f 40.
f 75.705.
r<
- n
W
wiiAaal van den daq
Van postiljondienst tot vliegdienst
I
DIAMANT
keerden wij heden uit
U I T K E E R I N G
ONZE
253e
r
STORM
HET VLIEGVELD IN ZUID-
LIMBURG
De politie treedt op
DE KLEINE ANNIp EN HET SPOOKHUIS
Net op tijd
DONDERDAG 12 OCTOBER
Verkeer scentrum
I
Bak- en Braadvet
vroeger en nu
De Fransche bewape-
-
ning ter zee
BEJRAC
WAARMEDE
EEN
TOTAAL
VAN
THANS
A
Een diamant ter waarde
van 4500 Pond
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
Tarwe-oogst in Amerika
DOOR ANNA K. GREEN
IL
r
het fijnere vet
45 cent per pond
Noodlijdende visscherij
in Turkije
Onbekende documenten
4
over Bakoenin
HET GEVAL
LEAVENWORTH
Bacon-export uit
Finland
Waar eertijd* te Beek de posthoorn
schalde, dreunt straks het
vliegtuiggeronk
Wilt U Uw stamppot
smakelijk en voedzaam
maken, gebruikt dan:
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallen-verzekering aan den heer
B. STOELINCA, Houtrijkstraaf 86 huis, Amsterdam,
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
IjEGRUPJEPAT HOEA'ZaI
\NEN WE IETS ZIEN AL$Ml
Uchter BLIJVEN^ /KOE
LOOF NIET, DAT DIE KEREEj
\HIEL2LANG ZULLEN GEBlE
VEN ZIJN. ALS ZE VAN I
PLAN WAREN HENÓEVAHl
ÓEN TE NEMEN, WAAROM
aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
-V’
ran
raam
ver-
DV I I
was.
onq
I
d
levenslange gel
lies van belde
BU mijnheer Veeley
30
vraag haar welke
Henry Ritchie Clavering.
Wordt vervolgd).
„wy hebben nu den brlet In groote trekken
weer in elkaar gezet," zei Oryce, „dat is alles
wat we op het oogenblik noodig hebben."
„De toon is niet erg vleiend voor de dame in
kwestie," merkte ik op.
„Claverlng moet zich heftig door haar ge
griefd voelen, om zich aoo over iemand uit te
T MAAR MISSCHIEN
\ZULLEN ZE ONTDEKKER
WATER VAN DIEN QUDEN
\5AM GEWORDEN <S.
\iAKXERlDOT1 ALS ZE HEp
Leens vermporu ygo-
die...
hart.
digd.
Als u my niet gelooft.
banden.... u....
I
I
I
bij mijn nasporingen, en ging toen naar mijn
heer Veeley.
TIENDE HOOFDSTUK
een nicht
ander pers.
ger. omg...
vormt.
ver te
held versch.... Als...
welke banden.... uw.
„Ons melden boeken en sagen
Zoo menig wonderlijk ding;
Ook van een gelen wagen.
Die door de landen ging.
De postkoets reed, wat snelheid!
Per dag drie mijlen wijd
Hield stil voor iedere herberg
O, goede, oude tyd!’
Een diamant van 45 karaat, die door een
particulieren delver in een havendam nabij het
Baboon-eiland in het Barkly-district was ge
vonden. is voor den recordprijs van 4500 pond
verkocht.
„Ik zou loch liever het bestaan van dezen
brief niet bekend maken. Ik ben niet van plan
iedereen in mijn vertrouwen te nemen.”
„Dat heb ik ook gemerkt.” antwoordde Gryce
droogjes.
Ik deed alsof ik dezen steek onder water niet
voelde en nam het karton weer op, om de halve
woerden aan te vullen. Toen ik dat gedaan had,
stelde ik Gryce voor, om andere woorden, die
onontbeerlijk waren voor ien zin, in te lasschen.
Toen kreeg ik het volgende nog vrij verwarde
geheel;
De marine-medewerker van de „Daily Tele
graph” wijst in een uitvoerig artikel op den
geweldigen omvang van de Fransche bewape
ning ter zee. De ..Dunkerque” zal voor minstens
acht jaar het modernste linieschip ter wereld
zijn. De sedert den oorlog gebouwde Fransche
kruisers Zijn moderner dan de schepen uit de
zelfde categorie der Engelsche vloot. Bij den
bouw van oorlogsschepen staat Frankrijk aan
de spits. Frankrijk heeft zeven kruisers in aan
bouw, waartegenover de Vereenigde Staten
slechts zes en Japan vier. De correspondent her
innert voorts er aan. dat de Fransche kruisers
nog worden versterkt door een vloot van mach
tige .Jlottllle-lelders”. die volgens het Londen-
sche vlootverdrag nog als kruisers beschouwd
moeten worden, aangezien de in dit verdrag
bepaalde grootte voor flottllleleiders slechts
1850 ton bedraagt. Frankrijk heeft 13 schepen
in gebruik als flottllle-leiders van ongeveer 2500
ton; 6 zijn in dienst gesteld van 2100 ton en
12 zijn in aanbouw. Al deze schepen zijn uitge
rust met 13.7 cM. geschut. Geen andere mo
gendheid bezit torpedojagers of flottllle-leiders
uitgerust met zoo zwaar geschut. Voorts hebben
de Fransche schepen in het algemeen een groo
te snelheid. Ten aanzien van de onderzeeërs be
staat geen twijfel, dat Frankrijk op het oogen
blik de sterkste dulkbootvloot ter wereld bezit.
Frankrijk heeft 84 duik booten in dienst en 25
in aanbouw, Amerika slechts 81 en 2. Japan 63
en 9 en Engeland 50 en 10. Men moet toegeven,
dat Frankrijk zich een eerste klas weermacht
ter zee heeft geschapen.
-j-5 r was een heele opschudding in hotel
K Barduz. Het kostbare parelsnoer van me-
vrouw Pepita Hereira was gestolen. Haar
man. een kleine, dikke, bruine Argentinlër,
speelde geweldig op en de gérant van 1 hotel
trachtte hem te kalmeeren met het vooruit
zicht van een nauwkeurig politie-onderzoek.
Max Pinkerton, een knap, slank en joviaal
jongmensch, ook een der logeergasten, keek op
z’n horloge. Hij moest tennissen. Hij vond, dat
het zijn tijd werd zich te verkleeden en hij
ging.
De kleine Argentlnlër trad hem in den weg.
„Gaat u?” vroeg hij.
„Zeker.” zei Pinkerton, .match om half drie,
geen tijd meer, tot ziens.”
Hotel....
1 Maart 1876.
Den Heer Horatio Leavenworth
U hebt een nicht die u.... een nicht die de
liefde en het vertrouwen.... ieder ander....
lief, teer.... meisje.... prettigen omgang....
geen roos zonder doornen deze roos
vórmtzij ook is, tochstaathem
vertrouwde, met voeten te treden
liefde.... gehoorzaamheid verschui-
F' MIST ALS Ui DACHT
IS GEEN bPOOR VAN lEMANOTE VIN
DEN. HE T LKHTDAT DD OUDE BAM
ZACjWA^) WAARSCHIJNLIJK EEN LKH
KEVLg.HU WA 5 EEN VREEMD OUL
HUM >N meer DAM ÉEn OPZJCHTa
NET HEEL ÜOED HOGELIJK DAT j
Mijn compagnon lag nog steeds ziek te bed.
Hij vertelde mij, dat de haat van mijnheer Lea
venworth tegen de Engelschen voortkwam uit
het feit, dat hij van een vrouw had gehouden,
die later getrouwd was met een ander, die haar
mishandelde, een Engelschman.
..Sedert dien,” vervolgde mijnheer Veeley, „is
het geld zijn afgod geworden en zijn eenige eer
zucht was, een groot fortuin I* vergaren. Maar
het bewijs dat hij de vrouw uit zijn jeugd nooit
vergeten had, is. dat hy niet duldde, dat men
het woord ..Engelschman” in zyn tegenwoordig
heid uitsprak.”
Toen ik de trap afliep, herinnerde ik my, dat
ik een brief voor Fred, mynheer Veeley s zoon,
in mijn zak had De beste manier om hem den
brief te bezorgen was, om hem op de tafel van
de bibliotheek te leggen. Ik ging dus dien trant
uit, klopte op de deur en opende haar toen ik
geen antwoord kreeg. De kamer was niet ver
licht, maar er brandde een vrooiyk vuur in den
haard. By het schynsel bemerkte ik een vrouw
die voor den haard zat. By het eerste gezicht
hield ik haar voor mevrouw Veeley. Maar toen
ik dichterbij kwam en haar groette, zag ik dat
ik my vergistte.
„Neemt u my niet kwalyk mevrouw, ik heb
my vergist.'
wi/lJF NU WAAR JE 1
\BENT; NET ft.HIER
\GEEN PLANS VOOR
\KJNDEREN ALSD/EKE
\rels daap/nzun.
\DAN WORDT ER NA -
TUURDJK GESCHOTQ
i ALS W/J HEN OM
yNUELEN.
In de maand September heeft Finland een
record-hoeveelheid bacon naar Engeland uit
gevoerd, n.1. 402 ton tegen 141 >/2 ton in de
zelfde maand van het vorige jaar.
In de eerste negen maanden van dit jaar
werd 1792 ton bacon naar Engeland geëxpor
teerd tegen 1191 ton in dezelfde periode van
1932.
Als de storm zijn
Wijs gaat blazen
Op een groote
Saxophoon,
Klinkt in onze
Steedsche ooren
t Melodietje
Ongewoon.
Want het huilt maar
En het buldert,
Raast en dondert.
Krast en fluit
En het wijsje.
Wild geblazen,
Raakt voorloopig
Maar 'niet uit.
Maar je hoort
Alle kanten
Het gedaver
Van ‘t applaus.
Schoon het rhythme
Niet kan halen
Bij een wals van
Johann Strauss!
Uithangborden
Klappen vroolljk,
Dikwijls nd ten
Vol-plané.
Ook de ramen
En de pannen.
Zelfs de deuren
Klappen mee!
En wij zelve
Brengen ook nog
Voor het blazen
Onzen groet.
Want wij grijpen.
Zelfs voortvarend,
Met de handen
ffanr den hoed!
HEBBEN ZE DA TOAN I
I NIET TWEE DAGEN GE I
K LEDEN GEDAAN
1
)ssssstss(SMSs«sssssa«ss*ss9(iss((^asM999Msar
niet enkel ’n gezellige kout en ouschuldige leut
te zyn geweest. Maar dit za! wel niet hebben
afgehangen van 1 soort pub'iek, dat de wagens
bevolkte. Want ook de hoogste autoriteiten
maakten voor lange afstanden by voorkeur van
den postiljondienst gebruik. Koning Willem i
was een trouwe klant van den postiljon te Beek.
Met deze Limburgsche postwagens heeft ge
noemde vorst heel de Noordeiyke en Zuidelyké
Nederlanden, welke toen nog één staat vorm
den, afgereisd. Maar op het hoogtepunt van zyn
roem moest dit bedrijf worden stopgezet, want
reeds had Stephenson de wereld verbaasd met
zyn stoommachine, welke locomotief in dan
loop der jaren tot een moloch uitgegroeid
en de zooveel romantischer postwagens geheel
verdrongen heeft. Voor zoover ons bekend, is
geen koets van dezen postiljondienst voor het
nageslacht behouden. Voor zoover wy kunnen
nagaan, zyn enkele costuums van dezen postiljon
wel bewaard gebleven en indertyd overgegaan
op een kleinzoon, die in Kohlscheid. naby
Kerkrade, woonde, terwijl zy zich thans moeten
bevinden in het bezit van diens kinderen, die
momenteel in Westfalen wonen. Zoo is ver
gaan de eenmaal zoo roemrijke geschiedenis
der Beeker postiljons, welker plaats zoowel let
terlek als figuurlijk straks wordt ingenomen
door het meest moderne voertuig onzer
hedendaagsche samenleving, de vliegmachine
De goede dorpelingen, die eertijds zich ver
meiden in het getoeter van den posthoorn,
zul’en zich straks moeten gaan wennen aan
het dreunend geronk der vliegmotoren
De hal van 1 hotel was vol menschen die
allemaal druk praatten. Het Argentynsche echt
paar stond in 1 midden van de grootste en
drukste groep en de modieus fcekleede heer met
z’n verzorgde handen en zwart, geplakt haar,
stond met hen te "praten.
Blackstone's optreden wekte algemeene ver
bazing tijen hy riep:' „Senor Hereira. ik neb
uw parelsnoer ontdekt!”
..Diabolo! Heb ik dan twee parelsnoeren?”
riep de Argentiniër en wees naar het sieraad
dat den hals van z’n vrouw omstrengelde.
„Maar waarde heer”, klonk de vriendelyke
stem van den man naast hem. die Blackstone
met een greintje sarcasme aankeek. „Ik zei u
toch, dat het gewone namaak was, die ik
voor m'n vrouw gekocht had. Als u dan u zelf
met geweld belacheiyk wilt maken. Maar 1 k
zou me schamen
Het gelaat van Blackstone bleef strak en
koud. Hy knikte even met z’n hoofd en twee
heeren, die er rustig en kordaat uitzagen, stap
ten naar voren, grepen den heer met het zwarte
geplakte haar vast en deden hem in een om
mezien de handboeien aan.
„Hebben jullie de vrouw ook?”
.Ja mynheer.”
De detective wendde zich weer tot den Argen
tiniër.
„Hier zyn uw parels, Senor. Die uw vrouw
daar om haar hals heeft, zyn de valsche. Een
handige truc mynheer, knap gevonden en goed
gespeeld.”
De gevangene boog.
„U moogt wel blij zyn, Senor Hereira”. lachte
de detective, „dat we er In Scotland-Yard net
op tyd de lucht van kregen.”
De senor wendde zich tot z’n vrouw.
„Hy gaat.” sprak hy .minachtend.
t dicht i
derde van
klimopplant
emmer waren, dien zy in het vuur leeg stortte,
wat. zooals ‘u zult moeten toegeven, een vreemde
plaats is om een papier te verbergen voor welks
bezit zy zich zoo had ingespannen En ten twee
de vernietigt de vorm van de papiersnippers uw
veronderstelling.”
De detectleve keek met groote belangstlling
naar myn das en sprak:
„U bent zeer diepzinnig, mynheer Raymond,
ik bewonder u.”
Meer verbaasd dan verheugd over dit onver
wachte compliment, keek ik hem een oogenblik
besluiteloos aan en vroeg hem:
„Wat denkt u er van?”
„U weet dat ik er geen meening op na houd.
Dat gaf ik allemaal op toen ik de zaak in uw
handen legde.”
„Maar toch.
„Ik geloof, dat de brief waarvan hiér de rest
ligt, ten tyde van den moord op mynheer Lea
venworth’s schrijftafel lag. Ik geloof eveneens,
dat juffrouw Eleonore. na het weghalen van
het lyk. zich meester heeft gemaakt van een
papier, dat op de schryftafel lag. Dat zy. toen
zy zag dat zy ontdekt was, den sleutel in het
vuur gooide. Hieruit haalde men later deze
snippers, zooals u weet. Ik laat het aan u over
om een gevolgtrekking te maken.”
„Als u het goed vindt." antwbordde ik. „zul
len wy de gevolgtrekkingen voor later bewaren.
Ik wil eerst nagaan, of de theorie die ik my ge
vormd heb. juist is.”
Ik wachtte nog even op het adres van Gryce’s
ondergeschikte F„ die my van dienst kon zyn
„Wel, dit is vast en zeker een brief, die uit
een of ander hotel aan mijnheer Leavenworth
is geadresseerd en gedateerdlaat eens
zien.... Er staat een ,,t,' is het niet?” en ik
wees met den vinger de eenige zichtbare letter
aan onder het woord hotel.
„Ik geloof het wel.” antwoordde Gryce. ..maar
vraag m.y nu niets.”
,Ja, dat is wel een „t”. Dus de brief is geda
teerd: 1 Maart 1876 en onderteekend
Gryce keek belangstellend naar de zoldering.
„Door Henry Clavering,” voegde ik er aan toe
Zonder de minste aarzeling.
„Hoe weet u dat?" vroeg Gryce.
„Dat zal ik u laten zien.”
Toen haalde ik het kaartje uit myn zak. dat
Claverlng my gegeven had by ons laatste onder
houd en hield het onder den laatsten regel van
den brief, onder aan de tweede bladzy. Henry
Ritchie Clavering van het kaartje en de H-...
chie.... van den brief waren absoluut van de
zelfde hand
..Het is Claverlng. zonder twyfel," zei de de
tective. zonder echter de minste verrassing te
toonen.
De visschers in Turkye hebben een krachtig
beroep gedaan op de regeering, om het eten
van visch door de bevolking op een dag in de
week verplichtend te stellen.
Op last van den minister va» Onderwijs zyn
reeds regelingen getroffen dat aan schoolkin
deren meer visch als voedsel zal worden gege
ven. De autoriteiten overwegen thans nieuwe
maatregelen om het gebruik van visch te doen
toenemen. Groote hoeveelheden visch moeten
wegens gebrek aan koopers weer over boord ge
worpen worden.
I
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
laten, over iemand die hy nog wel lief en teer
noemt.”
„Waar een geheimzinnige misdaad gepleegd
is, worden altyd grieven ontdekt.”
,Jk denk dat ik deze ken,” zei ik. En omdat
Gryce my vragend aankeek voegde ik er aan
toe:
..Maar voor het oogenblik wil u u myn ver
moedens nog niet meedeelen. Tot nu toe biyft
myn theorie ongewijzigd; het lykt my zelfs of
zy gedeeltelijk bevestigd is. Dat is alles wat ik u
„Och kom. t is de moeite niet waard.”
De jonge man die voor F. P. C. speelde nep
de gang door, den hoek om, maar Blackstone
bleef.
Zoodra hy alleen was. knielde hy geruisch-
loos neer en hield z’n oog voor T sleutelgat
der kamer die hy zoo Juist had verlaten. Hy
was nu een en al speurzin.
Nog juist op tyd sprong hy op en verborg
zich. De bewoner der kamer kwam bulten en
liep, zacht neuriënd de gang door.
Even aarzelde Blackstone. Waar zou hy op
af gaan...i op den man of op T parelsnoer?
HV koos het laatste. Zacht ging hy de kamer
binnen, trok he,
open, stak s
z’n hand diep in
gebla- s,
i een
-r,-i die
den muur bedekte
en haalde er een
klein lederen étui uit.
itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiHiniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
I
i ii iihii ii ii I ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiii i iiiiiii ii ii iiiiiiiiiiiiif iiii i viiiiiiiiii ii ii iiiii ii ii iiiiiiiii i mui 11 ii ii i it in mi mi ti i iiiii iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii i
De plannen voor den aanleg van een
keersviiegveld in Zuid-Limburg. ontworpen
door de Provlncla’e Limburgsche Commissie
voor Verkeer. Handel en Industrie in samen
werking met het Comité tot Voorbereiding van
den aanleg van een vliegveld in Zuld-Llmburg.
bevinden zich in dusdanig uitgewerkt stadium,
dat thans vrijwel alleen nog de open vraag
biyft welk terrein zal worden gekozen. Zooals
men weet worden hiervoor verschillende plaat
sen genoemd, n.l. Valkenburg, Voerendaal en
een terrein, gelegen tusschen Beek en Ulestraten
Het schünt wel, dat laatstgenoemd terrein de
meeste kans heeft. Dit terrein is (van het
Zuiden uit) even verder dan het ontworpen
stuwbekken by Geulle, t. w. aan de overzijde
van den Rijksweg gedeelteiyk tot de gemeente
Beek, anderdeels tot Ulestraten. Wat in dit
verband bijzonder merkwaardig is, is het feit,
dat ongeveer terzelfder plaatse long, een haif
uur gaans van het aangegeven terrein) nog
een kleine eeuw ge’eden het vroegere z.g. „post
huis” was gevestigd, van waaruit de bekend"
postiljondienst van Smeets werd onderhouden
Het vervoer in vroeger eeuwen geschiedde
meest te water per „beurtschipper” met de
thans zoo zeer gesmade „trekschuit”. Te land
werd het. passagiersverkeer onderhouden door
verschlllencc postiljons- of dillgencedlensten,
van welke wel het meest bekendheid verwierf
die van v. Gend en Loos. Minder bekend, maar
daarom niet minder belangrijk, was die, waar
van boven sprake is en welke was gevestigd te
Beek, waar zich momenteel het landgoed „Bee-
kerhel” bevindt. In den volksmond heette het
toentertyd ’t Roodhuis of t Posthuis, ook wei
Posterijen genaamd. Het was gelegen aan de
vroegere Romeinsche heerbaan (dit is niet
de tegenwoordige ryksweg), welke heden ten
dage nog slechts een weinig begane landweg :s.
In het „Roodhuis was behalve een stalhoudlng
ook een hctel gevestigd. De onderneming be
schikte over een 70-tal postiljonwagens, welke
voor de lange routes met twee, soms drie paar
den werden getrokken, ze vervulden zoowel
koeriers- als passagiersdiensten. Op bepaalde
afstanden varen posten gevestigd, waar andere
paarden werden voorgespannen, zoodat een
postwagen meestal met andere paarden terug
kwam. dan met welke hy was uitgereden. De
reis met eer. dergeiyk vervoermiddel was wel
eenlgszlns primitiever dan onze moderne ver
voermiddelen met alle denkbare comfort en
acoomodatie. Zoo was b.v. in den winter voor
verwarming der voeten de vloer met hooi of
stroo bedekt Een relsbeschryvlng uit die dagen
verhaalt ons o. a. het volgende: „Men stond
des morgens ontzettend vroeg op, wikkelde zich
in pelsjassen, mantels en bouffanten, stopte
zich de zaltken vol boterhammen, enbezat
zyn ziel m lijdzaamheid De zeer ouden van
dagen kunnen nog meepraten van het wagen-
ziek worden en van de montere deuntjes, welke
de postiljon op zijn hoorn toeterde tot aanbla
zing der byna uitgedoofde levensvonk in de
verkleumde, verstyfde, dooreengerammelde pas
sagiers. Baumbach bezong dit voorvaderiyk
vervoermiddel als volgt:
„En laten we nu eer.s naar den Inhoud van
den brief kyken," vervolgde Ik.
Toen begon ik hardop de woorden in volg
orde te lezen en wachtte even, wanneer er een
woord ontbrak.
De Heer Hor.... u hebt een nicht die u....
de liefde en het vertr.... ieder
lief, teer.... meisje.... prettl-
geen roos zonddeze roos
zy ook is, tochhem die haar
treden.... hart. zy liefde....
niet gelooftvraag.
H..chie.
„Dat lykt veel op een klacht tegen een van
de nichten van mynheer Leavenworth,” zei ik.
Myn eigen woorden deden my schrikken.
„Wat is er?” vroeg Gryce.
,Jk heb al over dezen brief hooren spreken.
Het is inderdaad een klacht tegen een van de
richten van mynheer Leavenworth. Claverlng
heeft hem geschreven."
Ik vertelde hem. wat Harwell my hierom
trent had meegedeeld.
JSoo, zoo. Harwell heeft dus eindeiyk iets los
gelaten?”
..Sedert twee weken hebben wy byna dage
lijks samen gewerkt; het is dus niet te verba
zen. dat hy iets los gelaten heeft."
.By beweert dus. dat hy den brief gelezen
heeft, dien Claverlng aan mynheer Leaven
worth schreef?”
„Ja, maar de détails herinnerde hy zich niet
meer.”
„Als hy dit leest, al de rest hem wel weer
i te binnen schieten
•ttwitv enigen
zy gedeeltelijk bevestigd is. Dat is alles wat ik
zeggen kan.”
„Deze brief vormt dus niet de schakel die u
ontbrak?"
„Neen, het is een waardevol "tfcwysstuk. maar
het is niet de schakel die my nog ontbreekt."
„Toch moet hy van veel beteekenis zyn. an
ders zou Eleonore Leavenworth zich niet zoo
veel moeite gegeven hebben om hem van de
schryftafel van haar oom weg te nemen en
verder.
„Waarom denkt u dat ze Juist dit papier heeft
weggenomen?”
„Omdat men het samen met den sleutel ge
ven heeft en omdat er bloedspatten op zitten."
Ik schudde bedenkelyk bet hoofd; immers,
Eleonore had my gezegd dat het papier niet
meer bestond, dat ze het vernietigd had.
„Waarom schudt u het hoofd?” vroeg Oryce.
„Uw redeneering bevredigt my niet in t
minst.” antwoordde ik.
„Waarom niet?”
„Ten eerste heeft Fobbs geen papier in haar
hand gezien toen zy zich over het vuur boog.
Hieruit blijkt dus, dat de snippers In den kolen-
De dame keek even naar den knappen jon
gen man en maakte dan een gebaar tegen haar
echtgenoot. M
„Laat hem gaan,” lachte zy.
Hotel Balduz was een ouderwetsch hotel met
kleine trapjes en gangen en donkere hoeken.
Max Pinkerton was er al tweemaal in ver
dwaald. Het was dus niets vreemds dat hy
denkend aan de bestolen mevrouw Hereira en
haar woedenden man, de eerste de beste deur
open deed die in net zoo n donkeren hoek lag
als de zyne, en naar binnen stapte.
Hoteelkamers lykep dikwijls op elkaar. Op een
stoel by het raam stond een koffer. Pinkerton
liep er zonder erg "heen, lichtte het deksel op
en sprong, verbaasd, een stap achteruit. Boven
op een stapel keurig ondergoed, lag een pa
relsnoer.
Hy nam het in de hand, keek rond en zag
toen, dat het zyn kamer niet was. Op dit
oogenblik ging de deur open en een man kwam
binnen, een man van omstreeks dertig jaren
met een hard en leep gezicht. Hy bleef staan
en keek strak naar den indringer.
Max Pinkerton begreep, dat, of de man al
dan niet recht op het parelsnoer had, zyn aan
wezigheid in een andermans kamer, verklaring
en uitlegging elschte.
„Neemt u me niet kwalyk mynheër,” sprak
hy beleefd, „die deuren zien er alle zoo X
zelfde uit en nummers ziet men niet in X
donker. Ik dacht, dat ik m’n eigen koffer open
deed en ik vond dit.” Hy hield het .parelsnoer
omhoog. „Myn naam is Max Pinkerton. Ik speel
voor de P.P.C. tegen Yorkshire Gentlemen.”
„O ja?” De ander keek nu niet meer ver
stoord, maar vrooiyk. ,Jk speel voor de Gentle
men; myn naam is Blackstone. En ’t gekste is.
dat ik ook de verkeerde kamer ben binnen
geloopen.”
„Wel allemachtig! Wie z’n kamer is dit dan?”
,.En hoe komen die parels hier?” vroeg Black
stone.
Als antwoord op hun vragen ging de deur
weer open en een derde heer kwam binnen. Hy
was modieus gekleed, had zwart, geplakt haar,
zeer verzorgde handen en een ietwat vrouwe
lijk gezicht. Hy keek noch verbaasd, noch ver
ontwaardigd. maar zei kalm:
„Ik weet niet wat de heeren hier komen
doen, maar het verheugt me kennis met hen
te maken
Max Pinkerton, met het parelsnoer nog in de
hand, begon de noodlge verklaring te geven, en
vertoonde opnieuw de parels.
De laatst gekemene schoot in een lach.
„En u dacht natuuriyk. dat u een heele vondst
gedaan had.” zei hy.
Hy nam het snoer aan, wierp het spelend
omhoog, ving het op en gooide het weer in den
koffer.
„Winkelprijs een pond, waarde zcowat acht
shilling. Pas in Londen gekocht voor m’n vrouw.
A propos, u zult misschien met belangstelling
vernemen, dat het echte parelsnoer gevonden is.
’t Werd eindelyk in de kamer van mevrouw He
reira ontdekt door haar kamenier. Die bruine
man van haar is net klaar met z’n vreugde
sprongen."
„Gelukkig maar!”
„Schitterend."
De twee verdwaalde heeren bewegen zich in
de richting van de deur.
,Jk vraag u nog wel excuus!” zei Pinkerton.
In de Estlandsche stad Narwa in de naby-
held der Sovjetrepubliek zyn in het stedeiyk
archief zeer interessante, tot nu toe onbekende
documenten gevonden, die betrekking hebben
op den Russischen anarchist Michael Bakoenin.
Uit deze documenten biykt, dat Bakoenin in
1848 gedurende zyn verbiyf in Pruisen een sa
menzwering tegen het leven van Czaar Nlco-
laas I op touw had gezet, tenminste als de
czaristische politie goed op de hoogte was. Het
eene document is een op 27 Juni 1848 geda
teerd schryven van de kanselary van den gou
verneur van St. Petersburg aan den magistraat
van Narwa, waarin er melding van wordt ge
maakt dat de vroegere Russische ambtenaar
Bakoenin, die alle Russische burgerrechten nad
verloren, een mlsdadigen aanslag tegen oen
czaar beraamde. Tot dit doel aldus de brief
had Bakoenin twee uit Rusland gevluchte
Polen, de gebroeders Wigowski, omgekocht
Het was hem gelukt den broeders valsche pas
sen te bezorgen, waarmee ze naar Rusland zou
den kunnen komen. Aan twee andere Polen
had hy opgedragen te Riga een aanslag tegen
den Czaar’te plegen, als de voorgenomen reis
van Nicolaas naar Riga zou plaats vinden. Aan
het slot van het schryven der kanselary wordt
melding gemaakt van het verzoek van den
adjudant-generaal graaf Orlow. om de streng
ste maatregelen te nemen, wanneer het den sa
menzweerders zou gelukken in het gouverne
ment St. Petersburg binnen te dringen.
Het tweede document, gedateerd op 28 Juli
van hetzelfde jaar. bevat de mededeeling dat
het gelukt is de verbiyfplaats der gebroeders
Wlgowsky op te sporen, zy bevonden zich te
Lemberg. Ook dit schrijven dringt aan op on-
mlddeliyke arrestatie der samenzweerders, wan
neer zy zich op het gebied van het gouverne
ment St. Petersburg zouden begeven.
til L jë op dit blad zyn Ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen f bij levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f 'TtTfl by een ongeval met f by verlies van een hand 1 O£* oy verltee van een f Cfl by een breuk van f Afi by verllee van *n
Alle CID0TIT1C S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f «></Ws“ verlle» van belde armen, belde beenen of belde oogen f t VV» doodeiyken afloop Aeen voet of een oog f 145»/._ duim of wysvlnger been of arm f anderen vinger
Het Amerikaansche Departement van Land
bouw publiceerde dezer dagen eenige cyfers,
volgens welke de tarwe-oogst in de Vereenigde
Staten in het jaar 1933 geraamd wordt op
514.860.000 bushel, vergeleken met 726.000.000
bushel in het vorige een gemiddelde
productie in de jaren 1926 tot 1930 van
861.000.000.
Niet alleen echter de uiterst primitieve en
gebrekkige inrichting der postwagens en de
slechte wegen maakte een dergeiyke reis tot
een minder benijdenswaardig plezier, ook de
onveiligheid ten platten lande was oorzaak, dat
men zich wel degelyk op zoo’n reis moest voor
bereiden Niet zelden toch werd een reiswagen
aangehouden en geplunderd, vooral die. welke
lange routes aflegden. En de postiljon uit Beek
onderhield o. a. zelfs een vasten dienst op
Rusland! Met het oog hierop, was dan ook
menig reiziger voorzien van vuurwapenen.
Wellicht niet ten onrechte luidde de aanhel
van een by Jan ten Hoorn te Amsterdam uit
gegeven boekje als volgt: „lek bidde U o Heer,
weest my arme sondaer genadlgh, en vergeeft
my alle myne misdaden om Jezu Christi wille,
Heylige Vader, geeleidt en voert my opdeze
reyse door de bescherming Uwer lieve Engelen,
dat lek seecker sy voor Moordenaars en Hoo
vers. voor vergiftige lucht en quade sleckte
voor strydt en al’e ongeval." Verder kwam er
nog deze waarschuwing in voor: „Bewaart u
oogh, u mondt, u beurs en hoedt u voor *n
vrouwekeurs. en mydt u voor ’n medemaet. die
op te gladde wegen gaet. Oock wacht u voor
de dobbelsteen, want dit syn kanker in net
been!” Het blijkt in die rammelkasten dus ook
M/j ZAL OVEREEN DAARDAGEN
^EL (BOVEN WATER KOMETU
I
I