Onze fractieleider stuwt Pi Critiek den heer Albarda van *3 p is ft' DE EXPORT-INDUSTRIE im. EEN LANGE REEKS VAN OPMERKINGEN r” t» WOENSDAG 8 NOVEMBER DE LUCHTLADDER Crisisinvoerwet in de Eerste kamer De corporatieve Staat Verstandige politiek Voldoening De corporatieve Staat Het peil der Kamer Een politieke griep TWEEDE KAMER De werkloozenzorg Scherp argument ONDER EEN AUTO GERAAKT Zevenjarig kind gedood Tegen de beweging van ir. Mussert Een crisis-arbitrage- commissie Klachten over het parlement 2 al oud, doch het gemiddeld peil der Kamer it gestegen Stemming van vertwijfeling maakt zich meester van vele fabrikanten Reglement vastgesteld door minister Verschuur Naar maatschappelijke ordening De grondtrekken eener herziening 1QV De regeering zou de democratie niet voldoende beschermen DE OMZETBELASTING AFGEKOND1GD Prof, Aalberse 1 bemerk- 1 4 Den Haag, 7 November met J. W. Albarda i W« behoeven ook vandaag niet zoetsappig te zijn tegenover hen, die on» morgen naar een concentratie kamp weruchen te «turen. moeten krijgen, het steeds algemeener wordend streven van onzen tijd naar een meer corpo ratieve ordening óók van het staatkundig le ven in voorbereidend legislatief werk te con- cretiseeren. Zijn ook groote menschen nog als kin deren, die eerst lang zeuren om een nieu we pop, en die, na deze verkregen te heb- bi), na één dag van uitbundige vreugde, toch weer bij voorkeur willen gaan spelen met de oude pop met één arm en één been en afgestooten neus? ial« gebied in ae geheele wereld, en inzonderheid in Europa, en als gevolg daarvan ook in Ons eigen Naar onze meening was thans voor deze zaak het beslissende moment gekomen. Wij hebben thans het afwijzend antwoord van de Regeering vernomen, en de gronden, waarop het berust. Dat dit antwoord ons niet bevredigd heeft, zal na hetgeen ik de eer had aan te voeren, duidelijk zjjn. Blijkbaar is er verschil in kjjk op het gebeuren van dezen tijd tusechen het Kabinet en ons, verschil vooral In de waardeerlng van feiten en strevingen. Wanneer er dus in deze dagen van Ka tholieke zjjde gesproken wordt over corpo ratieven Staat of Maatschappij, dan bedoelt Dinsdag is afgekondlgd het Staatsblad No. 546. Wet van den 25sten October 1933. tot hel ling van een omzetbelasting I I 00- er- Het zevenjarige dochtertje van de familie Schumer te Almelo is Dinsdagavond bij het spelen onder een passeerenden vrachtauto ge raakt. Het kind werd zoodanig gewond, dot het spoedig na het ongeluk aan de gevolgen la overleden. Wachtte hij in vroeger jaren altijd tot er eenige sprekers van de middelfracties reeds hun oordeel over het algemeen beleid en over de politieke verhoudingen geult hadden hü volgde daarmede het voorbeeld door wijlen Mgr. Nolens jarenlang gegeven thans had hij zich als nummer één op de sprekerslijst laten inschrijven. En daar was reden toe. Want van de Katholieke fractie stamde de passage, die in het Voorlooplg Verslag over Hoofdstuk I de meeste aandacht trok: door de Katholieke frac tie was daar sterk aangedrongen op de Instel ling van.een Staatscommissie, die tot taak zou Ook de groote volksbeweging in het Europa van 1848 kwam tot uiting in vaagheden en vaak hol klinkende leuzen. Maar niemand, die de historie kent, zal willen beweren, dat er niet iets zeer reëels aan ten grondslag lag. En de En- gelschman Young, die kort voor 1789 in Frank rijk reisde en een beschrijving gaf van dat land in dien tijd, deelde mede: Allen verwachten, dat er iets gebeuren zal. HU had met allerlei menschen gesproken en enkel opgemerkt, dat iedereen iets zag naderen, maar men wist niet wat. Toch lag ook-aan de groote Fransche Revolutie iets zeer reëels ten grondslag: de be ginselen van 1789- Vaagheid in aanvoelen en uitdrukken sluit niet het wezenlUk reëele uit, dat om vormgeving vraagt. De Regeering ziet in den corporatieven Staat een Staat, waarin het maatschappelijk leven in al zün geledingen aan de Staatsmacht on derworpen is: Kerk en Godsdienst, wetenschap en bedrUf. Zes vliegers der Amerikaansche marine volbrachten, boven San Diego in California bovenstaande prestatie De Minister van Economische Zaken heeft vastgesteld een Crisis-Arbltragereglement. Ingesteld wordt een commissie, bestaande uit een lid-voorzitter, een of meer leden-onder- voorzltters en een door den Minister van Eco nomische Zaken te bepalen aantal leden, die allen door den Minister voor een door dezen te bepalen tijdsduur worden benoemd. Deze commissie zal den naam dragen van Crisis- Arbitrage-commlssie. Zü wordt bügestaan door een secretaris. Geschillen als bedoeld in ar tikel 3a onder 5e van het Crlsls-Organlsatle- besluit 1933, welke bij de statuten eener crisis organisatie ter beslissing worden opgedragen aan scheidslieden, worden berecht door deze commissie. De commissie wordt verdeeld in een aantal Kamers, elk bestaande uit een lid voor zitter en twee andere leden. De met de behandeling van de zaak belaste Kamer bepaalt welk bedrag door den aanvra ger tot dekking van de arbltragekoeten moet worden gestort. Deze kosten komen ten goede aan het Landbouw-Crisisfonds. ZU worden ge bracht ten laste van de partü, die in het Jah- gelUk is gesteld. Er is één kant aan de door mU besproken vraagstukken, welke niet raakt de verantwoor delijkheid der Regeering, maar uitsluitend die dezer Kalmer I Ik bedoel de kritiek, de vaak matelooze en onwaardige kritiek op het par lementaire stelsel, in zooverre althans die kri tiek betreft de werkwUze der Volksvertegen woordiging binnen de perken, haar door de Grondwet getrokken. Een afdoende verbetering in die werkwUze en werkverdeeling is echter niet zonder Grondwetsherziening mogelijk. Nu zou ik. ter geruststelling van de jongere leden van dit Parlement, die zich wellicht door al die ons toegedichte boosheid een weinig in hun wiek geschoten zouden kunnen voelen, al lereerst tweëerlei willen opmerken: 1. ’t Is al- tUd zoo geweest. Of eigenlUk: t was vroeger nog veel erger. Wordt thans die kritiek uitge oefend vooral door volkomen onbevoegden, die van het werk in en door de Volksvertegenwoor- Zoo is dit ook nu ongetwUfeld het geval. Sinds lang is ook bü ons een geleidelijk ster ker en breeder wordende strooming baar, die Ingaat tegen het extreem individua lisme van het verleden. Er heerscht In Europa een politieke griep, waardoor ook in ons land reeds velen zün aan getast. MU doet dit alles denken aan het tüdperk van omtrent 1848. Ook toen revolutledreiging alom. De Februari-revo'.utie in Parijs, de op stand in Maart te Weenen, toen Metternich werd verjaagd, en burgerwacht en studenten de stad beheerschten, het Maartoproer te Ber lijn en te München en te Milaan. Het was, in zün diepsten grond, de doorbraak van den inaividualistlschen stroom pp het ge bied der Staatkunde. In tegenstelling met de rede van prof. Aal berse, welke voorna melijk aandacht schonk aan de groote lUn van wat er op bet oogenblik gist in de maatschappU, was het betoog van den leider der soclaal-democra- ten, Ir. Albarda, meer verbrokkeld' tot een lange reeks van op merkingen over onderdeelen van het gevoerde beleid. Volgens het eindverslag van de commissie van rapporteurs juichten bü het afdeellngs- onderzoek van de crisisinvoerwet vele Eerste Kamerleden het voorstel tot het uitbrelden der mogelUkheld van invoerbeperking toe. Deze leden waren van oordeel, dat de Crisis-Invoer- wet 1931 in haar huldigen vorm niet meer vol doet aan eischen, welke in dezen voor het be- drUfsleven zoo hachelUken tüd mogen wor den gesteld. Ook hadden zU vernomen, dat bü tenuitvoerlegging der ontworpen maatregelen zal worden gerekend met de verliezen, welke de Nederlandsche Export-Industrie heeft ge leden. ofte nimmer ook maar één geval van corruptie is voorgekomen. Wij beroemen ons daar niet op. Dat dit kwaad hier nooit voorkwam is geen verdienste. 1 Is niet meer dan wat behoorlük is. Maar het feit mocht thans wel een» ge constateerd worden. NatuurlUk, M. d. V., alle menschenwerk is onvolmaakt, ook ons werk hief. Naar verbete ring zullen wU moeten blUven streven, ook naar verdere beperking van onze beraadslagingen. Maar zooals ik reeds zei, afdoende verbetering is zonder Grondwetsherziening niet mogeiUk. Indien het echter mü. als een der oudste le den van dit Parlement het is al meer dan dertig jaar geleden, dat ik hier, met diep ont zag voor vele der toen zittende oudere leden, mUn intrede deed vergund ware, hierover een oordeel uit te spreken, dan zou het dit zün, en ik weet, dat deze meenlAg ook door anderen wordt gedeeld, dat wü zeker thans de enkele prominente leden van vroeger mis sen, maar dat het gemiddeld peil der Kamer, in stee van gedaald, integendeel geleidelUk zonder eenigen twUfel gestegen is. In een zelf den tUd, is het totale werk eenige malen ver veelvoudigd; wat vroeger niet kon, bleek thans wel mogelUk: de Kamer heeft zichzelf in haar Reglement allerlei bepëlfklngen opge legd. Het aantal leden, dat thans aan het af- deellngsonderzoek deelneemt, is heel wat groo- ter dan In die vroegere jaren. Zoo zou ik meer kunnen noemen. Ik zal het nalaten, maar te genover de denlgreerende kritiek, waaraan het Parlement ook in ons land bloot staat, meende ik het recht te hebben, deze feiten hier eens openlijk te constateeren. Er zit iets wonderlUks in dit gestaag af geven op samenstelling en werkwUze van de eigen gekozen Volksvertegenwoordiging, hier zoowel als elders, en in de voorkeur, die sommigen steeds luider betoonen voor een dic tatoriale Regeering, waarop geenerlei contróle meer mogelijk en geenerlei kritiek meer geoor loofd zou zijn! Eerst heeft men er goed en bloed voor over gehad, om volksinvloed op het Regeeringsbestel te krUgen. En zoodra men het had, reeds in 1850, wist men er geen haar goeds meer in te vinden. Verscheidene leden bepleitten nogmaals het betrachten van spoed met de indiening der wU- ziging van ons tarief van Invoerrechten, welke naar hun overtuiging der Industrie in veel sterkere mate ten goede zou komen dan ver- wezenlUking der in het onderhavige wetsont werp neergelegde denkbeelden. dlging blijkbaar geen flauw benul hebben, zoo- dat hun matelooze kritiek in den regel kant noch wal raakt, vroeger kwam die kritiek van veel meer bevoegden, van mannen als Vis sering, Tellegen. Opzoomer, Buys. Men klaagde toen over de ondoelmatige, omslachtige en te- gelükerltüd onvruchtbare werkwUze der Ka mer. Die klachten klonken reeds in 1851, om trent 1870, en na 1880. Men zegt thans, dat het gehalte dezer Ka mer zoo sterk achteruit gegaan is, vergeleken bU vroeger. Maar hoe was het vroeger? In De Gids van Januari 1881 dus een halve eeuw geleden! schreef Buys: „Al worde het ook half fluisterend gezegd, toch blUve de m*enlng niet onuitgesproken, dat het gehalte van onze Tweede Kamer in de laatste jaren merkbaar is verzwakt en dat om nu ook eens de taal te spreken van onze keurige en plastische han- delsberlchten „het artikel nog allüd eenige neiging openbaart om zün adskerwaartache be weging voort te zetten.” Zoo stond 't 50 jaar reeds geleden! Men ziet, ook toen reeds de klacht, dat het peil der Kamer steeds zakkende was. 1 Is of wU lezen, wat thans ook gezegd en geschreven pleegt te worden. En nu zie ik het zóó, dat wU thans een tUd perk beleven van geluk revolutionnalr karak ter, maar waarin het juist is een felle, lang opgekropte, nu in verschillende landen met elementaire kracht uitbrekende reactie, tege- lUk op sociaal, op economisch en op politiek gebied, welke optreedt tegen het individualisme. Maar wanneer ik dan de meest ook in ons land bekende werken opsla, dat van den En- gelschman Muir en dat-van den Pranschman Barthélemy. dan constateer Ik toch, als lid van dit Nederlandsche Parlement, met trots het volgende: dat de maatregelen, die deze belde deskundige schrijvers aangeven, om de werk wUze van het Engelsche en het Fransche par lement te verbeteren, vrUwel- alle reeds sinds jaren in ons Reglement, met algemeene in stemming, zün opgenomen eg reeds sinds jaren hun nuttige uitwerking hier hebben gehad. WU zUn op weg naar het herstel der maat schappelijke ordening. Men zegge nu niet, dat deze ideëen in ons land thans opkomen, onder Invloed van fascis tische en nationaal-socialistische bewegingen, en dat zU. die nu deze sociale en staatkundige hervormingen voorstaan, handelen onder in vloed dier bewegingen of althans uit vrees daarvoor. Heeft Thorbecke in 1848 gehandeld uit vrees voor revolutionnalr gevaar, welks bestaan in Frankrijk, Duitschland en OostenrUk gebleken was? Immers neen. Reeds vóór 1840 had hU de liberale staatkundige ideëen verkondigd. Reeds in 1844 was hü met het initiatief-voorstel tot Grondwetsherziening der 9 mannen, gekomen. En toen hü zag. dat hier in deze Kamer het voorstel der 9 mannen zou verworpen worden, Vooropstellend, dat het allerminst een aange name en lichte taak is, thans te regeeren, en dat een dictator er niets van terecht zou bren gen, critiseerde hü wü noemen slechts hoofd punten dat de crisisuitgaven uitsluitend zul len worden gefinancierd uit de gewone midde len en dat niet een fonds gevormd wordt, dat zou te voeden zün uit speciale crlsisverhoogln- gen van belastingen (o.a. de successiebelasting). In de economische politiek miste hü perspectie ven. Er zou door den Economischen Raad en door de bedrüfsraden omvormende arbeid in grooten stUl kunnen worden aangepakt. De circulatiebank zou een staatsbank moeten worden en ook een industriebank zou moeten worden opgericht. Wat het staatkundig leven betreft gispte hU. dat de regeering de demo cratie niet voldoende beschermt, ja. daarmede zelf in botsing komt nu en dan. Waarom ook niet veel drastischer tegen de fascistische stroomlngen opgetreden? Anders staat het echter met de beide andere termen: corporatieve Staat en corporatieve MaatschappU. ‘t ZUn modewoorden, die in zeer utteenloopende beteekenis gebruikt worden. Neemt men den term in den zin, dat de Staat het geheele sociaal-economische leven regelend moet beheerschen op een corporatieven grond slag dan acht ik ook dit principieel en prac- tlsch verwerpelUk. Er zün er echter ook, die beide termen in ge lijke beteekenis gebruiken, een beteekenis, die vrUwel overeenkomt met wat ik reeds 30 jaar ge leden aanvaard had en gepropageerd: een pu- bllekrechtelüke ordening naar beroepsstanden, een term, thans ook in de Encycliek Quadra- gesimo Anno gebezigd. Dat de toestand dier Industrie dringend voor ziening behoeft, is onlangs wel zeer duidelUk in het licht gesteld door een lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor ’s Her- togenbosch en omstreken, dat zich op wel sprekende wijze tot tolk heeft gemaakt van de stemming van vertwUfeling welke onder tal van fabrikanten hier ter stede heerscht. Deze leden spraken de hoop uit, dat de regeering zich hiervan ten volle bewust moge zün. en dat de toepassing der ontworpen wUzlglngen in de Crlsis-invoerwet daarvan moge getuigen. Andere leden uitten hun afkeuring over de aangehaalde critiek. ZU laakten, dat een lid eener Kamer van Koophandel van deze func tie gebruik maakt om het beleid der regeering Inzake de handelspolitiek op dusdanige wijze af te breken. Algemeen drong men er op aan, dat ge waakt worde tegen overmatigen invoer van welk artikel ook, tengevolge waarvan een be paald bedrijf sterk zou kunnen worden bena deeld ten koste van andere bedrUven. Ook worde niet overgegaan tot plotselinge verhoo- ging der contingenten, doch handhave men het ten deze zoo gewenschte evenwicht. Van de détailpunten uit het Regeeringsbe- leld, die de Katholieke leider besprak, noemen wU de werkloozenzorg. Te dien aanzien criti seerde hU het feit, dat de belangrUke aan- schrUvlng. door Minister de Wilde dezer do gen aan .ie gemeentebesturen gericht, niet eer der ter kennis van de Kamerleden gekomen is. Over de draagwUdte daarvan kon men zich thans bU dit belangrijk debat nog onmogelü* een behoorlük gefundeerd oordeel gevormd hebben. Speciaal heeft Prof. Aalberse nog eens de werklooze landarbeiders en de zorg voor de jeugdige wcrkloozen alsmede de instelling van een Rükskinderfonds in de aandacht der re geering aanbevolen, evenals hü ook pleitte voor een tegen lager prüs dlstribueeren van andere met crisisheffingen belaste goederen dan mar garine onder de armste groepen. Voorts heeft hü er ook op aangedrongen, dat zooveel mo- gelük de bedrijfsorganen zouden worden inge schakeld bü de verschillende crisisregelingen en dat de regeering haar maatregel ter voor leen landelijke eigendommen. De houding der Katholieke fractie tegenover het kabinet-Colün zal, aldus haar president, dezelfde zün als zü tegenover het kabinet- Ruys steeds heeft aangenomen. Verantwoorde lükheid neemt zü op zich alleen voor eigen daden. ZU zal het kabinet In den geest, dien het tüdsgewrlcht eischt, steunen, maar zü hoopt, dat het kabinet van zün kant vooral bereid zal zün tot ten eerste een loyale mede werking, om in het tempo, dat met den pols slag van den tüd overeenkomt, te komen tot een herstel van de maatschappelüke ordening door publlekrechtelüke bedrUfsorganisatie, en ten tweede tot een politiek, die in al haar onderdeelen terdege rekening houdt met de belangen van het groote gezin. Gisteren werden in de Tweede Kamer de algemeene beschouwin gen geopend met een rede van on zen fractie-voorzitter mr. P. Aal berse. Aan het gedeelte van deze hoogst belangrijke rede, waarin deze veteraan der Kamerfractie sprak over de groote lijnen der Ne derlandsche politiek, ontleenen wij het volgende: De Regeering meent, dat er thans allereerst een taak is voor de partijen. Het zal haar genoegen doen te vernemen, dat de Katholieke StaatspartU met dezen arbeid reeds bezig was vóór deze raad in de M. v. A. gegeven werd. Maar vooral positief, door wat er In der tU- den loop scheef mocht zün gegroeid, recht te zetten door misbruiken, die mochten zün ontstaan, voortaan onmogelük te maken door het voeren van een verstandige economi sche en sociale politiek, die niet alleen de noo- den van het heden verzacht, maar ook weer perspectief opent voor een betere toekomst door het doorvoeren van sociale en staatkun dige hervormingen, als door de geleidelUk zich gewüzigd hebbende mentaliteit ook van ons volk worden geëischt- Al is het dan waar, dat er In de felle kritiek thans door sommige leiders, die zelf nog nooit Iets gepresteerd hebben, op onze sociale en politieke wetgevingen en toestanden uitgeoefend, ontzaglUke overdrüvlng schuilt, ja veelal zelfs volstrekte onwaarheid, wü mogen niet blind zün, of ons blind houden, voor werkelük aanwezige fouten en gebreken. Wü moeten ook nagaan en willen begrüpen. wat er thans leeft ook in ons volk, al komt het in vaagheden tot uiting. ■•88 Allereerst uit deze reactie zich in een hef tige kritiek op het parlementaire stelsel. Ver wonderlijk is het alleen, dat juist zoovele zich tot voor kort nog noemende liberalen, vooral ouder de studenten en oudere intellectueelen, >00 vatbaar bleken voor deze infectie. Maar allerlei reactionnalre elementen, werkgevers, die in hun hart nog steeds alle arbeidswetgeving verfoeien, middenstanders, die in warenhuizen, groote flliaalzaken en coöperaties hun erfvüan- den zien, en zoovelen, die in nood, geen uit komst meer wetende, voor elke verandering zün, die immers voor hen, meenen ze, in elk geval geen verslechtering meer kan brengen, deze allen sloten zich weldra in steeds grooter aantal bü deze beweging aan, die in Italië en Duitschland reeds tot volslagen omwentelin gen heeft geleid. De parlementaire democra tie is daar vervangen door een dictatuur, wel ke streeft naar den totalen Staat, belichaming van de absolute Staatsvoogdü over heel bet jnenschelük leven, en waarin de souverelne wil van één man, niet gekozen, maar als lei der mln of meer gewillig aanvaard, het volk regeeren zal, zonder medezeggenschap, zonder contróle, zonder critiek. In het licht van deze verschünselen om ons heen moeten wü nu bezien, wat in ons land opkomt en woelt, hier meer, daar minder, maar «enigermate overal. Wü zullen dan den ernst van het gebeuren beseffen, maar anderzüds zal dit ons ook leeren, dat toch een beweging die zoo lünrecht ingaat tegen de groote volksvrü- heden die alle persoonlüke uiting van kritiek knevelen wil die den eenmaal na zooveel strüd verkregen invloed <JP het Landsbestuur aan het volk wil ontnemen die ook In ons vrije Nederland een met ons volkskarakter vol strekt in strüd zünde dictatuur zou willen ves tigen dat een zoodanige beweging in ons land geen toekomst kan hebben. Negatief en positief moet deze revolutlonnaire actie worden gekeerd. Negatief, door krachtig alle In wezen revo lutlonnaire actie te onderdrukken, ook al ver bergt zü zich voorshands nog in een schün van legaliteit. Door dezen, trouwens zeer doorzlch- tigen, schün, mogen wü ons niet laten be driegen. Wü zün van meening, dat wü voor heden kunnen volstaan met nogmaals onze opvattin gen en meeningen nader te hebben geformu leerd. De beslissing, maar dan ook de volle verantwoordelükheid, blUve ten deze aan de Regeering. men daarmee niet een of andere fascistische idee, maar ultalnitend: de wederorganhatie van de Maatschappij, het herstel der maat- schappelüke ordening. OngetwUfeld zal deze herstelde maatschappelüke orde ook invloed hebben op staatkundig terrein. De taak van den Staat zal veel minder dan thans regelend zün op sociaal en econo misch gebied, maar veel meer conlreiee- rend, de bewaking en bewaring van het al gemeen belang. Ook zal dan mogelük worden de vervan ging van het individualistisch kiesrecht door het organisch kiesrecht. Een vertegen woordiging van de organische Maatschap pU zal kunnen optreden naast en sa men met een vertegenwoordiging van het Nederlandsche volk als geheel, een verte genwoordiging gebaseerd op de organische territoriale verdeeling van het Koninkrijk. Dit sluit natuurlük niet uit, dat zU. die daar van niets afweten, toch maar steeds lustig doorgaan met de kritiek, elders nog terecht uit geoefend, ook naar hier te importeeren, een im[x>rt, waartegen ons zelfs de Minister van Econ. Zaken niet door een Invoerverbod kan beschermen. Maar wanneer men dan bü dien frauduleuzen import zelfs de beschuldiging van corruptie berhaaldelük in den laatsten tüd mee invoert, dan past daartegen een protest, onder verwüzing naar het niet te ontkennen feit, dat hier, in de Nederlandsche volksverte genwoordiging, in de laatste halve eeuw nooit De algemeene beschouwingen over het regeerbeleid hebben dit jaar reeds op den eersten dag de lei der» van de twee grootste fracties in de Kamer aan het woord gebracht. Prof. Aalber»e, de aanvoerder der Katholieken, opende zelf» de rij. En waarom ook prof. Aalberse had reeds die vraag gesteld de beweging van Mussert niet geiükgesteld met de andere fascistische bewegingen? Door voor de ambtenaren den bond van Mussert wél toe laatbaar te achten droeg de regeering zelf tot meerdere eenheid in het Nederlandsche fascisme bü- Aan dat argument zal dr. Co- Ujn onmogelük kracht kunnen ontzeggen. Is het dan, M. d. V., in het licht der historie, zoo vreemd, dat wü In dezen, even zeer fel bewogen tüd, nu ook elders reeds omwentelingen In het Staatsbestel hebben plaats gehad. nu ook In ons lanchin bree der kring dan velen schünen te vermoeden, gisting kan worden waargenomen, nu wü, met vele,anderen, een kentering zien in de ontwikkeling van het economisch, sociaal en staatkundig leven, nu wU den dageraad meenen te zien gloren van een nieuwen tüd, waarin het atomistisch individualisme, sinds 1789 en 1848 doorgedrongen in MaatschappU en Staat, zal vervangen worden door een herstel van ordening, waarin de saamhoo- righeld der Individuen In nieuwe vormen tot verwezenUJking zal komen, is het zoo vreemd, dat wü. in dezen tüd in andere lan den een radicalen omslag ziende in een rich ting, die, kwam hü ook hier, ons een ramp zou toeschünen voor ons land en ons volk, als in strüd met onzen eigen aard en eigen historie, is het zoo vreemd, dat wü ge dachtig aan het oude adagium, dat regee ren Is vooruitzien, er in de Afdeellngen voor hebben gepleit, dat er een Staatscommissie zou worden benoemd, die tot taak zou moe ten hebben te onderzoeken, welke wüzlgin- gen zouden zün aan te brengen in onze Grondwet, waardoor de mogelUkheld zou worden geopend voor een geleldelUke ont wikkeling van ons staatkundig leven in den geest van dezen tüd, die diametraal staat tegenover den tüdgeest van 1848, welke in onze bestaande Grondwet tot uitdrukking kwam? Ziedaar de grondgedachten, die natuurlUk op verschillende wüzen kunnen worden uitge werkt. Maar dat zal voor een leder duidelUk zün, dat dit alles niets te maken heeft met de Idee van den totalen staat, noch met eenige dic tatuur, noch met staatsalmacht. njets te maken heeft dus met fascisme noch met natlo- naal-sociallsme, aan welke wü als katholie ken principieel tegenover staan. Om de misverstanden, die bü verschillenden blükeó te bestaan, uit den weg te ruimen, heb Ik gemeend goed te doen, dit klaar en duidelUk uit te spreken. Zoo ben ik weer teruggekomen tot mUn punt van uitgang. Heeft hetgeen de Regeering ten aanzien van een toekomstige Grondwetsherziening en de voorbereiding daarvan door een te benoemen Staatscommissie ons niet bevredigd, gaarne er ken Ik, dat wü met groote voldoening kennis hebben genomen van veel wat overigens in het antwoord der Regeering voorkomt. Wat In de M. v. A. wordt medegedeeld ten aanzien van de gezagshandhaving, van de be- strüdlng der zedenverwildering, van de voor nemens der Regeering met betrekking tot de economische politiek, inzonderheid de rnidden- standspolltlek en de handelspolitiek, en betref fende de werkverruiming hebben wü met waar- deering en instemming vernomen. Slechts enkele korte opmerkingen heb ik hier te maken. Die gedachte heeft Prof. Aalberse In zün goed gebouwde en van allerlei herinneringen aan het parlementair-politieke verleden door spekte rede voornamelijk uitgewerkt. Wü kun nen er van afzien, hief ter plaatse uitvoerig uit te werken, hoe de leider der Katholieke fractie ten aanzien van dit onderwerp züne ge dachten uitwerkte, omdat hü zoo vriendelük was, ons op ons verzoek zün geheele rede af te staan. Beter dan een exposé onzerzijds zul len de grepen, die wü uit zün betoog woorde- lük in dit nummer afdrukken, een beeld geven van den werkelük grooten stül, waarin Mgr. Nolens’ opvolger de vragen van den dag, die eigenlUk al zoo oude vragen zün. maar die thans dringender dan ooit om oplossing vra gen, belichtte. WU kunnen er ons mee troosten, dat het overal zoo is. Hoevele boeken zUn er al niet in verschillende talen uitgekomen, gewUd aan t verval van het parlementaire stelsel de cri sis van de democratie? We komen overigens aan de hand van het antwoord der regeering nog op de verschillen de détails van de rede van den heer Albarda terug. Dan passeeren vanzelf ook de revue de diverse détails in de redevoeringen van de een lingen Westerman. Llngbeek en Van Houten. De eerste hield eep betoog, dat, ondanks alle vérzekeringen van het tegendeel, in zün prac- tlsche consequenties onvermüdelUk op de dic tatuur en den absolutistlschen totalen staat moet uitloopen, de tweede gaf opnieuw blük, hoe zuiver negatief d.i. antl-kathollek zün protestantisme is en de derde pleitte we der met het gemak, sommigen democraten eigen, voor verhooglng van allerlei belastingen. Ik geloof, dat de Regeering hier verwart den corporatieven Staat met den totalen Staat. Volkomen deel ik haar meening, dat deze idee van den totalen Staat, welke aan het Nationaal-Sociallsme ten grondslag ligt, absoluut zoowel op principieele als op prac- tische gronden verwerpelUk is. De Regeering heeft in haar Memorie van Antwoord de instelling van een Staatscommis sie als voorbarig en onnoodlg van de hand ge wezen. Wat er In de maatschappU allemaal omgaat, zou volgens haar nog te onbestendig en te vaag zün. Maar opnieuw heeft Prof. Aalberse gewaarschuwd, dat vaagheid in uit drukking niet uitsluit het in wezen reëele. dat om uitdrukking vraagt. Evenals In de veer tiger jaren van de vorige eeuw Thorbecke de gene was, die de opkomst van het individua lisme tüdlg wist op te vangen in een stel grondwettelüke regelen, dat ons land behoed de voor de troebelen, welke in dien tüd ande re landen teisterden, evenzoo was het, aldus de heer Aalberse, de taak van de staatslieden van thans, het wegvloeiende individualisme en den opkomenden vloed van de corporatieve ideeën te leiden in beddingen, die het onheil van revolutlonnaire stroomlngen kunnen te- I genaaan. waarschuwde hü vergeef» vóór de «tem ming nog eenmaal: „Niet te «ien, dat hier eene algemeene oor zaak van hervorming werkedit ware, onzes oordeels, de oogen sluiten.... Wü wensenten, dat men niet op overmagt, op een plaataelüken schok, op eene onvoorziene gebeurtenis, liet aankomen, wat de wet kan doen.*.. Wanneer eene Grondwet, die bron en beginsel van ont wikkeling moet zün. belemmerende vorm Is ge worden, bederft zjj den besten wil van regeer ders zoowel als geregeerden." De uitkomst heeft, reeds vier jaren later, Thorbecke In het gelük gesteld. De schok, door hem voorspeld, kwam inderdaad in 1848. Nog juist bütüds was toen de Grondwet herzien, en bleef de revolutie, elders uitgebroken, dank het doortastend optreden van den Konlng, voor onze grenzen staan. land, ons met zorg vervullen moet. Zorg vervult ons, als wü zien alom de schrik barende gevolgen van de wereldcrisis, dat helr- leger van millloenen werkloozen, de vertwUfe ling zoo velen, die voor zich geen toekomst meer zien, den nood bü landbouw, grootindus trie, middenstand, scheepvaart en handel; de ontreddering bü velen zoowel op geestelük als op zedelük gebied; den onwil der volken, om zelfs in dezen hoogsten nood, elkander de hand te reiken en door Internationale samenwerking een betere toekomst voor te bereiden. Integen deel, een tstügend onderling wantrouwen, toe nemende dreiging van oorlogsgevaar, zelfs na de vreeselüke les van 1914. Kan het verwondering baren, dat door dezen veelzüdlgen nood de grond rüp is gemaakt voor revolutiebouw? In Rusland, in Italië, in Spanje, in Duitschland hebben wü reeds achtereenvol gens omwentelingen beleefd. Voor welke gren zen zullen zü stilhouden? Op ieder, die in den tegenwoordigen ernstigen tüd, al is het ook in ondergeschikte plaats. Invloed heeft op het Staatsbestuur, rust eene zware verantwoordelükheid. Aan de eene züde dreigt het gevaar van een misstap, aan de andere züde het gevaar om het gunstig oogen blik te laten voorbügaan. Reeds dlkwüls is in de geschiedenis aan politieke richtingen en partijen een „Te laat” toegeroepen. ..Wat maakt dezen tüd tot een ernstigen tüd? Het Is dit, dat meer dan anders, meer dan gewoonlük, de oude vorm en de nieuwe geest met elkander in botsing komen.” Indien het waar zou zün, dat ook de muren van deze zaal ooren hebben, dan zullen zü die ooren wel gespitst hebben, denkende: dat heo- ben wü hier al eens meer gehoord. Inderdaad. Deze woorden, waarmee ik meen de te mogen aanvangen, zün hier in deze zaal gesproken op 25 April 1871, door mr. 8. van Houten. Zü geven In kort bestek, na meer dan 60 ja ren, weer, wat ik heden, eenigszins uitvoeri ger, wilde betoogen. Een gematigd woord wenschte ik te spreken. Of Iedereen t ook een verstandig woord zal vinden, Is een andere vraag, waarop ik het antwoord kan afwachten. En dan meen ik, dat de algemeene toestand op economisch, op sociaal, en ook op politiek -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5