H
Het feest der Auxiliatricen
FASCISME?
Een raadseltje
Liberale inslag?
t
Ter verduidelijking
Portret van Z. H. den Paus
Allerzielen
Talrijke liefdewerken
I
DINSDAG 31 OCTOBER
VLIEGVERKEER OVER DEN OCEAAN
BENOEMING
GEZANT BEËEDIGD
RIJKSDAGVERKIEZINGEN
Deelneming van Duitscher* in het
buitenland
Bidden, lyden en werken voor de
zielen in het Vagevuur
I HR
een onderdak
Dr. G. VAN NOORT
J
-•
H. M. de Koningin-Moeder
dat
„Het
ultverko-
op
ons me-
reden
Een zuster Auxliatrice tn dé Chineescne
9
De Redactie der „Eindhovensche en Meie-
rijsche Courant" zijn we dankbaar, dat zij
ons aanleiding tot het schrijven dezer zeer
gewenschte, ja noodige verduidelijking ge
geven heeft.
e
die
jaar-
der Dornier-Wal-vliegbooten, van de Duitsche Luft-Hansa die thans regelmatig
gaan over Cadix
van het tijdeiyke ineen. Leven en dood
grenzen van dichtbij en
alles wat tegenstrijdig
Eén
over den Oceaan zullen vliegen, te Southampton. De vliegtuigen
(Spanje) en zullen een tusschenlanding maken op het drijvende eiland „Westfalen'’.
Het einddoel is Pernambuco.
Laten wjj bij het graf
overledenen het troostvolle gebed
fertorium van Allerheiligen
zen van het praktisch bereikbare dient te
bevorderen?
Indien op deze vraag in klare woorden
een bevestigend antwoord zou worden ge
geven, zouden onze principieele bezwaren
tegen de N. 8. B. goeddeels weg vallen.
Maar ook dan nog zou ons oordeel blij
ven, .dat het praktisch veel wijzer en voor
zichtiger is verbetering onzer toestanden na
te streven door ernstige en zooveel moge
lijk snelle saneering enzer Staats-instellln-
gen, dan door Nederland te werpen in de
armen van het fascisme, d.w.z. door alle
Staatsmacht te leggen in de handen van
een kleine groep alleenheerschers.
Om redenen, die wij in ons eerste artikel
gegeven hebben.
ganen zouden uit den aard onder con
trole der regeering moeten staan, al zou
den ze verordenende bevoegdheid moeten
krijgen.
Men wees er in dit verband op, dat de
uitvoering van verschillende krisismaat-
regelen reeds thans geheel in handen van
organisaties van belanghebbenden gelegd
is, zooals bij de uitvoering Tarwewet, de
Krisisvarkenswet en de Regeling voor de
Consumptie-aardappelen. Men vond dat
prachtig, maar tegelijkertijd wordt de
vraag gesteld of bij deze organisaties niet
te veel invloed is toegekend aan personen,
die bij den gang van zaken een groot per
soonlijk belang hebben.
De organen moeten bestaan uit organi
saties van belanghebbenden en als deze
belanghebbenden nu zelf wat niet uit
gesloten kan zijn er belangen bij heb
ben, is het ook niet goed. Men zal dus
moeten zoeken naar belanghebbenden die
zelf er geen belang bij hebben. Hoe minis
ter Verschuur dat raadsel moet oplossen,
wachten we met belangstelling af. Hij kan
daar een avond op zoek brengen.
-w—e heer F. W G. Théonville (firmant van
1 Van Huffel’s antiquariaat te Utrecht)
A--' heeft voor Nederland de uitgave verwor
ven van een portret van Z. H. Paus Plus XI, een
portret dat in 1932 door den bekenden Spaan-
schen teekenaar Solis Avila Is vervaardigd. De
gekleurde reproductie heeft goed het karakter
van de teekening bewaard en de uitvoering,
op papier met linnen-persing, In een formaat
van 65 bij 55 c.M„ zal velen bevredigen. Er Is
ook een kleine uitgave verschenen In briefkaart-
formaat.
De gelijkenis van het portret is goed en al
is de waarde van het conterfeltsel als beelden
de kunst niet bijster groot, het overtreft makke
lijk de populaire pausportretten die in omloop
zijn.
H. M. de Koningin-Moeder is voornemens
einde dezer week Het Loo te verlaten en haar
paleis te Den Haag te betrekken.
De gezondheidstoestand van H. M. Is naar
omstandigheden goed.
Van officieele Duitsche zijde wordt
degedeeld:
Rijksdultschers, die In het buitenland woon
achtig zijn, kunnen aan de op Zondag 12 No
vember as. plaats hebbende rijksdagverklezln-
gen en referendum deelnemen, indien zij op
den verkiezingsdag minstens 20 jaar oud zijn.
Te dien einde moeten zij voorzien zijn van een
stembiljet en een terugreisvergunning In hun
reispas, welke op alle werkdagen kosteloos bij
de diplomatieke en consulaire bureaux te ver
krijgen zijn.
Bij het uitreiken van het stembiljet geldt de
reispas als bewijs. Voorts is hierbij benoodlgd
het zgn. Einwohnepneldescheln. De uitreiking
van het stembiljet en van de terugreisvergun
ning kan ook schriftelijk aangevraagd worden.
Met dit stembiljet kan de kiesgerechtigde in
elke Duitsche gemeente zün stem ulhrengen.
et valt niet te ontkennen, dat de
minister van Ekonomische Zaken
voor een uiterst zware taak gesteld
is, waarbij het hem maar zelden of nooit
gelukken zal ieder tevreden te stellen. Bij
lederen maatregel, dien hij neemt om een
bepaalden tak van volksbestaan te helpen
of te steunen, benadeelt hij anderen, daar
is nu eenmaal niet aan te ontkomen, ter
wijl men zich niet op kan werken tot d»
hoogte, om dat alles te kunnen zien alleen
in het algemeen belang.
Waar Immers algemeen door de tijds
omstandigheden en de economische ver
dwazing zooveel «offers moeten worden ge
bracht, daar ligt het voor de hand, dat
men uitermate moeilijk berust in nieuwe
offers ten bate van anderen. Wat den een
genoegdoening schenkt, door uitbreiding
van werkgelegenheid, afzetgebied of betere
prijzen, wekt bij den ander, die zich be
nadeeld voelt, ontevredenheid.
Wie er aan twijfelt, leze slechts het voor-
loopig verslag over de begrooting van
ekonomische zaken, dat overloopt van te
genstellingen. We zullen ze er niet alle
uitvisschen, maar wijzen slechts op een
tegenstelling waar aangedrongen wordt op
een andere organisatie van het ekono
mische leven. De thans gevolgde wijze van
uitvoering door allerlei krisisbureaux, be
zet met tijdelijke ambtenaren, kan men
niet goedkeuren. Naar de meening van
velen behoort de uitvoering gelegd te wor
den in handen van ekonomische organen,
steunende op organisaties van de belang
hebbenden uit het bedrijfsleven. Deze or-
/n het Aartsbisdom
Z. Hrt^xc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
benoemd tot Rector van het Pensionaat ,j8t.
Louis" te Amersfoort den Weleerw. Pater Ara. J.
Perdon S.V.D.
Het Programs der NBB. belooft in art. 15
„volledige godsdienst- en gewetensvrijheid
met bescherming van den christelijken
godsdienst voor het in Europa gelegen deel
van het Rijk.” Het doet eigenaardig aan,
oat bescherming van den christelijken
godsdienst beperkt wordt tot het Rijk in
Europa; bescherming van dien godsdienst
is dus geen taak van de Overheid in de Ne-
derlandsche koloniën. Bedenkelijker nog is
wat we lezen in de Toelichting van het Pro
gramma op blz. 46: „Ook de eisch van
godsdienst- en gewetensvrijheid moet wij
ken voor den eisch, dat de eenheid en de
onafhankelijkheid van de Natie en de
goede zeden onaangetast moeten blijven.”
- Is het gevaar denkbeeldig, dat een fascis
tisch regiem a la Mussert, eenmaal de
macht in handen hébbende, van oordeel zou
zijn, dat de vrije katholieke en christelijke
school, de vrije katholieke en christelijke
jeugdorganisatie de „eenheid der Natie"
aantast? Dat is immers het oude liberale
stokpaardje, dat zeer velen onzer principi
eele tegenstanders, die, naar men zegt,
thans de ruggegraat der N. 8. B. helpen
vormen, o zoo gaarne weer zouden laten
draven. En voor eene zóó begrepen „een
heid der Natie” zouden dan godsdienst- en
gewetensvrijheid moeten wijken! Kan een
katholiek daarmee accoord gaan?
Verder, in het vlugschrift „Aan de katho
lieken in Nederland” staat te lezen: „Het
fascisme.... heeft geen theologie, slechts
een moraal.” Ik wil niet vragen welk een
vasten grondslag een moraal heeft zonder
een theologie; ik vestig uitsluitend de aan
dacht op de eerste zinsnede: „het fascisme
heeft geen theologie.” In goed Nederlandsch
wil dat zeggenhet fascisme heeft geen leer
over God. Misschien wordt hiermede be
doeld: het fascisme huldigt althans voor
het Rijk in Europa een Christendom bo
ven geloofsverdeeldheid. Maar letterlijk be-
teekent het: het fascisme als zoodanig er
kent geen God. Het laat iedereen vrij God
te erkennen en naar zijn eigen Inzicht te
dienen, het wil, omdat eenmaal het grcc
ste deel van ons volk christelijk is, in Euro
pa den christelijken godsdienst beschermen,
maar op voorwaarde, dat de christelijke
godsdienst, d. 1. alle Christelijke Kerkge
nootschappen, inclusief de Katholieke Kerk,
zich buigen voor den Staat, die, als het er
op aankomt, feitelijk de eenige god is.
Hoe ontzettend groot is de afstand tus-
schen deze opvatting en het Katholieke be
ginsel, dat ook de Staat als zoodanig God
en de souvereiniteit Gods erkennen moet!
,X>e Staat-boven alles, de Staat alles,” dat
is, naar ons inzicht het hoofdbeginsel der
N. 8. B. óók in Nederland. En nog een
maal dat hoofdbeginsel kan geen katho
liek onderschrijven,
Acht iemand het mogelijk, dat wij te
zwart zien? Welnu, de leiders der N. 8. B.,
die eerlijkheid in hun blazoen schrijven en
zeker zouden protesteeren, als wij zeiden,
dat ze gaarne in troebel water visschen,
zullen ons en zeer velen in den lande een
grooten dienst bewijzen, indien ze klaar en
bondig een antwoord willen geven op deze
vraag:
Erkent gij, erkent uwe Beweging, dat de
enkeling, het huisgezin en de Kerk rechten
hebben, onafhankelijk van den Staat;
rechten, die de Staat niet gegeven neeft en
niet kan ontnemen; rechten, welker vrije
uitoefening de Staat mits de vrijheid
van anderen geëerbiedigd worde niet
mag belemmeren, ja die hij binnen de gren.
H. M. de Koningin heeft Maandag ten pa-
lelze Het Loo ontvangen jhr. nu-. A. W. T,
TJarda van Starkenborch Stachouwer. Hr Ms.
gezant te Brussel, en mevr. Tjarda van Star
kenborch Stachouwer. alsmede mr. W. J. baron
van Lynden, benoemd opperkamerheer van H.
M. de Koningin.
De heer TJarda van Starkenborch Stachouwer
ia door H. M. de Koningin heëedtert
heele jaar ‘alleen gedaan hebben, dpet nu de
heele wereld met haar. lederen morgen zongen
ze samen haar „Profundis", nu klinkt die doo-
denzang in alle kerken. Dagelijks reciteerden ze
haar Officie der Overledenen alleen, nu bidden
het de priesters en religieuzen over heel de
wereld met haar. Haar eenzame gebeden voor de
afgestorvenen worden vandaag gesteund door
de smeekingen der geloovlgen, die heden allen
hun verwanten en vrienden gedenken, die
hun voorgingen in den slaap des vredes. De Zus
ters zien met vreugde haar kleine gaven van
lijden en werken vermeerderd met de overvloe
dige offers en boelen, die de geloovlgen op
dezen dag in alle werelddeelen God aanbieden
tot lafenis der zielen.
Is dat geen trotsch en grootsch feest? Is het
niet wereld-, ja, hemel- en aarde-omvattend?
Omspant het niet de drie machtige rijken der
Heilige, Roomsche Kerk, de Strijdende, de Lij
dende en de Triomfeerende Kerk? Zijn niet
alle menschen van alle tijden er mede ge
moeid? Juichen niet de zaligen om nieuwe zie
len. die Gods glorie komen verheerlijken? Licht
niet de dag der verlossing voor een menigte in
het Vagevuur door de vereenlgde gebeden en
verdiensten van stervelingen en hemellngen? En
voor
wien deze dag de feestelijke terugkeer betee-
kent naar de Kerk, omdat hij nu vandaag her
innerd werd aan den dood en aan Gods ge
strenge straffen?
Maar hoogfeest dubbel eerste klas Is het voor
de Auxiliatricen op dezen gullen herfstdag, die
haar roeping zoo rijk In vervulling doet gaan:
God verheerlijken In de meest verlaten zielen
van de Strijdende en de Lijdende Kerk.
Het doel toch, dat bij de Stichteres, Eugénle
Maria Josephs Smet voorzat, was de Verlate-
nen des Vagevuurs te verlossen door werken
van barmhartigheid aan de Verlatenen
aarde.
Gods Voorzienigheid beduidde haar het plan
van een contemplatieve orde op te geven. Het
leven der Auxiliatricen moest volgens de Stich
teres een gemengd leven zijn: contemplatief en
actief samen. Om beter Gods eer te bevorde
ren zullen zij bidden, lijden en ook werken voor
de lafenis der geloovige zielen. Hoe? Door de
verlatenen op aarde te helpen. De koorzusters
zullen zich wijden aan het apostolaat en kos
teloos de geestelijke en, lichamelijke werken van
barmhartigheid uitoefenen. Gekleed als dames
in den rouw krijgen ze in vele hulzen toegang,
waar priester of*zuster niet zoo gemakkelijk
worden toegelaten: en terwijl ze haar zieken
verplegen, leeren ze tegelijkertijd de behoeften
der ziel kennen. Zoo wordt het helpen der zie
ken in hun eigen woning het uitgangspunt van
gods-
T~Xe „Eindhovensche en Meierljsche Cou-
jl J rant” heeft in haar nummer van 28
Oct. ons opstel „Fascisme”"* uit dit
blad in zijn geheel overgenomen. Wat wij
aeer op prijs stellen.
De Redactie plaatste daaronder een nota,
waarin zij zegt, dat wij, om verkeerde ge
volgtrekkingen voor de praktijk te voorko
ken, goed zouden hebben gedaan, indien
'we meer opzettelijk en duidelijker onder-
scheid hadden gemaakt tusschen de vraag:
„Is een fascistische regeeringsvorm uiter
aard en in zijn wezen veroordeelenswaar-
dig?” en de vraag: „Kunnen NederlandSche
katholieken principieel zich aansluiten bij
de fascistische groep Mussert, om dezer
fascistischen staat mede te helpen verwe
zenlijken?”
Wij erkennen, dat voor de opmerking
grond is en nemen daarom gaarne de ge-
legenheid te baat om ons opstel door een
A korte verduidelijking vollediger te maken.
\De eerste vraag hebben we ontkennend
beantwoorduiteraard en i n z ij n w e-
zen is een fascistisch regiem niet in strijd
met de katholieke beginselen.
De tweede vraag, die praktisch van groo-
te en actueele beteekenis is, moet o. 1. ook
zonder aarzeling ontkennend beant
woord worden.
Immers, de beginselen der Nat.
Soc. Beweging, groep Mussert, stemmen niet
•vereen met de beginselen, waaraan katho
lieken noodzakelijk moeten vasthouden.
De „Eindhovensche Courant” geeft daar
voor een drietal bewijzen, ontleend aan de
brochure „Nationaal-Socialistische Staats
leer”, door de groep Mussert uitgegeven.
Op blz, 15 leest men daar: „Als verwer
kelijkte geestelijke vrijheid is de Staat de
verwerkelijkte zedelijkheid zelve”. Dit
wordt daar gezegd ter motiveering van de
stelling: „het is eisch van zelfhandhaving
van den Staat, dat hij niet kan dulden on
zedelijkheid in de samenleving, in de kunst,
enz.” Tegen de laatste stelling hebben wij
geen bezwaar, in de suppositie, dat zij van
openbare onzedelijkheid bedoeld is.
Want, hoezeer wij, natuurlijk, elke onzede-
lijke handeling afkeuren, meenen we toch
niet, dat het de roeping van den Staat is,
elke, ook niet in het openbaar gepleegde,
onzedelijke handeling te bestraffen. De be
grippen: „zedelijk slecht” en „strafrechter
lijk ontoelaatbaar” dekken elkander niet.
Maar afgezien daarvan, de stelling,
verwerkelijkte zedelijkheid
geen katholiek onderschrij-
bladztfde leest men:
recht is niet iets buiten of boven den Staat,
maar de Staat is het tot zelforganisatie
gekomen recht, de hoogste vorm van recht,
als welke organisatie de Staat tevens bo
ven het recht staat, d. 1. dit vaststelt, ver
andert en opheft.” Dit wordt nu wel gezegd
van het positieve recht, maar het po
sitieve recht wordt tegelijkertijd vereenzel
vigd met het geldende recht. Wij ge-
looven niet de bedoeling der leiders van de
N. 8. B. mis te verstaan, als wij boven ge
citeerde zinsnede zóó begrijpen, dat er
?en „geldend” recht bestaat, geen recht
„geldend” erkend kan worden buiten het
>r den Staat vastgestelde recht. En zóó
jegrepen is die stelling in flagranten strijd
net de katholieke leer.
Eindelijk op blz. 17 wordt gezegd: „De
plichten van de burgers tegenover den
Staat gaan boven hun persoonlijke rech
ten.” In zijn algemeenheid is ook deze op
zet voor den katholiek onaanvaardbaar. De
afzonderlijke burgers, de huisgezinnen en
de Kerk hebben rechten, die onafhankelijk
zijn van den Staat. Als de Staat aan zijn
burgers plichten zou willen opleggen, die
met deze rechten in strijd zijn, dan gaat
de Staat buiten zijn boekje en pleegt hij-
onrecht.
Ieder aandachtig lezer beseft uit het bo
venstaande, dat we in ons vorig artikel
niet zonder reden geschreven hebben
„Overal waar het fascistisch regiem werke
lijkheid is geworden, zien wij al is het
dan niet per se met het fascisme verbon
den een soort Staatsvergoding. een ver
heffen van den Staat, die niet anders dan
middel voor ons wezen kan, tot doel-in-
zich, waaraan alles dienstbaar heeft te zijn.
Ook ten onzent gaat de N. S. B. met volle
zeilen in die richting.”
Wij meenen goed te doen aan deze drie
puntjes, die zakelijk aan de „Eindhoven
sche Courafit” ontleend zijn, nog het vol
gende toe te voegen:
Als de bladeren van de boomen vallen en de
vogels hun liederen meenemen naar warmer
landen; als de dagen korten en de avonden
lengen; als de natuur vergrijst An wolken en
regen en alles wat mooi is en warm ons verlaat,
gedenkt de H. Kerk ’s menschen afscheid van
dit leven. Wij treuren nog eens om het heen
gaan van onze dierbare dooden. De altaren
staan in het zwart. We verlaten het Misoffer
met den vreemden weemoed van het Dies irae
in het hart, terwijl in het hoofd de treurzang
blijft klagen. Velen gaan nog eens den weg
waarheen zjj hun geliefden grafwaarts droegen
en bidden op de tombe voor de eeuwig?*>«rL -erm er op aarde ook niet menigeen zijn,
De dood is een straf en doet pijn aan hem die
sterft en aan hen die achterblijven. En zoo is
Allerzielen een rouwdag.
Maar gelijk over den herfst zoo ook over Al
lerzielen ligt een hemelsch goud. De herfst is
mooi. Met zekere blijdschap sterft de natuur.
Een geheimzinnige pracht begint te bloeien uit
het geweld van storm en natte vlagen. Het is
ae blijde hoop op het nieuwe lenteleven, die de
stervende natuur In het goudkleed der ver
wachting steekt. De loutering heeft nu plaats.
De verrijzenis in het voorjaar zal des te rijker
zijn. De natuur viert feest. Gracieus en zingend
gaat ze dood. Met den herfst deelt Allerzielen
ook in-het feestelijke. En juist dat feestelijke
hebben de Auxiliatricen naar voren gebracht.
Allerzielen duurt bij haar acht dagen lang; het
is haar hoogfeest, een feest met octaaf als Pa-
sohen en Plnksteren.
In de kapellen van de Zusters Auxiliatricen
prijkt het altaar in de vlammen en de kleuren
van den herfst; licht, bloemen en wierook ver
blijden er het hart. Zeker, voor allen is er re
den tot verheugenis, nu tallooze zielen uit het
vagevuur worden verlost, nu het koor der he-
melingen zwelt en op aarde de naastenliefde
zich voortzet tot over het graf. Voor de Auxi
liatricen echter bestaat een bijzondere
om zich feestelijk gestemd te voelen.
Het levensdoel Immers van de Zusters Auxi
liatricen is: te bidden, te lijden en te werken
voor de zielen in bet Vagevuur. xii b& yeleandere liefdewerken: bekeerlngen.
verschrikking
bij de lofprijzingen en den
der ontelbare
renen voor den troon van het Lam.
L«ten wij bij het graf van onze dierbare
-~J van het Of
fertorium van Allerheiligen overwegen: In de
oogen der dwazen schijnen zU te sterven. z«
leven echter in vrede! Laten wij- ons dan ver
heugen in de heerlijke zekerheid van ons ge-
°°f en aen helderen 8'ans. die uit de heer-
'tjkneid der hemelen In de duisternis der aarde
en J11 den schemer van de plaats der zuivering
valt, en God loven en prijzen in de gemeen
schap der heiligen!
's :s de t i
I 1 Ais ten worm
L a..,s w.n »a::n
zicii uit. sa.il en K'
akker <ie!i)k een nraamn 'l
njn dorre takken ten hemel m X-,
.Miserere l»n«l heerst lit doo^Bt
Lellen des velds. Salomon in uwe^B '-i'wll
mensch, gedenk dat gil stof zijt! S||
mensch, die nu nog een onderdak
gij kleinmoedigen!
Wat geeft’koude en duisternis. Brandt bij u
daarbinnen geen vuurt Brandt bif U geen licht
tn de duisternis? Ziet gij-van uit uw veilige
woning niet den wind, den loeienden wind, die
naar het Zuiden bruist, om spoedig daar-’
ginds als een zoele wind de smachtende palmen
te gaan streelen? Ziet gij dien wind, die na
korten tijd weer terug zal keeren met den geur
van vreemde bloesems in de fladderende ha
ren, den wind, waarvan gij dan zult zingen: De
zoele winden zijn ontwaakt. Wat bekommert
gij U om bet kale veld? Gij hebt haar vruch
ten toch veilig in Uw schuur? De zaadkorrel»
zijn toch veilig geborgen In den schoot van de
eeuwige moeder, waar het van een nieuw le
ven droomt?
Welnu, alles sterft en vergaat, maar bereidt
zich in het binnenste voor op een nieuwe her
leving. De leliën op het veld zullen wederko
men. Salomon, die voorheen zoo heerlijk was,
groet U vanuit een groote heerlijkheid. En gij.
mensch, zult sterven om ook weer op te staan
en te herleven.
Zoo spreekt de Heer: ..Alles wat de Vader
Mij geeft, zal tot Mij komen, en hif. die tot Mij
komt, zal ik niet verstooten. Dit is de wil
Mijns Vaders, die Mij gezonden heeft, dat ieder,
die Zijn Zoon kent en aanbidt, het eeuwig le
ven zal bezitten.” Derhalve slaat ook onze
Moeder, de H. Kerk, met reden haar oogen
op naar den berg der verheerlijking op Aller-
■>clllgen, voor zij opAllerzielen zich troostvol
over de graven buigt. Met den apocalyptischen
blik van den apostel, dien de Heer zoo bijzón
der liefhad en die aan Zijn borst mocht rus
ten. ziet zij op naar de honderdvlerenveertig
duizend uitverkorenen uit alle stammen van
de kinderen Israëls en naar de groote ontel-
'mre schare uit alle volken en ^Jammen en uit
alle naties, die staan voor den croon van het
Lam. gekleed In blanke gewaden, met palmen
in de handen luide de glorie van God verkon-
digend. De smart om hen. die zijn heengegaan,
verdwijnt aanstonds bjf het zien van hun ver
heerlijkt en stralend gelaat. En Jubelend viert
de Kerk dankbaar het oogstfeest der zielen.
..Gaudeamus omnes in Domino....". ..Laten
wjj verheugd zijn in den Heerbegint de
Introïtus. Het Epistel eindigt met een lofzang
en het Evangelie besluit zijn ware blijde bood
schap met de wóórden: „Verheugt U en weest
verblijd." O. hoe gaarne spreekt de H. Kerk
in naam van den Allerhoogste den zegen uit.
Over geen enkele der aan haar toevertrouwde
zielen sprak zij den vloek der laatste verdoe
ming uit. al was die ziel nog zoo goddeloos en
verdorven. Voor iedere afgestorvene heeft zij
offers en gebeden en altijd was de zondaar,
die boete deed, haar liefste kind.
Ook bewijst zij heel goed de vergankelijk
heid van het aardsche. en dat nog des te dui
delijker. omdat haar eigen streven is gericht
naar de hoogste volmaaktheid, die slechts God
eigen is. Ook “kent ztf de zwakheid der sterk-
sten en de bekoringen der reinste zielen. En
toch juist daarom spreekt zij haar vergiffenis
uit over het hoofd van den onvolmaakte, dekt
zjj de wonden der zondaars met den mantel
der heiligheid en heft de bewoners van het
aardsche tranendal op uit het stof en voert
hen In de glorie van ’t rijk der zaligen, waar
het eeuwig Alleluja klinkt. Namen van groote
menschen laat zij glanzen, maar toch vergeet
zjj daarbij de ontelbare schare onbekende sol
daten uit Christus’ leger niet. Zjj staan opge-
teekend door de onzichtbare hand van God
in het boek des levens. En tot nagedachtenis
van hen is het feest van Allerzielen ingesteld.
Van den berg der verheerlijking straalt een
heldere lichtstraal neer in de dalen onzer
aarde en het gekrioel dee menschen. Zjj dringt
door tot in de diepste verborgenheden en
straalt het langst en het meest heilzaam daar,
waar nood en ellende heerschen. Zalig zijn
de armen van geest, zalig zijn de zachtmoedl-
gen. zalig zij die treuren en zij die hongeren
en dorsten naar de gerechtigheid. Zalig zijn de
barmhartlgen en reinen, zalig zim de vreed
zamer! en zalig zjj. die vervolgd worden om
de ge&chtigheid. „Verheugt U en weest ver
blijd. want Uw loon is groot in den hemel.”
Ziet, de glans der wereld verbleekt, de roem
der hoovaardigen verdwijnt. Ma»r helder
schijnt het licht in de diepten, en de glans der
eeuwigheid straalt In de verborgenheden. Bij
het trompetgeschal der eeuwigheid storten de
muren
wordt vergeten. De
veraf vervagen en
klinkt, wordt vereenlgd met God op den laat-
„De Vrijheid”, het orgaan van den
Vrijheidsbond, meent in het manifest der
katholieke Staatspartij „halfslachtigheid”
te ontdekken en een „min of meer gaan in
fascistische richting", maar vervolgt dan
met neerbuigende welwillendheid:
„Afgezien van deze halfslachtigheid bevat
het manifest, juist als gevolg van zijn libe
ralen inslag, ook wel goede passages, die wij
zonder bezwaar kunnen onderschrijven.”
Wij zijn natuurlijk dankbaar voor het
compliment.
Maar moeten er toch in alle bescheiden
heid tegen opkomen, dat de „goede passa
ges” van het manifest een gevolg zouden
zijn van den „liberalen inslag”.
Het blad doelt daarbij met name op het
slot, waar gesproken wordt van de groote
beginselen, welke zijn saam te vatten in de
woorden: God Gezag Vrijheid, en die
in hun eerbiediging en beleving een „waar
achtige vaderlandsche politiek” garandee-
ren.
Hoe men juist in zulk een slot-passage
een „liberalen inslag” kan speuren, is ons
niet duidelijk, en zal ook anderen wel niet
duidelijk zijn.
De dienst van God, het hooghouden van
het gezag en de verdediging der vrijheid
hebben altijd voorop gestaan in de katho
lieke actie en in elk katholiek program.
En niemand heeft er ooit aan gedacht bij
die gewichtige punten aan een liberalen
inslag te denken.
Indien de redacteur van de „Vrijheid”
die overigens eenige wijzigingen op de slot
passage meent te moeten voorstellen
met deze passage over ’t geheel kan instem
men, dan zij hem hiervan gaarne acte ge
geven; maar hij moet de rollen niet om-
keeren en voor het liberalisme opeischen.
wat naar geest en letter essentieel en vol
uit katholiek is.
Het suum cuique geldt ook hier.
En in dit verband zouden wij ook nog
even willen wijzen op een ander artikel in
hetzelfde nummer van de „Vrijheid”, welk
artikel een passus bevat over de grove mis
slagen, die na het beëindigen van den we
reldoorlog by het vaststellen der vredes
voorwaarden zyn begaan.
„Als toen een zuiver liberaal inzicht de
beraadslagingen had beheerscht, zou het
anders geloopen zyn”, zegt de „Vryheid”.
Wy weten niet precies wat onder een
„zuiver liberaal inzicht” moet worden ver
staan.
De meeningen daarover kunnen en zul
len verschillen.
Maar wat wy wel weten is, dat het niet
slechts anders, maar ook veel en veel
beter met het beëindigen van den oorlog
en het vaststellen der vredes-bepalingen zou
zyn geloopen, indien de strydvoerende re-
geeringen anno 1817 de voorwaarden had
den aanvaard, nedergelegd in de Vredes
nota van Benedictus XV. te weten: instel
ling van een internationaal scheidsgerecht;
geiyktydige en wederzydsche vermindering
een zéér ingrypende vermindering van
bewapening; het af zien van schadeloosstel
lingen en oorlogsschulden.
Misschien zal het orgaan van den Vry-,
heidsbond ook hierin een „liberalen uit
slag” willen zien.
Maar de Vredes-nota was een echt pau
se 1 y k document.
En wy herinneren ons niet, dat het libe
ralisme zich als party, of in zyn vertegen
woordigers en machthebbers bêyverde den
H. Vader in zyn grootsche plannen en po
gingen te steunen.
sten dag van Allerheiligen.
Wij. die leven In het wel en wee van de
wereld, worden van boven gezegend. In bet
licht der verheerlijking leeren wij de waarde
en het wezen der dingen kennen en door de
aanraking met de gemeenschap der heiligen
wordt het «heilige in ons sterk en krachtig.
Daarom is het billijk en rechtvaardig, dat wjj
de heiligen, die ons zijn voorgegaan, vereeren.
omdat, dank zjj Gods genade, een groot deel
van hun oogst in onze schuren ligt en tevens
om ons te verzekeren van hun hulp door hun
voorspraak en voorbeeld, opdat het ons wel
moge gaan In dit dal van tranen en de dood
voor ons geen verderf moge zijn.
Het groote feest van Allerheiligen staat ech
ter niet voor “biets juist voor den ernst van
Allerzielen. De verschrikking van het .JJtes
Irae” verdwynt t"
apocalyptischen blik
„da Staat de
ictve is”, kan
en.
Op dezelfde
dienstonderricht, doopen van kinderen en vol
wassenen, enz. Verder zijn overdag de uren van
inwendig en uitwendig gebed verdeeld. In de
verschillende bedieningen en werkzaamheden
binnenshuis worden de Koorzusters door Werk
zusters terzyde gestaan. In 1931 telde de Socië
teit meer dan vijftig huizen: in Frankrijk. Bel
gië. Engeland. Italië. Spanje. Oostenrijk, Zwit
serland. Nederland. China, Amerika en ’n nieuw
huls zal weldra gesticht worden in Japan.
De liefdewerken van de huizen in China zijn
zeer omvattend. Sinds de komst der Auxilia
tricen aldaar In 1867 tot op heden is er aan
meer dan 209.715 personen, zoowel kinderen als
volwassenen, het H. Doopsel toegediend.
Het was echter geenszins de bedoeling van de
Stichteresse om de godsvrucht jegens de over
ledenen te beperken tot de enge grenzen van
het klooster; dit moest veeleer een brandpunt
zijn van waaruit de gloed van liefde en offer
vaardigheid zich verspreiden en alle harten
ontvlammen zou.
Ze besloot een Genootschap In het leven te
roepen, welke de voortzetting van haar gedach
te en haar werken temidden van de wereld zou
zun: Het Genootschap der Eereleden.
Wie kunnen lid worden van dit Genootschap?
1. Iedere leek van beider geslacht, die belooft
dagelijks voor de gestorven verwanten der ver-
eeniglng zoowel als voor de leden zelf na hun
dood de akten van Geloof, Hoop en Liefde met
het schietgebed: „Mijn Jezus Barmhartigheid”
te bidden.
Tot ondersteuning van de liefdewerken,
alle kosteloos zijn, geven de eere-leden
lijks een aalmoes-van I 2.50.
2. De religieuzen, zoowel mannelijke als vrou
welijke, die maandelijks tot diezelfde intentie
de H. Communie opdragen.
3. Iedere priester, die zich verplicht om „eens
per maand het H. Misoffer voor bovengenoem
de intentie op te dragen (2e intentie volstagjjj.
Verder kunnen de leden zich ook met de wW-
ken der Zusters vereenlgen door het drievoudig
apostolaat van de daad, van het lijden en van
het gebed. De Auxiliatricen beoefenen 1 apos
tolaat van het gebed en het lijden ten behoeve
van de afgestorvenen en zij voegen daar het
apostolaat van de daad bij ten bate van de ar
men, de zieken en de zondaars, als middel tot
lafenis en verlossing van onze dierbare over
ledenen. Zoo gaan haar werken altijd gesteund
eenerzijds door het gebed, anderzijds door het
lijden; hierdoor geschraagd wordt haar werk
vruchtbaar gemaakt en geheiligd.
Wie zich als priester, religieus of leek wenscht
aan te sluiten bij het Genootschap der. eere
leden, geve mondeling of schriftelijk op: voor
naam, naam, adres en datum van inschrijving
<dag waarop men ter H. Tafel nadert om zoo
doende den vollen aflaat te verdienen) aan de
Eerw. Overste van het Klooster „Christo-Regl”,
Egelantiersgracht 147, Amsterdam: Klooster
.Marlënburg Duivenga» 2, te Nijmegen.
Loyota, VughL PAUL KLENE. SJ.
-2J99
■x