Regeering en Parlement
f 50.
f 75.855.-
F
Sf
lil V
h
w^aal wui den dag
Zuiderzeefonds
SAMENWERKING NOODIG
GEOORDEELD
keerden wij heden uil
UITKEERI NG
ONZE
256e
De crisis
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
i
I
I
I
S
bt--
||'ih»DE KOUDE GASTi
DONDERDAG 2 NOVEMBER
PERSONEEL IN RIJKSDIENST
Mannelijke sollicitanten moeten
voorgaan
Waterstaatsbegrooting
Gelegenheid voor werkverruiming
wegens een aan
BEDRAG
TOTAAL
VAN
EEN
THANS
7/AARMEDE
I
I
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
I
Zij heeft heel wat op haar kerfstok
e,
Versnelde bruggenbouw
DOOR ANNA K. GREEN
t
Staatsexploitatie der
gronden
HET GEVAL
LEAVENWORTH
EEN DUITSCHE DIEVEGGE
GEKNIPT
Koninklijke onderscheiding
Optreden tegen ontoe
laatbare uitingen
Hef nadeelig saldo
De Tweede Kamer wenscht een
stellige verklaring inzake de
voortzetting der inpol-
deringen
De subsidie aan de K. L. M.
Groote werken
t
ingevolge de voor onze abonnes geldende
gratis-óngevallen-verzekering aan de Wed.
E. VAN VEEN—ROTHUIS, Paterstraat 30, Arnhem,
haar overkomen ongeval. Dil is
sJicR begrip corporatieve Staat**
ia xgn meest gangbare betee
kenis volstrekt ver-
werpelyk”
I 18 vliegtocht
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
Alle abonné's SUvJïèn ff 750.-f250.- f 125.-f50.- ^n f40.-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
vliegtuig
0.8
0’
alsof
(Woedt vervolgd)
A
De kwestie van de rechtspositie der politieke
vluchtelingen heeft de volle aandacht der re
geering. In dit opzicht wordt de mogelijkheid
van een vocrziening onder de oogen gezien.
Het Kamerlid Kuiper heeft aan den minister
van Binnenlandsche Zaken het volgende ge
waagd:
moge-
perso-
OE DOKTER H BIJNA OEfi HEKEN
A VOND ME T H'J NHL ER FLUIT BE
ZLG H'J D ER NOG H'J ZEGT Mf
DE CR/SO OPKOMI7
Benoemd is tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau A. F. Abramsz. directeur van de N.V.
Uitgevers Maatschappij L. J. Veen te Amster
dam.
W'
aan-
en
t bereid kunnen
pflideringswerk-
?rleenen. Indien
Een ontwerp, houdende maatregelen ter voor
koming van executie van landelijke eigendom
men, is in voorbereiding.
BU haar beschouwingen over de werkloos
heid zet de regeering uiteen, dat zy voornemens
Is, den versnelden bruggenbouw door te zetten
Is het juist, dat te Rotterdam In de laatste
weken voor het Rijkstelegraafkantoor sollicitan
ten voor vrouwelljk personeel zijn opgeroepen
voor diensten die tot nu toe door mannelijk per
soneel werden verricht?
Is de minister niet van oordeel, dat het in
dezen tijd geboden is, waar eenlgszlns
lijk. mannelijk laplaats van vroirweiyk
neel in dienst te nemen?
Wil de minister maatregelen treffen
door, bij aanstelling van personeel in
dienst, aan
keur wordt gegeven?
Of het landbouwbedrijf, behoudens een enkel
onderdeel. thans reeds in aanmerking komt
om er de Bedrfjfsradenwet In toepassing te
brengen, valt sterk te betwijfelen.
De regeering verdedigt uitvoerig haar hou
ding ten opzichte van de SDAP en het NVV.
waar-
Rljks-
mannelijke sollicitanten de voor-
Verscbenen is de Memrie van Antwaord op
bet vaartoopig verslag der Tweede Kamer op
de alremeewe beseteouwiwgen ever de rijksbe-
graoting.
Uit net financieel gedeelte van deze me
morie blijkt, dat volgens de laatste gege
vens het nadeelig saldo op 79.500.000 moet
worden gesteld.
DAT WAREMPEL DU EERSTE
\MAAL DAT ER WAT LEVEN tn HEM
KOMT; MISSCHIEN /i OATEEN
TE EKEN DA T RU Z/f H BETER GE
VOEZ.7, SAKKERLOOT
MFTM VAN AVOND EEN WEER
GELEDEN DA 7 ZF HEM THUD
BRACHTEN.
iiniiiiiiiiiK
De thans plotseling naar voren
komende belangstelling voor ingrij
pende wjjziging onzer Staatsinstel
lingen, is op zichzelf geenszins zon
der beteekenis. Maar'dit ia niet de
hoofdvraag. Die hoofdvraag is of
zulk een wijziging urgent moet wor
den geacht. Het begrip: „corpora
tieve Staat” in zijn meest gangbare
beteekenis acht de regeering vol
strekt verwerpelijk, omdat het het
maatschappelijk leven in ad zijn ge
ledingen aan de Staatsmacht onder
werpt, omdat het kerk en godsdienst
wetenschap en bedrijf ™n zijn na
tuurlijke vrijheden berooft.
Ter beoordeeiing van dit begrip
heeft de regeering de voorlichting
van een Staatscommissie niet noodig.
Anders staat zij tegenover de ont
wikkeling der maatschappij in cor-
poratieven zin. Hieraan wil de regee
ring medewerken. Zij wenscht echter
te waarschuwen, zich niet te spoedig
gevangen te geven aan de leuzen
van den dag. Voor zooveel de re
geering zou oordeelen, dat wijzigin
gen in de Grondwet noodzakelijk
zjjn, zal zij niet aarzelen, daarvoor
te zijner tijd voorstellen in te dienen.
In dezen hachelijker! tijd segt de re
geering overweegt één vraag alle andere:
zal de regeering haar taak kunnen vervul
len in gestadige samenwerking met de ver
tegenwoordiging des volks of zal ook in ons
land, de loop der zaken een zoodanige wor
den. dat dit verband verbroken zal worden?
Dc regeering acht bet eerste onmisbare
voorwaarde voor een doeltreffend staats
bewind. het laatste zou rij een ramp voor
ons volk achten.
Zy heeft daartoe een plan ontworpen, waarbij
samenwerking met particulieren zal worden ge
zocht en dat. indien het slaagt, intrekking van
het aanhangige wetsontwerp aal tengevolge
hebben.
De regeering zal voor de uitvoering van groote
werken een beroep op de ge'dmarkt doen aoo-
dra dit mogelyk sal zyn Een voorloopig plan
van vervroegd en versneld uit te voeren wer
ken omvat om. den aanleg van kanaie>> en
veerhavens, normalisatie van rivieren, regen-
txnr*. bruggenbouw, spoorwegwerken, aanleg
van vliegvelden, ontginningswerken en ook het
begin van fie droogmaking van den N.-O.-Zui-
deraeepolder.^e samen tot een bedrag, dat voor
1>M op 30 milUoen is geraamd.
begeerig om den inhoud tc kennen. Mijn hemel!
De kamenier had hem geschreven, dat zag ik
duidelijk. Dit las ik, met potlood en In druk
letters op gewoon papier geschreven:
„Vindt
iemand,
ven?"
Dat was inderdaad zeer vreemd. Gryce ver
volgde:
„Gelooft u dat mevrouw Belden de waarheid
heeft verteld?"
■Ja”
„Dan moet u ook aannemen, dat Hannah Cla
vering zoowel by naam als van gezicht kende,
nietwaar?"
„Ongetwijfeld.”
„Welnu, waarom verzwijgt zy dan zijn naam?
Als zij geen ander doel had dan, zooals zy be
weert. Eleonore Leavenworth te redden, waarom
heeft zy dan niet de eenvoudigste manier ge
kozen’ Neen, hieruit biykt, dat temand de rol
van de kamenier heeft willen spelen, maar zich
schromelijk heeft vergist. Bovendien hoeft me
vrouw Belden verteld, dat Hannah beweerde,
door juffrouw Leavenworth te syn gestuurd en
In dezen brief verklaart zy, dat zy door den
man met de zwarte snor is weggezonden.”
Geen oom of tante, neef of nicht
Of prettige loge.
Maar toch een langverwachte gast
Houdt eindelijk entreé!
Je merkt het niet zoo op den dag,
Dat zij er ook weer is.
Maar ’s avonds des te beter, want
Zij houdt vooral van frisch!
Haar houding ook is uiterst koel
En wie haar aanziet, rilt.
Omdat zij haar omgeving weer,
Zooals van ouds, verkilt!
Zij is.... nu ja, u weet het wel,
Of beter nog u voelt
Wie met die gast, in desen tijd.
Natuurlijk wordt bedoeld.
Haar komst toch is noodzakelijk.
Al stelt u 't niet op prijs,
Want zij verzorgt den overgang
Naar winter, sneeuw en ijs!
En als u ’s morgens even maar,
Uw neus naar buiten steekt,
Noemt u zelfs ongezocht haar naam.
Daar u van nachtvorst spreekt!
MARTIN BERDEN
De politie te Tegelen is er fa geslaagd te arres-
teeren de 30-jarige Else L. uit Berlijn, die reeds
geruimen tijd door de politie in Dultschland
gezocht werd terzake van diefstal van briljanten
ter waarde van 250.000 Mark in Berlijn. Voor
haar opsporing was door de politie een beloonfag
uitgeloofd van 5000 Mark.
Het bleek dat zü ook hier te lande het een en
ander op haar kerfstok had. zy is naar Roer
mond overgebracht, waar zy voor den officier
van justitie geleid zal worden. Nadat zy haar
straf ontvangen zal hebben voor de hier te lande
gepleegde feiten, zal zy aan de Duitse he pollUe
worden uitgeleverd.
Volgens bet voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de Waterstaatsbegrooting voor 1934
achtten verscheidene leden de wijze, waarop de
electriciteitsvoarziening zich In ons land ont
wikkelt, zeer onbevredigend en zy vroegen, of
de minister zijn standpunt In zake de clectrl-
citeltsvoorziening reeds heeft bepaald, fa het
bijzonder wat betreft het brengen van eenheid
in de leiding bij deze voorziening
Door vele leden werd gewezen op de groote
beteekenis van de waterstaatswerken als gele
genheid voor werkverruiming. Zy drongen er
dan ook krachtig op aan, dat de uitvoering van
die werken met voortvarendheid ter hand zal
worden genomen.
Door enkele leden werd betwyfeld. of wel fa
voldoende mate aanwezig is de bereidwilligheid,
om de gelegenheid voor werkverruiming aan te
grijpen.
Verscheidene leden kwamen op tegen de aan-
merkeiyke verlaging van de uitkeertng aan het
Wegenfonds, bedoeld fa art. 31 der Wegenbe
lastingwet.
47
„Neem mij niet kwalijk, mevrouw Belden, ik
moet even alleen zyn om na te denken over het
geen ik van u vernomen heb. Ik kom zoo terug.”
Ik ging het salon uit. Een onverklaarbaar ge
voel dwong mij, de trap op te gaan. Daar bleef
ik staan en vroeg mü af, of de gevolgtrekkingen
van mevrouw Belden juist waren of niet. Kon
men er niet uit besluiten, dat Claverfag mijn
heer Leavenworth had vermoord?
Met dit denkbeeld in myn hoofd, ging ik naar
het vertrek, waar het lijk van het meisje lag,
dat heel waarschijnlijk de waarheid had gekend,
O! konden de dooden maar spreken! Kon nie-
nand ter wereld dan aan die doode lippen het
■jeheim ontrukken? Meegesleept door mijn op
winding. trad ik op het bed toe. Welk een rust,
myn God! Welk een ondoorgrondelijke spot lag
er om dien mond én In die half gesloten oogen!
Tk voelde een onredeiyke woede in mijn opwel
len, toen....Maar wat zag ik daar achter Han
nah's schouder? Een enveloppe? Een brief? Ja!
Ik boog mij voorover en haalde den brief on
der haar lichaam uit. Hjj was verzegeld, maar
droeg geen opschrift. Ik scheurde hem open.
0 KIJK. MUNHTTR FLINT PRO
BEERT OP Tt zitteneNTE
^PREKEN MAAR !K KAN
N7E1 VERSTAAN WATH'J
ZEGT
papier eens goed. Wat merkt u op het eerste ge
zicht?"
,De woorden zyn niet geschreven, maar met
drukletters gevormd, maar dat is niet te ver
wonderen bij een meisje van haar opvoeding.”
„En verder?"
„Het papier is van een heel goedkoop soort.”
„Juist. En kijk nu eens naar de regels.”
„Wat is daar voor bijzonders aan? O ja, ik
zie het al. Zij beginnen heel boven aan de blad
zij. Er is daar blykbaar een stuk afgeknipt.’’
.Kunt u bedenken, wat er daardoor is wegge
vallen?”
„Waarschijnlijk het fabrieksmerk, dat ge-
wooniyk in den bovenhoek staat. Maar Ik begrijp
niet, hoe dat van belang kan zyn.”
„Werkeiyk niet? Ziet u dan niet, dat wy nu
niet kunnen nagaan, waar het papier vandaan
komt?”
Men denkt natuurlijk, dat ik hem. zoodra hy
in mevrouw Belden’s salon zat. dadelijk de be
kentenis van Hannah liet zien. Maar neen; of
ik hem dezelfde gevoelens van hoop en vrees
wilde doen ondergaan als Ik sedert myn komst
te R. had gevoeld, of dat ik hem zUn besliste
weigering om aan Clavering's schuld te gelooven
nog steeds kwalijk nam, een telt is, dat ik hem
niet direct het bewijs toonde, dat volgens mij
de schuld van Clavering onomstooteiyk vast
stelde. Ik verlustigde mij er in. hem een uitge
breid verslag te geven van alles, wat cr sedert
mijn komst in dit huls gebeurd was. Hy bege
leidde dit verhaal met verschillende uitroepen
als: „Verbazend!” of „Wat een prachtig geval!’
of „Zooiets heb ik sedert de zaak Lafarge niet
meegemaakt
Eindelijk gaf ik hem den brief dien Ut onder
Hannah's lijk had gevonden.
„Groote God!” riep hy uit. „Wat Is dat!"
„De bekentenis van een doode” antwoordde
ik. „van <Je kamenier Hannah. Ik vond dit onder
haar lichaam, toen ik een uur geleden nog eens
ging kijken."
HU opende den brief en las hem door met een
ongeloovlge uitdrukking op zijn gezicht, die ech
ter veranderde In groote verbazing. HU las gre
tig verder. Dan draaide hy het papier om en
bekeek het oplettend.
„Een prachtstuk voor ons dossier!” zei Ik
triomfantelijk. „Het brengt een heele verandering
fa de zaak.
„Dat geloof ik ook,” antwoordde hjj.
Toen keek hij mjj aan en vroeg:
Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over de begrooUng Zuiderzeefonds voor
1934.' werd algemeen aangedrongen op een
stellige verklaring van de regeering betreffende
haar plannen inzake de voortzetting der in
polderingen Men meende dat er geen overeen
stemming bestond tusschen de mededeeling van
de regeering in de Troonrede en in de Memorie
van Toelichting eenerzijds en de mededeeling
van den Minister van Waterstaat, by gelegen
heid van de officieele openstelling voor het
verkeer over den afsluitdijk anderzijds.
Een aantal leden bepleitte de voortzetting
der Inpoldering ook fa de huidige omstandig
heden. met het oog op de behoefte by jonge
boeren aan voor cultuur geschikten grond en
vooral met het oog op de werkverruiming, die
er het gevolg van zal zjjn.
Andere leden zouden zich niet
verklaren aan voortzetting der j
zaamheden medewerking te verli
zou worden vastgehouden aan de temporlsee-
ringsplannen ten aanzien van de wegenverbe
tering.
Eenige leden waren van oordeel, dat, mochten
de werkzaamheden inzake de inpoldering voort
gang vinden. Inpoldering van den Zuidwest-
polder de voorkeur verdient boven die van den
Noordoostpolder. aan gezien fa het aangelegen
land van Noord-Holland meer behoefte aan
cultuurgrond bestaat dan aan den Frleschen
of Gelderschen wal.
,Jk maak er uit op, dat Hannah, gekweld door
wroeging, besloot zich van het leven te berooven
en dat Clavering....”
.Ken ogenblikje.” viel Gryce mij in de rede
op spottenden toon. „Ik wist niet, dat Clavering
genoemd werd in dit geschrift."
„HU wordt ook niet bij name genoemd, maar
de beschrüvfag tie er van hem gegeven wordt..”
Weer viel de detective mU in de rede:
u het nu niet vreemd, dat Hannah
wiens naam zy kende, gaat beschry-
1
NU Li H'J WEER GAA ff HG-
POO GEN LK ZOU WEL EENS WIL
H TE I WE TEN WA 7 HIJ RAD Wil-
iry I \LEN ZEGGEN ALLICHT HE 7
r HU 1 \EEN EN A NOER O PER D/£N
Y BANKROOR
(Nadruk verboden)
^iniiniiiiniiiiiiiiiiHiiiiiimiiiniiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiniii^
Een wetsontwerp, beoogende ojl een
scherpe repressie van ontoelaatbare uitin
gen In het openbaar, zal de Kamer weldra
bereiken.
Eenige leden betreurden, dat de rekening van
de K.L.M. nog steeds blijft sluiten met een na
deelig saldo, dat voor rekening van het Rijk
komt. Het subsidie is dientengevolge reeds op-
geloopen tot 654.000. Deze leden vroegen zich
af, of dit zoo maar door kon gaan. Is er wel
genoeg contróle op een zuinig beheer? Eenige
leden zouden gaarne vernemen, of de regeering
tegenover de belangrijke subsidies, die worden
verleend aan de K.L.M., zich het recht heeft
voorbehouden tot beoordeeiing der arbeidsvoor
waarden, waaronder het personeel der KLM
werkt. Het had deze leden onaangenaam ge
troffen, dat in het conflict met de Indlë-vlie-
gers de directie had blijk gegeven van een ver
ouderde opvatting omtrent het recht van or
ganisatie. Bovendien meenden zij. dat speciaal
in den genoemden dienst, de salarissen en ar
beidsvoorwaarden zoodanig moeten zyn. dat het
T Hl Harden vloekte tuschen zijn tanden
Vy en stapte driftig uit zyn kleine two-
seater. De avond was réeds over he't
heuvelachtige land gevallen gn ppi meer dan
één reden was het buitengewoon ongelukkig
dat hy nu een panne kreeg. Hy was nog niet
ver van Londen verwijderd, maar van het leven
en de bedrijvigheid der wereldstad was niets
meer te bekennen. De weg was verlaten, de
velden eveneens. Slechte hier èn daar ont
waarde Will een verscholen huis.
„Zeldzaam ongelukkig” bromde hy verbeten,
terwijl hij de motorkakt openmaakte. Weldra
zag hy evenwel het nuttelooze van zyn poging
In. Probeer maar eens de oorzaak te- vinden van
het plotseling stoppen van een tweedehandsch
auto! Dat kon aan wel honderd verschillende
dingen liggen.
Het ergste was evenwel dat de pech op zoo’n
totaal ongelegen tijdstip kwam.
Dien avond nameluk had Will Harder het
kantoor in de city, waar hy werkte, later, ver
laten dan gewooniyk. Opzetteiyk had hy meer
werk ondersteboven gehaald dan hy voor slui
tingstijd kon beëindigen en niemand van zyn
cdllega’s vond het dan ook vreemd dat hy nog
wat na bleef werken. Zooiets kwam wel eens
meer voor.
Dit nabiyven van Will Harder had echter
een geheel andere bedoeling. Reeds geruimen
tUd van te Voren had Will zijn kansen goed
overwogen en alle verdere bykomstigheden
geregeld. Inplaats van een gewone actentasch
bad hij b.v. een groot valies meegenomen. Daar
over had de portier wel een aanmerking ge
maakt, maar de goede man kon toch met
geen mogelUkheid vermoeden, met welk doel
Will Harden dat valies had meegebracht.
Will zelf beschouwde dezen avond als den
grooten dag In zijn leven. Lang had hij op de
gelegenheid gewacht. Nu was de kans d&Ar om
met één slag voor altyd uit het taaie sleur-
leven van een kantoorbediende te komen en
in het vervolg een leven te leiden zonder geld
zorgen.
Voor een handlgen kerel die bovendien tyd
genoeg had'gehad om de zaak te bestudeeren
was bet openen van de brandvrije kluis geen
heksenwerk. Zonder veel moeite had Will zich
dan ook In het bezit gesteld van een formi
dabel bedrag aan bankpapier, dat zUn valles
bijna geheel vulde. Ongemerkt, althans zonder
verdacht te lüken. had hij vervolgens het kan
toorgebouw verlaten, zyn garage was niet ver
verwijderd. De two-seater was tlp-top fa orde.
Binnen enkele minuten verliet Will Harden
Londen met het doel de kust te bereiken en
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiinHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii
Ik ben eer. slecht meisje. Ik wist aldoor
dingen die Ik had moeten zeggen, maar ik
durfde niet, want hu zei dat hij mij zou dood
maken. Ik bedoel den grooten knappen man
met de zwarte snor, dien ik tegenkwam voor de
deur van mijnheer Leavenworth met een
sleutel in den nacht van den moord. Hij was
heelemaal In de war: hy gaf mij geld en «ei.
dat ik het huls uit moest en hier naar toe
gaan en dat Ik alles geheim moest houden.
Maar ik kan niet langer zwijgen. Het is net
of Ik den heelen tijd juffrouw Eleonore zie
hullen en vragen of Ik haar naar de gevange
nis wil laten gaan. God weet dat ik liever
sterf. Dit is de waarheid en myn laatste
woord. Ik vraag iedereen om vergiffenis. Nu
zal juffrouw Eleonore niet meer hullen en ze
zullen haar met rust laten en naar den mooien
mynheer met de zwarte snpr zoeken.
VIERDE DEEL
De oplossing
EERSTE HOOFDSTUK
Gryce neemt de zaak weer in handen
Er was al een half uur voorbij en Gryce zou
wel gauw arriveeren. Ik zag hem dan ook weldra
de straat in komen, zwaar leunend op een stok
dié hem bijna niet kon dragen.
Andere leden konden zich hiermede niet ver-
eenigen. Zij weien op de voorbereidende werk
zaamheden, welke ten aanxien van den Noord
oostpolder reeds zyn uitgevoerd. Het zou naar
het oordeel dezer leden slechts tot vertraging
der Inpoldering kunnen lelden.
Tegenover die leden, die op spoed bjj de ver
dere inpolderingen aandrongen, merkten eenige
leden op dat naar hun meenfag het geld beter
besteed kon worden door het bevorderen van
kolonisatie op de dalgronden in de N. O.-
provfacies.
Wieringermeer. Eenige leden hadden bezwa
ren tegen de groote bedragen, welke nog steeds
voor proefnemingen worden uitgetrokken.
Verscheidene leden verklaarden zich tegen
standers van Staatsexploitatie der gronden.
Andere leden waren van oordeel, dat. gezien
de tegenwoordige economische verhoudingen.
Staatsexploitatie de meest gewenschte vorm van
exploitatie is.
Aan het verslag is toegevoegd eeij nota van
den heer van der Waerden, waarin het vraag
stuk van de uitgifte der gronden en van den
beheersvorm nader wordt uiteengezet.
het Kanaal over te steken naar Frankrijk,
waar hij wel middelen wist om aan den ster
ken arm der politie te ontsnappen.
En nu.... nu had hem de pech het vluchten
voorloopig ónmogelijk gemaakt. Hulp gaan
zoeken was al een heel tljdroovend werk en
bovendien had het zyn bezwaren. Het was zaak
voor Will om zoo weinig mogelyk menschen te
ontmoeten.
Terwyi hij daar zoo hulpeloos bij den auto
stond, hoorde hy opeens een zware stem ach
ter zlchi
„Goelen avond, *n mankement aan de oude
kast?"
Hij draaide zich snel om en stond tegenover
een stoeren kerel in vliegerscostuum. Belang
stellend nam de man het wagentje op en ver-
•MiseMseeMeeeseseisseMtMsesMMmBMaaMeMMMg
lEen fatale
„U hebt dezen brief in het bed van het meisje
gevonden, nietwaar? Waar lag hü precies?”
„Onder haar lichaam; er stak een stukje ou
der haar schouder uit.”
„Was hy gevouwen óf niet?”
„Ja. hij was opgevouwen en stak fa deze en
veloppe.”
Hy nam de enveloppe op, bekeek haar even
en vervolgde
„Zy Is gekreukt evenals de brief trouwens.
Hebt u dat alles zoo gevonden?”
„Ja, en zelfs fa tweeën gevouwen. Kyk maar
naar de vouw.”
„Weet het zeker? Gevouwen, verzegeld en
gekreukt alsof er een lichaam op heeft ge
legen?"
■Ja."
.Kwam het u niet voor, alsof men hem onder
haar had gelegd na haar dood?”
„Heelemaal niet. Naar alle waarschijnlijk
heid ging zij liggen met dien brief in de hand,
die haar tenslotte ontvallen is en onder haar is
terecht gekomen.”
Gryce legde den brief neer en dacht lang na.
Dan nam hy hem weer op en bekeek aandach-
tlg het papier. Eindelijk wierp hy hem weer op
tafel en riep heftig opgewonden uit:
„Had Ik geen geiyk toen Ik zei. dat er niets
zoo iets moois is geweest sedert de zaak Lafar
ge! zooiets heb ik nog nooit meegemaakt. Mijn
heer Raymond, Ik moet u weer teleurstellen.
Deze zoogenaamde bekentenis van Hannah is
valsch. zy heeft dtt niet geschreven. Bekijk bet
De kwestie van het zich houden aan door
Volksvertegenwoordigers afgelegden eeden ot
beloften, wil de regeering aan een commissie
voorleggen.
Het wetsontwerp eener steunregeling voor ten
gevolge van de crisis In liquldatie-moeiiykheden
geraakte mlddenstandsbedrijven zal niet lang
meer op zich doen wachten.
Nopens een vereenvoudigde regeling voor het
langs gerechteiyken weg facasseeren van kleine
vorderingen is overleg tusschen de departemen
ten gaande.
Tot verlaging der loodsgelden is besloten, ter-
wyi eveneens zal worden overgegaan tot afgifte
van loodscertlficaten.
De regeering Is niet de meenlng toegedaan
dat een toezicht op het bankwezen wenschefak
Is. Aan een Industriebank bestaat geen be
hoefte.
.Jawel, maar...."
.Mijnheer Raymond, u valt my tegen. Begrijpt
u dan niet dat, daar Hannah geen enkele re
den had om de herkomst van dat papier te
verbergen, de brief door een ander moet zyn
ges* breven?”
„Neen, dat begrijp ik niet.”
„Gelooft u dan, dat Hannah, die op het punt
stond zich van het leven te berooven. zich
moeite gegeven zou hebben om te verbergen
waar dat papier vandaan kwam?”
„Neen, natuurlijk niet.”
.En toch Is dat gebeurd. Maar er Is nog Iets
anders. U hebt den brief gelezen, mynheer Ray
mond, vertel mij eens, wat u er uit opmaakt."
gat daarby niet
ook den eigenaar
goed aan te ky-
ken.
,,’n Panne", gaf
Will ten ant
woord. „En Ik
moet absoluut
vanavond nog verder. Wat er aan mankeert
weet Ik niet.”
De vreemdeling lachte.
„Dat zyn ook van die kleine motordlngetjes;"
zei hy met een geringschattenden toon In syn
stemIk heb wel verstand van vliegtuigen,
maar met die lorren als two-seaters kan ik
niet overweg.”
Vliegtuigen! Het woord schoot als een vlam
door Will’s brein.
„Hebt u misschien een vliegtuig?” vroeg hy
hoopvol.
.Ja.” was het antwoord. „Ik organiseer hier
namelijk korte vllegtochtjes voor de buitenlui
uit de omgeving. Mijn kist staat verderop op
een weide."
Will had zyn plan reeds gemaakt.
„Luister sens,” zei hy tot den man. „Ik heb
dringende zaken te doen en aan dat autotje is
me niets gelegen. Wil je me met je vliegtuig
naar Frankrijk brengen?”
De piloot keek stom verbaasd. Op zoo iets
had hy niet bepaald gerekend.
„Dat hangt er van af." begon hy, maar Will
.liet hem niet verder spreken. HU maakte aoot
voorzichtig mogeluk het valles open en haalde
er vUftig pond sterling uit, die hU den piloot
aanbood.
„Is dat voldoende?” vroeg hy.
De piloot dacht na. Even bleef zyn blik rus
ten op het valies.
„Goed," zei hy dan. „Volg me maar.”
De beide mannen sloegen een zyweg In en
kwamen bü de welde waar een klein vliegtuig
stond. Binnen eenige oogenblikken waren zij
ingestapt en had de piloot den motor aangezet.
Het vliegtuigje hobbelde over de wei en schoot
daarna pijlsnel de lucht fa.
Het was een aangename gewaarwording voor
Will Harden te voelen dat het thans zonder
oponthoud en met groote snelheid op het doel
afging.
De aarde beneden zonk weg en alles werd
nietig. De motor rpnkte door de avozxdiyke
stilte.
Opeens werd hU evenwel opgeschrikt door de
verzehyning van den piloot, die de cockpit
had verlaten. Will werd steenkoud. Wat be
zielde dien piloot? Wat wilde de man?
Met een snelle beweging greep de piloot bet
zwaargevulde valles.
„Wat JU er mee doen kunt, kan ik ook,”
zei hij met vreemde stem. „Ik heb den stuur-
knuppel vastgezet. Je gaat steeds maar recht
door, tenzij er natuuriyk Iets byzonders ge
beurt. Als je er nog toe in staat bent, mag je
de brokstukken van het vliegtuig houden!
Adieu!’
En hy opende een deurtje, en stapte uit het
vliegtuig.
Ontzetting greep Will aan. Hij zag de dui
zelingwekkende diepte en het lichaam van den
man dat met rare buitelingen omlaag viel. Het
duurde slechte even. Dan werd een fel witte
wolk zichtbaar. De parachute had zich geopend.
De piloot was in veiligheid.
Lamgeslagen door een vreesefaken angst zat
Will in het vliegtuig, dat zyn rechten weg door
het luchtruim vervolgde. In de verte schemerde
d< zee.
Geruimen tyd stoof het vliegtuig voort. Dan
heide het over en dwarrelde als een afgerukt
blad omlaag....
personeel onbezorgd de zware diensten kan
verrichten
Verscheidene leden wezen op de wenscheiyk-
held om voor de drie groote steden tot een
centraal vliegveld te komen.
Eenige leden stelden de vraag, wanneer de
minister denkt te laten beginnen met den
leg van den spoorweg over den afslultdyk
wat er zal gebeuren met den veerdienst Enk-
huleenStavoren.
Sommige leden stelden de vraag of de re
geering goedkeurt de toetreding van dE Neder-
landsche mynen tot de kolenconventie. Zij
vreesden daarvan prijsstijging en toeneming van
het aantal handelaars. Andere leden meenden
toetreding tot de conventie te moeten toejul-
eben.