Prikkeldraad H Het rythme der Vondplwaardeering Ambtelijke plicht Wat gebeuren moest Toontje-solidair! BEDREIGD tnaagarale rede van Lr. B. H. MoHenboer O.P. VALSCHE PROPAGANDA VOOR DE N.S.B. STEDENSCHOON MONNIKENDAM DINSDAG 24 OCTOBER Vlekke retireert voor 50 percent Het besluit van den Ministerraad Oordeel van Ir. Mussert Veertigurige werkweek Geen A.J.C. optocht STRAPER1O TE ROTTERDAM Speelgelegenheden gesloten PASTOOR SPIGT BEDIEND Toestand nog zorgwekkend Een der karakteristieke oude grachtjes, welke de raad wil dempen Geen jeugdbeweging meer, doch politieke propaganda MISHANDELING IN EEN VERGADERING OPLICHTER ACHTER SLOT EN GRENDEL TE n Roode persman krijgt het aan den stok met N. S. B. leden Ingevoerd by Bruynzeel te Zaandam B. H. Molkenboer O.P. 1‘-i I 3 als- t tl blad VLEKKE V. REDACTIE l' en en an De heer Vlekke, propagandist der N. S. B.. zendt ons volgend schreven: De directie van Bruynzeel's Deurenfabrieken heeft Maandag ten einde ontslag van arbeider» te voorkomen, de veertigurige werkweek Inge voerd. De mlnlmumloonen zijn thans, aldus meldt „De Telegraaf” hieromtrent, met vijf cent per uur verhoogd, zoodat bij de nieuwe arbeidsregeling een uniform loon van 78 cent per uur uitgekeerd wordt. Waer werd opreehter trouw Te weereld oit gevonden? de „eigen Irenische, ren de aandacht, dat men ook vroegere gedichten aanhoudend Roomsche traditie De Llmb. Koerier meldt van dit incident ech ter bet volgende: Ir. Mussert had aan degenen, die niet met het Wilhelmus sympathiseerden, veraocht de saai te veraten; niemand ging! Toen de aanwezigen staande het volkslied zongen, bleef een verslag gever van het socialistisch Volksblad demonstra tief zitten. HU kreeg een wenk om op te staan, en toen hU aan dit bevel op wat ultdagcnd- mlnachtende manier gevolg gaf, namen eenlge N S B -ers hem in zijn kraag en werkten hem op niet al te zachtzinnige wUze uit de zaal, waar bij zUn brilleglas sneefde en de jongeman eenlge Met groote verslagenheid vernamen Zon dagmiddag de parochianen van Monnikendam, dat hun herder, pastoor Spigt. die in den nacht van Donderdag op Vrijdag door een plotselinge ongesteldheid was overvallen, van de laatste H.H. Sacramenten was voorzien. Op medisch advies is ZUnEerw. naar het Maria Paviljoen te Amsterdam vervoerd. ZUn toestand was Maandagmiddag nog zorgwek kend. Naar aanleiding van het besluit van den Ministerraad, dat ambte naren zich hebben te onthouden van alle openbare actie tegen de Over heid en haar beleid, hebben we den leider van de N. S. B., Ir. A. A. Mussert, gevraagd, welke conse quenties daaraan voor hem vast zaten. Zooals men weet, is Ir. Mussert hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Utrecht. Ir. Mussert meende, dat dit be sluit alleen gold voor rqksambte- naren en daarom zal het geen verandering brehgen in zyn leider schap van de nationaal-socialisten, noch ook invloed hebben op zyn ambtelüke functie. Op een desbetreffende vraag ant woordde Ir. Mussert ons, het niet waarschijnlijk te vinden, dat een dergelijk besluit ook voor provincie- ambtenaren genomen wordt. Naar aanleiding van het bericht „Valsche propaganda voor de N. 8. B.” in uw van Woensdag 18 Oct. j.l. moet ik een en ander een weinig rechtzetten. Inderdaad deelde Ik op bedoelde vergade ring mede, dat Mgr. Aengenent tegen een kfennis van mU verklaard heeft, dat door hem de N. 8. B. voor Katholieken niet ver boden was. J Ik knoopte daar onmiddellijk mijn eigen meening aan vast dat zij ook niet verbo den zou en niet verboden kon worden, om dat haar fascistische leer niet In strijd was met de R. K. godsdienst en zedenleer. Dit laatste is niet door Mgr. gezegd, het eerste wel. Indien mijn woorden den indruk gewekt hebben, dat het geheel door Mgr. zou ge zegd zijn, herroep Ik dat, want dat Is inder daad niet waar en ook door mij niet be doeld. Ik hoop, dat u hieruit begrijpt, dat van valsche propaganda dus geen sprake is. Men deelt ons mede, dat de afdeellng IJmui- denVelsen van de A. J. C aan den burge meester toestemming verzocht heeft voor het houden van een fietstocht door de gemeente op Zaterdag 28 October as. Medegevoerd zou worden de vlag der afdeellng. terwUl de fietsen zouden worden voorzien van platen, waarop af beeldingen van een bliksemstraal in den vorm van een hakenkruis en het opschrift: „De.storm- klok luidtjongeren vecht mede voor het demo cratisch socialisme in de rUen van de AJ.C.“, De burgemeester heeft op dit verzoek afwU- zend beschikt, daar naar zUn meening deze fietstocht een politieke strekking heeft, op grond van de inhoud en uitbeelding van de mee te voeren plaat, het voeren in het openbaar van dit opzlchtelUk onderscheidlngsteeken. het welk uitdrukking is van een bepaald staatkun dig streven en naar de meening van den burge meester strafbaar volgens art. 453a van het W v. 8. Eveneens acht de burgemeester, inge volge dit artikel, strafbaar het voeren In het openbaar van de vlag der afdeellng. omdat in het onderhavige geval de vlag niet meer gebe zigd wordt als vlag eener neutrale jeugd organisatie. doch aan te merken is als uitdruk king van een bepaald staatkundig streven. Heden heeft prof. B. H. Mol ken boer het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de R. K. Universltelt te Nijmegen aanvaard. Aan zUn bU die gelegenheid uitgesproken rede over „Het rhythme van de Vondelwaardeerlng", ont- leenen wU het volgende: den dichter zUn aangenomen, imers een groot aantal van de de opkomende beteekent een der omstandlg- hebben beïnvloed, als specimen van de XVTHde le. Een uitbreidingsplan met toebehooren voor Monnikendam te doen maken; 2e. De gracht langs de kade Bloemendaal niet te dempen, doch te doen schoon maken, de schoeilng te doen ver nieuwen, boomen te doen planten en de eigena ren der erven aan den overkant uit te noodlgen. hun schoeilngen te doen herstellen en langs deze schoellngen beplanting Mn te brengen, ten einde de rommelige getimmerten aan het oog te ont trekken of deze getimmerten op te ruimen; 3e De gracht langs den NleaenoortsburgwUl schoon te maken en de oevers te herstellen; 4e. De sloot schoon te maken en de oevers behoorlijk af te werken; 5e. Zoo mogelUk een riool te doen ma ken, opdat het afvalwater uit de huizen niet in de grachten komt. „Wanneer deze raad wordt opgevolgd, zal een belangrijke werkverschaffing in het leven geroe pen worden en de schoonheid van uwe oude, fraaie stad niet alleen behouden, doch belangrijk verhoogd worden.” Naar aanleiding van het bericht dat de ge meenteraad van Monnikendam besloten heeft tot demping van eenige grachten, heeft de be kende bond „Heemschut” het provinciaal bestuur van Noord-Holland verzocht, aan dit Raadsbe sluit zUn goedkeuring te onthouden. Ter adstructie wordt verwezen naar een brief aan het gemeentebestuur van Monnikendam, waarin de Bond om. het volgende opmerkt: Naar wU vernemen, heeft u«‘e gemeente geen uitbreidingsplan. Geheel het stadje Monniken dam binnen de oude vestinggracht is volge bouwd Een bouwterrein is vrijwel nergens te vinden behalve aan den nieuwen provincialen weg die langs het stadje in aanleg Is, doch welke weg voor bebouwing ongeschikt is. Het ligt daar om voor de hand, voor uwe gemeente een uit breidingsplan te doen maken en In afwachting daarvan geen grachten te doen dempen. „WaarschUnHJk is een der beweegredenen voor de demplngsplannen werkverschaffing. „Dit mede overwegende, raden wU uw college: et te goed, dat de Raad van plnisters heeft Ingegrepen. Het besluit te ^•strekkend, dat valt niet te ont kennen, maar een Overheid, die In deze tijden het geaag hoog wil houden, een Overheid, die regeeren wil, moést zulk een besluit nemen, daar was geen ontkomen aan. Zij kon zich niet door haar eigen ambtenaren voortdurend in het openbaar laten aanvallen en daarom stemmen we ten volle met den getroffen maatregel in. Wie zich niet onderwerpen wil, behoort in het ambtenaren-korps, vooral op dit oogen- blik, niet thuis. Er wordt van den ambtenaar niet ge- etecht, dat hij in het openbaar het beleid van de Overheid zal verdedigen, overeen komstig het: wiens brood men eet, diens woord men spreekt, daar is geen sprake van, want de ambtenaar heeft zich immers te onthouden van elke openbare actie, zoo voor als tegen het regeerlngsbeleid. Hij heeft alleen zijn plicht te doen als ambte naar, zooals' de Overheid deze van hem f etecht en ook het recht heeft te eischen. Waar het hier een besluit betreft van den Raad wan ministers, daar geldt dit vooi* lederen ambtenaar, hoog en laag en niet slechts voor provincie, gemeente en wa terschap, in den geest van de nu pas gewij zigde Ambtenarenwet, die eenheid beoogt. Het bestuur van al deze organen vormt immers de Overheid. We gelooven niet, dat het noodig zal zijn, dat Gedeputeerde Staten en de besturen van de gemeenten gelijksoortige besluiten nemen. g Zonder twijfel zal dit besluit wel eenig verzet uitlokken. Wanneer het ambtenaren zijn, evenals alle andere groepen van per sonen, die eenmaal de perken te buiten zijn gegaan, kost het moeite ze weer binnen de perken terug te dringen. Toch was het noodig en moest het gebeuren. Het heeft ons al jaren verwonderd, dat de opvolgende regeeringen het niet gedaan hebben, maar nu het geschied te, mogen we ook vertrou wen, dat alle goedwillende partijen zich als één man achter de regeerlng zullen plaatsen, opdat krachtig de hand zal kun nen worden gehouden aan een'besluit, dat door de overgroote meerderheid van ons volk als juist en goed zal worden aange merkt. Wij meenen naar aanleiding van het bovenstaande nog eens te moeten herhalen, dat naar ons te.bevoegder plaatse vol komen duidelijk gekeken te van ’s hee- ren Vlekke's bewering omtrent een uit spraak van Z. Hoogw. Exc. Mgr. Aengenent geen woord, maar dan ook geen woord waar te. De heer Vlekke retireert in zijn verklaring voor 50 pCt.; hij zal echter ook nog voor de overige 50 pCt. moeten retlreeren. Immers, óók van de bewering, dat Mgr Aengenent aan een kennis van den heer Vlekke zou hebben verklaard, dat door Z. H. Exc. de N. 8. B. voor katholieken niet verboden was, te geen woord waar. En het kenmerkende van die trouw aan Vondel en Thljm Is wel. dat ze zich ook daar waar de uitkomst van dUk onderzoek voor den Drie tijdperken kunnen worden onderschei den. die de houding van het Nederlandsche volk tegenover lands oudsten en grootsten poëet hebben bepaald: het tUdperk van de imitatie van Vondel, den strijd om Vondel en de studie In Vondel, de geheimzinnige slingeringen dus tusschen misverstand en inzicht, afkeer en sympathie, vervreemding en verwantschap. De navolging begint al bU het leven van den meester self, in dien tUd toen de letterkundige eigendom eigenlijk nog moest worden uitge vonden en toen deze ook voor 1 bewustzUn van Vondel nog maar een zeer betrekkelUk recht ig hU door de veertien waarvan gelden. Het was zelfs een reactie. Viel het niet te verwachten, dat naarmate andersdenkenden zich meer kopschuw toonden tegenover den bekeerling, zUn kans op gehoor onder de Roomschen grooter werd? In denzelfden tUd. dat Camper en Wltsen Geysbeek de antl- paapsche gevoelens tegen Vondel opjoegen, liet een Haarlemsch geneesheer de „Altaergeheime- nissen” herdrukken en gaf de Bredasche jurist Hoppen brouwers de eerste met noten toege. lichte editie van een Vondelwerk In t licht, nj. hetzelfde eucharistische leerdicht, dat. hoe diepzinnig het ook is, toch door lederen Katho liek Wordt als ..het slot gekiwt om *t Inge sloten”. Wat moeten wU in deze uitgave het meest bewonderen: de bescheidenheid van den auteur, die zUn naam van het titelblad houdt en „geen Geestelijke zUnde" zich verontschuldigt over zUn gezegend waagstuk; zijn belezenheid en scherpzinnigheid, waarvan alle latere toelich- ters hebben geprofiteerd; of zUn delicate angst om toch vooral zUn „Protestantsche broeders" niet te hinderen? Met dit boek is de katho lieke. Ja de algemeene pragmatische studie van Vondels oeuvre begonnen. Voor het eerst wordt daarin naar bronnen gespeurd om den tekst te verduldelUken en naar 1 verband ge zocht van ’s dichter» kunst en leven. Dien kant moest het uit. En al is het niet waarschijnlijk, dat Bakhuizen van den Brink, .zuiver Geus” als hU was, door dit katholiek signaal tot het vondelen werd opgewekt, zijn meesterlijke en nog altUd actueele belichting van den dichter met roskam en rommelpot, waarmee hU een der eerste afleveringen van De Gids verrukte, mag toch een pendant van de leerdlcht-ultgave heeten, omdat er de levens bron van onzen onsterfelUken satyricus zoo boeiend in wordt bloot gelegd. In tusschen zou het doorbrekende streven om Vondel in het licht van zUn bronnen en van zUn tijd te bezien worden doorgetrokken over het heele veld van Vondels negentig-jarig leven, van voor tot achter ongeveer overgroeid met de bloemen, de planten, de bosschen zijner honderden gedichten. Even tien jaar na Bak huizen'» opstel 11849) werden met mr Jacob van Lennep de plannen beraamd voor een grootscheepsche uitgave van De Werken van Vondel in verband gebracht met zUn leven en twintig jaar later (1869) waren de twaalf zware banden, te zamen pijn. 10.000 bladzUden, voltooid. Thljm was het, die van meet af de uitgave van Van Lennep als een „herleving van Von del” begroette In „De TUd”, waar hU zUn ge loofsgenooten in een lange reeks artikelen op wekte om „de schoone onderneming” te steunen. Als Thljm voor de ontwaking van de Neder landsche Katholieken een figuur, een emanci pator is geweest, waarvan beteekenis en Invloed nog lang niet zjjn uitgewerkt, dan moet dat voor een aanzlenlUk deel verklaard worden uit zUn fijnzinnige schatting van Vondels levens waarde. Deze pionier heeft school gemaakt: de school van Vondel! Wie, met name onder de geloofs- genooten, zich aandient als Vondellaan; dient zich ook aan als ThUmiaan. Eén der oudsten, ja de eenlge directe leerling van die „voor- treffeljjke Vondelschool”, die het als levend getuige bewijst, is de onvermoeibare en on- uitputtelUke Jan Sterck. Persoonlijk door den grijzen ThUm gevormd bU de voorbereiding der complete Vondel-uitgave van '87. moge deze geduldige zoeker «n gelukkige vinder na welhaast vijftig jaren van dadenrtjke Vondel- liefde zich de vraag laten welgevallen: niet verloochende Sterck's wetensclumpel dichter niet vleiend kon heeten (als in Vondels verhouding tot zUn moeder), ofwel de voorstel lingen van den meester moest corrigeeren (ge- Hjk in de quaestle-Tesselschade) Maar Thljm zelf zou de eerste geweest zUn om er in te juichen, dat zUn leerling tal van problemen uit Vondels Intiemere omstandigheden zóó In grijpend heeft opgelost of ten minste verhel derd. dat iemand die Vondel wil beoefenen en Sterck niet kent. herhaaldelUk bloot staat aan de grofste vergissingen. Wiar toen voor ’t eerst het volle licht op viel was ,,het mooi van de verbeelding” en de innige schoonheids graad van Vondels vroom heid. En In dit besef van diepen eerbied dron gen de Jonge kunstenaars van Holland om den ouden meester samen, die Badeloch liet spre ken over haar „goede vrome man". Hoe deze frlsch ontspruitende Vondel-lente de katholieke ..modernen’’ greep, ja bedwelmde, zeggen ons de eerste Jaargangen van „Van Onzen TUd”. die klare Geboortklock van den herboren dichter, waarin een geestdriftig ThUmiaan als C. R. de Klerk den Vondel-klepel roerde. Naar den XVIIde eeuwer. wiens onster- felUkheid wel door enkelen, maar nooit door een letterkundige generatie zoo zuiver gevoeld was als juist door het eind-negentiend’ eeuwsch geslacht.” zag hij met het vrome heimwee om. dat hjj als een glans voor zijn bezig leven van de Hageveldsche Vondel-opvoerlngen had mee gekregen en door de uitgezóchte vormen van zUn modem humanisme productief wist en weet te maken tot den dag van heden toe. Voor literatuur", waar deze Grotlaan- tnaar ook Vondeliaansch-militante katholiek om vroeg, stelde hU de „Vondelwaar- deering" als indlspensabe'en eisch en daarom liet hU rijn „kultuurbeschouwende inleiding tot Vondels spelen” onmlddellUk volgen door de grootendeels «door hem zelf verklaarde drama's, waarvan er duizenden onder het Ne derlandsche publiek verspreid zUn. In Leo Simons, den anders-geloovende. die onzen dichter als dramaticus en levensleider zoo vast omklemd hield, ja voor de scholen propageerde, had De Klerk zUn „broeder-ln- Vondel" gevonden, Simons In hem den nauw- keurlgen kenner en esthetlschen schatter. Bei den wanen er de mannen naar, om de grootsche nationale daad aan te durven van de breede «tooien en slagen opliep. was. Maar nauwelijks poëten of liefhebbers van Poëzlje, Brandt spreekt, in de Nieuwe Kerk ten grave gedragen, of de echo's van den AgrippéJnschen zwaan galmen door de bogen en binten van ons beschavingsleven en blUven er galmen tot in den nacht van Hollands XVIIIde eeuw. Intisschen viel een zekere, ja aldoor sterker wordende reactie bU de mannen der dichtgenoot schappen vast te verwachten. De uitspraak van Balthasar Huydecoper in 1730, dat „alle Dichters tegenwoordig het oog op Vondel hebben,” prik kelde hen niet zoozeer om elndelUk zichzelf te worden als wel om den geplunderden meester allerlei tekorten te gaan verwUten. De vrome sfeer van Vondels verheven ver beeldingen werd in den schouwburg niet lanter geduld, omdat het rationalisme met alles wat zweemde naar stichtende allegorie of christe lijk symbool had afgerekend. De door Pels Ingeleide filologische en esthe tische kritiek werd gesystematiseerd door den reeds genoemden Huydecoper met zUn Proeve van Taal- en Dichtkunde; in vrijmoedige Aan merkingen op Vondels vertaalde Herscheppin gen van Ovldlus van 1730. Dit lUvlge en knappe boek, dat met verbluffende terreinkennis bU een menigte van Vondelverzen de prompte parallellen uit Vondel zelf en een legio schrU- vers te bende brengt en dat ook ongetwijfeld voor ons nog 'n bepaalde waarde heeft, vereenlgt in zich de drie verhoudingen, welke door t nage slacht tegenover Het registreert fan Imitaties, het weerspiegelt aprtoristische critiek en het schuchter begin van de studie heden, die Vondels genie Maar bovenal eeuwsche zlfterU is het voor ons een teeken des tUds. Door het gezag van den in zn dagen zeer ge- vierden auteur heeft het in de tweede helft der eeuw een vrU sterke stemming tegen Von del wakker geroepen, die zich dwars door ver standiger inzicht heen tot onzen tUd in een zagerige sofistiek heeft weten voort te plan ten. Het begin van de XlXde eeuw brengt, na de perioden van onpersoonlijke imitatie en van cerebralen strijd de elgenlUke studie van Vondel en de stabiele waardeerlng van zün machtig levenswerk. Goed beschouwd la het woord .Studie" te eng om den heelen nieuweren cultus van den dichter samen te vatten. Juister hjkt het over de „beoefening'^ van Vondel te spreken, vooral wanneer wjj deze derde periode laten doorloopen tot onzen tijd toe, die immers, bU alle nuanceerlng en tegenstelling zelfs, toch aan de vorige eeuw vast zit, en met name waar het Vondel geldt nog geregeld van die eeuw profUt trekt. Een globale blik over die jaren van stervend Neo-classicisme, opbloeiende Romantiek en verlossende Moderniteit overtuigt terstond dat ze, hoezeer van eigen Idealen vervuld, aller minst van den XVIIde eeuwschen dichter zUn afgedreven, neen eerder met groote liefde en veelzUdlg begrip naar hem zijn teruggegaan. Of liever: dat de oude meester is teruggekeerd tot ons. Bewonderaars van Vondel, die zUn wending naar Rome betreuren, zUn er onder de nlet- Katholieken genoeg en dat valt te begrijpen. Minder onbevangen schijnt het, wanneer de teleurstelling zich In wrevel ontlaadt en men gelUk Gerard Brom gedocumenteerd heeft hooghartig gaat spreken van een „beruchten” overgang, waardoor „de kweekellng van Marius en andere Jezuïeten", de „verloopen protestant", „zacht in slaap gesust” werd en de .ruste des grafs" vond om als een „Vondel op wUwater” de vaderlandsche geschiedenis te „verlooche nen". Zoo was de vredelievende dichter wéér een teeken van tegenspraak tusschen sUn landge- nooten. Maar dat de Katholieken, die hem elndelUk als geloofsbroeder ontdekten, aan zUn züde stonden, kan toch kwalUk als verwijt moderne Vondel-uitgave der W B„ van welker ze» verschenen deelen De Klerk altUd de stille kracht is geweest, om na den dood van Simons de hoofdleldlng te krUgen. Een nadeel betee- kende het, dat Albert Verwey, die sUn fUn essay over Vondels vers voor de Inleiding al gereed had. slch van de medewerking terug trok. maar daar stond tegenover dat het zware werk van inleiding en verklaring door een tien, tal dichtervrienden werd aangepakt. Van die tien is de helft katholiek. De Leldsche hoogleeraar Kalff, die zelf een vruchtbaar en smakelUk schrijver ovez Vondel was en die in 1919 nog klaagde, dat wij geen behoorlUke uit gave van 's dichters werken bezaten, zou niet alleen daarin, maar in nog vele uitingen meer aanleiding hebben kunnen zien, om zijn lof spraak. „dat de Roomsche Vondelvereerders zich flink hebben geweerd" te herhalen, en om nóg dieper overtuigd te worden van «Un voor zichtig vermoeden, dat „in scmmlge opzichten een R.-K onderzoeker van Vondel» leven en werken in ongunstiger omstandigheden ver keert dan een protestant of andersdenkende" Zoowel sedert het proefschrift van Gerard Brom over „Vondels bekering'- als door dat van Moller over de „HeeTlUckhelt der Kercke", die In 1908 de voornaamste reden waren voor Kalff'» Glds-artlkel over „Roomsche Vondel studie". is deze overtuiging, naar wij meenen waar te nemen, in wUder kringen doorgedrongen, zonder dat de vrees van Kalff voor 'n premature verroomschlng van den heelen. dus ook van den dooperschen dichter of de angst van anderen voor een katholieke monopoliseering van den grooten Nederlander hoeft te worden gedeeld. Wél vraagt de opvatting van één onzer Jonge- l ln vondels de stem der hoort; en wél wordt. blU- ken» tal van devotle-tUdschriften, de zanger van onze Geloofsmysteriën hoe langer hoe gre tiger In de intieme sfeer van het katholieke gemeenschapsleven gemengd. Maar nu protes tantsche kringen zijn gewijde Poëzie op haar waarde weten te schatten, zou het een blaam zUn voor 's dichters geloofsgenooten wanneer zij daarin achterbleven. Nu heeft de opperste leiding van het Katho licisme hier te lande gemeend, dat de dóórwer kende invloed van 'n trouw en verheven zoon der Moederkerk als Vondel zich in ons aller moe dertaal zoo welsprekend getoond heeft, dat zUn levenwekkend verband met onze herbloelende Eigen Cultuur niet aan het toeval mag worden overgelaten Het Bestuur van 8t. Radboud heeft van meet af de stichting van een Vondel- zetel in het leerplan der R.K. Universltelt op genomen. En dit getuigt dAArom van zoo'n wijden blik, omdat daarmee niet met de belan gen van de katholieke beschaving alleen, maar wel degelijk ook met die van de Nederlandsche beschaving is rekening gehouden. Want evenmin als van ons katholieke Nederlanders en Neder landsche katholieken valt van onzen hoogen landgenoot en geloofsbroeder Vondel het Neder landerschap of het Katholicisme te schelden. N.B. Hierbij verzoek ik alle couranten, die bovenbedoeld bericht plaatsten, ook deze rectificatie op te nemen. inds eenlgen tUd zUn <*e radicale „arbei- ^^dersvrlenden" ruimschoots in de geleges»- held, de solidariteit te beoefenen, welke zd altUd gepredikt hebben. Hoewel de mooiste eere- prljzen bU bosjes klaar liggen voor de gegadig den, is de animo om ze te verwerven echter niet bUster groot. Het schUnt veeleer, dat. ze niets liever zouden willen dan dat iedereen het be staan van het soUdariteitsbegrlp vergat en dat mooie woord, uit zUn herinnering wegwischto. De praktUk lukt wat zuurder en zwaarder dan de zoete, luchtige theorie. De ongunst der tijden dwong dezer dagen de directie der Haagsche Tram tot belangrUke bezuinigingen. ZU had daartoe eenlge plannen ontworpen en die aan de organisaties van het personeel voorgelegd. De directie stelde voor: le. een vervroegd en verlaagd pensioen. 2e. ontslag van acht-en-veertig man vast per soneel. 3e. een verkorting van den werktijd met «en loonsverlaging van 5 pCt. Deze voorstellen hebben in de vergaderingen van het personeel een punt van uitvoerige be sprekingen uitgemaakt en daarna is het advies vastgesteld. Er was slechts één organisatie. namelUk de katholieke, die wilde berusten in een loonsver laging. Maar overigens <de katholieke organisa tie telt maar heel weinig leden) werden de pun ten één en drie afgewezen. Als eenige maatregel bleef over het ontslag van acht-en-veertig man personeel, waartoe de directie thans zal over gaan. De keien op dus! Toont-je-solidsür! Jawel, als het niets koet; wanneer het alleen gaat om een vergulde punt achter een pompeuze rede, om een kreet, om een sierlUk gebaar. De daad wordt echter geschuwd; zoo gauw het dóArop aankomt, blijkt men de zelfde mentaliteit te bezitten als de tegenstan ders, die men te vuur en te zwaard bestrijdt. Men sal misschien opwerpen, dat de roode or ganisaties beter zijn dan hun leden. WU wilden dat het waar was! Het lUkt er helaas echter niet* op; de socialistische pers bracht onlangs het treurig verhaal van een ar beidersvrouw uit Alkmaar. w4er man reeds ge- rulmen tijd werkloos was. „Het gebeurt," zoo schrijft zU. „dat er reeds op Woensdag geen levensmiddelen meer sU": de kinderen gaan door gebrek aan kleeren ongeregeld naar school; de linnenkast is leeg, in één woord: er la een nijpend gebrek asm het allemoodlgste voedsel en deksel.” In een brief van vier vellen heeft deze moeder haar nood bU het roode dagblad uitgeklaagd. En het resultaat? De socialistische vakbond, ondanks zUn millloenenbezlt, trekt geen bedragje uit voor den ongelukkigen „mak ker" en zijn gezin. Geen cent voor den stakker. Wel een gebaar, doch geen mooi gebaar. Onverbiddelijk wees men den berooide de deur van het organlsatlehuis. Geschrapt werd hU als lid wegens contributieschuld. •- Men keft en kuft over stelsels honderd uit. Allemaal larie! De stelsels zUn over het alge—- meen wel goed; de menschen daarentegen deu gen niet. Men moet beginnen met zichzelf te verbeteren. Dat wordt. Jammer genoeg, te lastig gevon den; gemakkeljjker Is het inderdaad fouten van anderen aan te wijzen dan je solidariteit te too- nen! Het Volksblad meldt, dat zich aan het slot van een Zaterdagavond te Roermond gehouden vergadeimg der N.8.B. het volgende heeft voor gedaan: Onze verslaggever aldus het blad die bU het zingen van het Llmburgsche Volkslied overeind was gaan staan een houding, die deze steeds bU alle offlcieele gelegenheden of daar waar hU het uit beleefdheid tegen zjjn gastheer verschul digd is, pleegt aan te nemen wanneer een of ander nationaal volkslied gezongen wordt. werd door enkelen van Mussert's trawanten onder de oogen van den leider aan de pers tafel opgevorderd den arm omhoog te steken. HU weigerde. Toen hu ook weigerde bU het zingen van het Wilhelmus den arm hoog te heffen, vielen en kele mussertlanen over hem heen. Eén greep hem bU de keel. „Mee zingen, arm hoog of d'r uit”, werd gebruld. Men bracht hem slagen toe op het hoofd en de schouders. De bril werd van den neus ge slagen. Enkele glassplinters schampten de oog leden. Men sloeg hem met een hard voorwerp, vermoedelUk een gummiknuppel, dwars over den schouder en het rechteroor. Enkele menschen uit het ubpllek bemoeiden zich er mee. De lei ding der vergadering trok zich niets van de mishandeling aan. BU den uitgang werd opnieuw geschopt geslagen. BU den inspecteur van politie is aangifte ge daan. De voornaamste der vier aanvallers is G., propagandist uit Venlo. De toegebrachte verwondingen, ofschoon pUn- lUk, zUn van lichten aard. van ambtenaren of beambten, die zich als leden van gemeenteraden, enz. al» vijan den der regeerlng uitlaten en gedragen. Sprekende in hun offlcieele functie zijn de volksvertegenwoordigers natuurlijk on schendbaar, doch dat beteekent nog niet, dat zij daarom ook ais ambtenaar of be ambte... onafzetbaar zijn! Het zal velen met ons.lnteresseeren, nog het antwoord op deze en der gelijke vragen te ve/nemen. Ingevolge de opdracht van den minister heeft Maandagmiddag de politie te Rotterdam de exploitanten van z.g. „behendigheidsspelen" aan gezegd, dat zU met ingang van Dinsdag deze spelen niet meer in hun lokaliteiten mogen laten beoefenen. w e regeerlng heeft eindelijk Ingegrepen 1 in een zich hier te lande langza- A-' merhand gevormd hebbende ambte- naren-vrijheid, waardoor het gezag onder- mUnd werd, een ambtenaren-vrijheid, welke op den duur niet te handhaven was Wie rustig nadenkt over het hetgeen hier mogelijk was en objectief kennis nam van de gevoerde actie, zal moeten toegeven, dat de regeerlng ingrijpen moést. De ambtenaar, die in het openbaar de meest felle kritiek uitoefent op het werk van zijn eigen chef, de Overheid, terwijl hij belast is met de uitvoering van dat werk, is een onbestaan baarheid, die nergens geduld kan worden. Nog veel minder wanneer die kritiek ont aardt in een tegen de maatregelen ge voerde niets ontziende actie. ZU. die met zooveel kracht geroepen hebben om een regeerlng, een overheid, in staat het gezag te handhaven, kunnen tevreden zUn, al zijn we niet zeker, dat dit het geval zal zijn, want veler streven was er op gericht, eventueel zélf deze maat regelen te nemen. De hier te lande be staande vrijheid voor den ambtenaar heeft geleid tot ongebondenheid. In geen land was mogelUk wat hier geschiedde. Zelfs in landen met een linksche meerderheid, zooals in de Scandinavische landen, waren acties van de ambtenaren tegen het beleid der Overheid' ata hier plaats hadden, niet denkbaar. In alle landen bestaan er op het oogenbllk, ten aanzien van de vrijheid der ambtenaren tegenover het gezag, veel strengere voorschriften dan hier. Het regeeringsbesluit, waarbij bepaald wordt, dat de ambtenaar zich zal hebben te onthouden van elke openbare actie tegen de Overheid en haar beleid, maakt daar nu een eind aan en wel op het juiste oogen- blik. Dit besluit heeft niet tot gevolg, dat de ambtenaar zich niet over bepaalde eischen zou mogen uiten op de daarvoor aangewezen plaatsen, maar wel is thans met één slag een eind gemaakt aan het stelselmatig kweeken van ontevredenheid over het gevoerde beleid in vereenigings- organen en in speciaal voor de ambtena ren belegde openbare vergaderingen. De ambtenaar blUft dezelfde politieke vrijheden behouden als voorheen. De orga nisaties worden niet aangetast, evenmin als het contact met de Overheid door mid del van het georganiseerd overleg. De taak van de Overheid werd onnoemlUk ver zwaard door de georganiseerde aanvallen in het openbaar op haar beleid en dat kon in de tegenwoordige moeilijke omstandig heden minder dan ooit worden toegestaan. De politie te Etten heeft aangehouden A. B. uit Dlrksland, ontslagen inspecteur der Hol- landsche Beleggtngs- en Financieeringsbank te Den Haag, die voorgevende dat genoemde In stelling gefailleerd was. In Breda en omstreken nog verschuldigde gelden kwam innen BU degenen die niet aanstonds betaalden zou B. hebben gedreigd door een deurwaarder het bedrag te laten opvorderen Deze zou niet ge stuurd worden indien een waarborgsom, variee- rende tusschen 100 en 150, werd gestort en de verschuldigde gelden maandelUks zouden worden betaald. Maandagmiddag fa hU naar Breda gebracht en in bet huls van bewaring opgesloten. en belangrijke vraag is het, of het H besluit van den Ministerraad ook aldus moet wojden opgevat, dat ambtenaren voortaan niet meer aan pu blieke fascistische politiek welke natuur- Hjk tot veel kritiek op de regeerlng en haar beleid aanleiding geeft zullen mogen doen. Is het besluit aldus op te vatten (waaraan wij eigenlijk niet twUfelen kunnen), dan sal b.v. een Ir. Mussert zijn ambtenaar schap niet langer met het N.S.B.-lelder- •chap kunnen comblneeren, dan zal hU moeten kiezen of deelen. Of is het besluit alleen bedoeld tegen kritiek op de regeerlng- en dezelver beleid inzake de belangen der ambtenaren? Het lijkt ons niet waarschijnlUk; daartoe 7 Is het ministerraadsbesluit te algemeen gesteld, zonder iets of Iemand ook uit te sluiten. En dus. Voorts kan men zich afvragen, hoe de houding der regeerlng zal zijn ten opzichte I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15