Kolonisatie Nieuw-Guinea Ep is icolaa* Ook mer Sr. 1 ®i uwfiaal aan den dag I?' I EEN RAPPORT OVER DEN BODEM DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Annie bijt van zich af J HET KAPERSNEST i DONDERDAG 23 NOVEMBER I van de bank Wegen van katoen INDISCHE INVOERRECHTEN 'lil Een nieuwe „Bergreus” JOSEPH CONRAD I i ZE MOET NU MAAR SPREKEN, 1 IK HEB NU LANG GENOEG GEDULD MET HAAR GEN AD, MAAR ZE WAAR DEERT DAT NIET. ZE DENKT DAT ZE EU DE HAND U, MAAR. IK ZAL i HAAR WEL KLEIN KRIJGEN. LATEN WE GAAN. A 1jedat?je iHEBTMENOOiT ROM DEN TUIN \kunnenleiden \ikhebjeal- TUD ALS EEN SCHURK BE- DC HOUWD OUWE [DEN HEBBEN. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL \De directeur i loog hU onbeschaamd. ,jk had kaartjes (United Press k' 10 „TIs zooals u wilt.” zei Castro norsch. Bel- i RHEUMATISCHE PIJNEN KWELDEN OUDEN HEER VAN 60 JAAR schraal watar- aange- ROMAN VAN be Hl zor- een ge- bl de m t 1 1 1 I t 1 t t i i t i i all en we au hel eei wo boi kn Pr ■et tai on En vo. ste m< vu m< ao voortgezet, ontvallen. Hl w< da Hl loj he mi ge gel he Ik ke 1 eei he va nu rljl gei do, da toe len In ooi act eer eer en Du len eer BUI het val Po tno 1 kla zin gel we: ons de ziel bol OOI vat ziel Ik aai bin het Ik kei wjj wil nex dal wil I uit vre I Du dig rer log lan Du ri) «U Hel I len het vlei achterwaarts over een kist.' HIJ ging een paar stappen achterwaarts, zwaaide met zijn arm, sloeg op zijn borst en keerde zich woe dend naar Carlos. „HU zal ons nog doen vermoorden,’’ zeide hij. .Denkt u dat we hier veilig zijn? Als die menschen hier dien naam hoorden, zouden ze niet wachten om te vragen wie u bent. ZjJ zouden ons oogenblikkelijk in stukken scheu ren. Dat zeg Ik u. ik. Tomas Castro hi) zal ons verderf ziln. die melkull.” Carlos begon te kuchen, als door een on- zlchtbaren demon sprakeloos geslagen. Castro’s oogen keken steelsgewijze In het rond en toen naar mij. Hi) maakte met zijn rechterhand een buitengewoon vlugge beweging en ik zag, dat hl), met zijn lange stalen kling ontbloot, mij van het hoofd tot de voeten opnam. Carlos bleef maar doorhoesten. Het scheen een vreemde nog steeds lachwekkende zaak. Met veel ver-' toon begon hij om mü heen te draaien, als een haan, die. alvorens aan te vallen, zijn gebrui kelijke dansbewegingen uitvoert. Het ging met dezelfde spanning der spieren. Hij stapte met buitengewone zorgvuldigheid rond op de punten van zijn teenen, en hield, op ongeveer vier voet afstand van me, stil. Juist z°u Ik een laatsten wanhoopskreet ge roepen hebben naar het licht en het gelach der begroetingen boven, toen Carlos, nog steeds In zijn hoestbui, met een bleeke hand dicht op zijn borst gedrukt, naar voren kwam en Cas tro’s kling vastgreep. HIJ begon wat te fluis teren In het ruige oor van zijn gezel. Ik ving ervan op; IN JE EIGEN BELANG RAAD IK JE AAN TE ZEGGE WAARJt DAT GELD GEBOR GEN HEBT EN GAUW WAT OOK- VER5TA JEDAT?IK HEB NU LANG GENOEG GE DULD GE HAD MET ZOON KLEINE BENGEL ALS JIJ. I EKKJRUHyERTELOP' i Komt, eventueel, eene aardolle-exploltatie op Nieuw-Guinea tot stand, dan kan het aspect der dingen zich grondig wijzigen; on getwijfeld I Dan komen er wegen; dan komt er afscheepgelegenheid en dan komen er menschen, aan wie, niet voor het eigen onderhoud benoodigde, land- en tuinbouw producten kunnen worden gesleten. En.... er komt geld in het land en dat zou, ver moedelijk, nog wel de voornaamste factor blij ken te zijn. Hoe dit zij: voor het oogenblik zijn wij nog zoo ver niet en dus. rekening houdende met de huidige omstandigheden, zou het zoo niet misdadig, dan toch in ieder geval In hooge mate roekeloos wezen, thans Neder- landsche kolonisten aan te moedigen, zich In Nleuw-Oulnea te gaan vestigen; te meer nog waar Indlë een belangrijk aantal Euro- peesche werkloozen telt, dat niet meer voor uitbreiding vatbaar Is, wil men de hulpbron nen van den maatschappelljken bijstand niet volkomen en totaal uitputten. (Korte Inboud van bet voorafgaande John Kemp een Kngelschman uit Kent, ontmoet op Jamaica in de woning van Don Ramon. Carlo® Rlego. met wie» bij menig avontuur -leeft beleefd Kemp beeft Rlego vroeger leeren cennen door den ver loofde van «tin suster Veronica. Ralph Rookabr Bil een acntervolgine door de gendarmen vinden Carlo® en siln metgezel een schuilplaats bit Rookabv BH een be zoek aan Carlos werd Kemp gearresteerd maar later door Rang® ley. den leider van de smokkelaars weer bevrUd Kemp maakt dan het plan met Carlos uit te wijken naar Weet-IndlS). deelen altijd min of meer verspreid zullen wonen, lijkt ons in vergelijking tot de na- deelen van het koloniseeren op Nieuw Gui nea. en in vergelijking tot den nood waar voor men een oplossing in kolonisatie zoekt, klein en van geringere beteekenis. N. P. onderzocht slechts een betrekke lijk zéér klein deel in het Noorden aan de kusten in een zéér korten tijd. Haar resultaten schijnen echter voor een aanzienlijk groo- ter deel van N. Guinea representatief te zijn. Voor het kolonisatie-vraagstuk zijn zij in zooverre van belang, dat zij vrijwel over al de mogelijkheid van bodemcultuur ont kennen. KHU, HIER !S INIET5 DAN EEN} \lEEGE RUIM TEL OEN MUUnA e ZOO HEB 1 I WE HEBBEN AL- |Z1?5 HlERINPIE '0NDERAARO5CHE GANGEN'DOOR ZOCHT/k VER - MOED.DATHET KJND DAT CELD ERGENS ANDERS I xverstoptheemï HET MOET h/ER /NDE BUURT ZUN. ER WAS TE VEEL GELD OM HET VER WÊGTE BRENGEN. als wrijf middel stramheid en He verhinderd en *t is zonde, die plaats te laten verloopen. U zou me om half acht kunnen treffen In de vestibule en, wanneer u er erg Het is dan ook vrij onbegrijpelijk waarom men zich juist tot Nieuw-Guinea heeft gewend met deze plannen. Op Suma tra, Celebes en Borneo zijn uitgestrekte ge bieden, die voor kolonisatie meer geschikt zijn dan Nieuw-Guinea. Het bezwaar dat de Europeanen in deze ONZIN’ HETGELD MOET HIERzurt; AL S I JULLIE PIENTERE KE- HELS WAREN DAN ZOU Boven ons hoofd was een voordurend, rumoe rig geschuifel van voeten. Het schip was over stroomd met menschen van de kust. Misschien was Macdonald onder hen, juist naar mij uit kijkend. „Ach, amigo mio. maar je moet nu," zei Carlos zacht ..je moet." En mjj recht in het gelaat kijkend, met een stillen, doordringenden blik van zijn groote, droomerige oogen. fluis terde hij verleidelijk: „Het is een goed leven, en ik hou van Je, John Kemp. Je bent X>ng. heel jong nog. Maar ik hou veel van Je. om Jezelf en ook om iemand, die Ik wel nooit meer zal zien.” Hl) bracht mij weer onder zijn betoove- ring. In het halfdonker staande in matte houding Juist buiten den lichtveeg, die door het luik in een vierkanten bundel binnenviel, was hij een en al oog. Ik verzachtte eveneens mijn stem. „Wat voor leven?” vroeg ik. „Het leven in mijn oom’s paleis.” zeide hij. zoo zacht en overredend, dat de suggestieve werking ervan mij Inwendig deed trillen. Zijn oom kon mij eereambten geven, die een caballero' pasten. Ik scheen te ontwaken, ,4e oom. de piraat I" schreeu- ik en was verbaasd over mijn eigen woorden. Tomas Castro was opgesprongen en had zijn ruwe, heete hand op mijn lippen gelegd. „Wees stil, John Kemp, dwaas die je bentl" siste hij met plotselinge geestkracht. HU had zich opgeknapt, maar mU leek het of ik nog de vodden om zijn lijf zag wapperen. „Maar een Engelschman daar, zou heel veel hinder veroorzaken. En deze Jongen....” „Ik wil hem meenemen, Tomas,” zei Carlo® z'n hand op Castro’s arm leggend^ .Die anderen zullen denken, daarnet een spion is. Ik ken ze,” sputterde Castro tegen. „Ze zullen hem hangen, of een duivelachtig onge luk aandogn. U kent dien lerschen rechter niet, dat stuk canaille, dien priestervleier." „HU is erg dapper. HU zal niet bang zUn,” zei Carlos. Plotseling kwam ik naar voren. „Ik ga niet mee,” zei ik, nog voor ik hen bereikt had. Castro deinsde achteruit alsof hU een klap ontvangen had en greep n»sr de houten hand, die het mes-scherpe staal van zUn voorarm tot scheede diende. „O, bent u het. senor," zeide hjj. op een toon van verlichting en weerzin tegelUk. Op zachten toon, en vol genegenheid, begon Carlos er op aan te dringen, dat ik mee sou gaan naar de stad van zUn oom. HU was er zeker van, zijn oom zou me graag ontvan gen. Jamaica en een plantersleven pasten niet voor me. Ik had dus niet zeer luid gesproken of mUn bedoeling niet goed duldelUk gemaakt. Ik voelde een groot verlangen Macdonald te vin den en een eenvoudig leven, dat Ik sou be grijpen. „Ik ga niet met Je mee,” zei ik. dezen keer heel luid. TegelUk hield hU op. Door het luik van het halfdek hoorden we een geroezemoes van stemmen, van menschen. die groeten wis selden van verheugd uitgeroepen vóórnamen. In het dal van de Dlxence (kanton Valais) wordt thans een der grootste hydro-electrlsche centrales ter wereld gebouwd. De turbines zul len onder een val van ongeveer 1750 meter, den hoogsten ter wereld, werken, hetgeen overeen komt met een snelheid van het water van-176 meter per seconde. De twee watergeleidlngen van meer dan 5 KM lengte vormen merk waardige werkstukken zoowel door hun gewicht aan staal van 15 000 ton als door hun techni sche bijzonderheden. Deze buizen van bUna 1 meter doorsnee zullen een druk van 180 atmos feren hebben te verdragen. Enkele grepen uit het rapport: Het heuvelland achter Plm bevat slechts weinig bronnen en Is althans voor verreweg het grootste deel voor landbouw niet aan te bevelen. Het heuvelland aan het Sentanl- meer is slechts ten deele bruikbaar voor boomcultures. Het is met gras begroeid. Bronnen noch houdende beekjes werden er troffen. Iets beter bleken de mogelijkheden in het niet-moerasslge deel van de Dejaoe- vlakte. Kolonisten deden wel zeer optimis tische verhalen over de oogsten, doch men kreeg den Indruk, dat deze verhalen vooral met de noodige voorzichtigheid dienden ge hanteerd te worden. Twee groote vlakten die men onderzocht waren wel geschikt doch reeds geheel gereserveerd voor de ln- heemsche bevolklng/'loodat er voor kolo nisten geen plaats bleef. Het heuvelland van Kantome moest de commissie voor landbouw ontraden. De kuststrook bij De- papré is geheel waardeloos. Aan goed gras voor de veeteelt mankeert het vrijwel over al. Na deze troostelooze opsomming merkt de rapporteur tenslotte op: dat de met „bruikbaar” aangeduide gronden niet in vergelijking kunnen komen met de vrucht bare gronden op Java. Zij hebben een be hoorlijke structuur doch lijken aan den ar men kant. Dit alles Is geenszins aanmoedigend voor het onlangs in Den Haag opgerichte Co mité Stichting Emigratie Kolonie” dat van Katholieke met name van de zijde van een bekend missionaris reeds aanstonds met de grootste skepsis werd bejegend en dat in enkele liberale kranten eenvoudig „Het Nieuw Guinea-avontuur” werd ge doopt. Terecht heeft het „Soeranajaasch Han- delsblad” de candidaat-kolonisten „aspi- rant-slachtoffers” genoemd en schreef het blad in een beschouwing aan de kolonisatie gewijd: et was Zaterdagmradag juist na het einde van den kantoortUd en de met Ueer beslagen deur van de bank was stevig gesloten. Toch rammelde het meisje nog eens aan den massieven koperen knop en tuurde door het sleutelgat. Oustaaf Velters. die juist passeerde, besloot haar er op te wUzen, dat die pogingen geheel nutteloos waren. „Alle banken zijn Zaterdags na 12 uur geslo ten, Juffrouw,” sprak hU haar aan. „Al kwam de minister van Oorlog met z’n heele leger, dan zou U hem nog niet lukken, op dezen tijd een chèque te innen. Als u Gustaaf verslikte zich midden in z’n zin, want het me&je had het sleutelgat in den steek gelaten en keerde haar knap gezichtje naar hem toe, terwUl ze Gustaaf een vernietigenden blik toewierp. „WerkelUk?” vroeg ze koeltjes. „Ik wist dit natuurlUk allemaal vriendelUk bedankt In het Verslag over het wetsontwerp tot be stendiging voor het Jaar 1934 van de UJdelUke opcenten op de Invoerrechten in Nederlandsch- Indië, maken sommige leden tegen de voorge stelde voortzetting van de heffing bezwaar, wijl de economische toestand van de inheemsche bevolking een zoodanige is geworden, dat naar hun meening een maatregel als de hierttedoel- de ten aanzien van die bevolking niet langer verdedigbaar ja. Andere leden merkten op, dat. Indien deze opeen tenheffing niet zou worden aan het budget Inkomsten zouden welke onder geen voorwaarde kunnen worden gemist. De eerstbedoelde leden konden dit bezwaar niet als juist erkennen. Naar hun oordeel zou den, indien een ander beleid werd toegepast, de noodige Inkomsten op andere wUze kunnen worden verkregen. ZUn baard had hU uitgekamd, maar ik kon niet de Uitten vergeten, die er in hadden ge zeten. „Ik vertelde u toch hoe dwaas en onbesuisd die Engelschen zUn,” zei hU bitter tegen Car lo®. En toen tegen m|): „Als de senor hardop spreekt, vermoord ik hem.” HU wag klaarblUkelUk ergens heel bang voor. Carloa, zwUgend als een geestverschUning aan den voet van de ladder, legde een vinger op zUn mond en keek naar boven. Castro verwrong zUn heele lichaam, en ik. stapte achteruit. „Ik weet wat Rio Medio is,” zei ik zacht, „t Is een zeerooversneat.” Op de punten van zUn teenen sloop Castro weer op me toe. .jBenor Don Juan Kemp, dui velskind,” siste hU, zeer ontsteld er uitziende, „aterven moet Je!’’ Ik glimlachte. HU beefde over al zUn leden. *t Gepraat en gelach boven ons hoofd duurden voort. Onder zacht gesnik stonden twee vrou wen bU het achterdek elkaar te omhelzen en te kussen. DuldelUk kon ik dit onderscheiden. Tomas Castro liet zUn flodderlgen mantel met Indrukwekkend gebaar glippen. „Door mUn hand!” voltooide hU moeizaam. HU was wezenlUk hevig ontsteld. Carlos staarde omhoog naar het dek. Ik was geneigd te lachen bU het denkbeeld te sterven door Tomas Castro’s hand. terwUl nog geen vUf voet van me af menschen lachten en elkaar omhels den. Ik zou ook zUn gaan lachen, els ik niet plotseling zijn hand aan mUn keel had ge voeld. Ik schopte hard tegen zUn schenen en ,4e bent een dwaas. HU wil ons niet lastig vallen; hU is mUn bloedverwant.” Castro maakte een afkeerig gebaar naar Bar nes' kist, die tusschen ons In lag. „We konden hem hierin nagelen,” zei hij. „O, bloeddorstige dwaas,” antwoordde Cai- los. zün stem terugkrUgende: ,Js het altUd noodzakelUk Je handen in bloed te wasschen? ZUn we al niet genoeg in gevaar? Kom naar boven. Ga zien of de boot er is. We moeteu voortmaken; naar boven!” HU wees met «Un hand naar het luik. w „En toch.zei Castro. Met tegenzin maakte hij zUn houten hand weer vast op het blauwe staalHU wierp nog eens een mismoedigen geel-glanzenden blik naar mUn oogen en bukte om zUn floddermantel van den grond te rapen. „Vooruit klim!” beval Carlos. „Vamos.” mompelde Castro, en log begon hU de ladder te bestijgen, als een baai lompen, die van boven af omhoog werd geheschen. Carlos zette zijn voet op de onderste sport, ge reed hem te volgen. HU keerde zUn hoofd om en bleef staan met uitgestrekte hand, een glim lach om de lippen. „Juan.” zeide hUTS.laat ons niet twisten Je bent heel Jong; deze dingen begrUp Je niet; je kunt ze niet af wegen; je hebt je een dwaas gedachte in het hoofd gezet Ik wou dat meekwam, omdat ik van jewioud. Juan; denk je dat Ik Je kwaad zou wenschen? Je hent oprecht en dapper, en onze families zUn ver bonden.” HU hield op en zuchtte. (Wordt vervolgd) r wordt In den laatsten tijd veel ge sproken en geschreven over Nieuw- Guinea, hoofdzakelijk In verband met de mogelijkheid om naar dit eiland, dat 24 maal zoo groot is als Nederland, een deel van onze werkloozen te laten kolonl- seeren. In verband met deze plannen krijgt het eerste voorlooplg rapport in zake het bodemkundig onderzoek van Nieuw Guinea, uitgebracht voor het Indisch Comité voor wetenschappelijke onderzoekingen, dat kort geleden werd gepubliceerd, bijzondere be teekenis. Nieuw-Guinea behoort slechts ten deele tot het Koninkrijk der Nederlanden. Tot voor kort stond het niet nauwkeurig vast hoe ver zich dat deel uitstrekte. De sultan van het eiland Tldore bezat aanspraken op de westelijke helft en Tldore behoorde aan Nederland. Engeland maakte aanspraken op het Oosten. In 1828 werden beider rechten er kend, doch een grens kon men nog niet vaststellen. In het midden van het eiland bleef een soort niemandsland, waarvan niet vaststond tot wien het behoorde. Toen het, na verschillende onderzoekin gen, niet doenlijk bleek een natuurlijke scheidingslijn te vinden, kwam men ten slotte in 1895 ertoe eenvoudig een rechte Ujn over het heele eiland te trekken door den Misten graad Ooster Lengte tot grens te proclameeren. Daarmee kwam iets minder dan de helft van het eiland (48 pCt.) aan Nederland. Zoo kunstmatig en eenvoudig als de landgrens Is, zoo natuurlijk en grillig is de kust, die door bochten en golven een uiterst onregelmatig beeld vertoont. Ook het hoogtebeeld is grillig. Het meest Westelijke, tevens meest Noordelijke deel, dat om zijn vorm de „Vogelkop” genoemd wordt, bestaat uit hooge bergen, evenals het Centrale deel, dat door het Nassau- en Oranje-gebergte, een ruwe, ontoegankelijke keten, wordt doorsneden. Ondanks j hun aequatoriale ligging zijn de toppen dezer bergen die een gemiddelde hoogte van 4000 Meter halen, door eeuwige sneeuw bedekt. Het Zuidelijk deel Is In tegenstelling dus met het Noorden en Midden, een laag vlakte, die aan de ondiepe Alfoerenzee grenst en bedekt is met een tropisch oer woud. Bij een dergelUke bodemgesteldheid is het begrUpeUjk, dat de bevolkingsdichtheid uiterst gering is. Het heele Nederlandsche deel wordt door slechts 200.000 menschen bewoond, dat is één mensch per twee vier- kante Kilometer. d&k Langen tUd bleef Nieuw-Guinea groo- T^ndeels terra incognita. Tusschen 1907 -en, 1915 heeft een groote militaire exploratie het land onderzocht, hoofdzakelUk met het doel goede topografische kaarten te ver vaardigen. Haar verslag d^ In samenwer king met verschillende departementen en met het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in 1920 werd uitgegeven, bevat echter ook wetenschappe lijke onderzoekingen op het gebied van geologie, meteorologie, ethnografie, an- thropologie enz. Vooral op het leven der Papoea’s on der welken naam de onderling meest ver schillende volksstammen van het eiland worden samengevat viel in dit rapport een betere belichting dan tot dusver was verkregen. Hun jacht- en visschersleven en hun primitieve uiterst oppervlakkige land bouw, de kleine rijstcultuur op de hellin gen, de mogelijkheden en onmogelUkheden Van bodemcultuur en sawahbouw, de vruchtbaarheid van den vulcanischen bo dem, dat alles werd aangestipt. Met kolonisatiemogeUjkheden werd ech ter nog weinig rekening gehouden, omdat dit probleem eerst in den crisistijd is op geworpen. Thans, nu deze kwestie eenmaal aan de orde is gesteld, verschUnt het bodemkundig rapport van de commissie, die wU hierboven noemden. Dit rapport omvat bU lange na niet zóó veelzUdig en uitgebreid materiaal als het rapport der militaire exploratie. De com missie hield zich streng aan haar opdracht en onderzocht den bodem en daarmee de mogelijkheden van den landbouw en zU Van boven klonk eensklaps een grove stem in t Spaansch: „Senor, T sou een groote dwaasheid zUn." Tomas Castro daalde omzichtig de ladder af. HU kwam zUn bagage halen. Haastig ver dween Ik verder in het groote donkere hol, dat tot verblUf van de tusschendekpasaglers diende. „Ik heb hem zoo noodlg," zei Carlos. ,Jk mag ’m bUzonder. HU zou ons tot hulp kunnen zUn." „tls sooals u wilt,” zei Castro norsch. Bel den waren ze nu aan den voet van de ladder. S r op dit blad zUn Ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen Z O/J/l/j bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door bij tm enge-nl Z QC/t 1>U verll®® van een hand f 1 QC ot) verlies van een f tTfl OU een breuk van Z 4/) bij verlies van *n ZxllC U O 011 TIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f «MZl/IZ»" verlla® van belde armen, belde beenen ot belde oogen f doodeiykan afloop een voet ot een oog f 1 duim of wijsvinger cM/._been ot arm f Tr(/«“ anderen vinger hem bleef aanstaren. „Ik dank u wel. u is erg vriendelUk," lispel de zU eindelUk met een lief zacht stemmetje „Ik.... ik zal zorgen, dat ik er om half acht ben De heele avond was voor Gustaaf een groot succes geweest. In het Boppard-Theater had hU met het mooie, aardige meisje een paar hoogst gezellige uren doorgebracht. Ze heette Helolse Berger. Gustaaf had haar naar huls gebracht. Maar op het punt van afscheid van haar te nemen, bedacht hU dat hU z’n aange- namen avond toch alleen aan een valsche voor spiegeling. een leugen, had te danken. Daarom besloot hU het lieve meisje alles te zeggen. „U zult me wel nooit weer willen zien, Helolse," zoo begon hU met een benepen ge zicht; .maar ik vind het toch beter u alles te bekennen.... Ik heb.... ik was ik ben heelemaal geen directeur van die bank!" „O." lachte Helolse, „dat wist ik al lang jongenlief." „Lieve hemel! Hoe kon „Omdat,” klonk het schalks, ,Jk de typiste van den directeur ben.” Het is wel typisch voor den toestand op de katoenmarkt, dat niet minder dan drie Zuide lijke staten katoen gebruiken voor wegbedek- king, zooals dit ook reeds gebeurt met staal, gummi en Jute. In de nabUheld van Baton Rou ge (Louisiana) heeft men een weg gebouwd van grof geweven katoen, dat rust op een onder grond van zand, leem en kiezel en overdekt wordt met asfalt. Als voordeel wordt aangegeven, dat de katoen uitstekend is wegens haar water dichtheid en verbindlngsvermogen. Ook in Noord- en Zuid Carolina bouwt men than® zulke wegen op proef. al lang, maar u wordt voor uw inlichting.” En het „engelachtig kind”, zooals Gustaaf haar al voor zich zelf genoemd had. keerde zich van hem af, om haar weg te vervolgen. Maar Gustaaf vond de gedachte, haar uit het oog te verliezen, alles behalve aangenaam. „Een oogenblik. Juffrouw,” begon hU haastig. ,Als ik u soms met iets kan helpen....” ,Dat kunt u niet, dank u.” „Ik bedoel,” hield Gustaaf vol, .Als de bank gesloten is.” .Dat hebt u straks al verteld, en nog wel, zonder dat u iets gevraagd werd.” viel het meisje hem ongenaakbaar in de rede. „Maar ik bedoel,” volhardde Gustaaf wan hopig, „dat het een erge teleurstelling voor u moet zUn. Als u kwam om een chèque te in nen....” ,XMt zUn toch zeker uw zaken niet, wel?” zei het meisje uit de hoogte. Gustaaf bloosde hulpeloos. Het scheen, dat al z’n pogingen om het meisje vrlendelUker voor hem te stemmen, de zaak verergerden. Toch waagde hU nog een laatste kans. „Ik zou u misschien iets kunnen leenen,” „Wat....?” „Om het weekend door te komen," ging Gustaaf hoopvol voort. Het meisje richtte zich vol waardigheid op en beet hem toe: „U hebt de brutaliteit.... om mU. als wildvreemde, voor te stellen...,” „Volstrekt niet! Volstrekt niet!” protesteer de Gustaaf. „Weet u wie ik ben?” „Niet de eer.” zei het meisje, zonder ook maar de minste toenadering te toonen. „Ik ben de directeur van deze bank." zei Gustaaf. tot het uiterste gedreven. De uitwerking van z’n verklaring op het meisje was beslist een succes. ZU staarde hem verbluft aan: „O....” zei ze eindelUk, .neen, daar had ik niet het flauwste besef van." „En ik heb de gewoonte," hernam Gustaaf verwaand, „om m’n cliënten, wanneer ze in moeilijkheden verkeeren. op welke manier dan ook. tegemoet te komen. Dus als u een 50 gulden van me wilt leenen," stelde hU voor. Verlenging der heffing van tijdelyke opcenten „Tot mUn 50ste jaar mankeerde ik nodft Iets, maar toen begonnen hevige rheuma- tiek-aanvallen mUn levAi te vergallen. Reeds begon Ik te wanhopen, toen een vriend van mUn leeftUd mU vertelde welke wonderbaarlUke ondervindingen hij had opgedaan met Kloosterbalsem. Nu ik zelf dit wonderlijke middel heb toegepast, kan ik verklaren, dat ik mij weer jeugdig en monter gevoel als een knaap van 30 jaar, al hoop ik eerstdaags 60 jaar te worden." Zoo schrijft ons de’Heer J. Vr. te H.. wiens origlneele brief voor ieder ter Inzage ligt. Akker's Kloosterbalsem kost per pot van 20 gram 60 cent en van 50 gram ƒ1. en is overal verkrijgbaar. Onovertroffen bU brand- en snUwonden. Ook ongeëeve- naard als wrUfmiddel bU rheumatiek, spit, stramheid en pijnlijke spieren. (Adv.) naar z’n portefeuille in z’n binnenzak grl>. pend. „Maar.maar” begon het meisje aan», lend, „hoe moet ik het u teruggeven? Ik heb m’n chèque-boekje- thuis laten liggen.” .Dat hindert volstrekt niet,” sprak de gelooze directeur. En toen schoot hem niale gedachte door het hoofd. HU vroeg: „Hebt u misschien idéé om de „Flying lies” in het Boppard Theater te gaan zien? ziet Jago Hii nnhncnhoamrl ilr- genomen voor mijn vriend en znlj, maar nu* ia 1 op staat, die chèque meebrengen.” Er kwam ,een lange pauze, waarin het meisje T A il

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10