Oude Sint Nicolaas-gebruiken
Toen de Sint op bezoek kwam
I
K
B
4'
1
De groote teleur
stelling
SINT NICOLAAS-NUMMER
SINT, VOLK EN LIED
WAT JANTJE WEL DACHT
Recepten voor 5 December
De kinderbisschop
I
Het viel werkelijk mee
1 '1
Een kinderbisschop
„Een beurs met bellen”
Feest in de Claeskerk
Tijdens de hervorming
SINTERKLAAS KAPOENTJE
Marsepein
Z'i
De oude St. Nicolaas-
afbeelding
Vlaamsche Sinterklaas-
liedekens
Hoe de goede Heilige in Den Haag
in 1782 van zyn rang vervallen
werd verklaard
Het zetten van een schoen
verboden
Lang hebben zij samen overlegd wordt eindelijk de
brief aardden Sint keurig netjes geschreven
Uijk
Sinterklaas”
Sinter klaas-lied jes
Voordat Jantje naar bed goat, wordt een schoen klaargezet,
met de noodige lekkernijen voor het paard van den Sint
Toen de Sint Nicolaas verscheen,
beloofde hy nooit meer onge
hoorzaam te zyn
DE MOEILIJKE BRIEF
ALS DE FEESTDAG VOORBIJ IS
De vuilnisman schrikt van de geweldige hoeveelheid pak-
materiaal, die hij na St. Nicolaas weg te brengen krijgt
ongewone
an.
een
Aldus wordt te Ramskapelle gezongen.
En tenslotte het volgende:
volgenden
morgen
voor:
En door z’n
Blnt-Nlklaas! goed, heilig man.
Met uwen besten tabbaard aan;
RUd er mee door die schoone stad
En geef die brave kinderen wat
En de stoute met een roei op t gat;
Laat ze dan maar loopen.
Kousen en schoenen verkoopen.
Sinte-Niklaas zat op de brug
Met sUnen reiszak op den rug.
Met een korfken aan de hand:
Zoo kwam Sinte-Nlklaas In X land.
HU had een leers al op zUn rek 2)
Vol met koeken, vol met koeken,
HU had een leers al op zHn rek.
Vol met koeken zoo groot als ekS).
Moeder, "k heb Sinte-Nlklaas gezien,
Tusschen de boompjes, tusschen de boompjes.
Moeder, 'k heb Sinte-Nlklaas gezien,
Tusschen de boompjes, zeer verre van hier.
En hi stoeg 1) daar zoo plezant,
met zUn mu(t)sje, met zijn multlsje.
En hl stoeg daar zoo plezant.
Met zijn mu(t)sje al in zUn hand.
Het volgende liedje kende men reeds in 1658
te Gouda:
Sint-Niklaas, bisschop. goed heilig man.
Wilde wat in mUn schoentje geven,
(God loont u dan.
Geefde mU een beurs met bellen.
Zoo zal ik u niet meer kwellen.
Zoolang als God het gelieft.
Heb ik Sint-Niklaas je lief.
Minder „parlementair", doch niet onaardig. Is
ook het volgende liedje, dat onze voorouders
kenden:
«verorde-
d Jde keur
Mtten in
e Jntn den
'fden Nlco-
De beruchte ,Jfaagsche
In de meeste Sinterklaas-lledjes wordt Sinter
klaas naar Spanje gezonden om lekkemUen te
halen. Zeker heeft men hierbU te denken aan
den handel der XVIe eeuw, toen dat land voor
de Nederlanders nog bUna het einde der wereld
was. en hun schepen van daar de fUnste kost
baarheden en de keurigste lekkemUen aanbrach
ten. Hiervoor zou men ook een bewUs kunnen
zien In een oud Vlaamsch liedje, waar men
zelfs terwllle van het rUm op .Jekkerdlng” een
Marsepein: 1 ons amandelen. 1 ons poe
der of basterdsuiker. 1 eiwit, wat citroensap
Kook de amandelen met wat water, tot de schil
letjes loslaten. Pel ze en maal ze 2 maal met
de suiker en het eiwit door den vleeschmolen.
Vermeng ze daarna met het citroensap.
Nu kan men verder zjjn beeldhouwtalenten
laten werken en van de marsepeinmassa aller
lei vormen maken. Maak er bUv. kleine ronde
balletjes van. Wentel deze door fUne cacao met
wat poedersuiker vermengd en onze aardap
peltjes zUn gereed.
Dan kunnen we er ronde of platte kaasjes
van maken, bananen, appels, peren en wat onze
vaardige handen meer kunnen verzinnen
BestrUk eventueel den buitenkant met wat
kleursel, bU den drogist te verkrUgen. Laat de
figuren eenlgen tUd drogen, alvorens ze in te
pakken
Maar moeder was niet zoo gerust. Ze ver
trouwde dat optreden niet. De jongen noemde
het woord Sint bUna niet meer en Zwarte Piet
was niet uit z'n gedachten. Zou hU dan werke-
lUk gelooven, dat hU meeging in den zak? Hoe
zou ze hem van die gedachte kunnen afbren
gen? Ze pUnigde haar hersens en geloofde, dat
een schat van cadeautjes op Sint Nlcolaasmor-
gen alles zou doen vergeten: geen reis naar verre
landen. Daarom kocht ze in stilte nog veel
meer, dan ze met haar man voor Tommy reeds
gekocht had.
s Avonds zetten pa en ma alles op Tt
kamertje, toen de Jongen heerlUk lag te sla.
Alles achter het gordUn. Stil sloop mama even
later weer naar haar lieveling, zette X haar
cadeautjes nog bU.
..HU zal niet weten, wat hU ziet," merkte pa
op. toen ze samen weer in de huiskamer zaten.
,JEn hU vergeet héëlemaal zUn verre relsl Dat
is trouwens van die klnderlUke fantasie
Te Ostende en omgeving hoorde men *t vol
gende:
Moeder, *k heb Sinte-Nlklaas gezien
Bachten 4) de boompjes, bochten de boompjes.
Moeder, "k heb Sinte-Nlklaas gezien
Bachten de boompjes zoo verre van hier.
En hl nam zUn hoedje af.
Hoedje, hoedje, hoedje af.
Voor Mijnheer en voor Madam.
Een der oudste Sinterklaas-lledjes In ons land,
dat thans ook nog niet geheel In onbruik is ge
raakt, Is het volgende:
De jonge lieden uit de XVIe eeuw zongen dit
liedje vroolUk langs de straten en in de hulzen
als het Sinterklaasfeest naderde. Van dit volks
lied is echter de ouderdom niet precies aan te
geven. Kronieken van de XTVe eeuw maken
reeds melding ervan.
X Groote feest was aangebroken. Bulten was
alles met een donzig wit tapUt bedekt, en nog
Immer dwarrelden de «ritte vlokjes door de
lucht.
En de grauwe wolken deden nog veel meer
voorspellen.
De straten waren eenzaam en verlaten. En
kele loopjongens schreden, beladen met pakjes,
haastig voort langs de huizen. Het geluid van
In een keur van de stad Arnhem van het jaar
1622, werd net zetten van een schoen en het
bakken van Sinterklaaskoek verboden, want, zoo
heette het. als: sUnde saecke, nyet alleen strij
dende teghen alle goede ordre ende polltyc. maer
die oock de menschen afleidde van de waere
Godesdyenst”.
Dat het den rechtgeaarden dominês en hun
volgelingen een doom In t oog was dat een
heilige bisschop van Spanje zoo trouw vereerd
werd, valt licht te begrUpen. ZU trachtten door
het verspreiden van tractaatjes op groote
schaal of door StedelUke keuren deze .super
stitie en afgoderU" den kop in te drukken. Zoo
werd b v. bU een Arnhemsche keur van 3 De
cember 1622 het zetten van den schoen en het
bakken van Sint N|colaas-koekjes verboden.
Maar de traditie was te sterk, dan dat zU zich
door magistrale besluiten liet
leggen.
In de zeventiende eeuw werd In het oude Hol
land de volgende keur of ordonnantie
nlng zouden wU zeggen) afgekondigd
dateert precies van het jaar 1600):
„Opten Nlcolaesavond craemen te
welcke verkoft worden goederen die
kinderen dyets maeckt dat den zelfben
laes hen geeft; 1 welck eene saeck Is nyet alleen
teghens alle goede ordre ende polltyc. maar oock
dg luyden afleidende van de ware Godesdyenst
en «treckende tot waengelooffsuperstitie en af-
goderye. dewelcke in eene gepolitlerde Chrlste-
llcke gereformeerde Stadt niet en behoort ge
tolereerd te worden”.
m i
anderen H Nicolaas voor den onzen In de plaats
geschreven heeft en wel den heiligen Augustij
ner Nicolaas van TolentiJn, in het Bedje ver
basterd tot Tolentlng:
Bint Niklaes van Tolentlng,
Breng mij meê wat lekkerdlng,
Lekkerdlng van Spanje.
Sinter Claesje biaschop
Set uw' hooge muts op.
Trek uwen besten tabbert er.,
Rijd er meê naer Amsterdam
Van Amsterdam naar Spanje,
Appeltjes van Oranje.
De oudste 8int Nicolaas-afbeelding bevindt
zich op een miniatuur in de Vatlcaansche Biblio
theek.
Hier volgen eentge Sinterklaasliedjes, welke
eertijds en ook nog wel heden ten dage in
enkele deelen van België, meer speciaal In
Vlaanderen worden gezongen.
St-Nlkolaas, de bisschop, de heilig man.
Die mij een koekje brengen kan.
Een koekje overlaatje.
Ter eere van Bt-Nlklaatje.
De koekjes zijn te koopen tien pond en half,
Een koe en is geen kalf;
Een peerd en is geen zwijn.
Het zal morgen St-Nlklaasdag zijn.
Ijna achtjarige Tom was. wat men noemt,
'n echte Hollandsche jongen. Aan katte-
kwaad geen gebrek, X heele jaar door.
Maar eigenlijk ook weer niet het geheele jaar,
want als de Novembermaand in het land kwam,
dan paste Tom wat beter op, dan zag hU den St.
Nicolaasdatum nabij. En hU geloofde dat Sint
tevreden zou zijn, als hij hoorde dat hij goed had
opgepast, althans den laatsten tijd. De laatste
twee weken voor den grooten dag vertelden va
der en moeder hem alles, wat op Sint betrekking
heeft: verhalen van stoute kinderen, van Pie
termanknecht en van den zak, waarin de kin
dertjes de reis naar het verre, onbekende tege
moet gaan. Vooral dat laatste maakte op Tom,
onbewust, grooten indruk. Onbewust ook voor
zjjn ouders die van de vragen van hun eenlgen
lieveling maar niets begrepen. Wat zou de jon.
gen toch willen? Hadden zij hem bang ge
maakt door die verhalen? Of moeder X al pro
beerde. om het te weten te komen, steeds weer
antwoordde Tom, dat hij Sinterklaas nu al zóó
vaak gezien had. „Ik wil wel eens wat zien van
Piet den knecht, moeder. Wat zou ik graag met
Piet op reis gaan! In zoon zak kun je best
leven: d'r komt lucht genoeg bij, en altijd hier
in Amsterdam Nee. ik wil naar Spanje, mam
mie! Sinterklaas hoeft me niets te geven, als
ik maar mee naar Spanje mag!”
Op een der laatste avonden voor den grooten
dag kwam Tom, na plichtmatig een versje bij
z'n schoentje te hebben gezongen, naar bene
den in z'n pyama'tje, met een koffer in
de hand „Wat heeft Tommy daar?" vroeg pa
uiterst verbaasd.
„Kijk 's paps, daarin zit een pyama, kousen,
schoenen en kam. Neemt Tom mee. als hij met
Zwarten Piet op reis gaat naar verre landen!"
Pa glimlachte en bracht z'n zoontje-met-
koffertje naar bed.
„Vreemd toch, zoon Jongen." zei moeder, ter
wijl pa de krant verder las, toen hU weer be
neden was.
,.Och Ans. X heeft niets te beteekenen; maar
'n idee van dat Jong."
Op den zesden December was het eertijds in
Utrecht feest in de Claeskerk. In den vooravond
speelden de stadsmuzikanten toepasselijke lied
jes. Aan leder van de zes misdienaars werd een
paar nieuwe schoenen van.... 4K stuiver het
paar gegeven. In 1561 werden na de Hoogmis
tweehonderd broeden onder de armen der stad
verdeeld; eenlge jaren later, In het jaar 1575,
kregen zjj geen brood meer, doch een geschenk
In geld. De schoolkinderen ontvingen koeke-
brood en de vier kinderen van de weduwe van
een .stadsdienaar” elk twee paar schoenen.
Eertijds benoemden de leeraren van de Bis
schoppelijke School te Oldenzaal op Sint Nleo-
laas een van de armste jongens tot kinderbis
schop. Zijn uitrusting, die dikwijls vrij kostbaar
was. werd door een van de kanunniken bekos
tigd; zijn twee kapelaans kregen van den bis
schop leder een paar schoenen. De kinderbis
schop had het recht, om van 8t. Nicolaas tot
Onnoozele Kinderen <28 December) dagelijks bij
een der kanunniken te gaan eten. Op Onnooze
le Kinderendag werden de scholieren onthaald
op bier en brood en met Sint Jan gingen ze in
een naburig nonnenklooster te gast; dan liep
hun bisschop voorop.
Tot de weinig gelukkige geschiedenissen met
den heiligen Sint behoort ongetwijfeld het vol
gende voorval, toen men hem nog voor „oproer
maker” schold.
Men schreef het jaar 1782; in die dagen ston
den de hoofden der Hagenaars zeer „dwars" De
politiek had hen geheel op hol gebracht en de
Patriotten speelden geducht de baas Dit laat
ste was een doorn in het oog van eenlge Prins-
gezlnden. die de vroolUkheid van den Sinter
klaasavond te baat namen, zich met oranje ver
sierden en zoo hard ze konden „Oranje boven'
riepen. De Patriotten noemden dit optreden een
„vreeselijk rumoer, dat door Sinterklaas was
aangestookt”. Zjj verklaarden den goeden hei
lige van zijn rang vervallen, en het gevolg was
ook nog. dat eenlge Prlnsgezinden uit de stad
werden gezet. Sindsdien heet deze geschied
kundige gebeurtenis de „beruchte Haagsche
Sinterklaas”.
In de omgeving van IJ peren brengt men er
eenlge wijzigingen in aan; daar luidt het als
volgt:
1) stoeg voor: stond.
2) rek voor: rug.
3) ek voor: Ik om te rijmen met rek.
4) bachten, een gewestelijk woord
achter.
Den volgenden morgen, den gróóten dag, ging
het .echtpaar Tommy wakker maken. „Kijk
eens vent, wat Sinterklaas vannacht allemaal
voor je gebracht heeft! Allemaal voor Tom!”
Tommy stond er In z'n bedje naar te kijken,
keek en keek nog eens, zei niets, maar viel
plotseling met z'n hoofd in het kussen, hevig
hullende en snikkende. En door z’n groote
tranen heen hoorden z'n ouders: „En nu mag
Tommy niet mee met Zwarten Piet! Waarom
niet mee met Zwarten Piet? O, die stoute, stoute
Sinterklaas!"
lelne Jan was een leuke krullebol van acht
jaar.
In alles was hU haantje de voorste en er
waren bijna geen makkertjes die hem even-
aardden. zelfs In *t uithalen van kwajongens
streken niet.
BU moeder thuis was hU ook altUd even
bü-de-hand en zUn tien-jarig zusje. Marietje.
moest X maar al te dikwijls tegen hem af
leggen.
ZUn heldere blauwe kUkers verrieden
schranderheid, die men zelden zal-aantreffen
bU een knaapje van acht jaar.
Alle menschen hebben hun gebreken, en
ook onze Jan kan niet volmaakt zUn.
Jan had echter een heel leelUk gebrek
en wel, dat hU altUd vreeselUk ongehoor
zaam was. Als vader of moeder, of de klnder-
Juf hem Iets verboden, dan deed hU altUd
zUn eigen zinnetje, en stoorde zich aan de
vermaningen van zUn ouders In X geheel niet.
hun voetstappen werd gesmoord in het zachte
tapijt.
In de huiskamer heerschte een
gezelligheid.
Om X heerlUk haardvuurtje had men een
kring gevormd en de kindertjes waren vol
verwachting van de dingen die komen zouden.
Ook bU kleinen Jan thuis had moeder de
kamer een feestelUk aanzien gegeven om den
hoogen Bisschop zoo goed mogeUJk te ontvan
gen.
Zus zong het hoogste lied uit. 7 Eene Sint
Ntcolaaslledje na X andere, maar Jantje voel
de zich niet erg op zUn gemak. Stil zat hU
naast de kachel.
AltUd had hU wat In zUn schoen gehad,
maar sinds dien bewusten middag had hU eiken
morgen een steenkool gevonden Inplaats van
een versnapering.
Zou X toch waar zijn? O, als dat eens soo
was. dan zou hU vast
Drie zware slagen op de deur deden het
ventje opschrikken.
X Was een oogenbllk doodstil In de gezellige
kamer.
Dan ging heel plechtig de deur open en
niemand minder dan de heilige Bisschop zelf
kwam de kamer binnengetreden; gevolgd door
zUn zwarten knecht, die naast een zak met
geschenken en versnaperingen een grooten zak
bU zich had, met een roe er In.
Zus huppelde blUde naar den goeden Sint
toe. die de kleine vertrouwelUk op den arm
nam en haar prees om haar goed gedrag.
Nu ook nog op de kleine foutjes gelet,
zelde Sint, en dan kom Ik vast X volgend jaar
weer terug!
En waar is Jan. klonk zUn stem geblfr-
dend.
Onze held had zUn schuilplaats onder tafel
opgezocht, om zich zoo aan de strenge blikken
van den Sint en de groote oogen van zUn
knecht te onttrekken.
Kom eens te voorschUn!
Zou hU werkelijk? Beschroomd kwam hU
naderbij; h|f knikte op z'n knieën.
En voor Jou. stoute deugniet, zelde Sint
op strengen toon, voor jou heb ik iets anders
meegebracht. AltUd ben je ongehoorzaam ge
weest. Nooit heb je gedaan, wat je lieve ouders
je geboden.
Bovendien zou ik X aantal kwajongens
streken niet kunnen noemen, want dat Is niet
bU te houden.
Een jongen die goed oppast, mag heusch
op z'n tUd wel eens een streek uithalen, maar
dan ook eerst goed oppassen I
En dan die praatjes op school, en dat
brutale optreden tegen je lieve moeder.
Mevrouw, X zal X beste zUn, dat ik hem
maar eenlgen tUd mee naar Spanje neem, dan
kan hU daar gehoorzaamheid leeren en zUn
streken afleeren. Dan zal Ik hem, hoop ik, als
een braven Jongen terugbrengen.
X Draalde Jan voor de oogen. HU wilde weg
loopen, maar kon niet.
En Plet, de knecht, pakte hem reeds vast.
Jan spartelde tegen wat hU kon, maar hU kon
zich-niet aan den sterken greep van den zwar
ten knecht onttrekken.
Juist zou de knecht den donkeren zak over
z’n hoofd trekken, toen.... Jantje wakker
schrok!
HU had gelukkig maar gedroomd.
's Morgens vertelde hU alles aan z'n moe
der en beloofde plechtig beterschap. Des
avonds legde hU een briefj^ in zijn schoen,
om aan den goeden Sint vergiffenis te vra
gen.
Den volgenden morgen vond hU tot z’n
groote vreugde weer een versnapering in z'n
laars, en toen de dag was aangebroken, was
hU heelemaal niet bevreesd voor de komst
van den Bisschop, en vierde een Bint Nicolaas
zooals hU nog nooit had gehad.
n een oud boekje, dateerend van het Jaar
1778. vonden we het volgende merkwaardige
gebruik vermeld:
OudtUds was het een gewoonte bU de boeren
van RUnland. om op den dag van Sint Nico
laas. Indien X hun gelukte dien dag de koeien
tn het land te melken, al hun volk op zoetemelk
en beschuit in de weide te onthalen. Deze oude
gewoonte werd verleden Jaar. om de zeldzaam
heid van het geval, door Jan van der Zwaan te
RUnsaterwoude en door O Zwanenveld te Le!-
mulden wederom levendig gemaakt. Te RUn
saterwoude werden de buurkinderen en te Lel-
tnuiden al de kinderen van Lelmulden en Vrle-
sekoop zonder uitzondering beneden de 14 en
alle oude lieden boven de 70 jaren door den om
roeper op de kade van den Wassenaarschen
polder, tegen vier uur na den middag op dit
feest ultgenoodigd. In weinig tUd werden «even
groote melkketels met gewarmde melk en 175
dubbele beschuiten gebruikt.
X Liep tegen St. Nicolaas. en ook Jan
mocht, evenals zUn zusje, 's avonds zUn
schoentje blf den knetterenden haard zetten
en een of ander St. Ntcolaaslledje zingen, ter
eere van den heiligen Bisschop. die telken
Jare weer met zoo gulle hand geschenkjes uit
deelt, en zoo vele kinderharten gelukkig maakt.
Ja, gelukkig maakt! Maar er zUn helaas
altUd nog van die heele erge stoute kinder
tjes die zich maar niet aan vader of moeder
storen, en dan wordt de goede Sint boos, en
zijn rechtvaardig hart gebiedt hem, waar dat
noodig is, straffen uit te deelen.
X Was een regenachtige middag, kort voor
het groote feest, dat Jantje druipnat uit
school thuiskwam.
Kletsnat en door-koud kwam hU de huis
kamer binnengestapt, waar moeder voor een
heerlUk haardvuurtje en een lekker kopje thee,
met een speculaasje. want dat hoort er in
dezen tUd bU had zorg gedragen.
Jantje smeet, zonder ..goelen middag" te
zeggen z'n natte cape en pet op een stoel en
maakte in een ommezien met z'n bemodderde
laarzen van het mooie vloerkleed een modder
bad.
Hangerig kroop hU onder de tafel en vleide
zich voor de kachel neer.
Moeder kende de buien van haar jongen
en zelde vriendelUk:
Jan, heb je je les gekend vanmiddag?
Kun je geen behoor luk antwoord geven?
Een gebrom onder de tafel moest voor be
vestigend antwoord dienen.
Diep stllzwUgen in de diepte.
Jan. berg je goed eens netjes op, doe je
natte laarzen uit en ga eens netjes op een
stoel zitten, dan zal moeder een warm kopje
thee voor je Inschenken!
Geen antwoord.
Jan, hoor Je. Je goed opbergen!
He, was alle geluid dat hierop antwoordde.
Je goed opbergen, versta-Je, anders zal ik
X Sint Nicolaas vertellen!
Thans sprong de achtjarige rakkerd onder
zUn verblUfplaats vandaan en riep:
Dat mag je móeder, dat mag je. Ik weet
X toch, ze hebben me op school alles verteld.
Zoo, heb je je wat wijs laten maken door
je makkertjes?
Nee lekker niks wUs laten maken.
X Is zooSint Nicolaas
Moeder zocht afleiding en kwam plots tot
de ontdekking een noodzakelUke bezigheid te
hebben In de keuken en liet haar jongen alleen
achter.