Prikkeldraad H Steun het groote gezin aan DIAMANT Bak- en Braadvet I Verhoogde heffing suikeraccijns Ongemotiveerde aanval Onder helderzienden Een aardig succes KATHOLIEKE EISCH to. =R GEDENKSTEEN Verheffend is anders Als de N.S.B.-Ieider ontslag neemt moeilyk? REGEERINGS-PERSIENST t De kindertoeslag Mr. C. P. M. Romme Een redelijk bestaan au JP T» Op wachtgeld Het Overheidspersoneel ?4s Een aparte groep: de kleine zelfstand igen PASTOOR J. W. THOMPSON BEDIEND ue Het belangwekkende rapport van de Commissie-Romme voor de R. K. Staatsparty Aanstelling van A. J. Lievegoed tot chef Voor particuliere loonarbeiders De keuze niet zoo is zijn. de veler oogen 4 it zeggen: tistiek, de premies vast te stellen. IB< r tóen 45 ets p. pond - 22ets p. haH pond I B In maakt Naar wij vernemen ligt het in het voornemen van de regeering tot chef van den nieuw in te stellen regeeringspersdlenst te benoemen den heer A. J. Uevegoed, redacteur der „Nieuwe Rotterdamsche Courant”, docent voor het dag- bladwezen aan de Rijksuniversiteit te Lelden en oud-hooldredacteur van de „Sumatrapost” en „De Locomotief”. Er zal wil de regeling goed werken niet te veel aan de vrijwilligheid van de werkgevers er ook De eenige afdoende voorziening zal zijn: De instelling van wetteljjk erkende gezinskas- een is 1 ade in U»t. 14 P« jlro Wat het Overheidspersoneel betreft, luidt het oordeel der Commissie als volgt: 1. dat tot de richtlijnen, waarnaar de Regee- ring hare nieuwe bevoegdheid zal behooren te hanteeren, mede zal moeten worden gerekend het doen In acht nemen door de lagere orga nen van den gezlnsfactor In hare loon- en sa larisregelingen, door opneming daarin van een kindertoeslag; 2. dat, In aansluiting daaraan, het goed zal wezen, om straks in de Ambtenarenwet, naast de in art. 125 genoemde en bovenvermelde on derwerpen, ook op te nemen als onderwerp, waaromtrent een regeling door de lagere orga nen moet worden vastgesteld: den kindertoe slag. wèl toegestaan en deze behoeft zich niet uitsluitend bezig te houden met de gees telijke en godsdienstige belangen. Het zelfde is het geval als de redactie later den vlootcommandant laat zeggen, Veel verder was men hiermede niet; de zaak bleef zooals ze was, zij het dan ook, dat de toe zegging werd gedaan, dat de minister zich zou beijveren. Den volgenden dag. 15 November, zeide de heer Fleskens dan ook, eveneens spre kende in tweeden termijn: een van herin- Ook hier weer juist het omgekeerde, want blijkens de Handelingen zegt de heer v. d. Bilt: Naar aanleiding van de mededeeling. dat Ir. Mussert onder protest ontslag zou nemen. In dien men hem van hoogerhand zou dwingen te kiezen tusschen fasclsten-leider of het hoofd- ingenieurschap van den Utrechtschen Provin cialen Waterstaat, deelt men aan de „Volks krant” mede, dat die keuze den heer Mussert wel niet al te zwaar zal vallen, omdat hij tijdig gezorgd zou hebben, dat een fonds is gevormd, waardoor hU voor zijn leven financieel schade loos zal worden gesteld voor het geval hij bo vengenoemde keuze zou moeten doen. heeft de Tweede Kamer zonder discussie het wetsontwerp aange- der en op- Pastoor J. W. J. Thompson van de Parochie van de H. Cunera te Nibbixwoud is van de H.H. Sacramenten der Stervenden voorzien. Pastoor Thompson is reeds geruimen tijd lij dende. maar heeft nu weer ’n zoodanigen aan val gehad, dat de toestand gevaarlijk moet wor den geacht. Nu de minister van Defensie achteraf zich schaart naast dezen vlootcomman dant, zal deze consequentie desnoods moeten worden uitgebreid. Want als onze Kamerfractie ook hierin weer berust, dan moet men zich over de gevolgen van een dergelijke politiek on der ons kiezerscorps niet verbazen. Terstond na de verschijning veui het rapport der Commissie-Romme, welke tot taak had in opdracht van het Bestuur der RK. Staatspartij het vraagstuk van den reeds zoovele jaren be pleiten kindertoeslag te bestudeeren en daar omtrent van advies te dienen, hebben wij de voornaamste overwegingen en conclusies uit gemeld rapport medegedeeld. j Gezien de belangrijkheid van dit rapport, dat over enkele dagen een onderwerp van bespre king zal uitmaken in den Partijraad der RK. Staatspartij, laten wjj hieronder nog uitvoeri ger eenige citaten van de studie der Commissie- Romme volgen. „dat hij geen belangenvereeniging duldt bij de marine, ook geen Katholieke, dus jullie hebben je om te vormen tot een zuiver godsdienstige vereeniging, die zich niet meer met de marinezaken be moeit. Ik wil ook niet meer, dat mari nepersoneel daar in het bestuur zit en ook niet in de redactie van het veree- nigingsorgaan. „Daar is uiteengezet, dat het allerminst vast staat. dat de herziening van het .tarief voor in voerrechten een voldoende bate zal opleveren om het verlies op te vangen, dat de schatkist zou komen te lijden, wanneer zoowel de 30» op centen op een aantal tariefposten als de 20 op centen op den suiker-accjjns kwamen te ver vallen. De ondergeteekende wil intusschen gaarne toezeggen, dat hij, indien de opbrengst dier herziening in verband met den algemeenen loop van zaken op het stuk der middelen zulks zal blijken te veroorloven, zich gaarne zal be ijveren om een vermindering en zoo mogelijk een algeheele afschaffing van dezé opcenten te bevorderen. Dat in verband met den loop van zaken in het najaar van 1932 deze opcenten daarvoor in de eerste plaats in aanmerking ko men, erkent hij toch volmondig.” Voor den op de Avusbaan verongelukte auto-rewner Otto Nerz is een gedenksteen onthuld. ..Maar nu zeg ik mijnerzijds, de zaak louter en •Heen beziende In de practische sfeer; zou het door den individueelen werkgever van verschil lende loonminima aan elk zijner arbeiders, al naar gelang van hun gezinsbehoeften tot de on mogelijkheden behoort. De menschelijke arbeid is echter van nature ook sociaal, de arbeid des enkelings onderdeel van den gemeenschappelijken totalen arbeid. En zoo komen we tot de beschouwing van de vergelding van den arbeid in zijn sociaal ver band, de vergelding van den gemeenschappe lijken, den totalen arbeid, waarbij niet staat individu tegenover individu, maar groep tegen over groep en daarenboven elke groep tot elk barer leden als zoodanig en omgekeerd. Die totale arbeid moet beloond worden min stens zoo, dat voor ieder van degenen, die tot het geheel van dien arbeid bijdraagt, zijn mi- nimum-bestaan. het bestaan van hem en zijn gezin, erin zit. De groep, die den totalen arbeid ontvangt, is verschuldigd het aequivalent van dien totalen arbeid, zijnde minstens het noodige voor het bestaans-minimum van elk dergenen, die tot de arbeidersgroep behooren, dwz. derhal ve voor het bestaans-minimum van hen en van hunne gezinnen. Het aequivalent wordt bijeen gebracht, doordat elk der groepsleden, die van den totalen arbeid mee-ontvangt, zijn evenredig deel daaraan bijdraagt; van dat totaal-bijeen gebrachte komt aan elk dergenen, die tot de arbeidersgroep behooren, zijn deel, zijn be staans-minimum (van hem en zijn gezin) ten goede, doordat naar het beginsel van leder- het-zijne, ieder zijn bestaans-minimum (van hem en zijn gezin), dat totaal-bijeengebrachte wordt verdeeld. Op 14 November kwam de heer Aalberse, spre kende in tweeden termijn, dit betoog nog eens onderstrepen, toen hij nog een woord sprak over, den kinderaftrek dat is de herziening van de inkomstenbelasting, die door de regeering reeds is toegezegd in den geest als door de Katholieke fractie bepleit ter verlichting van het groote gezin en over den suikeraccijns. Hjj voegde daaraan toe: „Ik voor mij wensch alleen dit te zeggen: ik reken er stellig op, dat de Regeering onze critiag, ook al wordt ze niet in daverenden vorm g>adt. toch zeer ernstig zal opnemen, ook al is ze bedoeld als de waar schuwing der vriendschap." „Het Kath. Kamerlid de heer v. d. Bilt heeft hedennacht, na deze mededeeling van den minister verklaard, dat op dit beleid heel wat aan te merken is. Inderdaad, men kon het moeilijk zachter zeggen.” Precies wat wij reeds schreven: was de brief, die zooveel stof heeft doen opwaaien, wel taktisch? Maar voor de rest was men volkomen bevredigd. Indien men echter zijn lezers voorlicht als in „Ons Noorden” geschiedde, dan moet men er zich niet over verwonderen, als het eens niet in orde zou komen; maar dan ligt de schuld niet bij den be windsman. Van een bestrijding, als welke dezen te beurt viel vanwege een Katholiek Dag blad, meenen we te moeten zeggen: ver heffend is anders. Bjj de stichting van een fonds voor kleine zelfstandigen rjjzen de practische bedenkingen, als gevolg van het niet-verplicht-zijn nog ern stiger. Niettemin acht de Commissie het mo- gelijk dat langs den weg van de organisaties van kleine zelfstandigen een zoodanige groeps vorming wordt gewaarborgd, dat op den grond slag daarvan kan worden opgebouwd een fonds dat uit verzekerings-technisch oogpunt vol doende wordt geacht en derhalve deelachtig kan worden de wetteljjke erkenning met den daaraan verbonden steun. Bjj het falen van deze andere wijze van voor ziening. acht de Commissie het 1 best, dat de Staat door middel van een bestemmlngsbelas- ting op ongehuwden, klnderlooze en ktnder- arme gehuwden de noodige gelden bijeenbrengt in een zgn. klnder-rentefonds. om daaruit, naar een percentage van het Inkomen, een kln- derrente ten behoeve van de kinderrijke ge zinnen uit te betalen. ■M ar Inlster Oud, die kort daarna aan het f^/| woord kwam, begreep heel goed, dat het 4- der Katholieke fractie ernst was en toonde zich zeer tegemoetkomend; in zjjn ant woord klonk een heel andere toon dan In zjjn rede van 10 November en In bet verslag van den dag te voren. Sprekende over den sulker- •ccjjns zeide hjj: -w—ienzelfden avond verscheen het verslag I 1 over het wetsontwerp en daarin schreef de minister nog, dat het standpunt der Regeering met betrekking tot de opcenten op den suiker-accjjns uitvoerig is uiteengezet in de Memorie van Antwoord betreffende Hoofdstuk I der Rjjksbegrooting voor 1934. sen of kindertoeslagfondsen, met verplichte deelneming, waaruit ultkeeringen warden ver strekt vanaf het eerste kind. De vraag rijst, of dit doel op korten termijn bereikbaar is. Bjj de beantwoording dezer vraag stelt de Commissie voorop, dat wjj h.i. leven in een tjjd, waarin morgen noodzpkeljjk te verwe zenlijken zal moeten zjjn Wat gisteren nog on bereikbaar scheen; met betrekking tot de onder- werpehjke materie schijnt het der Commissie toe, dat deze overweging in het bijzonder klemt en dat de ontwikkeling der economische en so ciale omstandigneden steeds dringender een af doende voorziening eischt. Daarnaast meent de Commissie evenwel, dat toch ook rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid, dat aan de verwerkelijking van de afdoende voorziening zal moeten voorafgaan een begin van verwerke lijking daarvan, en wel door de instelling van wetteljjk erkende gezinskassen of kindertoeslag- fondsen, niet met verplichte deelneming, maar met beperkt-vrijwillige deelneming, en waaruit ultkeeringen worden verstrekt niet vanaf het eerste kind maar vanaf het derde of vierde kind. Dit laatste nu wordt uitgewerkt: a. voor particuliere loonarbeiders; b. voor kleine zelfstandigen. vereenigingen. Maar de matrozen heb ben dat dan verkeerd begrepen en de commandant van de marine deed zijn plicht, toen hjj, constateerende, dat maanden na de vaststelling van het Re glement belangenvereenigingen „St. Christophorus” nog leefde onder de oude bepalingen en zich niet gedroeg, zooveel mogelijk, naar de beginselen, in dat Re glement neergelegd, de vereeniglna op wees, dat men zich moest voegen? in afwachting van de reorganisatie, naar de voorschriften van het Reglement be langenvereenigingen.” „Na hetgeen de minister gezegd heeft over de personeelsorganisaties, de perso neels vereenigingen, heb ik het- vertrou wen, dat deze zaak wel in orde zal ko men, al zou ik misschien ten opzichte van den bekenden brief van den vice- admiraal te Den Helder nog eenige op merkingen kunnen maken.” Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft thans voor het personeel de gelegenheid open gesteld vrijwillig ontslag te nemen. Indien te weinig vrijwilligers zich aanmelden, zullen de genen, die daarvoor in aanmerking komen, op wachtgeld worden gesteld. Jk weet niet welke de uiteindelijke plannen van den Minister zullen zjjn. Ik heb nog altijd hoop, kennende zijn streven tot samenwerking met de geheele Kamer, dat hjj zich nog eens ernstig zal beraden om ten slotte een weg te vinden, die tot bevrediging van de verschillende partijen kan lelden. Mijnerzijds wil ik den Minister geven de 30 opcenten op het tarief van invoerrechten van alle artikelen. Ik Wil den Minister geven de 30 opcenten op het tarief van invoer alleen van die artikelen, welke hier te lande niet worden voortgebracht. Ik wil mjjn volledigt medewerking geven aan een technische herziening van de Tariefwet. Maar ik heb groote bezwaren tegen de be stendiging van de 20 opcentenheffing op suiker. Ik vertrouw, dat de Regeering ernstig reke ning zal houden met de kalme en vooral vrién delijke, doch daarom niet minder ernstige waar schuwing, welke door den leider mjjner fractie bij den aanvang van dit debat in tweeden ter mijn aan de Regeering is gegeven." Wat hier staat is zuiver fantasie; Katholieke belangenvereeniging toch •j Den uitroep, dat dit alles niet helder en 1 verheffend is, heeft de redactie aan het verkeerde adres geplaatst; het tegenover gestelde toch is het geval. Volgens het re glement van de belangenvereenigingen 1 moet het bestuur uitsluitend bestaan uit marinepersoneel en mogen er geen buiten- 1 staanders in zitten. Juist het omgekeerde van hetgeen de redactie schrijft. Het is dan ook in strijd met de waarheid als in dit artikel geschreven wordt, dat de minis ter den vlootaalmoezenier opdracht heeft gegeven, de reorganisatie van den Katho lieken Marinebond in de richting van een uitsluitend godsdienstige vereeniging ter hand te nemen. De minister zou daartoe niet eens de macht hebben. Wat de mlnis- 1 ter gedaan heeft zullen we direct vertellen, als we eerst den bewindsman zelf aan het woord hebben gelaten. Over het voorgevallene met de marlne- vereeniging St. Christophorus is zooveel geschreven, dat we het noodzakelijk ach ten, nu de handelingen verschenen dit woordelijk weer te geven, want er mag daarover geen misverstand bestaan. De hoofdaalmoezenier van leger en vloot heeft de kwestie onderzocht en deze was het die rapporteerde, dat het z. g. conflict berustte op een misverstand. De minister zeide in de Kamer: het eerste hoofdstuk van het rapport de Commissie in een theoretische be schouwing onderscheid tusschen arbeid en iedere andere koopwaar; arbeid moet menscheljjk op gevat worden; de onderste grens van het loon dient te worden gevormd door wat de mensch, de werker, minimaal noodig beeft voor een re delijk en zedeljjk bestaan. Wat wordt nu voor het onderhouden van een redelijk en zedeljjk minimum-bestaan vereischt? Het Is duidelijk, dat een één-vormig ant woord daarop niet te geven valt. Immers, wat de menseb noodig heeft, om bescheiden maar fatsoenlijk van rond te komen, hangt af van de omstandigheden, waarin die mensch ver keert, niet op de laatste plaats van de omstan digheid of hij, behalve zichzelf, ook een gezin te onderhouden heeft, voor welk geval het on derhouden van het eigen persoonlijk bestaan naar redelijkheid tot de onmogelijkheden be hoort tenzij tegelijkertijd het loon toereikend is voor het onderhouden der gezinsleden. Wil de arbelders-hulsvader met acht kinderen die niet anders heeft gedaan dan overeenkom stig zjjn recht en zijn plicht een natuurlijk en redelijk gebruik maken van het huwelijk, dat hjj op redelijken leeftijd heeft gesloten toe komen aan datgene, waarop hij minstens recht heeft, met name een loon, waarvan minimaal zijn gezin en hjj zelf kunnen bestaan, dan be- teekent dat, dat hij minimaal een hooger loon moet genieten dan het minimum-loon van den arbeider, die vrouw en twee kinderen heeft. De individueele werkgever heeft er nu voor te zorgen, dat de arbeider inderdaad aan zijn be staansminimum toekomt. Practlsch zal evenwel de werkgever in de In dividueele rechtsorde niet in staat zijn, om die zorg te effectueeren, wijl practlsch bet ultkeeren Men ziet dus hieruit, dat er wel een Ka tholieke belangenvereeniging bij de Ma rine mag bestaan, de minister stelt er zelfs prijs op, hij heeft de besturen bij zich laten komen om dat te vertellen. Alleen toen men op den ouden voet doorging heeft de commandant van de marine gewaar schuwd. Nu kan men er over twisten of dat wel taktisch is geschied, maar daar op is de veroordeeling van het beleid in „Ons Noorden” niet gegrond. De minister zegt trouwens zeer duidelijk in de Kamer: Voor de groepen der particuliere loonarbeiders zal de regeling volgens de commissie slechts van kracht behooren te zijn, voorzoover het loon een bepaalde grens niet overschrijdt; bij stijging der salarissen komt een grens, waarboven geen spe ciale voorziening meer behoeft te worden ge troffen. De Commissie meent, dat voor de bepaling van de maximum-loongrens rekening mag wor den gehouden met de gezinsinkomsten, derhalve ook medegeteld mogen «Aarden de inkomsten der tot het gezin behoorende kinderen. Voorts behoort de hoogte der uitkeertng ver band te houden met het ontwikkelingspeil van den arbeider, In dier voege dat, binnen de maxim um-lodngrens, de uitkeertng hooger be hoort te zijn voor hem, die geschoolden arbeid verricht en dus, in het algemeen gesproken, een hooger ontwikkelings- en beschavingspeil heeft bereikt, dan voor den ongeschoolden arbeider. Intusschen meent de Commissie, dat het uit practische overwegingen aanbeveling verdient, zich ertoe te beperken, den toeslag In stijgende Ujn te verbinden aan de, gebruikelijke, Indeellng in toongroepen. De Commissie erkent, dat er groote bezwaren bestaan tegen een regeling, volgens welke deel neming niet verplicht wordt. Die bezwaren zijn: 1. dat men het gevaar loopt te belemmeren de ln-dienstneming van huisvaders met groote gezinnen, en een prikkel schept/dat bij de aan stelling ongehuwden en gehuwden met kleine gezinnen den voorrang krijgen; 2. dat de toetreding, tot het fonds, van uit verzekeringsoogpunt slechts risico’s dwz van ondernemingen,‘die relatief veel huisvaders met groote gezinnen in dienst hebben sterker zal zijn dan de deelneming van zgn. goede risi co’s. zoodat de dreiging bestaat, dat het fonds een eenzijdig karakter, wat betreft de risico’s, gaat vertoonen; - 3. dat de basis voor premiebetaling wapkeler is dan wanneer de deelneming verplicht is. wijl alleen In het laatste geval het mogelijk zal zijn, om wetenschappelijk, op den grondslag der sta- De minister heeft na deze woorden zelfs niet gewacht tot de behandeling van het Wetsont werp; neen, hij heeft op het departement ge zocht naar een oplossing die' de Kamer en in het bijzonder de Katholieke fractie zou kunnen bevredigen, terwijl hij toch rekening kon houden met zijn bezwaar betreffende de steeds wijzi gende tarieven op de Invoerrechten. Twee dagen, nadat hjj in de Kamer zijn zeer tegemoetkomen de houding had aangenomen, is hij gekomen met een nota van wijziging, waarbij de 30 op centen op de invoerrechten slechts zouden gel den voor 6 maanden; evenzoo de opcenten op den accijns op suiker. Op 1 Juli 1934 zullen deze dus automatisch vervallen en zal er tevens bestaan een geheel herzien tarief van Invoerrechten. De opcenten op de suiker zullen dus maar 6 maanden duren in plaats van vijf jaar. Met erkentelijkheid voor het werk van Katholieke fractie, mede ook tot verlichting van de lasten der groote gezinnen bjj de in komstenbelasting, mogen we zeggen, dat dit een aardig succes is, dat zonder veel ophef, of (zooals de heer Aalberse zeide) zonder eischen- stelling „in daverenden vorm” bereikt is. Dit te méér, nu de geheele Kamer er zonder stemming haar goedkeuring aan hechtte. Door Minister de Geer werd het vorig Jaar een wetsontwerp Ingediend tot tljdelljke hefting van 30 opcenten op het tarief van alle invoer rechten, waarvan de opbrengst werd geraamd op 20.000.000. Met het oog op het verdrag van Ouchy en mede in verband met de destijds aan staande monetaire en economische conferentie te Londen kwam de heer Colijn hiertegen in verzet en verklaarde, dat de grootst mogelijke meerderheid van zijn fractie zou tegenstemmen. Met het gevolg, dat de beraadslagingen werden geschorst. Minister de Geer wijzigde zjjn voorstel in dier voege, dat de voorgestelde opcenten alleen maar geheven zouden worden op het tarief van die artikelen, welke hier te lande niet werden voort gebracht. De mindere opbrengst (pl.m. 10.000.000) zou gehaald worden uit de heffing van 20 opcenten op den accijns op suiker. De Katholieke Kamerfractie is met de gewij zigde voorstellen akkoord gegaan, onder uitdruk kelijk beding, dat de verhoogde opcentenheffing slechts voor één Jaar zou gelden. Deze voor waarde werd gesteld, door de Regeering onvoor- waardeljjk geaccepteerd en in de vergadering van 23 November hier in de Kamer nog eens uitdrukkelijk onderstreept. Onder deze omstandigheden heeft het mil in hooge mate verwonderd, dat de tegenwoordige Minister van Financiën toch nog met een ver lenging van alle lijdelijke heffingen is gekomen. HU kon weten, dat bjj mijn fractie onoverkome lijke bezwaren bestaan tegen handhaving van den verhoogden suikeraccijns; dat deze bezwa ren nog beduidend zijn toegenomen na de in grijpende versterkingen der indirecte heffingen, zooals die in de laatste dagen op het Nederland- sche volk zjjn gelegd. Ik denk hier vooral aan de Omzetbelasting en aan de nieuwe heffingen op het vleesch en op de suiker, ten behoeve van het landbouwcrisisfonds. De Katholieke Kamerfractie heeft dan ook zeer ernstige be zwaren in deze de Regeering te volgen, niet om haar .moeilijkheden in den weg te leggen, doch om te voorkomen, dat tegen alle afspraak in een zware last bestendigd blijft, die niet te ver- dedigen is. te meer niet waar hu zoo gemakke- Ijjk door een anderen maatregel kan vervangen worden. Wat dit laatste betreft; we zouden lie ver schrijven, dat als een Katholiek or gaan zijn lezers zóó voorlicht, als wij da delijk zullen aantoonen, men zich met recht mag afvragen, wat de gevolgen zijn voor ons kiezerscorps. De redactie schrijft: de minister heeft gezegd, dat een Katholieke belangen-ver- eeniging bjj de Marine niet meer wordt toegelaten; wij lezen: mogen worden overgelaten. Daarom heeft de Commissie de volgende regeling uitgewerkt: Een wetteljjke regeling opende de mogelUk- heid, dat een in een bedrUfstak uit het parti culiere initiatief voortgekomen gezinskas ver plichtend wordt gesteld voor alle bedrljfsge- nooten. De gezinskas strekke ertoe, aan de werkne mers in de aangesloten ondernemingen een bepaald percentage van en boven het door hen te verdienen loon uit te keeren voor elk kind beneden den leeftijd van 14 Jaar, aanvangende met het vierde kind. De voor de uitkeering be- noodigde gelden worden, behoudens de inkom sten uit de Staatsbjjdrage. verkregen uit de aangesloten ondernemingen, waarbU het werk gevers- en het werknemers-element In het be drijf onderling zullen vaststellen, op welke wuze die premie zal worden opgebracht. De gezinskas worde zooveel mogeljjk bedrUfs- gewijze opgebouwd. Daarnaast zjj echter mo- geljjk de oprichting van een gemengde kas. Een algemeene vereveningskas verbinde de verschil lende kassen. Naar de algemeene verplichte aansluiting bU een gezinskas worde, vooral met het oog op de Een wetteljjke regeling opene de mogeljjk- gelUk gestreefd. Zoolang die algemeene verplichting niet be staat en men derhalve vrjj Is al dan niet toe te treden, worde een daaruit voortvloeiende hoogere premie voor de aangeslotenen bjj een gemengde kas dan voor de aangeslotenen bU een bedrUfskas opgevaqgen door een extra- RUksbjjdrage. „Er was hier geen misverstand bij den vlootvoogd, aldus de minister, maar bij den Kath. Bond. Die meende, op den ouden voet te kunnen voortleven, on- danljp het feit, dat hij een belangenver eeniging is. En 'n belangenvereeniging zelfs een katholieke, hoewel deze het gezag hooghoudt en krachtens haar be ginsel tegen elke revolutionnalre pro paganda gekant is, wordt bij de Marine blijkbaar niet meer toegelaten. Als kath. militaire vereeniging, die zich uitsluitend bezig houdt met de geestelij ke godsdienstige belangen der militai ren. mag de Kath. Bond blijven be staan. Daartegen heeft de vlootvoogd hoe buitengewoon welwillend van hem geen bezwaar, aldus minister Deckers. „Het is geenszins de bedoeling geweest van den commandant van de marine om de Katholieke schepelingen te treffen of het Katholieke vereenigingsicvvn als zoodanig onmogelijk te maken of ernstig te bemoeilijken. Hij, die dit zegt cf te verstaan geeft, rechtstreeks of zijde lings, doet onrecht aan den comman dant van de marine. Deze commandant van de marine is er nl. met my van, overtuigd, dat de militairen, die reeds krachtens hun overtuiging verplicht zijn tot gehoorzaamheid aan de Overheid en onderwerping aan het wettige gezag, een -kostelijk bezit vormen voor de weer macht. Hieruit blijkt tevens, dat geen opdracht is verstrekt aan den vlootaalmoezenier, maar dat de hoofdaalmoezenier is ultge- noodigd om leidend en helpend op te tre den, teneinde St. Christophorus te maken tot. een belangenvereeniging, wat zij nog niet is. Ze is nog een vakvhreeniging en gedroeg zich zoodanig naar het Inzicht van den commandant. Ten slotte meent de redactie den heer v. d. Bat.als een soort kroongetuige te kunnen aanhalen voor haar gansch ver keerde voorstellingen, waar zij schrijft: Intusschen, de geachte afgevaardigde de heer van de Bilt mag te recht ver trouwen, dat de zaak ook in Nieuwediep wel in orde zal komen. Ik heb den hoofd aalmoezenier van leger en vloot uitge- noodigd in zake de reorganisatie van St. Christophorus leidend en helpend op te treden. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen, dat dit optreden niet zal lelden tot een gunstigen uitslag. insdagmlddag •L-'nomen tot voorloopige voortzetting heffing van enkele tijdelljka invoerrechten verhoogde invoerrechten en voor de centen op sommige invoerrechten en daar mee eveneens dat tot lijdelijke voorziening tot versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des Rjjkss. Feitelijk was er over deze wetsontwerpen reeds voldoende gesproken bU de schrifteljjke en mon delinge behandeling der Rjjksbegrooting, maar de oplossing was toe-» pog niet gevonden, of schoon er in het bijzonder van Katholieke zijde groot bezwaar bestond tegen artikel 7 van de tweede wet, waarbij de heffing v^p de opcenten op den suikeraccijns verlengd werd tot en met 31 December 1938, dus voor vjjf Jaar. Op 9 November zeide de heer Fleskens hier over bü de algemeene beschouwingen: nu practlsch zijn om, terwijl wjj staan aan den vooravond van een herziening van het tarief van invoerrechten, op het oogenbllk, wellicht voor t enkele maanden, 30 opcenten op het tarief te leggen, om dan straks weer een nieuwe veran dering in ons tarief te brengen? Daarom geloof ik, dat het mogeljjk zal moeten zijn, straks bU de behandeling van het desbetreffend wetsont werp in nader overleg tot een oplossing te ko men, die den heer Fleskens zal geven wat hy wenscht, waarbij ik hem zal geven dezen waar- borg, dat de 20 opcenten op den suikeraccijns niet zullen worden gelUkgesteld met de andere tüdeljjke heffingen en dus niet eenvoudig aan een termijn van 5 jaar zullen worden gebonden. Wellicht zullen wij komen kunnen tot een zoo danige oplossing, dat zjj voor korten tUd, dus als overbruggingsmaatregel, zullen moeten die nen, maar dat wij zekerheid zullen kunnen kru- gen, dat daarna zal worden voldaan aan het verlangen van den heer Fleskens, dat ik op zich zelf onderschrijf, omdat ook mU de verhooging van de opcenten op den suikeraccijns zeer wei nig sympathiek is geweest.” -w-n Zürich is iets verbazend leuks gebeurd I een kluchtspel gelijk en misschien is ■A hét leuks er nóg niet afgeloopen: aan genoemde Zwltsersche stad is de eer te- beurt gevallen een Intocht van helderzienden te beleven; van heinde en verre zjjn de leden van het helderziende gilde er tezamengestroomd om te vergaderen en er hun clalrvoysnte kunsten te toonen. Een normaal, dus een troebeler-ziend mensch beeft in zoo'n gezelschap natuurlijk geen le ven: de helderziende dames en heeren kijken hem dwars door z’n lichaam en z’n ziel heen; ze weten precies, wat hU allemaal op z’n kerf stok heeft, wat hU van z’n omgeving denkt en welk lot, welk noodlot wellicht, hem wacht. 1 Moet heel onbehaaglijk zjjn, zóó doorgeke ken te worden. Maar terzake: het illustre gezelschap is in Zürich aan ’t vergaderen en aan 't experlmenteeren gegaan, en nu zou men veronderstellen, dat in een dergeljjken elltekring crème de la crème - ook het ongelooflijkste, het phenomenaalste gepraesteerd zou worden: klinkklare wonderenl ’t Is echter excuseer, dat wjj u een illusie ontnemen moeten uitgeloopen op rumoer en vechtpartijen: tUdens de séances toch wilde de ééne helder ziende kl maar helderziender blijken aan de andere, de wondermenschen trachtten elkaar te overtroeven, met het gevolg, dat er wrijving ontstond en de helderzienden elkander uit wraak gingenontmaskeren, ten overstaan van het publiek, dat zich verdiende loon! nu eens duidelUk bedrogen zag; de politie moest eraan te pas komen om de vechtende wonder menschen te scheiden en voorlopig heeft de politie verordonneerd, dat er althans geen pul- tenlandsche helderzienden meer toegelaten mo gen worden. Die keken waarschijnlijk té helder en waren wellicht al te kwiek in het ontdekken van de trucjes. Toch niet slim overigens van die helderzien den om in Zürich zulke grootsche séances op touw te zetten: als helderzienden hadden ze immers moeten weten, van wat voor 'n koüe kermis ze uit Zürich zouden thuis komen I WU voor ons zien echter groot nut in derge- lUke séances, en wU zouden willen voorstel len, ook in Nederland een alles overbluffend helderzieners-congres te organiseeren. waar een ieder het beste van zjjn kunnen zou moe ten praesteeren. U zou eens zien: evenals men dieven vangt met dieven, zoo zou ook in Nederland blijken, dat men helder zienden het best en het secuurst vangt met.... helderzienden. En zulk een ontmaskering zou openen. „Men verkeerde bij de leiding van St. Christophorus in de meening, dat men de oude werkwijze mocht volgen totdat de vereeniging zou zijn gereorganiseerd in den zin van het Reglement belangen vereenigingen. Men is in die meening, naar men zegt, komen te verkeeren op een audiëntie, die ik aan het bestuur van de Katholieke vereenigingen van le ger en vloot heb verleend. Dat is een misverstand; ik heb dat op die audiën tie natuurlijk niet toegestaan. Voor al le voorzichtigheid er is daar geen stenografisch verslag van opgemaakt Is nog eens geïnformeerd bij de man nen van ae landmacht, en ook de man nen van de landmacht verzekeren iets dat zeer logisch is. want ik had het eeni ge maanden te voren, reeds schriftelijk bepaald dat men zich in afwachting van de reorganisatie der vereeniging moest gedragen naar de beginselen, neergelegd in het Reglement belar.gen- et is de plicht van de Katholieke pers om de Katholieke belangen te verdedigen, daar waar deze wor den aangevallen of miskend. Hierbij dient evenwel op den voorgrond te staan, dat dit geschiedt met kennis van de Juiste feiten, want als de verdediging gevoerd wordt te gen denkbeeldige aanvallen, dan wordt er aan de Katholieke belangen veel groo- ter nadeel berokkend dan door stilzwijgen bij een werkeil] ken aanvat Dit alles stellen we voorop, nu we iets zeggen willen naar aanleiding van het hoofdartikel in het dagblad „Ons Noor den" van Vrijdag 17 November onder den titel „Minister Deckers stelt teleur”. De schrijver onderneemt een scherpen aanval op den minister, wiens verdedi ging op Donderdagavond hij niet heeft medegemaakt, zoodat hij deze -geheel grondt op een verslag in een ochtendblad en verder op eenige voorstellingen, die' volslagen in strijd zijn met de feiten. Over dezen aanval, naar aanleiding van het ge beurde met de Katholieke Marlneveieeni- glng ,JSt. Christophorus”, mag men niet gering denken, de aanval eindigt zelfs met den eisch tot verwijdering van den mi nister, waar de redactie (na aan eventueelen eisch tot verwijdering den vlootcommandant te hebben nerd) schrijft:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5