mMoal van den dag I 1 I 35 55 V!S.« n THERMOGENE Ervaringen van een leeuwentemmer KAPITEIN SCHNEIDER VERTELT DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Belangstellend toehoorder J 1 GRATIS PROEF-AANBOD VAN KRUSCHEN VRIJDAG 3 NOVEMBER De Quo Vadis-film Sint Martijnsfeest i! I •J. I en DOOR ANNA K. GREEN Zigeuner-congres in Roemenië Dalend geboortecijfer in Duitschland Gevallenen-monument ingewijd HET GEVAL LEAVENWORTH Ert Letterkundige academie in Polen De valuta van Mandsjoekwo DE SUCCESVOLLE BESTRIJDER HOEST KOUDE R H E U- MATIEK 1 STEKEN IN DE ZIJ t W^EREREOr'- Öppassen en terstond in grijpen. Niets beter dan Zij werd een ander mensch en gaf het ook aan haar kleine meid. Weddenschap van i i Monsieur Raymond j tchynt tnyn lot te zyn eens por jaar te worden aan gevallen” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL VAN 1 MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) 5<iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii<iiimiiiiiimiiiiiiiniiiiiimiiiiiiiii<iiiiiiiiiiiiiii kunnen een >7 (Adv) 4 o IJ verlies van een Maar kijk hier eens even aan vergif kon ko- t (Wordt vervolgd) ai i •i een een verkrijgbaar bij ATOTH. EN DROG. '4 atgescfauU eu.niei gerucht der Wedd, maal brief. „Weet ‘I Het geboortecijfer 1®. puitachland vertoont een falende lijn. ■uïen gepubliceerd rapport Te Hamburg is de bekende roofdier* dresseur kapitein Schneider door een zijner Quo Vadis-leeuwen aangevallen en gewond. Naar aanleiding daarvan publiceeren w(j een artikel van de hand van Schneider, waarin hjj spreekt over »ljn ervaringen als leeuwentemmer. u Beker.” vroeg ik aan mevrouw Bel den. „dat Hannah niet hier ot daar een stuk papier van een andere soort heeft gevonden?" „Ik heb geen andere soort in huis, mijnheer. Bovendien, waarom zou Hannah zich de moeite gegeven' hebben om ander papier te Rieken, als er een doos vol van deze soort op haar kamer staat?" „Kijk eens hier." zei ik en toonde haar den onbesciueven kant van den brief, „hebt u nooit In de nabijheid van Boekarest hebben 10.000 Roemeensche Zigeuners een congres gehouden, waar zij hun bezwaren hebben kenbaar gemaakt tegen de verschijnselen der moderne techniek, speciaal tegen de radio én'het autoverkeer. Een memorandum werd opgesteld, waarin de Roemeensche regeerlng wordt verzocht: 1. Het autoverkeer te beperken, daar het de ondergang beteekent van de paardenhandelaars onder de zigeuners. 2. Het openbaar uitzenden van radiomuzlek tegen te gaan, daar zjj het bestaan der muzi kanten onder de Zigeuners ernstig bedreigt. De zigeuners vragen ook om een monopolie voor den bloemenverkoop In Boekarest en pro- testeeren tegen de concurrentie hun aangedaan door dames, die bloempjes verkoopen voor lief- dadigheidsdoeleinden. Ten slotte verzoeken zij de regeerlng, allen me diums en waarzegsters, welke geen zigeuners zijn, te verbieden hun beroep uit te oefenen, daar de Zigeuners eeuwen lang erkend zijn als uitsluitend bevoegd in dit bedrijf. fHU IS /ETS BETER MIJN - HEER MACK. GISTEREN HE(F1 dl EEN BEETJE GE SPROKEN. (K WEET HET NIET PR F (IE 5. Op initiatief van den minister van onderwijs Jedrzejewlcz. Is in Polen een Letterkundige Academie opgericht en zullen de eerste vijftien „Onsterfelijken” binnenkort worden geïnstal leerd. De minister heeft de oprichting van deze academie noodlg geoordeeld, teneinde een be voegd lichaam te kunnen raadplegen in letter kundige kwesties. /^A,JA, DIE MACK STELDE [LANG IN HET GEEN WAT MIJN— T XHEFRFL/NT SPRAKHU DEEOPRE-W IC/ES ALS OF IK WIST WAT M'JN- i I HEER FLINT GEZEGD HEEFT IK I MOET NIETS VAN O/EN OUDEN VOS HEBBEN. Al 5 IK O AH OOK WIST WAAROVER M/JNHEERFUN7 GE- L SPROKEN HEEFT. DAN ZOU IK I (JET HEM IN GEEN GEVAL ï&'-] i vallen Beuthenaren, i- soort waarschijnlijk eenig Is. Het bestaat uit een 400 jazz oude kerk van schroothout, zooals die voor Opper-Silezië ty pisch zijn. Aan de wanden der kerk zijn 22 ta fels aangebracht, bevattende de namen der 1400 gesneuvelden. In het midden der kerk staat een reusachtige sarcofaag van steenkolen, waarop een van een hakenkruis voorziene Stahlhelm rust. Deze sarcofaag, die 1300 centenaars zwaar is, is een waar kunstwerk en bestaat uit 38 af zonderlijke stukken, die door een invaliden mijnwerker en zijn zoons zijn gehouwen. WAT ZE! HUOAH) WAAR OVERSPRAXl maarhetmo^T H'J J/ET5 GE WEES T ----/ Z'JN OVER O/EN I BANKROOF. WANT I HU WA 5 ERG OP~ \OEWNOEN. de leeuwenwagen ■®and weed toege- léhschap had zich bliksemsnel verbreid en de prijzen voor de toe gangskaarten op den crfttëken avond stegen tot in 1 ongeloofelüke. Er werd overal over den krachttoer van den leeuwentemmer gesproken en men haakte naar het uur der voorstelling. Eindelijk was die avond er. Alle plaatsen in het circus waren al vroeg bezet: alleen die van den Engelschman bleef leeg. Die woonde sinds twee dagen In de remise, waar de leeuwenwagen In stond, om te kunnen toezien, dat de leeuwen inderdaad gedurende dat tijdsverloop geen voed sel kregen. TOM DOE WAAR- IHE/D TE ZEGGEN, ItVJS IK N/ETDicht \genoeg B>uhem. I HU ElOT1PEt.DE WAT ZO O DAT !K N/E T KON HOO 1 HEN WAT HU IN DERDAAD ZEI HU j VJEED INE LR GFVAll WEEL MOEITE OM IV Te Beuthen In Opper-SUezlë is een monu ment ingewijd ter eere van de in den oorlog ge- welk monument in zijn De vogels zijn weer aan den trek, Hetgoen zij altijd doen Met vogelen-gezelschapsreis, In ’t vogelreisseizoen! Het weer wordt hier te ruw en koud En vogelliefde gaat Naar blauwe lucht met volop zon En Zuidelijk klimaat. Het vogelenprospectus is Aanlokkelijk gesteld. En zelfs, deskundig, worden er De streken bij vermeld. Trek naar den Nijl, gij ooievaar. Want in Egypte is De kikker vet; ge vindt er ook Den smakelijksten visch! Wie van een prachtig zitje houdt, Hem raden wij thans aan Naar pyramide-punten in Noord-Afrika te gaan. Wie van bizarre kleederdracht Der vogelwereld houdt. Vindt typische verscheidenheid In ’t Conqoneesche woud! Maar onder het propectus staat Een noot, gecursiveerd: Op onze reisjes wordt de mensch, Als ongewenscht, geweerd! En toch, zien urtj den vogeltrein, Veer-pluimend door de lucht. Dan komt een groot verlangen op En menig onzer.... zucht.... losse blaadjes toe. naar." HU gat mU een blad papier, waarop een zin «enige malen nageschreven was. „Dit Is het laatste werk van Hannah. Dat lijkt heelemaal niet op zekere krabbels die wij ken nen, nietwaar?” .Neen.” „Mevrouw Belden vertelde mü. dat Hannah een week geleden al zoo schreef. Zü was er trotsch op eu prees voortdurend haar eigen vor deringen." Toen boog hü zich naar mü toe en fluisterde mü in het oor: ,JDe brief dien u in uw zak hebt, moet al lang geleden geschreven zijn, als zü zelf hem ten minste heeft geschreven." Hardop vervolgde hU: „Laten wü nu eens kUken, welk papier zü ge woonlijk gebruikte.’’ HU maakte de doozen open, haalde overal wat uit er. spreidde dat voor mü uit. Het was alle- anders dan het papier van den bewusten DAAR n ANNJE cn hoe gaat mee met mun- UEER FL/NTUis '■'U WA7&FTERT jialenda lUn. Volgens eep te I£i zUn dit jaar t«ït dusver in Duitschland minder kinderen geboren dan in eenig ander land van Europa In Berlijn was het aantal gesloten huwelUken greoter dan het aantal geboren kinderen In 1930 was het geboortecUfer 2.032 000. in 1931 daalde het tot 1.032.000 en in 1932 tot 978.000. De jongste statistische gegevens wijzen echter weder een lichte stUging van het geboorte cUfer aan. wn JE SOMS eeWE REN DAT JE N!E T WIST WAT HU ZEI' HU MOET TOCH IETS GEZEGD I HEBBEN? In ons land weten sommige tradities zich schuchter te handhaven. Slechts op enkele plaatsen worden bUvoorbeeld Sint Martij nafees ten nog gevierd en dan minder glorieus en minder feestelUk dan vroeger het geval was. De stad Düsseldorf, die, wat het organlseeren van feesten betreft, wUd en zUd vermaard is. schenkt als steeds ook dit jaar weer veel aandacht aan het St. Martijnsfeest. Dat de Nederlandsche gasten In de RUnlandsche bloemenstad wederom zeer welkom zijn, moge blUken uit het feit, dat voor onze landgenoo- ten, die hun bezoek tevoren bU den Verkehrs- vereln de stad Düsseldorf aankondigen, spe ciale plaatsen gereserveerd worden, van waar zU het voorbijtrekken der kinderstoelen op Vrij dagavond 10 November a.a. prachtig kunnen gadeslaan. De kinderen trekken met bloemen, zelfgemaakte fakkels en muziekkorpsen van des middags vUf tot zeven uur door de sche merlichte stad, hetgeen ongetwUfeld een schoon gezicht moet opleveren. zoo'n soort papier In huls gehad? Bekijk het goed; het ia van veel belang." ..Neen. mUnheer, zulk papier heb ik nooit In huls gehad." Oryce nam mU den brief af en zei zachtjes: „Wat denkt u er van? Zou er nog veel kans bestaan, dat Hannah dit fraaie document heeft opgesteld?" Ik moest mij wel gewonnen geven, schudde het hoofd en vroeg: ..Maar wie heeft het dan geschreven en boe is het hier gekomen?” „Daar gaat het nu juist oml" HU ondervroeg mevrouw Belden langen tüd over de manier waarop Hannah haar tUd In huls had doorgebracht. Alle antwoorden wezen op hetzelfde; de kamenier kon het geschrift niet hebben meegebracht en nog minder, het van een geheimen bode hebben gekregen. Als me vrouw Belden de waarheid sprak en er was geen reden om daaraan te twUfelen was het geheim niet op te lossen. Ik begon al te wan hopen. toen Qrvce zich nog eens tot mUn gast vrouw wendde en op den man af vroeg: „Olsteren hebt u een brief gekregen van Mary Leavenworth, nietwaar?” ,Ja mUnheer „Zat er niet nog een brief voor Hannah in de enveloppe?" „Neen. mUnheer, maar Hannah kreeg zelf <x>k een brief „Kreeg Hannah een brief?" riepen wfj belden tegelijk. Toen de leeu wen hun meester zagen, sprongen ze als razend In t rondde kooi jehudde er zoo van. dat de toe schouwers voor figuranten, dl: In de arena, als gevangen Chris tenen verkleed op de opname wachtte, was in een oogenblik verdwenen. De aanbllk van de voor de wilde dieren vluchtende menschen was voor mU onbeschrUfelUk komisch, daar Ik de getroffen veiligheidsmaatregelen volkomen vol doende achtte. Inderdaad deed zich bU de op name dan ook geen enkel Incident voor. t aren geleden trok een In Frankrijk heel I bekend circus, dat van Oeorges SAnger, in het Noorden van dit land rond en gaf daar in büna alle steden voorstellingen. De ..ster" van den troep was de leeuwen temmer Isouard Raymond- Met a’n veertien woudkonlngen gaf hU avond op avond wonde ren van dressuur te zien. Dicht opeengedrongen zat daar ademloos het publiek; angstig en hui verend volgde het het werk van den man In de leeuwenkool. Maar even onrustig als het publiek was, even rustig „werkte" morvleur Raymond. Vrees scheen hU niet te kennen en z'n heerschappU over de wilde dieren was even volkomen als die van een burgerman over z'n hond Tot de geregelde bezoekers van het circus behoorde een Engelschman. die steeds met ge spannen aandacht de toeren van Raymond en z’n geduchte pleegkinderen 'volgde. HU nam. naar Engelsche gewoonte, geen notitie van het publiek. UlterlUk en innerlijk onbewogen, maak te hU slechts halfluide opmerkingen, die hU tot zich zelf scheen te richten. Op een avond liet hU in zoo'n gesprek de meenlng hooren. dat de leeuwentemmer toch vroeg of laat het Offer van z'n kunst, of zooals hU het uitdrukte, door z’n troetelkinderen verscheurd zou worden Deze opmerking was door een der beambten van het circus, die op *t oogenblik niets te doen had. opgevangen en aan monsieur Raymond overgebracht. Dit was den beroeps trots van den temmer te na. In de pauze ging hU naar den EMelschman, die nog steeds kalm op z'n plaats knoopte een gesprek aan en wist al heel gluw z'n beroep ter sprake te brengen. De circusbezoeker luisterde rustig naar z'n mededeellngen en verhalen. Toen zei hU opééns: „U schUnt zooveel van Uw beroep te houden, dat het me werkelUk voor U spijten zou." „Wat zou U spUten?” vroeg Raymond. ..Als die lieve beestjes U een ongeluk toe brachten: het is een tè gevaarlUk spel, dat U drijft. Dat loopt op den duur nooit goed af .Denkt U dan. dat er een oogenblik komt, waayop ik de heerschappU over m'n dieren zal verliezen en ze me zullen aanvallen?" „Dat denk ik zeker. Geloot niet, dat U de leeuwen altUd de baas zult kunnen blUven. Eens komt het oogenblik. dat ze zich in 't be ll storten en U aan Joeng Hoe, de gouverneur van de Bank van Mandsjoekwo is met negen financiers uit Dai ren te Kobe aangekomen op weg naar Tokio. Joeng Hoe heeft verklaard, dat de valuta van Mandsjoekwo Is geünificeerd en gestabiliseerd. 60 pCt. «Ier oude bankbiljetten van 15 verschil lende soorten tot een bedrag van 140 mlllloen Yen zUn reeds uit de circulatie onttrokken, ter- wUl de rest waarschUnlUk voor Juni 1934 zal worden ingenomen. nu DE VOGELS miNHiiiiiiiinniiu Indien U Kruschen nog steeds niet gepro beerd hebt probeer het dan nu eens op koeten van de fabrikanten. ZU hebben thans voor een beperkten tUd een aantal speciale ..reuzen” pakken verkrijgbaar gesteld, waardoor het U gemakkelljk wordt gemaakt de werking van Kruschen zelf eens te ondervinden. Vraag dus uw apotheker of drogist naar het „reuzen” pak 1.60. voordat deze alle zyn uitverkocht. Dit pak bevat namelitk den erewonen flacon Kruschen f J.60 en nog een aparte» nroef- flacon. welke voldoende i« voor ongeveer een week. Open eerst den proef flacon, probeer dezen en wanneer daarna niet volkomen overtuigd bent dat Kruschen alles doet wat er van be weerd wordt, ia de vewone flacon noR ongeschon den Breng dezen terug. Uw apotheker of drogist is gemachtigd U uw heele uitgave k 1.60 on- middellilk en zonder omwegen terug te betalen. U hebt Kruschen geprobeerd zonder dat het iets koatre Kan het vemakteeliiker? Let on, dat op het etiket od de flesch zoowel als op de bui tenverpakking de naam Rowntree Handels-Maat schappij Amsterdam voorkomt. .Alles heb Ik geprobeerd, omdat ik zoo benauwd werd door hoestbuien, dat ik zelfs mijn bezigheden niet meer kon ver richten Ik was kortademig en leed daarbij aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm kwam bij het gebruik los, waardoor de ademhaling gemakkelijker jverd. Ik heb de behandeling een tijdje voortgezet en kan verklaren met de Abdijsiroop een geheel ander mensch te zijn geworden. Ook voor mijn kleine meld gebruik ik het steeds met goed resultaat.” Zoo schrijft ons Mevr. J. v. K. te M., wier origlneele brief voor ieder ter Inzage ligt. Iedereen, die van borstbenauwdheden te lijden heeft, zal verstandig doen redding te zoeken bij de vanouds beroemde Akker’s Abdijsiroop. Moeders vooral zullen goed doen Abdij siroop aan hun kinderen te geven als zij hebben kou gevat en overdag of 's nachts beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft een zuiverende, verzachtende werking op de ademhalingsorganen, dank zij haar bijzondere samenstelling uit krulden- extracten. Thans per flesch 1.f 1.50 en 2.75. Alom verkrijgbaar. AbdUslroop- Bonbons („gestolde" Abdijsiroop) voor buitenshuis 0.35 en 0.60 per doos. (Adv.) llger aandeed door het gebrul van de- wilde, hongerige dieren. Maar „monsieur" Raymond stoorde zich aan dit alles niet. Kalm ging hU naar het midden van het circus, boog voor de toeschouwers, die nu de gewone toejuichingen achterwege lieten en trad op de kool tce. Toen nam hU een groot stuk vleesch dat een der knechts hem toereikte en liep, het vleesch In de hoogte houdend, twee maal langzaam om de kool heen. De leeuwen sprongen mee rond; het water liep hun uit «ien muil. Aan het einde ven die wandeling klom hU naar de kool, deed de deur open en stond plot'ellng tusschen de leeuwen die als waan zinnig te keer gingen en oorverdoovend brulden. Het was een ontzettend gezicht. Hoog opge richt stond Raymond, met het stuk vleesch in de ééne hand. In de andere hand z'n zweep Fel. maar daarbU zorg dragend ze niet te raken, striemde hU daarmee naar de hongerlgt dieren die gulzig naar het voedsel hapten. Het gelukte hem de dieren wat te kalmeeren en in een hoek bUeen te dringen. Zich kron kelend van begeerte, schudden ze daar aan de tralies. Toen deed Raymond een stap achter uit en het volgende oogenblik lag het vlee'ch op den bodem van de kool, en brullend stortten de dieren zich er op. Maar reeds was Raymonfl tusschen hen in. en met den uitroep: ..Cesar!" zette hU z’n voet op den gretig begeerden bult: dan bukte hij snel, greep, en zwaaide het stuk vleesch. dat hü den leeuwen ontrukt had. boven z'n hoofd. Weer rees er een ontzettend gebrul en weer sprongen de dieren als dol in de kooi rond, maar de temmër bleef kalm, zonder ook maar met de oogen te knippen, midden tn de kool staan. Toen vloog het vleesch voor d< tweede maal naar den grond, en gebruik maker van het oogenblik, dat de dieren er zich wierpen, verliet hü snel de kooi. Nauwelijks was monsieur Raymond In veilig heid of een daverend gejuich brak los. terwUl een aantal knechts van alle kanten groote stukken vleesch in de kool wierpen, om aan het gevecht om het ééne stuk een einde te maken. Het had anders aan enkele dieren het leven kunnen kosten. De leeuwentemmer moest herhaaldelük opnieuw in het circus verschünen. om de toejuichingen van het publiek in ont vangst te nemen. De eenlge. die aan 't handengeklap en voeten- getrappels niet meedeed, was de Engelschman. Die haalde kalm uit z'n portefeuille 5 duizend pond sterling en gaf ze aan een stalmeester met verzoek ze aan monsieur Raymond te overhandigen. HU voegde er de ultnoodlgin^ bijdien avond met hem te koenen aMtpeeren. welke ultnoodigln» de leeuwentemmer aannam Op het overeengekomen uur zaten de twee gemoedelijk aan een tafeltje en lieten zich d- voorgedlende spijzen goed smaken. Toen ze aan hun pousre-café zaten en de Engelschman ronduit aan z'n bewondering voor den moed en den durf van den leeuwentemmer had lucht gegeven, vroeg hU hem. hoe hü di’ nog nooit vertoonde staaltje van dressuur hsd kunnen volbrengen. ..Dat zal ik U zeggen.” antwoordde monsieur Raymond. „Toen ik begon m'n dieren op dit kunstje af te richten, heb Ik hun direct na de voedering een stuk vleesch toegeworpen, dat in terpentünolle was gedrenkt. Van de lucht daarvan .hebben leeuwen een grooten afkeer: ze taalden dus niet naar dit stuk vleesch. Ik nam het dan weg en wierp hun daarna goed stuk vleesch toe. Daar werd dan beetje om gevochten en een van allen at het met smaak op Zoo heb ik hen langzamerhand aan den loer gewend. Ik wachtte eerst een uur na de voe dering. dan langer, en Het hen elndelük we) een dag en langer honger lUden voor de les begon. Om tüd te hebben voor dien cursus, had ik 4 weken bedongen, en u ziet, de loer is mü gelukt. Ik geef toe," eindigde de leeuwentem mer, „dat het een waagstuk was. maar tenslotte Is durf en koelbloedigheid een eerste vereischte voor leder die met leuwen wil omgaan, war- leeuwen zUn geen schoothondJes T T T at is elgeniuk een leeuw? Op deze schün- yy baar naïeve vraag zou men kunnen ant- woorden, dat de leeuw allereerst een „koopwaar” Is, welks waarde zich aan de wet van vraag en aanbod aanpast en ten tweede, dat de leeuw een «lier Is met volstrekt Indlvl- dueele karaktereigenschappen, die men moet Jeeren kennen om het dier te temmen. In dertig jaren zün meer dan duizend leeuwen' door mün handen gegaan. Het gebeurde zoo: In mün jonge jaren studeerde Ik, om, als mün vader, architect te worden. Mün vader had mü een flets geschonken, opdat Ik zoo snel moge- lük van het eene bouwwerk naar het andere kon rijdenDe flets was 35 Jaar geleden een kleine sensatie en wekte mün fantasie op. Ik besloot spoedig de architectuur op te geven en werd renner en kunstrijder. Nadat Ik als eerste, of laat ons zeggen een deereersten, het halsbrekende kunststuk van „the looping the loop" had uitgevoerd, moest Ik wat nieuws op het gebied der artis ten kunst verzinnen, om ver der te komen. Een vriend uit Engeland bood mü 12 leeuwen te koop aan. Destijds kostte een „wilde” leeuw, d.w.z. een ongedresseerde leeuw, ongeveer 3000 Mark. Tegenwoordig is ook deze waar In prijs gedaald, zoodat men een „prima leeuw” voor 1500 tot 2000 mark koopen kan. Nadat Ik de dieren had gekregen en naar Berlün getransporteerd had. begon ik mü in de geheimen van de dlerenpsychologie te verdie pen. Slechts de nauwkeurige kennis der «{Jeren- psychologle. als men het zoo zeggen mag heeft het mü mogelük gemaakt, dit te worden wat men een leeuwentemmer fioemt, om niet het woord dresseur of dompteur te gebruiken. De dieren werden In groote kooien In der buitenwüken van de wereldstad onderge bracht. Nu moest men elkaar wederkeerig leeren kennen. Urenlang zat .k gedurende een maand of vier voor de kool. Ik gaf els dier afzonderlük een naam en praatte allerlei dwaasheid met mün pupillen. Hierbü viel mü spoedig op dat elk dier andere eigenschappen heeft. De ’eene leeuw reageert b.v. als een bezetene op elk woord, hü brult, gaat op de achterpooten staan en schünt niet voor goede woorden vatbaar te Zün. Een andere kükt heelemaal niet naar Iemand om. verveelt zich klaarblükelük en straft den mensch met zün verachting. Een derde dier weer heft den kop omhoog en kükt dengene. die zich met hem bemoeit, dom aan. Elke leeuw reageert ang«s^)p uiterlijka prikkels. Leeuwen- gebrul is, «4K. dan Iqekan verwondarlük mag •chijnen. meeat een toeken van welbehagen, tenminste. aBTde Bieren niet juist een robbertje vechten. Zooals bü de menschen impulsief zin gen en fluiten, is bü de leeuwen gebrul een tee- ken van overmoed en uitbundigheid. Verscheidene leeuwen hebben ook een beslist eigen gevoel voor muziek. Militaire marschen en lawaaierige muziek vallen nooit In hun smaak Exotische muziek daarentegen, dof tromgeroffel en lang aangehouden fluittonen hooren zü «raag. Nadat ik na maandenlangen arbeid den In druk had. dat de dieren mü kennen, waagde ik mü in de leeuwenkooi. Ik was geheel ongewa pend. want een pistool is tegenover een wild beest een tameUjk nutteloos werktuig. Het beste wapen in den strijd met den leeuw Iseen heel gewone stoel. Ook dit feit heeft zün psy chologische verklaring. Het vuurwapen, welks werking het dier niet kent en welks werking ook dikwijls niet effectief is, jaagt den leeuw geen büsondere angst aan. Een stoel daaren tegen, met zijn, den leeuw totaal onbekenden vorm, schünt het dier een fantastisch wange drocht toe, waarvoor ook het wildste beest in zijn schulp kruipt. Mün eerste bezoek in de kooi verliep vlot. Bet schünt echter mün lot te zün, elk Jaar ééns door een leeuw te worden aangevallen. Ik heb tijdens mün geheele carrière ongeveer 30 aan vallen meegemaakt. De ergste speelde zich als *olgt af: Ik was In de kool aan het voederen en het vleesch werd mü niet snel genoeg aange reikt. Plotseling sprong een reusachtige leeuw op mü af en gaf mü een vreeselüken slag met zün klauw In het gezicht. HU scheurde mün heele rechter gezlcltshelft uit elkaar. Ik kon niets zien, de gezichtszenuw was klaarblükelük verlamd en met bloed bedekt zonk Ik op den «rond. Mün vrouw snelde mü te hulp en slin gerde een stoeltje naar den leeuw. Ik werd be wusteloos weggedragen en herstelde slechts langzaam van den gevaarlüken overval Bü een anderen aanval bleef mü niets anders over dan tegen de tralies van de kooi op te klimmen en mü door het open dak te redden. wu'tzün van hun kracht op stukken zullen scheuren”. Monsieur Raymond lachte. ,.Er óverkomt mü niets. Ik ken m'n leeuwen en me zelf te goed, om ook maar één oogenblik Uw bezorgdheid te deelen.” „Ik hóóp, dat U gelük hebt, maar ik ben zeker van de vervulling müner voorspelling." ..En als Ik U nu eens het bewüs leverde, dat ik een absolute heerschappU over m’n dieren bezit.” „Dan zeg ik niets meer; maar hoe wilt U dat bewüs leveren?" „Door een krachttoer die U me kunt voor stellen te doen." De Engelschman dacht even na. „Goed, dan zullen we een weddenschap aangaan. U laat de leeuwen twee maal vier en twintig uur honger lüden: dan gaat U In de kool en gooit hun een stuk vleesch voor, dat U hun eerst goed hebt laten zien en dan neemt U het hun weer af. Als U wint, betaal Ik U 5000 p. ster ling; als U verliest, krüg ik van Uw circus directie dezelfde som Aangenomen?” ..Aangenomen,” zei Raymond en hü sloeg in de uitgestrekte hand van den Engelschman. „Vandaag over 4 weken zal Ik In de voorstel ling die proef nemen." Den volgenden morgen begon monsieur Raymond z'n voorbereiding tot de gevaarlüke proef. De ruimte, waarin «lond. wor' laten. Het ..Dat Is zoo. maar zü kunnen het haar alle bei bevolen hebben." „Dat kan, maar het is toch altüd vreemd, als *oord en geschrift van één persoon niet klop- !>m. Maar laten wü niet langer onzen tijd ver- •pillen. Mevrouw Belden kan alles ophelderen, j Wilt u haar even gaan halen?" Be stond op en ging mevrouw Belden halen. I Oryce ontving haar eerbiedig en beleefd en dat E vleide haar ten zeerste. Hü richtte zich op in I «ün stoel en sprak: Dus In uw huls heeft zich deze onaangename i gebeurtenis afgespeeld. Wilt u niet gaan zitten. ■Is deze vraag ten minste in uw eigen salon pp baar plaats Is. „Helaas, het Is nauwelüks nog mün eigen “Hl».’’ antwoordde zü op droevlgen toon. „Ik ben hier büna een gevangene en Ik kom en ga, 1 *Preek en zwüg. al naar men mü beveelt. En “at allemaal omdat een arm meisje, dat ik uit ®edelüden onderdak bood, In mün huls Is over leden!” „U hebt gelUk,” zei Oryce. „het Is zeer onbil- Alk. Maar dat komt wel in orde. Wü zullen wel mü ook, dat Iemand haar geld beloofd had als zü het geheim, dat zü kende, bewaarde en dat zü «ver een poosje, als bet verleden zou zijn ver geten, heel gelukkig zou worden. Dat afles bU een genomen, maakt haar dood nog verrassen der. Ik kan niet gelooven, dat een meisje, dat zoo vroolijk en gezond is, zoo maar, zojider dat iemand er lets van weet, sterft. Maar..” „Een oogenblik.” zei Gryce. „u zei iets van een toekomst waar zü zich op verheugde. Wat be doelt u daarmee?" „Zü trachtte zich op te werken, dingen te leeren, die zü niet kende. Zoo leerde zü behoor lijk lezen en schrüven. Toen zü hier kwam, schreef zü heel slecht, en alleen in onbeholpen drukletters." Oryce kneep büna een stuk uit mün arm. „Toen zü hier kwam, zegt u. Wil dat zeggen, dat zü vorderingen had gemaakt?” „O Ja, mUnheer. Ik gaf haar schrüfles." „Hebt u nog proeven van haar kunde? Die zou ik wel eens willen zien." „Dat weet ik niet; Ik ruimde ze gewoonlük op. want ik houd er niet van, papieren te zien rondslingeren. Maar ik zal eens gaan zoeken." ,Jk ga met u mee," zei de detective. „Ik wil boven ook eens rondküken." In weerwil van zün Jicht stond hü op en klom. zoo goed en zoo kwaad als het ging, de trap op. Na ongeveer tien minuten, kwamen zü terug, beladen met doozen. ,,Dlt Is al het schrüfpapler dat er in huls la,” verklaarde Oryce. „vanaf heele schriften tot De voorstelling begon, maar voor de pres taties der andere artlsten was weinig aandacht. Het laatste nummer voor het optreden yan monsieur Raymond was vertoond en men kon de spanning van de gezichten aflezen. Het tee- ken werd gegeven en langzaam werd de leeu wenkool het circus binnengereden. Het perso neel nam de buitenschotten af en schroefde de kool omhoog. De dieren, die anders zoo kalm in hun kool heen en weer liepen, sprongen nu wild rond, alsof ze door de traliehekken heen wilden breken. Toen verscheen de temmer In gezelschap van den Engelschman. Nadat deze zich overtuigd had, dat geen onregelmatigheden konden voor komen. begaf hü zich naar z'n plaats. (•■ItBStlXSBRtBtRÓdRtBBÓSIISRdiaiKBSIRtBIBStltRBR^ I I ddddBSdSddSddddddddddBBBBBdiMSBBdB ongelukken begonnen te vreezen. Er heerschte onder het publiek diepe stilte, die nog grleze- Ook bü den gedresseerden. dus schünbaar ge- temden leeuw, loopt elke vreemde, die in de onmlddellüke naoüheld van het dier komt, ge vaar. door hem verscheurd te worden. Bü de opname van de Quo VatZs-fllm tn Rome Is een van mün gedresseerde leeuwen over een 6 meter hoogen muur gesprongen en heeft een ongeluk- klgen figurant door een beet In den nek gedood. Bü de eerste opname van dezelfde Quo Vadis- fllm, eveneens te Rome, en wel in 1912, heb Ik een komische situatie meegemaakt. Mün leeu wen werden de arena binnengelaten. Het eerste wat zü deden, was het kostbare tapüt voor de loge van keizer Nero naar beneden rukken en tot groote ontzetting van, den regisseur het dure requlslet aan flarden scheuren. De schare „Was zü niet eens bedroefd over Juffrouw Eleunore. die er toch volgens de kranten leelük In zat? Maar misschien wist Hannah het niet?" „Ik had het haar verteld. Ik was zoo verbaasd over dat bericht, dat ik Hannah het artikel voor las, terwü! ik haar aanrtachtig gadesloeg om te zien hoe zü er op reageerde.” ,Xn?" „Het leek alsof zü het niet begreep. Zü vroeg mü, waarom Ik haar dat voorlas; zü zei zelfs, dat zij er niets meer over hooren wilde." „Hm. En toen?" „Dat is alles. Zü stopte haar vingers In de coren en trok zoo n gezicht, dat ik de kamer verliet." „Wanneer gebeurde dit?” „Ongeveer drie weken geleden." „Heeft zü er later nooit eens op gezinspeeld?" „Neen, mUnheer, nooit." „Hebt u nooit gemerkt, dat iets haar dwars zat: angst ot wroeging of zooietsT’ „Integendeel, het was net alsof zü helmelük ergens trotsch op was.” „Heel vreemd.... volkomen onverklaarbaar," mompelde Gryce. „Dat vond Ik ook. In het begin dacht ik dat zü volkomen gevoelloos was; ik dacht dat zü te dom was om den ernst der gebeurtenissen te vatten. Maar toen Ik haar beter leerde kennen, moest ik mün meenlng herzien. Haar opgewekt heid had blükbaar een grond. Zü voorzag blük- baar een betere toekomst, waar zü zich op ver heugde. Zoo vroeg zü mü bUvoorbeeld eens. of zü zou kunnen leeren plano spelen. Zü vertelde t JJ 1 -f op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngevoorwearden tegen f Qfïfïfï bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f bü verlies van een hand f 1 9C oU verlies van een f Efl bij een breuk van f Afl bü verlies van te AltP EflJQflflR nngevsllen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen verlies van beide armen, belde beeneif ot belde oogen J t doodslaken afloop een voet ot een oog f a Zi «z» duim of wijs vinger «zl/s-been ot arm f 7</«* anderen vinger een verklaring vinden voor dien plotsellngen «kxxl. U hebt geen vergif In huls?" „Neen. mUnheer." „Het meisje ging nooit uit?” .Jiooit, mijnheer." ..Zoodat zü onmogelük men?” .Juist, mUnheer.” „Tenzü zü het bü zich had toen zü hier kwam." „Dat kan niet, want zü had geen bagage bü zich en Ik heb haar zakken nagekeken, dus Ik weet wat er In zat." „Wat vond u er In?” „Bankbiljetten en meer dan met Hannah's positie In overeenstemming was wat klein geld en een zakdoek 6 „Als er geen vergif In huls was, kan zü dus niet vergiftigd zün." ..Dat heb Ik ook al tegen mUnheer Raymond gezegd." .Misse hien is zü overleden aan een hart kwaal?” vervolgde Oryce. „Was zü gisteren nog gezond?" ,Ja, mUnheer, tenminste zoo leek het mü." „Vroolük?" „Heel vroolük." „Dat begrijp Ik niet." riep hü uit. „Haar on gerustheid over wat er in Ne»-York gebeurd was, moest toch voldoende zün om haar vroo- lükheid te temperen....” „Dat lükt mü ook,” antwoordde mevrouw Bel den, „maar dat was in ieder geval niet zoo, in tegendeel....'*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15