ueïfiaal van den dag
1
L
Met deCosta Rica” naar Skandinavië
ZWEDENS HOOFDSTAD
I.
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Oude Sam verdwenen
Alle abonnee
DINSDAG 10 OCTOBER
I
De Rijksdagbrand
Sic transit....
I
I
Viach vangst met
dynamiet
DOOR ANNA K. GREEN
De oude Hanzestad
Lübeck
De radio-propaganda
der communisten
HET GEVAL
LEAVENWORTH
Schaarsche regenval in
Zuid-Afrika
Alleen voor ongehuwde jonge
mannen
Een „Oostenrijksche
koloniale Liga**
F
Mijnheer Lars
en z’n zorgen i
atad fraai en grootech van
allure, maar etyver dan het
gemoedelyhe Kopen
hagen
I
aiiiilililiiilllllliilillliiillllliiillllllliilliiliiillllllllililllHilillllllllllitlli:
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
(Hol-
het
De Holstenpoort te Lübeck
Het
9
zou
als
weg laten
W. H
r 7
te
NEGENDE HOOFDSTUK
gerappor-
to
l
over
tüd
het
nog
kade
werd
dat
weg
ik
dat
ik
zal
heb
ik
(Wordt vervolgd).
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Volgens de Jongste statistiek uit Pretoria Is
gebleken, dat er in de geheele maand Augustus
geen druppel regen in Zuid-Afrika is gevallen.
Dit is voor Afrika echter geen zeldzaamheid,
als men de vorige verslagen opslaat. In de
jaren 1906. 1907, 1910, 1916, 1921 en 192» wa
ren het de maanden Juli en Augustus, waarin
totaal geen regen viel. Evenwel wanneer de
regentUd zich aankondigt. geschiedt dit op zulk
een radicale wijze, dat de bewoners er als het
ware voor langen tijd genoeg aan hebben! Het
vorig Jaar is voor Zuid-Afrika een waar regen-
Jaar geweest. In de straten der steden lag het
water niet zelden bjjna vier duim hoog, terwijl
landerijen onderliepen en het snelverkeer be
langrijk werd gestremd.
zich niet, dat juffrouw Mary
een brief op de bus heeft gedaan, toen u haar
naar haar vriendin bracht?’’
„Op den dag van het onderzoek?”
„Dat herinner ik mij. maar....”
„U hebt niet naar het adres gekeken?”
..Daar, had ik geen gelegenheid voor; boven
dien ging het mij niet aan; maar hoe bent u er
achter gekomen?”
Toen bedacht ik in eens. dat hij ons een rij
tuig had bezorgd en ik riep uit:
„De koetsier heeft u natuurlijk
teerd!”
„Ik wist dat men om zoo en soo laat een brief
op de post had gedaan, die mij waarschijnlijk
zou interesseeren Ik waarschuwde den post
directeur, dat hij een verdachten brief moest
achter houden en een poosje later had ik een
zonderling epistel In mijn bezit; het was met
een postzegel gesloten en geadresseerd aan....”
„Aan wien?’’
,A«n den heer Henry Ritchie Clavering, Hoff
man Hotel.”
rijke rol had toebedacht in het drama dat ons
bezighoudt.”
„Waarom zou ik dat ook niet doen? Omdat
ik hem zoo gemakkelijk heb laten ontsnappen?
Dat zegt niets. Heeft Clavering zich nog bloot
gegeven voor hij wegging?”
..Dat is een moeilijke vraag," antwoordde ik.
„Volgens mij heefthjj zich vanochtend een
beetje in de kaart laten kijken. Maar het was
allemaal zoo vaag, dat ik liever zelf even op on
derzoek uitga, voor ik het u vertel. Toch geloof
ik. dat hij nieuwe gezichtspunten voor ons heeft
geopend.”
„Wacht even!" zei Gryce!” Deed hü dat met
opzet of onbewust en te goeder trouw?”
„Volkomen onbewust, dat geloof ik zeker.”
Gedurende een cogenblik bewaarde Gryce het
stilzwijgen, toen vervolgde hij:
„Het is Jammer, dat u mij niet alles kunt
zeggen. Ik heb er niet veel vertrouwen in. wan
neer u zelf op onderzoek uitgaat. U kent dat
werk niet, u zult tijd verspillen, verkeerde spo
ren volgen en uw energie verknoeien aan aller
lei bijkomstigheden.”
„Daar hadt u aan moeten denken, voordat u
aannam, met mij samen te werken.”
„Goed! Goed! Maar de tijd verstrijkt en er
moet iets gebeuren en gauw ook. Het publiek
begint ongeduldig te worden.”
„Dat weet ik wel. Ik kom dan ook uw hulp
inroepen. U moet allerlei dingen van Clavering
weten, anders begrijp ik uw houding niet. Ver
tel mij nu alles wat U van hem weet, zonder
daar nu direct inlichtingen van mijn kant voor
in ruil te verlangen.
De brief
Ik was er van overtuigd, dat Clavering mij
dien ochtend ongeveer had verteld, in welke
verhouding hij tot Eleonore Leavenworth stond.
Daarom ging ik bij mijzelf na, welke feiten ik
moest bewijzen om mijn overtuiging te staven.
Ik noteerde het volgende:
1. Ik moest bewijzen, niet alleen, dat Clave
ring gedurende de maand Juli van het vorig
jaar in de Vereenigde Staten was geweest,
maar ook, dat hij een badplaats in den staat
New-York had bezocht.
verzuimen te vermelden, dat op voorstel van een
der passagiers ook de bemanning niet werd ver
geten. Rond driehonderd gulden werd er aan
tafel bijeen gecollecteerd, om ook hun aan wier
toewijding en plichtsbetrachting wij dit alles
dankten, een feestelüken dag te bezorgen.
Het weerzien van Hamburg was niet vrooljjk.
Het prachtige zomerweer, dat ons tot dusverre
begeleid had, liet ons hier even in den steek’.
Er stond een rit per toerauto’s naar de oude
Hanzestad Lübeck op het program En in sterk
contrasteerende stemming werd de reis hierheen
aangevangen. Maar de pittoreske schoonheid
van dit oude stedeke was zóó overweldigend,
dat al spoedig de gezellige sfeer terugkeerde.
Het was werkelijk een voortreffelijk idee van
de reisleiders om terwijl de ..Costa Rica” in
de Hamburgsche haven stukgoederen voor de
as. reis naar West-Indië lag te laden ons.
dit uitstapje te bezorgen. Er is veel in Lübeck
wat ons herinnert aan ons eigen Hollandsche
verleden, alleen het is er alles door eigenaar
dige omstandigheden veel beter geconserveerd
gebleven. De lunch werd gebruikt in het -mid-
deleeuwsche „Haus der Schiffergesellschaft” te
midden der zelfde oude zwart-besmookte lam-
brizeeringen en banken, die allicht ook eens
door onze, over de wereldzeeën zwervende voor
vaderen werden bekeken. Moe en hongerig
werd het drijvende hotel in de haven van Ham.
burg weer bereikt en toen allen om de diner
tafel geschaard waren, stoomden wü al weer
wegvoor de laatste etappe.
Dit laatste „captainsdlner” werd even onder
broken door een kleine attentie van de Ham
burgsche brandweer aan den heer Hudig. De
tegenwoordige directeur der K.N.SM. en voor
zitter der reedersvereeniging is n.l. ook eens
begonnen als jongmaatje in het reedersvak.-,Ge
durende die leerjaren is hij eenigen tjjd werk
zaam geweest In Hamburg en was daar toen lid
van de vrijwillige brandweer. Men had dat blijk
baar niet vergeten. En uit oude corps-genegen-
held bracht nu een der brandweervaartuigen,
met 2ës stevige stralen een hartelijk saluut aan
den ouden kameraad. De Hamburgsche helden-
zonder zwaard" werden natuurlijk hartelijk
door alle opvarenden toegejuicht, terwijl ons
stoomschip met de vlag het eervolle saluut be
antwoordde.
Dit is het laatste avontuur, dat zich in onze
overladen herinnering heeft gegrift. Toen wjj
den ochtend daarop ontwaakten, stoomden wü
langs de Hollandsche kust en pakten onze kof
fers, met spüt in het hart. Met weemoed, dat
deze schoone droom zóó spoedig een einde had
genomen.
Maar velen hebben i zich voorgenomen, zooals
wü, om zoo een or.Vergetelük schoone zeereis
nog eens te maken. De K.N.SM. heeft er voor
alle jaargetüden. voor alle beurzen, naar alle
windstreken diverse op haar programma. Men
wende zich daartoe slechts tot haar afdeeling
passage te Amsterdam en een keus van fraaie
geïllustreerde literatuur wordt u thuisgezonden.
waaruit u iets naar uw gading kunt uitzoeken.
Doe het nu vast, aan kunt ge al gaan sparen!
(ZOU O DEN- X
KEN, MIJNHEER
DE (OMMIViAM
DAT DlE6AN'K-
DtEVEN MlSSCNfE
EEN SlHUIL-
\plaats INDAT
\OUDC SpOOK-\
W/S HEBBEfA
GEZOCHT'J
De koe schrijft:
Altijd werd ik geëerbiedigd
Als een nuttig, kostbaar dier.
Want ik leef toch wel uitsluitend
Voor het menschelijk plezier.'
Ben ik niet een soort fabriekje
Van de melk, de boter, kaas1?
Is mijn biefstuk niet verruk'lijk?
Klaprib, lapjes, punt of haas?
Ben ik niet een stamboeknummer
Dat men graag zijn paaschprijs gunt?
Praat men steeds niet opgetogen
Van het Nederlandsche rund?
Wie waardeert het, dat ik enkel
Voor het mensch’lijk voordeel leef.
En, om tong en maag te streelen.
Binnenkort mijn leven geef?
Om de crisis te bezweren
Moet een offertje gebracht.
Daarbij heeft men weer het éérste
Aan die domme koe gedacht!
Tweemaal honderd duizend zusters
Moeten naar het abattoir.
En de ménsch? natuurlijk doet
Met een offerend gebaar!
Maar wij koeien zijn de dupe!
Wij, wij storten weer ons bloed,
Nu de flinke rundveestapel
Krachtig ingekrompen moet!
Ach, minister, ook mijn hart krimpt.
Wij ook hebben ’t leven lief.
Béter is het koe te blijven
Dan in blik, als corned beaf!
Namens al mijn logge zusters
Breng ik hier een koe-protest.
Want, om ingeblikt te worden.
Zijn wij koeien heusch te best!
U mijnheer den dagbladschrijver,
Zend ik deze regels toe
En ik blijf als steeds, hoogachtend
Uu) vriendinnetje: de koe.
Ondeugdelijke levensmiddelen
De overheid zorgt er voor, dat de winkeliers slechts
deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen. doch hoe
staat het ermee wanneer U ze gebruikt? Wanneer U
muizen hebt kan in één nacht Uw voedsel vies en
bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan
deze bron van schade en ergernis door Rodent te
gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer
7; T.« On°erv°n<l in zijn schuur veel last van muizen,
die hij met allerlei middelen trachtte te verdelgen. Ten
**otte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef
hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood
te hebben. Koop nog heden een enkele doos 1 30 ct.
of een dubbele doos a 90 ct en morgen zult U van
muis en rat bevrijd zijn. Imp.Fa. B. Meindersma.
Den Haag. B 43
,/ï/TY 4/y/y/A
5 GEEN SPRAKE
Mr> SCWEMZ/JNZE
\DOOR DE 6OS SLHEN GE
I&4AN OM A AN HUN
ACHTERVOLGERS TE ON/
KOMEN MAARHETZAL
N/ETtANG MEERDEREN.
DEZE. Zl/LLEN wEERtNl
oe s iapzijn Jf
WE STOMPEN GISTERAVOND EEN
PMA TJE AAN 2 'N DEUR TE NA KEN
EN JU/ST TOEN IK WILDE WEG 6AAN,
JAGEN WE HE/DEN EEN L/CUT 'N DAT
OUDE HU!5 SCHIJNEN, MAAR HET
VERDWEEN WEER DlRLCT^ IKG/NG
NAAR MUIS, MAAR >AM ZEI, DAT
HU NOG EENS ROND WOU KOKEN. IK
KUN ZOO EVcN MN SAM'S WONING
HIJIS NOG NIET (ER.UG ALLES SI AA'
PRE UT 5 OP Z'N PIAA Ti A CS G6TER AWt
I MIJNHEER DE COMMOJAR/s! !K HEA
I O OVERAL GEZOCHT. DE OUOE JAMTj
VERDWENEN, M/SSCHtEN WEL VER
MOORD D W/jT ZEKER R/EL OAT H/J
SLECHT) ONGEVEER TWEEHONDERD
ME TER VER WOUND! VAN DA TOUOE
SPOOKHUIS.
39.
Opnieuw deed de secretaris alsof hij wilde
yeg gaan, maar ik hield hem terug en zei:
„U hebt vrü lang met mijnheer Leavenworth
omgegaan en kende hem dus goed; gelooft u,
dat dit vooroordeel hem belet zou hebben om
toe te stemrrten m een huwelük van een van
sün nichten mot een Engelschman?”
„Zeker, dat geloof ik vast!”
Ik wist nu. wat ik weten wilde; er was geen
reden om dit onderhoud voort te zetten.
l.s
geschonken. Ons mooie groote luxe-stoomschip
mocht opstoomen tot diep in de binnenhaven.
Het kon evenwel geen ligplaats aan de
krügen. in welk inconvenient voorzien
door een uitmuntende halfuurs-veerdienst met
een der stedelüke veerbooten. die voor dit doel
gecharterd was. De stad zelf is fraai en grootsch
van allure, doch wat stüver dan bet zoo gemoe-
delüke en lieflüke Kopenhagen.
Onwillekeurig maakt men op zoo*n toeristen
trip vergelükingen tusschen de bezochte steden,
al is dit in wezen ook onbillük. want in iedere
stad moet men zich even oriënteeren en dient
men wat te acclimatiseeren, om er de sfeer vol
komen aan te kunnen voelen. En wü waren nog
te zeer In de droomerige stemming der oude
ruinen- en rozenstad Visby, die eigenlük in het
grüze verleden leeft, om het vitale, kerngezon
de stadsleven van Stockholm te kunnen ap-
precieeren^ Niettemin zullen de reizigers aan
deze sted *de pittigste herinneringen bewaren.
Alles is er frisch. pittig en energiek. Het
was een lust voor de oogen om b.v. de wacht te
zien betrekken bü het Koninklyk Paleis. Het
waren juist cavaleristen die deze eer te beurt
viel. En wij zagen de kranige ruiters <de Zweed-
sche gymnastiek is hun aan te zien!) op hun
opmerkelük fraaie paarden met MIe muziek,
een even „schneidig" infanterie-detachement
aflossen. Veldgrauwe uniformen zagen wü niet,
ook geen stalen helmen, doch bü cavalerie en
Infanterie goedzittende kleurige uniformen.
Twee dagen werden in Stockholm doorge
bracht met bezichtiging van ^tad en omgeving,
alsmede met bezoeken aan de vele fraaie mu
sea en aan het prachtige nieuwe raadhuis.
De tweede dag werd o.» besteed aan een boot
tocht naar het konlr.klük buitenverblüf Drott-
nlngholm. een heerlijk lustslot gelegen in een
smaakvol aangelegd park, dat in stül en opzet
•eenlgszins herinnert aan het Postdamer Bans
SoucL Het paleis werd bezichtigd en met vol
doening herkenden wü in een der zalen, temid
den van vele andere schilderijen, een levens
groot portret van wülen onzen Koning
Willem III. Het doet altijd aardig aan. zoo in
den verren vreemde iets uit het eigen vaderland
te ontmoeten.
Stockholm werd in den nacht verlaten en
at likens gleed ons groot schip door bet thans
zwarte vaarwater naar de Oostzee. Een lange
zeeroute hadden wü ditmaal voor den boeg. Li-
nea recta ging de reis thans weer retour naar
Hamburg.
Er lag een lichte deining op het Oostzeewa-
ter. waarop de kleinere vaartuigen die wü in
haalden en voorbüvoeren dansten en wiegelden.
Ons statige schip, dat nog heel andere zeeën
gezien en „verwerkt" had op zün reizen naar
Indië en Zuid-Amenka, trok er zich niets van
aan. al meenden een paar dames, het aan het
rtos-avontuur verplicht te zün, wat wit om den
neus te worden.
Het was te frisch geworden voor de zwemba
den. Maar de heer Coster, onze nooit volprezen
purser wist raad. Op de allergezelligste manier
arrangeerde hü dekspelen. die niet alleen de
deelnemers vermaakten, maar ook den toeschou
wers menig vroolijk moment bezorgden. Buiten
gewoon aardig was het te zien, hoe dat groote
heterogene gezelschap tenslotte samensmolt tot
één familie, die te zamen feest vierde. Een ge
zellige vreugde die haar hoogtepunt vond in
den Koninginnedag.
Dank zü de omstandigheid, dat wü een der
directeuren der K.NS M met zün familie als
mede-passagiers aan boord hadden, aan wiens
Initiatief en actief medeleven de toeristen veel
attenties danken, kreeg deze dag een geheel bü-
zonder aspect. De avondmaaltijd was één groot
feestdiner, waaraan de speeches van den dag na
tuurlek niet ontbraken, en aller hellwensch
klonk geestdriftig toen H M herdacht werd.
Een dol gezellig bal met feestmutsen en een
polonaise door het geheele schip besloot den
dag. Als aardige bijzonderheid willen wü niet
„Clavering is nog eens hier geweest, het vorig
Jaar.”
„Wist u dat?”
,4a.”
„Wat weet u nog meer? U weet al die dingen
al, terwijl ik nog in den blinde rondtast! Ik
smeek u. vertel mü alles wat u ontdekt hebt. U
zult er geen spüt van hebben. Het is niet voor
müzelf. Als ik slaag, krügt u de eer en in het
andere geval neem ik alles op mü-”
„Dat zün prachtige voorwaarden!” mompelde
de detectieve. „Maar wat is dan uw belootung?"
üiiiiimHiiiiiiiiiiiiiiii DE KOE iiiniiimimiiiiimiii
.Daarom wüdde u dus zooveel aandacht aan
dien man!” riep ik uit en zuchtte diep.
„Juist.”
„Wonderlük.en wat gebeurde er verder?”
„Ik was vast besloten dit spoor te volgen en
ging om inlichtingen naar het Hoffman Hotel.
Daar vernam ik, dat Clavering een geregeld
bezoeker is van het hotel; dat hü drie maanden
geleden uit Liverpool was gekomen en er sedert
dien onafgebroken een mooie suite bewoonde.
Men zei ook nog. dat hü alleen met respectabele
lieden omging, die hem met achting behandel
den. Toen ik dit vernomen had, ging ik naar de
hall van het hotel om hem af te wachten en op
te letten hoe hü reageerde op den vreemden
brief van Mary Leavenworth.”
lukte het u?”-
„Neen, een of andere idioot stond net vóór
hem, toen hü den brief ontving; maar daar de
bedienden mü zeiden, dat hü zeer opgewonden
was toen hü hem gelezen had, dacht ik wel. dat
ik op het goede spoor was. Ik zette mün man
nen aan het werk en liet hem twee dagen vol
gen; dit had niet veel succes. Het leek wpl of
hü geen belang stelde in den moord, want hoe
wel hü aandachtig de kranten las en vaak in de
buurt van de Fifth Avenue wandelde, probeerde
hü nooit, met een van de inwoners van het huis
in aanraking te komen. Teen kwam u mü op
zoeken en uw besluit om u met deze zaak te be
moeien. spoorde mü aan om mün pogingen
voort te zetten. Ik stuurde toen u er op af
en.,.."
De vroegere Spaansche kroonprins die. zoo
als bekend is, eenige maanden geleden in het
huwelük is getreden met een schoone Cubaan-
sche, leeft te Parüs onder zeer bescheiden om
standigheden.
Het prinselük paar heeft niet de beschik
king over een eigen auto en zü gebruiken hun
maaltijden in een eenvoudig Spaansche restau
rant op Montmartre.
Zü wonen in een hotel op een der groote
boulevards, dat wel zeer fatsoenlük is, doch
dat gewoonlük geen vorstelüke personen huis
vest.
Het .gevolg” van den prins bestaat slechts
uit zün toegewüden secretaris, die tevens over
de gezondheid van zün meester waakt.
gastvrouwT
omging.
John knikte.
„Ik kan hem alleen ’s avonds treffen", zei
hü- „Hü helpt z’n vader den heelen dag in
de zaak.” Even zweeg hü. en ging voort alof hj
er toevallig aan dacht: „ik ben laatst met hem
z n vaders boeken eens doorgeloopen. U zoudt
er van opküken. als u wist, hoeveel rekeningen
er in zoo n zaak nog open staan en tot welke
bedragen"
Ze schenen er allen van op te küken.
werd plotseling stil, angstig stil, als verwachtte
men, dat er zoo aanstonds namen zouden ge
noemd worden.
„U stelt wel zeer zware eischen.”
.Dat geef ik toe, en in andere omstandighe
den zou ik lang geaarzeld hebben om u zoo n
verzoek te doen. Maar zooals de ziken er nu
voor staan, kan ik niet ópschieten als u mü
niet in uw vertrouwen neemt.”
„Wacht eens even!” onderbrak Gryce mü
„Maakt Clavering misschien een van de dames
Leavenworth het hof?”
Hoewel ik wilde verbergen, waarom ik zoo n
belang stelde in Clavering. kon ik niet verhin
deren, dat een diepe blos mü naar het gelaat
steeg.
,Dat zou mü niets verbazen,” vervolgde de de
tective. „Hü is geen verwant en geen vriend
van de familie Leavenworth. Daarom geloof ik
vast, dat hü een van de meisjes het hof maakt."
„Ik begrüP niet hoe u daarbü komt,” zei Ik in
de hoop hem aan het spreken te krijgen. „Cla
vering is geen Amerikaan; hü is maar kort in
New-York geweest; hoe zouden zü elkaar hebben
leeren kennen?”
Te Weenen is een organisatie gevormd, welke
zich noemt de „Oostenrüksche Koloniale Liga”
en propaganda maakt voor het toekennen van
een invloedssfeer aan Oostenrük in een der
groote continenten.
De Liga betoogt dat de economische onaf-
hankelükheid van Oostenrük bevorderd zou
worden, indien op deze wüze een arbeidsgebied
gevonden kon worden voor Oostenrüks werk-
looze jeugd, die thans door gebrek aan bezig
heid vaak zich bü extremistische bewegingen
gaat aansluiten.
De Liga wil voorloopig alleen ongehuwde
jongemannen voor zulk een kolonisatie gebrui
ken. Zü zouden georganiseerd worden als „ci
viele soldaten" en onder semi-militaire discipline
komen.
2. Dat deze badplaats dezelfde was als die
waar ook Eleonore de maand Juli had doorge
bracht. x
3. Dat men iets van gemeenschappelüken
omgang had gemerkt.
4. Dat ZÜ lang genoeg weg waren geweest
om hun huwelük te doen inzegenen.
5. Dat er een Methodistisch predikant, die
sedert dien overleden was, binnen een afstand
van twintig mül woonde.
Ik vroeg mü af. hoe ik aan deze bewüzen
moest komen. Als ik den levensloop van Clave
ring had gekend, zou dat mü veel hebben kun
nen helpen; maar ik wist büna niets van hem.
Ik wist alleen, dat Eleonore in R. was geweest
met haar oom. Als mün theorie juist was.
moest hü daar ook/ geweest zün. Ik besloot
dus. den volgenden dag naar R. te vertrek
ken. Maar alvorens zulk een belangrijke taak
te ondernemen, wilde ik de weinige uren die
mü nog restten, benutten om zooveel mogelijk
gegevens te verzamelen. Allereerst ging ik naar
Oryce. Hü had een hevigen aanval van Jicht en
ontving mü uitgestrekt op een canapé en zün
voeten in een ouden deken gewikkeld. Hü
knikte even en dit knikje kon men even goed
houden voor een welkomstgroet als voor een
manier om zich te verontschuldigen. Hü vroeg
mü of ik erg verbaasd was geweest, toen ik in
het Hoffman Hotel hoorde, dat de vogel gevlo
gen was.
.Ja, het verbaasde mü zeer, dat u hem had
laten ontsnappen. Gezien het gewicht dat u er
aan scheen te hechten, dat ik met hem in aan
raking kwam, dacht ik. dat u hem een belang-
r w y aar moet dat heen? vroeg münheer Lars
yy aan de blikken sardientjes, kazen en
andere eetwaren om hem heen. Münheer
Lars dreef den eenigen handel in comestibles
in een welgestelde. Ja rüke buurt, en hü had dan
ook veel te doen Maar op dezen Juni-avond was
z’n hoofd vol zorgen en hü zag maar één licht
punt: dat z’n zoon Bas den volgenden dag met
vacantie thuis kwam. D« winkel van Lars was
een gezocht adres, omdat hü altüd speciale ar
tikelen in voorraad had en nooit aandrong op
betaling van de rekening. Dit laatste durfde
hü niet, want deftige, zelfs rijke dames, zijn
heel gevoelig op dit punt. Zü Heten de reke
ning maar kalm opioopen en als Lars maar even
zou laten merken, dat hij om geld verlegen was.
dan zou hü- gunst en klandizie verliezen.
Hü Het dus niets merken en maande niemand.
Gelukkig kwam Bas morgen thuis Het was een
heele durf geweest van münheer Lars, z’n zoon
te laten studeeren op dezelfde universlteit als
de zoons van z’n klanten, van die oppervlakkige
schün-deftigheden, van wie velen hü had er
de onbetaalde bewüzen van in z’n la boven
hun stand leefden. Bas Lars was ook bevriend
met John Dexton. maar de Dextons waren an
ders; die betaalden hun rekeningen. En John
geneerde zich niet voor den omgang met den
zoon van een kruidenier. Gisteren had hü nog
naar Bas gevraagd John was al gepromoveerd
en in de firma van z’n oom opgenomen.
Lars had heel wat moeten tobben voor de
studie van Bas. Had hü al dat geld bü elkaar
kunnenhouden, dan zou hü 't huis, waaraan
hü zoo gehecht was. hebben kunnen koopen.
Maar Bas ging voor.
Toen de jongen met vacantie thuis kwam, za
gen Lars en z’n vrouw, dat hü nog dezelfde
was: even aardig, even oren en hartelük.
„En Bas." vroeg z’n vader. ..heb je nog plan
nen voor den zomer?"
„Plannen?” herhaalde Bas. „nou eerst uit-
pakken en dan zoek ik wat ouwe spullen bü
elkaar en dan kom ik u hier eens flink helpen.
We zullen de zaak van den zomer eens laten
marcheeren. vader. Zün de nieuwe aard
beien er al?”
Münheer Lars keerde zich om. Veranderd?
Die jongen? Niks hoor!
Maar in Augustus gebeurde er iets büzon-
ders. Chevy Slyme. de eigenaar van het huis,
kwam vertellen, dat hü t pand kon verkoopen
aan iemand, die een garage wou beginnen;
als meneer Lars ’t echter zelf wilde koopen
Lars wist in 1 r-rst niet wat te zeggen. Hij
zag de ramp al. weg uit hun huis, z’n brood
winning naar de maan.
„Hoeveel zou ik moeten geven, als ik 't kocht?”
vroeg hü-
„Vüfhonderd pond contant.” zei Chevy. „Kun
Je d’r aan komen?”
„Ik weet het niet.” antwoordde Lars, of
schoon hü het wel wist. M’n zoon studeert
nog. Ik zal er eens met m’n vrouw over
praten.”
„Goed.
„Mün belooning zal zün, dat ik de eer van
een vrouw heb gered.”
Dit antwoord scheen hem te bevallen, want
hü wüzigde zün houding.
„Nu dan. wat wilt u weten?”
„Hoe bent u er toe gekomen, Clavering
verdenken?"
„Dat had u mü niet hoeven te vragen.”
„Waarom met?
„Omdat u dat beter kunt weten dan ik."
„Hoe dan?”
„Herinnert u
T T jet is wonderlük. hoe vlug een vacantie-
t-1 reis ópschiet, wanneer men eenmaal
•*- x de helft van den toegemeten
Ir. Dat ondervonden de toeristen van
stoomschip „Costa Rica”. toen zü in den
schemerigen ochtend, tusschen de vele schilder”
achtige eilandjes, op Zwedens hoofdstad toe
stoomden
De invaart naar Stockholm is onvergetelük
schoon bü zonsopgang, omdat dan de belichting
zoo gunstig is. Men vaart van de Oostzee West
waarts het land in en heeft dus de zon in den
rug. Voor zoover althans de kronkelvaart tus-
schen de honderden rotseilandjes door ’t stoom
schip niet dwingt tot verrassende wendingen.
Het is onwezenlük van aanbllk. het hooge
donkere naaldhout zoo maar uit de bruine en
bronzen rotsblokken te zien ópschieten, waarin
de boomwortels oogenschünlük geen houvast
kunnen vinden.
Stockholm zelf baadde in den zonneschijn,
die dezen zomer aan heel Europa zoo kwistig is
Voor ons ligt nummer 7 van den zevenden Jaar
gang van het blad der jonge anarchisten
..Freie Jugend”, dat tweemaal per maand uit
kwam. De hoofdredacteur was Ernst Friedrich,
de eigenaar van het zoogenaamde antl-oor-
logsmuseum in de Parochlalstrasse tegenover
het stadhuis. Onder de medewerkers wordt ook
de bekende KAthe Kollwitz genoemd. Als adres
in Dultschland wordt Berlün C. 2, Parochial-
strasse 25, Internationales Haus, opgegeven;
als adres in Oostenrük deed dienst Joseph
Kuzera, Weenen XVI, Gedlebegasse 45/6,
adres in Zwitserland Bern. Belpstrasse 26.
Men kan zün oogen nauwelüks gelooven. Het
exemplaar dateert uit den zomer van 1925. Het
is een feestnummer ter eere van den boeren
opstand in 1525. Het hoofdartikel luidt: Laat
den rooden haan kraaien! iSetzt aufs Dach
den roten Hahn) en daaronder staat een
teekening van het gebouw van den Duitschen
RÜksdag. met het standbeeld van Bismarck er
voor, en het bekende inschrift: „Dem deut-
schen Volke”; en op het dak staat een vuur-
roode enorme haan, terwül het gebouw reeds
aan beide kanten brandt.
In het blaadje zelf komt men op deze teeke
ning geheel niet terug. Men heeft het daarin
over den boerenopstand.
Is van der Lubbe misschien door dit plaatje
geïnspireerd?
met kloppend hart, dat z’n zoon aan mevrouw
Wlckcllffe vroeg, of ze z’n vaders laatste nota
ontvangen had.
„Ik zal wel een chécque sturen.” antwoordde
ze koel, en Lars zag aan haar rüzende wenk
brauwen. dat ze zich beleedigd voelde.
Dien avond sprak Bas er met John over. Het
gevolg i»as. dat John naar de eerstvolgende
soirée van mevrouw Wickcliffe ging, waar ook
de Dudley’s, de Matsey’s. de Ronner s, de Baily’s
en mevrouw Jerkins met haar zuster tegenwoor.
dig waren. Hü maakte de gastvrouw een com
pliment over haar marrons glacé s, en vroeg waar
ze die vandaan had. De Ronner’s enz. spit
sten de ooren.
„Van münheer Lars natuurlük.” zei mevrouw
Wickcliffe.
„O," antwoord
de John, ,4iu
schiet me Juist te
binnen,
straks
moeten;
beloofd,
nog even bü Bas
Lars zou aanrijden.”
„Zeker een aardige Jongen??” onderstelde de
uit het feit, dat John met hem
Door het gebruik van dynamiet heeft de be
manning van de Portugeesche visschersboot
„Vera Cruz” driemaal zooveel sardines gedood
als zü aan boord konden nemen.
In verband hiermede is de kapitein van deze
visschersboot veroordeeld tot vier maanden ge
vangenisstraf. terwül het recht om te visschen
hem voor een Jaar ontzegd werd.
De eigenaars van de boot kregen 1000 gulden
boete.
I 1 J
I
i
s
I
als Je mikr binnen een maand be
slist. In elk geval wil ik van ’t huls af.”
Het praten met z’n vrouw bracht geen an
der resultaat, dan dat besloten werd, er niets
van tegen Bas te zeggen. Het eenige wat de
jonge man er van merkte, was de üver. waar
mee z’n vader de boeken na zag. 's avonds, als
hü zelf met John Dexton toeren ging.
Maar Bas hoorde net toch al gauw van
Chevy Slyme. Hü kwam vlug naar huis en riep:
„Zoo, wou u me maar zó^, weer
gaan, zonder dat ik er iets van wist?
En toen begon hü de boeken na te gaan.
Onder de vele open posten, die hü vond, wa
ren deze: Mevrouw Mataey 41.17 pond. mevr.
Wickcliffe 91.6 pond. mevr. Dudley 109.2 pond,
mevr. Ronner 64.10 pond. mevr. Baily 85 pond,
mevr. Jerkins 82 pond.
„Als de klanten allemaal op tüd betaalden,
behoefden we niet te verhuizen.” mompelde hü-
Lars knikte, maar er was niet veel aan ie
doen. Hü had al meer klanten verloren. Laatst
nog mevrouw Pawley, omdat hü mühheer Paw-
Jey over de rekening gesproken had, Münheer
Pawley gaf z’n vrouw «en vast huishoudgeld,
maar ,ze had veel verloren met bridge.
Bas was minder bedachtzaam. Lars hoorde
op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f “ZOOf) bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f ^TCf} bü een ongeval met f OgO bü verlies van een hand 9C verlies van een Z Cfj bü een breuk van Z 4/1 bü verllea van
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeertngen f sjtzt/tz. verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen f <«/(/•- doodeljjken afloop een voet of een oog Z 1 duim of wijsvinger VV«~been of arm f TlF.” anderen vinger
Over eenige dagen zou Chevy Slyme bü
münheer Lars komen en dan iou de kruidenier
moeten zeggen, dat hü geen vüfhonderd pond
had kunnen vinden en het vonnis zou worden
uitgesprokenEn toen kwam plotseling de
brievenbesteller de winkeldeur in en gaf Lars
een briefeen brief, die een chèque bleek te
bevatten van 91.6 pond van mevrouw Wlckcliff.
Hü stond verbaasd, betastte het papier, en
toen de waarheid tot hem doordrong, kwam
er een glans in z’n moede oogen.
„Bas!” riep hü- „Bas! D’r heeft er eentje
betaald! Heusch!” En toen rende hü de trap
op, om de chèque aan zün vrouw te laten zien.
Hü maakte op dien dag dien blüden tocht drie
maal. want er waren drie bestellingen en die
brachten alle drie chèques binnen. Den laatsten
keer had hü er een heel bundeltje van in de
hand.
„Ze hebben allen betaald. Lenny! Al de
groote posten. Nu kan ik de zaak aanhouden en
Bas kan blüven studeeren en we hoeven op
slot van rekening niet te verhuizen.’’
„Heerlük!” juichte z’n vrouw, „maar hoe komt
dat zoo in eens?”
„Dat weet ik niet.... t kwam zoo maar.,.,
ik begrüP er niets van.”
Lars en z’n vrouw hadden het nog niet be
grepen. toen Bas weer naar de universlteit
vertrok en John Dexton met z’n auto voor
kwam. om hem naar ’t station te brengen.
De autoriteiten in Engelsch-Indié zün opmerk
zaam gemaakt op de communistische propa
ganda, welke in het land gemaakt wordt door
middel van de radlo-ultzendlngen uit Moskou,
welk station sedert kort een speciaal Engelsch
program heeft gearrangeerd, dat des Zondags
avonds wordt uitgezonden, begint met een be
richtendienst en overgaat tot een opsomming
van de Jongste gebeurtenissen in de Sovjet
unie, waarbü het kapitalisme in dlscredlet
wordt gebracht en het communisme wordt ver-
heerlükt.
De radio-omroeper van den Moskouschen zen
der spreekt perfect Engelsch. zonder eenlg ac
cent en de ontvangst in Engelsch-IndlC is uit
stekend. zelfs duidelüker dan Huizen
land), Rome of Parüs. die drie West-Europee-
sche stations, die in Indië het feest verstaan
baar zün.
Daar de Sovjet-regeering niet is toegetreden
tot de internationale overeenkomst, volgens
welke uitzendingen in een vreemde taal zonder
toestemming van de betrokken regeering niet
zün toegestaan, kan hiertegen moeilük iets ge
daan worden.
WAARHWIJNUJK'
LAS HET EEN IKK,
UJKEN !N DE
VERTE OPEEN
LICHTJE.
(■MAAR WAAR X
KAN DIE OUDE
nr/iET gemolken
y /y z n paardhemj
•GEEN VOEDER GEKKE
GEN. HIJTi NERGENS TL
\y/NDEN, tk VLKZE KERu\
\JAI MEM IEP> ISQVC A
XKOHE