IS w^Aaal itan den dag Met de „Costa Rica” naar Skandinavië H I DE KOE ZWEDENS HOOFDSTAD DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Oude Sam verdwenen DINSDAG 10 OCTOBER I I De Rijksdagbrand Sic transit.... Vischvangst met dynamiet Alle abonnees DOOR ANNA K. GREEN De oude Hanzestad Lübeck Een „Oostenrijksche koloniale Liga** De radio-propaganda der communisten' Mijnheer Lars en z'n zorgen Alleen voor ongehuwde jonge mannen HET GEVAL LEAVENWORTH i Schaarsche regenval in Zuid-Afrika De stad ia fraai en grootach van allure, maar atyver dan het gemoedelyhe Kopen hagen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Huizen De Holstenpoort te Lübeck het Het Bas weer W. H. Liga te zich niet, dat juffrouw Mary NEGENDE HOOFDSTUK gerappor- i üilllliillllillliiiillillllliiiillllllllllllililliiiiilllllliiHliliiiiillllliliiiililln Volgens de Jongste statistiek uit Pretoria is gebleken, dat er in de geheele maand Augustus geen druppel regen In Zuid-Afrika is gevallen. Dit is voor Afrika echter geen zeldzaamheid, als men de vorige verslagen opslaat. In de Jaren 1906. 1907, 1910, 1916, 1921 en 1939 wa ren het de maanden Juli en Augustus, waarin totaal geen regen vieL Evenwel wanneer de regentijd zich aankondigt. geschiedt dit op zulk een radicale wijze, dat de bewoners er als het ware voor langen tüd genoeg aan hebben! Het vorig Jaar is voor Zuid-Afrika een waar regen- jaar geweest. In de straten der steden lag het water niet zelden bijna vier duim hoog, terwijl landerijen onderliepen en het snelverkeer be langrijk werd gestremd. tijd van het nog „Clavering is nog eens hier geweest, het vorig Jaar.” „Wist u dat?" MIJNHEER Dt CÜMMniARA! iKHEf} -ƒ OVER Al GEZUCHT. DE Ol/OJ jAMTj H VERDWENEN, Mr>iCHt£N r&c - mczoro 1/ wn t zeker wee ratu/j - piêiHTi ongeveer tincehondcrd Me TER VE R WOU NCU VAN O A 7 OUDE j ‘oPOOKHUI'z. rijke rol had toebedacht in het drama dat ons bezighoudt.” „Waarom zou ik dat ook niet doen? Omdat ik hem zoo gemakkelijk heb laten ontsnappen? Dat zegt niets. Heeft Clavering zich nog bloot gegeven voor hij wegging?” „Dat is een moeilijke vraag,” antwoordde ik. „Volgens mij heeft hij zich vanochtend een beetje in de kaart laten kijken. Maar het was allemaal zoo vaag, dat ik liever zelf even op on derzoek uitga, voor ik het u vertel. Toch geloof ik, dat hij nieuwe gezichtspunten voor ons heeft geopend.” „Wachf even!” zei Gryce!" Deed hjj dat met opzet of onbewust en te goeder trouw?" „Volkomen onbewust, dat geloof ik zeker." Gedurende een eogenbllk bewaarde Gryce het stilzwijgen, toen vervolgde hij: „Het is Jammer, dat u mij niet alles kunt zeggen. Ik heb er niet veel vertrouwen in, wan neer u zelf op onderzoek uitgaat. U kent dat werk niet, u zult tijd verspillen, verkeerde spo ren volgen en uw energie verknoeien aan aller lei bijkomstigheden.” „Daar hadt u aan moeten denken, voordat u aannam, met mjj samen te werken." „Goed! Goed! Maar de tijd verstrijkt en er moet iets gebeuren en gauw ook. Het publiek begint ongeduldig te worden.” „Dat weet ik wel. Ik kom dan ook uw hulp inroepen. U moet allerlei dingen van Clavering De brief Ik was er van overtuigd, dat Clavering mij dien pchtend ongeveer had verteld, in welke verhouding hü tot Eleonore Leavenworth stond. Daarom ging ik bjj mijzelf na, welke feiten ik moest bewijzen om mijn overtuiging te staven. Ik nqteerde het volgende: „Daarom wijdde u dus zooveel aandacht aan dien man!” riep ik uit en zuchtte diep. .Juist.” „Wonderlijk.... en wat gebeurde er verder?” „Ik was vast besloten dit spoor te volgen en ging om iiflichtingen naar het Hoffman HoteL Daar vernam ik, dat Clavering een geregeld bezoeker is van het hotel; dat hij drie maanden geleden uit Liverpool was gekomen en er sedert dien onafgebroken een mooie suite bewoonde. Men zei ook nog. dat hjj alleen met respectabele lieden omging, die hem met achting behandel den. Toen ik dit vernomen had. ging ik naar <Je hall van het hotel om hem af te wachten en op te letten hoe hjj reageerde op den vreemden brief van Mary Leavenworth.” „En lukte het u?” .Neen, een of andere Idioot stond net vóór hem, toen hij den brief ontving; maar daar de bedienden mü zeiden, dat hjj zeer opgewonden was toen hjj hem gelezen had. dacht ik wel. dat ik op het goede spoor was. Ik zette mijn man- nen aan het werk en liet hem twee dagen vol gen; dit had niet veel succés. Het leek wel of hij gpen belang stelde in den moord, want hoe wel hij aandachtig de kranten las en vaak in de buurt van de Fifth Avenue wandelde, probeerde hij nooit, met een van de inwoners van het huis in aanraking te komen. Toen kwam u mij op zoeken en uw besluit om u met deze zaak te be moeien, spoorde mij aan om mijn nagingen stuurde toen u er op af /y/c' 7LA/YC meerdc/reu. DEZE ZUILEN WtERiól oe ‘eiapzijn De koe schrijft: Altijd werd ik geëerbiedigd Als een nuttig, kostbaar dier. Want ik leef toch wel uitsluitend Voor het menschelijk plezier! Ben ik niet een soort fabriekje Van de melk, de boter, kaas? Is m(jn biefstuk niet verruk’lijk? Klaprib, lapjes, punt of haas? Ben ik niet een stamboeknummer, Dat men graag zijn paaschprijs gunt? Praat men steeds niet opgetogen Van het Nederlandse he rund? Wie waardeert het, dat ik enkel Voor het mscnsch'lijk voordeel leef. En, om tong en maag te streelen, Binnenkort mijn leven geef? Om de crisis te bezweren Moet een offertje gebracht. Daarbij heeft men weer het éérste.... Aan die domme koe gedacht! Tweemaal honderd duizend zusters Moeten naar het abattoir. En de mënsch? natuurlijk doet Met een offerend gebaar! Maar wij koeien zijn de dupe! 1VÜ, wij storten weer ons bloed, Nu de flinke rundveestapel Krachtig ingekrompen moet! Ach, minister, ook mijn hart krimpt, Wij ook hebben ‘t leven lief. Béter is het koe te blijven Dan in blik, als corned beaf! Namens al mijn logge zusters Breng ik hier een koe-protest. Want, om ingeblikt te worden. Zijn wij koeien heusch te best! U mijnheer den dagbladschrijver. Zend ik deze regels toe En ik blijf als steeds, hoogachtend Uw vriendinnetje: de koe. MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) \/ZDU U0fN^\ f DATd7e^NK DlEVEN.MlV&E EEN SlHU/l- CwF iTONOEN GnTERAVOHOFFN ’X pm a tje aan2 'n oeuR re na ken EN JUtJT toeft IK WHJJE WEGGAAN, ZAGEN WE fiElDEN EEN L/C H 7 !N DAT OUDE HUU> SCHIJNEN, MAAR HIT VERDWEEN WEER DlRCCT^ IKGtNG NAAR NUUj MAAR yAM ZEI, DA 7 Rt) NOG EENS ROND WOU KOKEN. 'K KOM ZOO EVEN VAN SAM'i WONING HU/J NOG HUT 7ERUG ALLES STAAN „Mijn beloonlng zal zijn, dat Ik de eer van een vrouw heb gered.” Dit antwoord scheen hem te bevallen, want hjj wijzigde zijn houding. „Nu dan. wat wilt u weten?” „Hoe bent u er toe gekomen, Clavering verdenken?” „Dat had u mjj niet hoeven te vragen.” „Waarom niet? „Omdat u dat beter kunt weten dan ik.” „Hoe dan?" „Herinnert u een brief op de bus heeft gedaan, toen u haar naar haar vriendin bracht?” „Op den dag van het onderzoek?” •Ja.” - „Dat herinner ik mij, maar....” „U hebt niet naar het adres gekeken?” „Daar had ik geen gelegenheid voor; boven dien ging het mij niet aan; maar hoe bent u er achter gekomen?” Toen bedacht ik in eens, dat hij ons een rij tuig had bezorgd en ik riep uit: „De koetsier heeft u natuurlijk teerd!” ,Jk wist dat men om zoo en zoo laat een brief op de post had gedaan, die mij waarschijnlijk zou interesseeren. Ik waarschuwde den post directeur. dat hij een verdachten brief moest achter houden en een poosje later had ik een zonderling epistel In mijn bezit; het was met „Wat weet u nog meer? U weet al die dingen aL terwijl ik nog in den blinde rondtast! Ik smeek u. vertel mij alles wat u ontdekt hebt. U zult er geen spijt van hebben. Het is niet voor Te Weenen is een organisatie gevormd, welke zich noemt de „Oostenrjjksche Koloniale Liga” en propaganda maakt voor het toekennen van een invloedssfeer aan Oostenrijk in een der groote continenten. De Liga betoogt dat de economische onaf hankelijkheid van Oostenrijk bevorderd sou worden, indien op deze wijze een arbeidsgebied gevonden kon worden voor Oostenrijks werk- looze jeugd, die thans door gebrek aan bezig heid vaak zich bjj extremistische bewegingen gaat aansluiten. De Liga wil voorloopig alleen ongehuwde Jongemannen voor zulk een kolonisatie gebrui ken. Zjj zouden georganiseerd worden als „ci viele soldaten" en onder seml-mllitalre discipline komen. Door het gebruik van dynamiet heeft de be manning van de Portugeesche visschersboot „Vera Cruz” driemaal zooveel sardines gedood als zjj sum boord konden nemen. In verband hiermede Is de kapitein van deze visschersboot veroordeeld tot vier maanden ge vangenisstraf, terwijl het recht om te visschen hem voor een jaar ontzegd werd. De eigenaars van de boot kregen 1000 gulden boete. De vroegere Spaansche kroonprins die, zoo als bekend is, eenige maanden geleden in het huwelijk is getreden met een schoone Cubaan- sche, leeft te Parijs onder zeer bescheiden om standigheden. Het prinselük paar heeft niet de beschik king over een eigen auto en zij gebruiken hun maaltijden in een eenvoudig Spaansche restau rant op Montmartre. Zjj wonen in een hotel op een der groote boulevards, dat wel zeer fatsoenlijk is, doch dat gewoonlijk geen vorstelijke personen huis vest. Het „gevolg" van den prins bestaat slechts uit zijn toegewijden secretaris, die tevens over de gezondheid van zijn meester waakt. dat weg ik dat nog even bij Bas Lars zou aanrijden.” „Zeker een aardige Jongen??” onderstelde de uit het feit, dat John met hem als Je maar binnen een maand be slist. In elk geval wil ik van ’t huis af Het praten met z’n vrouw bracht geen an der resultaat, dan dat besloten werd, er niet» van tegen Bas te zeggen. Het eenige wat de Jonge man er van merkte, waj? de ijver, waar mee z’n vader de boeken na zag. ’s avonds, als hij zelf met John Dexton toeren ging. Maar Bas hoorde net toch al gauw van Chevy Slyme. Hij kwam vlug naar huis en riep: .Zoo. wou u me maar zóó weer weg laten gaan, zonder dat ik er iets van wist? En toen begon hjj de boeken na te gaan. Onder de vele open posten, die hij vond, wa ren deze: Mevrouw Matsey 41.17 pond. mevr. Wickcliffe 91.6 pond. mevr. Dudley 109.2 pond, mevr. Ronner 64.10 pond, mevr. Bally 85 pond, mevr. Jerkins 83 pond. „Als de klanten allemaal op tjjd betaalden, behoefden we niet te verhuizen,” mompelde hij. Lars knikte, maar er was niet veel aan te doen. HU had al meer klanten verloren. Laatst nog mevrouw Pawley, omdat hü mijnheer Paw ley over de rekening gesproken had. Mijnheer Pawley gaf z’n vrouw een vast huishoudgeld, maar ze had veel verloren met bridge. Bas was minder bedachtzaam. Lars hoorde 'NEEN ANN/e.DAAP\ GEEN WRAKE Mt\ ’//AfZiy/CM zz/az zz i/X>0R DF&ZSÜHEN GE lOAAN OM AAN HUN 'ACHTERVOLGERS te on/ OUDE >PUOR- HU/S HEBBED GEZUCHT; j verzuimen te vermelden, dat op voorstel van een der passagiers ook de bemanning niet werd ver geten. Rond driehonderd gulden werd er aan tafel bijeen gecollecteerd, om ook hun aan wier toewijding en plichtsbetrachting wü dit alles dankten, een feestelijken dag te bezorgen. Het weerzien van Hamburg was niet vroolUk. Het prachtige zomerweer, dat ore tpt dusverre begeleid had, liet ons hier even in den steek. Er stond een rit per toerauto's naar de oude Hanzestad Lübeck op het program. En in sterk contrasteerende stemming werd de reis hierheen aangevangen. Maar de pittoreske 'schoonheid van dit oude stedeke was zóó overweldigend, dat al spoedig de gezellige sfeer terugkeerde. Het was werkelUk een voortreffelijk idee van de reisleiders om terwyi de .Costa Rica” in de Hamburgsche haven stukgoederen voor de as. reis naar West-Indië lag te laden ons. dit uitstapje te bezorgen. Er is veel in Lübeck wat ons herinnert aan ons eigen Hollandsche verleden, alleen het is er alles door eigenaar dige omstandigheden veel beter geconserveerd gebleven. De lunch werd gebruikt in het mld- deleeuwsche „Haus der Schlffergesellschaft" te midden der zelfde oude zwart-besmookte lam- brizeeringen en banken, die allicht ook eens door onze, over de wereldzeeën zwervende voor vaderen" werden bekeken. Moe en hongerig werd het drijvende hotel in de haven van Ham. burg weer bereikt en toen allen om de diner tafel geschaard waren, stoomdenal weer wegvoor de laatste etappe, h - Dit laatste „captainsdiner” werd even onder broken door een kleine attentie van de Ham burgsche brandweer aan den heer Hudig. De tegenwoordige diretteur der K.N.8M. en voor zitter der reedersvereenlging is n.l. ook eens begonnen als jongmaatje in het reedersvak. Ge durende die leerjaren is hU eenlgen 'tijd werk, zaam geweest in Hamburg en was daar toen lid van de vrijwillige brandweer. Men had dat blUk- baar niet vergeten. En uit oude corps-genegen- heid bracht nu een der brandweervaartuigen, met zes stevige stralen een hartelijk saluut aan den ouden kameraad. De Hamburgsche ..heiden zonder zwaard” werden natuurlijk hartelijk door alle opvarenden toegejuicht, terwijl ons stoomschip met de vlag het eervolle saluut be antwoordde. Dit is het laatste avontuur, dat zich In onze overladen herinnering heeft gegrift. Toen wij den ochtend daarop ontwaakten, stoomden wij langs de Hollandsche kust en pakten onze kof fers, met spijt in het hart. Met weemoed, dat deze schoone droom zóó spoedig een einde had genomen. Maar velen hebben zich voorgenomen, zooals wij, om zoo een onvergetelijk schoone zeereis nog eens te maken. De K.N.SJif. heeft er voor alle jaargetijden, voor alle beurzen, naar alle windstreken diverse op haar programma. Men wende zich daartoe slechts tot haar afdeeling passage te Amsterdam en een keus van fraaie geïllustreerde literatuur wordt u thuisgezonden, waaruit u iets naar uw gading kunt uitzoeken. Doe het nu vast, dan kunt ge al gaan sparen! Ondeugdelijke levensmiddelen De overheid zorgt er voor, dat de winkeliers slechts deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen. doch hoe staat het ermee wanneer U ze gebruikt? Wanneer U muizen hebt kan in één nacht Uw voedsel vies en bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan deze bron van schade en ergernis door Rodent t< gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer te K. ondervond in zijn schuur veel last van muizen, die hl) met allerlei middelen trachtte té verdelgen. Ten slotte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood Ie hebben. Koop nog heden een enkele doosl 50 ct. of een dubbele doos i 90 cl en morgen zult U van muts en rat bevrijd zijn. Imp.: Fa. B. Meindersma. Den Haag. g „U stelt wel zeer zware eischen.” „Dat geef ik toe, en in andere omstandighe den zou ik lang geaarzeld hebben om u zoo n verzoek te doen. Maar zooals de zaken er nu voor staan, kan ik niet ópschieten als u mu niet in uw vertrouwen neemt.” „Wacht eens even!” onderbrak Gryce mij. „Maakt Clavering misschien een van de dames Leavenworth het hof?” Hoewel ik wilde verbergen, waarom ik zoon belang stelde in Clavering, kon ik niet verhin deren, dat een diepe blos mij naar het gelaat steeg. „Dat zou mij niets verbazen?’ vervolgde de de tective. „Hij is geen verwant en geen vriend van de familie Leavenworth. Daarom geloof ik vast, dat hij een van de meisjes het hof maakt." „Ik begrijp niet hoe u daarbij komt,” zei ik in de hoop hem aan het spreken te krijgen. „Cla vering is geen Amerikaan; hij is maar kort in New-York geweest; hoe zouden zij elkaar hebben leeren kennen?” met kloppend hart, dat z’n zoon aan mevrouw Wickcliffe vroeg, of ze z’n vaders laatste nota ontvangen had. „Ik zal wel een chëcque sturen." antwoordde ze koel, en Lars zag aan haar rijzende wenk brauwen, dat ze zich beleedlgd voelde. Dien avond sprak Bas er met John over. Het gevolg was. dat John naar de eerstvolgende soirée van mevroizw Wickcliffe ging, waar ook. de Dudley s, de Matsey’s. de Ronner s, de Bally's en mevrouw Jerkins met haar zuster tegenwoor. dig waren. Hij maakte de gastvrouw een com pliment over haar marrons glacé s, en vroeg waar ze die vandaan had. De Ronner's enz. spit sten de ooren. „Van mijnheer Lars natuurlijk." zei mevrouw Wickcliffe. „O," antwoord de John. „nu schiet me juist te binnen, dat ik straks weg zal moeten; ik heb beloofd, dat ik et Is wonderlijk, hoe vlug een vacantie- reis opschiet, wanneer men eenmaal over de helft van den toegemeten Ir. Dat ondervonden de toeristen stoomschip „Costa Rlca”, toen z(j in den n“ zchemerigen ochtend, tusschen de vele schilder achtige eilandjes, op Zwedens hoofdstad toe stoomden. De Invaart naar Stockholm is onvergefelijk schoon bij zonsopgang, omdat dan de belichting zoo gunstig is. Men vaart van de Oostzee West waarts het land in en heeft dus de zon in den rug. Voor zoover althans de kronkelvaart tus schen de honderden rotseilandjes door 't stoom schip niet dwingt tot verrassende wendingen. Het te onwezenlijk van aanbllk, het hooge donkere naaldhout zoo maar uit de bruine en bronzen rotsblokken te zien opschieten, waarin de boomwortels oogenschijnlijk geen houvast kunnen vinden. Stockholm zelf baadde in den zonneschijn, die dezen zomer aan heel Europa zoo kwistig te geschonken. Ons mooie groote luxe-stoomschip mocht opstoomen tot diep in de binnenhaven. Het kon evenwel geen ligplaats aan de kade krijgen, in welk inconveniënt voorzien werd door een uitmuntende halfuurs-veerdienst met een der stedelijke veerbooten. die voor dit doel gecharterd was. De stad zelf te fraai en grootach van allure, doch wat stijver dan het zoo gemoe delijke en lieflijke Kopenhagen. Onwillekeurig maakt men op zoo’n toeristen trip vergelijkingen tusschen de bezochte steden, al te dit in wezen ook onbillijk, want in iedere stad moet men zichr even oriënteeren en dient men wat te acclimatiseeren, om er de sfeer vol komen aan te kunnen voelen. En wij waren nog te zeer in de droomerige stemming der oude ruïnen- en rozenstad Visby, die eigenlijk in het grijze verleden leeft, om het vitale, kerngezon de stadsleven van Stockholm te kunnen ap- precieeren. Niettemin zullen de reizigers aan deze stad de pittigste herinneringen bewaren. Alles is er frisch, pittig en energiek. Het was een lust voor de oogen om b.v. de wacht te zien betrekken bij het Koninklijk Paleis. Het waren juist cavaleristen die deze eer te beurt viel. En wü zagen de kranige ruiters «de Zweed- sche gymnastiek te hun aan te #en!> op hun opmerkelijk fraaie paarden met tvlle muziek, een even „schneidig” infanterie-dé tachement aflossen. Veldgrauwe uniformen zagen wij niet, ook geen stalen helmen, doch bij cavalerie en infanterie goedzittende kleurige uniformen. Twee dagen werden in Stockholm doorge bracht met bezichtiging van stad en omgeving, alsmejie met bezoeken aan de vele fraaie mu sea en aan het prachtige nieuwe raadhuis. De tweede dag werd o.», besteed aan een boot tocht naar het koninklijk buitenverblijf Drott- ningholm, een heerlijk lustslot gelegen in een smaakvol aangelegd park, dat in stijl en opzet eenlgazins herinnert aan het Postdamer Sans Souci. Het paleis werd bezichtigd en met vol doening herkenden wij in een der zalen, temid den van vele andere schilderijen, een leven groot portret van wijlen onzen Koning Willem III. Het doet altijd aardig aan, zoo in den verren vreemde iets uit het eigen vaderland te ontmoeten. Stockholm werd in den nacht verlaten en ■tilkens gleed ons groot schip door het thans zwarte haarwater naar de Oostzee. Een lange zee route hadden wij ditmaal voor den boeg. Li nes recta ging de reis thans weer retour naar Hamburg. Er lag een lichte deining op het Oostzeewa. ter, waarop de kleinere vaartuigen die wjj in haalden en voorbijvoeren dansten en wiegelden. Ons statige schip, dat nog heel andere zeeën gezien en „verwerkt” had op zijn reizen naar Indlë en Zuid-Amerika, trok er zich niets van aan. al meenden een paar dames, het aan het rete.avontuur verplicht te zjjn, wat wit om den neus te worden. Het was te frisch geworden voor de zwemba den. Maar de heer Coster, onze nooit volprezen pureer wist raad. Op de allergezelligste manier arrangeerde hij dekspelen, die niet alleen de deelnemers vermaakten, maar ook den toeschou wers menig vrooljik moment bezorgden. Buiten gewoon aardig was het te zien, hoe dat groote heterogene gezelschap tenslotte samensmolt tot één familie, die te zamen feest vierde. Een ge zellige vreugde die haar hoogtepunt vond in den Koninginnedag. Dank zy de omstandigheid, dat wij een der directeuren der K.N.S M. met zijn familie als mede-passagiers aan boord hadden, aan wiens Initiatief en actief medeleven de toeristen veel attenties danken, kreeg deze dag een geheel bij zonder aspect. De avondmaaltijd was één groot feestdiner, waaraan de speeches van den dag na tuurlijk niet ontbraken, en aller hellwensch klonk geestdriftig toen H.M. herdacht werd. Een dol gezellig bal met feestmutsen en een polonaise door het geheele schip besloot den dag. Als aardige bijzonderheid willen wij niet een ouden deken gewikkeld. Hij knikte even en dit knikje kon men even goed houden voor een welkomstgroet als voor een manier om zich te verontschuldigen. Hjj vroeg mjj of ik erg verbaasd was geweest, toen ik in het Hoffman Hotel hoorde, dat de vogel gevlo- Opnieuw deed de secretaris alsof hij wilde weg gaan, maar ik hield hem terug en zei: „U hebt vrij lang mijnheer Leavenworth omgegaan en kende hem dus goed; gelooft u, dat dit vooroordeel hem belet zou hebben om toe te stemmen in een huwelijk van een van Zijn nichten met een Engelschman?" „Zeker, dat geloof ik vast!” Ik wist nu. wat ik weten wilde; er was geen reden om dit onderhoud voort te zetten. Over eenige dingen zou Chevy Slyme bij mijnheer Lars komen en dan zou de kruidenier moeten zeggen, dat hjj geen vijfhonderd pond had kunnen vinden en het vonnis zou worden uitgesprokenEn toen kwam plotseling de brievenbesteller de winkeldeur in en gat Lars een briefeen brief, die een chique bleek ta bevatten van 91.6 pond van mevrouw Wickcllff. HU stond verbaasd, betastte het papier, en toen de waarheid tot hem doordrong, kwam er een glans in z'n moede oogen. „Bas!” riep hU- „Bas! D’r heeft er eentje betaald! Heusch!" En toen rende hij de trap op, om de chëque aan zijn vrouw te laten zien. HU maakte op dien dag dien blUden tocht drie maal. want er waren drie bestellingen en die brachten alle drie chëques binnen. Den laatsten keer had hU er een heel bundeltje van in de hand. „Ze hebben allen betaald. Lenny I Al de groote posten. Nu kan ik de zaak aanhouden en Bas kan tlUven studeeren en we hoeven op slot van rekening niet te verhuizen.” „HeerlUk!” Juichte z’n vrouw, „maar hoe komt dat zoo in eens?” „Dat weet ik niet.... t kwam zoo maar.... ik begrijp er niets van.” Lars en z’n vrouw hadden het nog niet be grepen, toen Bas weer naar de universitelt vertrok en John Dexton metx z’n auto voor kwam. om hem naar 't station te brengen. op dit blad rijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f 1 heele ongeschiktheid tot werken door f bV e*n ongeval met f OCfï bU verlies van een hand f 1 oU verlies van een f Cfi bU een breuk van Af} bH verlies van ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen f armen, belde beenen of belde oogen t doodelijken afloop f Aeen voet of een oog f A Zt«Jeduim of wyavinger *J(/<-been of arm 7(Fe* anderen vinger 3. Dat deze badplaats dezelfde was als die waar ook Eleonore de maand Jijll had doorge bracht. 4 3. Dat men iets van gemeenschappelüken omgang had gemerkt. 4. Dat zU lang genoeg weg waren geweest om hun huwelUk te doen inzegenen. 5. Dat er een Methodistisch predikant, die sedert dien overleden was, binnen een afstand van twintig mijl woonde. Ik vroeg mü af, hoe ik aan deze bewijzen moest komen. Als ik den levensloop van Clave ring had gekend, zou «lat mU veel hebben kun nen helfien; maar ik wist bijna niets van hem. Ik wist alleen, dat Eleonore In R. was geweest met haar oom. Als mUn theorie juist was, moest hU daar ook geweest zijn. Ik besloot dus, den volgenden dag naar R. te vertrek ken. Maar alvorens zulk een belangrijke taak te ondernemen, wilde ik de weinig» uren die mü nog restten, benutten om zooveel mogelijk gegevens te verzamelen. Allereerst ging ik naar Gryce. HU had een hevigen aanval van Jicht en ontving mü uitgestrekt op een canapé en zUn voeten in Voor ons ligt nummer 7 van den zevenden jaar gang van het blad der Jonge anarchisten „Freie Jugend”, dat tweemaal per maand uit kwam. De hoofdredacteur was Ernst Friedrich, de eigenaar van het zoogenaamde anti-oor- logsmuseum in de Parochialstrasse tegenover het stadhuis. Onder de medewerkers wordt ook de bekende Kathe Kollwltz genoemd. Als adres in Duitschland wordt Berlün C. 3, Parochial strasse 25, Internationales Ifaus. ojpgegeven; als adres in Oostenrük deed dienst Joseph Kuzera, Weenen XVI, Gediebegasse 45/6, als adres in Zwitserland Bern. Belpstrasse 26. Men kan zUn oogen nauwelüks gelooven. Het exemplaar dateert uit den zomer van 1925 Het te een feestnummer ter eere van den boeren opstand in 1525. Het hoofdartikel luidt: Laat den rooden haan kraaien! (Setzt aufs Dach den roten Hahni en daaronder staat een teekening van het gebouw van den Duitschen Rijksdag, met het standbeeld van Bismarck er voor, en het bekende inschrift: „Dem deut- schen Volke”; en op het dak staat een vuur- roode enorme haan, terwül het gebouw reeds aan beide kanten brandt. In het blaadje zelf komt men op deze teeke ning geheel niet terug. Men heeft het daarin over den boerenopstand. Is van der Lubbe misschien door dit plaatje geïnspireerd? r -<r y aar moet dat heen? vroeg mUnheer Lars aan de blikken sardientjes, kazen en andere eetwaren om hem heen. MUnheer Lars dreef den eenlgen handel In comestibles in een welgestelde. Ja rüke buurt, en hU had dan ook veel te doen. Maar op dezen Junl-avond was z’n hoofd vol zorgen en hU zag maar één licht punt: dat z'n zoon Bas den volgenden dag met vacantle thuis kwam. D« winkel van Lars was een gezocht adres, omdat hü altüd speciale ar tikelen in voorraad had en nooit aandrong op betaling van de rekening. Dit laatste durfde hü niet, want deftige, zelfs rüke dames. zUn heel gevoelig op dit punt. ZU Heten de reke ning maar kalm opi«»pen en als Lars maar even zou laten merken, dat hll om geld verlegen was. dan zou hü gunst en klandizie verliezen. HU liet dus niets merken en maande niemand. GeliAkig kwam Bas morgen thuis. Het was een heele durf geweest van mUnheer Lars, z’n zoon te laten studeeren op dezelfde universitelt als de zoons van z'n klanten, van die oppervlakkige schün-deftlgheden. van wie velen hü had er de onbetaalde bewUzen van in z'n la boven hun stand leefden. Bas Lars was ook bevriend met John Dexton. maar de Dextons waren an dere; die betaalden hun rekeningen. En John geneerde zich niet voor den omgang met den zoon van een kruidenier. Gisteren had hü nog naar Bas gevraagd. John 4ras al gepromoveerd en in de firma van z’n oom opgenomen. Lars had heel wat moeten tobben voor de studie van Bas. Had hij al dat geld bü elkaar kunnen houden, dan zou hü t huis, waaraan hü zoo gehecht was. hebben kunnen koopen. Maar Bas ging voor, Toen de Jongen met vacantle thuis kwam, za gen Lars en z’n vrouw, dat hü nog dezelfde was: even aardig, even open en hartelük. „En Bas.” vroeg z’n vader, „heb Je nog plan nen voor den zomer?” „Plannen?” herhaalde Bas. „nou eerst uit- pakken en dan zoek ik wat ouwe spullen bil elkaar en dan kom Ik u hier eens flink helpen. We zullen de zaak van den zomer eens laten marcheeren. vader. ZUn de nieuwe aard beien er al?* Münheer Lars keerde zich om. Veranderd? Die Jongen? Niks hoor! Maar in Augustus gebeurde er Iets bijzon ders. Chevy Slyme. de eigenaar van het huis, kwam vertellen, dat hü “t pand kon verkoopen aan iemand, die een garage wou beginnen; als meneer Lars 't echter zelf wilde’ koopen Lars wist In 1 e-rst niet wat te zeggen. Hij zag de ramp al. weg uit hun huls, z'n brood winning naar de maan. „Hoeveel zou ik moeten geven, als ik ’t kocht?” vroeg hü- „Vüfhonderd pond contant." zei Chevy. „Kun je dY aan komen?” „Ik weet het niet." antwoordde Lars, of schoon hü het wel wist. M'n zoon studeert nog. Ik zal er eens met m n vrouw over praten.” „Goed. gastvrouw, omging. John knikte. „Ik kan hem alleen >s avonds treffen”, zei hü- „Hü helpt z'n vader den heelen dag in de zaak." Even zweeg hü. en ging voort alof hj er toevallig aan dacht: „ik ben laatst met hem z'n vaders boeken eens dtJbrgeloopenU zoudt er van opküken. als u wist, hoeveel rekeningen er in zoo’n zaak nog open staan en tot welke bedragen” Ze schenen er allen van op te küken. werd plotseling stil, angstig stil, als verwachtte men. dat er zoo aanstonds namen zouden ge noemd worden. De autoriteiten in Engelsch-Indlë zün opmerk zaam gemaakt op de communistische propa ganda. welke in het land gemaakt wordt door middel van de radlo-ultzendlngen uit Moskou, welk station sedert kort een speciaal Engelsch program heeft gearrangeerd, dat des Zondags avonds wordt uitgezonden, begint met een be richtendienst en overgaat tot een opsomming van de jongste gebeurtenissen In de Sovjet unie, waarbü het kapitalisme In dtecredlet wordt gebracht en het communisme wordt ver- heerlükt. De radlo-omroeper van den Moskouschen zen der spreekt perfect Engelsch, zonder eenlg ac cent en de ontvangst in Engelsch-Indlë te uit stekend. zelfs duldelüker dan Huizen (Hol land), Rome of Parijs, die drie West-Europee- sche stations, die in Indlë het best verstaan baar zün. Daar de Sovjet-regeering niet te toegetreden tot de internationale overeenkomst, volgens welke uitzendingen in een vreemde taal zonder toestemming van de betrokken regeering niet zün toegestaan, kan hiertegen moellük iets ge daan worden. f -MAAR WAAR X U KAN O/EOUPE SAM GEfREVEM I ZIJN Z N !<oe /s HNIE T GE MUCK EN V /V Z N PAARD HEET-) •GEEN VOEDER GEKKE GEN. H/J/j NEREjENi TE \VIHDEN. IK VERZEK£Ru\ \)AJ HEM té tb IJQVER J l KUMEM^gy^y müzelf. Als ik slaag, krügt u de eer en in het andere geval neem ik alles op mü «veten, anders begrijp ik uw houding niet. Ver tel mü nu alles wat u van hem weet, zonder daar nu direct inlichtingen van mün kant voor in ruil te verlangen. ring gedurende de maand Juli van het vorig jaar in de Vereenlgde Staten was geweest, maar ook, dat hü een badplaats in den staat New-York had bezocht. -j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 19