Lubbe glimlacht of zoo’n beetje voor zich heen mompelt, dan liegt hy. Als hy echter luid lacht dan acht hy een vraag zoo vanzelfsprekend, dat hy zou wiHen zeggen: waarom vraagt ge me dat elgeniy k ^ög eens? Ik moet nog zoo ging de rechter van instructie voort op een belangryk feit wyzen, dat in de protocollen niet tot uiting komt, n.l. dat v. d. Lubbe biykbaar ook beneden in de hal by portaal II van den Ryksdag is geweest. Toen ik hem hiernaar vroeg zeide hy zich te herinneren in een vertrek te zyn geweest waar in zulke groote beelden stonden, een soort mu seum. Op dit punt heeft hy waarheid gespro ken. Als het er echter op aankwam vast te stellen of er meer personen by hem waren, heeft hy onwaarheid gesproken. Wanneer ge constateerd moest worden, dat v. d. Lubbe de groote held was, die wat gedaan had, zeide hy de waarheid. Hierop wordt het verhoor van v. d. Lubbe voó’rtgezet. Eerst wordt Kjiminal-kommlssar Heisig gehoord over de verklaringen, welke v. d. Lubbe vroeger over de branden in het bu reau van den Maatschappeiyken Steun, raad huis en slot beeft gedaan. Getuige schildert het eerste verhoor op 27 Februari. Toen v. d. Lubbe werd gearresteerd, wist men aanvankeiyk slechts, dat hy in aanmer king kwam als brandstichter van den Rijksdag Eerst tydens het verhoor bekende hy de man te zyn, die ook in het slot, het raadhuis en het steunbureau brandstichtlngspogingen had gedaan. Van de brandstichting in het raadhuis wist de politie toen nog niets. V. d. Lubbe had nauwkeurig medegedeeld, dat hy om bl4 uur by bet steunbureau was aangekomen. Hy had met de arbeiders gesproken, waarby reeds de gedachte by hem was opgekomen, hier brand te maken. Hy vond het doelmatig niet een gewoon huls aan te steken, maar een groot openbaar gebouw, daar dan veel menschen zou den toestroomen. Hy had met de arbeiders over den economischen toestand en over politieke dingen gesproken. Heisig had v. d. Lubbe ge vraagd, of hy wist, welke regeering in Dultsch- land aan het bewind was en welk standpunt de arbeiders tegenover haar innemen. Van der Lubbe verklaarde, dat hy reeds in Nederland gehoord had. dat Hitler aan het bewind was. Beklaagde heeft geheel uit zichzelf b kend de oranden in het stembureau. Raadhuis en Slot te hebben gesticht. Hy had een open baar gebouw uitgezocht, omdat hy niet een enkeling nadeel wilde berokkenen. De brand moest een ..sicnaai' zyn voor de arbeiders. Op de vraag van den procureur-generaal. of Van der Lubbe zich goed- of afkeurend over de regeering heeft geuit of welke politieke over tuiging beklaagde aanhing, antwoordt getuige dat Van der Lubbe zich niet bepaald hlerovel- heeft uitgelaten. Slechts bleek uit zyn ant woorden. dat hy met de bestaande toestanden niet tevreden was en de bestaande orde omver wilde werpen. PROCUREUn.-GENERAAL: Waaruit bleek U. dat Van der Lubbe communist was? GETUIGE: wy voelden dit uit zyn geheele uiteenzetting van de politieke verhoudingen. Hy sprak byvoorbeeld over de noodzakelykheid. een arbeiders-regeerlng op te richten, zooals dit m het programma van de K. P. D. staat. Dr Sack vraagt dan of getuige weet of Van der Lubbe uit zichzelf het geheele verhaal ver telde. of dat men het zin voor zin uit hem moest trekuen. GETUIGE: Die laatste in geen ge voortdurend gesproken. Men bel eigenlyk slechts weinig te vragen, zelfs zoo uitvoerig, dat wy hem moesten onder breken, om niet af te dwalen. Dr. Sack vraagt of v. d. Lubbe ook gespro ken heeft van zyn lidmaatschap van de com munistische arbeidersparty. Voor de verdediging dienen communistische party, communistische arbeidersparty en raden-communisten uit el kander te worden gehouden Getuige antwoordt zich niet te kunnen her inneren .dat van de communistische arbeiders party sprake is geweest. had hy v. d. Lubbe Dimltrof’s naam niet ge noemd, maar hem eenvoudig gevraagd of hy medeplichtigen had. Dit ontkende v. d. Lubbe die ook verklaarde andere personen, wier por tret hem werden voorgelegd, niet te kennen. Dlmitrof (luid): Ik ben ook nooit met v. d. Lubbe geconfronteerd. ..VOORZITTER: Dat heeft ook niemand be weerd. Daar u ook thans weer van het vraag recht misbruik maakt, sluit ik u hiervan tegen over dezen getuige uit. TORGLER: Marowskl heeft verklaard, dat v. d. Lubbe gesproken heeft van zyn voornemen, om "ïn de communistische vergadering in het Sportpalast by de discussie te spreken. Het is echter prinpieel verboden, dat een communist in de vergaderingen zyner eigen party by de debatten het woord neemt, v. d. Lubbe zou dus slechts zyn tegenovergestelde meenlng hebben kunnen uiten. Is getuige Marowskl dit met my eens? GETUIGE: Ik heb aangenomen, dat hy com munist is. doch het niet wil toegeven. Ik heb met hem over de kwestie, wat hy in de vergade ring zeggen wilde, niet gesproken. Dlmitrof: Heeft getuige als rechter van instructie op 1 April een mededeellng la ten publlceeren, waarin gezegd wordt, dat Dimitrof, Popof en Tanef samen met V. d. Lubbe den brand in den Ryksdag gesticht hebben. Ik vraag: Ja of neen! beweging en vrooiykheld onder het publiek). President: Dlmitrof, ik heb nu geduld genoeg met je gehad; als je geen anderen toon aanslaat, dan moogt ge in het geheel geen vragen meer stellen. MOSKOU, 27 September. (Reuter). Het Rus sisch Telegraaf Agentschap meldt: De Duitsche zaakgelastigde alhier heeft by Litwinof een ncta ingediend, waarin wordt ge protesteerd tegen t uitwazen van de Duitsche dagblad correspondenten en gevraagd wordt de zen maatregel In te trekken. In zyn antwoord heeft Litwinof verklaart, dat de Russische regeering tot het uitwyzen der Duitsche journalisten gedwongen is. tengevolge van het optreden der Duitsche autoriteiten te gen de Russische journalisten in Dultschland. Litwinof herinert vervolgens aan de arresta ties en huiszoekingen by de correspondenten van de .Jsvestia." de .JTawda” en van het Tass-agentschap. en aan het niet-verstrekken van toegangsbewysen voor de opening van den Ryksdag en het proces te Leipeig. Ondanks de beloften van het Duitsche mi nisterie van buitenlandsche zaken om de noo- dlge maatregelen te nemen, is de toestand niet verbeterd, doch Integendeel nog slechter gewor den. Daar de Russische regeering niet tot represail- le-magtregelen wilde overgaan, heeft zy aan de Duitsche journalisten verklaard dat zy niet langer in Rusland kunnen biyven. zoolang de Russische journalisten hun werk in land niet kunnen doen. De Duitsche regeering is dus zelf verantwoondeiyk voor den huldigen toestand. Dr. Back: Hebt U gepoogd, onder mededee- ling. dat Torgler al bekend had, verdachte v. d. Lubbe er toe te brengen zynerzljds te zeggen, dat Torgler medeplichtig is aan den ryksdag brand? Getuige Vogt: Opdat er geen verkeerde in druk ontstak, verklaar ik met alle beslistheid dat Ik nooit of te nimmer iets gedaan heb wat in strijd zou zyn met de eer van een Dult- schen rechter. De president laat nu v. d. Lubbe voor de rechteratafel komen en vraagt hem of hy Iets te zeggen heeft over de getuigenis van den rechter van Instructie. Van der Lubbe blyft byna een minuut lang met gebogen hoofd zwygend staan en zegt dan: „Neen.” Getuige Vogt (na eenlg aarzelen)Ik meende eigenlyk, dat een dergelyke vraag my be- spaard zou worden! Ik ben Duitsch rechter, ik ben Reichagerichtarat en heet bovendien Vogt, en ut mean.... Dr. Sack: Deae vraag houdt verband met de bewering van een Duitsch advocaat, die als verdediger van Neumann in hot Tbjeka-proces met u In Moablt gesproken zou hebben. In het buitenland beeft hy thans de genoemde bewe ring verspreid. Ik acht het noodlg in het be lang van Dultschland deze zaak te onderzoeken. Toen hy den werkman Loewe zag. lachte hy opeens, maar kon niet verklaren, waarom hy lachte. Van der Lubbe heeft ook toegegeven, dat hy in dat gesprek gezegd heeft: .man musz was machen” en dat hy daarmede bedoelde, dat men revolutie moest maken en het volk op- zweepen. Bienge had gezegd, dat men B. A.- mannen met benzine moest begieten en aan- r i I l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 1