De gunsteling van de Bernis J DIAMANT r IVO ROL mr ludter sandy. daar koht IEMAND DE TRAP OP. ZA ZOUDE DEUR VOOR GEENMHU0EN WILLEN OPEN MAKENW/E KAN DA T ZOO LAAT JN OEN 9 v^iAaal uan den dag lilIJ ONBEWAAKT CASANOVA’S WERK DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS 7 HET KAPERSNEST NOOIT WAS ER zuiverder en heerlijker bak- en braadvet dan Braadvet Bak en Alle abonné’s peüedurfandsche Jandjiasta ^°z>/ KlOP' -^op! DONDERDAG 16 NOVEMBER l stichten Het „financieel genie** Verdwenen in midden- Azië Mgr. Marella naar Tokio Vrouwen in het Turk- sche leger Feestdag in Venetië '4 Graaf Mazzaglia Cutelli i. Een goed zaakje JOSEPH CONRAD Onderhoud met dr. Ambolt van de Sven Hedin-expeditie _Ik.... ze vermoorden de agenten toch niet?” Een herdenking te» Rome Hoe Lodewyk XV aan geld kwam om een militaire school te AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I HEMEL waf/ >- Sim iitiiiiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiii zei mee (United Press) 0/ 77. 45 ct« p. pond - 22} ct* p. haN pond 4 I VERXX HOOFDSTUK (Woedt vervolgd). f 1/ r zich 500 menschen, die wilden zien, hoe hü te rechtgesteld werd. Dit bleek echter een misver stand bü de massa te zijn, want zijn bezoekers deden hem niets, maar lieten hem rustig ver der trekken. Te Chotan werd later voor den Zweedschen onderzoeker zelfs een militaire pa rade gehouden en de regeerlng aldaar hielp hem met geld en andere benoodlgdheden. Toen de autoriteiten hem verzochten een getuigenis te willen geven voor de Engelsche regeerlng over de goede behandeling, die hij er had genoten, zag dr. Ambolt kans een particuliere mededee- llng in den brief te smokkelen, waardoor de buitenwereld het eerste teeken van leven van hem ontving. Pas op 16 Augustus van dit jaar bereikte hij Leh in Kleln-Tlbet. waar hü voor het eerst weer in het bereik van een telegraaf kantoor was en zijn eerste telegrammen kon verzenden. Oraaf Mazzaglia Cutelli, de bekende geluiden imitator. die het grootste deel der geluiden voor de filmindustrie in Hollywood verzorgt, vertoeft op het oogenbllk in ons land en zal Zaterdag middag. te ongeveer 3.15 uur, eenlge proeven van zijn kunnen voor de K RO.-microfoon demon- streeren, os hoe het mogelijk is de meest ver schillende dierengeluiden voort te brengen, zon der een ander middel dan de menschelfjke stem. DOOS 20 CT.- TUBE 35 cn 60 CT. De geest der eeuw ia veranderd: alle dingen heben zich grondig gewijzigd, dat een mensch haast niet meer gelooven kan aan de r-alltelt van zjjn vroeger bestaan. Maar ik herinner aM nog. hoe ik op dat moment mijn hart ontdekte iets, dat ik in mijn borst voelde klopper «n bonzen, zóó. dat ik er bijna ziek van werd. Ver dere bijzonderheden ben Ik vergeten. ROMAN VAN iHIHHIIIUIMIIHflIMIIIIIIIIIIlillllllllllHllllllltUlllllUIIIUIlUtUIUIlA Senoritai (knak) 5 cent cent cent 8 cent ROME, 15 Nov. Mgr. Marella is heden naar Oenua vertrokken, om met de ..Conte di 8a- voja” naar Tokio te reizen, waar Lij den post zal innemen van Apostolisch Delegaat Op het station waren aanwezig Z.Em. Kardinaal Fuma- sini-Biondl en de Japanse!» ambassadeur, als mede Japanse!» studenten van het college der Propaganda Fide. Mgr. Marella zal tijdens zijn reis eenlge dagen in Washington verblijven. Rangsley was riep: „Vooruit! nu hierheen!" Na een verward gedrang werd het stiller om ons. We schenen een hobbeligipad af te dalen. Rangsley had gecommandeerd; „We hebben hier genoeg menschen! De rest moet nu weg!” en de hoefslag van zware paarden verwijderde zich van ons. Eindelijk hielden we halt en Rangsley, die vlak bü mU stond, beval met scherpe stem: ..Jullie, gendarmen en jij, John Kemp we zullen jullie hier op den rand van de eeu wigheid leggen, boven de oude steengroeve. Als je loslaat, val je honderd voet loodrecht naar beneden. We zullen jullie de beenen vastbinden en je aan je vingers ophangen. Als je lang ge noeg hangt, bidt dan maar goed! Maak wat voort, jongens!” Een van de gendarmes begon te jammeren: „Daar zul je voor hangen.... voor hangen!” Wat mij betreft, het was of ik droomde. „Jack!" zei ik, ,.je zult toch niet....” „Och. dat komt in orde”, fluisterde de stem. .Hou nu stil! Het komt in orde!” Toen keerde de stem zich van mijn oor en riep: „Nu, zijn jul lie ermee klaar? Als ik drie zeg „Kom mee!” zei Rangsley en trok me niet bij zonder hardhandig op den weg. die vijf treden lager lag. „t Is maar een grap!” snauwde hij. .Ken grappige les voor die twee klabakken!.. Hoor ze eens janken! Als ze loslaten vallen ze tien voet diep!” We gingen een paar passen den weg af; dui delijk hoorde ik de stemmen der gendarmen, die om hulp jammerden. praatte hij toch Spaansch.... we hebben In elk geval iets voor onze moeite. HU zal gehangen worden, diir wil ik....” Ver boven ons klonk een roep, daarna een verward gedrulsch van stemmen. De maan ging op; de wolken hadden plots een zilveren glans. Een ruiter reed behoedzaam op ons toe. HU had een lange cape om, met een kraag, die tot de ooren stond. „Wat is er?” riep hü. toen hU ons tot op een meter of tien was genaderd. De gendarmen gaven geen antwoord. De haan van een pistool klikte. „In naam des konlngs!” riep Llllywhite. .Kom van dien knol af en help ons! We hebben een gevangene." Sarcastisch floot de ruiter tusschen zUn tan den door. Toen begon hU te roepen zijn stem weerklonk langs den heuvel „Hallo! Hallo!” Een echo klonk terug: .Hallo! Halla-o-o!” Toen het geluld van meer stemmen. Het paard stond stil, met gebogen kop; de ruiter draalde zich in het zadel om. „Gendarmen!" riep hU- .Politie! Kom eens gauw, jongens! Schiet op! Die zullen wU eens hebben IPolitiePo litie!....” WU hoorden het draven van zware paarden naderen. .Daar zitten we!” gromde Llllywhite. „Dat verd.... Kent!" Thoms hield mU nog altUd stevig bU den kraag. Een troep ruiters naderde als een on heilspellende wolk. ROME, 15 Nov. Het 75-Jarlg bestaan van het LatUnsch-Amerlkaansch priester-college, dat op 21 November wordt herdacht, zal met verschil lende plechtigheden worden gevierd. Op het program staat os. een diner, waartoe alle Zuld- Amerikaansche diplomaten zUn uitgenoodlgd. De H. Vader heeft door Kardinaal Pacelli zUn gelukwenschen doen^oekomen (United Press) (Korte Inhoud van het voorafgaande John Kemp een Engelachman uit Kent, ontmoet op Jamaica in de woning van Don Ramon. Carlos Rlego. met wie hU menig avontuur heeft beleefd. Kemp heeft Rlego vroeger leeren kennen door den ver loofde van zijn zuster Veronica. Ralph Rooksby. Bij een achtervolging door de gendarmen vinden Carlos en ziln metgezel een schuilplaats bl| Rooksbv. Bil een be zoek aan Carlos werd Kemp gearresteerd) De mogelijkheid Is gerezen dat vrouwen In het Turksche leger zullen worden opgenomen, als gevolg van een opmerking van den president der republiek Mustapha Kemal, bü een bezoek aan de vrouwelijke studenten van de Umveiel- teit te Istanboel. „Ge wenscht eens afgevaardigde te worden,” zelde hU aan een der vrouwelUke studenten. „Waarom neemt ge dan geen dienst lq het leger?” Deze opmerking heeft in het land opzien gebaard en men meent, dat de president voor nemens is, naar Russisch voorbeeld, een vrou wen-regiment op te richten. Militaire autoriteiten hebben als hun meenlng te kennen gegeven, dat vrouwen, zooal niet bU het eigenlUke leger, dan toch wel bü de hulptroepen kunnen worden toegelaten. AVOND JUN? WA T e>P TEE KENT DA T. SANDY? SANDY MAAKTE NOG NOOIT ZOO'N ORUME, HET MOET EEN &EKEN0È VAN HEM ZUN. -> L MAAR. WIE' „Jack Rangsley!” snikte ik. „Laat ze me niet ophangen. U weet, dat ik geen spion ben. Laat ze me niet ophangen. Jack!" ..Hou Je mond!" snauwde hU jn begon een Ingestudeerde redevoering te houden, waarin hU de gendarmen verwenschte en dreigde, dat hü ons aan onze vingernagels over den rand van de steengroeve zou hangen, met onze beenen vastgebonden. BUval en protesten weerklon ken; tenslotte werd men het eens. Rangsley liet zich van zUn paard glUden. „Blinddoekenjongens!” riep hü. terwül hü me vastgreep en heftig rondsleurde. „Verzet je niet!” fluisterde hU me in m’n oor. Z’n zijige handschoen streek koel over mün oog leden. BU mijn achterhoofd warden handen aan een knoop. „JU hoeft niet bang te zUn”, zei hü nog eens. Het rumoer van stemmen hield plot seling op. „Nu jongens, vooruit!” Een stem, die me bekend voorkwam, zei luid hun wachtwoord en toen, op zachteren toon: „Wat is er aan de hand?” Een ander antwoord de: „Rooksby? Sir Ralph!" Scherp viel de eer ste Stem in de rede: „Geen namen nul Ik ver lang absoluut niet naar de galg!” De hand liet m’n arm los; de stoet stond een oogenbllk stil. Ik hoorde gefluister. Toen riep een stem, die ik nog niet had ge hoord: .Kleed ze uit tot op het hemd! We moe ten ze ultkleeden! Dat is het beste!” Ik hoorde gebrom en een kreet: „Jullie ver móórden ons toch niet?” Somber, met een neus geluid antwoordde iemand: „Dat doen we ze ker!” .Weer een ander ik geloof, dat het De gendarmen begonnen te overleggen, wat «Ij moesten doen. Thoms wou vluchten over het Teld. Maar Llllywhite was niet gebouwd voor een snelle vlucht. Bovendien kende hü de streek niet en beschouwde de vrUhandelaars als boe mannen. JZij zullen wel van ons afblUven”, bromde Lll lywhite. „We hebben een bevel.... in naam des konlngs....” HU Het het licht van zUn lantaarn doelloos in de richting van den heuvel vallen. „In elk geval,” begon hü weer, dezen vogel hebben we geknipt. Al is hU geen Spanjaard. hU weet er toch alles van. Ik heb hem gehoord. H|) kan wel Kemp heeten, maar daarginds Evenalj elk jaar, zal ook thans op den 2lsten November te Venetië het feest van de .Madon na della Salute” worden gevierd. Dit feest, waarvoor jaarlijks deelnemers uit geheel Italië naar de Dogestad trekken, vindt zUn oorsprong in een gelofte uit het jaar 1576, toen Venetië door een fatale epidemie werd geteisterd. Het herdenkingsfeest is vooral daarom zoo fraai van aspect, omdat voor deze gelegenheid steeds een speciale brug over het Canal Grande wordt geslagen, waarover de bedevaartgangers voor een groot gedeelte in nationale of regionale kleederdracht zich naar de votlefkerk be geven. Des avonds worden de oevers van het kanaal met gekleurde lampions verlicht. .Heen, neen!” antwoordde hü- .Dat kunnen we niet doen! Konden we t maar! Maar ze zou den ons het vuur te na aan de schenen leggen!” We begonnen den heuvel af te dalen. Uit da groeve klonk een schreeuw: .Help! Help! In Gods naam! Ik kan!....” Daarna een doffe kreet en een plof. Toen dezelfde geluiden nog eens. .Dat is ’n goede les!” zei Rangsley grimmig. „Kom mee! ze zün m»sr tien voet gevallen. Ze hingen niet boven de groeve. X Is in orde; dat verzeker ik je!” Zoo uitte zich de wreede humor der smokke laars. Ieder, die hun onwelkom was, en die ze niet zonder al te bedenkehjke gevolgen konden vermoorden, plachten ze over den rand van een ondiepen kuil te hangen, onder de verzekering dat hU boven een of anderen afgrond hing. De ongelukkige slachtoffers doorstonden dan alle doodsangsten, tot ze loslieten; en meestal kwa men ze nooit meer in onze streek terug. Zoolang wij óverwegen hebben, Waarbij het woordje onbewaakt, l» ’t noodtg vóór ze te passeeren. Dat men een overwigtng maakt. Met onbewaakte overwegen Kan men nog niet goed overweg, Want daag’lijks lees je de berichten Van onvoorzichtigheid en pech. Kerst uitzien schijnt hier niet te wegen, Men overweegt.... maar dan te laat. Je loopt een trein niet van de sokken, Maar krijgt het zelve ièr te kwaad! Ken mensch moet voor zich zelven waken. Wanneer een ander het niet doet Juist waakzaamheid en op je hoede Ontwikkelt steeds den meesten spoed! Bij onbewaakte overwegen. Die gij passeert, denk: nu waak ik! Want hier juist loeren de gevolgen Van ‘t onbewaakte..... oogenbllk! MARTIN BKRDKN (Nadruk verboden) ziet toch, dat je m’n paard schichtig maakt! Nu jongens, komen jullie er maar eens bU!” In een onregelmatigen halven cirkel kwamen de paaiden om ons; plomp als zakken koren, lie ten de ruiters zich er af vallen. Iemand greep de lantaarn en liet het licht op ons schUnen. Ik hoorde allerlei stemmen, verward door elkaar. MUn naam werd ook genoemd. ,4a. ik ben John Kemp.... John Kemp!” riep ik. „Wat moet u hier bU de gendarmen?” vroeg een stem. Het rumoer hield niet op veertig of vUftig stemmen hoorde ik wel. De gendarmen werden vastgegrepen. Ik ook. Ik kon me onmogelUk ver. staanbaar maken; een vuist sloeg op mün wang. „Hang ze op!” schreeuwde er een, „ze hebben mün neef ook gehangen. Alle drie moeten aan de galg! De moeder van Kemp is niet te ver trouwen. HU is een verklikker. Hang ze maar op!” Ik werd op m|jn knieën gesleurd en toen voor uit geduwd. Daarna lieten ze me liggen en gin gen op Llllywhite af. Ik stootte tegen een groot rustig boerenpaard. De verwarring duurde voort; een gebiedende stem riep: .Hou je stil. Idioten! Hou je mond....l” Een ander schreeuwde: .Duister naar Jack Rangsley! Luister naar hem!” Toen was hei stil. Een der mannen stak bU de lantaarn een toorts aan. Een flakkerend licht bescheen het rgewoel van gezichten, lichamen, paardekonoen, jioe die lantaarn weg!” beval de ruiter. .Je jen de rustige boomkruinen daarboven. het plan van Casanova dat hU niet eens kan laten zien, omdat het niet bestaat, met alge- meene stemmen aan, zooals zU het pjan van Cal&abigl eerder met algemeene stemmen ver worpen had. I Calsablgi woont al tien jaren te ParUs en gelooft niet langer aan het plan voor een loterU. dat hU al herhaaldelUk bU den Minister aanbeval, maar waaraan nog nooit eenlge aan dacht geschonken werd. ZUn broer, een voor- treffelUke wiskundige en de ontwerper van het plan, woont bU hem in. HU lUdt aan een soort lepra en kan zich moellUk in het openbaar vertoonen. Het is daarom dat de wiskundige zUn jongeren broer de loterU aan den Minister 1 liet voorleggen. 1 Beide broers hooren van Casanova en begrij pen wat voor een gevaarlUk concurrent hu is- ZU vragen hem bU hen te komen dineeren. Casanova neemt dit gaarne aan. Wat toch zou er van zUn hoog bezongen plan terecht komen wanneer hU de hulp van een bekwaam wiskun dige miste? HU zegt dat echter niet en doet erg uit de hoogte. Casanova spreekt over al zUn relaties, over De Bernis, ov^r den Hertog van Cholseul, over Madame de Pompadour. En hU bereikt als steeds zün doel. De gebroeders Cal- sabigi laten aan hem gaarne de leiding der onderneming over en smeeken met hem te mogen werken. Casanova krUgt zes bureaux der konlnklUke loterU. HU verkoopt er vUf voor twee-duizend .Jivres” per stuk. Het zesde opent hU in de rue Salnt-Denls. Aan zUn kamerknecht ver trouwt hu de leiding er van toe. zelf strUkt hU vler-dulzend .Jivres” salaris op. Voor de eerste trekking incasseert hU veertlg-dulzend .livres” waarvan hU er zeventlen-dulzend aan de prijs winnaars moet uitbetalen. HU is weer rük. ZUn zakken zUn zwaar van het geld. HU houdt een eigen koets, gaat naar de opera, bezoekt de beste salons. In totaal zUn er bU de eerste trekking voor twee millloen livres” loten verkocht. De staat verdient zes honderd duizend „llvres". En de militaire school bloeit. VUf-honderd spruiten van verarmde adelhjke families worden er kosteloos onderwezen in den wapenhandel. Een kind dat op het oogenbllk nog niet ge boren is. zal er als jonge man eens de geheimen leeren kennen der krUgskunde. En hU zal se goed leeren kennen, hU zal ze alle leeren kennen. WU spreken van Napoleon Buonaparte. een kleinen borg moeten stellen, sooals u reeds in de annonce heeft gelezen. Die borgstortlng heeft een tweeledig doel. Ten eerste dient se tot zekerheid voor mU; maar in de tweede plaats beteekent ze een goede kapltaalsbelegging voor u. Er wordt u namelUk een rente uitgekeerd van negen procent.” Meneer Wood hapte naar adem en zUn oogen glansden begeerlg. .Hoeveel moet ik borgstellen,” vroeg hü haas tig. Grant glimlachte. „Ik had gedacht ongeveer tweehonderd pond sterling,” zei hU. ..maar als u meer geld wilt storten heb ik er niets tegen.” Meneer Wood rekende uit. „Mag Ik.... eh. vUfhonderd pond storten?” vroeg hü. „U begrUpt tegen negen procent be teekent dat. „In orde.” besliste de heer Grant, waaron Wood ’n cheque boekje te voor- ichljn haalde en sen cheque invul de. „Het is pre cies alles wat ik heb kunnen bU- eensparen,” oen Casanova uit de gevangenis van Venetië ontsnapte en in Januari 1757 zUn toevlucht zocht te ParUs, was hU twee- sn-dertig jaar oud. had hü geen cent op zak en beschikte hU zelfs niet over kleeren, waarin hü zich vertoonen kon. Maar hü bezat durf en Wist zün kansen uit te buiten. Te ParUs is er maar een op wlen hü rekenen kan en die in staat is om hem vooruit te hel pen: de Minister van Buitenlandse!» Zaken De Bemls. dien hü te Venetië heeft gekend als Gezant van den Franschen konlng. HU gaat dadelük naar palais Bourbon, wordt hartelük ontvangen en de Minister beloofde hem alles wat HU wil Casanova moet zün dramatische ontvluchting te boek stellen en krUgt honderd «louls”. Een week later is zün garderobe weer in orde en heeft hü een uitvoerig verhaal, dat meer boeiend dan waar is, van zün ontsnapping uit de gevangenis van Venetië klaar. De Bernls laat het manuscript circuleeren In de hoogste kringen, geeft fantastische verhalen ten beste over zün beschermeling, en drie weken later reeds is Casanova de gast van den Hertog de Cholseul. die hem aan Mad. de Pompadour voorstelt en aan De Boulogne, den .surlnten- dant des finances”, die hem op zün beurt toe vertrouwt aan zün eersten intendant, Paris- Duverney. een der handigste en vindlngrükste oeconomen van zün tüd. Geld is de spil waarom in die dagen heel de wereld draalt, en óe Bernls weet den vluchte ling van Venetië dan ook niet beter aan te be velen dan door hem een financieel genie te noemen. Casanova la misschien een genie, maar van geld weet hü toch heusch niet meer af dan dat het prettig Is. het met handen vol weg te smüten en dat hü zich soms In de gekste bochten wringen moet om er aan te komen. Geboren uit reizende tooneelspelers. houdt hü echter van het onzekere en beschikt hü over een groot aanpassingsvermogen. Schotschrüver. bedrieger, spion, toovenaar, banneling, kent hü de kracht züner welsprekendheid en weet hü dat de grootste specialisten het makkelükst te vangen zün. En wanneer Parls-Duvemey de grootste financiers büeenroept voor een bespre king van den berooiden flnancieelen toestand des konlngs, dan aarzelt Casanova geen oogen bllk en verschünt ter vergadering. Lodewük XV is besloten tot den bouw van een militaire school die onderdak zal bieden aan vüfhonderd spruiten van verarmde adellüke. families De architect Gabriel heeft opdracht gekregen om iets moois te maken; de school moet de Invalides van Lodewük’XIV. waar achter zü verrüzen zal, in schoonheid over treffen. Maar architectonische schoonheid Is duur. En juist het geld ontbreekt. De bouw die in 1751 begonnen werd, is gestaakt wegens geldgebrek. Voorlooplg heeft men honderd jon ge edelen In de school kunnen onderbrengen, maar hun opleiding is zoo kostbaar, dat men ze weg zal moeten zenden, wanneer er geen mid delen gevonden worden. Het is hierover dat de deskundigen spreken in wier midden Casa nova zich plotseling bevindt. Hü zegt niets, kan niets zeggen en heeft ook niets te zeggen. Maar de anderen zien zün zwügen voor de hoogste wü:heid aan. Wan neer het vruchtelooze debat een oogenbllk ge staakt wordt, zegt Duverney: Meneer Casanova, ik weet dat u een plan heeft. En Ik meen te weten wat vóór een plan het is.” En hü duwt hem een manuscript onder den neus met den titel: .Doterle de 90 billets dont les lots seront tlrës au sort.” Casanova herademt. Van loterüen weet hü alles af. Die kent hü uit Italië, uit Venetië. Hü praat en praat, keurt het plan dat door Duverney is getoond en dat afkomstig is van een zekeren Calsablgi, af, omdat het slechts twintig millloen „llvres” aan prüzen voorziet, terwül hü meent dat honderd millloen veel meer aantrekkingskracht op het publiek zou uitoefe nen; hü praat en praat. vermUdt angstvallig den naam Calsablgi en spreekt slechts van ■jnUn” plan; en tenslotte neemt de commissie „Svehska Dagbladet” publiceert een inter view met dr. Ambolt van de Sven Hedin-expe ditie. De bekende onderzoeker was maanden lang in Midden-Azië verdwenen, zonder eenig teeken van leven ergens achter te laten, zoo- dat men het ergste vreesde, en dr. Sven Hedin reeds een hulp-expedltle in gereedheid bracht. Dr. Ambolt deelde in een interview oa. mede, dat hü zich reeds in Mei 1932 aan de grens tusschen Tibet en Turkestan van zün vrien den scheidde. Het was zün bedoeling over de Tibetaanse!» hoogvlakte en voorbü het be roemde meer Lop Mor naar Peking te komen. Onderweg was hü meermalen aan levensgevaar blootgesteld. Een wolkbreuk herschiep het dal, waardoor de karavaan, die dr. Ambolt had uit gerust. trok, in een groot meer. Tengevolge van de groote koude de thermometer daalde tot 40 graden onder nul en de üle lucht op de op 6000 Meter hoogte gelegen hoogvlakte, stier ven de meeste dieren der expeditie, die bü het vertrek uit negentig ezels, veertig paarden en 3 muilezels had bestaan. Bovendien liepen eenlge Inboorlingen weg, omdat zü geloofden dat de expeditie verloren was. Dr. Ambolt bleef ech ter regelmatig zün wetenschappelüke waarne mingen doen. Toen tenslotte het eene dier na het andere stierf, moest hU eindelük zün oor spronkelijk plan opgeven en zich in Noorde- lüke richting naar Turkestan in veiligheid zien te brengen. Het grootste gedeelte van zün ba gage, alle aanteekenlngen van zün vüfjarige onderzoekingsrelzen door Azië, en zün instru menten. moest hü in den steek laten. Later kon alles echter door een hulp-expedltle wor den gevonden en in veiligheid gebracht. Toen büna alle dieren dood waren, kwam de expe ditie tenslotte in streken, waar weer grasland en water was. Te Dalai Kurghan werd een nieuwe karavaan samengesteld. De gouverneur van Ooet-Turkestan maakte het de expeditie zeer moeilijk, door allerlei formaliteiten. Maan denlang moest dr. Ambolt zonder verbinding met de buitenwereld op vergunning wachten om verder te mogen reizen. Inmiddels brak er een revolutie uit, en zoowel de oude als de nieu we heerschers gaven hem vergunning om ver der te trekken. De revolutionnalren brachten hem een bezoek en voor zün huls verzamelden Stabilo Geur en Kleur Artiva Delgado 8 cent Koerier 10 cent Elegant 10 cent Special12 cent Standaard 12 cent I Er is moor 4én Standaardkwaliteil voor Nederland ssstssssssseesseesseeeeesmsseeeesseeseeeeeeeaaaaaeee hU. „maar de bank geeft maar drie procent.” „V zult me zeker wel toestaan naar de bank te informeeren?” vroeg Grant, terwül hü naar de telefoon greep. Even later had hü van de bank de bevestiging dat de heer Aloyis Wood goed was voor 500 pond en dat een cheque door hem geteekend ge accepteerd zou worden. .Prachtig,” zei Grant, terwül hü het kostbare papiertje in zün portefeuille stak en een qul- tantie schreef. „Maar....” vroeg de heer Wood aarzelend.... „heeft u er iets op tegen om me vast een klein voorschot op mUn salaris te geven, meneer? Ik zit op het oogenbllk slecht bü kas en een tweehonderd pond kan ik voor het huishouden goed gebruiken.” Grant keek verstoord. Hü had al gerekend op een verdienste van 500 pond, maar dat zou niet doorgaan. Voor zün fatsoen kon hü de 200 pond echter niet weigeren. Toen enkele mdnder belangrüke zaken nog geregeld waren ^i-rtrok de heer Wood, terwül Grant zich meteen gereed maakte voor een haastig vertrek. Hü snelde naar de bank om de cheque te Innen, waarna het zün bedoeling was voor enkele maanden de grens over te wippen. Op de bank werd hem echter meegedeeld dat de cheque niet betaald kon worden, omdat er geen rekeninghouder van dien naam bestond. Getelefoneerd? Wel nee, de bank had niet met hem getelefoneerd. Zeer onbehaaglük en tweehonderd pond lichter ging Grant naar huls terug. TegelUkertüd had de heer Wood eèn samen komst met een anderen heer en een Jongedame, met wie de 200 pond werden verdeeld. „Heb je al andere advertentiee gevonden, Harry?” vroeg hü- „De zaken gaan goed. Een beetje handigheid en een goed electromonteur die de telefoonlelding aftapt, een jongedame om voor telefoonjuffrouw te spelen en een oud chequeboekje: met dat alles gewapend zullen we nog meer van die zwendelaars in hun eigen gegraven kullen laten vallen.” cn dit blad zijn Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen bU levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f OCfl bü verlies van een hand f 1 OC oü verlies van een f Cfk bü een breuk van t Afk bil verlies van ‘n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeiingen J Ir verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f f doodelüken afloop J cJU.“ een voet of een oog f A Aar»** luim of wüsvlnger J v(rs**been of arms anderen vlngsr imon Grant was *n vernuftig man, die aller- lel middelen wist te verzinnen om aan den kost te komen. Zün opvatting van eerlükheld was rekbaar als elastiek, zoodat hü niet spoedfg gekweld werd door wroeging. Maar hü wist heel goed dat de meeste van zün handelingen van dien aard waren dat een kale cel voor vele maanden zün lot zou zün, indien de politic op de een of andere manier er achter kwam. Ach ter zün vrlendelüke oogjes school dan ook een scherpzinnig brein, dat de kans op mislukken van zün „zaken” zoo gering mogelük trachtte te maken. Het was ongeveer vier uur ‘s middags dat Simon Grant op zün kantoor was gezeten, ter wül vóór hem op het schrüfbureau een menigte kranten in schilderachtige wanorde dooreenlagen. Van al die kranten lag een advertentiepagina naar boven gekeerd en het was geen toeval dat één bepaalde advertentie in elke krant büzonder goed opviel. Onveranderd luidde deze adver tentie als volgt: „LevenspositieBelangrüke fir ma zoekt geroutineerd boekhouder om de ge- heele boekhouding op zich te nemen Flink salaris. Kleine borgstelling gewenscht, waarvoor rente wordt uitgekeerd." Toen Simon Grant deze advertentie in de bladen plaatste vertrouwde hü op zün ervaring die hem zei, dat op een dergelüke aankondiging steeds een massa gegadigden kwamen opdagen Vooral nu de tüden zoo slecht waren kon hü rekenen op veel liefhebbers voor de betrekking, zoodat niemand het zelfs ongewoon zou vinden om een kleine borgstelling te stellen. Voor een levenspositie hadden de menschen tegenwoordig veel over. Hü behoefde niet lang te wachten tot er een klein verlegen mannetje verscheen dat luisterde naar den naam Aloyis Wood. Het ventje zag er schichtig en wantrouwend uit en maakte den Indruk bang en onbeteekenend te zün. Grant merkte het met voldoening op. HU bood z(Jft bezoeker een stoel en een sigaar aan. waarna hü meteen de kern van de zaak blootlegde. „Wel, meneer Wood." begon hij. „u hebt geschreven op mün advertentie en u wilt .graag de betrekking hebben die bü mü vacant is. Laat ik u vooraf meedeelen dat u niet de eenlge bent. Ik heb ongeveer vüftlg andere brieven gekregen van gegadigden. Iets wat heel gemakkelük te begrüpen is. want een levens positie is in dezen woel!gen en onzekeren tüd heel wat waard.” Aloyis Wood knikte Uverlg en dééd alle moeite om zün sigaar brandende te houden. „Vertelt u eerst eens." vervolgde Grant, „waar u gewerkt hebt, welke diploma's u heeft en wat voor getuigschriften. U moet goed begrünen de betrekking waarom het hier gaat is een zeer verantwoordelüke. waarvoor ik een kundig, be kwaam man moet hebben.” Het kleine mannetje begon zenuwachttg in al zün zakken te zoeken en haalde tenslotte een bundeltje papieren te voorschün, die hü aan den heer Grant overhandigde. .Dit zün de getuigschriften en de diploma's," zei hü- ,Jk heb het laatst gewerkt bü de N.V. Storm en Co., maar die ging failliet, zoodat ik op straat kwam te staan. Op mün leeftüd be teekent dat een zwaren slag, meneer. Ik had een vrouw en kinderen om voor te zorgen en het geld ligt ook niet op straat. Maar u kunt uit de getuigschriften zien dat ik voor mün werk berekend ben." De heer Grant las de papieren door, knikte bevredigend en ging toen over tot het volgende deel van de zaak. „Ik geloof,” zei hü. „dat ik in u den geschlk- ten man heb gevonden. Gelukkig, want, dat be spaart me de moeite om al die andere candl- daten te woord te staan. U moet weten dat mün firma veel handel drüft met het buiten land en dat er veel geld door uw handen zal gaan. WU hebben in onze zaken al enkele jaren van voorspoed achter den rug en het ziel er niet naar uit dat de crisis daaraan een eind zal maken.” Hü toonde enkele balansen, die meneer Wood bestudeerde en daarna met een bewonderenden blik teruggaf. „Dat mag er wezen, nietwaar?” straalde Grant van voldoening. Inderdaad de balansen mochten er wezen, maar het had Grant veel tüd gekost om ze goed in elkaar te zetten t „Als goed zakenman neem ik echter geen risico. Als u de betrekking aanvaardt zult u L/EVE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 19