ucïftaal van den ia$
f 75.615.
1
f 25.-
aaiiMtsif eaiiitttf sesssttmsststitussssssete»
van
alle
daken!
I
TELEURSTELLINGEN, DIE
MEN VERGEET
WINTERTIJD
keerden
heden uit
ONZE
251e UIT K E E R I N G
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Annie vindt een spoor
Alle abonné’s
Confectie voor oude kleederdrachten
I
De
vergelding
I
1U
ZATERDAG 7 OCTOBER
Weekend voor 5000
jaren
Wl|
WAARMEDE
THANS
EEN
TOTAAL
BEDRAG
VAN
DIRECTIE VEREEN KATH. PERS
DOOR ANNA K. GREEN
De wraak van 1919
Oudheidkundige
vondsten in Perzië
HET GEVAL
LEAVENWORTH
I
I
Restaurant DORRIUS
UTRECHT
ZIEKENHUIS EN PENSION
denk er n/ot overhoè x
»DA7 ROTSBLOK. DA 7Ofij G/57FRKH
1MNA /ERPLETTERDE ZOOTOEVAJ-
UG NAAR QEHEDElFROLDE. DAAR
stonden we latenweeen*na\
ióAA/y VAh WAAR NET KWAM /R
k WAS ER DAN/G VAN GESCHROK^
L W, MMZOO..0A7IEMAND
AA n I ROLLEN f}kA(H7, HAAR i
BV* WEE 7 HETOOKEELET^Ï^i
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
E.Ostermann Co'» Handel Mij. N.V., Amsterdam.
Je
In
S
jiiiitiiitiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii
8
verkeersongeval. Dit is
s
SS
o.
I
ZEVENDE HOOFDSTUK
Trueman! Trneman! Traeman!
<3
Persil
y
Het leven dar oude Egypte naren kan tot In
de kleinste bijzonderheden worden nagegaan.
Hoe leefde b.v. Tl. die in zijn tüd een gelukkig
en welvarend man was? Men ziet het bij een
bezoek aan zijn grafkamer in Sakhara* welke
minstens 4800 jaar oud is.
bf) verlies van 'n
anderen vinger
van mij
ontkomen.
voor
kleed
met
N.Z. Voorburgwal b h. Spui, A dam
PLATS DU JOUR EN a LA CARTE
niets los te laten over den moord
manier, waarop hij was gepleegd."
(Wordt mwigd)
Fabrieken lt Jutphaas bij Utrecht
uiiiiiiiiiiimiiiu
^et Deentche platteland heeft
iet» fritch en net», dat het
doodeche Kopenhagen
niet bedt”
Ai» ’t vroeger plas-
en waschdag was
Dan was het
van den morgen
Tot ‘s avonds laat
in ’t huisgezin
Een zuchten en een zorgen-
Wie tegenwoordig
waschdag houdt
Hoeft zich geen zorg
te maken
De musschen schreeuwen
om het hardst
Broeders J3T JOANNES DE DEO"
Opname van mannelijke patiënten
van alle gezindten en leeftijd.
Reeultaten van een Zweed»che
expeditie
Voorloopig wordt de zomertijd.
Helaas, weer opgeschort
En de gevolgen daarvan zijn:
De dagen worden kort.
den
weinige oogenbllkken gaf hij
vormen; de klassieke itijl en de Chlneesche
zijn eveneens vertegenwoordigd en men vindt
er de halve maanglobe, den spitsboog, den kro-
kodilvorm en wat al niet meer. Tegen den blee-
ken zomerhemel Ijjkt het silhouet van Kopen
hagen een uitgestrekt décoi van groen porse
lein en verguld email c
Maar dit silhouet maakt geen artistleken in
druk- Het geeft noch het verheffend gevoel
stem stierf weg tot een zacht gefluister vol af
schuw.
„Ik zag het gezicht van den moordenaar I”
Ik beefde alsof een spook mij had aangeraakt.
„Wie was het?" stamelde ik hijgend.
„De man dien Ik gisteren in de hall zag
Hij veegde groote zweetdruppels af, die op
zjjn voorhoofd stonden.
„U beweert, dat de man, dien u In uw droom
zag en dien u gisteren in de hall zag, een en
dezelfde zijn?"
Hij knikte bevestigend.
„Vertel mij uw droom," zei ik.
..Luister." begon de secretaris met een stem
die van angst beefde. „Het was in den nacht
voordat mijnheer Leavenworth vermoord werd;
ik was rustig en kalm Ingeslapen, toen ik plot
seling vol schrik wakker schoot. In de duister
nis weerklonk een kreet, een kreet die niets
menschelijks meer had, en een stem die Ik niet
kende gilde driemaal achter elkaar mijn naam:
Trueman I Trueman I Trueman I Ik richtte mij
op en hoorde, zooals dat soms in een droom ge
beurt. een geluld in de hall.... Het volgend
oogenbllk sloop er een man van hooge gestalte
de studeerkamer binnen. Toen leek het alsof
ik een ander werd; Ik was geen derde die als
toeschouwer een gebeurtenis bij woont; ik was
mijnheer Leavenworth zelf, die voor zijn bu
reau zat en het onheil voelde naderen, zonder
een geluld te kunnen geven of een beweging te
kunnen maken. Ik wist precies wat die man
deed; hij ging achter mij langs, de slaap
kamer binnen, naar de Jade waarin os revolver
Maar goed beschouwd en wel gezien
Vergist men zich hiermee!
Men zet toch immers morgen vroeg
De klok van drie op twee?
Van drie op twee zegt zooveel als
Een dag van langer duur.
Dus Zondag wordt den 'zaligheid
Van vijf en twintig uur!
Op Zondag nog een uur cadeau....
Men krijgt alleen maar spijt.
Dat élke Zondag niet begint
Met nieuwen wintertijd!
Helaas, het blijft slechts bij één keer
En ook dat ééne uur.
Gelijk men ondervinden zal.
Dat wreekt zich op den duur.
Het leven blijft zooals het is,
Men heeft alleen den nacht,
Door die verschuiving, doodgewoon
Een uurtje éér gebracht.
En dus moedwillig gaan wij nu
Het donker tegemoet;
‘t Is slechts het electrische licht,
Dat daar iets tegen doet!
Of men al zelf dit prettig vindt.
Hetzij dan ja of nee.
Het helpt u niet... dus zet vannacht
De klok van drie op twee!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
drag. Toen ik buiten was. keek ik naar aile
kanten, maar hij was verdwenen. Ik ging weer
naar mijn kantoor, zonder den twijfel die in
■lij rees te hebtxn kunnen verdringen.
Om vijf uur ging Ik naar het Hoffman Hotel
KHK DAAR EENS 1
sANoy.' I
OAARtSEEN
SPOOR- IE7WH0
HEEFT DA 7 ROTS
(SLOK NAAR. ONS I
TOE gerold J
\.!KKENN!f 7GESCHROKKEN, MAAR 1
URE 7 IS nu JUIST N/E 7 AANGENAAM 4/’
fJE TOT DE ONOEWCING KOMT, OfiT IE
MAND GEPOOC.O MEER? JE VAN KAN
TE MAKEN. EEN SPOOK WAS NET NIET
DIE LATEN GEEN SPOREN NA. GELOOF'Ni
SANDY, HET!S QETpRALS WE DAT VOOR
ONS HOUDEN, WE GA A N HIER MN DAAN
ENCA7EN NE7 HOL VOOR WA7 ME7 sl
ACHTSTE HOOFDSTUK
Een vooroordeel
Een oogenbllk was ik In den bon van een
bijgeloovige vrees, maar mün gewone sceptische
natuur nam de overhand; Ut hief het hoofd op
en zei:
„U beweert, dat dit alles op den dag vóór de
misdaad gebeurde?"
Harwell knikte en zei:
„Het was een waarschuwing."
„Waar u dan toch geen rekening mee gehou
den hebt!"
..Neen; ik heb vaak nachtmerries en Ik dacht
er pas weer aan, toen Ik mijnheer Leaven
worth's lijk zag."
„Nu verbaast uw vreemde houding btf het
onderzoek mij niet meer."
mijnheer." antwoordde hij met een be
droefden glimlach, „niemand kan beseffen hoe
veel Inspanning het mij gekost heeft, om torn
en over de
het verleden dan van de huidige cultuur. Meer
dan de paleizen, kerken en musea bewonder ik
de vele koepels en torens die boven de daken
der hulzen uitsteken. Men ziet ze bij dozijnen
tegen oen horizon, en zij hebben de grilligste
.Mijnheer Clavering!"
Zijn hand rustte op de deurknop. Toen groette
hjj mij zeer beleefd en vervolgde:
„Ik dank u voor uw welwillendheid, mijnheer
Raymond, en ik hoop, dat u over dat onder
werp niet zult hoeven na te denken, voor u mjj
weerziet."
Hij groette nogmaals en verliet mijn kamer.
Een oogenbllk was de verrassing mjj te rnach-
en vroeg naar Claverlng. Men zal zich mijn ver
bazing kunnen voorstellen, toen ik hoorde, dat
hjj scheep was gegaan voor Liverpool en dat ik
dus de hoop om een onderhoud met hem te heb
ben, moest opgeven. Ik kon het niet gelooven,
maar de koetsier, die Claverlng naar mijn kan
toor had gereden en van daar naar de boot, be
vestigde mij dit nieuws. Ik schaamde mijzelf,
dat Ik een man. op wien een ernstige verden
king rustte, zoo kalm had laten ontsnappen. Ik
moest, Gryce Inlichten over het gebeurde en wel
direct. Maar het was zes uur. het uur waarop
het onderhoud met Harwell was vastgesteld en
dat wilde Ik niet missen. Ik stopte even bij het
postkantoor en waarschuwde den detective, dat
ik *s avonds bij hem zou komen. Toen keerde ik
terug naar mijn kantoor, waar Harwell mij reeds
wachtte.
Trueman Harwell kon mU geen enkele ophel
dering verschaffen; hij kwam aUeen om zich te
verontschuldigen over de heftige woorden, die
hij den vorigen dag had geult en die. volgens
zijn zeggen, niet voldoende gebaseerd waren om
een beschuldiging te kunnen inhouden.
„Toch had u een reden voor die woorden,”
riep ik uit, „of u bent gek."
Hij fronste de wenkbrauwen en er verscheen
een sombere uitdrukking In zijn oogen.
„Dat hoeft nog niet," antwoordde hij. Uk heb
Zwijgend stonden de mannen om het luk.
Nog denzelfden
avond dolven ze
een kuil om hun
overleden leider
te begraven. Heel
dicht onder de
oppervlalkte
stootten ze op
der gothische steden, noch de veilige rust van
de nlaatsen lantrs de Middelandsr-he 7.m> rmfr
iïiiniitniiiniiHiinHfmnimttanninnnnHnniHiiiiiinmiiuiiiminmniiiiHiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiKiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiT
Het was een verraderlijke pofadder, die een
einde aan zijn leven had gemaakt. Jerty had
nog getracht het ondier dood te schieten, maar
had gemist.
r ZIE JE WEL DAAR WAS HET
HET HEEFT VAN UIT D/FNH0Ek\
OAA R EEN ZANGEN WEG MOFIEnX
AFLEGGEN. IK ZIE NIET !N.HOE F
HE 7 OAAR LOS HEEFT KUNNEN J
RAKEN, TENZIJ IE Ml AMD HR7\
HEEP r VOORT G EOUWO. HET
l WA S EEN GROOT R0TS8LQKWK!j
vaak genoeg menschen in een oogenbllk van
verrassing dingen hooren beweren, die even on
gegrond waren als mijn beschuldiging en toch
zou men hen niet voor gek willen verslijten 1”
„Verrassing? U moet mijnheer Claverlng toch
kennen. Het feit alleen, dat u een vreemdeling
in de hall zag. verklaart u verbazing niet, mijn
heer Harwell. Gaat u zitten," vervolgde Ik ge
biedend. ..het is een ernstige kwestie en ik ben
van plan daanir klaarheid te brengen. U hebt
mij gezegd dat, als u iets wist, dat juffrouw
Eleonore zou kunnen vrijpliten, u het mU dade
lijk zoudt melden. U weet iets, mijnheer Har
well.... n naam der gerechtigheid gebied Ik u
te spreken!"
„U vergist zich,” antwoordde hij op noschen
toon. ,4k weet niets. Ik heb mlschien redenen
bm iets te vermoeden, maar mijn geweten laat
mij niet toe. de reputatie van een eerlijk man
in koelen bloede af te breken en nog minder
om een beschuldiging te uiten, die ik niet kan
bewijzen."
,J>at hebt u reeds gedaan," antwoordde ik op
koelen toon." vergeet niet, dat u In mijn te
genwoordigheid mijnheer Claverlng als den
moordenaar van mijnheer Leavenworth hebt
aangeduld."
„U maakt daar misbruik van, om mij aan.een
soort verhoor te onderwerpen," zei hij op zach-
teren toon.
„U wordt dus alleen maar door gewetensbe
zwaren teruggehouden?”
,4a. maar ook. doordat de feiten niet vol
ledig zijn."
De Zweedsche archeologische expeditie, wel
ke verleden jaar September naar Noord-Oos-
telijk Perzië vertrokken is, om daar opgravin
gen te doen, is na een succesvolle reis in Zwe
den teruggekeerd.
De uit zeven personen bestaande expeditie,
waaronder de vrouw van den leider. Arne, con
servator der Zweedsche oudheden, had tot
voornaamste taak het beschavingspeil te onder
zoeken van het koperen tijdperk in Noord-Ooa-
telijk Perzië, dat een verbinding schijnt te heb
ben gevormd tusschen de huidige beschavingen
in het Verre Oosten en die van Westelijk Azlé
(Irak, Klein-Azlë, Zuld-Rusland en de Balkan).
In Februari van dit jaar kreeg de expeditie
van de Perzische regeering een concessie voor
de opgravingen met een geldigheidsduur van
vijf Jaar.
Ten Noorden van den berg Elbrus en ten
Oosten van de Kaspische Zee strekken zich de
groote Turkmenlsche steppen uit. welke talrijke
sporen vertoonen in de oudheid langdurig be-,
woond te zijn geweest.
Op 16 KM. ten Noorden van Asterabad be
gon men een groote „tepé" te onderzoeken, d. L
een stadsruïne met aarde bedekt, ter lengte
van 180 M„ breedte van 150 M. en hoogte van
8 M.
Een honderdtal werklieden werd In dienst
genomen en In drie maanden kon men een op
pervlakte van 800 vlerk. M. onderrocken.
Men vond hier Mohammedaanse!» graven
van 800 A 1000 jaar na Chr., aardewerk en
munten.
100 KM. ten oosten van „deze „tepé" vond
men temidden van graven, de fundeering van
een ronden graftoren in baksteen gebouwd, da-
teerend van 997 na Chr.
Dieper gravend, vond men graven, dateerend
uit een periode, welke met het einde van het
koperen en het begin van het bronzen tijdperk
overeenkomt.
Deze graven bevatten rijk gemodelleerd aar
dewerk en de geraamten bevonden zich altijd In
hurkende houding. Deze vondsten vertoonen
overeenkomst met die welke vroeger gedaan
■zijn in het Ur der Chaldeeën.
Verder trof men aan baksteenen muren, put
ten, vuurhaarden, resten van geofferde scha
pen en aardewerk. In totaal heeft men 260
geraamten gevonden, doch de „tepé" moet er
wel 5 A 6000 bevatten.
Bijna 2000 voorwerpen zijn verzameld, waar
onder ongeveer 400 gave aarden pdtten, gereed
schap van beeli en silex, speerpunten, koperen
armbanden en oorringen, alsmede eenige gou
den en zilveren versierselen en parels.
Overeenkomstig de Perzische wetten, is de
helft van deze vondsten het eigendom gewor
den van de Perzische regeering, terwijl de an
dere helft naar Zweden zal worden gebracht.
Door deze onderzoekingen Is een stevige ba
sis gelegd voor de prae-hlstorlsche chronologie
van de Turkmenlsche steppen.
Met acht het mogelijk dat een deel der ge
vonden voorwerpen dateert tot 3500 vóór Chr.
In de Turkmenlsche steppen bevinden zich
ruim 300 In ruïne liggende steden.
De expeditie heeft deze alle op kaart ge
bracht en bovendien nauwkeurige metingen
verricht.
de Denen, maar geloof .ien niet. Bij Stockholm
kan Kopenhagen het met halen; het stelt te
leur vergeleken bij Oslo; en als men zich op ten U honderd kilometer Zuldelijker Dat te 1
tig. Waarom was hij bjj mU gekomen met dat
verhaal, als hij niet.... Maar die mogelijkheid
wilde ik niet onder oogen zien. Eleonore ge
trouwd. en met dezen man! Neen, neen! Alles,
maar dat niet! Toch kon ik die gedachte niet
afzetten. Om aan deze marteling te
nam ik mijn hoed en snelde de
straat op. In de hoop. Claverlng te vinden en
een verklaring te krijgen voor zijn vreemd ge-
iets, dat bij nader onderzoek een menschelijk
skelet bleek te zijn.
„Alweer een arme drommel, die in de ver
stikkende hitte gestorven te." werd er gezegd.
Het was niet zoo ongewoon om menschelüke
overblijfselen in de woestijn te vinden. Maar
wat hun aandacht gaande maakte was een
notitieboekje, waarin met onbeholpen letters
het volgende stond geschreven:
„Ik heb Jerry gevraagd mij water en levens
middelen achter te laten, maar hij heeft me
bedrogen. Ook gaf Ik hem mijn deel van het
goud, om het aan mijn vrouw te doen toeko
men. God mag weten of ze het ooit gekregen
heeft. Waarom zou Jerry mij aan den honger
dood prijsgeven en toch voor mijn vrouw zor
gen? Dit te het einde. De gieren zijn al eenlgen
lijd in de nabijheid. Ik heb dorst. God zij mijn
ziel gehadig. -Brand.”
lag, greep het wapen met geoefende hand en
ging vlak achter mU staan.... met zijn vinger
aan den trekker.... Ik zag in mijn droom het
gezicht van dien man zoo duidelijk, dat zijn
trekken onultwlschbaar In mijn geheugen zijn
geprent. Het was dat van den man. die gisteren,
na afscheid van Juffrouw Mary Leavenworth
te hebben genomen, voor onze oogen de hall
door liep."
I n M n F M HCT BEKENDE NEDERLAND-
L U n U C H SCHE BANUOR HOTEL. Eigen
W J. DAMMAN. 36-37 Bedford Place W.C. 1
sendt op aanvrage gratis een Hollandachen gids
met plattegrond.
Over de woestijn lag de stilte des doods.
Plotseling kraakte een schot. Een kreet weer
klonk. Ontzet sprongen de mannen op en ren
den naar Jerry’s tent.
Jerry Larmark lag stuiptrekkend op
grond. Binnen t--
den geest.
de plaatsen langs de Mlddelandsche Zee, ook
niet den indruk van melancholie, welke som
mige bouwwerken van den Islam opwekken.
Hier hebben alle tradities en Invloeden elkander
ontmoet. Romaansche kunst. Vlaamsche go-
thiek. Itallaansche Renaissance, Dultsche
Barok, Engelse he pseudo-got hiek. Pransch
klassicisme. Alles treft men hier aan naast
elkaar, en het geheel te niet In staat de stad
een schilderachtig cachet te geven- Er Is hier
meer zonderlings dan moois en alles getuigt
meer van praalzucht dan van kracht. Zou dat
een teeken zijn van de zwakheid van het ras?
Sommige oudere schrijvers ontkennen dit,
maar meer moderne geschiedschrijvers geven
het toe. De geschiedenis van Aegesen eert het
heldendom der oude krijgers en Deensche ver
overaars; Brandes en Schack hekelen de aan
geboren luiheid der Deensche bevolking, welke
al drie eeuwen lang naar vreemd model leeft-
Het Deensche land, dat Ik van Noord tot
Zuid en Oost tot West doorkruiste, te echter
een uitstekend landbouwfond in den meest
modernen zin van het woura.
Het eiland Seeland is één groote goed ver
zorgde grasvlakte, de provincie Fühnen te een
aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd.
van Sleeswijk en
i versterkte Kolding, waar vroeger de Dultsche
grens was. Maar nu wachter de douanebeamb-
-j--^ e zon brandde als een vurige bol boven
I 1 de Mohave-woestijn. De twee mannen.
die al eenige dagen met den moed der
wanhoop zich door het mulle zand voortsleep
ten, begonnen ernstige teekenen van uitputting
te vertoonen. Vooral Brand, de oudste, kon
zich nog slechts met de grootste moeite op de
been houden. Ook zijn gezel Jerry Lamark liep
reeds voorts In een toestand van halve verdoo-
ving. Tegen het einde van den dag viel Brand
in de schaduw van een kale rots neer, óp van
vermoeidheid. .Jerry,” steunde hij moeizaam,
,Jk kan niet meer. Laat me hier maar liggen
en ga alleen verder. Het te nog twee dagmar-
schen. Je zult er wel komen.”
Jerry Lamark keek zijn compagnon strak aan.
„Bedoel Je dat je het niet meer haalt?"
vroeg hij.
„Ik kan geen stap meer doen,” gat Brand ten
antwoord. ..Laat me hier rustig sterven en ga
alleen verder. Neem mijn goud mee. En hier,
steek Je hand in mijn borstzakdaar vind
je papieren. De naam en het adres van mijn
vrouw Geef haar mijn goud. Ze heeft het hard
noodig.”
Even heerschte er een stilte. Aan den weste
lijken horizon ging de zon bloedrood onder.
Brand hijgde.
.Jerry." drong hij aan. „zul Je voor mijn
vrouw zorgen? Zal je haar het goud brengen?
Ja? Dan Is het goed. Je weet.... wjj zijn altijd
goede kameraden geweest. En geef mU mijn
deel van de levensmiddelen en van het water.
MogeUJk kan Ik nog In leven blijven totdat je
met hulp terugkomt. Als het goedgaat. kunnen
ze In drie dagen hier zijn. Misschien red Ik het
nog zoolang.”
Zijn keel was droog. De adem ging fluitend
In Jerry’s oogen was een harde glans ge
komen. HIJ nam Brand’s veldflesch en begon
het water er In over te gieten. Tenminste dat
was het wat Brand meende te zien.
Er kwam echter geen druppel water
Brand's flesch.
Met de levensmiddelen, handelde hij op gelijke
wilze. Dan drukte hij zijn kameraad de hand
beloofde nogmaals voor de toezending van het
goud zorg te dragen en begaf zich op weg.
Na twee moeilijke dagen bereikte hl) een
bewoonde post aan den rand van de woestijn.
HU was gered! Op de vraag waar zUn com
pagnon gebleven wa$. antwoordde hü:
..Brand Is gestorven tengevolge van een beet
van een pofadder. Ik heb hem nog kunnen be
graven om den gieren geen kans te geven zUn
lUk te verslinden." Men had geen red’n om aan
de waarheid van ziin woorden te twüfelen.
Brand's papieren had hU verbrand. De vrouw
van zün kameraad ontving het goud nooit.
De aantrekkingskracht van het goud had
Jerry Lamark echter zoozeer In haar greep,
dat hij twee Jaar tater, nu met een kleine expe
ditie de woestUn weer binnentrok, om de aan
geboorde ader verder af te werken.
Hij was in die twee Jaar heel wat ouder ge
worden. De harde trekken In zUn gelaat waren
veranderd In groeven. In zUn oogen was iets
rusteloos gekomen. Iets schichtigs.
Nooit had hü meer over Brand gesproken,
maar de herinnering aan zUn achtergebleven
kameraad hinderde hem vaak en bezorgde hem
slapelooze nachten.
Zooals te verwachten was, werd het een
moeilüke tocht, maar Jerry was goed uitgerust,
zün muilezels flink bepakt en zün metgezellen
waren In de woestün even goed thuis als hü-
Er was alle reden om te verwachten dat de
kosten volop zouden worden goedgemaakt.
Het was alleen het gebrek aan levensmidde
len, dat Jerry en Brand twee jaar geleden had
genoodzaakt het goudgraven te staken. Thans,
met de nieuwe hulpmiddelen, zou er een flinke
hoeveelheid van het edele metaal gedolven kun
nen worden.
In de schaduw van een kale rots wer den
tweeden dag het bivak opgestagen. Na het eten
trok Jerry zich In zün tent terug.
Tl leefde In Memphis onder de oude dynastie
en bekleedde het goedbetaalde ambt van rüks-
bouwmeester. Deze goede positie veroorloofde
hem den bouw van jen mastoba. een graf
kamer. versierd met wandschilderingen, die zün
levensloop weergeven. HU wordt daar afgebeeld
als een gezonde jonge man met ronde kin en
groote oogen. Tl’s gewone dagen verliepen als
volgt: de jonge Egyptenaar werd door zün oude
slaven gewekt. Hü nam In stilte zün ontbilt.
bestaande uit enkele vügen en een schaal
melk, terwül zün getrouwe dienaar in een hoek
te wachten stond. Dan ging Tl aan zün werk.
Hü reed naar het bouwterrein, waar hü toe
zicht hield bü de oprichting van een pyramlde
Daar bleef hü een heelen dag; pas tegen den
avond keerde hü naar huls terug Uit de
wandschilderingen maken wü op. dat Tl lede
ren „Zondag” een tochtje naar bulten onder
nam, Juist zooals wü nu een weekend houden
De meest geliefde sport voor de Egyptenaren
Vas roeien en Jagen. Ging Tl niet met groot
gevolg op lacht, waarbü hü zün luxe boot door
vele dienaars liet roeien, dan bracht hü zün
weekend bü voorkeur door In gezelschap van
zün vrouw. De oude dienaar zorgt voor de
uitrusting, welke bestaat uit een mand met
eetwaren, zooals ook door moderne echtparen
bü het weekend meegenomen wordt. In een
rank bootje zitten minzaam lachend heer Ti
en Al. 's Avonds begint de tocht. De nacht
wordt doorgebracht aan de oevers van den
NU1. A's de zon opgaat, begint Tl te jagen
Hü treft het’ wlM voomamelük eenden
met zün werpspies De schoone Ai schent
vreugde In de rol, die anders aan wilde katten
toekomt: zü mag het wild apporteeren. Over
gelukkig springt zü In het water achter de
eenden aan en heeft zoo de gelegenheid haar
zwemkunst te toonen. Na de jacht roeit het
vroolüke paar urenlang over den Nüt boot
zelf Is een zeer licht vaartuig, een soort kano,
zooals nu bü de watersport gebruikt word. A's
er onderweg nog vogels opvliegen, snort Tl’s
werpspeer weer door de lucht. Deze speer te
gekromd m den vorm van een S en kan een
gevaarlük wapen zün In een geoefende hand
Wordt er een vogel getroffen, dan springt Ai
nog eens in het water om den bult te halen
Tl helpt de jonge dame In de boot. Dan zoeken
zü een mooi plekje in het oeverriet om te gaan
plcknikken. Daarna neemt Ti een zonnebad.
Al gaat dan bloemen plukken, die zü als aan
denken mee naar huls wil nemen. Langzaam
"Vordt het donker. Tl sterkt zich met een koe
len dronk uit den ’.eeren wünzak en maakt
alles gereed voor den terugtocht. Twee geluk
kige menschen. blü gestemd door het zonlicht,
de frlssche lucht en de lichaamsbeweging in
de vrije patuur, keeren terug In het alledaag-
sche leven.
«tlt blad zUn Inaevolge de verzekerlngavoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7E/} bü een ongeval met f bü verlies van een hand 1 oü verlies van een Cfl bü een breuk van Z Afl
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen f aJt/l/lZa” verllea van belde armen, belde 6eenen of belde oogen f «z<Za~ doodeljjken afloop f een voet of een oog f A duim of wijsvinger «J(/v-been of arm f
ontzaglük melk-reservoir en heel Jutland te één
korenveld. In dit tand, dat uitsluitend land
bouwfond Is. heeft de industrie grooten invloed
gekregen. De rationalisatie heeft op elke stad
en elk dorp een stempel gedrukt. Maar ondanks
deze eentonige mechanisatie heeft het platte
land iets frisch en jiets. dat het doodsche Ko
penhagen niet bezit. En het eenige, wat men
betreurt, als men door deze dorpen rüdt. is,
dat overal de oude kleederdrachten nu verdron
gen zün door confectie-costuums. Om te weten
te komen, dat de Deensche boerinnen
honderd jaar een veelkleurig wollen
droegen met een keurslüf. doorweven
gouddraad en mouwen van kant; dat de jonge
Deensche vrouwen In den Sleeswükschen oor
log hun eigen linnen weefden op houten weef-
toestellen, zelf het bier bereidden In holle
kuipen en de gerst fün stampten In koperen
mortieren, moet men naar de ethnografteche
musea van Kopenhagen gaan of historische
gravures koopen, die ten gerieve van vreemde
lingen bü honderden voorhanden zün.
Maar al deze teleurstellingen vergeet men.
als men temidden van korenvelden dien wüden
horizon ziet, die uitgestrekte grasvelden, hier
en daar gevlekt door wolkenschaduwen; die
lichten van de schemering welke de boomen
schünen te bestuiven metgoud-poeder; het
tand te vlak, geen heuvels geen valleien; niets
weerhoudt de stormwinden, die van zee komen
aangolveh en de halmen van tarwe en gerst
deemoedig neerbuigen.
Een ellandenrük; zelfs midden op Jutland,
waar men rechts noch links de zee kan zien,
voelt men haar tegenwoordigheid; overal waalt
een zilte geur en als men bü een draai van den
weg plotseling weer voor den uitgestrekten
waterspiegel staat. Is men geenszins verrast;
men vindt het natuurlük -*n had het al tang
verwacht.
Nu ben ik op de pont, die me naar het vast£-
een wandeling door Kopenhagen het stadsbeeld de wraak van 1919.
van Amsterdam voor den geest roept, Hjkt de
Deensche hoofdstad heel doodsch.
Kopenhagen leeft van rentenieren. De rük-
dom dezer stad vloeit voornamelük voort uit
de zuivel-fabrieken van het platteland. Van
daar het bleek ulterlük der bevolking: vleesch
zonder spieren. Het décor van sommige monu-
men ten getuigt eerder van de grootheid van
hpt rlnn van Ha HniHiaa miHmiw Moor 1 x
.Dat zal Ik kunnen beoordeelen, wanneer ik
u gehoord heb.”
Hü keek mü aan en Ik was verwonderd over
de schittering in zün oogen; blükbaar was zün
overtuiging sterker dan zün bezwaren.
„Münheer Raymond.” begon hü. „u bent ad
vocaat en waarschünlük een practtsch mensch;
maar toch weet u misschien, wat het wil zeg
gen. een gevaar te voeden voor men het ziet,
allerlei invloeden om zich heen te bespeuren en
niet te begrüpen wat Je zoo geweldig aan-
grüpt, totdat het toeval je de tegenwoordigheid
van een vüand, het voorbügaan van een vriend
of de nabüheid van den dood openbaart.”
Op dat moment boeide hü mü- Hü ver
volgde:
„Als u deze gevoelens niet kent, kunt u niet
begrüpen, wat Ik deze laatste drie weken heb
geleden."
Hü beheerschte zich weer en nam zün ge
wone stugge houding weer aan; dat beloofde
weinig vóór mün nu gewekte nieuwsgierigheid.
„Neem mü niet kwalük," antwoordde Ik haas
tig, „maar het feit, dat Ik zelf die gevoelens niet
ken, belet niet, dat ik mü de emoties van men
schen. die meer dan ik aan dergelüke gevoelig
heid onderhevig zijn, zeer goed kan voorstellen.'
„Dan vindt u het niet betachelük. als ik
vertel, dat Ik den dag voordat münheer Leaven
worth vermoord werd. In mün slaap alles zag.
wat den volgenden dag te gebeurd; ik heb hem
zien vermoorden. Ik zag.
Z^jn humden bedden wich tot vuisten en
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallen-verzekering aan den heer
BERENS te Enschedé, wegens een aap hem over
komen
chlmmen leven langer dan menschen. De
kreupele concierge die de ophaalbrug be-
waakte, te dood; verdwenen te ook een
vrouw, die ansichtkaarten verkocht dicht bü
het steenen portaal; en er te geen schildwacht i
meer op de borstwering die de gracht bestrükt.
Alleen de schim te dezelfde gebleven. Ik vind
haar steeds terug, telkens als Ik in deze omge
ving vertoef. Ik schaam mi; büna om er weer
over te spreken, maar het schünt onmogelük
door Elseneur te gaan en den drempel van het
kasteel van Kronborg ie overschrijden zonder
den onsterfelüken naam uit te spreken.
Aan den voet van den Westelüken muur,
waar wü de schim van Hamlet willen zien
dwalen, klimt een egelantierstruik omhoog,
waarvan de geur absoluut niet herinnert aan
den droefgeestlgen Deenschen prins.
En daarboven op de spitse nok der groen
bemoste daken zwieren sierlük de meeuwen,
die kwamen aanvliegen uit Zweden.
Het motorgeronk verdrüft alle dlchterlüke
droomen. En ik rüd den weg op, die Elseneur
en Kopenhagen verbindt,
De Denen zweren, dat hun hoofdstad de fond van Europa terugbrengt. Wü komen ter
mooiste te van t Noorden Ik heb achting voor j hoogte van Sleeswük en leggen aan bü het
dp Dsnpn maar typlnnf nnn niaf Tlii Sf/v'Vhnl»« -wv.a-asl x
öiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiuiiiir:
I