mMoal van den dag
I
1
I
35
55
V!S.«
n
THERMOGENE
Ervaringen van een leeuwentemmer
KAPITEIN SCHNEIDER
VERTELT
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
Belangstellend toehoorder
J
1
GRATIS PROEF-AANBOD
VAN KRUSCHEN
VRIJDAG 3 NOVEMBER
De Quo Vadis-film
Sint Martijnsfeest
i!
I
•J.
I
en
DOOR ANNA K. GREEN
Zigeuner-congres in
Roemenië
Dalend geboortecijfer
in Duitschland
Gevallenen-monument
ingewijd
HET GEVAL
LEAVENWORTH
Ert
Letterkundige academie
in Polen
De valuta van
Mandsjoekwo
DE SUCCESVOLLE
BESTRIJDER
HOEST
KOUDE
R H E U-
MATIEK 1
STEKEN
IN DE ZIJ t
W^EREREOr'-
Öppassen en terstond in
grijpen. Niets beter dan
Zij werd een ander mensch
en gaf het ook aan haar kleine meid.
Weddenschap van
i
i Monsieur Raymond j
tchynt tnyn lot te zyn eens
por jaar te worden aan
gevallen”
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
VAN
1
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
5<iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii<iiimiiiiiimiiiiiiiniiiiiimiiiiiiiii<iiiiiiiiiiiiiii
kunnen
een
>7
(Adv)
4
o IJ verlies van een
Maar kijk hier eens even
aan vergif kon ko-
t
(Wordt vervolgd)
ai
i
•i
een
een
verkrijgbaar bij
ATOTH. EN DROG.
'4 atgescfauU eu.niei
gerucht der Wedd,
maal
brief.
„Weet
‘I
Het geboortecijfer 1®. puitachland vertoont
een falende lijn.
■uïen gepubliceerd rapport
Te Hamburg is de bekende roofdier*
dresseur kapitein Schneider door een
zijner Quo Vadis-leeuwen aangevallen
en gewond. Naar aanleiding daarvan
publiceeren w(j een artikel van de hand
van Schneider, waarin hjj spreekt over
»ljn ervaringen als leeuwentemmer.
u Beker.” vroeg ik aan mevrouw Bel
den. „dat Hannah niet hier ot daar een stuk
papier van een andere soort heeft gevonden?"
„Ik heb geen andere soort in huis, mijnheer.
Bovendien, waarom zou Hannah zich de moeite
gegeven' hebben om ander papier te Rieken, als
er een doos vol van deze soort op haar kamer
staat?"
„Kijk eens hier." zei ik en toonde haar den
onbesciueven kant van den brief, „hebt u nooit
In de nabijheid van Boekarest hebben 10.000
Roemeensche Zigeuners een congres gehouden,
waar zij hun bezwaren hebben kenbaar gemaakt
tegen de verschijnselen der moderne techniek,
speciaal tegen de radio én'het autoverkeer.
Een memorandum werd opgesteld, waarin de
Roemeensche regeerlng wordt verzocht:
1. Het autoverkeer te beperken, daar het de
ondergang beteekent van de paardenhandelaars
onder de zigeuners.
2. Het openbaar uitzenden van radiomuzlek
tegen te gaan, daar zjj het bestaan der muzi
kanten onder de Zigeuners ernstig bedreigt.
De zigeuners vragen ook om een monopolie
voor den bloemenverkoop In Boekarest en pro-
testeeren tegen de concurrentie hun aangedaan
door dames, die bloempjes verkoopen voor lief-
dadigheidsdoeleinden.
Ten slotte verzoeken zij de regeerlng, allen me
diums en waarzegsters, welke geen zigeuners
zijn, te verbieden hun beroep uit te oefenen,
daar de Zigeuners eeuwen lang erkend zijn als
uitsluitend bevoegd in dit bedrijf.
fHU IS /ETS
BETER MIJN -
HEER MACK.
GISTEREN HE(F1
dl EEN BEETJE GE
SPROKEN.
(K WEET HET
NIET PR F (IE 5.
Op initiatief van den minister van onderwijs
Jedrzejewlcz. Is in Polen een Letterkundige
Academie opgericht en zullen de eerste vijftien
„Onsterfelijken” binnenkort worden geïnstal
leerd. De minister heeft de oprichting van deze
academie noodlg geoordeeld, teneinde een be
voegd lichaam te kunnen raadplegen in letter
kundige kwesties.
/^A,JA, DIE MACK STELDE
[LANG IN HET GEEN WAT MIJN— T
XHEFRFL/NT SPRAKHU DEEOPRE-W
IC/ES ALS OF IK WIST WAT M'JN- i
I HEER FLINT GEZEGD HEEFT IK I
MOET NIETS VAN O/EN OUDEN VOS
HEBBEN. Al 5 IK O AH OOK WIST
WAAROVER M/JNHEERFUN7 GE- L
SPROKEN HEEFT. DAN ZOU IK I
(JET HEM IN GEEN GEVAL ï&'-] i
vallen Beuthenaren, i-
soort waarschijnlijk eenig Is.
Het bestaat uit een 400 jazz oude kerk van
schroothout, zooals die voor Opper-Silezië ty
pisch zijn. Aan de wanden der kerk zijn 22 ta
fels aangebracht, bevattende de namen der 1400
gesneuvelden. In het midden der kerk staat een
reusachtige sarcofaag van steenkolen, waarop
een van een hakenkruis voorziene Stahlhelm
rust. Deze sarcofaag, die 1300 centenaars zwaar
is, is een waar kunstwerk en bestaat uit 38 af
zonderlijke stukken, die door een invaliden
mijnwerker en zijn zoons zijn gehouwen.
WAT ZE! HUOAH)
WAAR OVERSPRAXl maarhetmo^T
H'J J/ET5 GE WEES T
----/ Z'JN OVER O/EN
I BANKROOF. WANT
I HU WA 5 ERG OP~
\OEWNOEN.
de leeuwenwagen
■®and weed toege-
léhschap had zich
bliksemsnel verbreid en de prijzen voor de toe
gangskaarten op den crfttëken avond stegen
tot in 1 ongeloofelüke. Er werd overal over den
krachttoer van den leeuwentemmer gesproken
en men haakte naar het uur der voorstelling.
Eindelijk was die avond er. Alle plaatsen in
het circus waren al vroeg bezet: alleen die van
den Engelschman bleef leeg. Die woonde sinds
twee dagen In de remise, waar de leeuwenwagen
In stond, om te kunnen toezien, dat de leeuwen
inderdaad gedurende dat tijdsverloop geen voed
sel kregen.
TOM DOE WAAR-
IHE/D TE ZEGGEN,
ItVJS IK N/ETDicht
\genoeg B>uhem.
I HU ElOT1PEt.DE
WAT ZO O DAT !K
N/E T KON HOO
1 HEN WAT HU IN
DERDAAD ZEI HU j
VJEED INE LR GFVAll
WEEL MOEITE OM IV
Te Beuthen In Opper-SUezlë is een monu
ment ingewijd ter eere van de in den oorlog ge-
welk monument in zijn
De vogels zijn weer aan den trek,
Hetgoen zij altijd doen
Met vogelen-gezelschapsreis,
In ’t vogelreisseizoen!
Het weer wordt hier te ruw en koud
En vogelliefde gaat
Naar blauwe lucht met volop zon
En Zuidelijk klimaat.
Het vogelenprospectus is
Aanlokkelijk gesteld.
En zelfs, deskundig, worden er
De streken bij vermeld.
Trek naar den Nijl, gij ooievaar.
Want in Egypte is
De kikker vet; ge vindt er ook
Den smakelijksten visch!
Wie van een prachtig zitje houdt,
Hem raden wij thans aan
Naar pyramide-punten in
Noord-Afrika te gaan.
Wie van bizarre kleederdracht
Der vogelwereld houdt.
Vindt typische verscheidenheid
In ’t Conqoneesche woud!
Maar onder het propectus staat
Een noot, gecursiveerd:
Op onze reisjes wordt de mensch,
Als ongewenscht, geweerd!
En toch, zien urtj den vogeltrein,
Veer-pluimend door de lucht.
Dan komt een groot verlangen op
En menig onzer.... zucht....
losse blaadjes toe.
naar."
HU gat mU een blad papier, waarop een zin
«enige malen nageschreven was.
„Dit Is het laatste werk van Hannah. Dat lijkt
heelemaal niet op zekere krabbels die wij ken
nen, nietwaar?”
.Neen.”
„Mevrouw Belden vertelde mü. dat Hannah
een week geleden al zoo schreef. Zü was er
trotsch op eu prees voortdurend haar eigen vor
deringen."
Toen boog hü zich naar mü toe en fluisterde
mü in het oor:
,JDe brief dien u in uw zak hebt, moet al lang
geleden geschreven zijn, als zü zelf hem ten
minste heeft geschreven."
Hardop vervolgde hU:
„Laten wü nu eens kUken, welk papier zü ge
woonlijk gebruikte.’’
HU maakte de doozen open, haalde overal wat
uit er. spreidde dat voor mü uit. Het was alle-
anders dan het papier van den bewusten
DAAR n ANNJE
cn hoe gaat
mee met mun-
UEER FL/NTUis
'■'U WA7&FTERT
jialenda lUn.
Volgens eep te I£i
zUn dit jaar t«ït dusver in Duitschland minder
kinderen geboren dan in eenig ander land van
Europa
In Berlijn was het aantal gesloten huwelUken
greoter dan het aantal geboren kinderen
In 1930 was het geboortecUfer 2.032 000. in
1931 daalde het tot 1.032.000 en in 1932 tot
978.000.
De jongste statistische gegevens wijzen echter
weder een lichte stUging van het geboorte
cUfer aan.
wn JE
SOMS eeWE
REN DAT JE
N!E T WIST
WAT HU ZEI'
HU MOET TOCH
IETS GEZEGD I
HEBBEN?
In ons land weten sommige tradities zich
schuchter te handhaven. Slechts op enkele
plaatsen worden bUvoorbeeld Sint Martij nafees
ten nog gevierd en dan minder glorieus en
minder feestelUk dan vroeger het geval was.
De stad Düsseldorf, die, wat het organlseeren
van feesten betreft, wUd en zUd vermaard is.
schenkt als steeds ook dit jaar weer
veel aandacht aan het St. Martijnsfeest. Dat
de Nederlandsche gasten In de RUnlandsche
bloemenstad wederom zeer welkom zijn, moge
blUken uit het feit, dat voor onze landgenoo-
ten, die hun bezoek tevoren bU den Verkehrs-
vereln de stad Düsseldorf aankondigen, spe
ciale plaatsen gereserveerd worden, van waar
zU het voorbijtrekken der kinderstoelen op Vrij
dagavond 10 November a.a. prachtig kunnen
gadeslaan. De kinderen trekken met bloemen,
zelfgemaakte fakkels en muziekkorpsen van
des middags vUf tot zeven uur door de sche
merlichte stad, hetgeen ongetwUfeld een schoon
gezicht moet opleveren.
zoo'n soort papier In huls gehad? Bekijk het
goed; het ia van veel belang."
..Neen. mUnheer, zulk papier heb ik nooit In
huls gehad."
Oryce nam mU den brief af en zei zachtjes:
„Wat denkt u er van? Zou er nog veel kans
bestaan, dat Hannah dit fraaie document heeft
opgesteld?"
Ik moest mij wel gewonnen geven, schudde
het hoofd en vroeg:
..Maar wie heeft het dan geschreven en boe is
het hier gekomen?”
„Daar gaat het nu juist oml"
HU ondervroeg mevrouw Belden langen tüd
over de manier waarop Hannah haar tUd In huls
had doorgebracht. Alle antwoorden wezen op
hetzelfde; de kamenier kon het geschrift niet
hebben meegebracht en nog minder, het van
een geheimen bode hebben gekregen. Als me
vrouw Belden de waarheid sprak en er was
geen reden om daaraan te twUfelen was het
geheim niet op te lossen. Ik begon al te wan
hopen. toen Qrvce zich nog eens tot mUn gast
vrouw wendde en op den man af vroeg:
„Olsteren hebt u een brief gekregen van Mary
Leavenworth, nietwaar?”
,Ja mUnheer
„Zat er niet nog een brief voor Hannah in de
enveloppe?"
„Neen. mUnheer, maar Hannah kreeg zelf <x>k
een brief
„Kreeg Hannah een brief?" riepen wfj belden
tegelijk.
Toen de leeu
wen hun meester
zagen, sprongen
ze als razend In
t rondde kooi
jehudde er zoo
van. dat de toe
schouwers voor
figuranten, dl: In de arena, als gevangen Chris
tenen verkleed op de opname wachtte, was in
een oogenblik verdwenen. De aanbllk van de
voor de wilde dieren vluchtende menschen was
voor mU onbeschrUfelUk komisch, daar Ik de
getroffen veiligheidsmaatregelen volkomen vol
doende achtte. Inderdaad deed zich bU de op
name dan ook geen enkel Incident voor.
t aren geleden trok een In Frankrijk heel
I bekend circus, dat van Oeorges SAnger,
in het Noorden van dit land rond en gaf
daar in büna alle steden voorstellingen.
De ..ster" van den troep was de leeuwen
temmer Isouard Raymond- Met a’n veertien
woudkonlngen gaf hU avond op avond wonde
ren van dressuur te zien. Dicht opeengedrongen
zat daar ademloos het publiek; angstig en hui
verend volgde het het werk van den man In
de leeuwenkool. Maar even onrustig als het
publiek was, even rustig „werkte" morvleur
Raymond. Vrees scheen hU niet te kennen en
z'n heerschappU over de wilde dieren was even
volkomen als die van een burgerman over z'n
hond
Tot de geregelde bezoekers van het circus
behoorde een Engelschman. die steeds met ge
spannen aandacht de toeren van Raymond en
z’n geduchte pleegkinderen 'volgde. HU nam.
naar Engelsche gewoonte, geen notitie van het
publiek. UlterlUk en innerlijk onbewogen, maak
te hU slechts halfluide opmerkingen, die hU
tot zich zelf scheen te richten. Op een avond
liet hU in zoo'n gesprek de meenlng hooren.
dat de leeuwentemmer toch vroeg of laat het
Offer van z'n kunst, of zooals hU het uitdrukte,
door z’n troetelkinderen verscheurd zou worden
Deze opmerking was door een der beambten
van het circus, die op *t oogenblik niets te
doen had. opgevangen en aan monsieur
Raymond overgebracht. Dit was den beroeps
trots van den temmer te na. In de pauze ging
hU naar den EMelschman, die nog steeds kalm
op z'n plaats knoopte een gesprek aan en
wist al heel gluw z'n beroep ter sprake te
brengen. De circusbezoeker luisterde rustig naar
z'n mededeellngen en verhalen.
Toen zei hU opééns: „U schUnt zooveel van
Uw beroep te houden, dat het me werkelUk
voor U spijten zou."
„Wat zou U spUten?” vroeg Raymond.
..Als die lieve beestjes U een ongeluk toe
brachten: het is een tè gevaarlUk spel, dat U
drijft. Dat loopt op den duur nooit goed af
.Denkt U dan. dat er een oogenblik komt,
waayop ik de heerschappU over m'n dieren
zal verliezen en ze me zullen aanvallen?"
„Dat denk ik zeker. Geloot niet, dat U de
leeuwen altUd de baas zult kunnen blUven.
Eens komt het oogenblik. dat ze zich in 't be
ll storten en U aan
Joeng Hoe, de gouverneur van de Bank van
Mandsjoekwo is met negen financiers uit Dai
ren te Kobe aangekomen op weg naar Tokio.
Joeng Hoe heeft verklaard, dat de valuta van
Mandsjoekwo Is geünificeerd en gestabiliseerd.
60 pCt. «Ier oude bankbiljetten van 15 verschil
lende soorten tot een bedrag van 140 mlllloen
Yen zUn reeds uit de circulatie onttrokken, ter-
wUl de rest waarschUnlUk voor Juni 1934 zal
worden ingenomen.
nu DE VOGELS miNHiiiiiiiinniiu
Indien U Kruschen nog steeds niet gepro
beerd hebt probeer het dan nu eens op
koeten van de fabrikanten. ZU hebben thans
voor een beperkten tUd een aantal speciale
..reuzen” pakken verkrijgbaar gesteld, waardoor
het U gemakkelljk wordt gemaakt de werking
van Kruschen zelf eens te ondervinden.
Vraag dus uw apotheker of drogist naar het
„reuzen” pak 1.60. voordat deze alle zyn
uitverkocht.
Dit pak bevat namelitk den erewonen flacon
Kruschen f J.60 en nog een aparte» nroef-
flacon. welke voldoende i« voor ongeveer een
week. Open eerst den proef flacon, probeer dezen
en wanneer daarna niet volkomen overtuigd
bent dat Kruschen alles doet wat er van be
weerd wordt, ia de vewone flacon noR ongeschon
den Breng dezen terug. Uw apotheker of drogist
is gemachtigd U uw heele uitgave k 1.60 on-
middellilk en zonder omwegen terug te betalen.
U hebt Kruschen geprobeerd zonder dat het
iets koatre Kan het vemakteeliiker? Let on, dat
op het etiket od de flesch zoowel als op de bui
tenverpakking de naam Rowntree Handels-Maat
schappij Amsterdam voorkomt.
.Alles heb Ik geprobeerd, omdat ik zoo
benauwd werd door hoestbuien, dat ik
zelfs mijn bezigheden niet meer kon ver
richten Ik was kortademig en leed daarbij
aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde
mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm
kwam bij het gebruik los, waardoor de
ademhaling gemakkelijker jverd. Ik heb de
behandeling een tijdje voortgezet en kan
verklaren met de Abdijsiroop een geheel
ander mensch te zijn geworden. Ook voor
mijn kleine meld gebruik ik het steeds
met goed resultaat.” Zoo schrijft ons
Mevr. J. v. K. te M., wier origlneele brief
voor ieder ter Inzage ligt. Iedereen, die
van borstbenauwdheden te lijden heeft,
zal verstandig doen redding te zoeken bij
de vanouds beroemde Akker’s Abdijsiroop.
Moeders vooral zullen goed doen Abdij
siroop aan hun kinderen te geven als zij
hebben kou gevat en overdag of 's nachts
beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft
een zuiverende, verzachtende werking op
de ademhalingsorganen, dank zij haar
bijzondere samenstelling uit krulden-
extracten. Thans per flesch 1.f 1.50
en 2.75. Alom verkrijgbaar. AbdUslroop-
Bonbons („gestolde" Abdijsiroop) voor
buitenshuis 0.35 en 0.60 per doos.
(Adv.)
llger aandeed door het gebrul van de- wilde,
hongerige dieren.
Maar „monsieur" Raymond stoorde zich aan
dit alles niet. Kalm ging hU naar het midden
van het circus, boog voor de toeschouwers, die
nu de gewone toejuichingen achterwege lieten
en trad op de kool tce. Toen nam hU een groot
stuk vleesch dat een der knechts hem toereikte
en liep, het vleesch In de hoogte houdend, twee
maal langzaam om de kool heen. De leeuwen
sprongen mee rond; het water liep hun uit «ien
muil. Aan het einde ven die wandeling klom
hU naar de kool, deed de deur open en stond
plot'ellng tusschen de leeuwen die als waan
zinnig te keer gingen en oorverdoovend brulden.
Het was een ontzettend gezicht. Hoog opge
richt stond Raymond, met het stuk vleesch in
de ééne hand. In de andere hand z'n zweep
Fel. maar daarbU zorg dragend ze niet te
raken, striemde hU daarmee naar de hongerlgt
dieren die gulzig naar het voedsel hapten.
Het gelukte hem de dieren wat te kalmeeren
en in een hoek bUeen te dringen. Zich kron
kelend van begeerte, schudden ze daar aan de
tralies. Toen deed Raymond een stap achter
uit en het volgende oogenblik lag het vlee'ch
op den bodem van de kool, en brullend stortten
de dieren zich er op. Maar reeds was Raymonfl
tusschen hen in. en met den uitroep: ..Cesar!"
zette hU z’n voet op den gretig begeerden bult:
dan bukte hij snel, greep, en zwaaide het stuk
vleesch. dat hü den leeuwen ontrukt had. boven
z'n hoofd. Weer rees er een ontzettend gebrul
en weer sprongen de dieren als dol in de kooi
rond, maar de temmër bleef kalm, zonder ook
maar met de oogen te knippen, midden tn de
kool staan. Toen vloog het vleesch voor d<
tweede maal naar den grond, en gebruik maker
van het oogenblik, dat de dieren er zich
wierpen, verliet hü snel de kooi.
Nauwelijks was monsieur Raymond In veilig
heid of een daverend gejuich brak los. terwUl
een aantal knechts van alle kanten groote
stukken vleesch in de kool wierpen, om aan
het gevecht om het ééne stuk een einde te
maken. Het had anders aan enkele dieren het
leven kunnen kosten. De leeuwentemmer moest
herhaaldelük opnieuw in het circus verschünen.
om de toejuichingen van het publiek in ont
vangst te nemen.
De eenlge. die aan 't handengeklap en voeten-
getrappels niet meedeed, was de Engelschman.
Die haalde kalm uit z'n portefeuille 5 duizend
pond sterling en gaf ze aan een stalmeester
met verzoek ze aan monsieur Raymond te
overhandigen. HU voegde er de ultnoodlgin^
bijdien avond met hem te koenen aMtpeeren.
welke ultnoodigln» de leeuwentemmer aannam
Op het overeengekomen uur zaten de twee
gemoedelijk aan een tafeltje en lieten zich d-
voorgedlende spijzen goed smaken.
Toen ze aan hun pousre-café zaten en de
Engelschman ronduit aan z'n bewondering voor
den moed en den durf van den leeuwentemmer
had lucht gegeven, vroeg hU hem. hoe hü di’
nog nooit vertoonde staaltje van dressuur hsd
kunnen volbrengen.
..Dat zal ik U zeggen.” antwoordde monsieur
Raymond. „Toen ik begon m'n dieren op dit
kunstje af te richten, heb Ik hun direct na
de voedering een stuk vleesch toegeworpen, dat
in terpentünolle was gedrenkt. Van de lucht
daarvan .hebben leeuwen een grooten afkeer:
ze taalden dus niet naar dit stuk vleesch. Ik
nam het dan weg en wierp hun daarna
goed stuk vleesch toe. Daar werd dan
beetje om gevochten en een van allen at het
met smaak op
Zoo heb ik hen langzamerhand aan den loer
gewend. Ik wachtte eerst een uur na de voe
dering. dan langer, en Het hen elndelük we)
een dag en langer honger lUden voor de les
begon. Om tüd te hebben voor dien cursus, had
ik 4 weken bedongen, en u ziet, de loer is mü
gelukt. Ik geef toe," eindigde de leeuwentem
mer, „dat het een waagstuk was. maar tenslotte
Is durf en koelbloedigheid een eerste vereischte
voor leder die met leuwen wil omgaan, war-
leeuwen zUn geen schoothondJes
T T T at is elgeniuk een leeuw? Op deze schün-
yy baar naïeve vraag zou men kunnen ant-
woorden, dat de leeuw allereerst een
„koopwaar” Is, welks waarde zich aan de wet
van vraag en aanbod aanpast en ten tweede,
dat de leeuw een «lier Is met volstrekt Indlvl-
dueele karaktereigenschappen, die men moet
Jeeren kennen om het dier te temmen.
In dertig jaren zün meer dan duizend leeuwen'
door mün handen gegaan. Het gebeurde zoo:
In mün jonge jaren studeerde Ik, om, als mün
vader, architect te worden. Mün vader had mü
een flets geschonken, opdat Ik zoo snel moge-
lük van het eene bouwwerk naar het andere kon
rijdenDe flets was 35 Jaar geleden een kleine
sensatie en wekte mün fantasie op.
Ik besloot spoedig de architectuur op te geven
en werd renner en kunstrijder. Nadat Ik als
eerste, of laat ons zeggen een deereersten, het
halsbrekende kunststuk van „the looping the
loop" had uitgevoerd, moest Ik wat nieuws op
het gebied der artis ten kunst verzinnen, om ver
der te komen. Een vriend uit Engeland bood
mü 12 leeuwen te koop aan. Destijds kostte een
„wilde” leeuw, d.w.z. een ongedresseerde leeuw,
ongeveer 3000 Mark. Tegenwoordig is ook deze
waar In prijs gedaald, zoodat men een „prima
leeuw” voor 1500 tot 2000 mark koopen kan.
Nadat Ik de dieren had gekregen en naar
Berlün getransporteerd had. begon ik mü in de
geheimen van de dlerenpsychologie te verdie
pen. Slechts de nauwkeurige kennis der «{Jeren-
psychologle. als men het zoo zeggen mag heeft
het mü mogelük gemaakt, dit te worden wat
men een leeuwentemmer fioemt, om niet het
woord dresseur of dompteur te gebruiken.
De dieren werden In groote kooien In
der buitenwüken van de wereldstad onderge
bracht. Nu moest men elkaar wederkeerig leeren
kennen. Urenlang zat .k gedurende een maand
of vier voor de kool. Ik gaf els dier afzonderlük
een naam en praatte allerlei dwaasheid met
mün pupillen. Hierbü viel mü spoedig op dat
elk dier andere eigenschappen heeft. De ’eene
leeuw reageert b.v. als een bezetene op elk
woord, hü brult, gaat op de achterpooten staan
en schünt niet voor goede woorden vatbaar te
Zün. Een andere kükt heelemaal niet naar
Iemand om. verveelt zich klaarblükelük en straft
den mensch met zün verachting. Een derde dier
weer heft den kop omhoog en kükt dengene.
die zich met hem bemoeit, dom aan. Elke leeuw
reageert ang«s^)p uiterlijka prikkels. Leeuwen-
gebrul is, «4K. dan Iqekan verwondarlük mag
•chijnen. meeat een toeken van welbehagen,
tenminste. aBTde Bieren niet juist een robbertje
vechten. Zooals bü de menschen impulsief zin
gen en fluiten, is bü de leeuwen gebrul een tee-
ken van overmoed en uitbundigheid.
Verscheidene leeuwen hebben ook een beslist
eigen gevoel voor muziek. Militaire marschen en
lawaaierige muziek vallen nooit In hun smaak
Exotische muziek daarentegen, dof tromgeroffel
en lang aangehouden fluittonen hooren zü
«raag.
Nadat ik na maandenlangen arbeid den In
druk had. dat de dieren mü kennen, waagde ik
mü in de leeuwenkooi. Ik was geheel ongewa
pend. want een pistool is tegenover een wild
beest een tameUjk nutteloos werktuig. Het beste
wapen in den strijd met den leeuw Iseen
heel gewone stoel. Ook dit feit heeft zün psy
chologische verklaring. Het vuurwapen, welks
werking het dier niet kent en welks werking
ook dikwijls niet effectief is, jaagt den leeuw
geen büsondere angst aan. Een stoel daaren
tegen, met zijn, den leeuw totaal onbekenden
vorm, schünt het dier een fantastisch wange
drocht toe, waarvoor ook het wildste beest in
zijn schulp kruipt.
Mün eerste bezoek in de kooi verliep vlot.
Bet schünt echter mün lot te zün, elk Jaar ééns
door een leeuw te worden aangevallen. Ik heb
tijdens mün geheele carrière ongeveer 30 aan
vallen meegemaakt. De ergste speelde zich als
*olgt af: Ik was In de kool aan het voederen
en het vleesch werd mü niet snel genoeg aange
reikt. Plotseling sprong een reusachtige leeuw
op mü af en gaf mü een vreeselüken slag met
zün klauw In het gezicht. HU scheurde mün
heele rechter gezlcltshelft uit elkaar. Ik kon
niets zien, de gezichtszenuw was klaarblükelük
verlamd en met bloed bedekt zonk Ik op den
«rond. Mün vrouw snelde mü te hulp en slin
gerde een stoeltje naar den leeuw. Ik werd be
wusteloos weggedragen en herstelde slechts
langzaam van den gevaarlüken overval Bü een
anderen aanval bleef mü niets anders over dan
tegen de tralies van de kooi op te klimmen en
mü door het open dak te redden.
wu'tzün van hun kracht op
stukken zullen scheuren”.
Monsieur Raymond lachte. ,.Er óverkomt mü
niets. Ik ken m'n leeuwen en me zelf te goed,
om ook maar één oogenblik Uw bezorgdheid te
deelen.”
„Ik hóóp, dat U gelük hebt, maar ik ben
zeker van de vervulling müner voorspelling."
..En als Ik U nu eens het bewüs leverde, dat
ik een absolute heerschappU over m’n dieren
bezit.”
„Dan zeg ik niets meer; maar hoe wilt U dat
bewüs leveren?"
„Door een krachttoer die U me kunt voor
stellen te doen."
De Engelschman dacht even na. „Goed, dan
zullen we een weddenschap aangaan. U laat
de leeuwen twee maal vier en twintig uur honger
lüden: dan gaat U In de kool en gooit hun
een stuk vleesch voor, dat U hun eerst goed
hebt laten zien en dan neemt U het hun
weer af. Als U wint, betaal Ik U 5000 p. ster
ling; als U verliest, krüg ik van Uw circus
directie dezelfde som Aangenomen?”
..Aangenomen,” zei Raymond en hü sloeg in
de uitgestrekte hand van den Engelschman.
„Vandaag over 4 weken zal Ik In de voorstel
ling die proef nemen."
Den volgenden morgen begon monsieur
Raymond z'n voorbereiding tot de gevaarlüke
proef. De ruimte, waarin
«lond. wor'
laten. Het
..Dat Is zoo. maar zü kunnen het haar alle
bei bevolen hebben."
„Dat kan, maar het is toch altüd vreemd, als
*oord en geschrift van één persoon niet klop-
!>m. Maar laten wü niet langer onzen tijd ver-
•pillen. Mevrouw Belden kan alles ophelderen,
j Wilt u haar even gaan halen?"
Be stond op en ging mevrouw Belden halen.
I Oryce ontving haar eerbiedig en beleefd en dat
E vleide haar ten zeerste. Hü richtte zich op in
I «ün stoel en sprak:
Dus In uw huls heeft zich deze onaangename
i gebeurtenis afgespeeld. Wilt u niet gaan zitten.
■Is deze vraag ten minste in uw eigen salon pp
baar plaats Is.
„Helaas, het Is nauwelüks nog mün eigen
“Hl».’’ antwoordde zü op droevlgen toon. „Ik ben
hier büna een gevangene en Ik kom en ga,
1 *Preek en zwüg. al naar men mü beveelt. En
“at allemaal omdat een arm meisje, dat ik uit
®edelüden onderdak bood, In mün huls Is over
leden!”
„U hebt gelUk,” zei Oryce. „het Is zeer onbil-
Alk. Maar dat komt wel in orde. Wü zullen wel
mü ook, dat Iemand haar geld beloofd had als
zü het geheim, dat zü kende, bewaarde en dat
zü «ver een poosje, als bet verleden zou zijn ver
geten, heel gelukkig zou worden. Dat afles bU
een genomen, maakt haar dood nog verrassen
der. Ik kan niet gelooven, dat een meisje, dat
zoo vroolijk en gezond is, zoo maar, zojider dat
iemand er lets van weet, sterft. Maar..”
„Een oogenblik.” zei Gryce. „u zei iets van een
toekomst waar zü zich op verheugde. Wat be
doelt u daarmee?"
„Zü trachtte zich op te werken, dingen te
leeren, die zü niet kende. Zoo leerde zü behoor
lijk lezen en schrüven. Toen zü hier kwam,
schreef zü heel slecht, en alleen in onbeholpen
drukletters."
Oryce kneep büna een stuk uit mün arm.
„Toen zü hier kwam, zegt u. Wil dat zeggen,
dat zü vorderingen had gemaakt?”
„O Ja, mUnheer. Ik gaf haar schrüfles."
„Hebt u nog proeven van haar kunde? Die
zou ik wel eens willen zien."
„Dat weet ik niet; Ik ruimde ze gewoonlük
op. want ik houd er niet van, papieren te zien
rondslingeren. Maar ik zal eens gaan zoeken."
,Jk ga met u mee," zei de detective. „Ik wil
boven ook eens rondküken."
In weerwil van zün Jicht stond hü op en
klom. zoo goed en zoo kwaad als het ging,
de trap op. Na ongeveer tien minuten, kwamen
zü terug, beladen met doozen.
,,Dlt Is al het schrüfpapler dat er in huls la,”
verklaarde Oryce. „vanaf heele schriften tot
De voorstelling begon, maar voor de pres
taties der andere artlsten was weinig aandacht.
Het laatste nummer voor het optreden yan
monsieur Raymond was vertoond en men kon
de spanning van de gezichten aflezen. Het tee-
ken werd gegeven en langzaam werd de leeu
wenkool het circus binnengereden. Het perso
neel nam de buitenschotten af en schroefde de
kool omhoog. De dieren, die anders zoo kalm
in hun kool heen en weer liepen, sprongen nu
wild rond, alsof ze door de traliehekken heen
wilden breken.
Toen verscheen de temmer In gezelschap van
den Engelschman. Nadat deze zich overtuigd
had, dat geen onregelmatigheden konden voor
komen. begaf hü zich naar z'n plaats.
(•■ItBStlXSBRtBtRÓdRtBBÓSIISRdiaiKBSIRtBIBStltRBR^
I I
ddddBSdSddSddddddddddBBBBBdiMSBBdB
ongelukken begonnen te vreezen. Er heerschte
onder het publiek diepe stilte, die nog grleze-
Ook bü den gedresseerden. dus schünbaar ge-
temden leeuw, loopt elke vreemde, die in de
onmlddellüke naoüheld van het dier komt, ge
vaar. door hem verscheurd te worden. Bü de
opname van de Quo VatZs-fllm tn Rome Is een
van mün gedresseerde leeuwen over een 6 meter
hoogen muur gesprongen en heeft een ongeluk-
klgen figurant door een beet In den nek gedood.
Bü de eerste opname van dezelfde Quo Vadis-
fllm, eveneens te Rome, en wel in 1912, heb Ik
een komische situatie meegemaakt. Mün leeu
wen werden de arena binnengelaten. Het eerste
wat zü deden, was het kostbare tapüt voor de
loge van keizer Nero naar beneden rukken en
tot groote ontzetting van, den regisseur het
dure requlslet aan flarden scheuren. De schare
„Was zü niet eens bedroefd over Juffrouw
Eleunore. die er toch volgens de kranten leelük
In zat? Maar misschien wist Hannah het niet?"
„Ik had het haar verteld. Ik was zoo verbaasd
over dat bericht, dat ik Hannah het artikel voor
las, terwü! ik haar aanrtachtig gadesloeg om te
zien hoe zü er op reageerde.”
,Xn?"
„Het leek alsof zü het niet begreep. Zü vroeg
mü, waarom Ik haar dat voorlas; zü zei zelfs,
dat zij er niets meer over hooren wilde."
„Hm. En toen?"
„Dat is alles. Zü stopte haar vingers In de
coren en trok zoo n gezicht, dat ik de kamer
verliet."
„Wanneer gebeurde dit?”
„Ongeveer drie weken geleden."
„Heeft zü er later nooit eens op gezinspeeld?"
„Neen, mUnheer, nooit."
„Hebt u nooit gemerkt, dat iets haar dwars
zat: angst ot wroeging of zooietsT’
„Integendeel, het was net alsof zü helmelük
ergens trotsch op was.”
„Heel vreemd.... volkomen onverklaarbaar,"
mompelde Gryce.
„Dat vond Ik ook. In het begin dacht ik dat
zü volkomen gevoelloos was; ik dacht dat zü te
dom was om den ernst der gebeurtenissen te
vatten. Maar toen Ik haar beter leerde kennen,
moest ik mün meenlng herzien. Haar opgewekt
heid had blükbaar een grond. Zü voorzag blük-
baar een betere toekomst, waar zü zich op ver
heugde. Zoo vroeg zü mü bUvoorbeeld eens. of
zü zou kunnen leeren plano spelen. Zü vertelde
t JJ 1 -f op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngevoorwearden tegen f Qfïfïfï bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f bü verlies van een hand f 1 9C oU verlies van een f Efl bij een breuk van f Afl bü verlies van te
AltP EflJQflflR nngevsllen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen verlies van beide armen, belde beeneif ot belde oogen J t doodslaken afloop een voet ot een oog f a Zi «z» duim of wijs vinger «zl/s-been ot arm f 7</«* anderen vinger
een verklaring vinden voor dien plotsellngen
«kxxl. U hebt geen vergif In huls?"
„Neen. mUnheer."
„Het meisje ging nooit uit?”
.Jiooit, mijnheer."
..Zoodat zü onmogelük
men?”
.Juist, mUnheer.”
„Tenzü zü het bü zich had toen zü hier
kwam."
„Dat kan niet, want zü had geen bagage bü
zich en Ik heb haar zakken nagekeken, dus Ik
weet wat er In zat."
„Wat vond u er In?”
„Bankbiljetten en meer dan met Hannah's
positie In overeenstemming was wat klein
geld en een zakdoek 6
„Als er geen vergif In huls was, kan zü dus
niet vergiftigd zün."
..Dat heb Ik ook al tegen mUnheer Raymond
gezegd."
.Misse hien is zü overleden aan een hart
kwaal?” vervolgde Oryce. „Was zü gisteren nog
gezond?"
,Ja, mUnheer, tenminste zoo leek het mü."
„Vroolük?"
„Heel vroolük."
„Dat begrijp Ik niet." riep hü uit. „Haar on
gerustheid over wat er in Ne»-York gebeurd
was, moest toch voldoende zün om haar vroo-
lükheid te temperen....”
„Dat lükt mü ook,” antwoordde mevrouw Bel
den, „maar dat was in ieder geval niet zoo, in
tegendeel....'*