ueïfiaal van den dag 1 L Met deCosta Rica” naar Skandinavië ZWEDENS HOOFDSTAD I. DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Oude Sam verdwenen Alle abonnee DINSDAG 10 OCTOBER I De Rijksdagbrand Sic transit.... I I Viach vangst met dynamiet DOOR ANNA K. GREEN De oude Hanzestad Lübeck De radio-propaganda der communisten HET GEVAL LEAVENWORTH Schaarsche regenval in Zuid-Afrika Alleen voor ongehuwde jonge mannen Een „Oostenrijksche koloniale Liga** F Mijnheer Lars en z’n zorgen i atad fraai en grootech van allure, maar etyver dan het gemoedelyhe Kopen hagen I aiiiilililiiilllllliilillliiillllliiillllllliilliiliiillllllllililllHilillllllllllitlli: AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL (Hol- het De Holstenpoort te Lübeck Het 9 zou als weg laten W. H r 7 te NEGENDE HOOFDSTUK gerappor- to l over tüd het nog kade werd dat weg ik dat ik zal heb ik (Wordt vervolgd). MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Volgens de Jongste statistiek uit Pretoria Is gebleken, dat er in de geheele maand Augustus geen druppel regen in Zuid-Afrika is gevallen. Dit is voor Afrika echter geen zeldzaamheid, als men de vorige verslagen opslaat. In de jaren 1906. 1907, 1910, 1916, 1921 en 192» wa ren het de maanden Juli en Augustus, waarin totaal geen regen viel. Evenwel wanneer de regentUd zich aankondigt. geschiedt dit op zulk een radicale wijze, dat de bewoners er als het ware voor langen tijd genoeg aan hebben! Het vorig Jaar is voor Zuid-Afrika een waar regen- Jaar geweest. In de straten der steden lag het water niet zelden bjjna vier duim hoog, terwijl landerijen onderliepen en het snelverkeer be langrijk werd gestremd. zich niet, dat juffrouw Mary een brief op de bus heeft gedaan, toen u haar naar haar vriendin bracht?’’ „Op den dag van het onderzoek?” „Dat herinner ik mij. maar....” „U hebt niet naar het adres gekeken?” ..Daar, had ik geen gelegenheid voor; boven dien ging het mij niet aan; maar hoe bent u er achter gekomen?” Toen bedacht ik in eens. dat hij ons een rij tuig had bezorgd en ik riep uit: „De koetsier heeft u natuurlijk teerd!” „Ik wist dat men om zoo en soo laat een brief op de post had gedaan, die mij waarschijnlijk zou interesseeren Ik waarschuwde den post directeur, dat hij een verdachten brief moest achter houden en een poosje later had ik een zonderling epistel In mijn bezit; het was met een postzegel gesloten en geadresseerd aan....” „Aan wien?’’ ,A«n den heer Henry Ritchie Clavering, Hoff man Hotel.” rijke rol had toebedacht in het drama dat ons bezighoudt.” „Waarom zou ik dat ook niet doen? Omdat ik hem zoo gemakkelijk heb laten ontsnappen? Dat zegt niets. Heeft Clavering zich nog bloot gegeven voor hij wegging?” ..Dat is een moeilijke vraag," antwoordde ik. „Volgens mij heefthjj zich vanochtend een beetje in de kaart laten kijken. Maar het was allemaal zoo vaag, dat ik liever zelf even op on derzoek uitga, voor ik het u vertel. Toch geloof ik. dat hij nieuwe gezichtspunten voor ons heeft geopend.” „Wacht even!" zei Gryce!” Deed hü dat met opzet of onbewust en te goeder trouw?” „Volkomen onbewust, dat geloof ik zeker.” Gedurende een cogenblik bewaarde Gryce het stilzwijgen, toen vervolgde hij: „Het is Jammer, dat u mij niet alles kunt zeggen. Ik heb er niet veel vertrouwen in. wan neer u zelf op onderzoek uitgaat. U kent dat werk niet, u zult tijd verspillen, verkeerde spo ren volgen en uw energie verknoeien aan aller lei bijkomstigheden.” „Daar hadt u aan moeten denken, voordat u aannam, met mij samen te werken.” „Goed! Goed! Maar de tijd verstrijkt en er moet iets gebeuren en gauw ook. Het publiek begint ongeduldig te worden.” „Dat weet ik wel. Ik kom dan ook uw hulp inroepen. U moet allerlei dingen van Clavering weten, anders begrijp ik uw houding niet. Ver tel mij nu alles wat U van hem weet, zonder daar nu direct inlichtingen van mijn kant voor in ruil te verlangen. De brief Ik was er van overtuigd, dat Clavering mij dien ochtend ongeveer had verteld, in welke verhouding hij tot Eleonore Leavenworth stond. Daarom ging ik bij mijzelf na, welke feiten ik moest bewijzen om mijn overtuiging te staven. Ik noteerde het volgende: 1. Ik moest bewijzen, niet alleen, dat Clave ring gedurende de maand Juli van het vorig jaar in de Vereenigde Staten was geweest, maar ook, dat hij een badplaats in den staat New-York had bezocht. verzuimen te vermelden, dat op voorstel van een der passagiers ook de bemanning niet werd ver geten. Rond driehonderd gulden werd er aan tafel bijeen gecollecteerd, om ook hun aan wier toewijding en plichtsbetrachting wij dit alles dankten, een feestelüken dag te bezorgen. Het weerzien van Hamburg was niet vrooljjk. Het prachtige zomerweer, dat ons tot dusverre begeleid had, liet ons hier even in den steek’. Er stond een rit per toerauto’s naar de oude Hanzestad Lübeck op het program En in sterk contrasteerende stemming werd de reis hierheen aangevangen. Maar de pittoreske schoonheid van dit oude stedeke was zóó overweldigend, dat al spoedig de gezellige sfeer terugkeerde. Het was werkelijk een voortreffelijk idee van de reisleiders om terwijl de ..Costa Rica” in de Hamburgsche haven stukgoederen voor de as. reis naar West-Indië lag te laden ons. dit uitstapje te bezorgen. Er is veel in Lübeck wat ons herinnert aan ons eigen Hollandsche verleden, alleen het is er alles door eigenaar dige omstandigheden veel beter geconserveerd gebleven. De lunch werd gebruikt in het -mid- deleeuwsche „Haus der Schiffergesellschaft” te midden der zelfde oude zwart-besmookte lam- brizeeringen en banken, die allicht ook eens door onze, over de wereldzeeën zwervende voor vaderen werden bekeken. Moe en hongerig werd het drijvende hotel in de haven van Ham. burg weer bereikt en toen allen om de diner tafel geschaard waren, stoomden wü al weer wegvoor de laatste etappe. Dit laatste „captainsdlner” werd even onder broken door een kleine attentie van de Ham burgsche brandweer aan den heer Hudig. De tegenwoordige directeur der K.N.SM. en voor zitter der reedersvereeniging is n.l. ook eens begonnen als jongmaatje in het reedersvak.-,Ge durende die leerjaren is hij eenigen tjjd werk zaam geweest In Hamburg en was daar toen lid van de vrijwillige brandweer. Men had dat blijk baar niet vergeten. En uit oude corps-genegen- held bracht nu een der brandweervaartuigen, met 2ës stevige stralen een hartelijk saluut aan den ouden kameraad. De Hamburgsche helden- zonder zwaard" werden natuurlijk hartelijk door alle opvarenden toegejuicht, terwijl ons stoomschip met de vlag het eervolle saluut be antwoordde. Dit is het laatste avontuur, dat zich in onze overladen herinnering heeft gegrift. Toen wjj den ochtend daarop ontwaakten, stoomden wü langs de Hollandsche kust en pakten onze kof fers, met spüt in het hart. Met weemoed, dat deze schoone droom zóó spoedig een einde had genomen. Maar velen hebben i zich voorgenomen, zooals wü, om zoo een or.Vergetelük schoone zeereis nog eens te maken. De K.N.SM. heeft er voor alle jaargetüden. voor alle beurzen, naar alle windstreken diverse op haar programma. Men wende zich daartoe slechts tot haar afdeeling passage te Amsterdam en een keus van fraaie geïllustreerde literatuur wordt u thuisgezonden. waaruit u iets naar uw gading kunt uitzoeken. Doe het nu vast, aan kunt ge al gaan sparen! (ZOU O DEN- X KEN, MIJNHEER DE (OMMIViAM DAT DlE6AN'K- DtEVEN MlSSCNfE EEN SlHUIL- \plaats INDAT \OUDC SpOOK-\ W/S HEBBEfA GEZOCHT'J De koe schrijft: Altijd werd ik geëerbiedigd Als een nuttig, kostbaar dier. Want ik leef toch wel uitsluitend Voor het menschelijk plezier.' Ben ik niet een soort fabriekje Van de melk, de boter, kaas1? Is mijn biefstuk niet verruk'lijk? Klaprib, lapjes, punt of haas? Ben ik niet een stamboeknummer Dat men graag zijn paaschprijs gunt? Praat men steeds niet opgetogen Van het Nederlandsche rund? Wie waardeert het, dat ik enkel Voor het mensch’lijk voordeel leef. En, om tong en maag te streelen. Binnenkort mijn leven geef? Om de crisis te bezweren Moet een offertje gebracht. Daarbij heeft men weer het éérste Aan die domme koe gedacht! Tweemaal honderd duizend zusters Moeten naar het abattoir. En de ménsch? natuurlijk doet Met een offerend gebaar! Maar wij koeien zijn de dupe! Wij, wij storten weer ons bloed, Nu de flinke rundveestapel Krachtig ingekrompen moet! Ach, minister, ook mijn hart krimpt. Wij ook hebben ’t leven lief. Béter is het koe te blijven Dan in blik, als corned beaf! Namens al mijn logge zusters Breng ik hier een koe-protest. Want, om ingeblikt te worden. Zijn wij koeien heusch te best! U mijnheer den dagbladschrijver, Zend ik deze regels toe En ik blijf als steeds, hoogachtend Uu) vriendinnetje: de koe. Ondeugdelijke levensmiddelen De overheid zorgt er voor, dat de winkeliers slechts deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen. doch hoe staat het ermee wanneer U ze gebruikt? Wanneer U muizen hebt kan in één nacht Uw voedsel vies en bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan deze bron van schade en ergernis door Rodent te gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer 7; T.« On°erv°n<l in zijn schuur veel last van muizen, die hij met allerlei middelen trachtte te verdelgen. Ten **otte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood te hebben. Koop nog heden een enkele doos 1 30 ct. of een dubbele doos a 90 ct en morgen zult U van muis en rat bevrijd zijn. Imp.Fa. B. Meindersma. Den Haag. B 43 ,/ï/TY 4/y/y/A 5 GEEN SPRAKE Mr> SCWEMZ/JNZE \DOOR DE 6OS SLHEN GE I&4AN OM A AN HUN ACHTERVOLGERS TE ON/ KOMEN MAARHETZAL N/ETtANG MEERDEREN. DEZE. Zl/LLEN wEERtNl oe s iapzijn Jf WE STOMPEN GISTERAVOND EEN PMA TJE AAN 2 'N DEUR TE NA KEN EN JU/ST TOEN IK WILDE WEG 6AAN, JAGEN WE HE/DEN EEN L/CUT 'N DAT OUDE HU!5 SCHIJNEN, MAAR HET VERDWEEN WEER DlRLCT^ IKG/NG NAAR MUIS, MAAR >AM ZEI, DAT HU NOG EENS ROND WOU KOKEN. IK KUN ZOO EVcN MN SAM'S WONING HIJIS NOG NIET (ER.UG ALLES SI AA' PRE UT 5 OP Z'N PIAA Ti A CS G6TER AWt I MIJNHEER DE COMMOJAR/s! !K HEA I O OVERAL GEZOCHT. DE OUOE JAMTj VERDWENEN, M/SSCHtEN WEL VER MOORD D W/jT ZEKER R/EL OAT H/J SLECHT) ONGEVEER TWEEHONDERD ME TER VER WOUND! VAN DA TOUOE SPOOKHUIS. 39. Opnieuw deed de secretaris alsof hij wilde yeg gaan, maar ik hield hem terug en zei: „U hebt vrü lang met mijnheer Leavenworth omgegaan en kende hem dus goed; gelooft u, dat dit vooroordeel hem belet zou hebben om toe te stemrrten m een huwelük van een van sün nichten mot een Engelschman?” „Zeker, dat geloof ik vast!” Ik wist nu. wat ik weten wilde; er was geen reden om dit onderhoud voort te zetten. l.s geschonken. Ons mooie groote luxe-stoomschip mocht opstoomen tot diep in de binnenhaven. Het kon evenwel geen ligplaats aan de krügen. in welk inconvenient voorzien door een uitmuntende halfuurs-veerdienst met een der stedelüke veerbooten. die voor dit doel gecharterd was. De stad zelf is fraai en grootsch van allure, doch wat stüver dan bet zoo gemoe- delüke en lieflüke Kopenhagen. Onwillekeurig maakt men op zoo*n toeristen trip vergelükingen tusschen de bezochte steden, al is dit in wezen ook onbillük. want in iedere stad moet men zich even oriënteeren en dient men wat te acclimatiseeren, om er de sfeer vol komen aan te kunnen voelen. En wü waren nog te zeer In de droomerige stemming der oude ruinen- en rozenstad Visby, die eigenlük in het grüze verleden leeft, om het vitale, kerngezon de stadsleven van Stockholm te kunnen ap- precieeren^ Niettemin zullen de reizigers aan deze sted *de pittigste herinneringen bewaren. Alles is er frisch. pittig en energiek. Het was een lust voor de oogen om b.v. de wacht te zien betrekken bü het Koninklyk Paleis. Het waren juist cavaleristen die deze eer te beurt viel. En wij zagen de kranige ruiters <de Zweed- sche gymnastiek is hun aan te zien!) op hun opmerkelük fraaie paarden met MIe muziek, een even „schneidig" infanterie-detachement aflossen. Veldgrauwe uniformen zagen wü niet, ook geen stalen helmen, doch bü cavalerie en Infanterie goedzittende kleurige uniformen. Twee dagen werden in Stockholm doorge bracht met bezichtiging van ^tad en omgeving, alsmede met bezoeken aan de vele fraaie mu sea en aan het prachtige nieuwe raadhuis. De tweede dag werd o.» besteed aan een boot tocht naar het konlr.klük buitenverblüf Drott- nlngholm. een heerlijk lustslot gelegen in een smaakvol aangelegd park, dat in stül en opzet •eenlgszins herinnert aan het Postdamer Bans SoucL Het paleis werd bezichtigd en met vol doening herkenden wü in een der zalen, temid den van vele andere schilderijen, een levens groot portret van wülen onzen Koning Willem III. Het doet altijd aardig aan. zoo in den verren vreemde iets uit het eigen vaderland te ontmoeten. Stockholm werd in den nacht verlaten en at likens gleed ons groot schip door bet thans zwarte vaarwater naar de Oostzee. Een lange zeeroute hadden wü ditmaal voor den boeg. Li- nea recta ging de reis thans weer retour naar Hamburg. Er lag een lichte deining op het Oostzeewa- ter. waarop de kleinere vaartuigen die wü in haalden en voorbüvoeren dansten en wiegelden. Ons statige schip, dat nog heel andere zeeën gezien en „verwerkt" had op zün reizen naar Indië en Zuid-Amenka, trok er zich niets van aan. al meenden een paar dames, het aan het rtos-avontuur verplicht te zün, wat wit om den neus te worden. Het was te frisch geworden voor de zwemba den. Maar de heer Coster, onze nooit volprezen purser wist raad. Op de allergezelligste manier arrangeerde hü dekspelen. die niet alleen de deelnemers vermaakten, maar ook den toeschou wers menig vroolijk moment bezorgden. Buiten gewoon aardig was het te zien, hoe dat groote heterogene gezelschap tenslotte samensmolt tot één familie, die te zamen feest vierde. Een ge zellige vreugde die haar hoogtepunt vond in den Koninginnedag. Dank zü de omstandigheid, dat wü een der directeuren der K.NS M met zün familie als mede-passagiers aan boord hadden, aan wiens Initiatief en actief medeleven de toeristen veel attenties danken, kreeg deze dag een geheel bü- zonder aspect. De avondmaaltijd was één groot feestdiner, waaraan de speeches van den dag na tuurlek niet ontbraken, en aller hellwensch klonk geestdriftig toen H M herdacht werd. Een dol gezellig bal met feestmutsen en een polonaise door het geheele schip besloot den dag. Als aardige bijzonderheid willen wü niet „Clavering is nog eens hier geweest, het vorig Jaar.” „Wist u dat?” ,4a.” „Wat weet u nog meer? U weet al die dingen al, terwijl ik nog in den blinde rondtast! Ik smeek u. vertel mü alles wat u ontdekt hebt. U zult er geen spüt van hebben. Het is niet voor müzelf. Als ik slaag, krügt u de eer en in het andere geval neem ik alles op mü-” „Dat zün prachtige voorwaarden!” mompelde de detectieve. „Maar wat is dan uw belootung?" üiiiiimHiiiiiiiiiiiiiiii DE KOE iiiniiimimiiiiimiii .Daarom wüdde u dus zooveel aandacht aan dien man!” riep ik uit en zuchtte diep. „Juist.” „Wonderlük.en wat gebeurde er verder?” „Ik was vast besloten dit spoor te volgen en ging om inlichtingen naar het Hoffman Hotel. Daar vernam ik, dat Clavering een geregeld bezoeker is van het hotel; dat hü drie maanden geleden uit Liverpool was gekomen en er sedert dien onafgebroken een mooie suite bewoonde. Men zei ook nog. dat hü alleen met respectabele lieden omging, die hem met achting behandel den. Toen ik dit vernomen had, ging ik naar de hall van het hotel om hem af te wachten en op te letten hoe hü reageerde op den vreemden brief van Mary Leavenworth.” lukte het u?”- „Neen, een of andere idioot stond net vóór hem, toen hü den brief ontving; maar daar de bedienden mü zeiden, dat hü zeer opgewonden was toen hü hem gelezen had, dacht ik wel. dat ik op het goede spoor was. Ik zette mün man nen aan het werk en liet hem twee dagen vol gen; dit had niet veel succes. Het leek wpl of hü geen belang stelde in den moord, want hoe wel hü aandachtig de kranten las en vaak in de buurt van de Fifth Avenue wandelde, probeerde hü nooit, met een van de inwoners van het huis in aanraking te komen. Teen kwam u mü op zoeken en uw besluit om u met deze zaak te be moeien. spoorde mü aan om mün pogingen voort te zetten. Ik stuurde toen u er op af en.,.." De vroegere Spaansche kroonprins die. zoo als bekend is, eenige maanden geleden in het huwelük is getreden met een schoone Cubaan- sche, leeft te Parüs onder zeer bescheiden om standigheden. Het prinselük paar heeft niet de beschik king over een eigen auto en zü gebruiken hun maaltijden in een eenvoudig Spaansche restau rant op Montmartre. Zü wonen in een hotel op een der groote boulevards, dat wel zeer fatsoenlük is, doch dat gewoonlük geen vorstelüke personen huis vest. Het .gevolg” van den prins bestaat slechts uit zün toegewüden secretaris, die tevens over de gezondheid van zün meester waakt. gastvrouwT omging. John knikte. „Ik kan hem alleen ’s avonds treffen", zei hü- „Hü helpt z’n vader den heelen dag in de zaak.” Even zweeg hü. en ging voort alof hj er toevallig aan dacht: „ik ben laatst met hem z n vaders boeken eens doorgeloopen. U zoudt er van opküken. als u wist, hoeveel rekeningen er in zoo n zaak nog open staan en tot welke bedragen" Ze schenen er allen van op te küken. werd plotseling stil, angstig stil, als verwachtte men, dat er zoo aanstonds namen zouden ge noemd worden. „U stelt wel zeer zware eischen.” .Dat geef ik toe, en in andere omstandighe den zou ik lang geaarzeld hebben om u zoo n verzoek te doen. Maar zooals de ziken er nu voor staan, kan ik niet ópschieten als u mü niet in uw vertrouwen neemt.” „Wacht eens even!” onderbrak Gryce mü „Maakt Clavering misschien een van de dames Leavenworth het hof?” Hoewel ik wilde verbergen, waarom ik zoo n belang stelde in Clavering. kon ik niet verhin deren, dat een diepe blos mü naar het gelaat steeg. ,Dat zou mü niets verbazen,” vervolgde de de tective. „Hü is geen verwant en geen vriend van de familie Leavenworth. Daarom geloof ik vast, dat hü een van de meisjes het hof maakt." „Ik begrüP niet hoe u daarbü komt,” zei Ik in de hoop hem aan het spreken te krijgen. „Cla vering is geen Amerikaan; hü is maar kort in New-York geweest; hoe zouden zü elkaar hebben leeren kennen?” Te Weenen is een organisatie gevormd, welke zich noemt de „Oostenrüksche Koloniale Liga” en propaganda maakt voor het toekennen van een invloedssfeer aan Oostenrük in een der groote continenten. De Liga betoogt dat de economische onaf- hankelükheid van Oostenrük bevorderd zou worden, indien op deze wüze een arbeidsgebied gevonden kon worden voor Oostenrüks werk- looze jeugd, die thans door gebrek aan bezig heid vaak zich bü extremistische bewegingen gaat aansluiten. De Liga wil voorloopig alleen ongehuwde jongemannen voor zulk een kolonisatie gebrui ken. Zü zouden georganiseerd worden als „ci viele soldaten" en onder semi-militaire discipline komen. 2. Dat deze badplaats dezelfde was als die waar ook Eleonore de maand Juli had doorge bracht. x 3. Dat men iets van gemeenschappelüken omgang had gemerkt. 4. Dat ZÜ lang genoeg weg waren geweest om hun huwelük te doen inzegenen. 5. Dat er een Methodistisch predikant, die sedert dien overleden was, binnen een afstand van twintig mül woonde. Ik vroeg mü af. hoe ik aan deze bewüzen moest komen. Als ik den levensloop van Clave ring had gekend, zou dat mü veel hebben kun nen helpen; maar ik wist büna niets van hem. Ik wist alleen, dat Eleonore in R. was geweest met haar oom. Als mün theorie juist was. moest hü daar ook/ geweest zün. Ik besloot dus. den volgenden dag naar R. te vertrek ken. Maar alvorens zulk een belangrijke taak te ondernemen, wilde ik de weinige uren die mü nog restten, benutten om zooveel mogelijk gegevens te verzamelen. Allereerst ging ik naar Oryce. Hü had een hevigen aanval van Jicht en ontving mü uitgestrekt op een canapé en zün voeten in een ouden deken gewikkeld. Hü knikte even en dit knikje kon men even goed houden voor een welkomstgroet als voor een manier om zich te verontschuldigen. Hü vroeg mü of ik erg verbaasd was geweest, toen ik in het Hoffman Hotel hoorde, dat de vogel gevlo gen was. .Ja, het verbaasde mü zeer, dat u hem had laten ontsnappen. Gezien het gewicht dat u er aan scheen te hechten, dat ik met hem in aan raking kwam, dacht ik. dat u hem een belang- r w y aar moet dat heen? vroeg münheer Lars yy aan de blikken sardientjes, kazen en andere eetwaren om hem heen. Münheer Lars dreef den eenigen handel in comestibles in een welgestelde. Ja rüke buurt, en hü had dan ook veel te doen Maar op dezen Juni-avond was z’n hoofd vol zorgen en hü zag maar één licht punt: dat z’n zoon Bas den volgenden dag met vacantie thuis kwam. D« winkel van Lars was een gezocht adres, omdat hü altüd speciale ar tikelen in voorraad had en nooit aandrong op betaling van de rekening. Dit laatste durfde hü niet, want deftige, zelfs rijke dames, zijn heel gevoelig op dit punt. Zü Heten de reke ning maar kalm opioopen en als Lars maar even zou laten merken, dat hij om geld verlegen was. dan zou hü- gunst en klandizie verliezen. Hü Het dus niets merken en maande niemand. Gelukkig kwam Bas morgen thuis Het was een heele durf geweest van münheer Lars, z’n zoon te laten studeeren op dezelfde universlteit als de zoons van z’n klanten, van die oppervlakkige schün-deftigheden, van wie velen hü had er de onbetaalde bewüzen van in z’n la boven hun stand leefden. Bas Lars was ook bevriend met John Dexton. maar de Dextons waren an ders; die betaalden hun rekeningen. En John geneerde zich niet voor den omgang met den zoon van een kruidenier. Gisteren had hü nog naar Bas gevraagd John was al gepromoveerd en in de firma van z’n oom opgenomen. Lars had heel wat moeten tobben voor de studie van Bas. Had hü al dat geld bü elkaar kunnenhouden, dan zou hü 't huis, waaraan hü zoo gehecht was. hebben kunnen koopen. Maar Bas ging voor. Toen de jongen met vacantie thuis kwam, za gen Lars en z’n vrouw, dat hü nog dezelfde was: even aardig, even oren en hartelük. „En Bas." vroeg z’n vader. ..heb je nog plan nen voor den zomer?" „Plannen?” herhaalde Bas. „nou eerst uit- pakken en dan zoek ik wat ouwe spullen bü elkaar en dan kom ik u hier eens flink helpen. We zullen de zaak van den zomer eens laten marcheeren. vader. Zün de nieuwe aard beien er al?” Münheer Lars keerde zich om. Veranderd? Die jongen? Niks hoor! Maar in Augustus gebeurde er iets büzon- ders. Chevy Slyme. de eigenaar van het huis, kwam vertellen, dat hü t pand kon verkoopen aan iemand, die een garage wou beginnen; als meneer Lars ’t echter zelf wilde koopen Lars wist in 1 r-rst niet wat te zeggen. Hij zag de ramp al. weg uit hun huis, z’n brood winning naar de maan. „Hoeveel zou ik moeten geven, als ik 't kocht?” vroeg hü- „Vüfhonderd pond contant.” zei Chevy. „Kun Je d’r aan komen?” „Ik weet het niet.” antwoordde Lars, of schoon hü het wel wist. M’n zoon studeert nog. Ik zal er eens met m’n vrouw over praten.” „Goed. „Mün belooning zal zün, dat ik de eer van een vrouw heb gered.” Dit antwoord scheen hem te bevallen, want hü wüzigde zün houding. „Nu dan. wat wilt u weten?” „Hoe bent u er toe gekomen, Clavering verdenken?" „Dat had u mü niet hoeven te vragen.” „Waarom met? „Omdat u dat beter kunt weten dan ik." „Hoe dan?” „Herinnert u T T jet is wonderlük. hoe vlug een vacantie- t-1 reis ópschiet, wanneer men eenmaal •*- x de helft van den toegemeten Ir. Dat ondervonden de toeristen van stoomschip „Costa Rica”. toen zü in den schemerigen ochtend, tusschen de vele schilder” achtige eilandjes, op Zwedens hoofdstad toe stoomden De invaart naar Stockholm is onvergetelük schoon bü zonsopgang, omdat dan de belichting zoo gunstig is. Men vaart van de Oostzee West waarts het land in en heeft dus de zon in den rug. Voor zoover althans de kronkelvaart tus- schen de honderden rotseilandjes door ’t stoom schip niet dwingt tot verrassende wendingen. Het is onwezenlük van aanbllk. het hooge donkere naaldhout zoo maar uit de bruine en bronzen rotsblokken te zien ópschieten, waarin de boomwortels oogenschünlük geen houvast kunnen vinden. Stockholm zelf baadde in den zonneschijn, die dezen zomer aan heel Europa zoo kwistig is Voor ons ligt nummer 7 van den zevenden Jaar gang van het blad der jonge anarchisten ..Freie Jugend”, dat tweemaal per maand uit kwam. De hoofdredacteur was Ernst Friedrich, de eigenaar van het zoogenaamde antl-oor- logsmuseum in de Parochlalstrasse tegenover het stadhuis. Onder de medewerkers wordt ook de bekende KAthe Kollwitz genoemd. Als adres in Dultschland wordt Berlün C. 2, Parochial- strasse 25, Internationales Haus, opgegeven; als adres in Oostenrük deed dienst Joseph Kuzera, Weenen XVI, Gedlebegasse 45/6, adres in Zwitserland Bern. Belpstrasse 26. Men kan zün oogen nauwelüks gelooven. Het exemplaar dateert uit den zomer van 1925. Het is een feestnummer ter eere van den boeren opstand in 1525. Het hoofdartikel luidt: Laat den rooden haan kraaien! iSetzt aufs Dach den roten Hahn) en daaronder staat een teekening van het gebouw van den Duitschen RÜksdag. met het standbeeld van Bismarck er voor, en het bekende inschrift: „Dem deut- schen Volke”; en op het dak staat een vuur- roode enorme haan, terwül het gebouw reeds aan beide kanten brandt. In het blaadje zelf komt men op deze teeke ning geheel niet terug. Men heeft het daarin over den boerenopstand. Is van der Lubbe misschien door dit plaatje geïnspireerd? met kloppend hart, dat z’n zoon aan mevrouw Wlckcllffe vroeg, of ze z’n vaders laatste nota ontvangen had. „Ik zal wel een chécque sturen.” antwoordde ze koel, en Lars zag aan haar rüzende wenk brauwen. dat ze zich beleedigd voelde. Dien avond sprak Bas er met John over. Het gevolg i»as. dat John naar de eerstvolgende soirée van mevrouw Wickcliffe ging, waar ook de Dudley’s, de Matsey’s. de Ronner s, de Baily’s en mevrouw Jerkins met haar zuster tegenwoor. dig waren. Hü maakte de gastvrouw een com pliment over haar marrons glacé s, en vroeg waar ze die vandaan had. De Ronner’s enz. spit sten de ooren. „Van münheer Lars natuurlük.” zei mevrouw Wickcliffe. „O," antwoord de John, ,4iu schiet me Juist te binnen, straks moeten; beloofd, nog even bü Bas Lars zou aanrijden.” „Zeker een aardige Jongen??” onderstelde de uit het feit, dat John met hem Door het gebruik van dynamiet heeft de be manning van de Portugeesche visschersboot „Vera Cruz” driemaal zooveel sardines gedood als zü aan boord konden nemen. In verband hiermede is de kapitein van deze visschersboot veroordeeld tot vier maanden ge vangenisstraf. terwül het recht om te visschen hem voor een Jaar ontzegd werd. De eigenaars van de boot kregen 1000 gulden boete. I 1 J I i s I als Je mikr binnen een maand be slist. In elk geval wil ik van ’t huls af.” Het praten met z’n vrouw bracht geen an der resultaat, dan dat besloten werd, er niets van tegen Bas te zeggen. Het eenige wat de jonge man er van merkte, was de üver. waar mee z’n vader de boeken na zag. 's avonds, als hü zelf met John Dexton toeren ging. Maar Bas hoorde net toch al gauw van Chevy Slyme. Hü kwam vlug naar huis en riep: „Zoo, wou u me maar zó^, weer gaan, zonder dat ik er iets van wist? En toen begon hü de boeken na te gaan. Onder de vele open posten, die hü vond, wa ren deze: Mevrouw Mataey 41.17 pond. mevr. Wickcliffe 91.6 pond. mevr. Dudley 109.2 pond, mevr. Ronner 64.10 pond. mevr. Baily 85 pond, mevr. Jerkins 82 pond. „Als de klanten allemaal op tüd betaalden, behoefden we niet te verhuizen.” mompelde hü- Lars knikte, maar er was niet veel aan ie doen. Hü had al meer klanten verloren. Laatst nog mevrouw Pawley, omdat hü mühheer Paw- Jey over de rekening gesproken had, Münheer Pawley gaf z’n vrouw «en vast huishoudgeld, maar ,ze had veel verloren met bridge. Bas was minder bedachtzaam. Lars hoorde op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f “ZOOf) bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f ^TCf} bü een ongeval met f OgO bü verlies van een hand 9C verlies van een Z Cfj bü een breuk van Z 4/1 bü verllea van ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeertngen f sjtzt/tz. verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen f <«/(/•- doodeljjken afloop een voet of een oog Z 1 duim of wijsvinger VV«~been of arm f TlF.” anderen vinger Over eenige dagen zou Chevy Slyme bü münheer Lars komen en dan iou de kruidenier moeten zeggen, dat hü geen vüfhonderd pond had kunnen vinden en het vonnis zou worden uitgesprokenEn toen kwam plotseling de brievenbesteller de winkeldeur in en gaf Lars een briefeen brief, die een chèque bleek te bevatten van 91.6 pond van mevrouw Wlckcliff. Hü stond verbaasd, betastte het papier, en toen de waarheid tot hem doordrong, kwam er een glans in z’n moede oogen. „Bas!” riep hü- „Bas! D’r heeft er eentje betaald! Heusch!” En toen rende hü de trap op, om de chèque aan zün vrouw te laten zien. Hü maakte op dien dag dien blüden tocht drie maal. want er waren drie bestellingen en die brachten alle drie chèques binnen. Den laatsten keer had hü er een heel bundeltje van in de hand. „Ze hebben allen betaald. Lenny! Al de groote posten. Nu kan ik de zaak aanhouden en Bas kan blüven studeeren en we hoeven op slot van rekening niet te verhuizen.’’ „Heerlük!” juichte z’n vrouw, „maar hoe komt dat zoo in eens?” „Dat weet ik niet.... t kwam zoo maar.,., ik begrüP er niets van.” Lars en z’n vrouw hadden het nog niet be grepen. toen Bas weer naar de universlteit vertrok en John Dexton met z’n auto voor kwam. om hem naar ’t station te brengen. De autoriteiten in Engelsch-Indié zün opmerk zaam gemaakt op de communistische propa ganda, welke in het land gemaakt wordt door middel van de radlo-ultzendlngen uit Moskou, welk station sedert kort een speciaal Engelsch program heeft gearrangeerd, dat des Zondags avonds wordt uitgezonden, begint met een be richtendienst en overgaat tot een opsomming van de Jongste gebeurtenissen in de Sovjet unie, waarbü het kapitalisme in dlscredlet wordt gebracht en het communisme wordt ver- heerlükt. De radio-omroeper van den Moskouschen zen der spreekt perfect Engelsch. zonder eenlg ac cent en de ontvangst in Engelsch-IndlC is uit stekend. zelfs duidelüker dan Huizen land), Rome of Parüs. die drie West-Europee- sche stations, die in Indië het feest verstaan baar zün. Daar de Sovjet-regeering niet is toegetreden tot de internationale overeenkomst, volgens welke uitzendingen in een vreemde taal zonder toestemming van de betrokken regeering niet zün toegestaan, kan hiertegen moeilük iets ge daan worden. WAARHWIJNUJK' LAS HET EEN IKK, UJKEN !N DE VERTE OPEEN LICHTJE. (■MAAR WAAR X KAN DIE OUDE nr/iET gemolken y /y z n paardhemj •GEEN VOEDER GEKKE GEN. HIJTi NERGENS TL \y/NDEN, tk VLKZE KERu\ \JAI MEM IEP> ISQVC A XKOHE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 9