PI
1
1
van den daq
w jr elen in de buurt wisten niet, waarom het
Het werk der contemplatieve orden
DE ABDIJ VAN EGMOND
HONTG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
Prettig Vooruitzicht!
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
HET KAPERSNEST
SI
F®
On:
INi
WOENSDAG 22 NOVEMBER
Geestelijke adoptatie
1
Plattelandsscholen in
Mexico
B
Tuberculose in Zuid-
Afrika
v<
H
Draadlooze stations in
de Libysche woestijn
Alcoholsmokkel in
Finland
André Spada
AN1
1
Opium onder afval
verborgen
De hoogste telefoon van
Europa
Ui
Scheepvaartverkeer te
Bazel
vertraging
JOSEPH CONRAD
H
De]
\De trein-
Gesprongen handen-Ruwe huid
3öen60ct. PUROL
Bij Apothekers en Drogisfen
i
Bevordering van de veetiging van
contemplatieve klooatere
in de miuielanden
■HWUlll
reist
genoeg
toe hebben?*
c
de
B
VIJFDE HOOFDSTUK
'V
5 TE MIDDEL ZE
ZAL WEL PRATEN,
ALS WE HAAR TUD
geven.
,JU zoudt ons kunnen helpen!" hoorde ik
hem mompelen.
André Spade, de beruchte bandiet, die te
Ajaccio in de gevangenis is opgesloten, sal bin
nenkort naar Montpellier worden overgebracht
om door medische specialisten te worden ge
observeerd.
Men vermoedt dat hij niet geheel wel meer
in het hoofd is, ofschoon de doktoren hem van
simuleeren verdenken.
ruDZEDJE'»}
EN INTLMSCHFN
KOMTC»E FLET
(HER MET ZN
BENDE H/EFt
EN WE WORPEN
jEWViGFNALS A
RATTEN/N p
T)EN VAL I
De scheepvaart te Bazel is gedurende de eer
ste drie kwartalen van dit Jaar in vergelijking
met het vorig Jaar toegenomen en bedroeg In
totaal 1.525273 ton (vorig jaar 1.201.701 ton),
waarvan 299.994 ton (vorig Jaar 284.630 ton)
RUnverkeer en 1.225.279 ton (vorig jaar 917Ü71
ton) kanaalvaart.
Uit de door de Finsche douane-autoriteiten
gepubliceerde cijfers blijkt dat In October 28270
gallons gesmokkelde alcohol in beslag genomen
zijn en in de laatste 10 maanden 110 720 gallons.
Het vorige jaar waren deze cijfers resp 9000 J
en 55.600 gallons.
Men erkent algemeen dat slechts tien procent
van den in Finland gesmokkelden alcohol in be
slag wordt genomen, zoodat het totaal dat Jaar
lijks wordt binnengesmokkeld geschat wordt op
ruim 1 millloen gallons.
Men kan tegenwoordig vanaf het Jungfrau-
joch, het hoogste spoorwegstation van Europa,
telefonisch aansluiting krjjgen met alle deelen
van de wereld. Het gaat hier om een telefoni
sche automatische Installatie, die eenig in haar
soort Is. De geleidingen zijn geheel onderaardsch
en sneeuwstortingen noch lawines, die op deze
hoogten zoo veelvuldig voorkomen, zullen daar
schade aan kunnen berokkenen.
essssss66MSMSsssesstssstsssssssssssssststseesMg|
„want Ik zou het tóch niet gedaan hebben."
„Zoo, als Je nu maar uitstapt,pruttelde de
ROMAN VAN
voor i
van
hoogt
Voor
docht
Het v<
enz. e
Vraag
roode
OVER
Gi
Pracl
Eau
Houb
Maja
Rogei
Cute:
rvnovb
GOKX a
In een toespraak tot de Rotaryclub van Jo
hannesburg constateerde dr. Pringle directeur
van een sanatorium, dat jaarlijks In Zuid-Afrika
3000 menschen sterven aan tuberculose.
Indien wij jaarlijks 3000 landgenooten verlo
ren aan pest of pokken, zouden wij ontsteld
zijn, zoo betoogde dr. Pringle, maar over de
feiten omtrent de tuberculose zijn de menschen
niet op de hoogte.
In Kaapstad alleen sterven jaarlijks 700 men
schen aan deze ziekte en In Johannesburg 350.
Met zoMn heerlijk optimisme
Werd de Volkenbond gesticht.
Want men meende, dat juist hierin
t Brandpunt van den vrede ligt!
Volkenbond! en het geheimpje
Zit alleen reed» in den naam.
Hiermee vang je alle Staten
Onder ‘t iéne hoedje sdam!
Sn Genève werd gekozen
Voor dit prachtig instituut,
Want de schoonheid werkt
verzachtend
Op onaangenaam dispuut!
Al de volken hier te samen,
In gezellig onder on»,
Doet de eendracht weer gedijen
En god Mars krijgt zoo de bons!
Ja, de opzet was zoo kwaad niet,
Maar iets is er, dat niet stuit.
Want in plaats van in te binden,
Knijpen ze er tusschen uit!
Als men zóó de banden prijs geejt
Is de meening wel gegrond,
Dat men hier, van bond gesproken,
Overgaat tot dl te bont!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Het is een
tot frau-
Toen een kar. waarop een hoop vodden ver
voerd werd, door een polltie-beambte te Peiping
werd onderzocht, bleken 800 ons opium onder
het afval verborgen te zijn. De karrijder be
kende dat hij gehuurd was door een opium-
smokkelaar, voor wien hij de opium in de stad
moest brengen.
De politie begaf zich onmiddellijk naar het
huls van den smokkelaar, doch deze was reeds
ontsnapt. Zijn moeder werd echter naar het
politiebureau gebracht, om verhoord te worden.
Maar het volgend moment keek hij mij zoo
nuchter aan, dat ik schrok.
„Ophangen!" herhaalde hij. En toen: „Jon
geman, knijp er tusschen uit. Luister naar m’n
raad en knijp er tusschen uit! Carlos is een
gladde bliksem. U zult mannen noodig hebben
om dat klaar te spelen. Mannen, dat verzekei
ik u." Hij klopte zich op zijn beenige borst.
Ik had nooit vermoed, dat hij zoo grimmig
kon kijken. Zijn oogen maakten mU machte
loos Hij deed z'n enormen mond open, als wou
hij me verslinden. Zijn lange kaken gingen ge
luidloos op en neer. Hij scheen van gedachten
te veranderen.
„1 Is zóó genoeg," zei hi), met een somber
zelfbedwang HU ging staan en draalde mü den
rug toe.
Ik had geen flauw idee van zün bedoeling
Ik wist alleen maar, dat het weggaan uit zijn
hut voor mij l*k op een ontsnapping uit een
duister roofdler-hol naar een zonnige wereld
Ongetwijfeld hadden zijn woorden, en nog meer
zUn manier van doen, een gevoel van onveilig
heid In mij gewekt. Maar dit gevoel had geen
bepaalde richting, want het was klaarblUkelUk
dwaas en onmogelUk, mijn vriend Carlos te ver
denken. Bovendien was hangen zulk een vér ge-
vacr, zulk een ongeloofelUke gebeurlijkheid, dat
het heele geval belachelijk werd. Toch voelde ik
mU ongelukkig, onverklaarbaar ongelukkig.
Spoedig vond ik een af doende verklaring: Ik
had heimwee. Aan den tweeden stuurman dacht
ik niet meer. Ik keek naar de haven, die wü
btnnenzeilden en dacht aan het quderliik huls,
vanwaar ik zoo gretig was vertrokken. Ik was
In het grensgebied van het Egyptische deel
van de Libysche woestijn zullen drie draadlooze
stations worden opgericht.
In verband met de hevige winden en zand
stormen Is de telegrafische verbinding met
deze streken dlkwUls gestoord, zoodat men we
ken lang zonder berichten van de autoriteiten Is.
De draadlooze stations zullen worden opge
richt in de Kharga-oaae. in de Fararafra-oase
en in de nabUheid van Toro.
De credleten, noodig voor het oprichten van
deze stations, zullen op de begrooting van het
volgende Jaar worden uitgetrokken.
in de 3e klas-wa-
gens.
poging
de.”
„Groot gelük.
dat u t verschil
niet wilt laten bU
betalen," zei ik.
f IK ZOU MAAR WEL 1
I AAN 'T PRATEN KRIJ
GEN, ALS KEEN VUUR-
XtjEONDERÓRVOE -
TEN MOCHT STOKEN
OF ZE DAN ALLESZRU
VERTELLEN WAT ZE y
WINT 7 I
EN ALS ZE NU
ALLES VERTELT
WAT ZE WEET.
WAT ZULLENwE
,Dan zal ik het u eens vertellen! Ze zullen
u hangen!"
Ik was te verbaasd om kwaad te worden. Ik
veronderstelde maar, dat de man dronken was.
r GOEIE GENADE VEEL ETEN KRU6
IK MIER NIETENM'N ARMEN EN
VOETEN ZuH ZOO STEVIG VASTGE -
BONDEN DAT IK ZE N/ET BEWEGEN
KAN SLAPEN KANWNIET ZE HEB
BEN DEN HEELEN NACHT MET El
KAAR GEPRAAT EN /N EEN ANDER
VERTREK MOOR IK NIETS DAN JAN-
MERKLACHTEN WACHT Even ZE
HEBBEN "T OVER Mt J
NEEN DAAR BEN
IK TEGEN', AL -
F IK GELOOF NIET DAT
I DAAR GEVAAR VOOR
I BESTAATZELESAlS
I ZE HEM OVER PA T HOL
I HER HEEFT iNGELKHT,
I DAN ZOU HM HET BE -
ZWAARLUKKUNNEN
VINDEN !N ELK GEVAL
\ZULlEN WE OPONZE
k HOEDE ZUN
Ik toonde hem een heldergroen derde-klas-
kaartje van Lumley naar Batterton.
,D»t dacht ik wel." grinnikte hü; u
eerste op een kaartje derde klasse.”
„Ik zou t verschil kunnen bij betalen,”
opperde Ik.
.Dat gaat nu niet meer. Er is ruimte
«•■••••sasn.s.esssess.i.stsMseessses
De Mexlcaanache minister van Onderwijs.
Narciso Bassols, heeft mededeellng gedaan van
een grootsch plan, n.l. om te beginnen met het
volgende jaar een duizendtal plattelandsscho
len In alle deelen der Mexlcaansche republiek
te openen, waardoor de onderwUsgelegenheld
in het komende Jaar met ongeveer vijftien pro
cent zal worden ultgebreld.
eens," zei hij. ,Jk denk hier verscheidene jaar
tjes te zUn."
HU nam zijn koffer op en beklom de ladder,
zoo onromantisch mogelijk. Hjj zou wel even
naar Macdonald vragen voor me.
Een paar mannen, bü het luik samenkomend,
begonnen hardop een gesprek, waarvan leder
woord, In de stilte van 'mUn ellende en het
groote, verlaten tusschendek, duldelUk tot noÜn
ooren doordrong. Een van hen. blijkbaar pas
van huis, stelde vragen. Een ander gaf ant
woord:
„O, ik verloor een halven seroen, bü den laat
ster! tocht het oude liedje."
„Hebben ze de schurken nog niet ultge-
roeld?” vroeg de ander.
De eerste verzachtte zijn stem. Ik kon enkel
opvangen dat „de admiraal een ouwe dwaas
was, heel niet geschikt voor zoon zaakje.
HU is den naam te weten gekomen van de
plaats waar de kapers vandaan komen _Rk>
Medio. Dat is de plaats. hU kan die nu enkel
maar niet bereiken met zUn driedekkers. Zag
Je zijn schip?"
Rlo Medio was de naam der stad waar Car
los heenging de stad van zijn oom. Boven
hoorde Ik de mannen zich verwUderen.
Wat moest Ik gelooven? Wat kon dit betee-
kenen? Maar dewoorden van den tweeden
stuurman „KnUp er tusschen uit. Jonge man."
schenen als een trompetstoot in mijn ooren te
klinken. Plotseling kreeg Ik een hevig verlan
gen Macdonald te vinden niets meer van
Carlos te zien.
(Wordt vervolgd?
(Korte inhoud van het voorafgaande.
John Kemp een Erwelschman uit Kent,
ontmoet op Jamaica in de woning van
Don Ramon. Carlo» Rlego. met wien bü
menie avontuur aeeft beleefd Kemp heeft
Rieeo vroeger leeren aennen boor_den ver
loofde van slln auetet Veronica Ralph
Rooksbv BU een acntervoleine door de
gendarmen vinden Carloe en zijn metgezel
een schuilplaats bil Rooksbv BU sen be
soek aan Carloe wern Kemp
maar lat-r door Rangsley. den leider van
de smokkelaars weer bevrlid Kemp maakt
dan het plan met Carloe uit te wUkeo
naar Weet-Indlèl
Tenslotte vroeg hU cynisch, of hU mUn oogen
open zou maken.
De antwoordde niets.
„Weet u, wat p wacht." vroeg hU. .Als u
dien Carloe niet laat schieten?"
Vol verwondering mompelde Ik, dat ik het
niet wist.
tenslotte toch nog maar een jongen. geestelUk
nog meer dan lichamelUk.
Voor de kust krioelden vreemdsoortige boot
jes als kleine watertorren. Eén schoot op ons
schip toe, toen wéér een. Ik wilde liever niet,
dat zU dichterbij kwamen. *t Was of Ik mUn
eenzaamheid niet verstoord wilde zien. Ik was
heel niet verheugd, dat ik aan land zou gaan.
Van achter een woelig kluwen vaartuigen kwam
langzaam een groot en hoogvarend schip te
voorschUn; zwart, omgord met de twee breede
gele strepen van een dubbele rU kanonnen. Zon
der groet voer het ons voorbU. ZUn hooge raas
staken ver boven onze masten uit. Ik Zag, hoe
de matrozen uit het want neerkeken op ons dek.
WU hoorden op het schip -een ander geluid
dan dat van het bootsmansflultje en van loo-
pende voeten. Ik stelde mU voor, dat het zUr.
huisreis begon en voelde een hevig verlangen
om aan boord van dat schip te varen. Later,
toen alles afgeloopen was, ging Ik op dat schip
naar huls terug. Maar toen was het te laat.
Ik was een ander mensch geworden, met veel
vreemdsoortige ervaringen en geheel andere
verlangens. TerwUl ik het schip na stond te
staren, hoorde Ik de stem van Carlos achter
mU HU vroeg aan een van onze matrozen, wat
voor een schip het was.
..Kunt u geen admiraalschip onderscheiden?”
snauwde een grommige stem, „t Is het schip
van admiraal Rowley!” De matroos mopperde
nog lets over: „zeeroovers, rapalje, de kust van
Cuba.”
Carlos kwam tegen Me reeling staan en keek
het oorlogsschip na.
iiiiiiiuitiiiiuiiiniiiiiiiiiiiiiniiitiiitiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï;
JE WILT ZEGGEN
I -AJ.S WE DATGELb TE
RUGHEBBEN^ NU
WAT /5 ER DAN TEGEN
HAAR HIER TE LATEN y
DAN MET HAAR I N/EMANDK&N HAAR
DOR N^ 1H/EP VINDEN. IN^EEn
l 7 JZLREN.
^0>r7«
y locaaltrelntje uit Lumley, dat 21.15 te
Batterton hoort aan te komen, op den
avond van den zeventienden April 1931 een half
uur te laat kwam.
Ik stapte te Lumley in den trein en zat een
oogenbllk later in de onhebbelUke duffe doos,
die de spoorwegmaatschappü een eerste klas
rookcoupé geliefde te noemen. Onder de paar
ingelUste kennisgevingen aan den wand. prUkte
het bericht, dat misbruik van de noodrem met
een boete van vUf pond zou gestraft worden Ik
liet den trein ongeveer driehonderd meter s*n
gang gaan en gaf toen een stevlgen ruk aan de
rem. Het ding werkte uitstekend. De trein bleef
staan en de conducteur liep er langs, om na
te gaan. In welken coupé er misschien een
moord was bedreven. Ik stond op en keek uit
het raampje.
„Goeden avond, conducteur,” zei Ik.
„U hebt aan de noodrem getrokken. mUn-
heer?"
„Inderdaad.”
„Wat was er aan de hand?” Bent u soms
ziek?"
„Niet dat ik weet, t Is een mooie avond; de
sterren staan aan den hemel en alles is keurig
In orde.”
De man was Intusschen den coupé binnen-
gestapt
„O, Ik begrUp het ah" zei hU, „een beetje
getikt, hé?”
„Toch niet,” antwoordde Ik; „als ik je ver
teld had, dat het regende, en dat er geen ster
retje aan de lucht is en dat er hier iets grie
zeligs is gebeurd, dan had je mogen veronder
stellen...
,Jiu,” grijnslachte de man, „er zkl in elk ge
val wel iets gebeuren. Waarom hebt u aan het
touw getrokken?”
„Het schoot me te binnen, dat ik die kleine
llefhebberU best betalen kon, en dat ik ’t nog
nooit gedaan had. VUf pond lijkt me die llef
hebberU eigenlUk niet waard, maar de maat-
schappu heeft natuurlUk gelijk, dat ze er zoo
veel voor rekent, als ze maar krUgen kan: Za
ken zUn zaken, gevoelsoverwegingen komen
daarbij niet te pas.
,JIebt u nog al veel gegadigden voor de nood
rem? En wat ik zeggen wil moet Ik nu betalen
of op t kantoor? Hoe zit dat?”
,Dat zult u wel hooren,” als we in Batterton
aankomen. Wilt u nu maar al vast uw naam
en adres opgeven?”
Ik gaf hem nauwkeurig de gevraagde inlich
tingen en hU verdween. Op z'n terugweg naar
z'n goederenwagen werd hU bestormd door
vragen uit buiten de raampjes gestoken hoof
den en de trein zette zich weer in beweging.
Ik denk dat hU zoo wat een kwartmUl voort
gesukkeld zal zUn, toen ik opnieuw aan bet
touw trok. Weer stopte de trein.
Nu was de conducteur heel boos.
„We hebben nu onzen buik van je vol. mooie
Jongen," snauwde hU, .Als je zóó dronken bent,
behoeven we Je niet te vervoeren. Waar dacht
Jo dat Je 1 voor deed?”
„Ik ben van m'n geboorte af geheelonthouder.
De maatschaj>pij betaalt Je toch zeker niet, om
passagiers te beleedlgen: eerste klas passagiers,
passagiers, die u zelf „mooi" noemt.”
Uk sou maar niet zooveel praats hebben
Waarom hebt u aan de noodrem getrokken?’
„M'n horloge is óf 5 minuten voor, óf 5 mi
nuten achter. Ik dacht, dat u misschien den
Julsten tUd bU u zou hebben. Ik kan er niets
anders van maken dan tien minuten vóór.”
„U hebt er 10 pond van gemaakt, als 't niet
meer is. U zult moeten dokken voor die gekheid.
Ik zou het spelletje maar niet weer probeeren.
want we laten den trein kalm door gaan.”
„Als ik nog eens aan de noodrem trek, en de
trein stopt niet, dan zal ik een klacht bU de
maatschappU indienen. Als ik verkies 15 pond
aan dit artikel te besteden, wil Ik waar voor
m'n geld hebben. Ga nu maar weer heen, goeie
man en zeg tegen je vriend voorop, dat hU z'n
oude naaimachine wel weer op gang kan
brengen."
Op dit oogenbllk scheen een lumineus idee
door het brein van den conducteur te schieten
„Een oogenbllkje," zei hU. .Mag ik even
zien of u ook een kaartje hebt?”
iiiiiiiiuniniiu VOLKENBOND IIIIIIIIIIHIIIIK'.
voor. Ramon richtte op mü zUn onderzoeken
den. rustig ontledenden blik.
„Maar gaat de Caballero ook mee over?....”
vroeg hjj. Carloe antwoordde: „Neen. Nu ten
minste niet, denk Ik.”
Juist dit oogenbllk kwam de tweede stuur
man, met de schouders zich een weg banend
door' de menigte wltgekleede, van de kust aan
gekomen menschen, achter Senor Ramon opda
gen. Een brief had hU in zUn hand.
„Ik, ik ga mee over,” zei hU met zün hoo-
gen neusklank, op eenlgszins woesten toon.
Ramon keek schroomvallig om zich heen.
Carlos zeide: „MUn neef hoopt naar een
zekeren mUnheer Macdonald te gaan. Kent
u hem, senor?”
Ramon maakte een droog gebaar, om uit te
drukken, dat hU mUn man volkomen kende.
„Ik geloof, dat ik hem nog net gezien heb,”
zeide hU. „Ik zal eens even navraag doen.”
Alle drie volgden ze hem en verdwenen tus
schen de menigte. Toen was het, niet wetend,
of Ik Carlos nog ooit zou terugzien en met dat
wanhopig, rampzalig gevoel van eenzaam
heid, dat ik Barnes was gaan zoeken in de
duistere uitgestrektheid van het tusschendek.
In het vierkant van bleek licht, dat door het
luik binnenviel, was hU, onaandoenlljk-nuchter
en zakelUk, bezig zUn rulgen koffer toe te
binden. Op alledaagschen toon begon hU te
graten over zUn plannen. HU zou afgehaald
worden door een oom. bü wien hü enkele dagen
zou logeeren vóórdat hü naar de barakken
ging.
„Misschien ontmoeten we elkaar nog wel
ling werd tot dé oversten van bUna alle mis
sieposten ter wereld de vraag gericht, of sU
hun gebied voor zoo'n geestelijke adopteering
door een religieuze communautelt in aanmer
king wenschten te zien komen. Binnen een
I paar maanden kwamen in da abdij Sint An
dries 569 geestdriftige bevestigende antwoorden
binnen. Deze aanvragen werden ondergebracht
bij de contemplatleven die zich tot de adop-
teerlng van een missiegebied bereid hadden
verklaard. In Nederland werden door acht
kloosters van Benedictijnen, van den Carmel,
en van de Redemptoristlnnen even zooveel
missiegebieden aanvaard In Duitschland wer
den er 10 ondergebracht, in het „heldensche”
Frankrijk 127, in Italië 254 enz.
De In cijfers uitgedrukte resultaten van het
stille werk dezer religieuzen, die „niets anders
doen dan bidden”, zUn verbluffend.
Het Apostolisch Vicariaat van de Kleine
Soenda-ellanden. dat eerst kort geleden In Mgr.
H. Leven sUn nieuwen vicaris kreeg, Is geadop
teerd door de BenedlctUnen van de Bint Pau-
lusabdU te Oosterhout. Volgens het PauaelUk
Jaarboek van 1929 bedroeg het aantal katho
lieken In genoemd gebied 100 970. In Augustus
1930 was het getal gestegen tot 169 699; in 1931
tot 191.145 en tn Juli 1932 telde men 212.092
katholieken. En deze stUglng houdt nog voort
durend aan, ten sput van het zeer hooge sterf-
tecUfer In den Archipel.
In de Apostolische Prefectuur van Kubanso,
Anzola. zUn de resultaten nog indrukwekken
der. Van 46.000 in 1928 sprong het aantal ka
tholieken op 175.157 In 1930. BU een zoo over-
vloedlgen oogst moest de Apostolische Prefect,
Mgr Keillng, alles in het werk stellen, om het
aantal zijner priesters, die het werk niet meer
aankonden, gelijken tred te doen houden met
den aanwas der geloovlgen.
Zeer korten tUd na de geestelijke adoptatie
door den Carmel van Brugge, werd In het
Aartsbisdom Calcutta het tevoren ongekende
succes bereikt, dat op één dag 600 doopellngen
in de Kerk konden worden opgenomen.
Ter wille van de volledigheid moge nog ver
meld worden, dat ter verwezenlijking van het
tweede doel, dat het werk „Contemplation et
Apostolat” zich gesteld heeft, de vestiging van
contemplatleven In de missielanden, aan bUna
alle missiebisschoppen de volgende drie vragen
werden vMRgelegd;
1. IsA^ae vestiging van een oontemplatief-
klooster in Uw missie mogelUk? Wenscht Uwe
Hoogw. Excellentie een zoodanige vestiging?
2. Zouden er roepingen lot het contempla
tieve leven zUn?
2. Zou de eventueele stichting de materieele
bestaansmogelijkheden vinden en hoe?
In korten tUd werden 300 bevestigende ant
woorden op de eerste vraag ontvangen, onge
rekend de dubbele aanvragen om vestiging van
een communautelt van mannelijke en een van
vrouwelUke contemplatleven. Onder de ant
woorden op de derde vraag zijn zeer treffen
de: ,,Als God de middelen geeft", de stich
ting er maar eenmaal Is”, „Ja, de heidenen
zelf zullen er voor zorgen". Met fierlgyld ver
melden Wij een antwoord uit Nederlandsch-
Indië (Padang): .De katholieken In de groo
te steden zUn gaarne bereid te helpen.” Samen
met een soortgelijk antwoord uit Carthago het
eenlge van dezen aard.
Er was een Jongen aan boord. Barnes ge
naamd, een tusschen dekspassagler van onge
veer denzelfden leeftUd als ik. een ruwe, rood-
kopp.ge boerenkerel uit Northumbrië, die zich
als recruut bU een van de West-Indische regi
menten ging voegen. Het was 'n ernstig, wakker
man en bU zeldzame gelegenheden had Ik wel
eens *n praatje met hem gemaakt. In mijn
groot gevoel van eenzaamheid ging ik hem
vaarwel zeggen, nadat o. van Carloe reeds voor
goed afscheid had genomen.
Ik was in onze hut geweest. Overal, over heel
het schip was een groot lawaai ontstaan van
aan land gaande, afscheid nemende menschen.
Carlos en Castro waren binnen gekomen, ver
gezeld van een langen strak-kUkenden Span
jaard met 'n gouden bril op, geheel in t wit
gekleed en met een zeker iets tn zijn houding
van opmerkzamen, aandachtigen eerbied. die
een weinig boog, toen hü in ernstig ge
sprek met Tomas Castro de hut betrad. Carlos
was hun met een soort achteloosheid voorge
gaan, en de Spanjaard het was Senor Ra
mon, de koopman waarover ik had hooren
spreken sloeg hem als met nieuwsgierige be
langstelling gade. Met Tomas scheen hü reeds
bekend. HU stond in de deuropening, in het
sterke licht, een weinig voorovergebogen.
Met een zekere hoffelUkheid, maar met een
zweem van onverschilligheid, stelde Carlos mü
naar Batterton zien.
„Ik kan er een eed op doen, dat hU me zoo-
even een derde klas kaartje heeft laten zien,”
zei de conducteur.
..Best mogelUk." riposteerde ik; ,jk heb twee
kaartjes gekocht. Als ik er zes wou nemen,
ging het u nog niets aan. Ik kan met julHe
spoorwegmenschen niet wijs worden. Jullie hebt
geld te maken van kaartjes en rukjes aan de
noodremmen en hoe meer geld er van ge
maakt wordt, hoe vervelender schünen Jullie
het te vinden. Dat gaat m'n zakenverstand te
boven. Ik beschouw me zelf als een goeden
klant van Jullie. En toch komt er een bende
kevers op me af met beleediglngen en een aan
bod van geweldpleging. Ik was van plan onder
weg nog voor 5 pond te besteden, maar nu doe
ik het niet.”
Toen sloegen ze m’n deurtje dicht; ze floten
en zwaaiden met een lantaarn en de trein
stoomde verder.
De maatschappU heeft netjes haar geld van
me los gekregen en schreef me een zeer stren
gen brief. Ze hadden mün geval dit keer nog
met eenlge consideratie behandeld, maar als
het zich herhaalde, zouden ze tot afdoende
maatregelen moeten overgaan. Ik schreef terug
om de heeren te bedanken, maar herhaalde In
mün schrijven de verzekering dat hun handel-
wüze m’n zakenverstand te boven ging.
a sv V nn sit hiaA Innvoln de vereekerinasvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7CC] bU een ongeval met VCJl bjj verlies van een hand 1 OUverllee van een Rfl bU een breuk van A£k bjj verlies van *n
AlleabonnéS^s^^,^^^e.n™«voIJiSST uiXeerSPn t jUUU.-viaG* van tSlJe armenXlde beenen of belde oogen Z ƒ*>(/.-doodelüken snoop f een voet of een oog I 1£O.~ duim of wijs vinger f OU.-been of arm I *tU.“ anderen vinger
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Door de actie der BenedlctUnen van Sint
Andries is reeds aan tientallen van dese aan
vragen voldaan. Zoo la in de Apostolische Pre
fectuur van Borneo (Paters van MUI. HUI) in
U32 een klooster gesticht door zeven Carmeli-
tessen uit Madrid, dat thans reeds meerdere
novicen telt, waaronder een Engelsche, een Chl-
neeache, een Maleische, een Maleisch-Chinee-
sche, een Phlllppljnsche enz. Uit aUe oorden
van het ultgebrelde gebied uiten de missiona
rissen hun vreugde over een ongekende toena
me van het aantal bekeeringen. Het loon voor
de opofferingen en gebeden, de volkomen over-
geve aan den H. WU van God en het onwan
kelbare vertrouwen van zeven dochters van de
groote Theresia.
Bidden en offeren is monnikenwerk in den
letterlüken zin Dat het dit niet te in den zin
van de volksche uitdrukking bewüzen de cüfers
Egmond moet dus herbouwd worden. Juist
wül alom de nood rüpt.
Belangstellenden in de geschiedenis en het
streven van de AbdU Sint Andries te Lophem
bU Brugge, verwüzen wu gaarne naar de pu
blicaties van de abdü: Le Bulletin des Mis
sions en Contemplation et Apostolat, alsmede
naar een artikel in het pas verschenen Kerst
boek van de Katholieke Illustratie. Wat Eg
mond betreft, naar de speciale nummers van
„Bouwen” (No. 9) en van de Katholieke II-
ivrtratte (8 Nov. 1933. No. 8).
conducteur.
„Waar wil je me dan naar
vroeg ik.
„Naar de 3e klas, waar Je hoort"
„Dan stap ik niet uit.”
.Dat zullen we eens zien aan *t eerste het
beste station. Je maakt het hoe langer hos
erger voor je zelf."
•Duister eens goed,” hernam ik, Jk wil met
Je wedden om een pond, dat je me aan het
volgend station niet uit dezen coupé krUgt. En
ruk nu maar op en zeg tegen dien mUnheer
met het zwarte gezicht, dat hü weer verder kan
gaan
Toen de trein aan het volgende stationnetje
stopte, kwam er een heel gezelschap ambtelijke
personen voor m’n deurtje staan. Er was er
een bU met een goud-omrande pet. Deze zei
me heel beleefd, dat ik er maar liever uit moest
komen om geen last te krügen.
„Waarom?” vroeg ik. „Hier is mUn kaartje.
„Ik liet een eerste klas kaartje van Lumley
-w-^w e Abdü van Egmond moet herbouwd wor-
j l den. Een hoofdcomité, in samenwerking
met sub comités en met de pers, Uvert
voor het herrüaen van de oude Nederlandsche
gebedscentrale. waaraan de Nederlandsche cul
tuur in geestelliken en stoffelüken zin een
goed deel barer „stichting" te danken heeft.
Het verblUf van de BenedlctUnen op onzen
bodem is eeuwenlang onderbroken geweest
Misschien is het gestoorde contact oorzaak, dat
het religieuze en cultureele belang, hetwelk wü
bü de hernieuwde vestiging hebben, nog steeds
wordt onderschat, aooal niet geheel onbegre
pen blUft.
Nog al te vaak wordt, ook onder katholieken
van onverdachten huize, de vraag gehoord,
waarom de vestiging van die „toch maar alleen
biddende en studeerende monniken” toch zoo
noodzakelük is. Anderen meenen, dat de her
bouw van Egmond misschien wel gewenscht te,
doch dat het met het oog op de benarde tUds-
cmstandlgheden. voorlooplg bU het stellen van
het Ideaal behoort te blüven. Het geld kan te
genwoordig wel nuttiger besteed worden; er
■Un grooter nooden te lenigen. Alsof niet de
geestelüke nood primair was.
Terloops zü opgemerkt, dat de monniken
«elf voor dit laatste argument niet ongevoelig
zün gebleven. De verwezenlUklng van Krophol-
ler's plannen kost tonnen. Zooveel meenen de
BenedlctUnen In de huidige omstandigheden
niet te mogen vragen. Zü stellen zich gaarne
tevreden met een klein voorlooplg huls, dat
voor enkele tienduizenden guldens te bouwen
te en dat onderdak biedt aan een minimaal
aantal paters.
Maar afgezien hiervan, sou men op het hoo
ren van opmerkingen als de bovengenoemde
wenschen dat er eens een duchtige preek ge
houden werd over het wezen en de beteekenls
van de Gemeenschap der Heiligen.
De Nederlandsche BenedlctUner Apostel 8t
Bonlfaclus deed dit metterdaad toen hU tot den
Abt Optatus van de moeder-abdü der Orde op
de Monte Cassino, het verzoek richtte om ge
meenschap van gebed en goede werken met
diens communautelt, ten einde verzekerd te
«Un van een degelüken, geestelUken steun bU
hst zware missiewerk onder de barbaarsche
Friezen.
Maar dat te lang geleden.
Intusschen te er echter niets veranderd. Dit
Is te bewüzen met cUfermateriaal, dat welis
waar dor Bs, maar waarvoor practteche 20e
eeuwers gevoelig plegen te «Un.
In de Encycliek „Rerum Ecclesiae” geeft Z.
H. de Paus Plus XI ultdrukkelük het verlan
gen te kennen, dat kloostergemeenschappen,
scholen, colleges e.d. voortdurend hun gebeden
naar den hemel sullen opzenden voor de ver
breiding van het Evangelie. Even verder
■elfde encycliek zegt de Paus letterlUk:
„Het te duldelUk, dat de monniken, geheel
trouw blUvend aan de wet en den geest hun- -
ter ordestichters en zonder zich in het actieve
leven te begeven, zonder ophouden en in be
langrijke mate kunnen bUdragen tot het wel
slagen van het missiewerk. En Indien de
Oversten van deze beschouwende orden
(in de missiegebieden) hulzen stichten of
plaatsen die in gemeen overleg (met de bis
schoppen) gekozen zUn, dan zullen zU een
uitermate nuttig werk verrichten voor de on-
DietelUke menigte der heidenen en aan ons per-
soonlUk zullen zü (daardoor) onzegbaar aange
naam zün."
De monniken van de BenedlctUner Missie-
abdü St. Andries te Lophem bü Brugge, heb
ben aan dezen wensch onmlddellUk metterdaad
gevolg gegeven door de stichting van een geee-
telUk werk, dat zü „Contemplation et Aposto
lat" genoemd hebben. Dit werk «telt zich
tweeërlei doel:
le. het actieve apostolaat van de missionaris
sen in de dagelUksche gebeden en offers van
de beschouwende kloosters te doen deelen door
het middel van geestelüke adoptatie»;
2e bevordering van de vestiging van contem
platieve kloosters in de missielanden zelf.
Ter verwezenlijking van de eerste doelstel-