i 35 55 I I f mAaal aan den da^ THERMOGÈNE Ervaringen van ^en leeuwehtenyner KAPITEi SCi 7DER VERTELT Belangstellend toehoorder DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS DE VOGELS iiiimiiiniiniii H 1 GRATIS PROEF-AANBOD VAN KRUSCHEN i I I I üiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiNiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin s VRIJDAG 3 NOVEMBER VAN Sint Martijnsfeest I 7 I - DOOR ANNA K. GREEN Zigeuner-congres in Roexnenië Dalend geboortecijfer in Duitschland HET GEVAL LEAVENWORTH Gevallenen-monument ingewijd r Letterkundige academie in Polen I DE SUCCESVOLLE BESTRIJDER HOEST KOUDE R H E U- MATIEK STEKEN IN DE ZIJ AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL De valuta van Mands j oekwo De Quo VAdis-film„ Zij werd een ander mensch cn gaf het ook aan haar kleine meld. i I Weddenschap van i i Monsieur Raymond iJ 4 o 1 i op MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) soort waarschijnlijk eenlg la "i een (Adv) aj* 4 i Maar kijk hier eens even toe. 4 my opk, dat iemand zij het geheim, dat geven Ik aU testeeren tegen de concurrentie hun aangedaan door dames, die bloempje» verkoopen voor llef- dadlgheidsdoeleinden. Ten slotte verzoeken *0 de regeering, allen me diums en waarzegsters, welke geen zigeuners zijn, te verbieden hun beroep uit te, oefenen, daar de Zigeuners eeuwen lang erkend zijn als uitsluitend bevoegd in dit bedryf. VWKZUGSAAS MJ ASOTH. EN MOO. >1 ik en toonde haar den a den brief, „hebt u nooit tk tn Joeng Hoe, de gouverneur van de Bank van Mandsjoekwo is met negen financiers uit Dai ren te Kobe aangekomen op weg naar Tokio. Joeng Hoe heeft verklaard, dat de valuta van Mandsjoekwo is geünificeerd en gestabiliseerd. 60 pCt. der oude bankbiljetten van 15 verschil lende soorten tot een bedrag van 140 mlllioen Yen zijn reeds uit de circulatie onttrokken, ter wijl de rest waarschijnlijk voor Juni 1934 zal worden Ingenomen. m oi. 'e, g. T- S- K. D. )VAT ZE! HUOAN1 /VAAR OVER ">PRAK H'J? id ïn 90 e- eT *K K te •n in m u te :e -K dt or et h: ft ee at u- LX Bd e- Id •I EN Te Hamburg is de bekende roofdler- dresseur kapitein Schneider door een zijner Quo Vadis-leeuwen aangevallen en gewond. Naar aanleiding daarvan publieeeren wfj e*n artikel van de hand ▼an Schneider, waarin hjj spreekt over zjjn ervaringen als leeuwen tem mar Indien U Kruschen nog steeds niet gepro beerd hebt probeer het dan nu eens op koeten van de fabrikanten. zy hebben thans voor een beperkten tijd een aantal speciale ..reuzen” pakken verkrijgbaar gesteld, waardoor het U gemakkelijk wordt gemaakt de werking van Kruschen zelf eens te ondervinden. Vraag dus uw apotheker of drogist naar het „reuzen" pak A 1.60, voordat deze alle zijn uitverkocht. Dit nak bevat namelijk den gewonen flaeon Kruschen k f 1 00 en nou een a nart en Droef- flacon, welke voldoende is voor ongeveer een week Onen eerst den nroefflacon. probeer dezen en wanneer U daarna niet volkomen overtuled bent dat Kruschen alles doet wat er van be weerd wordt. Is de gewone flacon nog ongeschon den Breng dezen terug. Uw apotheker of drogist Is gemachtigd U uw heele uitgave k 1.60 on- middellijk en zonder omwegen terug te betalen hebt Kruschen geprobeerd zonder dat het U Iets kostte. Kan het gemakkelUker? Let on dat op het etiket op de fleech. zoowel ale op de bui tenverpakking de neem Rowntree Handela-Maat- schappil Amsterdam voorkomt. o Irof/yöifó -3// I HU MOMPEL hu moet toch >ET^ GEZEGD I heq&enkj X u zeker," vroeg Ik aan mevrouw Bel den. „dat Hannah niet hier of daar een stuk papier van een andere soort „Ik heb geen andere soort Bovendien, waarom zou Haü gegeven hebben om anderjg er een doos vol van staat?” ..Kijk eens hier '1 onbeschreven kantXi HfTTs^Tfleideu?” in huis, mijnheer. lah zich de moeite ipier te zieken, als soort op haar kamer /ETS X &ETER.M/JN- HEER MACK. GKTEREN Hf (F) wwïümiï ^een^^e --A losse blaadjes naar." Hij gaf mij een blad papier, waarop een zin enige malen nageschreven was. „Dit is het laatste werk van Hannah Dat lijkt heelemaal niet op zekere krabbels die wU ken nen. nietwaar?" „Neen.” .Mevrouw Belden vertelde mjj. dat Hannah een week geleden al zoo schreef. ZU was er trofbch op„en prees voortdurend ^aar eigen vor deringen” Toen boog hij zich naar mij toe en fluisterde mij in het oor: „De brief dien u In uw zak hebt, moet al lang geleden geschreven zijn, als zij zelf hem ten minste heeft geschreven." Hardop vervolgde hij: ..Laten wij nu eens kijken, welk papier zij ge woonlijk gebruikte." Hl) maakte de doosen open, haalde overal wat iMAR/SAnn/F EN HOE GAAT HEER FL/rifêfs pisch zjjn. Aan de wanden der kerk zijn 22 ta fels aangebracht, bevattende de namen der 1400 gesneuvelden. In het midden der kerk staat een reusachttge sarcofaag van steenkolen, waarop een van een hakenkruis voorziene Stahlhelm rust Deze sarcofaag, die 1300 centenaars zwaar is, is een waar kunstwerk ervbestaat uit 38 af zonderlijke stukken, die door een invallderf mijnwerker en zjjn zoons zijn gehouwen, w *V/Z /E iOM-> WE KEN DAT JE NIC 7 W/Tt WAT HIJ ZE! (OMUOE \HE 10 TE ZEGGEN. WA 5 IK NIETPICJJ7 t HEM. HU MOMPElDE WAT, ZOO DAT IK nieY KOU HOO REN WAT HU IN DERDAAD ZE/ HU I DEED /NELK GEVALj VEH M0E/IE DM/p \$PREKL£h' Op initiatief van den minister van onderwijs Jedrzejewicz, is in Polen een Letterkundige Academie opgericht en zullen de eerste vijftien „Onsterfelijken” binnenkort worden geïnstal leerd. De minister heeft de oprichting van deze academie noodlg geoordeeld, teneinde een be voegd lichaam te kunnen raadplegen in letter kundige kwesties. In Berlijn was het aantal gesloten huwelijken grooter dan het aantal geboren kinderen In 1930 was het geboortecijfer 2.032 000, in 1931 daalde het tot 1.032.000 en in 1932 tot 976.000. De jongste statistische gegevens wijzen echter weder een lichte stijging vah het geboorte cijfer aan. ,L’„ Xl. -J i.i -==== - -- ---- -- - - J on dit blad rltn ingevoln d» versekerlngsvoorwaardenJtegen f Qftftft bij levenslang# geheele ongeschiktheid tot werken door f *71?ft by een ongeval met f *JCft —bil verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Eft by een breuk van /lllC dbOllTlC «gevallsn versekard voor een dar volgende ultkeeflhgen f «J verHes van belde armen.belde beenen of belde oogen f f doodaiy ken afloop f sen voet of aan oog A FA duim of wyavlnger J «Jlz. bean of arm f/A.JA, O/E MACK STELDE VEOL SE^ (LANG IN HETGEEN WAT MIJN— i \HEERFLINT tPRAKHU DEED PRE C/E-) ALS OF !K W/iT WAT M'JN- .HEER PLINT GEZEGD HEEFT. /K \MOET N/ETS NAND/EN OUDENVOi hees en. als ik dan ook w/st lA/AAROVER M/JNHEERFLJNT ge sproken HE EET. O A N ZOU /K \(/ET HEM /N GEEN GEVAL ZEG-i maal anders dan het papier van den bewusten brief.® x „Weet Te Beuthen In Opper-SHezië is een monu ment ingewijd ter eere van de in den oorlog ge vallen Beuthenaren, welk monument In zijn "faet bestaat uit een 400 >ar oude kerk van' schroothout, zooals die voor Opper-Silczi« ty- I haar geld beloofd had als zij kende, bewaarde en dat zij over een poosje, als het verleden zou zijn ver geten, heel gelukkig zou worden. Dat alles bij een genomen; maakt haar dood nog verrassen der. Ik kan niet gelooven, dat een meisje, dat zoo VToolljk en gezond is, zoo maar, zonder dat iemand er iets van weet, sterft. Maar..” .Xen oogenbltk." zei Gryce, „u sei iets van een toekomst waar zij zich op verheugde. Wat be-' doelt u daarmee?” ..Zij trachtte zich op te werken, dingen te leeren, die zjj niet kende. Zoo leerde zij behoor lijk lezen en schrijven. Toen zij bier kwam, schreef zij heel slecht, en alleen in onbeholpen drukletters." Oryce kneep bijna een stuk uit mijn arm. „Toen zij hier kwam, zegt u. Wil dat zeggen, dat zy vorderingen had gemaakt?” „O Ja, mijnheer. Ik gaf haar schrijfles „Hebt u nog proeven van haar kunde? Die Wou ik wel eens willen zien.” „Dat weet ik niet: ik ruimde ze gewoonlijk op. want ik houd er niet van, papieren te zien rondslingeren. Maar ik zal eens gaan zoeken." „Ik ga met u mee," zei de detective. „Ik wil boven ook eens rondkijken." In weerwil van zijn jicht stond hij op en klom, zoo goed en zoo kwaad als het ging, de trap op. Na ongeveer tien minuten, kwamen zü terug, beladen met doozen. „Dit Is al hat schrijfpapier dat er In huls is.” verklaarde Gryce, „vanaf heelt schriften .tot Het geboortecljfeK^ln Duitschland vertoont een dalende lUn. Volgens een te, Keulen gepubliceerd rapport zijn dit jaar tot dusver in Duitschland minder kinderen geboren dhn in eenig ander land van* voor den bloemenverkoop in Boekarest en pro- Europa. V /KWEET HET J N/ETPRFC/ES, I MAAR HET MOET 1/ET5 GEWEEST f ZON OVER DIEN BAH KROOP, HUNT HU WAJ F KG OP GEWONDEN. leeuwen altijd de baas zult kunnen blijven. Eens komt het oogenblik, dat ze zich In 't be- U storten en U aan is alles. Zij stopte haar vingers in de oören en trok zoo’n gezicht, dat ik de kamer verliet.” „Wanneer gebeurde dit?” „Ongeveer drie weken geleden.” ,JIeeft zij er later nooit eens op gezinspeeld?” „Neen, mijnheer, nooit.” „Hebt u nooit gemerkt, dat iets haar dwars zat; angst of wroeging of zooi ets?" „integendeel, het was net alsof zij heimelijk ergens trotsch op was." -x „Heel vreemdvolkomen onverklaarbaar," mompelde Gryce. x „Dat vond Ik ook. In het begin dacht ik dat zij volkomen gevoelloos was; ik dacht dat zij te dom was om den ernst der gebeurtenissen te vatten. Maar toen ik haar beter leerde kennen, moest ik mijn meening herzien. Haar opgewekt heid had biykbaar een grond. Zij voorzag blijk baar een betere toekomst, waar zij zich op ver heugde. Zoo vroeg zij mij bijvoorbeeld eens. of zy zou künnen leeren plano spelen. Zjj vertelde wu'tzijn van hun kracht op stukken zullen scheuren". Monsieur Raymond lachte. ,.Er overkomt mij niets. Ik ken m'n leeuwen en me zelf te goed, om ook maar één oogenblik Uw bezorgdheid te deelen.” ,.Ik hóóp, dat U gelijk hebt, maar ik ben zeker van de vervulling mijner voorspelling." ..En als Ik U 'nu eens het bewys leverde, dat ik een ab olute heerschappij over m’n dieren bezit.” ..Dan zeg ik niets meer; maar hoe wilt V dat bewys leveren?" ..Door een krachttoer die'U me kunt voor stellen te doen." De Enge lachman dacht even na. „Goed, dan zullen we een weddenschap aangaan- U laat de leeuwen twee maal vier en twintig uur honger lijden: dan- gaat U in de kooi en goelt hün een stuk vleesch vqor, dat U hun eerst goed hebt laten zienen dan neemt U het hun weer af. Als U wint, betaal ik U 5000 p. ster ling; als U verliest, krijg ik van Uw circus directie dezelfde som- Aangenomen?” „Aangenomen,” zei Raymond en hij sloeg In de uitgestrekte hand van den Engelschman. „Vandaag over 4 weken zal Ik in de voorstel ling die proef nemen.” Den volgenden morgen begon monsieur Raympnd z'n voorbereiding tot de gevaarlijke proef. De ruimte, waarin de leeuwenwagen stond, werd ^fgeachut, en niemand werd toege laten. Het gerucht der weddenschap had zich bliksemsnel verbreid en de prijzen voor de toe gangskaarten op den critieken avond stegen tot in t ongeloofelijke. Er werd overal over den krachttoer van den leeuwentemmer gespnoken en men haakte naar het uur der voorstelling. Eindelijk was die avond er. Alle plaatsen in het circus waren al vroeg bezet: alleen die van den Engelschman bleef leeg. Die woonde sinds twee dagen in de remise, waar de leeuwenwagen In stond, om te kunnen toezien, dat de leeuwen inderdaad gedurende dat tijdsverloop geen vqed- sel kregen. - T aren geleden trok een In Frankrijk heel I bekend circus, dat van Georges Sanger, In het Noorden van dit land rond en gaf daar in bijna alle steden voorstellingen. De .ster” van den troep was de leeuwen temmer Isouard Raymond- Met z’n veertien woudkonlngen gaf hij avond op avond wonde ren van dressuur te zien. Dicht opeengedrongen zat daar ademloos het publiek: angstig en hui verend volgde het het werk van den man in de leeuweukooi. Maar even onrustig als het publiek was, even rustig ..werkte” moniieur Raymond. Vrees scheen hU niet te kennen en z’n heerschappij over de wilde dieren was even volkomen als die van een burgerman over z’n hond- Tot de geregelde bezoekers van het'circus behoorde een Engehchman. die steeds met ge spannen aandacht de toeren van Raymond en zn geduchte pleegkinderen volgde. Hij nam. naar Engeische gewoonte, geen notitie van het publiek. Ulterlljk en innerlijk onbewogen, maak te hU slechts halfluide opmerkingen, die hij tot zich zelf scheen te richten. Op een avond liet hU in zoo’n gesprek de meening hooren. dat de leeuwentemmer toch vroeg of laat het dtter van z’n kunst, of zooals hü het uitdrulste, door z’n troetelkinderen verscheurd zou worden Deze opmerking was door een der beambten van het circus, die op oogenblik niets te doen had. opgevangen en aan monsieur Raymond overgebracht. Dit was den beroeps trots van den temme^te na. In de pauze ging hy naar den Engelschman, die nog steeds kalm op z'n plaats zat. knoopte een gesprek aan en wist al heel gauw z'n beroep ter sprake te brengen. D^ circusbezoeker luisterde rustig naar z'n mededeelingen en verhalen. Toen zei hij opeens: „U schijnt zooveel van Uw beroep te houden, dat het me werkelijk voor U spoten zou." „Wat zou U spijten?” vroeg Raymond. ..Als die lieve beestjes U een ongeluk toe brachten; het is een té gevaarlijk spel, dat U drijft. Dat loopt op den duur nooit goed af." „Denkt U dan. dat er een oogenblik komt, waarop ik de heerschappij over m’n dieren zal verliezen en ze me zullen aanvallen?” „Dat denk ik zeker. Cjeloof niet, dat U de leeuwen altijd de baas zult kunnen blijven. zoo’n soort papier in huis gehad? Bekijk het goed; het is van veel belang.” „Neen, mijnheer, zulk papier heb ik nooit in huis gehad.” Gryce-nam mij den brief af en zei zachtjes: „Wat denkt u er van? Zou er nog veel kans bestaan, dat Hannah dit fraaie document heeft opgesteld?" Ik moest mij wel gewonnen geven, schudde het hoofd en vroeg'. „Maar wie heeft het dan geschreven en hoe is het hier gekomen?" „Daar gaat het nu juist om!" HU ondervroeg mevrouw Belden langen tijd over de manier waarop Hannah haar tijd In huis had doorgebracht. Alle antwoorden wezen op hetzelfde; de kamenier kon het geschrift niet hebben meegebracht en nog minder, het van een geheimen bode hebben gekregen. Als me vrouw Belden de waarheid sprak en' er was geen reden om daaraan te twijfelen was het uit er. spreidde dat voor mij uit. Het was alle-, geheim niet op te lossen. Ik begon al te wan hopen, toen Gryce zich nog eens tot mijn gast vrouw wendde en op den man af vroeg: „Gisteren hebt.u een brief gekregen van Mary Leavenworth, nietwaar?” „Ja. mijnheer." „Zat er niet nog een brief voor Hannah in de enveloppe?” „Neen, mijnheer, maar Hannah kreeg zelf ook een brief." „Kreeg Hannah een brief?" riepen wij beiden j tegelijk. q, «Wordt vervolgd) T j In ons land weten sommige traditie* zich schuchter te handhaven. Slechts op enkele plaatsen worden bijvoorbeeld Sint Martijnsfees- ten nog gevierd en dan minder glorieus en minder feestelijk dan Vroeger het geval was. De stad Düsseldorf, die, wat het organlseeren van feesten betreft, wijd en zijd vermaard is. schenkt als steeds ook dit jaar weer veel aandacht aan het St. MartijMfeest. Dat de Nederlandsche gasten In Rijnlandsche bloemenstad wederom zeer welkom zijn, moge blijken uit het feit, dat voor onze landgenoo- ten. die hun bezoek tevoren by den Verkehrs-' vereln de stad Düsseldorf aankondigen, spe- ciffle plaatsen gereserveerd worden,van waar zjj het voorbijtrekken der kinderstoelen op Vrij dagavond 10 November as. prachtig kunnen gadeslaan. De kinderen trekken met bloemen, zelfgemaakte fakkels en muziekkorpsen van des middags vijf tot zeven uur door de sche merlichte stad, hetgeen ongetwijfeld een schoon gezicht moet opleveren. Y „Was zij niet eens bedroefd over Juffrouw Eleonore. die er toch volgens de kranten leelijk In zat? Maar misschien wist Hannah het niet?” „Ik had het haar verteld. Ik was zoo verbaasd over dat bericht, dat ik Hannah het artikel voor las, terwijl ik haar aandachtig gadesloeg om te zien hoe zjj er op reageerde." „En?" „Het leek alsof zy het niet begreep. Zij vroeg mij, waanyn Ik haar dat voorlas; zij zei zelfs, dat zij er nlels meer over hooren wilde.” „Hm En toen?" .„Dat De vogels zijn weer aan den trek, Hetgeen zij altijd doen Met vogelen-gezelschapereie, In 't vogelreisseizoen! Het weer wordt hier te ruw en koud En vogelliefde gaat Naar blauwe' lucht met volop zon En Zuidelijk klimaat. Het vogelenprotpectu» is Aanlokkelijk gesteld. En zelfs, deskundig, worden er De streken bV vermeld* Trek naar den Nljl, gij ooievaar. Want in Egypte is De kikker vet; ge vindt er ook Den smakelijkst en visch’ Wie van een prachtig zitje houdt, Hem raden wij thpns aan Naar pyramide-punten in Noord-Afrika te gaan. Wie van bizarre kleederdracht Der vogelwereld houdt, Vindt typische verscheidenheid In ‘t Conqoneesche woud! Maar onder het propectus staat Een noot, gecursiveerd: Op onze reisjes wordt de mensch. Als ongewenscht, geweerd! En toch, zien wij den vogeltrein, Veer-pluimend door de lucht, Dan komt een groot verlangen En menig onzer.zucht .Alles heb Ik geprobeerd, ómdat ik zoo benauwd werd door hoestbuien, dat ik zelfs mjjn bezigheden niet meer kon ver richten Ik was kortademig en leed daarbij aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm kwam blf het gebruik los, waardoor de ademhaling gemakkelijker werd. Ik heb de behandeling een tijdje voortgezet en kan verklaren met de Abdijsiroop een geheel ander mensch te zijn geworden. Ook voor mijn kleine meid gebruik ik het steeds met goed resultaat.”1 Zoo schrijft ons Mevr. J. y. K. te M., wier orlglneele brief De voorstelling begon, maar voor de pres taties der andere artisten was weinig aandacht. Het laatste nummer voor het optreden van monsieur Raymond was vertoond en men kon de fpanning van de gezichten aflezen. Het tee lten werd gegeven en- langzaam werd de leeu- wenkool het circus binnengereden. Het perso neel nam de buitfcnschotten af en schroefde de kool omhoog. De dieren, die anders zoo kalm in hun kooi heen en weer liepen, sprongen nu wild rond, alsof ze door de traliehekken heen wilden breken. Toen verscheen de temmer in gezelschap van den Engelschman. Nadat deze zichj overtuigd had, dat geen onregelmatigheden konden (voor komen. begaf hli zich naar z'n plaats. Toen de leeu wen hun meester zagen, sprongen se als razend in t rondde kooi rchudde er zoo ran, dat de loe fhouwers voor ongelukken begonnen te vreeaen. Er heerschte onder het publiek diepe stilte, die nog grieze liger aandeed door het gebrul van de wilde, hongerige dierftr. Maar „monsieur" Raymond stoorde zich aan dit alles niet. Kalm ging hy naar het midden van het cireus. boog voor de toeschouwers, die nu de gewone toejuichingen achterwege lieten en trad op de kool toe. Toen nam hij een groot stuk tfleesch dat een der knechts hem toereikte en liep, het vleesch in de hoogte houdend, twee maal langzaam om de kooi heen De leeuwen sprongen mee rond; het water liep hun uit den muiL Aan het einde van die wandeling klotn hij naar de kooi, deed de deur open en stond plotseling tusschen de leeuwen die als waan zinnig te keer gingen en oorverdoovend brulden. Het was een ontzettend gezicht. Hoog opge richt stond Raymond, met het stuk vleesch in de ééne Jiand. in de andere hand z’n zweep- Fel, maar daarbij zorg dragend se niet te«- raken, ^striemde hjj daarmee naar de hongerige dieren die gulzig naar het voedsel hapten. Het gelukte hem de 'dieren wat te kalmeeren en in* een hoek bijeen te dringen. Zich kron kelend van begeerte, schudden ze daar aan de tralies. Toen deed Raymond een stap achter uit en het volgende oogenblik lag het vleesch op den bodem van de kooi, en brullend stortten de dieren zich er op Maar reeds was Raymond tusschen hen in. en met den uitroep: ..Cesar!” zette hij z’n voet op den gretig begeerden buit; dan bukte hij snel, greep, en zwaaide het stuk vleesch, dat hij den leeuwen ontrukt had. boven z’n hoofd. Weer rees er een ontzettend gebrul en weer sprongen de dieren als dol in de kooi rond, maar de temmer bleef kalm, zonder ook maar met de oogen te knippen, midden in de kooi staan Toen vloog het vleesch voor de tweede maal naar d?n grond, en gebruik makend van het oogenblik. dat de dieren er zich op wierpen, verliet hjj snel de kool- Nauwelijks was tAonsieur Raymond in veilig heid of een daverend gejuich brak los, terwijl een aantal knechts van alle kanten grooten stukken vleesch in de kool wierpen, om aan het gevecht om het ééne stuk een einde te maken. Het had anders aan enkele dieren het leven kunnen kosten. De leeuwentemmer moest herhaaldeiyk opnieuw In het circus verschijnen, om tWMoejulchingen van het publiek In ont- vangst te nemen. De eenlge. die aan 't handengeklap en voeten getrappel! niet meedeed, was de Engelschman. Die. haalde kalm uit s’n portefeuille 5 duizend <pond sterling en gaf ze aan een stalmeester met verzoek ze aan monsieur Raymond te overhandigen Hij voegde er de ultnoodiglng bij, dien avond met hem te komen sdupeeren. 1 welke ultnoodiglng de leeuwentemmer aannam. Op het overeengekomen uur zaten de twee gemoedeyjk aan een tafeltje en lieten zich de voorgediende spijzen goed smaken. Toen se aan hun pous-e-esfé zaten en de Engelschman ronduit aan z’n bewondering voor den moed en den durf van den leeuwentemmer had lucht gegeven, vroeg hij hem. hoe hij dit nog nooit vertoonde staaltje van dressuur h"^ kunnen volbrengen. ..Dat zal Ik U zeggen.” aptwoordde monsieur Raymond. „Toen ik begon m’n dieren op dit kunstje af te richten, heb ik hun direct na de voedering een stuk 'vleesch toegeworpen, dat in terpentynolie was gedrenkt. Van de lucht daarvan hebben leeuwen een grooten afkeer; se taalden dus niet naar dit stuk vleesch. Ik nam het dan weg en wierp hun daarna een goed stuk vleesch toe. Daar werd dan een beetje om gevochten en een van allen at het met smaak op. Zoo heb Ik hen langzamerhand aan den loer gewend. Ik wachtte eerst een uur na de voe dering. dan langer, en liet hen 'eindelijk wel een dag en langer honger lijden voor de les begon. Om tijd te hebben voor dien cursus, had ik 4 weken bedongen, en u ziet, de toer is mij gelukt. Ik geef toe," eindigde de leeuwentem mer, „dat het een waagstuk was. maar tenslotte Is durf en koelbloedigheid een eerste vereischte voor leder die met leuwen wil omgaan, want leeuwen syn geen schoothondje'.” f Aft by verlies van *n f anderen vinger Ook by den gedresseerden. dus schynbaar ge- temden leeuw, loopt elke vreemde, die in de onmiddeliyke nabijheid van het dier komt, ge vaar, door hem verscheurd te worden By de opname van de Quo VacLs-fUm in Rome is een van myn gedresseerde leeuwen over een 6 meter hoogen muur gesprongen en heeft een ongeluk- klgen figurant door een beet In den nek gedood. By de eerste opname van dezelfde Quo Vadls- fllm, eveneens te Rome, en wel In 1912. heb ik een komische situatie meegemaakt. Myn leeu wen werden de arena binnengelaten. Het eerste wat zy deden, was het kostbare tapyt voor de loge van keizer Nero naar beneden rukken en tot groote ontzetting van den regisseur het dure requisiet aan flarden scheuren. De schare figuranten, dl: in de arena, als gevangen Chris tenen verkleed op de opname wachtte, wascin een oogenblik verdwenen. De aanbllk van de voor de wilde dieren vluchtende menschen wm voor my onbeschryfeiyk komisch, daar Ik de getroffen veiligheidsmaatregelen volkomen vol- doende/achtte. Inderdaad deed zich by de op name dan ook geen enldel Incident voor. „Dat is zoo, maar zy kunnen het haar alle bei bevolen hebben.” ..Dat kan, maar het is toch altijd vreemd, als Woord en geschrift van één persoon niet klop pen. Maar laten wy niet langer onzen tyd ver- splllen. Mevrouw Belden kan alles ophelderen. Wilt u haar even gaan halen?" Ik stond op en ging mevrouw Belden halen Oryce ontving haar eerbiedig en beleefd en dat vleide haar ten zeerste. Hy richtte zich op in ■Un stoel en sprgk: „Dus in uw huis heeft zich deze onaangename ■ebeurtenis afgezpeeld. Wilt u niet gaan zitten, als deze vraag ten minste in uw eigen salon op haar plaats is.’1 „Helaas, het Is nauweiyks nog myn eigen ■Jds,” antwoordde zy op droevigen toon. Jk ben hier bjjna een gevangene en ik kom en ga, •Preek en zwijg, al naar men my beveelt. En Aat allemaal omdat een arm meisje, dat ik uit medeiyden onderdak bood, in mijn huls is over laden!” -U hebt gelijk," zei Gryce, „het Is zeer onMl- Wk. Maar dat komt we! In orde. WU zullen wel een verklaring vinden voor dien plotsellngen dood. U hebt geen vergif in huls?” „Neen, mynheer." ,Jiet meisje ging nooit uit?" „Nooit, mijnheer.” „Zoodat zij onmogeiyk aam vergif kon ko men?" .Juist, mynheer.” „Tenzy zy het bij zich had toen zy hier kwam." „Dat kan niet, want zy had geen bagage by zich en ik heb haar zakken nagekeken, dus ik weet wat er In zat." „Wat vond u er in?" „Bankbiljetten en meer dan met Hannah's positie in overeenstemming» was wat klein geld en een zakdoek." „Als er geen vergif in huls was, kan zy dus niet vergiftigd zyn." „Dat heb ik ook al tegen mijnheer Raymond gezegd.” „Misschien is zU overleden aan een hart kwaal?” vervolgde Oryce. „Was zy gisteren nog gezond?” ,4a, mynheer, tenminste zoo leek het mij." „Vrooiyk?" „Heel vrooiyk." „Dat begrijp ik niet." riep hy uit. „Haar on gerustheid over wat er in New-York gebeurd was. moest toch voldoende zyn om haar vroo- lykheid te temperen...." .Dat lykt my ook," antwoordde mevrouw Bel den, „maar dat was in leder geval niet aoo, in tegendeel....” In de nabijheid*van Boekarest hebben 10.000 Roemeensche Zigeuners een congres gehouden, waar zy hun bezwaren hebben ‘kenbaar gemaakt tegen de verschynselen <fer moderne techniek, speciaal tegen de radio en het autoverkeer. Een memorandum ’fverd opgesteld, waarin de Roemeensche regeering wordt verzocht: 1. Het autoverkeer te beperken, daar bet de ondergang beteekent van da paardenhandelaars onder de zigeuners. 2. Het openbaar uitzenden van radiomuzlek tegen te gaan, daar zy het bestaan dep<muzl- kanten onder de Zigeuners ernstig bedteigL De zigeuners vragen ook om een monopolie Oppasten en terstond in- grijpen. Niet* beter dan I,.... tchjjnt myn lotjte zyn eens per jaar te waf den aan- gevallln” T T T eigeniyk een leeuw? Op deze echyn- yy baar naïeve vraag zou men kunnen ant- woorden, dat de leeuw allereerst een „koopwa*r" is, welks waarde zich aan de wet van vraag en aanbod aanpast en ten tweede, dat de leeuw een dier is met volstrekt indlvi- dueele karaktereigenschappen, die men moet leeren kfnnen om het dier te temmen. In dertig jaren zyn meer dan duizend leeuwen door myn handen gegaan. Het gebeurde zoo: in myn Jonge jaren studeerde ik, om. als mijn vader, architect te worden. Myn vader had my een flets geschonken, opdat Ik zoo sn^l moge- lyk van hetPeene bouwwerk naar het andere kon rijden. De fiets was 35 jaar geleden een kleine sensatie en wekte myn fantasie op. Ik besloot spoedig de architectuur op>q en werd renner en kunstryder. Nadat eerste, of laat ons zeggen een der eersten, het halsbrekende kunststuk van „the looping the loop" had uitgevoermoest ik wat nieuws op het gebied der artlstenkunst verzinnen, om ver der te komen. Een vriend uit'Engeland bood my 12 leeuwen te koop aan. Destijds kostte een „wilde” leeuw. d w.z. een ongedresseerde leeuw, ongeveer 3000 Mark. Tegenwoordig is ook deze waar In prijs gedaald, zoodat men een „prima leeuw” voor 1500 tot 2000 mark koopen kan. Nadat ik de dieren had gekregen en naar Beriyn getransporteerd had, begon ik my in de geheimen van de dierenpsychologe te verdie pen. Slechts de nauwkeurige kennis der dieren- psychologie. als men het zoo zeggen mag, heeft het my moge lijk gemaakt, dit te worden wat men een leeuwentemmer noemt, om niet het woord dresseur of dompteur te gebruiken De dieren werden in groote kooien in der bultenwyken van de wereldstad onderge bracht. Nu moest men elkaar wederkeerig leeren kennen. Urenlang zat ,k gedurende een maand of vier voor de kooi. Ik gaf elK dier afzonderlijk een naam en praatte allerlei dwaasheid met mijn pupillen. Hierby viel mU spoedig op, dat elk dier andere eigenschappen heeft. De 'eene leeuw reageert b.v. als een bezetene op elk woord, hy brult, gaat op de achterpooten staan en schynt niet voor goede woorden vatbaar te zyn. Een andere kijkt heelemaal niet naar iemand om. verveelt zich klaarbiykelyk en straft den mensch met zyn verachting. Een derde dier weer heft den kop omhoog en kykt dengene. die zich met hem bemoeit, dom aan. Elke leeuw reageert anders op uiteriyke prikkels. Leeuwen- gebrul Is, wat den leeken verwonderiyk mag soMJnen. meest een teeken van welbehagen, tenminste, als de dieren niet Juist een robbertje vechten. Zooals bij de menschen impulsief zin gen en fluiten, is by de leeuwen gebrul een tee ken van overmoed en uitbundigheid. Verscheidene leeuwen hebben ook een beslist eigen gevoel voor muziek. Militaire marschen en lawaaierige muziek vallen nooit in hun smaak. Exotische muziek daarentegen, dof tromgeroffel en lang aangehouden fluittonen hooren zij graag. <e Nadat ik na maandenlangen arbeid den in druk had. dat de dieren my kennen, waagde ik my in de leeuwenkool Ik was geheel ongewa pend, want een pistool Is tegenover een wild beest een tamelijk nutteloos werktuig. Het beste wapen in den stryd met den leeuw is.... een heel gewone stoel. Ook dit feit heeft zyn psy chologische verklaring. Het vuurwapen, welks werking het dier niet kent en welks werking ook dikwijls niet effectief Is, jaagt den leeuw geen byzondere angst aan.Een stoel daaren tegen, met zyn, den leeuw totaal onbekenden vorm, schynt het dier een fantastIsoh wange drocht toe, waarvoor ook het wildste beest In syn schulp kruipt. Myn eerste bezoek in de kooi verliep vlot. Het schynt echter myn lot te zyn. elk jaar ééns door een leeuw te worden aangevallen, ik heb tijdens myn geheele carrière ongeveer 30 aan vallen meegemaakt. De ergste speelde zich als volgt af: ik was in de kool aan bet voederen en het vleesch werd my niet snel genoeg aange reikt. Plotseling sprong een reusachtige leeuw op my af en gaf my een vreeseiyken slag met zyn klauw in het gezicht. Hy scheurde myn heele rechter gezichtshelft uit elkaar. Ik kon niets zien, de gezichtszenuw was klaarblykeiyk verlamd en met bloed bedekt zonk ik op den grond. Mijn vrouw snelde mU te hulp en slin gerde een stoeltje naar den leeuw. Ik werd be wusteloos weggedragen en herstelde slechte langzaam van den gevaarlijken overval. By een anderen «anval bleef my niets anders over dan tegen de tralie» wü de kool op te klimmen en my door het open dak te redden. voor ieder ter inzage ligt. Iedereen, die van borstbenauwdheden te lijden heeft, zal verstandig doen redding te zoeken bij de vanouds beroemde Akker s Abdijsiroop. Moeders vooral zullen goed doen Abdij siroop aan hun kinderen te geven als zij hebben kou gevat en overdag of 's nachts beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft een zuiverende, verzachtende werking op de ademhalingsorganen, dank zij haar bijzondere samenstelling uit krulden- extracten. Thans per flesch 1.f 1.50 -en f 2.75. Alom verkrijgbaar. Abdljslroop- Bonbons („gestolde” Abdijsiroop) voor buitenshuis 0.35 en 0.60 per doos. (Adv.) j f- at !W et

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 11