Regeering en Parlement f 50. f 75.855.- F Sf lil V h w^aal wui den dag Zuiderzeefonds SAMENWERKING NOODIG GEOORDEELD keerden wij heden uil UITKEERI NG ONZE 256e De crisis DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS i I I I S bt-- ||'ih»DE KOUDE GASTi DONDERDAG 2 NOVEMBER PERSONEEL IN RIJKSDIENST Mannelijke sollicitanten moeten voorgaan Waterstaatsbegrooting Gelegenheid voor werkverruiming wegens een aan BEDRAG TOTAAL VAN EEN THANS 7/AARMEDE I I DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS I Zij heeft heel wat op haar kerfstok e, Versnelde bruggenbouw DOOR ANNA K. GREEN t Staatsexploitatie der gronden HET GEVAL LEAVENWORTH EEN DUITSCHE DIEVEGGE GEKNIPT Koninklijke onderscheiding Optreden tegen ontoe laatbare uitingen Hef nadeelig saldo De Tweede Kamer wenscht een stellige verklaring inzake de voortzetting der inpol- deringen De subsidie aan de K. L. M. Groote werken t ingevolge de voor onze abonnes geldende gratis-óngevallen-verzekering aan de Wed. E. VAN VEEN—ROTHUIS, Paterstraat 30, Arnhem, haar overkomen ongeval. Dil is sJicR begrip corporatieve Staat** ia xgn meest gangbare betee kenis volstrekt ver- werpelyk” I 18 vliegtocht aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. Alle abonné's SUvJïèn ff 750.-f250.- f 125.-f50.- ^n f40.- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL vliegtuig 0.8 0’ alsof (Woedt vervolgd) A De kwestie van de rechtspositie der politieke vluchtelingen heeft de volle aandacht der re geering. In dit opzicht wordt de mogelijkheid van een vocrziening onder de oogen gezien. Het Kamerlid Kuiper heeft aan den minister van Binnenlandsche Zaken het volgende ge waagd: moge- perso- OE DOKTER H BIJNA OEfi HEKEN A VOND ME T H'J NHL ER FLUIT BE ZLG H'J D ER NOG H'J ZEGT Mf DE CR/SO OPKOMI7 Benoemd is tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau A. F. Abramsz. directeur van de N.V. Uitgevers Maatschappij L. J. Veen te Amster dam. W' aan- en t bereid kunnen pflideringswerk- ?rleenen. Indien Een ontwerp, houdende maatregelen ter voor koming van executie van landelijke eigendom men, is in voorbereiding. BU haar beschouwingen over de werkloos heid zet de regeering uiteen, dat zy voornemens Is, den versnelden bruggenbouw door te zetten Is het juist, dat te Rotterdam In de laatste weken voor het Rijkstelegraafkantoor sollicitan ten voor vrouwelljk personeel zijn opgeroepen voor diensten die tot nu toe door mannelijk per soneel werden verricht? Is de minister niet van oordeel, dat het in dezen tijd geboden is, waar eenlgszlns lijk. mannelijk laplaats van vroirweiyk neel in dienst te nemen? Wil de minister maatregelen treffen door, bij aanstelling van personeel in dienst, aan keur wordt gegeven? Of het landbouwbedrijf, behoudens een enkel onderdeel. thans reeds in aanmerking komt om er de Bedrfjfsradenwet In toepassing te brengen, valt sterk te betwijfelen. De regeering verdedigt uitvoerig haar hou ding ten opzichte van de SDAP en het NVV. waar- Rljks- mannelijke sollicitanten de voor- Verscbenen is de Memrie van Antwaord op bet vaartoopig verslag der Tweede Kamer op de alremeewe beseteouwiwgen ever de rijksbe- graoting. Uit net financieel gedeelte van deze me morie blijkt, dat volgens de laatste gege vens het nadeelig saldo op 79.500.000 moet worden gesteld. DAT WAREMPEL DU EERSTE \MAAL DAT ER WAT LEVEN tn HEM KOMT; MISSCHIEN /i OATEEN TE EKEN DA T RU Z/f H BETER GE VOEZ.7, SAKKERLOOT MFTM VAN AVOND EEN WEER GELEDEN DA 7 ZF HEM THUD BRACHTEN. iiniiiiiiiiiK De thans plotseling naar voren komende belangstelling voor ingrij pende wjjziging onzer Staatsinstel lingen, is op zichzelf geenszins zon der beteekenis. Maar'dit ia niet de hoofdvraag. Die hoofdvraag is of zulk een wijziging urgent moet wor den geacht. Het begrip: „corpora tieve Staat” in zijn meest gangbare beteekenis acht de regeering vol strekt verwerpelijk, omdat het het maatschappelijk leven in ad zijn ge ledingen aan de Staatsmacht onder werpt, omdat het kerk en godsdienst wetenschap en bedrijf ™n zijn na tuurlijke vrijheden berooft. Ter beoordeeiing van dit begrip heeft de regeering de voorlichting van een Staatscommissie niet noodig. Anders staat zij tegenover de ont wikkeling der maatschappij in cor- poratieven zin. Hieraan wil de regee ring medewerken. Zij wenscht echter te waarschuwen, zich niet te spoedig gevangen te geven aan de leuzen van den dag. Voor zooveel de re geering zou oordeelen, dat wijzigin gen in de Grondwet noodzakelijk zjjn, zal zij niet aarzelen, daarvoor te zijner tijd voorstellen in te dienen. In dezen hachelijker! tijd segt de re geering overweegt één vraag alle andere: zal de regeering haar taak kunnen vervul len in gestadige samenwerking met de ver tegenwoordiging des volks of zal ook in ons land, de loop der zaken een zoodanige wor den. dat dit verband verbroken zal worden? Dc regeering acht bet eerste onmisbare voorwaarde voor een doeltreffend staats bewind. het laatste zou rij een ramp voor ons volk achten. Zy heeft daartoe een plan ontworpen, waarbij samenwerking met particulieren zal worden ge zocht en dat. indien het slaagt, intrekking van het aanhangige wetsontwerp aal tengevolge hebben. De regeering zal voor de uitvoering van groote werken een beroep op de ge'dmarkt doen aoo- dra dit mogelyk sal zyn Een voorloopig plan van vervroegd en versneld uit te voeren wer ken omvat om. den aanleg van kanaie>> en veerhavens, normalisatie van rivieren, regen- txnr*. bruggenbouw, spoorwegwerken, aanleg van vliegvelden, ontginningswerken en ook het begin van fie droogmaking van den N.-O.-Zui- deraeepolder.^e samen tot een bedrag, dat voor 1>M op 30 milUoen is geraamd. begeerig om den inhoud tc kennen. Mijn hemel! De kamenier had hem geschreven, dat zag ik duidelijk. Dit las ik, met potlood en In druk letters op gewoon papier geschreven: „Vindt iemand, ven?" Dat was inderdaad zeer vreemd. Gryce ver volgde: „Gelooft u dat mevrouw Belden de waarheid heeft verteld?" ■Ja” „Dan moet u ook aannemen, dat Hannah Cla vering zoowel by naam als van gezicht kende, nietwaar?" „Ongetwijfeld.” „Welnu, waarom verzwijgt zy dan zijn naam? Als zij geen ander doel had dan, zooals zy be weert. Eleonore Leavenworth te redden, waarom heeft zy dan niet de eenvoudigste manier ge kozen’ Neen, hieruit biykt, dat temand de rol van de kamenier heeft willen spelen, maar zich schromelijk heeft vergist. Bovendien hoeft me vrouw Belden verteld, dat Hannah beweerde, door juffrouw Leavenworth te syn gestuurd en In dezen brief verklaart zy, dat zy door den man met de zwarte snor is weggezonden.” Geen oom of tante, neef of nicht Of prettige loge. Maar toch een langverwachte gast Houdt eindelijk entreé! Je merkt het niet zoo op den dag, Dat zij er ook weer is. Maar ’s avonds des te beter, want Zij houdt vooral van frisch! Haar houding ook is uiterst koel En wie haar aanziet, rilt. Omdat zij haar omgeving weer, Zooals van ouds, verkilt! Zij is.... nu ja, u weet het wel, Of beter nog u voelt Wie met die gast, in desen tijd. Natuurlijk wordt bedoeld. Haar komst toch is noodzakelijk. Al stelt u 't niet op prijs, Want zij verzorgt den overgang Naar winter, sneeuw en ijs! En als u ’s morgens even maar, Uw neus naar buiten steekt, Noemt u zelfs ongezocht haar naam. Daar u van nachtvorst spreekt! MARTIN BERDEN De politie te Tegelen is er fa geslaagd te arres- teeren de 30-jarige Else L. uit Berlijn, die reeds geruimen tijd door de politie in Dultschland gezocht werd terzake van diefstal van briljanten ter waarde van 250.000 Mark in Berlijn. Voor haar opsporing was door de politie een beloonfag uitgeloofd van 5000 Mark. Het bleek dat zü ook hier te lande het een en ander op haar kerfstok had. zy is naar Roer mond overgebracht, waar zy voor den officier van justitie geleid zal worden. Nadat zy haar straf ontvangen zal hebben voor de hier te lande gepleegde feiten, zal zy aan de Duitse he pollUe worden uitgeleverd. Volgens bet voorloopig verslag der Tweede Kamer over de Waterstaatsbegrooting voor 1934 achtten verscheidene leden de wijze, waarop de electriciteitsvoarziening zich In ons land ont wikkelt, zeer onbevredigend en zy vroegen, of de minister zijn standpunt In zake de clectrl- citeltsvoorziening reeds heeft bepaald, fa het bijzonder wat betreft het brengen van eenheid in de leiding bij deze voorziening Door vele leden werd gewezen op de groote beteekenis van de waterstaatswerken als gele genheid voor werkverruiming. Zy drongen er dan ook krachtig op aan, dat de uitvoering van die werken met voortvarendheid ter hand zal worden genomen. Door enkele leden werd betwyfeld. of wel fa voldoende mate aanwezig is de bereidwilligheid, om de gelegenheid voor werkverruiming aan te grijpen. Verscheidene leden kwamen op tegen de aan- merkeiyke verlaging van de uitkeertng aan het Wegenfonds, bedoeld fa art. 31 der Wegenbe lastingwet. 47 „Neem mij niet kwalijk, mevrouw Belden, ik moet even alleen zyn om na te denken over het geen ik van u vernomen heb. Ik kom zoo terug.” Ik ging het salon uit. Een onverklaarbaar ge voel dwong mij, de trap op te gaan. Daar bleef ik staan en vroeg mü af, of de gevolgtrekkingen van mevrouw Belden juist waren of niet. Kon men er niet uit besluiten, dat Claverfag mijn heer Leavenworth had vermoord? Met dit denkbeeld in myn hoofd, ging ik naar het vertrek, waar het lijk van het meisje lag, dat heel waarschijnlijk de waarheid had gekend, O! konden de dooden maar spreken! Kon nie- nand ter wereld dan aan die doode lippen het ■jeheim ontrukken? Meegesleept door mijn op winding. trad ik op het bed toe. Welk een rust, myn God! Welk een ondoorgrondelijke spot lag er om dien mond én In die half gesloten oogen! Tk voelde een onredeiyke woede in mijn opwel len, toen....Maar wat zag ik daar achter Han nah's schouder? Een enveloppe? Een brief? Ja! Ik boog mij voorover en haalde den brief on der haar lichaam uit. Hjj was verzegeld, maar droeg geen opschrift. Ik scheurde hem open. 0 KIJK. MUNHTTR FLINT PRO BEERT OP Tt zitteneNTE ^PREKEN MAAR !K KAN N7E1 VERSTAAN WATH'J ZEGT papier eens goed. Wat merkt u op het eerste ge zicht?" ,De woorden zyn niet geschreven, maar met drukletters gevormd, maar dat is niet te ver wonderen bij een meisje van haar opvoeding.” „En verder?" „Het papier is van een heel goedkoop soort.” „Juist. En kijk nu eens naar de regels.” „Wat is daar voor bijzonders aan? O ja, ik zie het al. Zij beginnen heel boven aan de blad zij. Er is daar blykbaar een stuk afgeknipt.’’ .Kunt u bedenken, wat er daardoor is wegge vallen?” „Waarschijnlijk het fabrieksmerk, dat ge- wooniyk in den bovenhoek staat. Maar Ik begrijp niet, hoe dat van belang kan zyn.” „Werkeiyk niet? Ziet u dan niet, dat wy nu niet kunnen nagaan, waar het papier vandaan komt?” Men denkt natuurlijk, dat ik hem. zoodra hy in mevrouw Belden’s salon zat. dadelijk de be kentenis van Hannah liet zien. Maar neen; of ik hem dezelfde gevoelens van hoop en vrees wilde doen ondergaan als Ik sedert myn komst te R. had gevoeld, of dat ik hem zUn besliste weigering om aan Clavering's schuld te gelooven nog steeds kwalijk nam, een telt is, dat ik hem niet direct het bewijs toonde, dat volgens mij de schuld van Clavering onomstooteiyk vast stelde. Ik verlustigde mij er in. hem een uitge breid verslag te geven van alles, wat cr sedert mijn komst in dit huls gebeurd was. Hy bege leidde dit verhaal met verschillende uitroepen als: „Verbazend!” of „Wat een prachtig geval!’ of „Zooiets heb ik sedert de zaak Lafarge niet meegemaakt Eindelijk gaf ik hem den brief dien Ut onder Hannah's lijk had gevonden. „Groote God!” riep hy uit. „Wat Is dat!" „De bekentenis van een doode” antwoordde ik. „van <Je kamenier Hannah. Ik vond dit onder haar lichaam, toen ik een uur geleden nog eens ging kijken." HU opende den brief en las hem door met een ongeloovlge uitdrukking op zijn gezicht, die ech ter veranderde In groote verbazing. HU las gre tig verder. Dan draaide hy het papier om en bekeek het oplettend. „Een prachtstuk voor ons dossier!” zei Ik triomfantelijk. „Het brengt een heele verandering fa de zaak. „Dat geloof ik ook,” antwoordde hjj. Toen keek hij mjj aan en vroeg: Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooUng Zuiderzeefonds voor 1934.' werd algemeen aangedrongen op een stellige verklaring van de regeering betreffende haar plannen inzake de voortzetting der in polderingen Men meende dat er geen overeen stemming bestond tusschen de mededeeling van de regeering in de Troonrede en in de Memorie van Toelichting eenerzijds en de mededeeling van den Minister van Waterstaat, by gelegen heid van de officieele openstelling voor het verkeer over den afsluitdijk anderzijds. Een aantal leden bepleitte de voortzetting der Inpoldering ook fa de huidige omstandig heden. met het oog op de behoefte by jonge boeren aan voor cultuur geschikten grond en vooral met het oog op de werkverruiming, die er het gevolg van zal zjjn. Andere leden zouden zich niet verklaren aan voortzetting der j zaamheden medewerking te verli zou worden vastgehouden aan de temporlsee- ringsplannen ten aanzien van de wegenverbe tering. Eenige leden waren van oordeel, dat, mochten de werkzaamheden inzake de inpoldering voort gang vinden. Inpoldering van den Zuidwest- polder de voorkeur verdient boven die van den Noordoostpolder. aan gezien fa het aangelegen land van Noord-Holland meer behoefte aan cultuurgrond bestaat dan aan den Frleschen of Gelderschen wal. ,Jk maak er uit op, dat Hannah, gekweld door wroeging, besloot zich van het leven te berooven en dat Clavering....” .Ken ogenblikje.” viel Gryce mij in de rede op spottenden toon. „Ik wist niet, dat Clavering genoemd werd in dit geschrift." „HU wordt ook niet bij name genoemd, maar de beschrüvfag tie er van hem gegeven wordt..” Weer viel de detective mU in de rede: u het nu niet vreemd, dat Hannah wiens naam zy kende, gaat beschry- 1 NU Li H'J WEER GAA ff HG- POO GEN LK ZOU WEL EENS WIL H TE I WE TEN WA 7 HIJ RAD Wil- iry I \LEN ZEGGEN ALLICHT HE 7 r HU 1 \EEN EN A NOER O PER D/£N Y BANKROOR (Nadruk verboden) ^iniiniiiiniiiiiiiiiiHiiiiiimiiiniiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiniii^ Een wetsontwerp, beoogende ojl een scherpe repressie van ontoelaatbare uitin gen In het openbaar, zal de Kamer weldra bereiken. Eenige leden betreurden, dat de rekening van de K.L.M. nog steeds blijft sluiten met een na deelig saldo, dat voor rekening van het Rijk komt. Het subsidie is dientengevolge reeds op- geloopen tot 654.000. Deze leden vroegen zich af, of dit zoo maar door kon gaan. Is er wel genoeg contróle op een zuinig beheer? Eenige leden zouden gaarne vernemen, of de regeering tegenover de belangrijke subsidies, die worden verleend aan de K.L.M., zich het recht heeft voorbehouden tot beoordeeiing der arbeidsvoor waarden, waaronder het personeel der KLM werkt. Het had deze leden onaangenaam ge troffen, dat in het conflict met de Indlë-vlie- gers de directie had blijk gegeven van een ver ouderde opvatting omtrent het recht van or ganisatie. Bovendien meenden zij. dat speciaal in den genoemden dienst, de salarissen en ar beidsvoorwaarden zoodanig moeten zyn. dat het T Hl Harden vloekte tuschen zijn tanden Vy en stapte driftig uit zyn kleine two- seater. De avond was réeds over he't heuvelachtige land gevallen gn ppi meer dan één reden was het buitengewoon ongelukkig dat hy nu een panne kreeg. Hy was nog niet ver van Londen verwijderd, maar van het leven en de bedrijvigheid der wereldstad was niets meer te bekennen. De weg was verlaten, de velden eveneens. Slechte hier èn daar ont waarde Will een verscholen huis. „Zeldzaam ongelukkig” bromde hy verbeten, terwijl hij de motorkakt openmaakte. Weldra zag hy evenwel het nuttelooze van zyn poging In. Probeer maar eens de oorzaak te- vinden van het plotseling stoppen van een tweedehandsch auto! Dat kon aan wel honderd verschillende dingen liggen. Het ergste was evenwel dat de pech op zoo’n totaal ongelegen tijdstip kwam. Dien avond nameluk had Will Harder het kantoor in de city, waar hy werkte, later, ver laten dan gewooniyk. Opzetteiyk had hy meer werk ondersteboven gehaald dan hy voor slui tingstijd kon beëindigen en niemand van zyn cdllega’s vond het dan ook vreemd dat hy nog wat na bleef werken. Zooiets kwam wel eens meer voor. Dit nabiyven van Will Harder had echter een geheel andere bedoeling. Reeds geruimen tUd van te Voren had Will zijn kansen goed overwogen en alle verdere bykomstigheden geregeld. Inplaats van een gewone actentasch bad hij b.v. een groot valies meegenomen. Daar over had de portier wel een aanmerking ge maakt, maar de goede man kon toch met geen mogelUkheid vermoeden, met welk doel Will Harden dat valies had meegebracht. Will zelf beschouwde dezen avond als den grooten dag In zijn leven. Lang had hij op de gelegenheid gewacht. Nu was de kans d&Ar om met één slag voor altyd uit het taaie sleur- leven van een kantoorbediende te komen en in het vervolg een leven te leiden zonder geld zorgen. Voor een handlgen kerel die bovendien tyd genoeg had'gehad om de zaak te bestudeeren was bet openen van de brandvrije kluis geen heksenwerk. Zonder veel moeite had Will zich dan ook In het bezit gesteld van een formi dabel bedrag aan bankpapier, dat zUn valles bijna geheel vulde. Ongemerkt, althans zonder verdacht te lüken. had hij vervolgens het kan toorgebouw verlaten, zyn garage was niet ver verwijderd. De two-seater was tlp-top fa orde. Binnen enkele minuten verliet Will Harden Londen met het doel de kust te bereiken en niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiinHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii Ik ben eer. slecht meisje. Ik wist aldoor dingen die Ik had moeten zeggen, maar ik durfde niet, want hu zei dat hij mij zou dood maken. Ik bedoel den grooten knappen man met de zwarte snor, dien ik tegenkwam voor de deur van mijnheer Leavenworth met een sleutel in den nacht van den moord. Hij was heelemaal In de war: hy gaf mij geld en «ei. dat ik het huls uit moest en hier naar toe gaan en dat Ik alles geheim moest houden. Maar ik kan niet langer zwijgen. Het is net of Ik den heelen tijd juffrouw Eleonore zie hullen en vragen of Ik haar naar de gevange nis wil laten gaan. God weet dat ik liever sterf. Dit is de waarheid en myn laatste woord. Ik vraag iedereen om vergiffenis. Nu zal juffrouw Eleonore niet meer hullen en ze zullen haar met rust laten en naar den mooien mynheer met de zwarte snpr zoeken. VIERDE DEEL De oplossing EERSTE HOOFDSTUK Gryce neemt de zaak weer in handen Er was al een half uur voorbij en Gryce zou wel gauw arriveeren. Ik zag hem dan ook weldra de straat in komen, zwaar leunend op een stok dié hem bijna niet kon dragen. Andere leden konden zich hiermede niet ver- eenigen. Zij weien op de voorbereidende werk zaamheden, welke ten aanxien van den Noord oostpolder reeds zyn uitgevoerd. Het zou naar het oordeel dezer leden slechts tot vertraging der Inpoldering kunnen lelden. Tegenover die leden, die op spoed bjj de ver dere inpolderingen aandrongen, merkten eenige leden op dat naar hun meenfag het geld beter besteed kon worden door het bevorderen van kolonisatie op de dalgronden in de N. O.- provfacies. Wieringermeer. Eenige leden hadden bezwa ren tegen de groote bedragen, welke nog steeds voor proefnemingen worden uitgetrokken. Verscheidene leden verklaarden zich tegen standers van Staatsexploitatie der gronden. Andere leden waren van oordeel, dat. gezien de tegenwoordige economische verhoudingen. Staatsexploitatie de meest gewenschte vorm van exploitatie is. Aan het verslag is toegevoegd eeij nota van den heer van der Waerden, waarin het vraag stuk van de uitgifte der gronden en van den beheersvorm nader wordt uiteengezet. het Kanaal over te steken naar Frankrijk, waar hij wel middelen wist om aan den ster ken arm der politie te ontsnappen. En nu.... nu had hem de pech het vluchten voorloopig ónmogelijk gemaakt. Hulp gaan zoeken was al een heel tljdroovend werk en bovendien had het zyn bezwaren. Het was zaak voor Will om zoo weinig mogelyk menschen te ontmoeten. Terwyi hij daar zoo hulpeloos bij den auto stond, hoorde hy opeens een zware stem ach ter zlchi „Goelen avond, *n mankement aan de oude kast?" Hij draaide zich snel om en stond tegenover een stoeren kerel in vliegerscostuum. Belang stellend nam de man het wagentje op en ver- •MiseMseeMeeeseseisseMtMsesMMmBMaaMeMMMg lEen fatale „U hebt dezen brief in het bed van het meisje gevonden, nietwaar? Waar lag hü precies?” „Onder haar lichaam; er stak een stukje ou der haar schouder uit.” „Was hy gevouwen óf niet?” „Ja. hij was opgevouwen en stak fa deze en veloppe.” Hy nam de enveloppe op, bekeek haar even en vervolgde „Zy Is gekreukt evenals de brief trouwens. Hebt u dat alles zoo gevonden?” „Ja, en zelfs fa tweeën gevouwen. Kyk maar naar de vouw.” „Weet het zeker? Gevouwen, verzegeld en gekreukt alsof er een lichaam op heeft ge legen?" ■Ja." .Kwam het u niet voor, alsof men hem onder haar had gelegd na haar dood?” „Heelemaal niet. Naar alle waarschijnlijk heid ging zij liggen met dien brief in de hand, die haar tenslotte ontvallen is en onder haar is terecht gekomen.” Gryce legde den brief neer en dacht lang na. Dan nam hy hem weer op en bekeek aandach- tlg het papier. Eindelijk wierp hy hem weer op tafel en riep heftig opgewonden uit: „Had Ik geen geiyk toen Ik zei. dat er niets zoo iets moois is geweest sedert de zaak Lafar ge! zooiets heb ik nog nooit meegemaakt. Mijn heer Raymond, Ik moet u weer teleurstellen. Deze zoogenaamde bekentenis van Hannah is valsch. zy heeft dtt niet geschreven. Bekijk bet De kwestie van het zich houden aan door Volksvertegenwoordigers afgelegden eeden ot beloften, wil de regeering aan een commissie voorleggen. Het wetsontwerp eener steunregeling voor ten gevolge van de crisis In liquldatie-moeiiykheden geraakte mlddenstandsbedrijven zal niet lang meer op zich doen wachten. Nopens een vereenvoudigde regeling voor het langs gerechteiyken weg facasseeren van kleine vorderingen is overleg tusschen de departemen ten gaande. Tot verlaging der loodsgelden is besloten, ter- wyi eveneens zal worden overgegaan tot afgifte van loodscertlficaten. De regeering Is niet de meenlng toegedaan dat een toezicht op het bankwezen wenschefak Is. Aan een Industriebank bestaat geen be hoefte. .Jawel, maar...." .Mijnheer Raymond, u valt my tegen. Begrijpt u dan niet dat, daar Hannah geen enkele re den had om de herkomst van dat papier te verbergen, de brief door een ander moet zyn ges* breven?” „Neen, dat begrijp ik niet.” „Gelooft u dan, dat Hannah, die op het punt stond zich van het leven te berooven. zich moeite gegeven zou hebben om te verbergen waar dat papier vandaan kwam?” „Neen, natuurlijk niet.” .En toch Is dat gebeurd. Maar er Is nog Iets anders. U hebt den brief gelezen, mynheer Ray mond, vertel mij eens, wat u er uit opmaakt." gat daarby niet ook den eigenaar goed aan te ky- ken. ,,’n Panne", gaf Will ten ant woord. „En Ik moet absoluut vanavond nog verder. Wat er aan mankeert weet Ik niet.” De vreemdeling lachte. „Dat zyn ook van die kleine motordlngetjes;" zei hy met een geringschattenden toon In syn stemIk heb wel verstand van vliegtuigen, maar met die lorren als two-seaters kan ik niet overweg.” Vliegtuigen! Het woord schoot als een vlam door Will’s brein. „Hebt u misschien een vliegtuig?” vroeg hy hoopvol. .Ja.” was het antwoord. „Ik organiseer hier namelijk korte vllegtochtjes voor de buitenlui uit de omgeving. Mijn kist staat verderop op een weide." Will had zyn plan reeds gemaakt. „Luister sens,” zei hy tot den man. „Ik heb dringende zaken te doen en aan dat autotje is me niets gelegen. Wil je me met je vliegtuig naar Frankrijk brengen?” De piloot keek stom verbaasd. Op zoo iets had hy niet bepaald gerekend. „Dat hangt er van af." begon hy, maar Will .liet hem niet verder spreken. HU maakte aoot voorzichtig mogeluk het valles open en haalde er vUftig pond sterling uit, die hU den piloot aanbood. „Is dat voldoende?” vroeg hy. De piloot dacht na. Even bleef zyn blik rus ten op het valies. „Goed," zei hy dan. „Volg me maar.” De beide mannen sloegen een zyweg In en kwamen bü de welde waar een klein vliegtuig stond. Binnen eenige oogenblikken waren zij ingestapt en had de piloot den motor aangezet. Het vliegtuigje hobbelde over de wei en schoot daarna pijlsnel de lucht fa. Het was een aangename gewaarwording voor Will Harden te voelen dat het thans zonder oponthoud en met groote snelheid op het doel afging. De aarde beneden zonk weg en alles werd nietig. De motor rpnkte door de avozxdiyke stilte. Opeens werd hU evenwel opgeschrikt door de verzehyning van den piloot, die de cockpit had verlaten. Will werd steenkoud. Wat be zielde dien piloot? Wat wilde de man? Met een snelle beweging greep de piloot bet zwaargevulde valles. „Wat JU er mee doen kunt, kan ik ook,” zei hij met vreemde stem. „Ik heb den stuur- knuppel vastgezet. Je gaat steeds maar recht door, tenzij er natuuriyk Iets byzonders ge beurt. Als je er nog toe in staat bent, mag je de brokstukken van het vliegtuig houden! Adieu!’ En hy opende een deurtje, en stapte uit het vliegtuig. Ontzetting greep Will aan. Hij zag de dui zelingwekkende diepte en het lichaam van den man dat met rare buitelingen omlaag viel. Het duurde slechte even. Dan werd een fel witte wolk zichtbaar. De parachute had zich geopend. De piloot was in veiligheid. Lamgeslagen door een vreesefaken angst zat Will in het vliegtuig, dat zyn rechten weg door het luchtruim vervolgde. In de verte schemerde d< zee. Geruimen tyd stoof het vliegtuig voort. Dan heide het over en dwarrelde als een afgerukt blad omlaag.... personeel onbezorgd de zware diensten kan verrichten Verscheidene leden wezen op de wenscheiyk- held om voor de drie groote steden tot een centraal vliegveld te komen. Eenige leden stelden de vraag, wanneer de minister denkt te laten beginnen met den leg van den spoorweg over den afslultdyk wat er zal gebeuren met den veerdienst Enk- huleenStavoren. Sommige leden stelden de vraag of de re geering goedkeurt de toetreding van dE Neder- landsche mynen tot de kolenconventie. Zij vreesden daarvan prijsstijging en toeneming van het aantal handelaars. Andere leden meenden toetreding tot de conventie te moeten toejul- eben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10