Prikkeldraad
H
Het rythme der Vondplwaardeering
Ambtelijke plicht
Wat gebeuren
moest
Toontje-solidair!
BEDREIGD
tnaagarale rede van Lr.
B. H. MoHenboer O.P.
VALSCHE PROPAGANDA
VOOR DE N.S.B.
STEDENSCHOON
MONNIKENDAM
DINSDAG 24 OCTOBER
Vlekke retireert voor 50 percent
Het besluit van den Ministerraad
Oordeel van Ir. Mussert
Veertigurige werkweek
Geen A.J.C. optocht
STRAPER1O TE ROTTERDAM
Speelgelegenheden gesloten
PASTOOR SPIGT BEDIEND
Toestand nog zorgwekkend
Een der karakteristieke oude grachtjes, welke de raad wil dempen
Geen jeugdbeweging meer, doch
politieke propaganda
MISHANDELING IN EEN
VERGADERING
OPLICHTER ACHTER SLOT
EN GRENDEL
TE
n
Roode persman krijgt het aan den
stok met N. S. B. leden
Ingevoerd by Bruynzeel te
Zaandam
B. H. Molkenboer O.P.
1‘-i
I 3
als-
t
tl
blad
VLEKKE
V.
REDACTIE
l'
en
en
an
De heer Vlekke, propagandist der N. S. B..
zendt ons volgend schreven:
De directie van Bruynzeel's Deurenfabrieken
heeft Maandag ten einde ontslag van arbeider»
te voorkomen, de veertigurige werkweek Inge
voerd. De mlnlmumloonen zijn thans, aldus
meldt „De Telegraaf” hieromtrent, met vijf
cent per uur verhoogd, zoodat bij de nieuwe
arbeidsregeling een uniform loon van 78 cent
per uur uitgekeerd wordt.
Waer werd opreehter trouw
Te weereld oit gevonden?
de „eigen
Irenische,
ren de aandacht, dat men ook
vroegere gedichten aanhoudend
Roomsche traditie
De Llmb. Koerier meldt van dit incident ech
ter bet volgende:
Ir. Mussert had aan degenen, die niet met het
Wilhelmus sympathiseerden, veraocht de saai
te veraten; niemand ging! Toen de aanwezigen
staande het volkslied zongen, bleef een verslag
gever van het socialistisch Volksblad demonstra
tief zitten. HU kreeg een wenk om op te staan,
en toen hU aan dit bevel op wat ultdagcnd-
mlnachtende manier gevolg gaf, namen eenlge
N S B -ers hem in zijn kraag en werkten hem
op niet al te zachtzinnige wUze uit de zaal, waar
bij zUn brilleglas sneefde en de jongeman eenlge
Met groote verslagenheid vernamen Zon
dagmiddag de parochianen van Monnikendam,
dat hun herder, pastoor Spigt. die in den
nacht van Donderdag op Vrijdag door een
plotselinge ongesteldheid was overvallen, van
de laatste H.H. Sacramenten was voorzien.
Op medisch advies is ZUnEerw. naar het
Maria Paviljoen te Amsterdam vervoerd. ZUn
toestand was Maandagmiddag nog zorgwek
kend.
Naar aanleiding van het besluit
van den Ministerraad, dat ambte
naren zich hebben te onthouden van
alle openbare actie tegen de Over
heid en haar beleid, hebben we den
leider van de N. S. B., Ir. A. A.
Mussert, gevraagd, welke conse
quenties daaraan voor hem vast
zaten. Zooals men weet, is Ir.
Mussert hoofdingenieur van den
Provincialen Waterstaat in Utrecht.
Ir. Mussert meende, dat dit be
sluit alleen gold voor rqksambte-
naren en daarom zal het geen
verandering brehgen in zyn leider
schap van de nationaal-socialisten,
noch ook invloed hebben op zyn
ambtelüke functie.
Op een desbetreffende vraag ant
woordde Ir. Mussert ons, het niet
waarschijnlijk te vinden, dat een
dergelijk besluit ook voor provincie-
ambtenaren genomen wordt.
Naar aanleiding van het bericht „Valsche
propaganda voor de N. 8. B.” in uw
van Woensdag 18 Oct. j.l. moet ik een en
ander een weinig rechtzetten.
Inderdaad deelde Ik op bedoelde vergade
ring mede, dat Mgr. Aengenent tegen een
kfennis van mU verklaard heeft, dat door
hem de N. 8. B. voor Katholieken niet ver
boden was. J
Ik knoopte daar onmiddellijk mijn eigen
meening aan vast dat zij ook niet verbo
den zou en niet verboden kon worden, om
dat haar fascistische leer niet In strijd was
met de R. K. godsdienst en zedenleer.
Dit laatste is niet door Mgr. gezegd, het
eerste wel.
Indien mijn woorden den indruk gewekt
hebben, dat het geheel door Mgr. zou ge
zegd zijn, herroep Ik dat, want dat Is inder
daad niet waar en ook door mij niet be
doeld.
Ik hoop, dat u hieruit begrijpt, dat van
valsche propaganda dus geen sprake is.
Men deelt ons mede, dat de afdeellng IJmui-
denVelsen van de A. J. C aan den burge
meester toestemming verzocht heeft voor het
houden van een fietstocht door de gemeente
op Zaterdag 28 October as. Medegevoerd zou
worden de vlag der afdeellng. terwUl de fietsen
zouden worden voorzien van platen, waarop af
beeldingen van een bliksemstraal in den vorm
van een hakenkruis en het opschrift: „De.storm-
klok luidtjongeren vecht mede voor het demo
cratisch socialisme in de rUen van de AJ.C.“,
De burgemeester heeft op dit verzoek afwU-
zend beschikt, daar naar zUn meening deze
fietstocht een politieke strekking heeft, op
grond van de inhoud en uitbeelding van de mee
te voeren plaat, het voeren in het openbaar
van dit opzlchtelUk onderscheidlngsteeken. het
welk uitdrukking is van een bepaald staatkun
dig streven en naar de meening van den burge
meester strafbaar volgens art. 453a van het
W v. 8. Eveneens acht de burgemeester, inge
volge dit artikel, strafbaar het voeren In het
openbaar van de vlag der afdeellng. omdat in
het onderhavige geval de vlag niet meer gebe
zigd wordt als vlag eener neutrale jeugd
organisatie. doch aan te merken is als uitdruk
king van een bepaald staatkundig streven.
Heden heeft prof. B. H. Mol ken boer
het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de
R. K. Universltelt te Nijmegen aanvaard. Aan
zUn bU die gelegenheid uitgesproken rede over
„Het rhythme van de Vondelwaardeerlng", ont-
leenen wU het volgende:
den dichter zUn aangenomen,
imers een groot aantal van de
de opkomende
beteekent een
der omstandlg-
hebben beïnvloed,
als specimen van de XVTHde
le. Een uitbreidingsplan met toebehooren voor
Monnikendam te doen maken; 2e. De gracht
langs de kade Bloemendaal niet te dempen, doch
te doen schoon maken, de schoeilng te doen ver
nieuwen, boomen te doen planten en de eigena
ren der erven aan den overkant uit te noodlgen.
hun schoeilngen te doen herstellen en langs deze
schoellngen beplanting Mn te brengen, ten einde
de rommelige getimmerten aan het oog te ont
trekken of deze getimmerten op te ruimen; 3e
De gracht langs den NleaenoortsburgwUl schoon
te maken en de oevers te herstellen; 4e. De sloot
schoon te maken en de oevers behoorlijk af te
werken; 5e. Zoo mogelUk een riool te doen ma
ken, opdat het afvalwater uit de huizen niet in
de grachten komt.
„Wanneer deze raad wordt opgevolgd, zal een
belangrijke werkverschaffing in het leven geroe
pen worden en de schoonheid van uwe oude,
fraaie stad niet alleen behouden, doch belangrijk
verhoogd worden.”
Naar aanleiding van het bericht dat de ge
meenteraad van Monnikendam besloten heeft
tot demping van eenige grachten, heeft de be
kende bond „Heemschut” het provinciaal bestuur
van Noord-Holland verzocht, aan dit Raadsbe
sluit zUn goedkeuring te onthouden.
Ter adstructie wordt verwezen naar een brief
aan het gemeentebestuur van Monnikendam,
waarin de Bond om. het volgende opmerkt:
Naar wU vernemen, heeft u«‘e gemeente geen
uitbreidingsplan. Geheel het stadje Monniken
dam binnen de oude vestinggracht is volge
bouwd Een bouwterrein is vrijwel nergens te
vinden behalve aan den nieuwen provincialen
weg die langs het stadje in aanleg Is, doch welke
weg voor bebouwing ongeschikt is. Het ligt daar
om voor de hand, voor uwe gemeente een uit
breidingsplan te doen maken en In afwachting
daarvan geen grachten te doen dempen.
„WaarschUnHJk is een der beweegredenen voor
de demplngsplannen werkverschaffing.
„Dit mede overwegende, raden wU uw college:
et te goed, dat de Raad van plnisters
heeft Ingegrepen. Het besluit te
^•strekkend, dat valt niet te ont
kennen, maar een Overheid, die In deze
tijden het geaag hoog wil houden, een
Overheid, die regeeren wil, moést zulk een
besluit nemen, daar was geen ontkomen
aan. Zij kon zich niet door haar eigen
ambtenaren voortdurend in het openbaar
laten aanvallen en daarom stemmen we
ten volle met den getroffen maatregel in.
Wie zich niet onderwerpen wil, behoort in
het ambtenaren-korps, vooral op dit oogen-
blik, niet thuis.
Er wordt van den ambtenaar niet ge-
etecht, dat hij in het openbaar het beleid
van de Overheid zal verdedigen, overeen
komstig het: wiens brood men eet, diens
woord men spreekt, daar is geen sprake
van, want de ambtenaar heeft zich immers
te onthouden van elke openbare actie, zoo
voor als tegen het regeerlngsbeleid. Hij
heeft alleen zijn plicht te doen als ambte
naar, zooals' de Overheid deze van hem
f etecht en ook het recht heeft te eischen.
Waar het hier een besluit betreft van den
Raad wan ministers, daar geldt dit vooi*
lederen ambtenaar, hoog en laag en niet
slechts voor provincie, gemeente en wa
terschap, in den geest van de nu pas gewij
zigde Ambtenarenwet, die eenheid beoogt.
Het bestuur van al deze organen vormt
immers de Overheid. We gelooven niet, dat
het noodig zal zijn, dat Gedeputeerde
Staten en de besturen van de gemeenten
gelijksoortige besluiten nemen.
g Zonder twijfel zal dit besluit wel eenig
verzet uitlokken. Wanneer het ambtenaren
zijn, evenals alle andere groepen van per
sonen, die eenmaal de perken te buiten
zijn gegaan, kost het moeite ze weer binnen
de perken terug te dringen. Toch was het
noodig en moest het gebeuren. Het heeft
ons al jaren verwonderd, dat de opvolgende
regeeringen het niet gedaan hebben, maar
nu het geschied te, mogen we ook vertrou
wen, dat alle goedwillende partijen zich
als één man achter de regeerlng zullen
plaatsen, opdat krachtig de hand zal kun
nen worden gehouden aan een'besluit, dat
door de overgroote meerderheid van ons
volk als juist en goed zal worden aange
merkt.
Wij meenen naar aanleiding van het
bovenstaande nog eens te moeten herhalen,
dat naar ons te.bevoegder plaatse vol
komen duidelijk gekeken te van ’s hee-
ren Vlekke's bewering omtrent een uit
spraak van Z. Hoogw. Exc. Mgr. Aengenent
geen woord, maar dan ook geen woord
waar te.
De heer Vlekke retireert in zijn verklaring
voor 50 pCt.; hij zal echter ook nog voor
de overige 50 pCt. moeten retlreeren.
Immers, óók van de bewering, dat Mgr
Aengenent aan een kennis van den heer
Vlekke zou hebben verklaard, dat door Z.
H. Exc. de N. 8. B. voor katholieken niet
verboden was, te geen woord waar.
En het kenmerkende van die trouw aan
Vondel en Thljm Is wel. dat ze zich ook daar
waar de uitkomst van
dUk onderzoek voor den
Drie tijdperken kunnen worden onderschei
den. die de houding van het Nederlandsche volk
tegenover lands oudsten en grootsten poëet
hebben bepaald: het tUdperk van de imitatie
van Vondel, den strijd om Vondel en de studie
In Vondel, de geheimzinnige slingeringen dus
tusschen misverstand en inzicht, afkeer en
sympathie, vervreemding en verwantschap.
De navolging begint al bU het leven van den
meester self, in dien tUd toen de letterkundige
eigendom eigenlijk nog moest worden uitge
vonden en toen deze ook voor 1 bewustzUn van
Vondel nog maar een zeer betrekkelUk recht
ig hU door de veertien
waarvan
gelden. Het was zelfs een reactie. Viel het niet
te verwachten, dat naarmate andersdenkenden
zich meer kopschuw toonden tegenover den
bekeerling, zUn kans op gehoor onder de
Roomschen grooter werd? In denzelfden tUd.
dat Camper en Wltsen Geysbeek de antl-
paapsche gevoelens tegen Vondel opjoegen, liet
een Haarlemsch geneesheer de „Altaergeheime-
nissen” herdrukken en gaf de Bredasche jurist
Hoppen brouwers de eerste met noten toege.
lichte editie van een Vondelwerk In t licht,
nj. hetzelfde eucharistische leerdicht, dat. hoe
diepzinnig het ook is, toch door lederen Katho
liek Wordt als ..het slot gekiwt om *t Inge
sloten”.
Wat moeten wU in deze uitgave het meest
bewonderen: de bescheidenheid van den auteur,
die zUn naam van het titelblad houdt en „geen
Geestelijke zUnde" zich verontschuldigt over
zUn gezegend waagstuk; zijn belezenheid en
scherpzinnigheid, waarvan alle latere toelich-
ters hebben geprofiteerd; of zUn delicate angst
om toch vooral zUn „Protestantsche broeders"
niet te hinderen? Met dit boek is de katho
lieke. Ja de algemeene pragmatische studie
van Vondels oeuvre begonnen. Voor het eerst
wordt daarin naar bronnen gespeurd om den
tekst te verduldelUken en naar 1 verband ge
zocht van ’s dichter» kunst en leven.
Dien kant moest het uit. En al is het niet
waarschijnlijk, dat Bakhuizen van den Brink,
.zuiver Geus” als hU was, door dit katholiek
signaal tot het vondelen werd opgewekt, zijn
meesterlijke en nog altUd actueele belichting
van den dichter met roskam en rommelpot,
waarmee hU een der eerste afleveringen van
De Gids verrukte, mag toch een pendant van
de leerdlcht-ultgave heeten, omdat er de levens
bron van onzen onsterfelUken satyricus zoo
boeiend in wordt bloot gelegd.
In tusschen zou het doorbrekende streven om
Vondel in het licht van zUn bronnen en van
zUn tijd te bezien worden doorgetrokken over
het heele veld van Vondels negentig-jarig
leven, van voor tot achter ongeveer overgroeid
met de bloemen, de planten, de bosschen zijner
honderden gedichten. Even tien jaar na Bak
huizen'» opstel 11849) werden met mr Jacob
van Lennep de plannen beraamd voor een
grootscheepsche uitgave van De Werken van
Vondel in verband gebracht met zUn leven en
twintig jaar later (1869) waren de twaalf
zware banden, te zamen pijn. 10.000 bladzUden,
voltooid.
Thljm was het, die van meet af de uitgave
van Van Lennep als een „herleving van Von
del” begroette In „De TUd”, waar hU zUn ge
loofsgenooten in een lange reeks artikelen op
wekte om „de schoone onderneming” te steunen.
Als Thljm voor de ontwaking van de Neder
landsche Katholieken een figuur, een emanci
pator is geweest, waarvan beteekenis en Invloed
nog lang niet zjjn uitgewerkt, dan moet dat
voor een aanzlenlUk deel verklaard worden uit
zUn fijnzinnige schatting van Vondels levens
waarde.
Deze pionier heeft school gemaakt: de school
van Vondel! Wie, met name onder de geloofs-
genooten, zich aandient als Vondellaan; dient
zich ook aan als ThUmiaan. Eén der oudsten,
ja de eenlge directe leerling van die „voor-
treffeljjke Vondelschool”, die het als levend
getuige bewijst, is de onvermoeibare en on-
uitputtelUke Jan Sterck. Persoonlijk door den
grijzen ThUm gevormd bU de voorbereiding
der complete Vondel-uitgave van '87. moge
deze geduldige zoeker «n gelukkige vinder na
welhaast vijftig jaren van dadenrtjke Vondel-
liefde zich de vraag laten welgevallen:
niet verloochende
Sterck's wetensclumpel
dichter niet vleiend kon heeten (als in Vondels
verhouding tot zUn moeder), ofwel de voorstel
lingen van den meester moest corrigeeren (ge-
Hjk in de quaestle-Tesselschade) Maar Thljm
zelf zou de eerste geweest zUn om er in te
juichen, dat zUn leerling tal van problemen
uit Vondels Intiemere omstandigheden zóó In
grijpend heeft opgelost of ten minste verhel
derd. dat iemand die Vondel wil beoefenen en
Sterck niet kent. herhaaldelUk bloot staat aan
de grofste vergissingen.
Wiar toen voor ’t eerst het volle licht op
viel was ,,het mooi van de verbeelding” en de
innige schoonheids graad van Vondels vroom
heid. En In dit besef van diepen eerbied dron
gen de Jonge kunstenaars van Holland om den
ouden meester samen, die Badeloch liet spre
ken over haar „goede vrome man".
Hoe deze frlsch ontspruitende Vondel-lente
de katholieke ..modernen’’ greep, ja bedwelmde,
zeggen ons de eerste Jaargangen van „Van
Onzen TUd”. die klare Geboortklock van den
herboren dichter, waarin een geestdriftig
ThUmiaan als C. R. de Klerk den Vondel-klepel
roerde. Naar den XVIIde eeuwer. wiens onster-
felUkheid wel door enkelen, maar nooit door
een letterkundige generatie zoo zuiver gevoeld
was als juist door het eind-negentiend’ eeuwsch
geslacht.” zag hij met het vrome heimwee om.
dat hjj als een glans voor zijn bezig leven van
de Hageveldsche Vondel-opvoerlngen had mee
gekregen en door de uitgezóchte vormen van
zUn modem humanisme productief wist en
weet te maken tot den dag van heden toe. Voor
literatuur", waar deze Grotlaan-
tnaar ook Vondeliaansch-militante
katholiek om vroeg, stelde hU de „Vondelwaar-
deering" als indlspensabe'en eisch en daarom
liet hU rijn „kultuurbeschouwende inleiding
tot Vondels spelen” onmlddellUk volgen door
de grootendeels «door hem zelf verklaarde
drama's, waarvan er duizenden onder het Ne
derlandsche publiek verspreid zUn.
In Leo Simons, den anders-geloovende. die
onzen dichter als dramaticus en levensleider
zoo vast omklemd hield, ja voor de scholen
propageerde, had De Klerk zUn „broeder-ln-
Vondel" gevonden, Simons In hem den nauw-
keurlgen kenner en esthetlschen schatter. Bei
den wanen er de mannen naar, om de grootsche
nationale daad aan te durven van de breede «tooien en slagen opliep.
was. Maar nauwelijks
poëten of liefhebbers van Poëzlje,
Brandt spreekt, in de Nieuwe Kerk ten grave
gedragen, of de echo's van den AgrippéJnschen
zwaan galmen door de bogen en binten van ons
beschavingsleven en blUven er galmen tot in
den nacht van Hollands XVIIIde eeuw.
Intisschen viel een zekere, ja aldoor sterker
wordende reactie bU de mannen der dichtgenoot
schappen vast te verwachten. De uitspraak van
Balthasar Huydecoper in 1730, dat „alle Dichters
tegenwoordig het oog op Vondel hebben,” prik
kelde hen niet zoozeer om elndelUk zichzelf te
worden als wel om den geplunderden meester
allerlei tekorten te gaan verwUten.
De vrome sfeer van Vondels verheven ver
beeldingen werd in den schouwburg niet lanter
geduld, omdat het rationalisme met alles wat
zweemde naar stichtende allegorie of christe
lijk symbool had afgerekend.
De door Pels Ingeleide filologische en esthe
tische kritiek werd gesystematiseerd door den
reeds genoemden Huydecoper met zUn Proeve
van Taal- en Dichtkunde; in vrijmoedige Aan
merkingen op Vondels vertaalde Herscheppin
gen van Ovldlus van 1730. Dit lUvlge en knappe
boek, dat met verbluffende terreinkennis bU
een menigte van Vondelverzen de prompte
parallellen uit Vondel zelf en een legio schrU-
vers te bende brengt en dat ook ongetwijfeld
voor ons nog 'n bepaalde waarde heeft, vereenlgt
in zich de drie verhoudingen, welke door t nage
slacht tegenover
Het registreert fan
Imitaties, het weerspiegelt
aprtoristische critiek en het
schuchter begin van de studie
heden, die Vondels genie
Maar bovenal
eeuwsche zlfterU is het voor ons een teeken des
tUds.
Door het gezag van den in zn dagen zeer ge-
vierden auteur heeft het in de tweede helft
der eeuw een vrU sterke stemming tegen Von
del wakker geroepen, die zich dwars door ver
standiger inzicht heen tot onzen tUd in een
zagerige sofistiek heeft weten voort te plan
ten.
Het begin van de XlXde eeuw brengt, na de
perioden van onpersoonlijke imitatie en van
cerebralen strijd de elgenlUke studie van Vondel
en de stabiele waardeerlng van zün machtig
levenswerk. Goed beschouwd la het woord
.Studie" te eng om den heelen nieuweren
cultus van den dichter samen te vatten. Juister
hjkt het over de „beoefening'^ van Vondel te
spreken, vooral wanneer wjj deze derde periode
laten doorloopen tot onzen tijd toe, die immers,
bU alle nuanceerlng en tegenstelling zelfs, toch
aan de vorige eeuw vast zit, en met name waar
het Vondel geldt nog geregeld van die eeuw
profUt trekt.
Een globale blik over die jaren van stervend
Neo-classicisme, opbloeiende Romantiek en
verlossende Moderniteit overtuigt terstond dat
ze, hoezeer van eigen Idealen vervuld, aller
minst van den XVIIde eeuwschen dichter zUn
afgedreven, neen eerder met groote liefde en
veelzUdlg begrip naar hem zijn teruggegaan.
Of liever: dat de oude meester is teruggekeerd
tot ons.
Bewonderaars van Vondel, die zUn wending
naar Rome betreuren, zUn er onder de nlet-
Katholieken genoeg en dat valt te begrijpen.
Minder onbevangen schijnt het, wanneer de
teleurstelling zich In wrevel ontlaadt en men
gelUk Gerard Brom gedocumenteerd heeft
hooghartig gaat spreken van een „beruchten”
overgang, waardoor „de kweekellng van Marius
en andere Jezuïeten", de „verloopen protestant",
„zacht in slaap gesust” werd en de .ruste des
grafs" vond om als een „Vondel op wUwater”
de vaderlandsche geschiedenis te „verlooche
nen".
Zoo was de vredelievende dichter wéér een
teeken van tegenspraak tusschen sUn landge-
nooten. Maar dat de Katholieken, die hem
elndelUk als geloofsbroeder ontdekten, aan
zUn züde stonden, kan toch kwalUk als verwijt
moderne Vondel-uitgave der W B„ van welker
ze» verschenen deelen De Klerk altUd de stille
kracht is geweest, om na den dood van Simons
de hoofdleldlng te krUgen. Een nadeel betee-
kende het, dat Albert Verwey, die sUn fUn
essay over Vondels vers voor de Inleiding al
gereed had. slch van de medewerking terug
trok. maar daar stond tegenover dat het zware
werk van inleiding en verklaring door een tien,
tal dichtervrienden werd aangepakt.
Van die tien is de helft katholiek. De Leldsche
hoogleeraar Kalff, die zelf een vruchtbaar en
smakelUk schrijver ovez Vondel was en die in
1919 nog klaagde, dat wij geen behoorlUke uit
gave van 's dichters werken bezaten, zou niet
alleen daarin, maar in nog vele uitingen meer
aanleiding hebben kunnen zien, om zijn lof
spraak. „dat de Roomsche Vondelvereerders
zich flink hebben geweerd" te herhalen, en om
nóg dieper overtuigd te worden van «Un voor
zichtig vermoeden, dat „in scmmlge opzichten
een R.-K onderzoeker van Vondel» leven en
werken in ongunstiger omstandigheden ver
keert dan een protestant of andersdenkende"
Zoowel sedert het proefschrift van Gerard
Brom over „Vondels bekering'- als door dat van
Moller over de „HeeTlUckhelt der Kercke", die
In 1908 de voornaamste reden waren voor
Kalff'» Glds-artlkel over „Roomsche Vondel
studie". is deze overtuiging, naar wij meenen
waar te nemen, in wUder kringen doorgedrongen,
zonder dat de vrees van Kalff voor 'n premature
verroomschlng van den heelen. dus ook van den
dooperschen dichter of de angst van anderen
voor een katholieke monopoliseering van den
grooten Nederlander hoeft te worden gedeeld.
Wél vraagt de opvatting van één onzer Jonge-
l ln vondels
de stem der
hoort; en wél wordt. blU-
ken» tal van devotle-tUdschriften, de zanger
van onze Geloofsmysteriën hoe langer hoe gre
tiger In de intieme sfeer van het katholieke
gemeenschapsleven gemengd. Maar nu protes
tantsche kringen zijn gewijde Poëzie op haar
waarde weten te schatten, zou het een blaam
zUn voor 's dichters geloofsgenooten wanneer zij
daarin achterbleven.
Nu heeft de opperste leiding van het Katho
licisme hier te lande gemeend, dat de dóórwer
kende invloed van 'n trouw en verheven zoon der
Moederkerk als Vondel zich in ons aller moe
dertaal zoo welsprekend getoond heeft, dat zUn
levenwekkend verband met onze herbloelende
Eigen Cultuur niet aan het toeval mag worden
overgelaten Het Bestuur van 8t. Radboud
heeft van meet af de stichting van een Vondel-
zetel in het leerplan der R.K. Universltelt op
genomen. En dit getuigt dAArom van zoo'n
wijden blik, omdat daarmee niet met de belan
gen van de katholieke beschaving alleen, maar
wel degelijk ook met die van de Nederlandsche
beschaving is rekening gehouden. Want evenmin
als van ons katholieke Nederlanders en Neder
landsche katholieken valt van onzen hoogen
landgenoot en geloofsbroeder Vondel het Neder
landerschap of het Katholicisme te schelden.
N.B. Hierbij verzoek ik alle couranten,
die bovenbedoeld bericht plaatsten, ook
deze rectificatie op te nemen.
inds eenlgen tUd zUn <*e radicale „arbei-
^^dersvrlenden" ruimschoots in de geleges»-
held, de solidariteit te beoefenen, welke zd
altUd gepredikt hebben. Hoewel de mooiste eere-
prljzen bU bosjes klaar liggen voor de gegadig
den, is de animo om ze te verwerven echter niet
bUster groot. Het schUnt veeleer, dat. ze niets
liever zouden willen dan dat iedereen het be
staan van het soUdariteitsbegrlp vergat en dat
mooie woord, uit zUn herinnering wegwischto.
De praktUk lukt wat zuurder en zwaarder dan
de zoete, luchtige theorie. De ongunst der tijden
dwong dezer dagen de directie der Haagsche
Tram tot belangrUke bezuinigingen. ZU had
daartoe eenlge plannen ontworpen en die aan
de organisaties van het personeel voorgelegd. De
directie stelde voor:
le. een vervroegd en verlaagd pensioen.
2e. ontslag van acht-en-veertig man vast per
soneel.
3e. een verkorting van den werktijd met «en
loonsverlaging van 5 pCt.
Deze voorstellen hebben in de vergaderingen
van het personeel een punt van uitvoerige be
sprekingen uitgemaakt en daarna is het advies
vastgesteld.
Er was slechts één organisatie. namelUk de
katholieke, die wilde berusten in een loonsver
laging. Maar overigens <de katholieke organisa
tie telt maar heel weinig leden) werden de pun
ten één en drie afgewezen. Als eenige maatregel
bleef over het ontslag van acht-en-veertig man
personeel, waartoe de directie thans zal over
gaan. De keien op dus!
Toont-je-solidsür! Jawel, als het niets koet;
wanneer het alleen gaat om een vergulde punt
achter een pompeuze rede, om een kreet, om een
sierlUk gebaar. De daad wordt echter geschuwd;
zoo gauw het dóArop aankomt, blijkt men de
zelfde mentaliteit te bezitten als de tegenstan
ders, die men te vuur en te zwaard bestrijdt.
Men sal misschien opwerpen, dat de roode or
ganisaties beter zijn dan hun leden.
WU wilden dat het waar was! Het lUkt er
helaas echter niet* op; de socialistische pers
bracht onlangs het treurig verhaal van een ar
beidersvrouw uit Alkmaar. w4er man reeds ge-
rulmen tijd werkloos was. „Het gebeurt," zoo
schrijft zU. „dat er reeds op Woensdag geen
levensmiddelen meer sU": de kinderen gaan
door gebrek aan kleeren ongeregeld naar school;
de linnenkast is leeg, in één woord: er la een
nijpend gebrek asm het allemoodlgste voedsel
en deksel.” In een brief van vier vellen heeft
deze moeder haar nood bU het roode dagblad
uitgeklaagd. En het resultaat? De socialistische
vakbond, ondanks zUn millloenenbezlt, trekt
geen bedragje uit voor den ongelukkigen „mak
ker" en zijn gezin.
Geen cent voor den stakker.
Wel een gebaar, doch geen mooi gebaar.
Onverbiddelijk wees men den berooide de deur
van het organlsatlehuis. Geschrapt werd hU als
lid wegens contributieschuld. •-
Men keft en kuft over stelsels honderd uit.
Allemaal larie! De stelsels zUn over het alge—-
meen wel goed; de menschen daarentegen deu
gen niet. Men moet beginnen met zichzelf te
verbeteren.
Dat wordt. Jammer genoeg, te lastig gevon
den; gemakkeljjker Is het inderdaad fouten van
anderen aan te wijzen dan je solidariteit te too-
nen!
Het Volksblad meldt, dat zich aan het slot
van een Zaterdagavond te Roermond gehouden
vergadeimg der N.8.B. het volgende heeft voor
gedaan:
Onze verslaggever aldus het blad die bU het
zingen van het Llmburgsche Volkslied overeind
was gaan staan een houding, die deze steeds
bU alle offlcieele gelegenheden of daar waar hU
het uit beleefdheid tegen zjjn gastheer verschul
digd is, pleegt aan te nemen wanneer een of
ander nationaal volkslied gezongen wordt.
werd door enkelen van Mussert's trawanten
onder de oogen van den leider aan de pers
tafel opgevorderd den arm omhoog te steken.
HU weigerde.
Toen hu ook weigerde bU het zingen van het
Wilhelmus den arm hoog te heffen, vielen en
kele mussertlanen over hem heen. Eén greep
hem bU de keel. „Mee zingen, arm hoog of d'r
uit”, werd gebruld.
Men bracht hem slagen toe op het hoofd en
de schouders. De bril werd van den neus ge
slagen. Enkele glassplinters schampten de oog
leden. Men sloeg hem met een hard voorwerp,
vermoedelUk een gummiknuppel, dwars over den
schouder en het rechteroor. Enkele menschen
uit het ubpllek bemoeiden zich er mee. De lei
ding der vergadering trok zich niets van de
mishandeling aan.
BU den uitgang werd opnieuw geschopt
geslagen.
BU den inspecteur van politie is aangifte ge
daan. De voornaamste der vier aanvallers is G.,
propagandist uit Venlo.
De toegebrachte verwondingen, ofschoon pUn-
lUk, zUn van lichten aard.
van ambtenaren of beambten, die zich als
leden van gemeenteraden, enz. al» vijan
den der regeerlng uitlaten en gedragen.
Sprekende in hun offlcieele functie zijn
de volksvertegenwoordigers natuurlijk on
schendbaar, doch dat beteekent nog niet,
dat zij daarom ook ais ambtenaar of be
ambte... onafzetbaar zijn!
Het zal velen met ons.lnteresseeren,
nog het antwoord op deze en der gelijke
vragen te ve/nemen.
Ingevolge de opdracht van den minister heeft
Maandagmiddag de politie te Rotterdam de
exploitanten van z.g. „behendigheidsspelen" aan
gezegd, dat zU met ingang van Dinsdag deze
spelen niet meer in hun lokaliteiten mogen
laten beoefenen.
w e regeerlng heeft eindelijk Ingegrepen
1 in een zich hier te lande langza-
A-' merhand gevormd hebbende ambte-
naren-vrijheid, waardoor het gezag onder-
mUnd werd, een ambtenaren-vrijheid,
welke op den duur niet te handhaven was
Wie rustig nadenkt over het hetgeen hier
mogelijk was en objectief kennis nam van
de gevoerde actie, zal moeten toegeven, dat
de regeerlng ingrijpen moést. De ambtenaar,
die in het openbaar de meest felle kritiek
uitoefent op het werk van zijn eigen chef,
de Overheid, terwijl hij belast is met de
uitvoering van dat werk, is een onbestaan
baarheid, die nergens geduld kan worden.
Nog veel minder wanneer die kritiek ont
aardt in een tegen de maatregelen ge
voerde niets ontziende actie.
ZU. die met zooveel kracht geroepen
hebben om een regeerlng, een overheid, in
staat het gezag te handhaven, kunnen
tevreden zUn, al zijn we niet zeker, dat dit
het geval zal zijn, want veler streven was
er op gericht, eventueel zélf deze maat
regelen te nemen. De hier te lande be
staande vrijheid voor den ambtenaar heeft
geleid tot ongebondenheid. In geen land
was mogelUk wat hier geschiedde. Zelfs
in landen met een linksche meerderheid,
zooals in de Scandinavische landen, waren
acties van de ambtenaren tegen het beleid
der Overheid' ata hier plaats hadden, niet
denkbaar. In alle landen bestaan er op het
oogenbllk, ten aanzien van de vrijheid der
ambtenaren tegenover het gezag, veel
strengere voorschriften dan hier.
Het regeeringsbesluit, waarbij bepaald
wordt, dat de ambtenaar zich zal hebben te
onthouden van elke openbare actie tegen de
Overheid en haar beleid, maakt daar nu
een eind aan en wel op het juiste oogen-
blik. Dit besluit heeft niet tot gevolg, dat
de ambtenaar zich niet over bepaalde
eischen zou mogen uiten op de daarvoor
aangewezen plaatsen, maar wel is thans
met één slag een eind gemaakt aan het
stelselmatig kweeken van ontevredenheid
over het gevoerde beleid in vereenigings-
organen en in speciaal voor de ambtena
ren belegde openbare vergaderingen.
De ambtenaar blUft dezelfde politieke
vrijheden behouden als voorheen. De orga
nisaties worden niet aangetast, evenmin
als het contact met de Overheid door mid
del van het georganiseerd overleg. De taak
van de Overheid werd onnoemlUk ver
zwaard door de georganiseerde aanvallen
in het openbaar op haar beleid en dat kon
in de tegenwoordige moeilijke omstandig
heden minder dan ooit worden toegestaan.
De politie te Etten heeft aangehouden A. B.
uit Dlrksland, ontslagen inspecteur der Hol-
landsche Beleggtngs- en Financieeringsbank te
Den Haag, die voorgevende dat genoemde In
stelling gefailleerd was. In Breda en omstreken
nog verschuldigde gelden kwam innen
BU degenen die niet aanstonds betaalden zou
B. hebben gedreigd door een deurwaarder het
bedrag te laten opvorderen Deze zou niet ge
stuurd worden indien een waarborgsom, variee-
rende tusschen 100 en 150, werd gestort en
de verschuldigde gelden maandelUks zouden
worden betaald.
Maandagmiddag fa hU naar Breda gebracht
en in bet huls van bewaring opgesloten.
en belangrijke vraag is het, of het
H besluit van den Ministerraad ook
aldus moet wojden opgevat, dat
ambtenaren voortaan niet meer aan pu
blieke fascistische politiek welke natuur-
Hjk tot veel kritiek op de regeerlng en haar
beleid aanleiding geeft zullen mogen doen.
Is het besluit aldus op te vatten (waaraan
wij eigenlijk niet twUfelen kunnen), dan
sal b.v. een Ir. Mussert zijn ambtenaar
schap niet langer met het N.S.B.-lelder-
•chap kunnen comblneeren, dan zal hU
moeten kiezen of deelen.
Of is het besluit alleen bedoeld tegen
kritiek op de regeerlng- en dezelver beleid
inzake de belangen der ambtenaren?
Het lijkt ons niet waarschijnlUk; daartoe
7 Is het ministerraadsbesluit te algemeen
gesteld, zonder iets of Iemand ook uit te
sluiten.
En dus.
Voorts kan men zich afvragen, hoe de
houding der regeerlng zal zijn ten opzichte
I