ONS BLAD
Rondom Marinus van der Lubbe
„Geen verdoovende middelen”
1 F
Het nieuws van heden
Duitsch protest
-wem
SOEDERMANN EN LUGER
GETUIGEN
DE BAROMETER
JOH. LAU WERS
PAYGLOP 3
ALK MAAK
Moderne Barometers
1
DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1933
VEREEN IG DE KATHOLIEKE PERS
Z-
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 311
f 2—
VAN DER LEBBE VOOR DE RECHTERTAFEL
I
„Hij spreekt goed
o o
Heisig in verhoor
Litwinof antwoordt
De rechter van instructie
EGYPTISCH KABINET
Na de pauze
TORGLER ONDERVRAAGD
n:
i«r
Tegen het uitwyzen der Duitsche
journalisten uit Moskou
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TIEN BLADZIJDEN
Waarom geen Nederland
se he tolk?
Duitsch”
Commissaris Zirpens verklaart,
dat beklaagde spraakzaam
is, als hy zich hoofd
persoon voelt
Zij, dia zich tegen 1 October
op ons blad abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
ADVERTENTIEPRIJZEN
Per lossen regel 20a, ingez. med. 40c.
p. regel; idem op pag één 55cp. regel
Bij contract sterk verlaagde prijzen
Voor de kleine annonces Omroepers
zie de rubriek Telefoonnummer 433
„Hoofd persoon”
De Duitsche communistenleider Ernst
Torgler tijdens zijn verhoor. Voor hem zijn
verdediger Dr. Sack.
S
o.
N00RD-H0LL ANDSCH DAGBLAD
d. Lubbe bU de correctie
TB1
in
blijkt.
i
i
Duitsch-
d. Lubbe een
Abdel Yehia Pascha is belast met de vor
ming van een nieuw Egyptisch kabinet
1
1
BUREAUX: HOF 6, ALKMAAR
Tokfoon Administratie 433, Radactie 633
ABONNEMENTSPRIJS
Par kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar f2.85
gaillustraard Zondagsblad f 0.60 hoogar
Dagblad uitgegavan door da
N.V. Drukkerij Da Spaarnastad - Haar lam
Getuige verklaart, dat Indien men Van der
Lubbe ala hoofdpersoon laat spreken, hij zeer
spraakzaam wordt en bijna niet tot een einde
kan komen.
De voorzitter richt zich thans lachend tot
beklaagde die ineengezonken blyft zitten, met
Critiek van Z. H. den Paws op een Neder
landsch beeft.
Ernstig verkeersongeluk te Eindhoven;
doode en een zwaar gewonde.
Stand op Donderdag uur 7M
Vorige stand; 7S7
ol-
let
en.
tie
tal
e-
e-
de
er
de
en
DR SACK: Er wordt beweerd, dat men
hem met langzaamwerkende giftsoorten be
werkt.
GETUIGE: Ik heb hem ook gevraagd, of
hij zich ooit na het eten of drinken op eeni-
gerlei wijze vreemd gevoeld heeft. Hij heeft
dit krachtig ontkend.
DR. SACK: Er wordt verder beweerd, dat
v. d. Lubbe typische teekenen vertoont van
een bewerking met bedwelmende middelen.
Heeft u er zich van overtuigd, of v. d Lubbe
op zijn lichaam prikken van Infectlespuitjes
vertoont?
GETUIGE: Ik heb niets dergelijks vastge
steld.
Op een vraag van dr. Sack over het gedrag
van Torgler. antwoordt getuige, dat Torgler
geen moeilijkheden heeft veroorzaakt en altijd
beleefd en voorkomend is geweest. -Ik moet
echter met alle beslistheid verklaren: er kan
geen sprake zijn, dat ik van meenlng ben, dat
hetgeen Torgler mij verteld beeft overeenkomt
c-
n.
34
c-
m
er
ten
oet
ren
lap
rte
*n
lil
de,
"en
Duitsch proleet tegen het aitwijwen <M- joar-
nallsten uit Moskou.
M.oee dooden doer de overctrooming van de
Gele Blvter.
Tampico opnieuw door overstrooming bedreigd.
De Algemeene Vergadering van den Ned. R.K.
Middenstandsbond te Breda.
Voortzetting
Leipzig.
De Russische nat-eoc. beweging .Rond" in
sen verboden.
he
ard
der
pe-
en-
len
len
tge
de Nederlandsche journalist Lueger, dl« mij be
geleidde. kreeg verstandige antwoorden. Van
der Lubbe heeft een buitengewoon schuwen en
schuchteren Indruk gemaakt Volgens mjjn mee
nlng moet het groote apparaat van dit proces
intimldeerend op hem werken. Op een desbe
treffende vraag verklaart getuige verder: Ik
heb den Indruk, dat v. d. Lubbe zeer goed leeft.
in het oog te houden, wat kan dienen tot be
lasting. maar ook tot ontlasting van verdach
ten. De protocollen zijn door v. d. Lubbe on-
derteekend. en ik kan me niet voorstellen, dat
hy> of de Bulgaren willen beweren, dat Ik Iets
heb opgenomen wat niet door hen zelf Is ge
zegd. Als Dlmitrof hier Iets dergelijks beweert,
dan moet ik helaas constateeren. dat dit een
bewuste onwaarheid is. Nooit heeft Dtmltrof
de juistheid van het protocol op één enkel punt
betwist of gevraagd het te veranderen. Hij heeft
beslist meermalen verklaard, dat de protocollen
In hoofdzaak juist zijn en dat hy alleen wei
gert te teekenen, omdat zij niet uitvoerig ge
noeg zijn en z.1. tot misverstand aanleiding
kunnen geven. Hij heeft nooit den wensch ge
ul:. dat ik bepaalde dingen nog zou opnemen.
Ik vind het dus ongehoord, dat thans beweerd
wordt, dat de protocollen niet zouden kloppen.
President: Dlmlt/of heeft er zich over be
klaagd. dat hem niets gezegd is over de ver-
lovingsaankondiging.
Nadat de eerste dagen van het proces inzake den brand in het Rijksdaggebouw
voor het Rijksgerechtshof te Leipzig benut waren voor de vaststelling van de personen
der verdachten, begon Dinsdag de eigenlijke behandeling met het verhoor van Van der
Lubbe. Op onze foto ziet men Marinus voor de rechterta/el; naast hem de tolk.
DIMTTROF (luid tot den voorzitter)Ik vraag
of ik als beklaagde het recht beb, directe vragen
aan getuigen te snellen.
VOORZITTER: U hebt het recht nu vragen
tot getuigen te stellen doch deze moeten direct
in verband staan met hetgeen getuige over het
verhoor van Van der Lubbé heeft verklaard.
DIMITROF: Ik wil slechts weten of ik directe
vragen kan stellen. Dlmitrof gaat daarop zitten.
De volgende getuige is commissaris Zirpens
uit Berlijn, die Heisig bij het eerste verhoor
heeft afgelost.
■val, hö heeft
hoefde hem
Hjj sprak
Dlmitrof vraagt opnieuw aan Marowskl,
waarom geen Nederlandsche tolk aanwezig was
bij de politieverhooren van v. d. Lubbe. Hij
vond het n.L eigenaardig, dat bij z ij n verhoe
ren wél steeds een Bulgaarsche tolk aanwezig
was, ofschoon hy toch minstens even goed
Duitsch sprak als v. d. Lubbe.
Heisig verklaart hierop, dat Dlmitrof bi’ zyn
eerste verhoor verklaard had, in het geheel
geen Duitsch te verstaan.
Dlmitrof (schreeuwend)Dat is onjuist.
De voorzitter maant Dlmitrof tot rust en
wijst erop, dat de zaak met de verklaring van
den onder eede staanden Heisig is opgelost.
Dlmitrof wil dan weten, wanneer het politie
verhoor van v. d. Lubbe Is afgesloten en wan
neer zyn eigen verhoor als geéindigd werd be
schouwd. Men had hem nJ. by zyn eerste ver
hoor tot medeplichtige van v. d. Lubbe willen
verklaren, omdat een ansicht van het Beriyn-
sche Slot op hem gevonden was
Marowskl verklaart van een eventueele mede
plichtigheid van Dlmitrof niets te weten. Qok
Op een verdere vraag van dr. Sack ver
klaart getuige Heisig, dat v. d. Lubbe er
hardnekkig by bleef, zyn daden alleen te
hebben gepleegd. Ook na de confrontatie
met Torgler verklaarde v. d. Lubbe, den
man niet te kennen. V. d. Lubbe had j?y het
politieverhoor goed Duitsch gesproken en
ook de Duitsche vragen klaarbiykelyk heel
goed verstaan. De protocollen had hy voor
de onderteekenlng grondig nagelezen en
hier en daar verbeteringen gewenscht.
Op verzoek van dr. Sack wordt ook de Ne
derlandsche journalist Johan Lueger als ge
tuige gehoon]. Deze bevestigt wat prof. Bueder-
mann velde. V. d. Lubbe had hen» slechts met
neen en ja geantwoord, alleen Iets levendiger
dan voor het gerecht Overigens had hy ook In
den tuin het hoofd gebogen gehouden.
Op een vraag vah dr. Sack verklaarde ge
tuigde. dat hy toevallig had gezien hoe Torgler
uit zyn kamer kwam en een sigaret rookte.
Getuige Vogt: Het is juist, dat een derge-
lyke mededeellng aan de pers is gegeven; daar
in staat, dat de drie gearresteerde Bulgaren
betrokken zyn geweest by de brandstichting at
by het vernielen der kathedraal in Sofia. La
ter heb ik gezegd, dat deze mededeellng my
onjuist schynt. Het is echter Dimltrof’s eigen
schuld, want hy heeft my nooit gecorrigeerd
toen ik by het bespreken van den Bulgaarschen
opstand in 1923 ook de vernieling der kathe
draal daarmede in verband bracht, ofschoon
laatstgenoemde gebeurtenis In 1925 plaats had.
Dtmltrof hoort zich op een gegeven oogenblik
door den voorzitter de woorden toevoegen: Nu
houdt U maar Uw mond.
Op verdere verwyten van Dlmitrof constateert’
de getuige, dat Dlmitrof zich nimmer tot het
Ryksgerechtshof. als laatste instantie, beeft ge
wend.
De president ontneemt verdachte Dlmitrof
ten slotte het woord. „Wanneer hy nog «én
woord sal zeggen, wpedt hU direct weggeleid.”
De zitting wordt verdaagd tot Donderdag
ochtend half tien.
steken. En V. d. Lubbe had weer gezegd: ,J3o
musch komme.” Van gebouwen in brand steken
zou volgens hem dan weer niet zyn gesproken.
V. d. Lubbe heeft ontkend, dat hy een rood lld-
maatschapsboekje van de K. P. D. zou hebben
laten zien. Dit echter wordt verzekerd door den
werkman Panknen.
Hierop wordt gepauzeerd.
de woorden: Van der Lubbe, u hoort wat ge
zegd wordt?
Beklaagde blyft apathisch zitten.
Op vragen van den procureur-generaal ver
klaart Zirpens. dat
der protocollen geen enkele maal zyn verkla
ringen wyzigde. De te verbeteren passages wa
ren meestal door misverstand ontstaan.
Verder verklaart getuige, dat v. d. Lubbe
reeds op zyn weg naar den Hermannplatz op
de gedachte was gekomen het steunbureau
aan te steken en dat hy daarom de vuunna-
keis had gekocht.
Beklaagde Dimltroff vraagt thans of by het
verhoor van de politie ook een Nederlandsche
tolk aanwezig was.
Getuige ontkent dit en verklaart, dat Van
der Lubbe zeer goed Duitsch verstond. Zelfs
taalkundige eigenaardigheden begreep hy en
wat hy voor onjuist hield wees hy onmiddeliyk
van de hand.
Dr Sack wyst er vervolgens op. dat uit de
getuigenverklaringen biykt, dat de drie ge
noemde branden zeker door beklaagde alleen
zijn gesticht.
Hy vraagt den getuige, of hy by zyn mee
nlng blyft. Deze bevestigt dit. Hy heeft zich ook
af gevraagd, of v. d. Lubbe misschien aan pyro
manie lydt. Dit element kan wel eenigszins
hebben meegeholpen,‘maar op de eerste plaats
staat by zyn daden het politieke element.
De volgende getuige Is rechercheur Marows
kl uit Beriyn Hy heeft Indertyd v. d Lubbe
verhoord over het gesprek, dat deze gehad
heeft met communisten In Neuköln. Na lang
nadenken antwoordde v. d. Lubbe toe. dat de
werkman Bienge gezegd had, dat men publieke
gebouwen moest aansteken, waarop hy geant
woord had: „so musch es komme” (dien weg
moet het op). Een ander had toen gezegd: dat
is een bruikbaar joch! V. d. Lubbe heeft later
zyn uitdrukking: „so musch es komme” door
gestreken. maar kort daarop weer toegegeven.
Later heeft men hem foto’s laten zien van de
deelnemers aan het gesprek. Den werkman Za-
chow heeft .hy positief herkend, Bienge niet.
De rechter van instructie telde voorts prijs te
stellen op de verklaring, dat hy nooit iets heeft
gedaan wat voor de verdachten nadeellg zqu
kunnen zyn. Ik ben te lang Duitsch rechter
om my niet bewust te zyn van myn plicht allee met de waarheid.”
Getuige Vogt: De verloving heeft niets met
de brandstichting te maken. Het was my be
kend. dat Dlmitrof een grooten vrouwelyken
kring van bekenden had. Toen ik een vraag
in deze richting stelde, werd hy zeer onaange
naam en merkte op, dat dit toch een particu
liere aangelegenheid was. Het Is dus mogelyk.
dat ik niet op de my bekende verlovingsaan-
kondiging ben ingegaan.
Op de vraag van den president, of v. d.
Lubbe vrlendeiyk was en of er ook aanleiding
was scherp op te treden, antwoordt getuige, uit
ervaring te weten, dat men een communist
nooit scherp moet aanpakken. Van der Lubbe
was vrlendeiyk en beleefd. Het was getuige
echter bekend geworden, dat verdachte verset
had gepleegd en derhalve moest hy hem straf
fen. Tegeiyk deelde hy echter aan v. d. Lubbe
mede, dat de straf niet zou worden toegepast
als hy zich in de toekomst goed wilde gedra
gen. Zekerheidshalve was een tolk te hulp ge
roepen.
De Oberrelchsanwalt: Is het ooit opgeval
len. dat tegen v. d. Lubbe iets werd onderno
men. wat niet In orde was?
Getuige Vogt: Daar beb Ik niets van gehoord.
Hy self heeft zich ook nooit beklaagd, behalve
dan over de boeien. Toen moest ik hem zeg
gen, dat ik hoeseer het my speet op grond der
wetteiyke bepalingen niet anders kon hande
len. Overigens verklaart getuige, over de hou
ding der verdachten, dat de Bulgaar Tanef een
poging tot zelfmoord heeft gedaan en dat Dl
mitrof hem. den rechter van Instructie, had
aangevallen. Hy was met uitgestoken vuisten op
hem toegesprongen en alleen door zyn zeer
energiek optreden kon hy Dlmitrof van hand-
tasteiykheden weerhouden.
LEIPZIG, 27 Sept. <W. B.) Ook heden, op den
■esden dag van het Ryksdagbrand-proces. was
het publiek voor de tribune reeds eenige uren
te vroeg aanwezig. Met belangstelling ziet men
de door voorzitter Buenger aangekondlgde om
vorming van het proces tegemoet, waarby te
gelijk met van der Lubbe de beambten, die
hem by het vooronderzoek hebben verhoord,
gehoord zullen worden.
Het is nog niet te zeggen of heden reeds de
eingeniyke Ryksdagbrand ter sprake zal komen.
Vermoedeiyk zal deze wel morgen en
overmorgen behandeld worden. Vervolgens zal
het proces, in verband met het te Leipzig
plaats hebbende Duitsche Juristen-Congres. tot
Dinsdag van de volgende week worden onder
broken.
By het begin van de zitting van heden wyst
de voorzitter er op. dat. in verband met de te
hooien getuigen, de verklaringen .yan van der
Lubbe onvermydeiyk nogmaals herhaald moe
ten worden.
VOORZITTER (tot van der Lubbe): Wilt u
beden luider en duldelyker spreken dan giste
ren?
BEKLAAGDE (na lang aarzelen): Wat ik
Voor mogelyk houd.
VOORZITTER: Wy hebben vernomen, dat
•enige heeren u gisteren in de gevangenis heb
ben opgezocht en vryuit met u hebben gespro
ken. Is dat zoo?
VAN DER LUBBE: Dat kan Ik niet steven
Be voorzitter roept dan professor Soedermann
■tt Stockholm, die gisteren in gezelschap van
een Nederlandsen journalist van der Lubbe be-
■ocht, als getuige op.
Prof. Soederman legt den eed af en ver
klaart os: Ik heb my gisteren naar de ge
vangenis van van der Lubbe begeven, omdat
men in de buitenlandsche pers zoo veel ge
schreven heeft, dat v. d. Lubbe mishandeld en
gepynlgd wordt, dat men hem morfine- of co-
caine-inspuitingen heeft gegeven, waardoor zyn
eigenaardig gedrag in de gerechtszaal te ver
klaren zou zyn. Ik heb beklaagde in zyn cel
opgezocht en alles in de beste orde gevonden.
Ik kan zeggen, dat hy beter behandeld wordt
dan de overige gevangenen, b.v. wat het eten
betreft. Van der Lubbe vroeg me terstond by
mijn binnenkomen letteriyk: „Waarom doet u
dit onderzoek?” Ik zei hem: ..Omdat men in
de buitenlandsche pers zegt, dat u slecht be
handeld wordt. Toen lachte
beetje en schudde hy het hoofd. Op myn ver
zoek ontblootte hy het boveniyf. Ik stelde vast
dat hy wel sterk vermagerd is, maar dat er
niet de geringste sporen van een of andere
mishandeling waren te vinden.
Het onderiyf wilde hy slechts ontblooten als
de andere heeren de cel verlieten. Dit ge
schiedde, ook by het verdere onderzoek beb ik
geen sporen van mishandeling ontdekt. Ik vroeg
van der Lubbe: Voel je je lichamelyk wel? Hy
antwoordde hierop: Jawel, ik voel me goed! Ik
vroeg hem toen: Misschien voel je je ..seellsch”
niet wel? Van der Lubbe vroeg toen: Wat is
keellach”? Ik seide hem: Wat van de ziel komt!
Hy antwoordde toen duldelyk: Ik voel my ook
^seelisch” goed.
VOORZITTER: Hy heeft dus by Uw binnen
treden niet Uw vraag afgewacht, doch onmid-
deliyk, geïnteresseerd, gevraagd, waarom U bet
onderzoek instelde?
GETUIGE: Jawel. Ik had den indruk, dat ik
urenlang met hem had kunnen spreken en ik
dan ook logische antwoorden sou krygen. Ook
LEIPZIG, 27 Sept. Na de pauze verklaarde
getuige Marowskl, dat beklaagde v. d. Lubbe by
de eerste verhoren verschillende dingen ontkend
heeft, os. ook, dat hy 's middags gegeten heeft
in de woning van Frau Bethge, eventueel van
Starker. Toen Frau Bethge by de politie ver
scheen, verraadde V. d. Lubbe zich door met
een te zeggen: Wat bent u mager geworden. Hy
bekende dan ook zelf: Nu heb ik een keer ge
zwendeld, waarop hy lachte. Toen ik hem dit
verbood werd hy zeer ernstig en wilde hy in
Het geheel niets meer aeggen.
Op een vraag van den procureur-generaal
verklaart getuige verder, dat v.d. Lubbe by het
eerste verhoor alles vrljeiyk vertelde. Toen hy
dan later bemerkte, waarop het aankwam,
krabbelde hy terug en werd hy zeer voorzichtig.
Getuige zag hierin een bepaalde taktlek.
Op de verdere vraag van den procureur-ge
neraal of beklaagde de namen Pieck en Florin
slechts uit een aanplakbiljet over de commu
nistische vergadering in het Sportpalast had,
of dat ze hem erg bekend waren, verklaarde
getuige, dat alleen de naam Florin v. d. Lubbe
goed bekend was.
Thans wordt de rechter van Instructie Vogt,
die het geheele vooronderzoek heeft geleid, ge
hoord. Hy verklaart out.: v. d. Lubbe heeft ty-
dens het vooronderzoek de inlichtingen ver
schaft welke ik van hem wenochte. Da maniar,
waarop hy placht te spreken, was van dien
aard, dat hy nauwkeurig overwoog, wat hy ael.
Vaak duurde bet wat lang, voor hy met het
antwoord klaar was.
wy collega's, hebben er ons herhaaldeiyk voor
uitgesproken, dat v. d. Lubbe een zeer buiten
gewoon geheugen had aangaande de verschil
lende voorvallen in zyn leven, zooals men dat
zelden aantreft. Overigens was het niet getnak-
keiyk. v. d. Lubbe een verhoor af te nemen.
Wanneer hy thans een andere houding aan
neemt dan by het verhoor, dan verklaar ik me
dat aldus: Het is een man. die in verzet komt,
wanneer men hem op iets wyst. dat hy on
rechtvaardig acht of als men hem vragen stelt,
die zyns Inziens overbodig zyn. Dat heb ik zeer
snel gemerkt en ik heb het naar vermogen ver
meden, hem in een dergeiyke positie te bren
gen.
De moetiykheden by het verhoor begonnen
altyd dan. als ik hem vroeg, of hy werkeiyk
alles alleen had gedaan. Als ik hem vroeg, of
hy die vier branden had gesticht, dan ant
woordde hy duldelyk en krachtig: ja, dat heb
ik gedaan. Maar als ik dan sprak over wat we
te weten waren gekomen over zyn gesprekken in
Neuköln. dan ontkende hy.
De rechter van instructie spreekt dan over
het verhoor van den Ryksdagsbrand. Ik heb
hem er op gewezen, dat de eensluidende op
vatting van alle deskundigen deze was. dat het
technisch onmogeiyk is. dat V. d. Lubbe alléén
den brand heeft kunnen stichten en zoo. als hy
het heeft gedaan Ik heb hem er op gewezen
en dat was hem byzonder onaangenaam
dat hy ook geprobeerd had. de portléres van
den Ingang der zittingszaal in brand te steken
en dat deze met den besten wil niet met een
vuurmaker aan te steken waren. Ik heb toen
gezegd: v. d. Lubbe, uit dit alles biykt toch, dat
je onwaarheid spreekt, door te zeggen, dat je
er alleen was. V. d. Lubbe antwoordde eerst: Ja
dat kunnen de deskundigen wel zeggen, maar ik
zeg, het brandt toch. Ik antwoordde: je kunt Je
zelf overtuigen, dat die portière niet zoo maar
brandt. Dan aarzelde hij opeens en zeide: ja,
dan ben Ik misschien toch niet daar geweest.
Ik wees hem er op. dat die portière al In brand
had gestaan, voordat de brand tot dat gedeelte
van het gebouw was doorgedrongen. Daarop
antwoordde v. d. Lubbe dan weer: dan heb ik
misschien toch geprobeerd hem aan te steken.
Iets bepaalds was niet uit hem te krygen
En ik kan my voorstellen, dat deze dingen, die
ik hem heb voorgehouden, er de aanleld’ng toe
zyn geweest, dat hy besloten heeft niets meer
te zeggen, daar datgene, wat hy zou zeggen,
absoluut niet zou worden geloofd. Dit is mijn
verklaring voor zyn tegenwoordige houding.
Als Van der Lubbe glimlacht of zoo’n beetje
voor zich heen mompelt, dan liegt hy. Als hy
echter luid lacht dan acht hy een vraag zoo
vanzelfsprekend, dat hy zou wiHen zeggen:
waarom vraagt ge me dat elgeniy k ^ög eens?
Ik moet nog zoo ging de rechter van
instructie voort op een belangryk feit wyzen,
dat in de protocollen niet tot uiting komt, n.l.
dat v. d. Lubbe biykbaar ook beneden in de
hal by portaal II van den Ryksdag is geweest.
Toen ik hem hiernaar vroeg zeide hy zich te
herinneren in een vertrek te zyn geweest waar
in zulke groote beelden stonden, een soort mu
seum. Op dit punt heeft hy waarheid gespro
ken. Als het er echter op aankwam vast te
stellen of er meer personen by hem waren,
heeft hy onwaarheid gesproken. Wanneer ge
constateerd moest worden, dat v. d. Lubbe de
groote held was, die wat gedaan had, zeide hy
de waarheid.
Hierop wordt het verhoor van v. d. Lubbe
voó’rtgezet. Eerst wordt Kjiminal-kommlssar
Heisig gehoord over de verklaringen, welke v.
d. Lubbe vroeger over de branden in het bu
reau van den Maatschappeiyken Steun, raad
huis en slot beeft gedaan. Getuige schildert
het eerste verhoor op 27 Februari.
Toen v. d. Lubbe werd gearresteerd, wist
men aanvankeiyk slechts, dat hy in aanmer
king kwam als brandstichter van den Rijksdag
Eerst tydens het verhoor bekende hy de man
te zyn, die ook in het slot, het raadhuis en
het steunbureau brandstichtlngspogingen had
gedaan. Van de brandstichting in het raadhuis
wist de politie toen nog niets. V. d. Lubbe had
nauwkeurig medegedeeld, dat hy om bl4 uur
by bet steunbureau was aangekomen. Hy had
met de arbeiders gesproken, waarby reeds de
gedachte by hem was opgekomen, hier brand
te maken. Hy vond het doelmatig niet een
gewoon huls aan te steken, maar een groot
openbaar gebouw, daar dan veel menschen zou
den toestroomen. Hy had met de arbeiders over
den economischen toestand en over politieke
dingen gesproken. Heisig had v. d. Lubbe ge
vraagd, of hy wist, welke regeering in Dultsch-
land aan het bewind was en welk standpunt de
arbeiders tegenover haar innemen.
Van der Lubbe verklaarde, dat hy reeds in
Nederland gehoord had. dat Hitler aan het
bewind was. Beklaagde heeft geheel uit zichzelf
b kend de oranden in het stembureau. Raadhuis
en Slot te hebben gesticht. Hy had een open
baar gebouw uitgezocht, omdat hy niet een
enkeling nadeel wilde berokkenen. De brand
moest een ..sicnaai' zyn voor de arbeiders.
Op de vraag van den procureur-generaal. of
Van der Lubbe zich goed- of afkeurend over de
regeering heeft geuit of welke politieke over
tuiging beklaagde aanhing, antwoordt getuige
dat Van der Lubbe zich niet bepaald hlerovel-
heeft uitgelaten. Slechts bleek uit zyn ant
woorden. dat hy met de bestaande toestanden
niet tevreden was en de bestaande orde omver
wilde werpen.
PROCUREUn.-GENERAAL: Waaruit bleek U.
dat Van der Lubbe communist was?
GETUIGE: wy voelden dit uit zyn geheele
uiteenzetting van de politieke verhoudingen. Hy
sprak byvoorbeeld over de noodzakelykheid. een
arbeiders-regeerlng op te richten, zooals dit m
het programma van de K. P. D. staat.
Dr Sack vraagt dan of getuige weet of Van
der Lubbe uit zichzelf het geheele verhaal ver
telde. of dat men het zin voor zin uit hem
moest trekuen.
GETUIGE: Die laatste in geen ge
voortdurend gesproken. Men bel
eigenlyk slechts weinig te vragen,
zelfs zoo uitvoerig, dat wy hem moesten onder
breken, om niet af te dwalen.
Dr. Sack vraagt of v. d. Lubbe ook gespro
ken heeft van zyn lidmaatschap van de com
munistische arbeidersparty. Voor de verdediging
dienen communistische party, communistische
arbeidersparty en raden-communisten uit el
kander te worden gehouden
Getuige antwoordt zich niet te kunnen her
inneren .dat van de communistische arbeiders
party sprake is geweest.
had hy v. d. Lubbe Dimltrof’s naam niet ge
noemd, maar hem eenvoudig gevraagd of hy
medeplichtigen had. Dit ontkende v. d. Lubbe
die ook verklaarde andere personen, wier por
tret hem werden voorgelegd, niet te kennen.
Dlmitrof (luid): Ik ben ook nooit met
v. d. Lubbe geconfronteerd.
..VOORZITTER: Dat heeft ook niemand be
weerd. Daar u ook thans weer van het vraag
recht misbruik maakt, sluit ik u hiervan tegen
over dezen getuige uit.
TORGLER: Marowskl heeft verklaard, dat
v. d. Lubbe gesproken heeft van zyn voornemen,
om "ïn de communistische vergadering in het
Sportpalast by de discussie te spreken. Het is
echter prinpieel verboden, dat een communist
in de vergaderingen zyner eigen party by de
debatten het woord neemt, v. d. Lubbe zou dus
slechts zyn tegenovergestelde meenlng hebben
kunnen uiten. Is getuige Marowskl dit met my
eens?
GETUIGE: Ik heb aangenomen, dat hy com
munist is. doch het niet wil toegeven. Ik heb
met hem over de kwestie, wat hy in de vergade
ring zeggen wilde, niet gesproken.
Dlmitrof: Heeft getuige als rechter van
instructie op 1 April een mededeellng la
ten publlceeren, waarin gezegd wordt, dat
Dimitrof, Popof en Tanef samen met V. d.
Lubbe den brand in den Ryksdag gesticht
hebben. Ik vraag: Ja of neen! beweging
en vrooiykheld onder het publiek).
President: Dlmitrof, ik heb nu geduld
genoeg met je gehad; als je geen anderen
toon aanslaat, dan moogt ge in het geheel
geen vragen meer stellen.
MOSKOU, 27 September. (Reuter). Het Rus
sisch Telegraaf Agentschap meldt:
De Duitsche zaakgelastigde alhier heeft by
Litwinof een ncta ingediend, waarin wordt ge
protesteerd tegen t uitwazen van de Duitsche
dagblad correspondenten en gevraagd wordt de
zen maatregel In te trekken.
In zyn antwoord heeft Litwinof verklaart, dat
de Russische regeering tot het uitwyzen der
Duitsche journalisten gedwongen is. tengevolge
van het optreden der Duitsche autoriteiten te
gen de Russische journalisten in Dultschland.
Litwinof herinert vervolgens aan de arresta
ties en huiszoekingen by de correspondenten
van de .Jsvestia." de .JTawda” en van het
Tass-agentschap. en aan het niet-verstrekken
van toegangsbewysen voor de opening van den
Ryksdag en het proces te Leipeig.
Ondanks de beloften van het Duitsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken om de noo-
dlge maatregelen te nemen, is de toestand niet
verbeterd, doch Integendeel nog slechter gewor
den.
Daar de Russische regeering niet tot represail-
le-magtregelen wilde overgaan, heeft zy aan de
Duitsche journalisten verklaard dat zy niet
langer in Rusland kunnen biyven. zoolang de
Russische journalisten hun werk in
land niet kunnen doen. De Duitsche regeering
is dus zelf verantwoondeiyk voor den huldigen
toestand.
Dr. Back: Hebt U gepoogd, onder mededee-
ling. dat Torgler al bekend had, verdachte v. d.
Lubbe er toe te brengen zynerzljds te zeggen,
dat Torgler medeplichtig is aan den ryksdag
brand?
Getuige Vogt: Opdat er geen verkeerde in
druk ontstak, verklaar ik met alle beslistheid
dat Ik nooit of te nimmer iets gedaan heb wat
in strijd zou zyn met de eer van een Dult-
schen rechter.
De president laat nu v. d. Lubbe voor de
rechteratafel komen en vraagt hem of hy Iets
te zeggen heeft over de getuigenis van den
rechter van Instructie.
Van der Lubbe blyft byna een minuut lang
met gebogen hoofd zwygend staan en zegt dan:
„Neen.”
Getuige Vogt (na eenlg aarzelen)Ik meende
eigenlyk, dat een dergelyke vraag my be-
spaard zou worden! Ik ben Duitsch rechter, ik
ben Reichagerichtarat en heet bovendien Vogt,
en ut mean....
Dr. Sack: Deae vraag houdt verband met de
bewering van een Duitsch advocaat, die als
verdediger van Neumann in hot Tbjeka-proces
met u In Moablt gesproken zou hebben. In het
buitenland beeft hy thans de genoemde bewe
ring verspreid. Ik acht het noodlg in het be
lang van Dultschland deze zaak te onderzoeken.
Toen hy den werkman Loewe zag. lachte hy
opeens, maar kon niet verklaren, waarom hy
lachte.
Van der Lubbe heeft ook toegegeven, dat hy
in dat gesprek gezegd heeft: .man musz was
machen” en dat hy daarmede bedoelde, dat
men revolutie moest maken en het volk op-
zweepen. Bienge had gezegd, dat men B. A.-
mannen met benzine moest begieten en aan-
r
i
I
l