H Het feest der Auxiliatricen FASCISME? Een raadseltje Liberale inslag? t Ter verduidelijking Portret van Z. H. den Paus Allerzielen Talrijke liefdewerken I DINSDAG 31 OCTOBER VLIEGVERKEER OVER DEN OCEAAN BENOEMING GEZANT BEËEDIGD RIJKSDAGVERKIEZINGEN Deelneming van Duitscher* in het buitenland Bidden, lyden en werken voor de zielen in het Vagevuur I HR een onderdak Dr. G. VAN NOORT J -• H. M. de Koningin-Moeder dat „Het ultverko- op ons me- reden Een zuster Auxliatrice tn dé Chineescne 9 De Redactie der „Eindhovensche en Meie- rijsche Courant" zijn we dankbaar, dat zij ons aanleiding tot het schrijven dezer zeer gewenschte, ja noodige verduidelijking ge geven heeft. e die jaar- der Dornier-Wal-vliegbooten, van de Duitsche Luft-Hansa die thans regelmatig gaan over Cadix van het tijdeiyke ineen. Leven en dood grenzen van dichtbij en alles wat tegenstrijdig Eén over den Oceaan zullen vliegen, te Southampton. De vliegtuigen (Spanje) en zullen een tusschenlanding maken op het drijvende eiland „Westfalen'’. Het einddoel is Pernambuco. Laten wjj bij het graf overledenen het troostvolle gebed fertorium van Allerheiligen zen van het praktisch bereikbare dient te bevorderen? Indien op deze vraag in klare woorden een bevestigend antwoord zou worden ge geven, zouden onze principieele bezwaren tegen de N. 8. B. goeddeels weg vallen. Maar ook dan nog zou ons oordeel blij ven, .dat het praktisch veel wijzer en voor zichtiger is verbetering onzer toestanden na te streven door ernstige en zooveel moge lijk snelle saneering enzer Staats-instellln- gen, dan door Nederland te werpen in de armen van het fascisme, d.w.z. door alle Staatsmacht te leggen in de handen van een kleine groep alleenheerschers. Om redenen, die wij in ons eerste artikel gegeven hebben. ganen zouden uit den aard onder con trole der regeering moeten staan, al zou den ze verordenende bevoegdheid moeten krijgen. Men wees er in dit verband op, dat de uitvoering van verschillende krisismaat- regelen reeds thans geheel in handen van organisaties van belanghebbenden gelegd is, zooals bij de uitvoering Tarwewet, de Krisisvarkenswet en de Regeling voor de Consumptie-aardappelen. Men vond dat prachtig, maar tegelijkertijd wordt de vraag gesteld of bij deze organisaties niet te veel invloed is toegekend aan personen, die bij den gang van zaken een groot per soonlijk belang hebben. De organen moeten bestaan uit organi saties van belanghebbenden en als deze belanghebbenden nu zelf wat niet uit gesloten kan zijn er belangen bij heb ben, is het ook niet goed. Men zal dus moeten zoeken naar belanghebbenden die zelf er geen belang bij hebben. Hoe minis ter Verschuur dat raadsel moet oplossen, wachten we met belangstelling af. Hij kan daar een avond op zoek brengen. -w—e heer F. W G. Théonville (firmant van 1 Van Huffel’s antiquariaat te Utrecht) A--' heeft voor Nederland de uitgave verwor ven van een portret van Z. H. Paus Plus XI, een portret dat in 1932 door den bekenden Spaan- schen teekenaar Solis Avila Is vervaardigd. De gekleurde reproductie heeft goed het karakter van de teekening bewaard en de uitvoering, op papier met linnen-persing, In een formaat van 65 bij 55 c.M„ zal velen bevredigen. Er Is ook een kleine uitgave verschenen In briefkaart- formaat. De gelijkenis van het portret is goed en al is de waarde van het conterfeltsel als beelden de kunst niet bijster groot, het overtreft makke lijk de populaire pausportretten die in omloop zijn. H. M. de Koningin-Moeder is voornemens einde dezer week Het Loo te verlaten en haar paleis te Den Haag te betrekken. De gezondheidstoestand van H. M. Is naar omstandigheden goed. Van officieele Duitsche zijde wordt degedeeld: Rijksdultschers, die In het buitenland woon achtig zijn, kunnen aan de op Zondag 12 No vember as. plaats hebbende rijksdagverklezln- gen en referendum deelnemen, indien zij op den verkiezingsdag minstens 20 jaar oud zijn. Te dien einde moeten zij voorzien zijn van een stembiljet en een terugreisvergunning In hun reispas, welke op alle werkdagen kosteloos bij de diplomatieke en consulaire bureaux te ver krijgen zijn. Bij het uitreiken van het stembiljet geldt de reispas als bewijs. Voorts is hierbij benoodlgd het zgn. Einwohnepneldescheln. De uitreiking van het stembiljet en van de terugreisvergun ning kan ook schriftelijk aangevraagd worden. Met dit stembiljet kan de kiesgerechtigde in elke Duitsche gemeente zün stem ulhrengen. et valt niet te ontkennen, dat de minister van Ekonomische Zaken voor een uiterst zware taak gesteld is, waarbij het hem maar zelden of nooit gelukken zal ieder tevreden te stellen. Bij lederen maatregel, dien hij neemt om een bepaalden tak van volksbestaan te helpen of te steunen, benadeelt hij anderen, daar is nu eenmaal niet aan te ontkomen, ter wijl men zich niet op kan werken tot d» hoogte, om dat alles te kunnen zien alleen in het algemeen belang. Waar Immers algemeen door de tijds omstandigheden en de economische ver dwazing zooveel «offers moeten worden ge bracht, daar ligt het voor de hand, dat men uitermate moeilijk berust in nieuwe offers ten bate van anderen. Wat den een genoegdoening schenkt, door uitbreiding van werkgelegenheid, afzetgebied of betere prijzen, wekt bij den ander, die zich be nadeeld voelt, ontevredenheid. Wie er aan twijfelt, leze slechts het voor- loopig verslag over de begrooting van ekonomische zaken, dat overloopt van te genstellingen. We zullen ze er niet alle uitvisschen, maar wijzen slechts op een tegenstelling waar aangedrongen wordt op een andere organisatie van het ekono mische leven. De thans gevolgde wijze van uitvoering door allerlei krisisbureaux, be zet met tijdelijke ambtenaren, kan men niet goedkeuren. Naar de meening van velen behoort de uitvoering gelegd te wor den in handen van ekonomische organen, steunende op organisaties van de belang hebbenden uit het bedrijfsleven. Deze or- /n het Aartsbisdom Z. Hrt^xc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot Rector van het Pensionaat ,j8t. Louis" te Amersfoort den Weleerw. Pater Ara. J. Perdon S.V.D. Het Programs der NBB. belooft in art. 15 „volledige godsdienst- en gewetensvrijheid met bescherming van den christelijken godsdienst voor het in Europa gelegen deel van het Rijk.” Het doet eigenaardig aan, oat bescherming van den christelijken godsdienst beperkt wordt tot het Rijk in Europa; bescherming van dien godsdienst is dus geen taak van de Overheid in de Ne- derlandsche koloniën. Bedenkelijker nog is wat we lezen in de Toelichting van het Pro gramma op blz. 46: „Ook de eisch van godsdienst- en gewetensvrijheid moet wij ken voor den eisch, dat de eenheid en de onafhankelijkheid van de Natie en de goede zeden onaangetast moeten blijven.” - Is het gevaar denkbeeldig, dat een fascis tisch regiem a la Mussert, eenmaal de macht in handen hébbende, van oordeel zou zijn, dat de vrije katholieke en christelijke school, de vrije katholieke en christelijke jeugdorganisatie de „eenheid der Natie" aantast? Dat is immers het oude liberale stokpaardje, dat zeer velen onzer principi eele tegenstanders, die, naar men zegt, thans de ruggegraat der N. 8. B. helpen vormen, o zoo gaarne weer zouden laten draven. En voor eene zóó begrepen „een heid der Natie” zouden dan godsdienst- en gewetensvrijheid moeten wijken! Kan een katholiek daarmee accoord gaan? Verder, in het vlugschrift „Aan de katho lieken in Nederland” staat te lezen: „Het fascisme.... heeft geen theologie, slechts een moraal.” Ik wil niet vragen welk een vasten grondslag een moraal heeft zonder een theologie; ik vestig uitsluitend de aan dacht op de eerste zinsnede: „het fascisme heeft geen theologie.” In goed Nederlandsch wil dat zeggenhet fascisme heeft geen leer over God. Misschien wordt hiermede be doeld: het fascisme huldigt althans voor het Rijk in Europa een Christendom bo ven geloofsverdeeldheid. Maar letterlijk be- teekent het: het fascisme als zoodanig er kent geen God. Het laat iedereen vrij God te erkennen en naar zijn eigen Inzicht te dienen, het wil, omdat eenmaal het grcc ste deel van ons volk christelijk is, in Euro pa den christelijken godsdienst beschermen, maar op voorwaarde, dat de christelijke godsdienst, d. 1. alle Christelijke Kerkge nootschappen, inclusief de Katholieke Kerk, zich buigen voor den Staat, die, als het er op aankomt, feitelijk de eenige god is. Hoe ontzettend groot is de afstand tus- schen deze opvatting en het Katholieke be ginsel, dat ook de Staat als zoodanig God en de souvereiniteit Gods erkennen moet! ,X>e Staat-boven alles, de Staat alles,” dat is, naar ons inzicht het hoofdbeginsel der N. 8. B. óók in Nederland. En nog een maal dat hoofdbeginsel kan geen katho liek onderschrijven, Acht iemand het mogelijk, dat wij te zwart zien? Welnu, de leiders der N. 8. B., die eerlijkheid in hun blazoen schrijven en zeker zouden protesteeren, als wij zeiden, dat ze gaarne in troebel water visschen, zullen ons en zeer velen in den lande een grooten dienst bewijzen, indien ze klaar en bondig een antwoord willen geven op deze vraag: Erkent gij, erkent uwe Beweging, dat de enkeling, het huisgezin en de Kerk rechten hebben, onafhankelijk van den Staat; rechten, die de Staat niet gegeven neeft en niet kan ontnemen; rechten, welker vrije uitoefening de Staat mits de vrijheid van anderen geëerbiedigd worde niet mag belemmeren, ja die hij binnen de gren. H. M. de Koningin heeft Maandag ten pa- lelze Het Loo ontvangen jhr. nu-. A. W. T, TJarda van Starkenborch Stachouwer. Hr Ms. gezant te Brussel, en mevr. Tjarda van Star kenborch Stachouwer. alsmede mr. W. J. baron van Lynden, benoemd opperkamerheer van H. M. de Koningin. De heer TJarda van Starkenborch Stachouwer ia door H. M. de Koningin heëedtert heele jaar ‘alleen gedaan hebben, dpet nu de heele wereld met haar. lederen morgen zongen ze samen haar „Profundis", nu klinkt die doo- denzang in alle kerken. Dagelijks reciteerden ze haar Officie der Overledenen alleen, nu bidden het de priesters en religieuzen over heel de wereld met haar. Haar eenzame gebeden voor de afgestorvenen worden vandaag gesteund door de smeekingen der geloovlgen, die heden allen hun verwanten en vrienden gedenken, die hun voorgingen in den slaap des vredes. De Zus ters zien met vreugde haar kleine gaven van lijden en werken vermeerderd met de overvloe dige offers en boelen, die de geloovlgen op dezen dag in alle werelddeelen God aanbieden tot lafenis der zielen. Is dat geen trotsch en grootsch feest? Is het niet wereld-, ja, hemel- en aarde-omvattend? Omspant het niet de drie machtige rijken der Heilige, Roomsche Kerk, de Strijdende, de Lij dende en de Triomfeerende Kerk? Zijn niet alle menschen van alle tijden er mede ge moeid? Juichen niet de zaligen om nieuwe zie len. die Gods glorie komen verheerlijken? Licht niet de dag der verlossing voor een menigte in het Vagevuur door de vereenlgde gebeden en verdiensten van stervelingen en hemellngen? En voor wien deze dag de feestelijke terugkeer betee- kent naar de Kerk, omdat hij nu vandaag her innerd werd aan den dood en aan Gods ge strenge straffen? Maar hoogfeest dubbel eerste klas Is het voor de Auxiliatricen op dezen gullen herfstdag, die haar roeping zoo rijk In vervulling doet gaan: God verheerlijken In de meest verlaten zielen van de Strijdende en de Lijdende Kerk. Het doel toch, dat bij de Stichteres, Eugénle Maria Josephs Smet voorzat, was de Verlate- nen des Vagevuurs te verlossen door werken van barmhartigheid aan de Verlatenen aarde. Gods Voorzienigheid beduidde haar het plan van een contemplatieve orde op te geven. Het leven der Auxiliatricen moest volgens de Stich teres een gemengd leven zijn: contemplatief en actief samen. Om beter Gods eer te bevorde ren zullen zij bidden, lijden en ook werken voor de lafenis der geloovige zielen. Hoe? Door de verlatenen op aarde te helpen. De koorzusters zullen zich wijden aan het apostolaat en kos teloos de geestelijke en, lichamelijke werken van barmhartigheid uitoefenen. Gekleed als dames in den rouw krijgen ze in vele hulzen toegang, waar priester of*zuster niet zoo gemakkelijk worden toegelaten: en terwijl ze haar zieken verplegen, leeren ze tegelijkertijd de behoeften der ziel kennen. Zoo wordt het helpen der zie ken in hun eigen woning het uitgangspunt van gods- T~Xe „Eindhovensche en Meierljsche Cou- jl J rant” heeft in haar nummer van 28 Oct. ons opstel „Fascisme”"* uit dit blad in zijn geheel overgenomen. Wat wij aeer op prijs stellen. De Redactie plaatste daaronder een nota, waarin zij zegt, dat wij, om verkeerde ge volgtrekkingen voor de praktijk te voorko ken, goed zouden hebben gedaan, indien 'we meer opzettelijk en duidelijker onder- scheid hadden gemaakt tusschen de vraag: „Is een fascistische regeeringsvorm uiter aard en in zijn wezen veroordeelenswaar- dig?” en de vraag: „Kunnen NederlandSche katholieken principieel zich aansluiten bij de fascistische groep Mussert, om dezer fascistischen staat mede te helpen verwe zenlijken?” Wij erkennen, dat voor de opmerking grond is en nemen daarom gaarne de ge- legenheid te baat om ons opstel door een A korte verduidelijking vollediger te maken. \De eerste vraag hebben we ontkennend beantwoorduiteraard en i n z ij n w e- zen is een fascistisch regiem niet in strijd met de katholieke beginselen. De tweede vraag, die praktisch van groo- te en actueele beteekenis is, moet o. 1. ook zonder aarzeling ontkennend beant woord worden. Immers, de beginselen der Nat. Soc. Beweging, groep Mussert, stemmen niet •vereen met de beginselen, waaraan katho lieken noodzakelijk moeten vasthouden. De „Eindhovensche Courant” geeft daar voor een drietal bewijzen, ontleend aan de brochure „Nationaal-Socialistische Staats leer”, door de groep Mussert uitgegeven. Op blz, 15 leest men daar: „Als verwer kelijkte geestelijke vrijheid is de Staat de verwerkelijkte zedelijkheid zelve”. Dit wordt daar gezegd ter motiveering van de stelling: „het is eisch van zelfhandhaving van den Staat, dat hij niet kan dulden on zedelijkheid in de samenleving, in de kunst, enz.” Tegen de laatste stelling hebben wij geen bezwaar, in de suppositie, dat zij van openbare onzedelijkheid bedoeld is. Want, hoezeer wij, natuurlijk, elke onzede- lijke handeling afkeuren, meenen we toch niet, dat het de roeping van den Staat is, elke, ook niet in het openbaar gepleegde, onzedelijke handeling te bestraffen. De be grippen: „zedelijk slecht” en „strafrechter lijk ontoelaatbaar” dekken elkander niet. Maar afgezien daarvan, de stelling, verwerkelijkte zedelijkheid geen katholiek onderschrij- bladztfde leest men: recht is niet iets buiten of boven den Staat, maar de Staat is het tot zelforganisatie gekomen recht, de hoogste vorm van recht, als welke organisatie de Staat tevens bo ven het recht staat, d. 1. dit vaststelt, ver andert en opheft.” Dit wordt nu wel gezegd van het positieve recht, maar het po sitieve recht wordt tegelijkertijd vereenzel vigd met het geldende recht. Wij ge- looven niet de bedoeling der leiders van de N. 8. B. mis te verstaan, als wij boven ge citeerde zinsnede zóó begrijpen, dat er ?en „geldend” recht bestaat, geen recht „geldend” erkend kan worden buiten het >r den Staat vastgestelde recht. En zóó jegrepen is die stelling in flagranten strijd net de katholieke leer. Eindelijk op blz. 17 wordt gezegd: „De plichten van de burgers tegenover den Staat gaan boven hun persoonlijke rech ten.” In zijn algemeenheid is ook deze op zet voor den katholiek onaanvaardbaar. De afzonderlijke burgers, de huisgezinnen en de Kerk hebben rechten, die onafhankelijk zijn van den Staat. Als de Staat aan zijn burgers plichten zou willen opleggen, die met deze rechten in strijd zijn, dan gaat de Staat buiten zijn boekje en pleegt hij- onrecht. Ieder aandachtig lezer beseft uit het bo venstaande, dat we in ons vorig artikel niet zonder reden geschreven hebben „Overal waar het fascistisch regiem werke lijkheid is geworden, zien wij al is het dan niet per se met het fascisme verbon den een soort Staatsvergoding. een ver heffen van den Staat, die niet anders dan middel voor ons wezen kan, tot doel-in- zich, waaraan alles dienstbaar heeft te zijn. Ook ten onzent gaat de N. S. B. met volle zeilen in die richting.” Wij meenen goed te doen aan deze drie puntjes, die zakelijk aan de „Eindhoven sche Courafit” ontleend zijn, nog het vol gende toe te voegen: Als de bladeren van de boomen vallen en de vogels hun liederen meenemen naar warmer landen; als de dagen korten en de avonden lengen; als de natuur vergrijst An wolken en regen en alles wat mooi is en warm ons verlaat, gedenkt de H. Kerk ’s menschen afscheid van dit leven. Wij treuren nog eens om het heen gaan van onze dierbare dooden. De altaren staan in het zwart. We verlaten het Misoffer met den vreemden weemoed van het Dies irae in het hart, terwijl in het hoofd de treurzang blijft klagen. Velen gaan nog eens den weg waarheen zjj hun geliefden grafwaarts droegen en bidden op de tombe voor de eeuwig?*>«rL -erm er op aarde ook niet menigeen zijn, De dood is een straf en doet pijn aan hem die sterft en aan hen die achterblijven. En zoo is Allerzielen een rouwdag. Maar gelijk over den herfst zoo ook over Al lerzielen ligt een hemelsch goud. De herfst is mooi. Met zekere blijdschap sterft de natuur. Een geheimzinnige pracht begint te bloeien uit het geweld van storm en natte vlagen. Het is ae blijde hoop op het nieuwe lenteleven, die de stervende natuur In het goudkleed der ver wachting steekt. De loutering heeft nu plaats. De verrijzenis in het voorjaar zal des te rijker zijn. De natuur viert feest. Gracieus en zingend gaat ze dood. Met den herfst deelt Allerzielen ook in-het feestelijke. En juist dat feestelijke hebben de Auxiliatricen naar voren gebracht. Allerzielen duurt bij haar acht dagen lang; het is haar hoogfeest, een feest met octaaf als Pa- sohen en Plnksteren. In de kapellen van de Zusters Auxiliatricen prijkt het altaar in de vlammen en de kleuren van den herfst; licht, bloemen en wierook ver blijden er het hart. Zeker, voor allen is er re den tot verheugenis, nu tallooze zielen uit het vagevuur worden verlost, nu het koor der he- melingen zwelt en op aarde de naastenliefde zich voortzet tot over het graf. Voor de Auxi liatricen echter bestaat een bijzondere om zich feestelijk gestemd te voelen. Het levensdoel Immers van de Zusters Auxi liatricen is: te bidden, te lijden en te werken voor de zielen in bet Vagevuur. xii b& yeleandere liefdewerken: bekeerlngen. verschrikking bij de lofprijzingen en den der ontelbare renen voor den troon van het Lam. L«ten wij bij het graf van onze dierbare -~J van het Of fertorium van Allerheiligen overwegen: In de oogen der dwazen schijnen zU te sterven. z« leven echter in vrede! Laten wij- ons dan ver heugen in de heerlijke zekerheid van ons ge- °°f en aen helderen 8'ans. die uit de heer- 'tjkneid der hemelen In de duisternis der aarde en J11 den schemer van de plaats der zuivering valt, en God loven en prijzen in de gemeen schap der heiligen! 's :s de t i I 1 Ais ten worm L a..,s w.n »a::n zicii uit. sa.il en K' akker <ie!i)k een nraamn 'l njn dorre takken ten hemel m X-, .Miserere l»n«l heerst lit doo^Bt Lellen des velds. Salomon in uwe^B '-i'wll mensch, gedenk dat gil stof zijt! S|| mensch, die nu nog een onderdak gij kleinmoedigen! Wat geeft’koude en duisternis. Brandt bij u daarbinnen geen vuurt Brandt bif U geen licht tn de duisternis? Ziet gij-van uit uw veilige woning niet den wind, den loeienden wind, die naar het Zuiden bruist, om spoedig daar-’ ginds als een zoele wind de smachtende palmen te gaan streelen? Ziet gij dien wind, die na korten tijd weer terug zal keeren met den geur van vreemde bloesems in de fladderende ha ren, den wind, waarvan gij dan zult zingen: De zoele winden zijn ontwaakt. Wat bekommert gij U om bet kale veld? Gij hebt haar vruch ten toch veilig in Uw schuur? De zaadkorrel» zijn toch veilig geborgen In den schoot van de eeuwige moeder, waar het van een nieuw le ven droomt? Welnu, alles sterft en vergaat, maar bereidt zich in het binnenste voor op een nieuwe her leving. De leliën op het veld zullen wederko men. Salomon, die voorheen zoo heerlijk was, groet U vanuit een groote heerlijkheid. En gij. mensch, zult sterven om ook weer op te staan en te herleven. Zoo spreekt de Heer: ..Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen, en hif. die tot Mij komt, zal ik niet verstooten. Dit is de wil Mijns Vaders, die Mij gezonden heeft, dat ieder, die Zijn Zoon kent en aanbidt, het eeuwig le ven zal bezitten.” Derhalve slaat ook onze Moeder, de H. Kerk, met reden haar oogen op naar den berg der verheerlijking op Aller- ■>clllgen, voor zij opAllerzielen zich troostvol over de graven buigt. Met den apocalyptischen blik van den apostel, dien de Heer zoo bijzón der liefhad en die aan Zijn borst mocht rus ten. ziet zij op naar de honderdvlerenveertig duizend uitverkorenen uit alle stammen van de kinderen Israëls en naar de groote ontel- 'mre schare uit alle volken en ^Jammen en uit alle naties, die staan voor den croon van het Lam. gekleed In blanke gewaden, met palmen in de handen luide de glorie van God verkon- digend. De smart om hen. die zijn heengegaan, verdwijnt aanstonds bjf het zien van hun ver heerlijkt en stralend gelaat. En Jubelend viert de Kerk dankbaar het oogstfeest der zielen. ..Gaudeamus omnes in Domino....". ..Laten wjj verheugd zijn in den Heerbegint de Introïtus. Het Epistel eindigt met een lofzang en het Evangelie besluit zijn ware blijde bood schap met de wóórden: „Verheugt U en weest verblijd." O. hoe gaarne spreekt de H. Kerk in naam van den Allerhoogste den zegen uit. Over geen enkele der aan haar toevertrouwde zielen sprak zij den vloek der laatste verdoe ming uit. al was die ziel nog zoo goddeloos en verdorven. Voor iedere afgestorvene heeft zij offers en gebeden en altijd was de zondaar, die boete deed, haar liefste kind. Ook bewijst zij heel goed de vergankelijk heid van het aardsche. en dat nog des te dui delijker. omdat haar eigen streven is gericht naar de hoogste volmaaktheid, die slechts God eigen is. Ook “kent ztf de zwakheid der sterk- sten en de bekoringen der reinste zielen. En toch juist daarom spreekt zij haar vergiffenis uit over het hoofd van den onvolmaakte, dekt zjj de wonden der zondaars met den mantel der heiligheid en heft de bewoners van het aardsche tranendal op uit het stof en voert hen In de glorie van ’t rijk der zaligen, waar het eeuwig Alleluja klinkt. Namen van groote menschen laat zij glanzen, maar toch vergeet zjj daarbij de ontelbare schare onbekende sol daten uit Christus’ leger niet. Zjj staan opge- teekend door de onzichtbare hand van God in het boek des levens. En tot nagedachtenis van hen is het feest van Allerzielen ingesteld. Van den berg der verheerlijking straalt een heldere lichtstraal neer in de dalen onzer aarde en het gekrioel dee menschen. Zjj dringt door tot in de diepste verborgenheden en straalt het langst en het meest heilzaam daar, waar nood en ellende heerschen. Zalig zijn de armen van geest, zalig zijn de zachtmoedl- gen. zalig zij die treuren en zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zalig zijn de barmhartlgen en reinen, zalig zim de vreed zamer! en zalig zjj. die vervolgd worden om de ge&chtigheid. „Verheugt U en weest ver blijd. want Uw loon is groot in den hemel.” Ziet, de glans der wereld verbleekt, de roem der hoovaardigen verdwijnt. Ma»r helder schijnt het licht in de diepten, en de glans der eeuwigheid straalt In de verborgenheden. Bij het trompetgeschal der eeuwigheid storten de muren wordt vergeten. De veraf vervagen en klinkt, wordt vereenlgd met God op den laat- „De Vrijheid”, het orgaan van den Vrijheidsbond, meent in het manifest der katholieke Staatspartij „halfslachtigheid” te ontdekken en een „min of meer gaan in fascistische richting", maar vervolgt dan met neerbuigende welwillendheid: „Afgezien van deze halfslachtigheid bevat het manifest, juist als gevolg van zijn libe ralen inslag, ook wel goede passages, die wij zonder bezwaar kunnen onderschrijven.” Wij zijn natuurlijk dankbaar voor het compliment. Maar moeten er toch in alle bescheiden heid tegen opkomen, dat de „goede passa ges” van het manifest een gevolg zouden zijn van den „liberalen inslag”. Het blad doelt daarbij met name op het slot, waar gesproken wordt van de groote beginselen, welke zijn saam te vatten in de woorden: God Gezag Vrijheid, en die in hun eerbiediging en beleving een „waar achtige vaderlandsche politiek” garandee- ren. Hoe men juist in zulk een slot-passage een „liberalen inslag” kan speuren, is ons niet duidelijk, en zal ook anderen wel niet duidelijk zijn. De dienst van God, het hooghouden van het gezag en de verdediging der vrijheid hebben altijd voorop gestaan in de katho lieke actie en in elk katholiek program. En niemand heeft er ooit aan gedacht bij die gewichtige punten aan een liberalen inslag te denken. Indien de redacteur van de „Vrijheid” die overigens eenige wijzigingen op de slot passage meent te moeten voorstellen met deze passage over ’t geheel kan instem men, dan zij hem hiervan gaarne acte ge geven; maar hij moet de rollen niet om- keeren en voor het liberalisme opeischen. wat naar geest en letter essentieel en vol uit katholiek is. Het suum cuique geldt ook hier. En in dit verband zouden wij ook nog even willen wijzen op een ander artikel in hetzelfde nummer van de „Vrijheid”, welk artikel een passus bevat over de grove mis slagen, die na het beëindigen van den we reldoorlog by het vaststellen der vredes voorwaarden zyn begaan. „Als toen een zuiver liberaal inzicht de beraadslagingen had beheerscht, zou het anders geloopen zyn”, zegt de „Vryheid”. Wy weten niet precies wat onder een „zuiver liberaal inzicht” moet worden ver staan. De meeningen daarover kunnen en zul len verschillen. Maar wat wy wel weten is, dat het niet slechts anders, maar ook veel en veel beter met het beëindigen van den oorlog en het vaststellen der vredes-bepalingen zou zyn geloopen, indien de strydvoerende re- geeringen anno 1817 de voorwaarden had den aanvaard, nedergelegd in de Vredes nota van Benedictus XV. te weten: instel ling van een internationaal scheidsgerecht; geiyktydige en wederzydsche vermindering een zéér ingrypende vermindering van bewapening; het af zien van schadeloosstel lingen en oorlogsschulden. Misschien zal het orgaan van den Vry-, heidsbond ook hierin een „liberalen uit slag” willen zien. Maar de Vredes-nota was een echt pau se 1 y k document. En wy herinneren ons niet, dat het libe ralisme zich als party, of in zyn vertegen woordigers en machthebbers bêyverde den H. Vader in zyn grootsche plannen en po gingen te steunen. sten dag van Allerheiligen. Wij. die leven In het wel en wee van de wereld, worden van boven gezegend. In bet licht der verheerlijking leeren wij de waarde en het wezen der dingen kennen en door de aanraking met de gemeenschap der heiligen wordt het «heilige in ons sterk en krachtig. Daarom is het billijk en rechtvaardig, dat wjj de heiligen, die ons zijn voorgegaan, vereeren. omdat, dank zjj Gods genade, een groot deel van hun oogst in onze schuren ligt en tevens om ons te verzekeren van hun hulp door hun voorspraak en voorbeeld, opdat het ons wel moge gaan In dit dal van tranen en de dood voor ons geen verderf moge zijn. Het groote feest van Allerheiligen staat ech ter niet voor “biets juist voor den ernst van Allerzielen. De verschrikking van het .JJtes Irae” verdwynt t" apocalyptischen blik „da Staat de ictve is”, kan en. Op dezelfde dienstonderricht, doopen van kinderen en vol wassenen, enz. Verder zijn overdag de uren van inwendig en uitwendig gebed verdeeld. In de verschillende bedieningen en werkzaamheden binnenshuis worden de Koorzusters door Werk zusters terzyde gestaan. In 1931 telde de Socië teit meer dan vijftig huizen: in Frankrijk. Bel gië. Engeland. Italië. Spanje. Oostenrijk, Zwit serland. Nederland. China, Amerika en ’n nieuw huls zal weldra gesticht worden in Japan. De liefdewerken van de huizen in China zijn zeer omvattend. Sinds de komst der Auxilia tricen aldaar In 1867 tot op heden is er aan meer dan 209.715 personen, zoowel kinderen als volwassenen, het H. Doopsel toegediend. Het was echter geenszins de bedoeling van de Stichteresse om de godsvrucht jegens de over ledenen te beperken tot de enge grenzen van het klooster; dit moest veeleer een brandpunt zijn van waaruit de gloed van liefde en offer vaardigheid zich verspreiden en alle harten ontvlammen zou. Ze besloot een Genootschap In het leven te roepen, welke de voortzetting van haar gedach te en haar werken temidden van de wereld zou zun: Het Genootschap der Eereleden. Wie kunnen lid worden van dit Genootschap? 1. Iedere leek van beider geslacht, die belooft dagelijks voor de gestorven verwanten der ver- eeniglng zoowel als voor de leden zelf na hun dood de akten van Geloof, Hoop en Liefde met het schietgebed: „Mijn Jezus Barmhartigheid” te bidden. Tot ondersteuning van de liefdewerken, alle kosteloos zijn, geven de eere-leden lijks een aalmoes-van I 2.50. 2. De religieuzen, zoowel mannelijke als vrou welijke, die maandelijks tot diezelfde intentie de H. Communie opdragen. 3. Iedere priester, die zich verplicht om „eens per maand het H. Misoffer voor bovengenoem de intentie op te dragen (2e intentie volstagjjj. Verder kunnen de leden zich ook met de wW- ken der Zusters vereenlgen door het drievoudig apostolaat van de daad, van het lijden en van het gebed. De Auxiliatricen beoefenen 1 apos tolaat van het gebed en het lijden ten behoeve van de afgestorvenen en zij voegen daar het apostolaat van de daad bij ten bate van de ar men, de zieken en de zondaars, als middel tot lafenis en verlossing van onze dierbare over ledenen. Zoo gaan haar werken altijd gesteund eenerzijds door het gebed, anderzijds door het lijden; hierdoor geschraagd wordt haar werk vruchtbaar gemaakt en geheiligd. Wie zich als priester, religieus of leek wenscht aan te sluiten bij het Genootschap der. eere leden, geve mondeling of schriftelijk op: voor naam, naam, adres en datum van inschrijving <dag waarop men ter H. Tafel nadert om zoo doende den vollen aflaat te verdienen) aan de Eerw. Overste van het Klooster „Christo-Regl”, Egelantiersgracht 147, Amsterdam: Klooster .Marlënburg Duivenga» 2, te Nijmegen. Loyota, VughL PAUL KLENE. SJ. -2J99 ■x

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 19