f 40. f 75.705. r< - n W wiiAaal van den daq Van postiljondienst tot vliegdienst I DIAMANT keerden wij heden uit U I T K E E R I N G ONZE 253e r STORM HET VLIEGVELD IN ZUID- LIMBURG De politie treedt op DE KLEINE ANNIp EN HET SPOOKHUIS Net op tijd DONDERDAG 12 OCTOBER Verkeer scentrum I Bak- en Braadvet vroeger en nu De Fransche bewape- - ning ter zee BEJRAC WAARMEDE EEN TOTAAL VAN THANS A Een diamant ter waarde van 4500 Pond DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS Tarwe-oogst in Amerika DOOR ANNA K. GREEN IL r het fijnere vet 45 cent per pond Noodlijdende visscherij in Turkije Onbekende documenten 4 over Bakoenin HET GEVAL LEAVENWORTH Bacon-export uit Finland Waar eertijd* te Beek de posthoorn schalde, dreunt straks het vliegtuiggeronk Wilt U Uw stamppot smakelijk en voedzaam maken, gebruikt dan: ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallen-verzekering aan den heer B. STOELINCA, Houtrijkstraaf 86 huis, Amsterdam, wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is IjEGRUPJEPAT HOEA'ZaI \NEN WE IETS ZIEN AL$Ml Uchter BLIJVEN^ /KOE LOOF NIET, DAT DIE KEREEj \HIEL2LANG ZULLEN GEBlE VEN ZIJN. ALS ZE VAN I PLAN WAREN HENÓEVAHl ÓEN TE NEMEN, WAAROM aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL -V’ ran raam ver- DV I I was. onq I d levenslange gel lies van belde BU mijnheer Veeley 30 vraag haar welke Henry Ritchie Clavering. Wordt vervolgd). „wy hebben nu den brlet In groote trekken weer in elkaar gezet," zei Oryce, „dat is alles wat we op het oogenblik noodig hebben." „De toon is niet erg vleiend voor de dame in kwestie," merkte ik op. „Claverlng moet zich heftig door haar ge griefd voelen, om zich aoo over iemand uit te T MAAR MISSCHIEN \ZULLEN ZE ONTDEKKER WATER VAN DIEN QUDEN \5AM GEWORDEN <S. \iAKXERlDOT1 ALS ZE HEp Leens vermporu ygo- die... hart. digd. Als u my niet gelooft. banden.... u.... I I I bij mijn nasporingen, en ging toen naar mijn heer Veeley. TIENDE HOOFDSTUK een nicht ander pers. ger. omg... vormt. ver te held versch.... Als... welke banden.... uw. „Ons melden boeken en sagen Zoo menig wonderlijk ding; Ook van een gelen wagen. Die door de landen ging. De postkoets reed, wat snelheid! Per dag drie mijlen wijd Hield stil voor iedere herberg O, goede, oude tyd!’ Een diamant van 45 karaat, die door een particulieren delver in een havendam nabij het Baboon-eiland in het Barkly-district was ge vonden. is voor den recordprijs van 4500 pond verkocht. „Ik zou loch liever het bestaan van dezen brief niet bekend maken. Ik ben niet van plan iedereen in mijn vertrouwen te nemen.” „Dat heb ik ook gemerkt.” antwoordde Gryce droogjes. Ik deed alsof ik dezen steek onder water niet voelde en nam het karton weer op, om de halve woerden aan te vullen. Toen ik dat gedaan had, stelde ik Gryce voor, om andere woorden, die onontbeerlijk waren voor ien zin, in te lasschen. Toen kreeg ik het volgende nog vrij verwarde geheel; De marine-medewerker van de „Daily Tele graph” wijst in een uitvoerig artikel op den geweldigen omvang van de Fransche bewape ning ter zee. De ..Dunkerque” zal voor minstens acht jaar het modernste linieschip ter wereld zijn. De sedert den oorlog gebouwde Fransche kruisers Zijn moderner dan de schepen uit de zelfde categorie der Engelsche vloot. Bij den bouw van oorlogsschepen staat Frankrijk aan de spits. Frankrijk heeft zeven kruisers in aan bouw, waartegenover de Vereenigde Staten slechts zes en Japan vier. De correspondent her innert voorts er aan. dat de Fransche kruisers nog worden versterkt door een vloot van mach tige .Jlottllle-lelders”. die volgens het Londen- sche vlootverdrag nog als kruisers beschouwd moeten worden, aangezien de in dit verdrag bepaalde grootte voor flottllleleiders slechts 1850 ton bedraagt. Frankrijk heeft 13 schepen in gebruik als flottllle-leiders van ongeveer 2500 ton; 6 zijn in dienst gesteld van 2100 ton en 12 zijn in aanbouw. Al deze schepen zijn uitge rust met 13.7 cM. geschut. Geen andere mo gendheid bezit torpedojagers of flottllle-leiders uitgerust met zoo zwaar geschut. Voorts hebben de Fransche schepen in het algemeen een groo te snelheid. Ten aanzien van de onderzeeërs be staat geen twijfel, dat Frankrijk op het oogen blik de sterkste dulkbootvloot ter wereld bezit. Frankrijk heeft 84 duik booten in dienst en 25 in aanbouw, Amerika slechts 81 en 2. Japan 63 en 9 en Engeland 50 en 10. Men moet toegeven, dat Frankrijk zich een eerste klas weermacht ter zee heeft geschapen. -j-5 r was een heele opschudding in hotel K Barduz. Het kostbare parelsnoer van me- vrouw Pepita Hereira was gestolen. Haar man. een kleine, dikke, bruine Argentinlër, speelde geweldig op en de gérant van 1 hotel trachtte hem te kalmeeren met het vooruit zicht van een nauwkeurig politie-onderzoek. Max Pinkerton, een knap, slank en joviaal jongmensch, ook een der logeergasten, keek op z’n horloge. Hij moest tennissen. Hij vond, dat het zijn tijd werd zich te verkleeden en hij ging. De kleine Argentlnlër trad hem in den weg. „Gaat u?” vroeg hij. „Zeker.” zei Pinkerton, .match om half drie, geen tijd meer, tot ziens.” Hotel.... 1 Maart 1876. Den Heer Horatio Leavenworth U hebt een nicht die u.... een nicht die de liefde en het vertrouwen.... ieder ander.... lief, teer.... meisje.... prettigen omgang.... geen roos zonder doornen deze roos vórmtzij ook is, tochstaathem vertrouwde, met voeten te treden liefde.... gehoorzaamheid verschui- F' MIST ALS Ui DACHT IS GEEN bPOOR VAN lEMANOTE VIN DEN. HE T LKHTDAT DD OUDE BAM ZACjWA^) WAARSCHIJNLIJK EEN LKH KEVLg.HU WA 5 EEN VREEMD OUL HUM >N meer DAM ÉEn OPZJCHTa NET HEEL ÜOED HOGELIJK DAT j Mijn compagnon lag nog steeds ziek te bed. Hij vertelde mij, dat de haat van mijnheer Lea venworth tegen de Engelschen voortkwam uit het feit, dat hij van een vrouw had gehouden, die later getrouwd was met een ander, die haar mishandelde, een Engelschman. ..Sedert dien,” vervolgde mijnheer Veeley, „is het geld zijn afgod geworden en zijn eenige eer zucht was, een groot fortuin I* vergaren. Maar het bewijs dat hij de vrouw uit zijn jeugd nooit vergeten had, is. dat hy niet duldde, dat men het woord ..Engelschman” in zyn tegenwoordig heid uitsprak.” Toen ik de trap afliep, herinnerde ik my, dat ik een brief voor Fred, mynheer Veeley s zoon, in mijn zak had De beste manier om hem den brief te bezorgen was, om hem op de tafel van de bibliotheek te leggen. Ik ging dus dien trant uit, klopte op de deur en opende haar toen ik geen antwoord kreeg. De kamer was niet ver licht, maar er brandde een vrooiyk vuur in den haard. By het schynsel bemerkte ik een vrouw die voor den haard zat. By het eerste gezicht hield ik haar voor mevrouw Veeley. Maar toen ik dichterbij kwam en haar groette, zag ik dat ik my vergistte. „Neemt u my niet kwalyk mevrouw, ik heb my vergist.' wi/lJF NU WAAR JE 1 \BENT; NET ft.HIER \GEEN PLANS VOOR \KJNDEREN ALSD/EKE \rels daap/nzun. \DAN WORDT ER NA - TUURDJK GESCHOTQ i ALS W/J HEN OM yNUELEN. In de maand September heeft Finland een record-hoeveelheid bacon naar Engeland uit gevoerd, n.1. 402 ton tegen 141 >/2 ton in de zelfde maand van het vorige jaar. In de eerste negen maanden van dit jaar werd 1792 ton bacon naar Engeland geëxpor teerd tegen 1191 ton in dezelfde periode van 1932. Als de storm zijn Wijs gaat blazen Op een groote Saxophoon, Klinkt in onze Steedsche ooren t Melodietje Ongewoon. Want het huilt maar En het buldert, Raast en dondert. Krast en fluit En het wijsje. Wild geblazen, Raakt voorloopig Maar 'niet uit. Maar je hoort Alle kanten Het gedaver Van ‘t applaus. Schoon het rhythme Niet kan halen Bij een wals van Johann Strauss! Uithangborden Klappen vroolljk, Dikwijls nd ten Vol-plané. Ook de ramen En de pannen. Zelfs de deuren Klappen mee! En wij zelve Brengen ook nog Voor het blazen Onzen groet. Want wij grijpen. Zelfs voortvarend, Met de handen ffanr den hoed! HEBBEN ZE DA TOAN I I NIET TWEE DAGEN GE I K LEDEN GEDAAN 1 )ssssstss(SMSs«sssssa«ss*ss9(iss((^asM999Msar niet enkel ’n gezellige kout en ouschuldige leut te zyn geweest. Maar dit za! wel niet hebben afgehangen van 1 soort pub'iek, dat de wagens bevolkte. Want ook de hoogste autoriteiten maakten voor lange afstanden by voorkeur van den postiljondienst gebruik. Koning Willem i was een trouwe klant van den postiljon te Beek. Met deze Limburgsche postwagens heeft ge noemde vorst heel de Noordeiyke en Zuidelyké Nederlanden, welke toen nog één staat vorm den, afgereisd. Maar op het hoogtepunt van zyn roem moest dit bedrijf worden stopgezet, want reeds had Stephenson de wereld verbaasd met zyn stoommachine, welke locomotief in dan loop der jaren tot een moloch uitgegroeid en de zooveel romantischer postwagens geheel verdrongen heeft. Voor zoover ons bekend, is geen koets van dezen postiljondienst voor het nageslacht behouden. Voor zoover wy kunnen nagaan, zyn enkele costuums van dezen postiljon wel bewaard gebleven en indertyd overgegaan op een kleinzoon, die in Kohlscheid. naby Kerkrade, woonde, terwijl zy zich thans moeten bevinden in het bezit van diens kinderen, die momenteel in Westfalen wonen. Zoo is ver gaan de eenmaal zoo roemrijke geschiedenis der Beeker postiljons, welker plaats zoowel let terlek als figuurlijk straks wordt ingenomen door het meest moderne voertuig onzer hedendaagsche samenleving, de vliegmachine De goede dorpelingen, die eertijds zich ver meiden in het getoeter van den posthoorn, zul’en zich straks moeten gaan wennen aan het dreunend geronk der vliegmotoren De hal van 1 hotel was vol menschen die allemaal druk praatten. Het Argentynsche echt paar stond in 1 midden van de grootste en drukste groep en de modieus fcekleede heer met z’n verzorgde handen en zwart, geplakt haar, stond met hen te "praten. Blackstone's optreden wekte algemeene ver bazing tijen hy riep:' „Senor Hereira. ik neb uw parelsnoer ontdekt!” ..Diabolo! Heb ik dan twee parelsnoeren?” riep de Argentiniër en wees naar het sieraad dat den hals van z’n vrouw omstrengelde. „Maar waarde heer”, klonk de vriendelyke stem van den man naast hem. die Blackstone met een greintje sarcasme aankeek. „Ik zei u toch, dat het gewone namaak was, die ik voor m'n vrouw gekocht had. Als u dan u zelf met geweld belacheiyk wilt maken. Maar 1 k zou me schamen Het gelaat van Blackstone bleef strak en koud. Hy knikte even met z’n hoofd en twee heeren, die er rustig en kordaat uitzagen, stap ten naar voren, grepen den heer met het zwarte geplakte haar vast en deden hem in een om mezien de handboeien aan. „Hebben jullie de vrouw ook?” .Ja mynheer.” De detective wendde zich weer tot den Argen tiniër. „Hier zyn uw parels, Senor. Die uw vrouw daar om haar hals heeft, zyn de valsche. Een handige truc mynheer, knap gevonden en goed gespeeld.” De gevangene boog. „U moogt wel blij zyn, Senor Hereira”. lachte de detective, „dat we er In Scotland-Yard net op tyd de lucht van kregen.” De senor wendde zich tot z’n vrouw. „Hy gaat.” sprak hy .minachtend. t dicht i derde van klimopplant emmer waren, dien zy in het vuur leeg stortte, wat. zooals ‘u zult moeten toegeven, een vreemde plaats is om een papier te verbergen voor welks bezit zy zich zoo had ingespannen En ten twee de vernietigt de vorm van de papiersnippers uw veronderstelling.” De detectleve keek met groote belangstlling naar myn das en sprak: „U bent zeer diepzinnig, mynheer Raymond, ik bewonder u.” Meer verbaasd dan verheugd over dit onver wachte compliment, keek ik hem een oogenblik besluiteloos aan en vroeg hem: „Wat denkt u er van?” „U weet dat ik er geen meening op na houd. Dat gaf ik allemaal op toen ik de zaak in uw handen legde.” „Maar toch. „Ik geloof, dat de brief waarvan hiér de rest ligt, ten tyde van den moord op mynheer Lea venworth’s schrijftafel lag. Ik geloof eveneens, dat juffrouw Eleonore. na het weghalen van het lyk. zich meester heeft gemaakt van een papier, dat op de schryftafel lag. Dat zy. toen zy zag dat zy ontdekt was, den sleutel in het vuur gooide. Hieruit haalde men later deze snippers, zooals u weet. Ik laat het aan u over om een gevolgtrekking te maken.” „Als u het goed vindt." antwbordde ik. „zul len wy de gevolgtrekkingen voor later bewaren. Ik wil eerst nagaan, of de theorie die ik my ge vormd heb. juist is.” Ik wachtte nog even op het adres van Gryce’s ondergeschikte F„ die my van dienst kon zyn „Wel, dit is vast en zeker een brief, die uit een of ander hotel aan mijnheer Leavenworth is geadresseerd en gedateerdlaat eens zien.... Er staat een ,,t,' is het niet?” en ik wees met den vinger de eenige zichtbare letter aan onder het woord hotel. „Ik geloof het wel.” antwoordde Gryce. ..maar vraag m.y nu niets.” ,Ja, dat is wel een „t”. Dus de brief is geda teerd: 1 Maart 1876 en onderteekend Gryce keek belangstellend naar de zoldering. „Door Henry Clavering,” voegde ik er aan toe Zonder de minste aarzeling. „Hoe weet u dat?" vroeg Gryce. „Dat zal ik u laten zien.” Toen haalde ik het kaartje uit myn zak. dat Claverlng my gegeven had by ons laatste onder houd en hield het onder den laatsten regel van den brief, onder aan de tweede bladzy. Henry Ritchie Clavering van het kaartje en de H-... chie.... van den brief waren absoluut van de zelfde hand ..Het is Claverlng. zonder twyfel," zei de de tective. zonder echter de minste verrassing te toonen. De visschers in Turkye hebben een krachtig beroep gedaan op de regeering, om het eten van visch door de bevolking op een dag in de week verplichtend te stellen. Op last van den minister va» Onderwijs zyn reeds regelingen getroffen dat aan schoolkin deren meer visch als voedsel zal worden gege ven. De autoriteiten overwegen thans nieuwe maatregelen om het gebruik van visch te doen toenemen. Groote hoeveelheden visch moeten wegens gebrek aan koopers weer over boord ge worpen worden. I MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) laten, over iemand die hy nog wel lief en teer noemt.” „Waar een geheimzinnige misdaad gepleegd is, worden altyd grieven ontdekt.” ,Jk denk dat ik deze ken,” zei ik. En omdat Gryce my vragend aankeek voegde ik er aan toe: ..Maar voor het oogenblik wil u u myn ver moedens nog niet meedeelen. Tot nu toe biyft myn theorie ongewijzigd; het lykt my zelfs of zy gedeeltelijk bevestigd is. Dat is alles wat ik u „Och kom. t is de moeite niet waard.” De jonge man die voor F. P. C. speelde nep de gang door, den hoek om, maar Blackstone bleef. Zoodra hy alleen was. knielde hy geruisch- loos neer en hield z’n oog voor T sleutelgat der kamer die hy zoo Juist had verlaten. Hy was nu een en al speurzin. Nog juist op tyd sprong hy op en verborg zich. De bewoner der kamer kwam bulten en liep, zacht neuriënd de gang door. Even aarzelde Blackstone. Waar zou hy op af gaan...i op den man of op T parelsnoer? HV koos het laatste. Zacht ging hy de kamer binnen, trok he, open, stak s z’n hand diep in gebla- s, i een -r,-i die den muur bedekte en haalde er een klein lederen étui uit. itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiHiniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii I i ii iihii ii ii I ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiii i iiiiiii ii ii iiiiiiiiiiiiif iiii i viiiiiiiiii ii ii iiiii ii ii iiiiiiiii i mui 11 ii ii i it in mi mi ti i iiiii iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii i De plannen voor den aanleg van een keersviiegveld in Zuid-Limburg. ontworpen door de Provlncla’e Limburgsche Commissie voor Verkeer. Handel en Industrie in samen werking met het Comité tot Voorbereiding van den aanleg van een vliegveld in Zuld-Llmburg. bevinden zich in dusdanig uitgewerkt stadium, dat thans vrijwel alleen nog de open vraag biyft welk terrein zal worden gekozen. Zooals men weet worden hiervoor verschillende plaat sen genoemd, n.l. Valkenburg, Voerendaal en een terrein, gelegen tusschen Beek en Ulestraten Het schünt wel, dat laatstgenoemd terrein de meeste kans heeft. Dit terrein is (van het Zuiden uit) even verder dan het ontworpen stuwbekken by Geulle, t. w. aan de overzijde van den Rijksweg gedeelteiyk tot de gemeente Beek, anderdeels tot Ulestraten. Wat in dit verband bijzonder merkwaardig is, is het feit, dat ongeveer terzelfder plaatse long, een haif uur gaans van het aangegeven terrein) nog een kleine eeuw ge’eden het vroegere z.g. „post huis” was gevestigd, van waaruit de bekend" postiljondienst van Smeets werd onderhouden Het vervoer in vroeger eeuwen geschiedde meest te water per „beurtschipper” met de thans zoo zeer gesmade „trekschuit”. Te land werd het. passagiersverkeer onderhouden door verschlllencc postiljons- of dillgencedlensten, van welke wel het meest bekendheid verwierf die van v. Gend en Loos. Minder bekend, maar daarom niet minder belangrijk, was die, waar van boven sprake is en welke was gevestigd te Beek, waar zich momenteel het landgoed „Bee- kerhel” bevindt. In den volksmond heette het toentertyd ’t Roodhuis of t Posthuis, ook wei Posterijen genaamd. Het was gelegen aan de vroegere Romeinsche heerbaan (dit is niet de tegenwoordige ryksweg), welke heden ten dage nog slechts een weinig begane landweg :s. In het „Roodhuis was behalve een stalhoudlng ook een hctel gevestigd. De onderneming be schikte over een 70-tal postiljonwagens, welke voor de lange routes met twee, soms drie paar den werden getrokken, ze vervulden zoowel koeriers- als passagiersdiensten. Op bepaalde afstanden varen posten gevestigd, waar andere paarden werden voorgespannen, zoodat een postwagen meestal met andere paarden terug kwam. dan met welke hy was uitgereden. De reis met eer. dergeiyk vervoermiddel was wel eenlgszlns primitiever dan onze moderne ver voermiddelen met alle denkbare comfort en acoomodatie. Zoo was b.v. in den winter voor verwarming der voeten de vloer met hooi of stroo bedekt Een relsbeschryvlng uit die dagen verhaalt ons o. a. het volgende: „Men stond des morgens ontzettend vroeg op, wikkelde zich in pelsjassen, mantels en bouffanten, stopte zich de zaltken vol boterhammen, enbezat zyn ziel m lijdzaamheid De zeer ouden van dagen kunnen nog meepraten van het wagen- ziek worden en van de montere deuntjes, welke de postiljon op zijn hoorn toeterde tot aanbla zing der byna uitgedoofde levensvonk in de verkleumde, verstyfde, dooreengerammelde pas sagiers. Baumbach bezong dit voorvaderiyk vervoermiddel als volgt: „En laten we nu eer.s naar den Inhoud van den brief kyken," vervolgde Ik. Toen begon ik hardop de woorden in volg orde te lezen en wachtte even, wanneer er een woord ontbrak. De Heer Hor.... u hebt een nicht die u.... de liefde en het vertr.... ieder lief, teer.... meisje.... prettl- geen roos zonddeze roos zy ook is, tochhem die haar treden.... hart. zy liefde.... niet gelooftvraag. H..chie. „Dat lykt veel op een klacht tegen een van de nichten van mynheer Leavenworth,” zei ik. Myn eigen woorden deden my schrikken. „Wat is er?” vroeg Gryce. ,Jk heb al over dezen brief hooren spreken. Het is inderdaad een klacht tegen een van de richten van mynheer Leavenworth. Claverlng heeft hem geschreven." Ik vertelde hem. wat Harwell my hierom trent had meegedeeld. JSoo, zoo. Harwell heeft dus eindeiyk iets los gelaten?” ..Sedert twee weken hebben wy byna dage lijks samen gewerkt; het is dus niet te verba zen. dat hy iets los gelaten heeft." .By beweert dus. dat hy den brief gelezen heeft, dien Claverlng aan mynheer Leaven worth schreef?” „Ja, maar de détails herinnerde hy zich niet meer.” „Als hy dit leest, al de rest hem wel weer i te binnen schieten •ttwitv enigen zy gedeeltelijk bevestigd is. Dat is alles wat ik zeggen kan.” „Deze brief vormt dus niet de schakel die u ontbrak?" „Neen, het is een waardevol "tfcwysstuk. maar het is niet de schakel die my nog ontbreekt." „Toch moet hy van veel beteekenis zyn. an ders zou Eleonore Leavenworth zich niet zoo veel moeite gegeven hebben om hem van de schryftafel van haar oom weg te nemen en verder. „Waarom denkt u dat ze Juist dit papier heeft weggenomen?” „Omdat men het samen met den sleutel ge ven heeft en omdat er bloedspatten op zitten." Ik schudde bedenkelyk bet hoofd; immers, Eleonore had my gezegd dat het papier niet meer bestond, dat ze het vernietigd had. „Waarom schudt u het hoofd?” vroeg Oryce. „Uw redeneering bevredigt my niet in t minst.” antwoordde ik. „Waarom niet?” „Ten eerste heeft Fobbs geen papier in haar hand gezien toen zy zich over het vuur boog. Hieruit blijkt dus, dat de snippers In den kolen- De dame keek even naar den knappen jon gen man en maakte dan een gebaar tegen haar echtgenoot. M „Laat hem gaan,” lachte zy. Hotel Balduz was een ouderwetsch hotel met kleine trapjes en gangen en donkere hoeken. Max Pinkerton was er al tweemaal in ver dwaald. Het was dus niets vreemds dat hy denkend aan de bestolen mevrouw Hereira en haar woedenden man, de eerste de beste deur open deed die in net zoo n donkeren hoek lag als de zyne, en naar binnen stapte. Hoteelkamers lykep dikwijls op elkaar. Op een stoel by het raam stond een koffer. Pinkerton liep er zonder erg "heen, lichtte het deksel op en sprong, verbaasd, een stap achteruit. Boven op een stapel keurig ondergoed, lag een pa relsnoer. Hy nam het in de hand, keek rond en zag toen, dat het zyn kamer niet was. Op dit oogenblik ging de deur open en een man kwam binnen, een man van omstreeks dertig jaren met een hard en leep gezicht. Hy bleef staan en keek strak naar den indringer. Max Pinkerton begreep, dat, of de man al dan niet recht op het parelsnoer had, zyn aan wezigheid in een andermans kamer, verklaring en uitlegging elschte. „Neemt u me niet kwalyk mynheër,” sprak hy beleefd, „die deuren zien er alle zoo X zelfde uit en nummers ziet men niet in X donker. Ik dacht, dat ik m’n eigen koffer open deed en ik vond dit.” Hy hield het .parelsnoer omhoog. „Myn naam is Max Pinkerton. Ik speel voor de P.P.C. tegen Yorkshire Gentlemen.” „O ja?” De ander keek nu niet meer ver stoord, maar vrooiyk. ,Jk speel voor de Gentle men; myn naam is Blackstone. En ’t gekste is. dat ik ook de verkeerde kamer ben binnen geloopen.” „Wel allemachtig! Wie z’n kamer is dit dan?” ,.En hoe komen die parels hier?” vroeg Black stone. Als antwoord op hun vragen ging de deur weer open en een derde heer kwam binnen. Hy was modieus gekleed, had zwart, geplakt haar, zeer verzorgde handen en een ietwat vrouwe lijk gezicht. Hy keek noch verbaasd, noch ver ontwaardigd. maar zei kalm: „Ik weet niet wat de heeren hier komen doen, maar het verheugt me kennis met hen te maken Max Pinkerton, met het parelsnoer nog in de hand, begon de noodlge verklaring te geven, en vertoonde opnieuw de parels. De laatst gekemene schoot in een lach. „En u dacht natuuriyk. dat u een heele vondst gedaan had.” zei hy. Hy nam het snoer aan, wierp het spelend omhoog, ving het op en gooide het weer in den koffer. „Winkelprijs een pond, waarde zcowat acht shilling. Pas in Londen gekocht voor m’n vrouw. A propos, u zult misschien met belangstelling vernemen, dat het echte parelsnoer gevonden is. ’t Werd eindelyk in de kamer van mevrouw He reira ontdekt door haar kamenier. Die bruine man van haar is net klaar met z’n vreugde sprongen." „Gelukkig maar!” „Schitterend." De twee verdwaalde heeren bewegen zich in de richting van de deur. ,Jk vraag u nog wel excuus!” zei Pinkerton. In de Estlandsche stad Narwa in de naby- held der Sovjetrepubliek zyn in het stedeiyk archief zeer interessante, tot nu toe onbekende documenten gevonden, die betrekking hebben op den Russischen anarchist Michael Bakoenin. Uit deze documenten biykt, dat Bakoenin in 1848 gedurende zyn verbiyf in Pruisen een sa menzwering tegen het leven van Czaar Nlco- laas I op touw had gezet, tenminste als de czaristische politie goed op de hoogte was. Het eene document is een op 27 Juni 1848 geda teerd schryven van de kanselary van den gou verneur van St. Petersburg aan den magistraat van Narwa, waarin er melding van wordt ge maakt dat de vroegere Russische ambtenaar Bakoenin, die alle Russische burgerrechten nad verloren, een mlsdadigen aanslag tegen oen czaar beraamde. Tot dit doel aldus de brief had Bakoenin twee uit Rusland gevluchte Polen, de gebroeders Wigowski, omgekocht Het was hem gelukt den broeders valsche pas sen te bezorgen, waarmee ze naar Rusland zou den kunnen komen. Aan twee andere Polen had hy opgedragen te Riga een aanslag tegen den Czaar’te plegen, als de voorgenomen reis van Nicolaas naar Riga zou plaats vinden. Aan het slot van het schryven der kanselary wordt melding gemaakt van het verzoek van den adjudant-generaal graaf Orlow. om de streng ste maatregelen te nemen, wanneer het den sa menzweerders zou gelukken in het gouverne ment St. Petersburg binnen te dringen. Het tweede document, gedateerd op 28 Juli van hetzelfde jaar. bevat de mededeeling dat het gelukt is de verbiyfplaats der gebroeders Wlgowsky op te sporen, zy bevonden zich te Lemberg. Ook dit schrijven dringt aan op on- mlddeliyke arrestatie der samenzweerders, wan neer zy zich op het gebied van het gouverne ment St. Petersburg zouden begeven. til L jë op dit blad zyn Ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen f bij levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f 'TtTfl by een ongeval met f by verlies van een hand 1 O£* oy verltee van een f Cfl by een breuk van f Afi by verllee van *n Alle CID0TIT1C S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f «></Ws“ verlle» van belde armen, belde beenen of belde oogen f t VV» doodeiyken afloop Aeen voet of een oog f 145»/._ duim of wysvlnger been of arm f anderen vinger Het Amerikaansche Departement van Land bouw publiceerde dezer dagen eenige cyfers, volgens welke de tarwe-oogst in de Vereenigde Staten in het jaar 1933 geraamd wordt op 514.860.000 bushel, vergeleken met 726.000.000 bushel in het vorige een gemiddelde productie in de jaren 1926 tot 1930 van 861.000.000. Niet alleen echter de uiterst primitieve en gebrekkige inrichting der postwagens en de slechte wegen maakte een dergeiyke reis tot een minder benijdenswaardig plezier, ook de onveiligheid ten platten lande was oorzaak, dat men zich wel degelyk op zoo’n reis moest voor bereiden Niet zelden toch werd een reiswagen aangehouden en geplunderd, vooral die. welke lange routes aflegden. En de postiljon uit Beek onderhield o. a. zelfs een vasten dienst op Rusland! Met het oog hierop, was dan ook menig reiziger voorzien van vuurwapenen. Wellicht niet ten onrechte luidde de aanhel van een by Jan ten Hoorn te Amsterdam uit gegeven boekje als volgt: „lek bidde U o Heer, weest my arme sondaer genadlgh, en vergeeft my alle myne misdaden om Jezu Christi wille, Heylige Vader, geeleidt en voert my opdeze reyse door de bescherming Uwer lieve Engelen, dat lek seecker sy voor Moordenaars en Hoo vers. voor vergiftige lucht en quade sleckte voor strydt en al’e ongeval." Verder kwam er nog deze waarschuwing in voor: „Bewaart u oogh, u mondt, u beurs en hoedt u voor *n vrouwekeurs. en mydt u voor ’n medemaet. die op te gladde wegen gaet. Oock wacht u voor de dobbelsteen, want dit syn kanker in net been!” Het blijkt in die rammelkasten dus ook M/j ZAL OVEREEN DAARDAGEN ^EL (BOVEN WATER KOMETU I I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 19