- I H G V V DE MODE IS OOK PRACTISCH VOOR DE KEUKEN BREIWERK SPELDENKUSSEN Nuttige wenken WIJ HEBBEN HET DRUK! DE INRICHTING VAN EEN HAL KNIPPATROON Weener taart orp le n I De as* ne de ie- U id* 4! I 2 J ■Overhemdje voor jongens van 7 tot 8 jaar Slobpakje met muts voor kindje van 1 tot 2 jaar L izi 1 ^:*?**S* DORA. PO I. A het breit DINY IS No- de moderne hallen passen de lijstjes ede te ANEMOON. I heen en en e ge den on» hel- itei- gen in een 'aft and ezer na'i Een een akte den aantal i gaan s bou- ntnlng. It door snaren ig van uitreis en be- r hier doelde vorden ■erdere nsche- leelne- n ver te be- behoe- •ids- naar •ember spoort, •an de de dan: f ook i en >pen rbe- eten den. Wie de aan die heid Mar deel eett icig- ten- de leze ïen, tel- met be- x>e- -ife? w t ver- oltant s van ecdatn ecbte- e van eeft uw hal een Idee van welkom bij het binnentreden? uw huls binnenkomt, wanneer u die bezit, een gezelligen. uit- noodigenden indruk maken, gebouwde huizen hebben een i Raad in het ts van de >ten in et ge ld tot aangegeven plaatsen, waarna ge In ’t spllt- je nog 4 knoopsgaatjes maakt. Desverkie- zend kunt ge het zoompje onderaan de blouse wat breeder maken, en er een elas tiek door rijgen. r wordt den ontwerpers van de mode H wel eens verweten, dat ze onpractlsch zijn en geen rekening houden met ’t verminderde budget van de vrouw. Wij kunnen het hiermee maar ten deele eens zijn. Natuurlijk worden er altijd veel din gen op de markt gebracht, die geschikter- zijn om bekeken dan om gedragen te wor den, maar voor de vrouw, die In overeen stemming met haar figuur en.met haar beurs weet te kiezen is er altijd nog heel veel moois te vinden. Zoo zien we hier een trots pieces. Het mantelpakje, dat velen wat koud vinden in den winter, wordt aange vuld door een driekwart mantel. Deze man tel met halflange mouwen kunnen we zelfs in den zomer dragen en het pakje, dat ver- bekleedsel past bij een modern schema en Is zeer rustig om op te loepen; graniet is veel kouder, doch aangenaam te maken met losse tapijten; ook linoleum is zeer goed met een bedekking van een paar mooie kleedjes; het patroon kan gekozen worden bij elk gewenscht schema. Uw trap- en hallooper en matten houdt U in één kleur en ontwerp, om een rustig Idee te verkrijgen. Voor arbeidsbesparing, zoowel als voor het nieuwe aanzien, kunt U voor den traplooper de nieuwe looper- clips gebruiken. En wanneer uw hal mo dern is aangekleed, met verchroomde meu belen kan men speciale platte verchroomde looperbanden gebruiken. Welke is de beste trapbekleedlng? Een geknoopt karpet is het duurzaamste, een haarkarpet is goedkooper en duurt ook lang. Onder den looper komen kussentjes of ondervilt om de duurzaamheid te ver lengen. Welke moet de beslissende factor zijn bij het kiezen van een effen of een gepatroon- den looper? Een gepatroonde looper vertoont veel minder voetindrukken dan een effen loo per, maar wanneer een trap smal is, zal een breede effen looper de trap breeder doen lijken, terwijl op een breede trap een gepatroonde looper voordeeliger uitkomt. De trap moet geschilderd worden in een kleur, passend bij ‘die van de balustrade, leuningen, deuren en verder houtwerk van de hal. Kiest U bij uw oud meubelwerk elkenhout-beschlldering en muren van per- kamentkleur of ivoor, met een lambrizee- rlng van het nieuwe afneembare behangsel voor de moderne hal kiest U moderner kleuren, zooals duifgrijs voor lambrizeering, rood of zwart voor de trap, zacht geel of grijs voor uw aardewerk, effen tapijten van licht grijs, moderne lamp met verdekt licht. Een andere goede halkleur is: crème muren met jadegroen voor hout en lam brizeering. Deze kleur kan voor achter grond van verschillend meubelwerk ge bruikt worden. Licht in de hal: Te vaak zijn hallen in het halfduister gehuld, terwijl een goed sterk afgeschermd licht pas een goed gast vrij en gezellig idee geeft. Een lantaarn, passend bij uw Inrichting van gebeeld houwde banken enz. geeft een warm schljn- rubber-sel wanneer de ruitjes van strookleur zijn; Wanneer men moet de hal. Begin nu reeds leege klosjes, lucifers doosjes. busjes en verder alles wat daar voor in aanmerking kan komen, te bewa ren, dan hebt U tegen Sint Nicolaas en Kerstmis een aardige verzameling voor Uw surprises I vergezeld gaan van dat verrukkelijk gevoel van voldoening, dat, volmaakte en voort durende orde geeft. U zult zich bewust wor den, dat U op de juiste manier werkt, effi cient. en dat geeft een opgewektheid, die het vlotten van de werkzaamheden en het spoedig gereedkomen niet weinig bevordert! 8. A. T. een bol of groot plafond-llcht, gehangen in het midden van het plafond met sterk licht van binnen, op het plafond reflectee- rend, zoodat de hal goed verlicht is, is zeer geschikt voor de moderne inrichting. In dat geval moet het plafond eenigszlns getint zijn, zoodat men een warm reflecteerend effect krijgt. Men kan in de hal ook een z.g. spaarlamp hebben, die men tot volle sterk te kan maken, en tot een vaag lichtje kan verminderen, zoodat de hal nooit geheel in verlichting is door middel van melkglazen strooken uit de hoeken. De muren boven de trap leenen zich bl- zonder voor het behangen met een paar goede platen of schilderijtjes, niet te groot en vooral niet te dicht op elkaar. Wanneer een kleurige, beschilderde hal heeft, zullen lijstjes van lakrood, of jade-groen mooi staan met een passe-par tout van linnen in naturelkleur. Bij een eiken hal zult U eiken lijstjes nemen. Bij van verchroomd metaal met licht grijze fineer- passe-partout. Dit aardige speldenkussen maken we van een kartonnen ring uit een kluwen haak- zijde. Knip den bodem van stevig papier en plak hem vast. We hebben nu een doos je dat we met zaagsel of watten vullen. Voor den bovenkant van het speldenkus sen knippen we een rond lapje van fleurig gebloemd cretonne, dat groot genoeg moet zijn om het gemakkelijk om den ring te kunnen plakken. Strik nu een lint, dat de breedte heeft van den ring er om klaar is ons speldenkussen. lengte en 5 c.M. breedte. Het manchetje, dat ge 23 C.M. lang en 12 c.M. breed knipt, wordt aan en op den goeden kant opgestikt. De mouw rimpelt ge daarvoor in, uitgezon derd de 6 c.M. van de ondermouw tot aan het splitje. Bij het Inzetten der mouwen neemt ge den naad 3 c.M. meer naar voren dan den zijnaad, waarna ge de mouw op de blouse overstikt. In de manchetjes maakt ge twee knoopsgaatjes, aan weerskanten één, waardoor later de manchetknoop Veel nieuw- hal, doch weinige zien er gezellig uit. Zelfs wanneer ze klein en donker zijn, zooals vaak het geval is, dan kan men wonderen verrich ten met een serieuze aankleedlng. Om een effect van meer kleur en licht te brengen, veronderstel dat de achtergrond wat don ker is, en U kunt nog niet tot een nieuwe decoratie overgaan, dan zal veel verbete ren, door het opnieuw arrangeeren van de hal-meubelen. Indien mogelijk wordt alles weggedaan, wat de hal kleiner doet lijken en worden eenlge aardige dingen van com fort en een paar kleine opvrooUJ kende de tails toegevoegd. Kapstokken b.v. moeten in een kleine hal vermeden worden, daar ze een rommeligen indrpk maken, doordat ze meestal volbeladen zijn met kleeren. Is er geen ruimte voor een Ingebouwde nls- kast en geen plaats voor een der nieuwe smalle halkasten, bevestig dan een lat in een hoek, koop wat roestvrije haken voor uw jassen en hoeden, en omgeef net ge heel met een passend gordijn. Een tafeltje, een stoel of beide, een spiegel en parapluie- standaard, alle nuttige voorwerpen, die echter tevens decoratief kunnen zijn. Een smalle hal kan een half cirkelvormig wand tafeltje hebben, een spiegel erboven, een klein stoeltje en een kleine eenvoudige pa- rapluie-standaard. In een hal met eiken houten trap en deuren kunt U een gecom bineerde tafel, stoel en kist hebben. Een groote geel- of roodkoperen kl^of "n ton netje met koperen banden vormen hierbij een goeden paraplule-bak. U kunt de kleur van het koper herhalen In uw hal-lantaarn. Hang een spiegel met een smalle lijst van goud. koper, of eikenhout dkAr, waar men zooveel mogelijk licht opvangt. Een noot van welkom brengt altijd een vaas met bloemen, of een plant. Een koperen kan. veel te groot voor een kamer, kan uitste kend voor een hal gebruikt worden; beu- sierd is met tijgerbont, is een aardige dracht voor voor- en najaar (fig. 527). Fig. 528 is zeer geschikt voor jonge meis jes. Het bestaat uit een rokje van schuin geruite stof en een kort getailleerd jasje met kraagje en revers van veulen. Tinten van beige tot bruin lijken ons hiervoor 1 aardigst Fig. 515 is een eenvoudige doch chique japon, die geschikt is voor lederen leeftijd. De mouwen verkrijgen ruimte door de in gezette sukken. De typisch opzij ultloo- pende halsuitsnijding wordt aangevuld door een grooten strik van satin ciré of flu weel. De eenigszlns klokkende rok is met hoeken op de taille gezet. DIE VROUW ira HAAR HIJISHOIJDIW et overkomt ons allemaal wel eens, dat werkzaamheden van den meest uiteenloopenden aard zich plotseling zoodanig blijken te hebben opgehoopt, dat er geen dóórkomen aan lijkt en de moed ons ten eenenmale ontzinkt. Niet omdat we bang voor werken zijn, maar omdat we eraan beginnen te wanhopen, dat we nog ooit van ons leven zullen kunnen zeggen: ziezoo, ik ben klaar en wat zal ik nu eens gaan doen? We hooren *t dikwijls van onze kinderen:; moesje, wat zal ik nu eens doen?/^. en *t lijkt ons dan altijd benljdenswaardig, zooiets te kunnen vragen. Wij weten het al Jaren lang maar al te goed! Hoe we t nu moeten aanleggen, als we voor zoo’n berg werk staan en eigenlijk niet weten, wait te beginnen? Ik zal U eens een raad geven, die misschien op ’t eerste gezicht een beetje zonderling lijkt maar als U ’m één keer hebt opgevolgd, zult U evenals ik ondervinden, dat hij goud waard is. Nu dan, begin met...: ‘t heele huis op te ruimen, van onder tot boven. Berg alles wat slingert op zijn eigen plaats, rang schik de „sla” in wanordelijke kasten weer zcoals ’t behoort, verman U en haai zelfs de kleinste nesten uit, waar de rommel zoo gezellig kan aanslibben: naaimandjes, brle- vendoozen, verzamelingen paperassen. Rust niet, voordat ieder ding in huis daar ge borgen is waar het hóórt. Het heele kar- weitje behoeft U niet meer dan een paar uren te kosten ik neem natuurlijk aan, dat de „grondslagen” goed zijn, dat wil zeggen, dat U uw bergruimte van begin practisch hebt Ingedeeld en van alles pre cies weet, waar ’t het best bewaard wordt. En nu zult V eens wat beleven! Alles is op orde, en het is verrassend, wat een plot selinge opwekking daarvan uitgaat! En wat een gevoel van rust, zoo zelfs, dat U bijna den indruk krijgt, dat U voor alles tijd in overvloed hebt! Rommel in huis is bijna altijd een begeleidend verschijnsel van groote drukte en opgehoopt werk, en tach tig procent van de gedrukte stemming, die men aan het laatste toeschrijft, komt voor rekening van het eerste: de wanorde. Dat ontdekken we pas, als we daarmee afgere kend hebben. Het is onmogelijk, prettig en vlot te werken temidden van rommel, of zelfs maar met de onrustige wetenschap, dat er bijna in alle kamers t een of ander niet in den haak is.TeriAjl *t heelemaal niet erg is. het overdruk te hebben in een volmaakt ordelijke omgeving. Probeert U ’t vooral eens! Een andere goede raad: wanneer V de keus hebt uit verschillende dringende kar weitjes, begin dan altijd met 't minst aan trekkelijke. t Kost even een kleine zelf overwinning, maar is het achter den rug, dan heeft men 't gevoel, alsof men voor driekwart klaar is en al de rest loopt pret tig en opgeruimd van stapel. Stel ook nooit noodige dingen uit tot U eerst met dit en dat en dat klaar bent, dat even noodig is. U zult zien, dat u er dan nooit of nimmer toe komt. Doe zulke kleinigheden onmld- dellijk tusschen uw grooter werk door, hoe dringend U ook moogt verlangen, vóór al les daarmee klaar te komene. voorkomt dan weer dat ellendig, drukkend besef van aanwassende en zich ophoopende werkjes en de vrees, dat ze U over het hoofd zullen groeien. Want tenslotte schept het nalaten van zulke kleinigheden terwUle van om- vangrijker werk ook weer wanorde, in huis of garderobe. Om een voorbeeld te noemen: wacht niet met uw handschoenen te repa- reeren, tot U de uitgaansjurk af hebt, waar U aan bezig is; verzuim niet, uw handen te verzorgen, omdat U *t zoo druk hebt met het overschilderen van de keuken! Vermijd 1 dóórjachten aan éénzelfde ding en leer uw werk onderbreken voor dingen die vóór gaan. Al zult U op deze manier niets minder te doen hebben dan anders, al uw werk zal Slobbroekje. Men begint aan den boven kant van de rechter helft, waarvoor men 72 st. opzet. Eerst breit men 3 toeren 1 r. 1 aver, en daarna 1 gaatjestoer voor het doorhalen van 'n elastiek. Dan nog 6 toe- ren 1 r. 1 aver. Nu begint het bocNmjpJe, dfrt p^en als volgt: le toer: 8 r. breien; het werk omkeeren. knipt wordt, w*dt het één aan den achter kant opgestikt, terwijl het andere wordt opgestikt, zoodat de rafels ttisschen beide inzitten. De kraag wordt geheel langs den buitenkant omgestikt, waarna ge dezen omkeert. De kinnenkant van den kraagv komt. Ook in den kraag, op de daarvoor wordt aangestikt, waarna ge den achter kant opstikt. Hierna stikt ge den heelen kraag op een H c.M. vanaf den kant door. In de mouwen maakt ge op 6 c.M. vanaf de middenvouw aan de ondermouw een 8 cM. lang splitje, waarna ge voor iedere mouw 2 splitreepjes knipt van 10 c.M. crème au van Hllllllllllllllllllllllllllllllllg I op I verzoek ïiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kenbladeren zullen er mooi in staan in een donkeren hoek geplaatst; gevuld met de coratieve takken of bloemen zal ze de hal opvroolijken. In een vierkante hal kan men gemakke lijk stoelen plaatsen, b.v. rieten, die des zomers in den tuin gebruikt kunnen wor den, en een lagen kist-koffer. Bij een ge beeldhouwde bank plaatst men geen extra stpelen. De extra moderne hal heeft effen vlak ken. met bandenversiering van chroom- metaal, een van die moderne gedreven con soles, waarop een glazen plaat, met er bo ven of er achter een spiegel. Een of meer dere metalen stoelen zullen een comfor tabele zitplaats bieden. Verder ziet men in dit soort hal kleine vernuftigheden, van half cirkelvormige glazen tafels, geplaatst op een halven cylinder van chroom-metaal voor een spiegelrand, zoodat merf het idee krijgt alsof de tafel geheel rond is. Moder ne verchroomde paraplule-standaards. klein van model, passen in de moderne hal. Gebeitste houten vloeren zijn fraai passen bij uw oud meubelschema; je 6H c.M. hoog is, eindigend met een r. toer. Men kant dan 8 st. af voor het halsje en breit verder de naald uit. In de 3 vol gende aver, toeren worden aan den kant van het halsje telkens 2 st. samengebreid. Dan schuint men het schoudertje af. le toer breien tot de laatste 7 st., omkeeren. 2e toer: terugbreien. 3e toer: breien tot de laatste 14 st. 4e toer: terugbreien. 5e toer: alle st. breien. Afkanten. Men breit dan de tweede helft op de- zelfdee wijze. De mouwtjes begint men bij de man chetten, waarvoor 40 st. worden opgezet. Men breit eerst 20 toeren 1 r. 1 aver, voor de manchet en verder r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant. Na 12 toeren trl- cotsteek meerdert men 1 st. aan weerskan ten van de naald, en men herhaalt deze meerderlngen, in eiken 6den toer, nog 9 keer. Daarna mindert men. in eiken toer, aan weerskanten van de naald, tot er nog 40 st. overblijven, die men afkant. Voor ’n omgeslagen kraagje zet men 20 st. op en breit hierop ribbels, dus aldoor r„ tot het kraagje lang genoeg is voor den omtrek van *t halsje. Men naait dan eerst de schoudernaden dicht, de mouwen in en het kraagje in de halsopening, waarbij men het aan den achterkant *n weinig Intrekt. Dan strijkt men het breiwerk onder *n vochtlgen doek en tot slot naait men de zijnaden dicht en één of twee knoopjes met lusjes bij het split voor de sluiting. De muta. De bol voor dit mutsje wordt in 4 stukken gebreid. Voor elk zet men 25 st. op en breit 48 toeren ribbels, dus enkel r. In den daaropvolgenden toer begint men te minderen aldus: 2 r., 2 samenbr naald uitbreien tot de laatste 4 st., 2 samenbr., 2 r., 1 toer overbreien. Deze beide toeren herhaalt men tot men nog 5 st. overhoudt. Dan breekt men den draad af en haalt hem, met een stopnaald, stevig door de steken. Deze 4 stukken naait men aan elkaar; den laatsten naad laat men echter nog open tot men den rand heeft gebreid. Die breit men met ’n andere kleur of met dik kere wol, ofwel met dikkere naalden. Men neemt er 100 st. voor op langs den onder kant van de muts en breit in ribbels onge veer 6 cM. Losjes afkanten. Nu naait men ook den laatsten naad dicht, slaat den rand om en naait *n wol len pompoen boven op het mutsje. 2e toer: 8 aver. 3e toer: 16 r., het werk om keeren. 4e toer: 16 aver. Men gaat zoo door, bij eiken r. toer 8 st. meer breiend, tot men 48 st. heeft gebreid en er nog 24 st. op de naald blijven. Dan breit men de naald uit. Verder breit men r. aan den rechter en aver, aan den linker kant. Aan het begin van den rechtachen toer breit men 2 st. samen. Dese mindering herhaalt men in eiken loden toer, tot men nog 80 st. op de naald overhoudt. Aan het begin van de volgende 2 toeren kant men nu 4 st. af. Verder breit men in lederen r. toer aan weerskanten van de naald 2 st. samen tot er nog 42 st. op de naald overblijven. Verder breit men nu recht door tot het beentje lang genoeg is ongeveer 10 c.M. Dan breit men het voetblad, beginnende met een r. toer. Men breit 30 st., keert het werk om, breit 19 aver, en breit dan op deze 19 st. in het geheel 18 toeren. Daarbij breit men, in eiken 4den toer, aan weerskanten van de naald, 2 st. samen. Er blijven dan 11 st. over. Is het voetblad lang genoeg, dan breekt men den draad af; men neemt, aan weerskanten van het voetblad, 13 st. op. Men breit dan 1 toer op alle steken en kant het werk af. De tweede helft wordt op dezelfde ma nier gebreid. Men bgint hier na den boord echter met een aver, toer in plaats van een r. en men mindert later aan het eind van de t, toeren in plaats van aan het begin. Tot slot worden de beenen dichtgenaaid en beide helften aan elkaar gezet. Men naait elastieken onder de voetstukjes en haalt 'n elastiek of koord door den gaatjes toer van boven. Truitje. Men begint aan den onder kant van den rug, waarvoor men 80 st, op zet en breit eerst ’n boord van 10 toeren r. 1 avr. Verder breit men r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant, tot men, van het begin af, ongeveer 22 cM. heeft. Dan begint men aan de armsgaten. Aan het be gin van de eerstvolgende 2 toeren kant men 3 st. af, en verder breit men in eiken r. toer, aan weerskanten van de naald, 2 st. samen tot men nog 64 st. overhoudt. Verder breit men recht door tot de arms gaten 10 cM. hoog zijn. De schoudertjes schuint men dan af als volgt: le toer: r. breien tot de laatste 7 st., om keeren. 2e toer: aoer. breien tot de laatste 7 st., omkeeren. 3e toer: r. tot de laatste 14 st., omkeeren. 4e toer: aver, tot de laat ste 14 st., omkeeren. Bij de volgende toeren breit men weer 7 st. minder. In den asten toer de naald ultbrelen en alle steken af kanten. Het voorpand wordt precies eender ge breid tot aan de armsgaten. Dan breit men, beginnende met *n rechtschen toer: le toer: 3 st. af kanten, de naald ultbrelen. 2e toer: 3 st. afkanten. 29 aver., 16 r. 29 aver. 3e toer: r. aan het begin en t einde van de naald 2 st. samenbr. 4e toer: 28 aver., 16 r., 28 aver. Men breit op deze wijze door, minderend voor de armsgaten als bij den rug. In den 6den toer begint men met het split mid den in het geribde stukjè. Men breit dus: 2 st. samen, 34 r. en keert het werk om. Op deze 35 st. breit men nu de eerste helft, terwijl men de overige st. op de naald laat staan. Men breit nu terug: 8 r. 27 aver. Men blijft minderen aan den kant van het armsgat, tot men nog 32 st. overhoudt. Aan den kant van het spilt breit men steeds 8 st. r., ook in de aver, toeren. Na de min deringen breit men recht door tot het spllt- oor de taart heeft men noodig: 1 ons bloem, 4 eieren, 8 lepels suiker, 80 gr. boter en de afgeraspte schil van een citroen. De bloem wordt gezeefd en met de boter, door middel van twee messen, tot kleine kruimpjes gehakt. Dit moet vlug gebeuren, want de boter mag niet zalfachtig wor den. De eierdooiers worden flink geroerd met de suiker, en het eiwit wordt zeer stijf ge klopt. Men roert dan alles luchtig door het eiwit en doet het beslag In “n beboterden ronden cake-vorm (een springvorm is zeer geschikt hiervoor). In 'n heeten oven laat men de taart gaar worden in ongeveer H uur, laat ze koud worden en snijdt ze overlangs door. Intus- schen maakt men de vulling klaar en de garneerlng. Voor het vulsel heeft men noodig: 1 ons boter, 1 ons poedersuiker, 1 eierdooier en *n scheutje koffie-extract of marasquin, cacao of uitgeschrapte vanille voor een smaakje. De boter roert men met de poedersuiker, die geen klontjes mag hebben, tot m zalf achtige massa. Men roert daar den eier dooier en het „smaakje” goed doorheen en zoo men wil kan men het vulsel nog rose kleuren met een weinig frambozenrood. Van de aldus verkregen crème au beurre spreidt men *n laag uit op het ondersta deel van de taart. Men legt het bovensta gedeelte daar precies boven op en bestrijkt den buitenkant van de taart rondom, man! glad, met crème au beurre. Met de nog overgehouden beurre garneert men den bovenkant de taart door middel van een spuitje. Verder kan men voor de garneerlng nog stukjes amandelen gebruiken, die men te voren in den oven heeft geroosterd en die men hier en daar in de crème au beurre steekt. Ook chocolade-hagelslag, suikerboonen e.d. kunnen nog uitstekend ter garneerlng dienen. Maakt men zoo’n Weener taart omstreeks Paschen, dan vormt men bovenop een nest je van crème au beurre en legt daarin sui keren en (of) chocolade eitjes. Het nestje kan dan weer met chocolade-hagelslag be strooid worden. Cocosmacronen. 125 gram geraspte co- cosnoot vermengt men met 2 ons suiker en 4 stijf geklopte eiwitten. Met *n kleinen lepel vormt men hiervan macaronen, die men op *n met boter bestreken bakblik legt en in ’n matig warmen oven ongeveer 20 minuten laat bakken. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL enomen maten: bovenw. 76 c.M„ hals- wljdte 32 C.M., mouwl. 45 c.M. Be- noodigd: 1.60 M. stof van 70 c.M: breedte, 6 kleine knoopjes. Dit overhemdje maakt ge van effen of gestreept flanel of van zephlr. Oe teekent even een patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Het rugstuk wordt dus ook afgeknipt. Men legt het pa troon zóó op de stof, dat ge het voor- en rugpand boven elkaar, daaronder de beide mouwen naast elkaar en daaronder de klei ne deelen, zooals rugstukken, kraag en manchetten weg kunt knippen, alles met één c.M. naad. Dan kunt ge middenvoor aan belde kanten een 3 cM. breeden zoom in slikken voor het split. Vervolgens kunt ge de zijnaden met een platten naad verbin den, waarna ge onderaan een smal zoom pje Instikt. Den rug rimpelt ge bovenaan in, 8 c.M. vanaf den kant te beginnen en te eindigen. Van heb rugstuk, dat dubbel ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15