H I z ft I Heffing rund- kalfsvleesch op en Monseigneur Doctor Bernard J. Eras Medische kroniek I MAANDAG WORDT HET VLEESCH DUURDER Mgr. Dr. B J. Eras Ir. Mussert-Ir. Albarda DOM A. VAN DE LAAR O.C.R. VERMINDERDE ONTVANGST BRANDSTICHTER BEKENT Audiëntie Examen Wiskunde M. O. Tl <1 Onze nieuwe gezant te Brussel Nog geen antwoord over te houden debat Loonsverlaging bg de West- landsche Stoomtramweg Mg. Moderne inzichten over het roodvonk Een crisis-accyns op paarden- schapenvleesch is in voor bereiding Niet voldoende voor het doel? Maandag plechtige installatie tot Abt Bij zijn zilveren jubileum als Procurator der Neder landsche Kerkprovincie bij den Heiligen Stoel Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Star- kenborg Stachouwer benoemd De crisisheffing ZATERDAG 14 OCTOBER LEEKEPREEKEN HET HUIS DER „DUITSCHE KUNST” en HOMO SAPIENS van i een -j I ons zijn en wanneer speelden Model van het nieuwe gebouw der „Duitsche Kunst" te München, waarvan Hitler Zondag aa. den eersten steen zal leggen Pater Dom Aloysius van de Laar O. C. R., die onlangs Is gekozen tot abt der nieuwe Trappistenabdij te Tegelen, zal Maandag als zoodanig worden geïnstalleerd, terwijl de plech tige abtswüdlng is bepaald op 8 December. In het laatste nummer van „Volk en Vader land" belooft Ir. Mussert, dat hij In een vol gend nummer van het blad zal antwoorden op den „open brief" van Ir. Albarda. waarin de leider der N. S. B. tot een openbaar debat werd uitgenoodigd. dat aan een en 3 Aan jhr. mr. A. W. L. Tjardq yau Starken. borch Stachouwer, Commissaris der Koningin in de provincie Groningen, is op zijn verzoek met ingang van 16 Oct, 1933 op de meest eer volle wijze ontslag als zoodanig verleend, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige dien sten door hem als zoodanig den lande bewezen. Met Ingang van denzelfden datum is hU be noemd tot buitengewoon gezant en gevolmach tigden minister der eerste klasse bij de Belgi sche en Luxemburgsche hoven. ooals reeds is gemeld, herdenkt Mgr. dr Bernard J. Eras op 15 November a.s. den dag, dat hij voor 25 jaren door de gezamenlijke bisschoppen van Ne derland benoemd werd tot Procurator onze kerkprovincie bij den H. Stoel. Er is eigenlijk geen reden voor om heel officieel vast te houden aan dien datum, want officieus was reeds vóór de helft van November 1903 Mgr. Eras de zaakwaarnemer van het Nederlandsch Episcopaat te Rome, mocht hij al gelden voor den kerkelljken De Minister vsn Economische Zaken heeft voorts bepaald, dat voor het tijdvak van 15 Oc tober tot en met 31 December 1933 het bedrag, bedoeld in art. 2 van het Crisis-Rundveebesluit (sic. boven) zal worden vastgesteld op 200 pet. van den accjjns op het geslacht. Bovendien schijnt ook een crisisaccijns op paarden- en schapenvleesch in voorbe reiding te zijn, waarschijnlijk om een vlucht in deze vleeschsoorten te voorkomen. In het Staatsblad is opgenomen een Ko ninklijk Besluit tot toepassing van de artikelen Tengevolge van de belangrijk verminderde ontvangsten, waardoor over de eerste helft van dit jaar een beduidend verlies is ontstaan, heeft de directie van de N. V. Westlandache Stoomtram-MaatschappU een loonsverlaging van vijf procent op korten termijn afgekon- digd. Het is nog geenszins zeker, dat het bij dezen maatregel zal blijven. den HAAG. Geslaagd de heeren J. M. W. Jeuken, Hoensbroek en A L M. Keulenmans, Gravenhage. Z. H. Exc. de Bteschop van Haarlem sal de volgende week Dinsdag geen audiëntie ver- leenen. ?t roodvonk is een eigenaardige ziekte. Algemeen bekend als besmettelijke ziekte, is er geene, die zoo grillig ia in Eras pleitbezorger van Nederland bij den Paus. Men kan den aard van Zijn taak eenigszins aangeven door te vertellen, dat bijv, de vaststelling van kerkelijke feestda gen, en de bepaling van de vastenwet, waar bij het karakter en de eigenaardige om standigheden van ons land in overweging genomen worden, door den Procurator der Kerkprovincie worden verzorgd. Maar hoe veel zaken van administratieven en kerke lijk-juridischen aard moeten er niet zijn, die te Rome moeten worden behandeld, en die een rijke kennis en een ruime welwil lendheid vergen met een onbaatzuchtige liefde voor Kerk en vaderland en voor een ieder Individueel, die zijn zorgen noodig heeft. Mgr. Eras is in den waren zin de goede man op een hooge maar verantwoordelijke plaats geweest. Zjjn persoonlijke en natuur lijke hoedanigheden hebben wortel kunnen schieten op den meest vruchtbaren grond. Er is een merkwaardige wisselwerking te constateeren in dit leven tusschen eer en verdiensten, maar zeker is, dat ieder, die kennis maakt met^lezen Hooggeplaatste niet op de eerste plaats geïmponeerd wordt door de onderscheidingen, die men trou wens tevergeefs op de prlestertoog van Mgr zal zoeken,.noch door den uiterlijken glans der verdiensten, maar wel door een per soonlijke hartelijkheid, waarin waardigheid en bescheidenheid een harmonisch geheel vormen. Treffend treedt dit aan den dag, nu Katholiek Nederland Hem wenscht te huldigen; het eenigst huldeblijk, dat Mgr. voor zich wenschte, mocht slechts bestaan in een gift voor het Nederlandsch College te Rome. Door den Paus zelf is Mgr. Eras benoemd tot Directeur van dit Instituut, waarvan we de geschiedenis nog wel als be kend mogen veronderstellen. Dit gebouw zal evenwel in lengte van jaren getuigen van Mgr. Eras’ eigen verdiensten, gelijk ieder monument spreekt van het talent van zijn maker. Mgr. Bras heeft het Neder landsch College „gemaakt", d.wx. Hij heeft het niet alleen gebouwd, maar het ook ziel, leven, geest en karakter gegeven. Ook de Katholieke Pers brengt den Ver tegenwoordiger van het Nederlandsche Ka tholieke volk in Rome haar hulde, in het besef, dat zij daarmee ons Katholieke „volk" in al lijn geledingen vertegenwoor digt. .Wie het jongste portret van Mgr. dr. Ber nard Eras vergelijkt met het al weer lang geleden geschilderde, bekende portret van Van Welle, bemerkt, dat de gelaatstrekken wat markanter geworden zijn, maar hij be speurt tevens, dat belde afbeeldingen uit jeugdigen en rijperen leeftijd denzelfden harmonischen mensch geven. Zoo dat geve de kwistige Schenker van alle gaven, talenten en het hoogste loon moge Mgr. dr. Eras de volgende mijlpaal in zijn verdienstelijk leven bereiken. Bi) de illustratieve berekening hierboven is „vet voor vleesch" gerekend, d.wi. veronder steld, dat de slager ook zijn vetprijs zal kün- nen verhoogen. Daartoe zal echter noodig zijn, dat het Ingevoerde rundvet van overheidswege dienovereenkomstig wordt belast I En ook ten aanzien vxn het Ingevoerde, zoowel versche als bevroren vleesch (die totaal overbodige Invoer Is reeds gecontlngenteerd en extra bejast) zullen compenseerende maatregelen moeten worden genomen. Tenslotte zal deze crlsls-accijns, hoe zwaar ook op zich zelf, vermoedelijk niet voldoende blijken te zjjn voor het gestelde doel. Inkrim ping van den veestapel, zoodat een verhooging, b.v. tot 25 of 30 pet., in de toekomst niet uit gesloten moet worden geacht. absolute en de constitutioneele vorst evengoed als de president in een republiek ware gezags dragers, die hun gezag aan de natuur van de volksgemeenschap, dus aan God ontleenen en doet het er niet toe of zij hun waardigheid door overerving, door directe of indirecte verkiezingen verkrijgen. Geboorte of keuze wijzen slechts den persoon aan; maar noch wieg, noch stembus bergen den oorsprong van het gezag: er is geen macht tenzij uit God. Leo XIII heeft de hier omschreven waarheid In zijn encycliek IMMORTALE DEI aldus vast gelegd: „Het recht om te bevelen Is uit zichzelf aan geen enkelen staatsvorm noodzakelijk ge bonden; de Staat kan nu eens dezen dan eens dien vorm aannemen, indien deze ten minste In werkelijkheid het algemeen welzijn verzorgen kan. Maar in lederen staatsvorm móeten de overheden God beschouwen als den oppersten bestuurder der wereld, en Hem moeten zfj zich bij het bestuur van den Staat tot voorbeeld en tot Wet stellen. Want gelijk God In de zichtbare dingen tweeërlei oorzaken heeft gemaakt, waarin op een of andere manier Gods natuur en werking uitstralen en die voeren tot het doel, waarop de wereld gericht is, zoo heeft HU ook gewild, dat er In den Staat een gezag zou zijn, welks dragers de beeltenis van Gods macht en Gods voorzienigheid in betrekking tot de men- schen zouden vertoonen.” Ziedaar een uitspraak welke geweldige conse quenties bergt. Laten wU ons voor heden be palen tot deze «éne conclusie: had de liberale gedachte den oorsprong van het gezag niet ver worpen en den volkswil niet in de plaats van De crisisheffing op rund- en kalfsvleesch ten behoeve van het Landbouwcrisisfonds zal Maandag aJ. Ingaan. ZU zal be dragen het dubbele van den accijns op het geslacht, dus 20 pet. der waarde van het slachtdier. In totaal zal dus op het levende slachtbeest komen te drukken 10 20 30 pet. der waar de, inplaats van 10 pet. zooals tot dusver. Aan- gez'.en lang niet het volle gewicht In den win kel tot verkoop komt (beenderen, Ingewanden, vellen, huid, enz), terwUl aan den anderen kant géén 20 pet. komt op alle andere kosten, die Ir den winkelprijs liggen besloten (slacht en keurloonen, transport, winkelhuur, arbeids loon, vuur en licht, enz.) mag men niet zeg gen, dat er nu 20 pet. op de détailprijzen komt. Bovendien zijn er verschillende ..sóórten" van vleesch aan een rund, van soepvleesch tot bief stuk en runderhaas toe, alle met verschillende kllo-prijzen, doch gesneden uit het zelfde dier. Ten slotte zjjn er nog verschillende „soorten” slagers met verschillende kwaliteiten slacht vee, doch óók met verschillende bedrUfson- kosten. Men kan dus niet zoo eenvoudig be rekenen, hoeveel procent „het” publiek aan stonds méér zal moeten betalen voor „het” rund- en kalfsvleesch. Toch heeft het „Handelsblad” een kleine be rekening gewaagd. Neem een beest van 600 pond; dat kost op 1 oogenblik b.v. 150 op de markt. Zoo’n beest wordt voor den accijns opgegeven (men mag er n.l. 714 onder gaan) voor ƒ140, zoodat er tot dusver f 14 geslachtaccUns op moet worden betaald. Daar komt nu nog eens tweemaal 14, dus ƒ28 bij. Aan zulk een beest van 600 pond zit rond 100 pond beenen; de rest is vleesch. vet, lever, nieren, benevens huldsafvallen, vliezen, enz. Dooreengerekend zal de slager dus die 28 moeten verhalen op hetgeen hU in zijn winkel van die 500 pond kan verkoopen. Dat wordt dus op zUn allerminst gemiddeld zes cents per pond, n.l. Indien hU 467 pond wlnkelvleesch en -vet er uit haalt. Doch in de practijk zal dit, zooals gezegd, méér moeten zijn; in de eerste plaats verkoopt hij van een beest van 600 pond geen 467 pond; in de tweede plaats zal hU niet op alles wat bij wél verkoopt, zes cents kunnen leggen. De gemiddelde verhooging zal voor den con sument dus in dit geval dichter bit 8 dan b<j 6 cents liggen per pond. Bovendien komt over eenlgen tijd nog de omzetbelasting van 4 pet., welke wordt gehe ven niet op het levende dier, doch op den ver- koopsprUs --van het wlnkelproduct, dus óók op den geslachtaccUns en op de crisisheffing, be nevens op bedrUfskosten en op de slacht- en keurloonen der dlkwUls met flinke winsten werkende gemeentelUke slachthuizen. Deze laatste zijn niet mis en dragen In vele gevallen zelfs het karakter van een Indirecte belasting. Amsterdam b.v. maakte op zijn abattoir een bedrUfswinst van ƒ400.000. In to taal wordt in Nederland JaarUJks rond 5 mll- lioen aan winst uit de gemeentelUke slacht huizen en keuringsdiensten genomen. Wanneer men voor een oogenblik veronder stelt. dat het rund- en kalfsvleeschverbnLk door deze nieuwe heffing niet zal dalen hetgeen ons echter in verband met de koop kracht onwaarschUnlUk voorkomt dan zal zU per jaar 13 mlllloen opbrengen, aange zien de 10 pet. accUns op het geslacht In 1932 heeft opgebracht ƒ6.500.000. Per week worden op 1 oogenblik gemiddeld geslacht 8000 runde ren en kalveren. De crisis-ace Uns op varkensvleesch bedraagt, zooals men weet, 9 cents per kilo geslacht ge wicht (dus spek en reuzel Inbegrepen). een daarbij ongeveer aldus: de oude konlngen keizers waanden zich „bU de gratie Gods" regeeren. Het meerendeel dezer potentaten ech ter leidde een lui en zinnelük leven, buitte de massa uit en was zelf de schuld, dat aan dit soort bewind een einde kwam. Een deel der beschaafde Unden aanvaardde toen den konlng. die trouw zwoer aan de jrondwet, die een regee- ring benoemde In overeenstemming met den bU de stembus gebleken volkswil en die overigens als voornaamste ornament van den Staat fun geerde. Een ander deel hield het met den re- publikelnschen vorm en stelde door directe of indirecte verkiezingen een president aan bet hoofd van den Staat. Door dezen liberalen waan, welke nu ander halve eeuw geduurd heeft, Is de ware gezags- opvatting verloren gegaan en kon het gebeuren, dat practlsch ook vele christenen den volkswil als basis van bet staatsgezag gingen beschou wen. De denkfout ligt hierin, dat men den aard van het gezag afhankelijk acht van den staats vorm. Welnu, het is een ernstige dwaling en wie niet het tegendeel houdt, vervalt in ketterij dat het gezag In karakter verandert, wanneer de regeeringsvorm gewijzigd wordt. Voorop dient te staan, dat de aanvaarde bestuursvorm er op gericht is. het algemeen welzijn van heel bet »o*k te behartigen. Ia dit bet geval, dan zUn de M. die door de politie was aangehouden als verdacht van brandstichting In een stroomUt op het erf van den landbouwer ter H. te Buurse bU Haaksbergen, heeft bekend deze brandstichting te hebben gepleegd. Y -w y anneer wij, overeenkomstig den opeet vV/ van onze laatste beschouwing, de groo- i v V te vraagstukken van onzen tijd aan de beproefde, chrlstelUke beginselen willen toetsen, dan dienen wij vóór alles den oorsprong van den Staat en het Staatsgezag duldelUk vast te stellen. Dit moge aan velen overbodig lUken, zoo oud als de leer der Kerk over het gezag Is, zoo oud zUn ook de dwalingen hieromtrent; en zoo onveranderlUk de leer, even hardnekkig de mis vattingen. Of kan men ook In onzen tUd zelfs onder eigen geloofsgenooten en waarlijk niet alleen onder de onontwlkkelden I niet altUd nog redeneeringen hooren, waaruit blijkt, men enkel meent onderdanig te moeten zUn een gezag, dat men zelf goed acht; dat „frlssche revolutie" op z’n tijd gezond werkt dergelUke meenlngen meer? En hoevelen kun nen het persoonlUk gedrag en de bekwaamheden van den gezagdrager nog maar altUd niet schei den van de functie? Het Is daarom noodig de basis van het gezag en voor wat onze be schouwingen betreft van bet burgerlUk gezag stevig vast te stellen. Theoretische beschouwingen over een ideale samenleving, «fearln alle menschen volmaakt zUn, kunnen wU achterwege laten als onprac- tisch en onvruchtbaar. WU hebben te maken met het feit, dat wU zondige, onvolmaakte men- schen zUn en als zoodanig In een burgerlüke maatechappU bU elkaar wonen. Van nature Is de mensch een sociaal wezen; llchamelUk en geestelUk, voor zUn stoffelUke behoeften en voor die van geest en hart kan hU slechte door het gezin en door de burgerlUke samenleving tot volle ontplooiing komen. In belde nu, zoowel in bet gezin als in den Staat, dus In de hulseUjke en In de burgerlUke maatechappU, is leiding noodig. In het gezin is die leiding in het gezag van den man vanzelfsprekend; in de burgerlUke samenleving geeft dit punt gemakkelUker aan leiding tot dispuut. Niemand echter ontkent, dat een Staat leiding, dat Is gezag noodig heeft. Eigenaardig is, dat de meest revolutionnalre staatslieden, wanneer zU eenmaal de macht In handen hebben, den strafsten gezagsvorm In voeren! De historie leert echter, dat zulke be- stuurslieden al heel spoedig tegen den wil van de overgroote meerderheid hunner onderdanen regeeren en zich alleen door geweld kunnen handhaven. Dit komt, omdat zU hun gezag op een verkeerde basis hebben gesteld. ZU beginnen bet bestaande bewind op gewelddadige wUze omver te werpen en beloven dan aan de massa, dat zU „uit naam van het volk" zullen regeeren. Dat volk nu is een duizendkoppige menigte met ieder voor zich kleine persoonlUke belangen en bekrompen Inzichten. Die menigte zelf kan het gezag niet voortbrengen. De persoonlUke bevre diging van ieder afzonderlUk bUJft uit; de on- gezant van Katholiek Nederland bij Z. H. tevredenheid steekt het hoofd op en de heer- schers, die beweren uit naam van allen te re geeren, kunnen diezelfde massa slechte met ge weld in bedwang houden. De ware opvatting van burgerlUk gezag is een andere. De Staat moet als gemeenschap één groot doel nastreven, nm. het tUdelUk geluk van allen. Om dit te bereiken is het noodig, dat er eén uit staat boven allen, dat er een bestuur, een gezag zU, dat „de individuen met krachtigen en gelUken drang naar bet gemeenschappelUk doel richt," zooals Paus Leo het uitdrukte. Zulk een geordende maatschappU vindt zUn doel in de natuur, utu niet anders zeggen wil dan: In God. Immers, God Is de Maker van alle dingen, dus ook van de burgerlUke maatschappU. HU is er In den vollen zin des woords de Meester over, aan Wien allen dienstbaar en onderworpen zUn. Daarom kan er geen gezag, dus ook geen Staats gezag bestaan, wanneer het niet aan God ont leend is. Wat Paulus *n zUn Romeinenbrief kort en krachtig uitdrukte: Lr is geen macht tenzij uit God. Deze opvatting heeft altUd bestaan. In de hel- densebe wereld ontleenden de vorsten meestal hun macht aan de góden en in de kleine Ts- raelietische samenleving was het zalven van den -konlng door den hoogepriester het klare bewUs van het zuivere gezagsbegrip. Ook in de chrls telUke maatechappU heeft vUftlen eeuwen lang de gezonde gezagsopvatting geheerscht. De vrij geesterij van de zestiende eeuw begon er aan te knagen en de revolutie van het einde der achttiende eeuw verwierp brutaal weg het ge zag uit God en stelde daarvoor in de plaats de aouvereinlteit van bet volk. Het wordt maar al te weinig ingezien, welk een groote schade door deze gezagsverkrachting aan de burgerlUke samenleving is berokkend Het gaat hier namehjk niet om een theoretisch vraagstuk. Het is niet Waar, dat het practlsch op hetzehde neerkomt, of men nu van een volks- regeerlng spreekt of van een regeering bU de gratie Gods. Door het loslaten van de ware ge- zagsopvatting ontstond de meening. dat een constitutioneel vorst principieel verschilde van een monarch uit den ouden tUd en dat een pre sident van een republiek de zuivere figuur voor volksregeerlng was. De gedachtengang was en te den Paus. Men kan dan ook feitelijk geens zins vap een antedateerlng spreken, nu Mgr. dr. Eras heden door al de Bisschoppen van ons land gehuldigd wordt voor de tal- looze, meest onbekende en door het Katho lieke volk daarom niet genoeg gewaardeerde diensten, aan het godsdienstig, maar ook aan het maatschappelijk belang onzer Ka tholieken bewezen. Het feit, dat heel Doorluchtig Episcopaat persoonlijk hoogen dank wenscht uit te spreken, hem een zinrijk huldeblijk wenscht aan te bieden, voert den leek al tot de conclusie, dat de functie van den Procurator even eervol als gewichtig is. Van het eerste begin af, dat Mgr. Eras in Rome vertoefde, heeft hij met hart en ziel de belangen van het vaderland voor gestaan, heeft hij, als wij ons zoo mogen uitdrukken, voor zoover het noodig was, het vaderland voor Rome veroverd. Er is een tijd geweest, dat onze mooiste Nederlandsche scheldnaam was „UUramon- taan”, want wij hebben dat woord nooit anders vertolkt dan door „trouw aan het vAderland en trouw aan den Paus!" Die traditie, die tevens een mooi part van ons Katholieke beschavingsleven bevat, Is door Mgr. Eras stil, waardig en krachtig door gezet. Al 35 jaren woont Monseigneur In de heilige stad; hij heeft er kunnen aarden, als van nature, door zijn aangeboren waar digheid, door zijn unlverseelen aanleg, maar van zijn vaderlandschap is geen splinter geschaafd; integendeel, hij heeft dat ge cultiveerd, en een ieder, die te Rome zijn Katholieke landgenooten opzocht, zal daar van getuigen, want Mgr. Eras was de be zieler eh de leider van het zuiver Neder landsch milieu, dat steeds In Rome gebloeid heeft en dat thans zoo hecht geconsolideerd is in het Nederlandsch college. De functie van Mgr. Eras te Rome, dat toch altijd ver aan gene zijde van de Alpen ligt, spreekt niet zoo duidelijk tot het volk, wie niet doordringt tot de innerlijke waar de der dingen, komt slechts tot de conclu sie, dat het leven van dezen prelaat rijk is aan onderscheidingen: al spoedig na de priesterwijding en de promotie tot doctor In het Kerkelijk recht werd Mgr. kanunnik van Santa Maria in Monte Sancto te Rome, Oehelmkamerheer en Hulsprelaat van Z. H. den Paus; Hij is begiftigd met het officiers kruis in de orde van Oranje Nassau; Hij is ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, en Eere-kapelaan der Souvereine orde van Malta en last not least Is Mgr. sedert 1926 eere-kanunnlk van het kapittel van Sint Jan en verheven tot de waardig heid van Protonotarlus Apostollcus. Deze onderscheidingen getuigen niet louter van eerbewijzen; zij verraden een leven van stille en daarom des te grooter verdiensten, die misschien juister geaccentueerd worden door de hooge functies, welke Mgr. Eras bekleedt. Bij is lid van het permanente Comité der Internationale Eucharistische Congressen. Consultor van de H. Congregatie der Oos- tersche kerken, resldeerend lid van de Op perste Raden der PauselUke Genootschap pen tot Voortplanting des Oeloofs en het Sint Petrus-Llefdewerk en lid van den Al- gemeenen Raad van Pauselijke liefdewer ken. Maar vóór en boven alles is Mgr. dr. over gezagsondermUnlngmen roept om „ster ke mannen", om leiding en om bestrUding van anarchisme, 't Is de klacht van ouders, die hun kinderen „een vrUe opvoeding gaven”; die meen den, dat de jeugd geen druk van ouderlUk ge zag mocht voelen; die het «iel grappig vonden de kleine bengels een beetje tyran in de huiskamer. Wanneer diezelfde kinderen, volwassen geworden, hun ouders ver achten en den rug toekeeren, dan is dat heel erg; maar aan wie de schuld? Zoo is het ook in het groote gezin, de bur gerlUke maatechappU, gegaan. Een staatkundig radicalisme ontkent nu al meer dan anderhalve eeuw den goddehjken oorsprong van het gezag en sluit moedwillig den Schepper bulten het openbare bestuur. De dienst van God heette voor de Kerk en de huiskamer bestemd en dan nog wel alleen voor hén, die dat noodig hebben. De „verlichten" behooren daartoe'natuurlUk niet! En de anderen, de christen staatslieden? Zeker, bU gelegenheden werd er wel voor het ware gezagsbeginsel en voqr de hoogheid van den Schepper getuigd. Maar werd die onover brugbare kloof van gezagsopvatting niet al te dlkwUls gemaskeerd in een compromissen-poli tiek en werd, bU allen strijd voor partU- en materieele volksbelangen niet te weinig gedaan aan opvoedende voorlichting omtrent dit fun damenteels gezagsbeginsel? Wanneer wU over de laatste kwarteeuw de geschiedenis van alle landen nagaan, waar van chrlstelUke politieke actie gesproken kan worden, dan is het ant woord op die vraag beschamend. Te veel uiter- lUke machtsontplooiing, te weinig InnerlUke vor ming op beginsel, voerden tot den moreelen chaos van dezen tUd. 9 en 12 der Landbouw-crisiswet 1933 op nmd- vee. Bepaald is. dat gedurende het tUdvak van 15 October 1933 tot 15 October 1934 het in voorraad hebben van rundvee, ten aanzien waarvan accUns Is voldaan, of van een dood stuk rundvee, waarvan slachtlngshandelingen zUn verricht, slechte is toegestaan tegen betaling van een door den minister van Eonom. Zaken telkens voor een door hem te bepalen tijdvak vast te stellen bedrag, dat verschillend kan zUn naar de mate van den betaalden accUns. Dit bedrag moet worden betaald ten behoeve van het Landbouw Crisisfonds. In de gevallen, waarin op grond van wette- lUke bepalingen afschrUvlng van den geslachte- accUns of geheele of gedeeltelUke teruggaaf van dien accUns wordt verleend, vindt op overeen komstige wUze hetzU afschrUvlng, hetzU geheele of gedeeltelUke teruggaaf plaats van bedoeld bedrag. - 1 w de besmetting. Ik herinner mU, dat eenlge jaren geleden een kind van een burgemeester van een klein stadje roodvonk kreeg. De ijve rige en nauwkeurige burgervader Het zUn kind isoleeren, de school sluiten, en na afloop der ziekte zUn huls nauwkeurig ontsmetten. Enkele maanden later was er weer roodvonk in het huls van den burgemeester. AnderzUds ziet men. dat personen, die langen tUd in nauw contact zUn met lUders aan roodvonk, zelf niet ziek worden. Daarom is de Isolatie, de afzondering van roodvonklUders in ziekenhuizen een maatregel, die achteraf blUkt, nauweHjks of In 't geheel gen invloed heeft op de verspreiding van het roodvonk. Het is dus geen wonder, dat men in verschillende steden Londen en BerlUn b.v. getracht heeft om het te stellen zonder af zondering der lUders. En ziedaar, de besmet ting met roodvonk vermeerderde niet. In Amsterdam heeft thans ook de Geneeskundige Dienst besloten, de roodvonklUders niet meer te Isoleeren, behalve wanneer de patiënt we gens zware ziekte of wegens sociale omstandig heden thuis niet verpleegd kan worden. Daar- meer wordt een groot bedrag aan geld ge spaard en geen kwaad gesticht, en is dus een heel goede maatregel. De besmetting, dit is tegenwoordig wel dui- delUk gebleken, is voor een groot deel af komstig van de oorziekten, de sg. loopende ooren, die in de latere loop van het roodvonk nog al eens voorkomen. Deze ooren moeten met de grootste zlndelUkheld behandeld war den, en kinderen met deze aandoening mogen niet op school komen vanwege de besmetting, die zU kunnen verspreiden. Men moet dus na het roodvonk terdege op letten, ten eerste op ooraandoeningen, maar in t algemeen op den geheelen toestand van den patiënt. Want enkele, ja tot zes weken na het roodvonk ontstaat nog al eens een nephri tis, een aandoening van de nieren. Het Is dus zeer terdege noodzakelUk, om de eerste twee maanden na het begin van het roodvonk zeer goed op te passen, en den patiënt onder me dische contröle te laten. Het is mU bU keuringen, vooral voor de sport, herhaalde malen gebleken, dat candldaten voor voetbal of gymnastiek, die er vru gezond uW- zien, toch afgewezen moest worden. Sommige hadden teekenen van een lichte, maar toch chronische nieraandoeningen, anderen ver toonden een zwakke actie van bet hart, zU waren spoedig vermoeid en konden geen lang- durige Inspanning verdragen; wanneer men hun vroeg, of zU vroeger wel eens ziek ge weest waren, kwam merkwaardig dlkwUls voor den dag. dat ZU vroeger roodvonk of ook wel dlphtherie gehad hadden. Men weae dus toch werkeHjk op zUn hoede. Er is geen enkele ziekte zoo verraderlUk als het roodvonk. Zeker, de ziekte is meestal licht, en wordt in den regel gemakkelUk doorstaan; maar men posse op voor de complicaties, men lette op de kin deren, en wanneer men iets vermoedt, late men ze medisch controleeren. Gelukkig is er in den laatsten tUd wel een middel gevonden om het roodvonk beter en gevaarloozer te doen verloopen. Evenals elk ernstig geval van dlphtherie (meestal nog, maar ten onrechte dlphteritls genoemd) met één of meer inspuitingen van antl-dlphterie- serum worden behandeld, zoo worden ook thans ernstige gevallen van roodvonk met een antl- rood vonk-serum behandeld, dat in de spieren of in een ader wordt ingespoten. De ervaring omtrent deze behandeling is nog niet heel lang, maar zeer gunstig. Binnen vier en twintig uur kan men het resultaat zien aan de afname van het uitslag, de daling van de koorts en de vermindering van de algemeene ziekte verschünselen. Na de algemeens Invoering van de serum- behandellng bU elk eenigszins gevaarlUk geval van deze ziekte, Is niet alleen de sterfte aan dlphtherie enorm afgenomen, maar zUn ook de operaties, die vroeger vaak noodig waren, thans nog maar zelden voorgekomen. Vroeger immers gebeurde bet vaak, dat bet beslag in de keel en speciaal om de stembanden zoo zwaar was. dat de patiënt dreigde door ver stikking te gronde te gaan. De ouderen her inneren zich nog wel, dat dan de luchtpijp vooraan aan den hals, werd geopend, om aldus de lucht vrijen toevoer te geven, en den patiënt weer te doen ademen. Door de behandeling met serum is thans ook deze operatie bUna nooit meer noodig. Vanzelf trachtte men dus ook tegen het roodvonk een dergelUk middel uit te vinden. In het begin der ziekte beeft dit antl-rood- vonk-serum dan ook' zeer goede resultaten; wanneer er reeds complicaties zUn van ooren of neus, dan komt de werking van het serum meestal te laat. Behalve deze behandeling heeft men tegen- woordig ook nog een methode, om na te gaan, of iemand bevattelUk is voor roodvonk; en dit geschiedt door de reactie van Dick; dit is een heel kleine inspuiting van het roodvonkglft, en wanneer dan de proefpersoon vatbaar is. krijgt deze een kleine roodheid op de plaats van inspuiting. Zoo kan men nagaan, of de bevolking vatbaar is voor roodvonk of niet. Zoo is men dus tegenwoordig al weer veel beter gewapend tegen bet roodvonk dan vroeger; het uitbreken van epidemieën is nog niet tegen te gaan, maar de hevigheid daar van te beteugelen, en de maatregelen tot be scherming der bevolking te nemen, daarvoor zUn wU thans weer veel beter In staat. En dat is gelukkig, want het roodvonk te. vooral om de nastekten, een onbetrouwbare vUand. TH. H. 8CHLICHTINO God gesteld, dan zou aan de wereld heel wat ellende zUn bespaard. Thans wordt er gewee klaagd op de ruïnes van een in puin liggende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5