H
I
z
ft
I
Heffing
rund-
kalfsvleesch
op
en
Monseigneur Doctor Bernard J. Eras
Medische kroniek
I
MAANDAG WORDT HET
VLEESCH DUURDER
Mgr. Dr. B J. Eras
Ir. Mussert-Ir. Albarda
DOM A. VAN DE LAAR O.C.R.
VERMINDERDE ONTVANGST
BRANDSTICHTER BEKENT
Audiëntie
Examen Wiskunde M. O.
Tl
<1
Onze nieuwe gezant te
Brussel
Nog geen antwoord over
te houden debat
Loonsverlaging bg de West-
landsche Stoomtramweg Mg.
Moderne inzichten over
het roodvonk
Een crisis-accyns op paarden-
schapenvleesch is in voor
bereiding
Niet voldoende voor
het doel?
Maandag plechtige installatie
tot Abt
Bij zijn zilveren jubileum als Procurator der Neder
landsche Kerkprovincie bij den Heiligen Stoel
Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Star-
kenborg Stachouwer benoemd
De crisisheffing
ZATERDAG 14 OCTOBER
LEEKEPREEKEN
HET HUIS DER „DUITSCHE KUNST”
en
HOMO SAPIENS
van
i
een
-j
I
ons
zijn
en
wanneer
speelden
Model van het nieuwe gebouw der „Duitsche Kunst" te München, waarvan Hitler
Zondag aa. den eersten steen zal leggen
Pater Dom Aloysius van de Laar O. C. R.,
die onlangs Is gekozen tot abt der nieuwe
Trappistenabdij te Tegelen, zal Maandag als
zoodanig worden geïnstalleerd, terwijl de plech
tige abtswüdlng is bepaald op 8 December.
In het laatste nummer van „Volk en Vader
land" belooft Ir. Mussert, dat hij In een vol
gend nummer van het blad zal antwoorden op
den „open brief" van Ir. Albarda. waarin de
leider der N. S. B. tot een openbaar debat werd
uitgenoodigd.
dat
aan
een
en
3
Aan jhr. mr. A. W. L. Tjardq yau Starken.
borch Stachouwer, Commissaris der Koningin
in de provincie Groningen, is op zijn verzoek
met ingang van 16 Oct, 1933 op de meest eer
volle wijze ontslag als zoodanig verleend, met
dankbetuiging voor de vele en gewichtige dien
sten door hem als zoodanig den lande bewezen.
Met Ingang van denzelfden datum is hU be
noemd tot buitengewoon gezant en gevolmach
tigden minister der eerste klasse bij de Belgi
sche en Luxemburgsche hoven.
ooals reeds is gemeld, herdenkt Mgr.
dr Bernard J. Eras op 15 November
a.s. den dag, dat hij voor 25 jaren
door de gezamenlijke bisschoppen van Ne
derland benoemd werd tot Procurator
onze kerkprovincie bij den H. Stoel.
Er is eigenlijk geen reden voor om heel
officieel vast te houden aan dien datum,
want officieus was reeds vóór de helft van
November 1903 Mgr. Eras de zaakwaarnemer
van het Nederlandsch Episcopaat te Rome,
mocht hij al gelden voor den kerkelljken
De Minister vsn Economische Zaken heeft
voorts bepaald, dat voor het tijdvak van 15 Oc
tober tot en met 31 December 1933 het bedrag,
bedoeld in art. 2 van het Crisis-Rundveebesluit
(sic. boven) zal worden vastgesteld op 200 pet.
van den accjjns op het geslacht.
Bovendien schijnt ook een crisisaccijns
op paarden- en schapenvleesch in voorbe
reiding te zijn, waarschijnlijk om een
vlucht in deze vleeschsoorten te voorkomen.
In het Staatsblad is opgenomen een Ko
ninklijk Besluit tot toepassing van de artikelen
Tengevolge van de belangrijk verminderde
ontvangsten, waardoor over de eerste helft van
dit jaar een beduidend verlies is ontstaan,
heeft de directie van de N. V. Westlandache
Stoomtram-MaatschappU een loonsverlaging
van vijf procent op korten termijn afgekon-
digd.
Het is nog geenszins zeker, dat het bij dezen
maatregel zal blijven.
den HAAG. Geslaagd de heeren J. M. W.
Jeuken, Hoensbroek en A L M. Keulenmans,
Gravenhage.
Z. H. Exc. de Bteschop van Haarlem sal de
volgende week Dinsdag geen audiëntie ver-
leenen.
?t roodvonk is een eigenaardige ziekte.
Algemeen bekend als besmettelijke
ziekte, is er geene, die zoo grillig ia in
Eras pleitbezorger van Nederland bij den
Paus. Men kan den aard van Zijn taak
eenigszins aangeven door te vertellen, dat
bijv, de vaststelling van kerkelijke feestda
gen, en de bepaling van de vastenwet, waar
bij het karakter en de eigenaardige om
standigheden van ons land in overweging
genomen worden, door den Procurator der
Kerkprovincie worden verzorgd. Maar hoe
veel zaken van administratieven en kerke
lijk-juridischen aard moeten er niet zijn,
die te Rome moeten worden behandeld, en
die een rijke kennis en een ruime welwil
lendheid vergen met een onbaatzuchtige
liefde voor Kerk en vaderland en voor een
ieder Individueel, die zijn zorgen noodig
heeft.
Mgr. Eras is in den waren zin de goede
man op een hooge maar verantwoordelijke
plaats geweest. Zjjn persoonlijke en natuur
lijke hoedanigheden hebben wortel kunnen
schieten op den meest vruchtbaren grond.
Er is een merkwaardige wisselwerking te
constateeren in dit leven tusschen eer en
verdiensten, maar zeker is, dat ieder, die
kennis maakt met^lezen Hooggeplaatste
niet op de eerste plaats geïmponeerd wordt
door de onderscheidingen, die men trou
wens tevergeefs op de prlestertoog van Mgr
zal zoeken,.noch door den uiterlijken glans
der verdiensten, maar wel door een per
soonlijke hartelijkheid, waarin waardigheid
en bescheidenheid een harmonisch geheel
vormen. Treffend treedt dit aan den dag,
nu Katholiek Nederland Hem wenscht te
huldigen; het eenigst huldeblijk, dat Mgr.
voor zich wenschte, mocht slechts bestaan
in een gift voor het Nederlandsch College
te Rome. Door den Paus zelf is Mgr. Eras
benoemd tot Directeur van dit Instituut,
waarvan we de geschiedenis nog wel als be
kend mogen veronderstellen. Dit gebouw
zal evenwel in lengte van jaren getuigen
van Mgr. Eras’ eigen verdiensten, gelijk
ieder monument spreekt van het talent van
zijn maker. Mgr. Bras heeft het Neder
landsch College „gemaakt", d.wx. Hij heeft
het niet alleen gebouwd, maar het ook ziel,
leven, geest en karakter gegeven.
Ook de Katholieke Pers brengt den Ver
tegenwoordiger van het Nederlandsche Ka
tholieke volk in Rome haar hulde, in het
besef, dat zij daarmee ons Katholieke
„volk" in al lijn geledingen vertegenwoor
digt.
.Wie het jongste portret van Mgr. dr. Ber
nard Eras vergelijkt met het al weer lang
geleden geschilderde, bekende portret van
Van Welle, bemerkt, dat de gelaatstrekken
wat markanter geworden zijn, maar hij be
speurt tevens, dat belde afbeeldingen uit
jeugdigen en rijperen leeftijd denzelfden
harmonischen mensch geven.
Zoo dat geve de kwistige Schenker van
alle gaven, talenten en het hoogste loon
moge Mgr. dr. Eras de volgende mijlpaal in
zijn verdienstelijk leven bereiken.
Bi) de illustratieve berekening hierboven is
„vet voor vleesch" gerekend, d.wi. veronder
steld, dat de slager ook zijn vetprijs zal kün-
nen verhoogen. Daartoe zal echter noodig zijn,
dat het Ingevoerde rundvet van overheidswege
dienovereenkomstig wordt belast I En ook ten
aanzien vxn het Ingevoerde, zoowel versche als
bevroren vleesch (die totaal overbodige Invoer
Is reeds gecontlngenteerd en extra bejast)
zullen compenseerende maatregelen moeten
worden genomen.
Tenslotte zal deze crlsls-accijns, hoe zwaar
ook op zich zelf, vermoedelijk niet voldoende
blijken te zjjn voor het gestelde doel. Inkrim
ping van den veestapel, zoodat een verhooging,
b.v. tot 25 of 30 pet., in de toekomst niet uit
gesloten moet worden geacht.
absolute en de constitutioneele vorst evengoed
als de president in een republiek ware gezags
dragers, die hun gezag aan de natuur van de
volksgemeenschap, dus aan God ontleenen en
doet het er niet toe of zij hun waardigheid door
overerving, door directe of indirecte verkiezingen
verkrijgen. Geboorte of keuze wijzen slechts den
persoon aan; maar noch wieg, noch stembus
bergen den oorsprong van het gezag: er is geen
macht tenzij uit God.
Leo XIII heeft de hier omschreven waarheid
In zijn encycliek IMMORTALE DEI aldus vast
gelegd: „Het recht om te bevelen Is uit zichzelf
aan geen enkelen staatsvorm noodzakelijk ge
bonden; de Staat kan nu eens dezen dan eens
dien vorm aannemen, indien deze ten minste In
werkelijkheid het algemeen welzijn verzorgen
kan. Maar in lederen staatsvorm móeten de
overheden God beschouwen als den oppersten
bestuurder der wereld, en Hem moeten zfj zich
bij het bestuur van den Staat tot voorbeeld en
tot Wet stellen. Want gelijk God In de zichtbare
dingen tweeërlei oorzaken heeft gemaakt, waarin
op een of andere manier Gods natuur en
werking uitstralen en die voeren tot het doel,
waarop de wereld gericht is, zoo heeft HU ook
gewild, dat er In den Staat een gezag zou zijn,
welks dragers de beeltenis van Gods macht en
Gods voorzienigheid in betrekking tot de men-
schen zouden vertoonen.”
Ziedaar een uitspraak welke geweldige conse
quenties bergt. Laten wU ons voor heden be
palen tot deze «éne conclusie: had de liberale
gedachte den oorsprong van het gezag niet ver
worpen en den volkswil niet in de plaats van
De crisisheffing op rund- en kalfsvleesch
ten behoeve van het Landbouwcrisisfonds
zal Maandag aJ. Ingaan. ZU zal be
dragen het dubbele van den accijns op het
geslacht, dus 20 pet. der waarde van het
slachtdier.
In totaal zal dus op het levende slachtbeest
komen te drukken 10 20 30 pet. der waar
de, inplaats van 10 pet. zooals tot dusver. Aan-
gez'.en lang niet het volle gewicht In den win
kel tot verkoop komt (beenderen, Ingewanden,
vellen, huid, enz), terwUl aan den anderen
kant géén 20 pet. komt op alle andere kosten,
die Ir den winkelprijs liggen besloten (slacht
en keurloonen, transport, winkelhuur, arbeids
loon, vuur en licht, enz.) mag men niet zeg
gen, dat er nu 20 pet. op de détailprijzen komt.
Bovendien zijn er verschillende ..sóórten" van
vleesch aan een rund, van soepvleesch tot bief
stuk en runderhaas toe, alle met verschillende
kllo-prijzen, doch gesneden uit het zelfde dier.
Ten slotte zjjn er nog verschillende „soorten”
slagers met verschillende kwaliteiten slacht
vee, doch óók met verschillende bedrUfson-
kosten. Men kan dus niet zoo eenvoudig be
rekenen, hoeveel procent „het” publiek aan
stonds méér zal moeten betalen voor „het”
rund- en kalfsvleesch.
Toch heeft het „Handelsblad” een kleine be
rekening gewaagd.
Neem een beest van 600 pond; dat kost op
1 oogenblik b.v. 150 op de markt. Zoo’n beest
wordt voor den accijns opgegeven (men mag
er n.l. 714 onder gaan) voor ƒ140, zoodat er
tot dusver f 14 geslachtaccUns op moet worden
betaald. Daar komt nu nog eens tweemaal 14,
dus ƒ28 bij.
Aan zulk een beest van 600 pond zit rond
100 pond beenen; de rest is vleesch. vet, lever,
nieren, benevens huldsafvallen, vliezen, enz.
Dooreengerekend zal de slager dus die 28
moeten verhalen op hetgeen hU in zijn winkel
van die 500 pond kan verkoopen. Dat wordt
dus op zUn allerminst gemiddeld zes cents per
pond, n.l. Indien hU 467 pond wlnkelvleesch en
-vet er uit haalt. Doch in de practijk zal dit,
zooals gezegd, méér moeten zijn; in de eerste
plaats verkoopt hij van een beest van 600 pond
geen 467 pond; in de tweede plaats zal hU
niet op alles wat bij wél verkoopt, zes cents
kunnen leggen.
De gemiddelde verhooging zal voor den con
sument dus in dit geval dichter bit 8 dan b<j
6 cents liggen per pond.
Bovendien komt over eenlgen tijd nog de
omzetbelasting van 4 pet., welke wordt gehe
ven niet op het levende dier, doch op den ver-
koopsprUs --van het wlnkelproduct, dus óók op
den geslachtaccUns en op de crisisheffing, be
nevens op bedrUfskosten en op de slacht- en
keurloonen der dlkwUls met flinke winsten
werkende gemeentelUke slachthuizen.
Deze laatste zijn niet mis en dragen In vele
gevallen zelfs het karakter van een Indirecte
belasting. Amsterdam b.v. maakte op zijn
abattoir een bedrUfswinst van ƒ400.000. In to
taal wordt in Nederland JaarUJks rond 5 mll-
lioen aan winst uit de gemeentelUke slacht
huizen en keuringsdiensten genomen.
Wanneer men voor een oogenblik veronder
stelt. dat het rund- en kalfsvleeschverbnLk
door deze nieuwe heffing niet zal dalen
hetgeen ons echter in verband met de koop
kracht onwaarschUnlUk voorkomt dan zal
zU per jaar 13 mlllloen opbrengen, aange
zien de 10 pet. accUns op het geslacht In 1932
heeft opgebracht ƒ6.500.000. Per week worden
op 1 oogenblik gemiddeld geslacht 8000 runde
ren en kalveren.
De crisis-ace Uns op varkensvleesch bedraagt,
zooals men weet, 9 cents per kilo geslacht ge
wicht (dus spek en reuzel Inbegrepen).
een
daarbij ongeveer aldus: de oude konlngen
keizers waanden zich „bU de gratie Gods"
regeeren. Het meerendeel dezer potentaten ech
ter leidde een lui en zinnelük leven, buitte de
massa uit en was zelf de schuld, dat aan dit
soort bewind een einde kwam. Een deel der
beschaafde Unden aanvaardde toen den konlng.
die trouw zwoer aan de jrondwet, die een regee-
ring benoemde In overeenstemming met den bU
de stembus gebleken volkswil en die overigens
als voornaamste ornament van den Staat fun
geerde. Een ander deel hield het met den re-
publikelnschen vorm en stelde door directe of
indirecte verkiezingen een president aan bet
hoofd van den Staat.
Door dezen liberalen waan, welke nu ander
halve eeuw geduurd heeft, Is de ware gezags-
opvatting verloren gegaan en kon het gebeuren,
dat practlsch ook vele christenen den volkswil
als basis van bet staatsgezag gingen beschou
wen.
De denkfout ligt hierin, dat men den aard
van het gezag afhankelijk acht van den staats
vorm. Welnu, het is een ernstige dwaling en
wie niet het tegendeel houdt, vervalt in ketterij
dat het gezag In karakter verandert, wanneer
de regeeringsvorm gewijzigd wordt. Voorop dient
te staan, dat de aanvaarde bestuursvorm er op
gericht is. het algemeen welzijn van heel bet
»o*k te behartigen. Ia dit bet geval, dan zUn de
M. die door de politie was aangehouden als
verdacht van brandstichting In een stroomUt
op het erf van den landbouwer ter H. te
Buurse bU Haaksbergen, heeft bekend deze
brandstichting te hebben gepleegd.
Y -w y anneer wij, overeenkomstig den opeet
vV/ van onze laatste beschouwing, de groo-
i v V te vraagstukken van onzen tijd aan de
beproefde, chrlstelUke beginselen willen toetsen,
dan dienen wij vóór alles den oorsprong van
den Staat en het Staatsgezag duldelUk vast te
stellen. Dit moge aan velen overbodig lUken, zoo
oud als de leer der Kerk over het gezag Is, zoo
oud zUn ook de dwalingen hieromtrent; en zoo
onveranderlUk de leer, even hardnekkig de mis
vattingen. Of kan men ook In onzen tUd zelfs
onder eigen geloofsgenooten en waarlijk niet
alleen onder de onontwlkkelden I niet altUd
nog redeneeringen hooren, waaruit blijkt,
men enkel meent onderdanig te moeten zUn
een gezag, dat men zelf goed acht; dat
„frlssche revolutie" op z’n tijd gezond werkt
dergelUke meenlngen meer? En hoevelen kun
nen het persoonlUk gedrag en de bekwaamheden
van den gezagdrager nog maar altUd niet schei
den van de functie? Het Is daarom noodig de
basis van het gezag en voor wat onze be
schouwingen betreft van bet burgerlUk gezag
stevig vast te stellen.
Theoretische beschouwingen over een ideale
samenleving, «fearln alle menschen volmaakt
zUn, kunnen wU achterwege laten als onprac-
tisch en onvruchtbaar. WU hebben te maken
met het feit, dat wU zondige, onvolmaakte men-
schen zUn en als zoodanig In een burgerlüke
maatechappU bU elkaar wonen. Van nature Is
de mensch een sociaal wezen; llchamelUk en
geestelUk, voor zUn stoffelUke behoeften en voor
die van geest en hart kan hU slechte door het
gezin en door de burgerlUke samenleving tot
volle ontplooiing komen. In belde nu, zoowel in
bet gezin als in den Staat, dus In de hulseUjke
en In de burgerlUke maatechappU, is leiding
noodig. In het gezin is die leiding in het gezag
van den man vanzelfsprekend; in de burgerlUke
samenleving geeft dit punt gemakkelUker aan
leiding tot dispuut. Niemand echter ontkent, dat
een Staat leiding, dat Is gezag noodig heeft.
Eigenaardig is, dat de meest revolutionnalre
staatslieden, wanneer zU eenmaal de macht In
handen hebben, den strafsten gezagsvorm In
voeren! De historie leert echter, dat zulke be-
stuurslieden al heel spoedig tegen den wil van
de overgroote meerderheid hunner onderdanen
regeeren en zich alleen door geweld kunnen
handhaven. Dit komt, omdat zU hun gezag op
een verkeerde basis hebben gesteld. ZU beginnen
bet bestaande bewind op gewelddadige wUze
omver te werpen en beloven dan aan de massa,
dat zU „uit naam van het volk" zullen regeeren.
Dat volk nu is een duizendkoppige menigte met
ieder voor zich kleine persoonlUke belangen en
bekrompen Inzichten. Die menigte zelf kan het
gezag niet voortbrengen. De persoonlUke bevre
diging van ieder afzonderlUk bUJft uit; de on-
gezant van Katholiek Nederland bij Z. H.
tevredenheid steekt het hoofd op en de heer-
schers, die beweren uit naam van allen te re
geeren, kunnen diezelfde massa slechte met ge
weld in bedwang houden.
De ware opvatting van burgerlUk gezag is een
andere. De Staat moet als gemeenschap één
groot doel nastreven, nm. het tUdelUk geluk van
allen. Om dit te bereiken is het noodig, dat er
eén uit staat boven allen, dat er een bestuur,
een gezag zU, dat „de individuen met krachtigen
en gelUken drang naar bet gemeenschappelUk
doel richt," zooals Paus Leo het uitdrukte. Zulk
een geordende maatschappU vindt zUn doel in
de natuur, utu niet anders zeggen wil dan: In
God. Immers, God Is de Maker van alle dingen,
dus ook van de burgerlUke maatschappU. HU is
er In den vollen zin des woords de Meester over,
aan Wien allen dienstbaar en onderworpen zUn.
Daarom kan er geen gezag, dus ook geen Staats
gezag bestaan, wanneer het niet aan God ont
leend is. Wat Paulus *n zUn Romeinenbrief kort
en krachtig uitdrukte: Lr is geen macht tenzij
uit God.
Deze opvatting heeft altUd bestaan. In de hel-
densebe wereld ontleenden de vorsten meestal
hun macht aan de góden en in de kleine Ts-
raelietische samenleving was het zalven van den
-konlng door den hoogepriester het klare bewUs
van het zuivere gezagsbegrip. Ook in de chrls
telUke maatechappU heeft vUftlen eeuwen lang
de gezonde gezagsopvatting geheerscht. De vrij
geesterij van de zestiende eeuw begon er aan
te knagen en de revolutie van het einde der
achttiende eeuw verwierp brutaal weg het ge
zag uit God en stelde daarvoor in de plaats de
aouvereinlteit van bet volk.
Het wordt maar al te weinig ingezien, welk
een groote schade door deze gezagsverkrachting
aan de burgerlUke samenleving is berokkend
Het gaat hier namehjk niet om een theoretisch
vraagstuk. Het is niet Waar, dat het practlsch
op hetzehde neerkomt, of men nu van een volks-
regeerlng spreekt of van een regeering bU de
gratie Gods. Door het loslaten van de ware ge-
zagsopvatting ontstond de meening. dat een
constitutioneel vorst principieel verschilde van
een monarch uit den ouden tUd en dat een pre
sident van een republiek de zuivere figuur voor
volksregeerlng was. De gedachtengang was
en
te
den Paus. Men kan dan ook feitelijk geens
zins vap een antedateerlng spreken, nu
Mgr. dr. Eras heden door al de Bisschoppen
van ons land gehuldigd wordt voor de tal-
looze, meest onbekende en door het Katho
lieke volk daarom niet genoeg gewaardeerde
diensten, aan het godsdienstig, maar ook
aan het maatschappelijk belang onzer Ka
tholieken bewezen. Het feit, dat heel
Doorluchtig Episcopaat persoonlijk
hoogen dank wenscht uit te spreken,
hem een zinrijk huldeblijk wenscht aan te
bieden, voert den leek al tot de conclusie,
dat de functie van den Procurator even
eervol als gewichtig is.
Van het eerste begin af, dat Mgr. Eras
in Rome vertoefde, heeft hij met hart en
ziel de belangen van het vaderland voor
gestaan, heeft hij, als wij ons zoo mogen
uitdrukken, voor zoover het noodig was,
het vaderland voor Rome veroverd.
Er is een tijd geweest, dat onze mooiste
Nederlandsche scheldnaam was „UUramon-
taan”, want wij hebben dat woord nooit
anders vertolkt dan door „trouw aan het
vAderland en trouw aan den Paus!" Die
traditie, die tevens een mooi part van ons
Katholieke beschavingsleven bevat, Is door
Mgr. Eras stil, waardig en krachtig door
gezet. Al 35 jaren woont Monseigneur In
de heilige stad; hij heeft er kunnen aarden,
als van nature, door zijn aangeboren waar
digheid, door zijn unlverseelen aanleg, maar
van zijn vaderlandschap is geen splinter
geschaafd; integendeel, hij heeft dat ge
cultiveerd, en een ieder, die te Rome zijn
Katholieke landgenooten opzocht, zal daar
van getuigen, want Mgr. Eras was de be
zieler eh de leider van het zuiver Neder
landsch milieu, dat steeds In Rome gebloeid
heeft en dat thans zoo hecht geconsolideerd
is in het Nederlandsch college.
De functie van Mgr. Eras te Rome, dat
toch altijd ver aan gene zijde van de Alpen
ligt, spreekt niet zoo duidelijk tot het volk,
wie niet doordringt tot de innerlijke waar
de der dingen, komt slechts tot de conclu
sie, dat het leven van dezen prelaat rijk is
aan onderscheidingen: al spoedig na de
priesterwijding en de promotie tot doctor
In het Kerkelijk recht werd Mgr. kanunnik
van Santa Maria in Monte Sancto te Rome,
Oehelmkamerheer en Hulsprelaat van Z. H.
den Paus; Hij is begiftigd met het officiers
kruis in de orde van Oranje Nassau; Hij is
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw, en Eere-kapelaan der Souvereine
orde van Malta en last not least Is Mgr.
sedert 1926 eere-kanunnlk van het kapittel
van Sint Jan en verheven tot de waardig
heid van Protonotarlus Apostollcus. Deze
onderscheidingen getuigen niet louter van
eerbewijzen; zij verraden een leven van
stille en daarom des te grooter verdiensten,
die misschien juister geaccentueerd worden
door de hooge functies, welke Mgr. Eras
bekleedt.
Bij is lid van het permanente Comité der
Internationale Eucharistische Congressen.
Consultor van de H. Congregatie der Oos-
tersche kerken, resldeerend lid van de Op
perste Raden der PauselUke Genootschap
pen tot Voortplanting des Oeloofs en het
Sint Petrus-Llefdewerk en lid van den Al-
gemeenen Raad van Pauselijke liefdewer
ken. Maar vóór en boven alles is Mgr. dr.
over gezagsondermUnlngmen roept om „ster
ke mannen", om leiding en om bestrUding van
anarchisme, 't Is de klacht van ouders, die hun
kinderen „een vrUe opvoeding gaven”; die meen
den, dat de jeugd geen druk van ouderlUk ge
zag mocht voelen; die het «iel grappig vonden
de kleine bengels een beetje tyran
in de huiskamer. Wanneer diezelfde
kinderen, volwassen geworden, hun ouders ver
achten en den rug toekeeren, dan is dat heel
erg; maar aan wie de schuld?
Zoo is het ook in het groote gezin, de bur
gerlUke maatechappU, gegaan. Een staatkundig
radicalisme ontkent nu al meer dan anderhalve
eeuw den goddehjken oorsprong van het gezag
en sluit moedwillig den Schepper bulten het
openbare bestuur. De dienst van God heette
voor de Kerk en de huiskamer bestemd en dan
nog wel alleen voor hén, die dat noodig hebben.
De „verlichten" behooren daartoe'natuurlUk
niet! En de anderen, de christen staatslieden?
Zeker, bU gelegenheden werd er wel voor het
ware gezagsbeginsel en voqr de hoogheid van
den Schepper getuigd. Maar werd die onover
brugbare kloof van gezagsopvatting niet al te
dlkwUls gemaskeerd in een compromissen-poli
tiek en werd, bU allen strijd voor partU- en
materieele volksbelangen niet te weinig gedaan
aan opvoedende voorlichting omtrent dit fun
damenteels gezagsbeginsel? Wanneer wU over
de laatste kwarteeuw de geschiedenis van alle
landen nagaan, waar van chrlstelUke politieke
actie gesproken kan worden, dan is het ant
woord op die vraag beschamend. Te veel uiter-
lUke machtsontplooiing, te weinig InnerlUke vor
ming op beginsel, voerden tot den moreelen chaos
van dezen tUd.
9 en 12 der Landbouw-crisiswet 1933 op nmd-
vee.
Bepaald is. dat gedurende het tUdvak van
15 October 1933 tot 15 October 1934 het in
voorraad hebben van rundvee, ten aanzien
waarvan accUns Is voldaan, of van een dood
stuk rundvee, waarvan slachtlngshandelingen
zUn verricht, slechte is toegestaan tegen betaling
van een door den minister van Eonom. Zaken
telkens voor een door hem te bepalen tijdvak
vast te stellen bedrag, dat verschillend kan zUn
naar de mate van den betaalden accUns.
Dit bedrag moet worden betaald ten behoeve
van het Landbouw Crisisfonds.
In de gevallen, waarin op grond van wette-
lUke bepalingen afschrUvlng van den geslachte-
accUns of geheele of gedeeltelUke teruggaaf van
dien accUns wordt verleend, vindt op overeen
komstige wUze hetzU afschrUvlng, hetzU geheele
of gedeeltelUke teruggaaf plaats van bedoeld
bedrag. -
1 w
de besmetting. Ik herinner mU, dat eenlge
jaren geleden een kind van een burgemeester
van een klein stadje roodvonk kreeg. De ijve
rige en nauwkeurige burgervader Het zUn kind
isoleeren, de school sluiten, en na afloop der
ziekte zUn huls nauwkeurig ontsmetten. Enkele
maanden later was er weer roodvonk in het
huls van den burgemeester. AnderzUds ziet
men. dat personen, die langen tUd in nauw
contact zUn met lUders aan roodvonk, zelf niet
ziek worden.
Daarom is de Isolatie, de afzondering van
roodvonklUders in ziekenhuizen een maatregel,
die achteraf blUkt, nauweHjks of In 't geheel
gen invloed heeft op de verspreiding van het
roodvonk. Het is dus geen wonder, dat men
in verschillende steden Londen en BerlUn b.v.
getracht heeft om het te stellen zonder af
zondering der lUders. En ziedaar, de besmet
ting met roodvonk vermeerderde niet. In
Amsterdam heeft thans ook de Geneeskundige
Dienst besloten, de roodvonklUders niet meer
te Isoleeren, behalve wanneer de patiënt we
gens zware ziekte of wegens sociale omstandig
heden thuis niet verpleegd kan worden. Daar-
meer wordt een groot bedrag aan geld ge
spaard en geen kwaad gesticht, en is dus een
heel goede maatregel.
De besmetting, dit is tegenwoordig wel dui-
delUk gebleken, is voor een groot deel af
komstig van de oorziekten, de sg. loopende
ooren, die in de latere loop van het roodvonk
nog al eens voorkomen. Deze ooren moeten
met de grootste zlndelUkheld behandeld war
den, en kinderen met deze aandoening mogen
niet op school komen vanwege de besmetting,
die zU kunnen verspreiden.
Men moet dus na het roodvonk terdege op
letten, ten eerste op ooraandoeningen, maar
in t algemeen op den geheelen toestand van
den patiënt. Want enkele, ja tot zes weken na
het roodvonk ontstaat nog al eens een nephri
tis, een aandoening van de nieren. Het Is dus
zeer terdege noodzakelUk, om de eerste twee
maanden na het begin van het roodvonk zeer
goed op te passen, en den patiënt onder me
dische contröle te laten.
Het is mU bU keuringen, vooral voor de sport,
herhaalde malen gebleken, dat candldaten voor
voetbal of gymnastiek, die er vru gezond uW-
zien, toch afgewezen moest worden. Sommige
hadden teekenen van een lichte, maar toch
chronische nieraandoeningen, anderen ver
toonden een zwakke actie van bet hart, zU
waren spoedig vermoeid en konden geen lang-
durige Inspanning verdragen; wanneer men
hun vroeg, of zU vroeger wel eens ziek ge
weest waren, kwam merkwaardig dlkwUls voor
den dag. dat ZU vroeger roodvonk of ook wel
dlphtherie gehad hadden. Men weae dus toch
werkeHjk op zUn hoede. Er is geen enkele
ziekte zoo verraderlUk als het roodvonk. Zeker,
de ziekte is meestal licht, en wordt in den
regel gemakkelUk doorstaan; maar men posse
op voor de complicaties, men lette op de kin
deren, en wanneer men iets vermoedt, late
men ze medisch controleeren.
Gelukkig is er in den laatsten tUd wel een
middel gevonden om het roodvonk beter en
gevaarloozer te doen verloopen. Evenals elk
ernstig geval van dlphtherie (meestal nog,
maar ten onrechte dlphteritls genoemd) met
één of meer inspuitingen van antl-dlphterie-
serum worden behandeld, zoo worden ook thans
ernstige gevallen van roodvonk met een antl-
rood vonk-serum behandeld, dat in de spieren
of in een ader wordt ingespoten.
De ervaring omtrent deze behandeling is nog
niet heel lang, maar zeer gunstig. Binnen vier
en twintig uur kan men het resultaat zien aan
de afname van het uitslag, de daling van de
koorts en de vermindering van de algemeene
ziekte verschünselen.
Na de algemeens Invoering van de serum-
behandellng bU elk eenigszins gevaarlUk geval
van deze ziekte, Is niet alleen de sterfte aan
dlphtherie enorm afgenomen, maar zUn ook
de operaties, die vroeger vaak noodig waren,
thans nog maar zelden voorgekomen. Vroeger
immers gebeurde bet vaak, dat bet beslag in
de keel en speciaal om de stembanden zoo
zwaar was. dat de patiënt dreigde door ver
stikking te gronde te gaan. De ouderen her
inneren zich nog wel, dat dan de luchtpijp
vooraan aan den hals, werd geopend, om aldus
de lucht vrijen toevoer te geven, en den patiënt
weer te doen ademen. Door de behandeling
met serum is thans ook deze operatie bUna
nooit meer noodig.
Vanzelf trachtte men dus ook tegen het
roodvonk een dergelUk middel uit te vinden.
In het begin der ziekte beeft dit antl-rood-
vonk-serum dan ook' zeer goede resultaten;
wanneer er reeds complicaties zUn van ooren
of neus, dan komt de werking van het serum
meestal te laat.
Behalve deze behandeling heeft men tegen-
woordig ook nog een methode, om na te gaan,
of iemand bevattelUk is voor roodvonk; en dit
geschiedt door de reactie van Dick; dit is een
heel kleine inspuiting van het roodvonkglft,
en wanneer dan de proefpersoon vatbaar is.
krijgt deze een kleine roodheid op de plaats
van inspuiting. Zoo kan men nagaan, of de
bevolking vatbaar is voor roodvonk of niet.
Zoo is men dus tegenwoordig al weer veel
beter gewapend tegen bet roodvonk dan
vroeger; het uitbreken van epidemieën is nog
niet tegen te gaan, maar de hevigheid daar
van te beteugelen, en de maatregelen tot be
scherming der bevolking te nemen, daarvoor
zUn wU thans weer veel beter In staat. En dat
is gelukkig, want het roodvonk te. vooral om
de nastekten, een onbetrouwbare vUand.
TH. H. 8CHLICHTINO
God gesteld, dan zou aan de wereld heel wat
ellende zUn bespaard. Thans wordt er gewee
klaagd op de ruïnes van een in puin liggende