- I
H
G
V
V
DE MODE IS OOK PRACTISCH
VOOR DE KEUKEN
BREIWERK
SPELDENKUSSEN
Nuttige wenken
WIJ HEBBEN HET
DRUK!
DE INRICHTING
VAN EEN HAL
KNIPPATROON
Weener taart
orp
le
n
I
De
as*
ne
de
ie-
U
id*
4!
I
2 J
■Overhemdje voor jongens van
7 tot 8 jaar
Slobpakje met muts voor kindje
van 1 tot 2 jaar
L izi
1
^:*?**S*
DORA.
PO I. A
het
breit
DINY
IS No-
de moderne hallen passen de lijstjes
ede te
ANEMOON.
I
heen en
en
e
ge
den
on»
hel-
itei-
gen
in
een
'aft
and
ezer
na'i
Een
een
akte
den
aantal
i gaan
s bou-
ntnlng.
It door
snaren
ig van
uitreis
en be-
r hier
doelde
vorden
■erdere
nsche-
leelne-
n ver
te be-
behoe-
•ids-
naar
•ember
spoort,
•an de
de
dan:
f
ook
i en
>pen
rbe-
eten
den.
Wie
de
aan
die
heid
Mar
deel
eett
icig-
ten-
de
leze
ïen,
tel-
met
be-
x>e-
-ife?
w
t ver-
oltant
s van
ecdatn
ecbte-
e van
eeft uw hal een Idee van welkom bij
het binnentreden?
uw huls binnenkomt,
wanneer u die bezit, een gezelligen. uit-
noodigenden indruk maken,
gebouwde huizen hebben een
i Raad
in het
ts van
de
>ten in
et ge
ld tot
aangegeven plaatsen, waarna ge In ’t spllt-
je nog 4 knoopsgaatjes maakt. Desverkie-
zend kunt ge het zoompje onderaan de
blouse wat breeder maken, en er een elas
tiek door rijgen.
r wordt den ontwerpers van de mode
H wel eens verweten, dat ze onpractlsch
zijn en geen rekening houden met ’t
verminderde budget van de vrouw. Wij
kunnen het hiermee maar ten deele eens
zijn. Natuurlijk worden er altijd veel din
gen op de markt gebracht, die geschikter-
zijn om bekeken dan om gedragen te wor
den, maar voor de vrouw, die In overeen
stemming met haar figuur en.met haar
beurs weet te kiezen is er altijd nog heel
veel moois te vinden. Zoo zien we hier een
trots pieces. Het mantelpakje, dat velen wat
koud vinden in den winter, wordt aange
vuld door een driekwart mantel. Deze man
tel met halflange mouwen kunnen we zelfs
in den zomer dragen en het pakje, dat ver-
bekleedsel past bij een modern schema en
Is zeer rustig om op te loepen; graniet is
veel kouder, doch aangenaam te maken
met losse tapijten; ook linoleum is zeer
goed met een bedekking van een paar
mooie kleedjes; het patroon kan gekozen
worden bij elk gewenscht schema.
Uw trap- en hallooper en matten houdt
U in één kleur en ontwerp, om een rustig
Idee te verkrijgen. Voor arbeidsbesparing,
zoowel als voor het nieuwe aanzien, kunt
U voor den traplooper de nieuwe looper-
clips gebruiken. En wanneer uw hal mo
dern is aangekleed, met verchroomde meu
belen kan men speciale platte verchroomde
looperbanden gebruiken.
Welke is de beste trapbekleedlng?
Een geknoopt karpet is het duurzaamste,
een haarkarpet is goedkooper en duurt ook
lang. Onder den looper komen kussentjes
of ondervilt om de duurzaamheid te ver
lengen.
Welke moet de beslissende factor zijn bij
het kiezen van een effen of een gepatroon-
den looper?
Een gepatroonde looper vertoont veel
minder voetindrukken dan een effen loo
per, maar wanneer een trap smal is, zal
een breede effen looper de trap breeder
doen lijken, terwijl op een breede trap een
gepatroonde looper voordeeliger uitkomt.
De trap moet geschilderd worden in een
kleur, passend bij ‘die van de balustrade,
leuningen, deuren en verder houtwerk van
de hal. Kiest U bij uw oud meubelwerk
elkenhout-beschlldering en muren van per-
kamentkleur of ivoor, met een lambrizee-
rlng van het nieuwe afneembare behangsel
voor de moderne hal kiest U moderner
kleuren, zooals duifgrijs voor lambrizeering,
rood of zwart voor de trap, zacht geel of
grijs voor uw aardewerk, effen tapijten van
licht grijs, moderne lamp met verdekt
licht. Een andere goede halkleur is: crème
muren met jadegroen voor hout en lam
brizeering. Deze kleur kan voor achter
grond van verschillend meubelwerk ge
bruikt worden.
Licht in de hal: Te vaak zijn hallen in
het halfduister gehuld, terwijl een goed
sterk afgeschermd licht pas een goed gast
vrij en gezellig idee geeft. Een lantaarn,
passend bij uw Inrichting van gebeeld
houwde banken enz. geeft een warm schljn-
rubber-sel wanneer de ruitjes van strookleur zijn;
Wanneer men
moet de hal.
Begin nu reeds leege klosjes, lucifers
doosjes. busjes en verder alles wat daar
voor in aanmerking kan komen, te bewa
ren, dan hebt U tegen Sint Nicolaas en
Kerstmis een aardige verzameling voor Uw
surprises I
vergezeld gaan van dat verrukkelijk gevoel
van voldoening, dat, volmaakte en voort
durende orde geeft. U zult zich bewust wor
den, dat U op de juiste manier werkt, effi
cient. en dat geeft een opgewektheid, die
het vlotten van de werkzaamheden en het
spoedig gereedkomen niet weinig bevordert!
8. A. T.
een bol of groot plafond-llcht, gehangen
in het midden van het plafond met sterk
licht van binnen, op het plafond reflectee-
rend, zoodat de hal goed verlicht is, is zeer
geschikt voor de moderne inrichting. In dat
geval moet het plafond eenigszlns getint
zijn, zoodat men een warm reflecteerend
effect krijgt. Men kan in de hal ook een z.g.
spaarlamp hebben, die men tot volle sterk
te kan maken, en tot een vaag lichtje kan
verminderen, zoodat de hal nooit geheel in
verlichting is door middel van melkglazen
strooken uit de hoeken.
De muren boven de trap leenen zich bl-
zonder voor het behangen met een paar
goede platen of schilderijtjes, niet te groot
en vooral niet te dicht op elkaar.
Wanneer een kleurige, beschilderde
hal heeft, zullen lijstjes van lakrood, of
jade-groen mooi staan met een passe-par
tout van linnen in naturelkleur. Bij een
eiken hal zult U eiken lijstjes nemen. Bij
van
verchroomd metaal met licht grijze fineer-
passe-partout.
Dit aardige speldenkussen maken we van
een kartonnen ring uit een kluwen haak-
zijde. Knip den bodem van stevig papier
en plak hem vast. We hebben nu een doos
je dat we met zaagsel of watten vullen.
Voor den bovenkant van het speldenkus
sen knippen we een rond lapje van fleurig
gebloemd cretonne, dat groot genoeg moet
zijn om het gemakkelijk om den ring te
kunnen plakken. Strik nu een lint, dat de
breedte heeft van den ring er om
klaar is ons speldenkussen.
lengte en 5 c.M. breedte. Het manchetje,
dat ge 23 C.M. lang en 12 c.M. breed knipt,
wordt aan en op den goeden kant opgestikt.
De mouw rimpelt ge daarvoor in, uitgezon
derd de 6 c.M. van de ondermouw tot aan
het splitje. Bij het Inzetten der mouwen
neemt ge den naad 3 c.M. meer naar voren
dan den zijnaad, waarna ge de mouw op
de blouse overstikt. In de manchetjes maakt
ge twee knoopsgaatjes, aan weerskanten
één, waardoor later de manchetknoop
Veel nieuw-
hal, doch
weinige zien er gezellig uit. Zelfs wanneer
ze klein en donker zijn, zooals vaak het
geval is, dan kan men wonderen verrich
ten met een serieuze aankleedlng. Om een
effect van meer kleur en licht te brengen,
veronderstel dat de achtergrond wat don
ker is, en U kunt nog niet tot een nieuwe
decoratie overgaan, dan zal veel verbete
ren, door het opnieuw arrangeeren van de
hal-meubelen. Indien mogelijk wordt alles
weggedaan, wat de hal kleiner doet lijken
en worden eenlge aardige dingen van com
fort en een paar kleine opvrooUJ kende de
tails toegevoegd. Kapstokken b.v. moeten
in een kleine hal vermeden worden, daar
ze een rommeligen indrpk maken, doordat
ze meestal volbeladen zijn met kleeren. Is
er geen ruimte voor een Ingebouwde nls-
kast en geen plaats voor een der nieuwe
smalle halkasten, bevestig dan een lat in
een hoek, koop wat roestvrije haken voor
uw jassen en hoeden, en omgeef net ge
heel met een passend gordijn. Een tafeltje,
een stoel of beide, een spiegel en parapluie-
standaard, alle nuttige voorwerpen, die
echter tevens decoratief kunnen zijn. Een
smalle hal kan een half cirkelvormig wand
tafeltje hebben, een spiegel erboven, een
klein stoeltje en een kleine eenvoudige pa-
rapluie-standaard. In een hal met eiken
houten trap en deuren kunt U een gecom
bineerde tafel, stoel en kist hebben. Een
groote geel- of roodkoperen kl^of "n ton
netje met koperen banden vormen hierbij
een goeden paraplule-bak. U kunt de kleur
van het koper herhalen In uw hal-lantaarn.
Hang een spiegel met een smalle lijst van
goud. koper, of eikenhout dkAr, waar men
zooveel mogelijk licht opvangt. Een noot
van welkom brengt altijd een vaas met
bloemen, of een plant. Een koperen kan.
veel te groot voor een kamer, kan uitste
kend voor een hal gebruikt worden; beu-
sierd is met tijgerbont, is een aardige
dracht voor voor- en najaar (fig. 527).
Fig. 528 is zeer geschikt voor jonge meis
jes. Het bestaat uit een rokje van schuin
geruite stof en een kort getailleerd jasje
met kraagje en revers van veulen. Tinten
van beige tot bruin lijken ons hiervoor 1
aardigst
Fig. 515 is een eenvoudige doch chique
japon, die geschikt is voor lederen leeftijd.
De mouwen verkrijgen ruimte door de in
gezette sukken. De typisch opzij ultloo-
pende halsuitsnijding wordt aangevuld
door een grooten strik van satin ciré of flu
weel. De eenigszlns klokkende rok is met
hoeken op de taille gezet.
DIE VROUW ira HAAR HIJISHOIJDIW
et overkomt ons allemaal wel eens,
dat werkzaamheden van den meest
uiteenloopenden aard zich plotseling
zoodanig blijken te hebben opgehoopt, dat
er geen dóórkomen aan lijkt en de moed
ons ten eenenmale ontzinkt. Niet omdat
we bang voor werken zijn, maar omdat we
eraan beginnen te wanhopen, dat we nog
ooit van ons leven zullen kunnen zeggen:
ziezoo, ik ben klaar en wat zal ik nu
eens gaan doen?
We hooren *t dikwijls van onze kinderen:;
moesje, wat zal ik nu eens doen?/^. en
*t lijkt ons dan altijd benljdenswaardig,
zooiets te kunnen vragen. Wij weten het al
Jaren lang maar al te goed!
Hoe we t nu moeten aanleggen, als we
voor zoo’n berg werk staan en eigenlijk niet
weten, wait te beginnen? Ik zal U eens
een raad geven, die misschien op ’t eerste
gezicht een beetje zonderling lijkt maar
als U ’m één keer hebt opgevolgd, zult U
evenals ik ondervinden, dat hij goud waard
is. Nu dan, begin met...: ‘t heele huis op
te ruimen, van onder tot boven. Berg
alles wat slingert op zijn eigen plaats, rang
schik de „sla” in wanordelijke kasten weer
zcoals ’t behoort, verman U en haai zelfs de
kleinste nesten uit, waar de rommel zoo
gezellig kan aanslibben: naaimandjes, brle-
vendoozen, verzamelingen paperassen. Rust
niet, voordat ieder ding in huis daar ge
borgen is waar het hóórt. Het heele kar-
weitje behoeft U niet meer dan een paar
uren te kosten ik neem natuurlijk aan,
dat de „grondslagen” goed zijn, dat wil
zeggen, dat U uw bergruimte van begin
practisch hebt Ingedeeld en van alles pre
cies weet, waar ’t het best bewaard wordt.
En nu zult V eens wat beleven! Alles is
op orde, en het is verrassend, wat een plot
selinge opwekking daarvan uitgaat! En wat
een gevoel van rust, zoo zelfs, dat U bijna
den indruk krijgt, dat U voor alles tijd in
overvloed hebt! Rommel in huis is bijna
altijd een begeleidend verschijnsel van
groote drukte en opgehoopt werk, en tach
tig procent van de gedrukte stemming, die
men aan het laatste toeschrijft, komt voor
rekening van het eerste: de wanorde. Dat
ontdekken we pas, als we daarmee afgere
kend hebben. Het is onmogelijk, prettig en
vlot te werken temidden van rommel, of
zelfs maar met de onrustige wetenschap,
dat er bijna in alle kamers t een of ander
niet in den haak is.TeriAjl *t heelemaal
niet erg is. het overdruk te hebben in een
volmaakt ordelijke omgeving. Probeert U
’t vooral eens!
Een andere goede raad: wanneer V de
keus hebt uit verschillende dringende kar
weitjes, begin dan altijd met 't minst aan
trekkelijke. t Kost even een kleine zelf
overwinning, maar is het achter den rug,
dan heeft men 't gevoel, alsof men voor
driekwart klaar is en al de rest loopt pret
tig en opgeruimd van stapel. Stel ook nooit
noodige dingen uit tot U eerst met dit en
dat en dat klaar bent, dat even noodig is.
U zult zien, dat u er dan nooit of nimmer
toe komt. Doe zulke kleinigheden onmld-
dellijk tusschen uw grooter werk door, hoe
dringend U ook moogt verlangen, vóór al
les daarmee klaar te komene. voorkomt
dan weer dat ellendig, drukkend besef van
aanwassende en zich ophoopende werkjes
en de vrees, dat ze U over het hoofd zullen
groeien. Want tenslotte schept het nalaten
van zulke kleinigheden terwUle van om-
vangrijker werk ook weer wanorde, in huis
of garderobe. Om een voorbeeld te noemen:
wacht niet met uw handschoenen te repa-
reeren, tot U de uitgaansjurk af hebt, waar
U aan bezig is; verzuim niet, uw handen te
verzorgen, omdat U *t zoo druk hebt met
het overschilderen van de keuken! Vermijd
1 dóórjachten aan éénzelfde ding en leer
uw werk onderbreken voor dingen die vóór
gaan.
Al zult U op deze manier niets minder te
doen hebben dan anders, al uw werk zal
Slobbroekje. Men begint aan den boven
kant van de rechter
helft, waarvoor men 72
st. opzet. Eerst breit
men 3 toeren 1 r. 1
aver, en daarna 1
gaatjestoer voor het
doorhalen van 'n elastiek. Dan nog 6 toe-
ren 1 r. 1 aver.
Nu begint het bocNmjpJe, dfrt p^en
als volgt:
le toer: 8 r. breien; het werk omkeeren.
knipt wordt, w*dt het één aan den achter
kant opgestikt, terwijl het andere wordt
opgestikt, zoodat de rafels ttisschen beide
inzitten. De kraag wordt geheel langs den
buitenkant omgestikt, waarna ge dezen
omkeert. De kinnenkant van den kraagv komt. Ook in den kraag, op de daarvoor
wordt aangestikt, waarna ge den achter
kant opstikt. Hierna stikt ge den heelen
kraag op een H c.M. vanaf den kant door.
In de mouwen maakt ge op 6 c.M. vanaf
de middenvouw aan de ondermouw een
8 cM. lang splitje, waarna ge voor iedere
mouw 2 splitreepjes knipt van 10 c.M.
crème au
van
Hllllllllllllllllllllllllllllllllg
I op I
verzoek
ïiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
kenbladeren zullen er mooi in staan in een
donkeren hoek geplaatst; gevuld met de
coratieve takken of bloemen zal ze de hal
opvroolijken.
In een vierkante hal kan men gemakke
lijk stoelen plaatsen, b.v. rieten, die des
zomers in den tuin gebruikt kunnen wor
den, en een lagen kist-koffer. Bij een ge
beeldhouwde bank plaatst men geen extra
stpelen.
De extra moderne hal heeft effen vlak
ken. met bandenversiering van chroom-
metaal, een van die moderne gedreven con
soles, waarop een glazen plaat, met er bo
ven of er achter een spiegel. Een of meer
dere metalen stoelen zullen een comfor
tabele zitplaats bieden. Verder ziet men in
dit soort hal kleine vernuftigheden, van
half cirkelvormige glazen tafels, geplaatst
op een halven cylinder van chroom-metaal
voor een spiegelrand, zoodat merf het idee
krijgt alsof de tafel geheel rond is. Moder
ne verchroomde paraplule-standaards. klein
van model, passen in de moderne hal.
Gebeitste houten vloeren zijn fraai
passen bij uw oud meubelschema;
je 6H c.M. hoog is, eindigend met een r.
toer. Men kant dan 8 st. af voor het halsje
en breit verder de naald uit. In de 3 vol
gende aver, toeren worden aan den kant
van het halsje telkens 2 st. samengebreid.
Dan schuint men het schoudertje af. le
toer breien tot de laatste 7 st., omkeeren.
2e toer: terugbreien. 3e toer: breien tot de
laatste 14 st. 4e toer: terugbreien. 5e toer:
alle st. breien. Afkanten.
Men breit dan de tweede helft op de-
zelfdee wijze.
De mouwtjes begint men bij de man
chetten, waarvoor 40 st. worden opgezet.
Men breit eerst 20 toeren 1 r. 1 aver, voor
de manchet en verder r. aan den rechter en
aver, aan den linkerkant. Na 12 toeren trl-
cotsteek meerdert men 1 st. aan weerskan
ten van de naald, en men herhaalt deze
meerderlngen, in eiken 6den toer, nog 9
keer. Daarna mindert men. in eiken toer,
aan weerskanten van de naald, tot er nog
40 st. overblijven, die men afkant.
Voor ’n omgeslagen kraagje zet men 20
st. op en breit hierop ribbels, dus aldoor r„
tot het kraagje lang genoeg is voor den
omtrek van *t halsje.
Men naait dan eerst de schoudernaden
dicht, de mouwen in en het kraagje in de
halsopening, waarbij men het aan den
achterkant *n weinig Intrekt. Dan strijkt
men het breiwerk onder *n vochtlgen doek
en tot slot naait men de zijnaden dicht en
één of twee knoopjes met lusjes bij het split
voor de sluiting.
De muta. De bol voor dit mutsje wordt
in 4 stukken gebreid. Voor elk zet men 25
st. op en breit 48 toeren ribbels, dus enkel
r. In den daaropvolgenden toer begint men
te minderen aldus: 2 r., 2 samenbr
naald uitbreien tot de laatste 4 st.,
2 samenbr., 2 r., 1 toer overbreien.
Deze beide toeren herhaalt men tot men
nog 5 st. overhoudt. Dan breekt men den
draad af en haalt hem, met een stopnaald,
stevig door de steken.
Deze 4 stukken naait men aan elkaar;
den laatsten naad laat men echter nog
open tot men den rand heeft gebreid. Die
breit men met ’n andere kleur of met dik
kere wol, ofwel met dikkere naalden. Men
neemt er 100 st. voor op langs den onder
kant van de muts en breit in ribbels onge
veer 6 cM. Losjes afkanten.
Nu naait men ook den laatsten naad
dicht, slaat den rand om en naait *n wol
len pompoen boven op het mutsje.
2e toer: 8 aver. 3e toer: 16 r., het werk om
keeren. 4e toer: 16 aver.
Men gaat zoo door, bij eiken r. toer 8 st.
meer breiend, tot men 48 st. heeft gebreid
en er nog 24 st. op de naald blijven. Dan
breit men de naald uit. Verder breit men
r. aan den rechter en aver, aan den linker
kant. Aan het begin van den rechtachen
toer breit men 2 st. samen. Dese mindering
herhaalt men in eiken loden toer, tot men
nog 80 st. op de naald overhoudt.
Aan het begin van de volgende 2 toeren
kant men nu 4 st. af. Verder breit men in
lederen r. toer aan weerskanten van de
naald 2 st. samen tot er nog 42 st. op de
naald overblijven. Verder breit men nu
recht door tot het beentje lang genoeg is
ongeveer 10 c.M.
Dan breit men het voetblad, beginnende
met een r. toer. Men breit 30 st., keert het
werk om, breit 19 aver, en breit dan op deze
19 st. in het geheel 18 toeren. Daarbij breit
men, in eiken 4den toer, aan weerskanten
van de naald, 2 st. samen. Er blijven dan 11
st. over. Is het voetblad lang genoeg, dan
breekt men den draad af; men neemt, aan
weerskanten van het voetblad, 13 st. op.
Men breit dan 1 toer op alle steken en kant
het werk af.
De tweede helft wordt op dezelfde ma
nier gebreid. Men bgint hier na den boord
echter met een aver, toer in plaats van een
r. en men mindert later aan het eind van
de t, toeren in plaats van aan het begin.
Tot slot worden de beenen dichtgenaaid
en beide helften aan elkaar gezet. Men
naait elastieken onder de voetstukjes en
haalt 'n elastiek of koord door den gaatjes
toer van boven.
Truitje. Men begint aan den onder
kant van den rug, waarvoor men 80 st, op
zet en breit eerst ’n boord van 10 toeren r.
1 avr. Verder breit men r. aan den rechter
en aver, aan den linkerkant, tot men, van
het begin af, ongeveer 22 cM. heeft. Dan
begint men aan de armsgaten. Aan het be
gin van de eerstvolgende 2 toeren kant
men 3 st. af, en verder breit men in eiken
r. toer, aan weerskanten van de naald, 2
st. samen tot men nog 64 st. overhoudt.
Verder breit men recht door tot de arms
gaten 10 cM. hoog zijn. De schoudertjes
schuint men dan af als volgt:
le toer: r. breien tot de laatste 7 st., om
keeren. 2e toer: aoer. breien tot de laatste
7 st., omkeeren. 3e toer: r. tot de laatste
14 st., omkeeren. 4e toer: aver, tot de laat
ste 14 st., omkeeren. Bij de volgende toeren
breit men weer 7 st. minder. In den asten
toer de naald ultbrelen en alle steken af
kanten.
Het voorpand wordt precies eender ge
breid tot aan de armsgaten. Dan breit men,
beginnende met *n rechtschen toer: le
toer: 3 st. af kanten, de naald ultbrelen.
2e toer: 3 st. afkanten. 29 aver., 16 r. 29
aver. 3e toer: r. aan het begin en t einde
van de naald 2 st. samenbr. 4e toer: 28
aver., 16 r., 28 aver.
Men breit op deze wijze door, minderend
voor de armsgaten als bij den rug. In den
6den toer begint men met het split mid
den in het geribde stukjè. Men breit dus:
2 st. samen, 34 r. en keert het werk om. Op
deze 35 st. breit men nu de eerste helft,
terwijl men de overige st. op de naald laat
staan. Men breit nu terug: 8 r. 27 aver.
Men blijft minderen aan den kant van het
armsgat, tot men nog 32 st. overhoudt. Aan
den kant van het spilt breit men steeds
8 st. r., ook in de aver, toeren. Na de min
deringen breit men recht door tot het spllt-
oor de taart heeft men noodig: 1 ons
bloem, 4 eieren, 8 lepels suiker, 80
gr. boter en de afgeraspte schil van
een citroen.
De bloem wordt gezeefd en met de boter,
door middel van twee messen, tot kleine
kruimpjes gehakt. Dit moet vlug gebeuren,
want de boter mag niet zalfachtig wor
den.
De eierdooiers worden flink geroerd met
de suiker, en het eiwit wordt zeer stijf ge
klopt. Men roert dan alles luchtig door het
eiwit en doet het beslag In “n beboterden
ronden cake-vorm (een springvorm is zeer
geschikt hiervoor).
In 'n heeten oven laat men de taart gaar
worden in ongeveer H uur, laat ze koud
worden en snijdt ze overlangs door. Intus-
schen maakt men de vulling klaar en de
garneerlng.
Voor het vulsel heeft men noodig: 1 ons
boter, 1 ons poedersuiker, 1 eierdooier en
*n scheutje koffie-extract of marasquin,
cacao of uitgeschrapte vanille voor een
smaakje.
De boter roert men met de poedersuiker,
die geen klontjes mag hebben, tot m zalf
achtige massa. Men roert daar den eier
dooier en het „smaakje” goed doorheen en
zoo men wil kan men het vulsel nog rose
kleuren met een weinig frambozenrood.
Van de aldus verkregen crème au beurre
spreidt men *n laag uit op het ondersta
deel van de taart. Men legt het bovensta
gedeelte daar precies boven op en bestrijkt
den buitenkant van de taart rondom, man!
glad, met crème au beurre.
Met de nog overgehouden
beurre garneert men den bovenkant
de taart door middel van een spuitje.
Verder kan men voor de garneerlng nog
stukjes amandelen gebruiken, die men te
voren in den oven heeft geroosterd en die
men hier en daar in de crème au beurre
steekt.
Ook chocolade-hagelslag, suikerboonen
e.d. kunnen nog uitstekend ter garneerlng
dienen.
Maakt men zoo’n Weener taart omstreeks
Paschen, dan vormt men bovenop een nest
je van crème au beurre en legt daarin sui
keren en (of) chocolade eitjes. Het nestje
kan dan weer met chocolade-hagelslag be
strooid worden.
Cocosmacronen. 125 gram geraspte co-
cosnoot vermengt men met 2 ons suiker en
4 stijf geklopte eiwitten. Met *n kleinen
lepel vormt men hiervan macaronen, die
men op *n met boter bestreken bakblik legt
en in ’n matig warmen oven ongeveer 20
minuten laat bakken.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL
enomen maten: bovenw. 76 c.M„ hals-
wljdte 32 C.M., mouwl. 45 c.M. Be-
noodigd: 1.60 M. stof van 70 c.M:
breedte, 6 kleine knoopjes. Dit overhemdje
maakt ge van effen of gestreept flanel of
van zephlr. Oe teekent even een patroon
op de aangegeven maten, waarna ge het
op de vaste lijnen uitknipt. Het rugstuk
wordt dus ook afgeknipt. Men legt het pa
troon zóó op de stof, dat ge het voor- en
rugpand boven elkaar, daaronder de beide
mouwen naast elkaar en daaronder de klei
ne deelen, zooals rugstukken, kraag en
manchetten weg kunt knippen, alles met
één c.M. naad. Dan kunt ge middenvoor aan
belde kanten een 3 cM. breeden zoom in
slikken voor het split. Vervolgens kunt ge
de zijnaden met een platten naad verbin
den, waarna ge onderaan een smal zoom
pje Instikt. Den rug rimpelt ge bovenaan in,
8 c.M. vanaf den kant te beginnen en te
eindigen. Van heb rugstuk, dat dubbel ge-