Prikkeldraad
H
Steun
het groote gezin
aan
DIAMANT
Bak- en Braadvet
I
Verhoogde heffing
suikeraccijns
Ongemotiveerde
aanval
Onder helderzienden
Een aardig succes
KATHOLIEKE EISCH
to.
=R
GEDENKSTEEN
Verheffend is anders
Als de N.S.B.-Ieider
ontslag neemt
moeilyk?
REGEERINGS-PERSIENST
t
De kindertoeslag
Mr. C. P. M. Romme
Een redelijk bestaan
au
JP
T»
Op wachtgeld
Het Overheidspersoneel
?4s
Een aparte groep: de kleine
zelfstand igen
PASTOOR J. W. THOMPSON
BEDIEND
ue
Het belangwekkende rapport van
de Commissie-Romme voor
de R. K. Staatsparty
Aanstelling van A. J. Lievegoed
tot chef
Voor particuliere loonarbeiders
De keuze niet zoo
is
zijn.
de
veler
oogen
4
it
zeggen:
tistiek, de premies vast te stellen.
IB<
r
tóen
45 ets p. pond - 22ets p. haH pond
I
B
In
maakt
Naar wij vernemen ligt het in het voornemen
van de regeering tot chef van den nieuw in te
stellen regeeringspersdlenst te benoemen den
heer A. J. Uevegoed, redacteur der „Nieuwe
Rotterdamsche Courant”, docent voor het dag-
bladwezen aan de Rijksuniversiteit te Lelden
en oud-hooldredacteur van de „Sumatrapost”
en „De Locomotief”.
Er zal wil de regeling goed werken niet
te veel aan de vrijwilligheid van de werkgevers
er
ook
De eenige afdoende voorziening zal zijn:
De instelling van wetteljjk erkende gezinskas-
een
is
1
ade
in
U»t.
14
P«
jlro
Wat het Overheidspersoneel betreft, luidt het
oordeel der Commissie als volgt:
1. dat tot de richtlijnen, waarnaar de Regee-
ring hare nieuwe bevoegdheid zal behooren te
hanteeren, mede zal moeten worden gerekend
het doen In acht nemen door de lagere orga
nen van den gezlnsfactor In hare loon- en sa
larisregelingen, door opneming daarin van een
kindertoeslag;
2. dat, In aansluiting daaraan, het goed zal
wezen, om straks in de Ambtenarenwet, naast
de in art. 125 genoemde en bovenvermelde on
derwerpen, ook op te nemen als onderwerp,
waaromtrent een regeling door de lagere orga
nen moet worden vastgesteld: den kindertoe
slag.
wèl toegestaan en deze behoeft zich niet
uitsluitend bezig te houden met de gees
telijke en godsdienstige belangen. Het
zelfde is het geval als de redactie later den
vlootcommandant laat zeggen,
Veel verder was men hiermede niet; de zaak
bleef zooals ze was, zij het dan ook, dat de toe
zegging werd gedaan, dat de minister zich zou
beijveren. Den volgenden dag. 15 November,
zeide de heer Fleskens dan ook, eveneens spre
kende in tweeden termijn:
een
van
herin-
Ook hier weer juist het omgekeerde,
want blijkens de Handelingen zegt de heer
v. d. Bilt:
Naar aanleiding van de mededeeling. dat Ir.
Mussert onder protest ontslag zou nemen. In
dien men hem van hoogerhand zou dwingen te
kiezen tusschen fasclsten-leider of het hoofd-
ingenieurschap van den Utrechtschen Provin
cialen Waterstaat, deelt men aan de „Volks
krant” mede, dat die keuze den heer Mussert
wel niet al te zwaar zal vallen, omdat hij tijdig
gezorgd zou hebben, dat een fonds is gevormd,
waardoor hU voor zijn leven financieel schade
loos zal worden gesteld voor het geval hij bo
vengenoemde keuze zou moeten doen.
heeft de Tweede Kamer
zonder discussie het wetsontwerp aange-
der
en
op-
Pastoor J. W. J. Thompson van de Parochie
van de H. Cunera te Nibbixwoud is van de
H.H. Sacramenten der Stervenden voorzien.
Pastoor Thompson is reeds geruimen tijd lij
dende. maar heeft nu weer ’n zoodanigen aan
val gehad, dat de toestand gevaarlijk moet wor
den geacht.
Nu de minister van Defensie achteraf
zich schaart naast dezen vlootcomman
dant, zal deze consequentie desnoods
moeten worden uitgebreid.
Want als onze Kamerfractie ook hierin
weer berust, dan moet men zich over de
gevolgen van een dergelijke politiek on
der ons kiezerscorps niet verbazen.
Terstond na de verschijning veui het rapport
der Commissie-Romme, welke tot taak had in
opdracht van het Bestuur der RK. Staatspartij
het vraagstuk van den reeds zoovele jaren be
pleiten kindertoeslag te bestudeeren en daar
omtrent van advies te dienen, hebben wij de
voornaamste overwegingen en conclusies uit
gemeld rapport medegedeeld. j
Gezien de belangrijkheid van dit rapport, dat
over enkele dagen een onderwerp van bespre
king zal uitmaken in den Partijraad der RK.
Staatspartij, laten wjj hieronder nog uitvoeri
ger eenige citaten van de studie der Commissie-
Romme volgen.
„dat hij geen belangenvereeniging duldt
bij de marine, ook geen Katholieke, dus
jullie hebben je om te vormen tot een
zuiver godsdienstige vereeniging, die
zich niet meer met de marinezaken be
moeit. Ik wil ook niet meer, dat mari
nepersoneel daar in het bestuur zit en
ook niet in de redactie van het veree-
nigingsorgaan.
„Daar is uiteengezet, dat het allerminst vast
staat. dat de herziening van het .tarief voor in
voerrechten een voldoende bate zal opleveren
om het verlies op te vangen, dat de schatkist
zou komen te lijden, wanneer zoowel de 30» op
centen op een aantal tariefposten als de 20 op
centen op den suiker-accjjns kwamen te ver
vallen. De ondergeteekende wil intusschen
gaarne toezeggen, dat hij, indien de opbrengst
dier herziening in verband met den algemeenen
loop van zaken op het stuk der middelen zulks
zal blijken te veroorloven, zich gaarne zal be
ijveren om een vermindering en zoo mogelijk
een algeheele afschaffing van dezé opcenten te
bevorderen. Dat in verband met den loop van
zaken in het najaar van 1932 deze opcenten
daarvoor in de eerste plaats in aanmerking ko
men, erkent hij toch volmondig.”
Voor den op de Avusbaan verongelukte
auto-rewner Otto Nerz is een gedenksteen
onthuld.
..Maar nu zeg ik mijnerzijds, de zaak louter en
•Heen beziende In de practische sfeer; zou het
door den individueelen werkgever van verschil
lende loonminima aan elk zijner arbeiders, al
naar gelang van hun gezinsbehoeften tot de on
mogelijkheden behoort.
De menschelijke arbeid is echter van nature
ook sociaal, de arbeid des enkelings onderdeel
van den gemeenschappelijken totalen arbeid.
En zoo komen we tot de beschouwing van de
vergelding van den arbeid in zijn sociaal ver
band, de vergelding van den gemeenschappe
lijken, den totalen arbeid, waarbij niet staat
individu tegenover individu, maar groep tegen
over groep en daarenboven elke groep tot elk
barer leden als zoodanig en omgekeerd.
Die totale arbeid moet beloond worden min
stens zoo, dat voor ieder van degenen, die tot
het geheel van dien arbeid bijdraagt, zijn mi-
nimum-bestaan. het bestaan van hem en zijn
gezin, erin zit. De groep, die den totalen arbeid
ontvangt, is verschuldigd het aequivalent van
dien totalen arbeid, zijnde minstens het noodige
voor het bestaans-minimum van elk dergenen,
die tot de arbeidersgroep behooren, dwz. derhal
ve voor het bestaans-minimum van hen en van
hunne gezinnen. Het aequivalent wordt bijeen
gebracht, doordat elk der groepsleden, die van
den totalen arbeid mee-ontvangt, zijn evenredig
deel daaraan bijdraagt; van dat totaal-bijeen
gebrachte komt aan elk dergenen, die tot de
arbeidersgroep behooren, zijn deel, zijn be
staans-minimum (van hem en zijn gezin) ten
goede, doordat naar het beginsel van leder-
het-zijne, ieder zijn bestaans-minimum (van
hem en zijn gezin), dat totaal-bijeengebrachte
wordt verdeeld.
Op 14 November kwam de heer Aalberse, spre
kende in tweeden termijn, dit betoog nog eens
onderstrepen, toen hij nog een woord sprak over,
den kinderaftrek dat is de herziening van de
inkomstenbelasting, die door de regeering reeds
is toegezegd in den geest als door de Katholieke
fractie bepleit ter verlichting van het groote
gezin en over den suikeraccijns.
Hjj voegde daaraan toe: „Ik voor mij wensch
alleen dit te zeggen: ik reken er stellig op, dat
de Regeering onze critiag, ook al wordt ze niet
in daverenden vorm g>adt. toch zeer ernstig
zal opnemen, ook al is ze bedoeld als de waar
schuwing der vriendschap."
„Het Kath. Kamerlid de heer v. d. Bilt
heeft hedennacht, na deze mededeeling
van den minister verklaard, dat op dit
beleid heel wat aan te merken is.
Inderdaad, men kon het moeilijk
zachter zeggen.”
Precies wat wij reeds schreven: was de
brief, die zooveel stof heeft doen opwaaien,
wel taktisch? Maar voor de rest was men
volkomen bevredigd.
Indien men echter zijn lezers voorlicht
als in „Ons Noorden” geschiedde, dan
moet men er zich niet over verwonderen,
als het eens niet in orde zou komen;
maar dan ligt de schuld niet bij den be
windsman.
Van een bestrijding, als welke dezen te
beurt viel vanwege een Katholiek Dag
blad, meenen we te moeten zeggen: ver
heffend is anders.
Bjj de stichting van een fonds voor kleine
zelfstandigen rjjzen de practische bedenkingen,
als gevolg van het niet-verplicht-zijn nog ern
stiger. Niettemin acht de Commissie het mo-
gelijk dat langs den weg van de organisaties
van kleine zelfstandigen een zoodanige groeps
vorming wordt gewaarborgd, dat op den grond
slag daarvan kan worden opgebouwd een fonds
dat uit verzekerings-technisch oogpunt vol
doende wordt geacht en derhalve deelachtig
kan worden de wetteljjke erkenning met den
daaraan verbonden steun.
Bjj het falen van deze andere wijze van voor
ziening. acht de Commissie het 1 best, dat de
Staat door middel van een bestemmlngsbelas-
ting op ongehuwden, klnderlooze en ktnder-
arme gehuwden de noodige gelden bijeenbrengt
in een zgn. klnder-rentefonds. om daaruit,
naar een percentage van het Inkomen, een kln-
derrente ten behoeve van de kinderrijke ge
zinnen uit te betalen.
■M ar Inlster Oud, die kort daarna aan het
f^/| woord kwam, begreep heel goed, dat het
4- der Katholieke fractie ernst was en
toonde zich zeer tegemoetkomend; in zjjn ant
woord klonk een heel andere toon dan In zjjn
rede van 10 November en In bet verslag van
den dag te voren. Sprekende over den sulker-
•ccjjns zeide hjj:
-w—ienzelfden avond verscheen het verslag
I 1 over het wetsontwerp en daarin schreef
de minister nog, dat het standpunt der
Regeering met betrekking tot de opcenten op
den suiker-accjjns uitvoerig is uiteengezet in de
Memorie van Antwoord betreffende Hoofdstuk
I der Rjjksbegrooting voor 1934.
sen of kindertoeslagfondsen, met verplichte
deelneming, waaruit ultkeeringen warden ver
strekt vanaf het eerste kind.
De vraag rijst, of dit doel op korten termijn
bereikbaar is. Bjj de beantwoording dezer vraag
stelt de Commissie voorop, dat wjj h.i. leven in
een tjjd, waarin morgen noodzpkeljjk te verwe
zenlijken zal moeten zjjn Wat gisteren nog on
bereikbaar scheen; met betrekking tot de onder-
werpehjke materie schijnt het der Commissie
toe, dat deze overweging in het bijzonder klemt
en dat de ontwikkeling der economische en so
ciale omstandigneden steeds dringender een af
doende voorziening eischt. Daarnaast meent de
Commissie evenwel, dat toch ook rekening moet
worden gehouden met de mogelijkheid, dat aan
de verwerkelijking van de afdoende voorziening
zal moeten voorafgaan een begin van verwerke
lijking daarvan, en wel door de instelling van
wetteljjk erkende gezinskassen of kindertoeslag-
fondsen, niet met verplichte deelneming, maar
met beperkt-vrijwillige deelneming, en waaruit
ultkeeringen worden verstrekt niet vanaf het
eerste kind maar vanaf het derde of vierde
kind.
Dit laatste nu wordt uitgewerkt:
a. voor particuliere loonarbeiders;
b. voor kleine zelfstandigen.
vereenigingen. Maar de matrozen heb
ben dat dan verkeerd begrepen en de
commandant van de marine deed zijn
plicht, toen hjj, constateerende, dat
maanden na de vaststelling van het Re
glement belangenvereenigingen „St.
Christophorus” nog leefde onder de oude
bepalingen en zich niet gedroeg, zooveel
mogelijk, naar de beginselen, in dat Re
glement neergelegd, de vereeniglna
op wees, dat men zich moest voegen?
in afwachting van de reorganisatie, naar
de voorschriften van het Reglement be
langenvereenigingen.”
„Na hetgeen de minister gezegd heeft
over de personeelsorganisaties, de perso
neels vereenigingen, heb ik het- vertrou
wen, dat deze zaak wel in orde zal ko
men, al zou ik misschien ten opzichte
van den bekenden brief van den vice-
admiraal te Den Helder nog eenige op
merkingen kunnen maken.”
Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft
thans voor het personeel de gelegenheid open
gesteld vrijwillig ontslag te nemen. Indien te
weinig vrijwilligers zich aanmelden, zullen de
genen, die daarvoor in aanmerking komen, op
wachtgeld worden gesteld.
Jk weet niet welke de uiteindelijke plannen
van den Minister zullen zjjn. Ik heb nog altijd
hoop, kennende zijn streven tot samenwerking
met de geheele Kamer, dat hjj zich nog eens
ernstig zal beraden om ten slotte een weg te
vinden, die tot bevrediging van de verschillende
partijen kan lelden.
Mijnerzijds wil ik den Minister geven de 30
opcenten op het tarief van invoerrechten van
alle artikelen.
Ik Wil den Minister geven de 30 opcenten op
het tarief van invoer alleen van die artikelen,
welke hier te lande niet worden voortgebracht.
Ik wil mjjn volledigt medewerking geven aan
een technische herziening van de Tariefwet.
Maar ik heb groote bezwaren tegen de be
stendiging van de 20 opcentenheffing op suiker.
Ik vertrouw, dat de Regeering ernstig reke
ning zal houden met de kalme en vooral vrién
delijke, doch daarom niet minder ernstige waar
schuwing, welke door den leider mjjner fractie
bij den aanvang van dit debat in tweeden ter
mijn aan de Regeering is gegeven."
Wat hier staat is zuiver fantasie;
Katholieke belangenvereeniging toch
•j
Den uitroep, dat dit alles niet helder en
1 verheffend is, heeft de redactie aan het
verkeerde adres geplaatst; het tegenover
gestelde toch is het geval. Volgens het re
glement van de belangenvereenigingen
1 moet het bestuur uitsluitend bestaan uit
marinepersoneel en mogen er geen buiten-
1 staanders in zitten. Juist het omgekeerde
van hetgeen de redactie schrijft. Het is
dan ook in strijd met de waarheid als in
dit artikel geschreven wordt, dat de minis
ter den vlootaalmoezenier opdracht heeft
gegeven, de reorganisatie van den Katho
lieken Marinebond in de richting van een
uitsluitend godsdienstige vereeniging ter
hand te nemen. De minister zou daartoe
niet eens de macht hebben. Wat de mlnis-
1 ter gedaan heeft zullen we direct vertellen,
als we eerst den bewindsman zelf aan het
woord hebben gelaten.
Over het voorgevallene met de marlne-
vereeniging St. Christophorus is zooveel
geschreven, dat we het noodzakelijk ach
ten, nu de handelingen verschenen
dit woordelijk weer te geven, want er mag
daarover geen misverstand bestaan. De
hoofdaalmoezenier van leger en vloot
heeft de kwestie onderzocht en deze was
het die rapporteerde, dat het z. g. conflict
berustte op een misverstand.
De minister zeide in de Kamer:
het eerste hoofdstuk van het rapport
de Commissie in een theoretische be
schouwing onderscheid tusschen arbeid en iedere
andere koopwaar; arbeid moet menscheljjk op
gevat worden; de onderste grens van het loon
dient te worden gevormd door wat de mensch,
de werker, minimaal noodig beeft voor een re
delijk en zedeljjk bestaan.
Wat wordt nu voor het onderhouden van een
redelijk en zedeljjk minimum-bestaan vereischt?
Het Is duidelijk, dat een één-vormig ant
woord daarop niet te geven valt. Immers, wat
de menseb noodig heeft, om bescheiden maar
fatsoenlijk van rond te komen, hangt af van
de omstandigheden, waarin die mensch ver
keert, niet op de laatste plaats van de omstan
digheid of hij, behalve zichzelf, ook een gezin
te onderhouden heeft, voor welk geval het on
derhouden van het eigen persoonlijk bestaan
naar redelijkheid tot de onmogelijkheden be
hoort tenzij tegelijkertijd het loon toereikend
is voor het onderhouden der gezinsleden. Wil
de arbelders-hulsvader met acht kinderen
die niet anders heeft gedaan dan overeenkom
stig zjjn recht en zijn plicht een natuurlijk en
redelijk gebruik maken van het huwelijk, dat
hjj op redelijken leeftijd heeft gesloten toe
komen aan datgene, waarop hij minstens recht
heeft, met name een loon, waarvan minimaal
zijn gezin en hjj zelf kunnen bestaan, dan be-
teekent dat, dat hij minimaal een hooger loon
moet genieten dan het minimum-loon van den
arbeider, die vrouw en twee kinderen heeft.
De individueele werkgever heeft er nu voor te
zorgen, dat de arbeider inderdaad aan zijn be
staansminimum toekomt.
Practlsch zal evenwel de werkgever in de In
dividueele rechtsorde niet in staat zijn, om die
zorg te effectueeren, wijl practlsch bet ultkeeren
Men ziet dus hieruit, dat er wel een Ka
tholieke belangenvereeniging bij de Ma
rine mag bestaan, de minister stelt er zelfs
prijs op, hij heeft de besturen bij zich
laten komen om dat te vertellen. Alleen
toen men op den ouden voet doorging heeft
de commandant van de marine gewaar
schuwd. Nu kan men er over twisten of
dat wel taktisch is geschied, maar daar
op is de veroordeeling van het beleid in
„Ons Noorden” niet gegrond.
De minister zegt trouwens zeer duidelijk
in de Kamer:
Voor de groepen der particuliere loonarbeiders
zal de regeling volgens de commissie slechts van
kracht behooren te zijn, voorzoover het loon een
bepaalde grens niet overschrijdt; bij stijging der
salarissen komt een grens, waarboven geen spe
ciale voorziening meer behoeft te worden ge
troffen.
De Commissie meent, dat voor de bepaling
van de maximum-loongrens rekening mag wor
den gehouden met de gezinsinkomsten, derhalve
ook medegeteld mogen «Aarden de inkomsten der
tot het gezin behoorende kinderen.
Voorts behoort de hoogte der uitkeertng ver
band te houden met het ontwikkelingspeil van
den arbeider, In dier voege dat, binnen de
maxim um-lodngrens, de uitkeertng hooger be
hoort te zijn voor hem, die geschoolden arbeid
verricht en dus, in het algemeen gesproken, een
hooger ontwikkelings- en beschavingspeil heeft
bereikt, dan voor den ongeschoolden arbeider.
Intusschen meent de Commissie, dat het uit
practische overwegingen aanbeveling verdient,
zich ertoe te beperken, den toeslag In stijgende
Ujn te verbinden aan de, gebruikelijke, Indeellng
in toongroepen.
De Commissie erkent, dat er groote bezwaren
bestaan tegen een regeling, volgens welke deel
neming niet verplicht wordt.
Die bezwaren zijn:
1. dat men het gevaar loopt te belemmeren
de ln-dienstneming van huisvaders met groote
gezinnen, en een prikkel schept/dat bij de aan
stelling ongehuwden en gehuwden met kleine
gezinnen den voorrang krijgen;
2. dat de toetreding, tot het fonds, van uit
verzekeringsoogpunt slechts risico’s dwz
van ondernemingen,‘die relatief veel huisvaders
met groote gezinnen in dienst hebben sterker
zal zijn dan de deelneming van zgn. goede risi
co’s. zoodat de dreiging bestaat, dat het fonds
een eenzijdig karakter, wat betreft de risico’s,
gaat vertoonen; -
3. dat de basis voor premiebetaling wapkeler
is dan wanneer de deelneming verplicht is. wijl
alleen In het laatste geval het mogelijk zal zijn,
om wetenschappelijk, op den grondslag der sta-
De minister heeft na deze woorden zelfs niet
gewacht tot de behandeling van het Wetsont
werp; neen, hij heeft op het departement ge
zocht naar een oplossing die' de Kamer en in
het bijzonder de Katholieke fractie zou kunnen
bevredigen, terwijl hij toch rekening kon houden
met zijn bezwaar betreffende de steeds wijzi
gende tarieven op de Invoerrechten. Twee dagen,
nadat hjj in de Kamer zijn zeer tegemoetkomen
de houding had aangenomen, is hij gekomen
met een nota van wijziging, waarbij de 30 op
centen op de invoerrechten slechts zouden gel
den voor 6 maanden; evenzoo de opcenten op
den accijns op suiker.
Op 1 Juli 1934 zullen deze dus automatisch
vervallen en zal er tevens bestaan een geheel
herzien tarief van Invoerrechten. De opcenten
op de suiker zullen dus maar 6 maanden duren
in plaats van vijf jaar.
Met erkentelijkheid voor het werk van
Katholieke fractie, mede ook tot verlichting
van de lasten der groote gezinnen bjj de in
komstenbelasting, mogen we zeggen, dat dit
een aardig succes is, dat zonder veel ophef, of
(zooals de heer Aalberse zeide) zonder eischen-
stelling „in daverenden vorm” bereikt is.
Dit te méér, nu de geheele Kamer er zonder
stemming haar goedkeuring aan hechtte.
Door Minister de Geer werd het vorig Jaar
een wetsontwerp Ingediend tot tljdelljke hefting
van 30 opcenten op het tarief van alle invoer
rechten, waarvan de opbrengst werd geraamd
op 20.000.000. Met het oog op het verdrag van
Ouchy en mede in verband met de destijds aan
staande monetaire en economische conferentie
te Londen kwam de heer Colijn hiertegen in
verzet en verklaarde, dat de grootst mogelijke
meerderheid van zijn fractie zou tegenstemmen.
Met het gevolg, dat de beraadslagingen werden
geschorst.
Minister de Geer wijzigde zjjn voorstel in dier
voege, dat de voorgestelde opcenten alleen maar
geheven zouden worden op het tarief van die
artikelen, welke hier te lande niet werden voort
gebracht. De mindere opbrengst (pl.m.
10.000.000) zou gehaald worden uit de heffing
van 20 opcenten op den accijns op suiker.
De Katholieke Kamerfractie is met de gewij
zigde voorstellen akkoord gegaan, onder uitdruk
kelijk beding, dat de verhoogde opcentenheffing
slechts voor één Jaar zou gelden. Deze voor
waarde werd gesteld, door de Regeering onvoor-
waardeljjk geaccepteerd en in de vergadering
van 23 November hier in de Kamer nog eens
uitdrukkelijk onderstreept.
Onder deze omstandigheden heeft het mil in
hooge mate verwonderd, dat de tegenwoordige
Minister van Financiën toch nog met een ver
lenging van alle lijdelijke heffingen is gekomen.
HU kon weten, dat bjj mijn fractie onoverkome
lijke bezwaren bestaan tegen handhaving van
den verhoogden suikeraccijns; dat deze bezwa
ren nog beduidend zijn toegenomen na de in
grijpende versterkingen der indirecte heffingen,
zooals die in de laatste dagen op het Nederland-
sche volk zjjn gelegd. Ik denk hier vooral aan
de Omzetbelasting en aan de nieuwe heffingen
op het vleesch en op de suiker, ten behoeve
van het landbouwcrisisfonds. De Katholieke
Kamerfractie heeft dan ook zeer ernstige be
zwaren in deze de Regeering te volgen, niet om
haar .moeilijkheden in den weg te leggen, doch
om te voorkomen, dat tegen alle afspraak in
een zware last bestendigd blijft, die niet te ver-
dedigen is. te meer niet waar hu zoo gemakke-
Ijjk door een anderen maatregel kan vervangen
worden.
Wat dit laatste betreft; we zouden lie
ver schrijven, dat als een Katholiek or
gaan zijn lezers zóó voorlicht, als wij da
delijk zullen aantoonen, men zich met
recht mag afvragen, wat de gevolgen zijn
voor ons kiezerscorps.
De redactie schrijft: de minister heeft
gezegd, dat een Katholieke belangen-ver-
eeniging bjj de Marine niet meer wordt
toegelaten; wij lezen:
mogen worden overgelaten. Daarom heeft de
Commissie de volgende regeling uitgewerkt:
Een wetteljjke regeling opende de mogelUk-
heid, dat een in een bedrUfstak uit het parti
culiere initiatief voortgekomen gezinskas ver
plichtend wordt gesteld voor alle bedrljfsge-
nooten.
De gezinskas strekke ertoe, aan de werkne
mers in de aangesloten ondernemingen een
bepaald percentage van en boven het door hen
te verdienen loon uit te keeren voor elk kind
beneden den leeftijd van 14 Jaar, aanvangende
met het vierde kind. De voor de uitkeering be-
noodigde gelden worden, behoudens de inkom
sten uit de Staatsbjjdrage. verkregen uit de
aangesloten ondernemingen, waarbU het werk
gevers- en het werknemers-element In het be
drijf onderling zullen vaststellen, op welke
wuze die premie zal worden opgebracht.
De gezinskas worde zooveel mogeljjk bedrUfs-
gewijze opgebouwd. Daarnaast zjj echter mo-
geljjk de oprichting van een gemengde kas. Een
algemeene vereveningskas verbinde de verschil
lende kassen.
Naar de algemeene verplichte aansluiting bU
een gezinskas worde, vooral met het oog op de
Een wetteljjke regeling opene de mogeljjk-
gelUk gestreefd.
Zoolang die algemeene verplichting niet be
staat en men derhalve vrjj Is al dan niet toe
te treden, worde een daaruit voortvloeiende
hoogere premie voor de aangeslotenen bjj een
gemengde kas dan voor de aangeslotenen bU
een bedrUfskas opgevaqgen door een extra-
RUksbjjdrage.
„Er was hier geen misverstand bij
den vlootvoogd, aldus de minister, maar
bij den Kath. Bond. Die meende, op den
ouden voet te kunnen voortleven, on-
danljp het feit, dat hij een belangenver
eeniging is. En 'n belangenvereeniging
zelfs een katholieke, hoewel deze het
gezag hooghoudt en krachtens haar be
ginsel tegen elke revolutionnalre pro
paganda gekant is, wordt bij de Marine
blijkbaar niet meer toegelaten.
Als kath. militaire vereeniging, die zich
uitsluitend bezig houdt met de geestelij
ke godsdienstige belangen der militai
ren. mag de Kath. Bond blijven be
staan. Daartegen heeft de vlootvoogd
hoe buitengewoon welwillend van
hem geen bezwaar, aldus minister
Deckers.
„Het is geenszins de bedoeling geweest
van den commandant van de marine om
de Katholieke schepelingen te treffen
of het Katholieke vereenigingsicvvn als
zoodanig onmogelijk te maken of ernstig
te bemoeilijken. Hij, die dit zegt cf te
verstaan geeft, rechtstreeks of zijde
lings, doet onrecht aan den comman
dant van de marine. Deze commandant
van de marine is er nl. met my van,
overtuigd, dat de militairen, die reeds
krachtens hun overtuiging verplicht zijn
tot gehoorzaamheid aan de Overheid en
onderwerping aan het wettige gezag, een
-kostelijk bezit vormen voor de weer
macht.
Hieruit blijkt tevens, dat geen opdracht
is verstrekt aan den vlootaalmoezenier,
maar dat de hoofdaalmoezenier is ultge-
noodigd om leidend en helpend op te tre
den, teneinde St. Christophorus te maken
tot. een belangenvereeniging, wat zij
nog niet is. Ze is nog een vakvhreeniging
en gedroeg zich zoodanig naar het Inzicht
van den commandant.
Ten slotte meent de redactie den heer
v. d. Bat.als een soort kroongetuige te
kunnen aanhalen voor haar gansch ver
keerde voorstellingen, waar zij schrijft:
Intusschen, de geachte afgevaardigde
de heer van de Bilt mag te recht ver
trouwen, dat de zaak ook in Nieuwediep
wel in orde zal komen. Ik heb den hoofd
aalmoezenier van leger en vloot uitge-
noodigd in zake de reorganisatie van St.
Christophorus leidend en helpend op te
treden. Ik heb geen enkele reden om
aan te nemen, dat dit optreden niet zal
lelden tot een gunstigen uitslag.
insdagmlddag
•L-'nomen tot voorloopige voortzetting
heffing van enkele tijdelljka invoerrechten
verhoogde invoerrechten en voor de
centen op sommige invoerrechten en daar
mee eveneens dat tot lijdelijke voorziening
tot versterking van de middelen tot dekking van
de uitgaven des Rjjkss.
Feitelijk was er over deze wetsontwerpen reeds
voldoende gesproken bU de schrifteljjke en mon
delinge behandeling der Rjjksbegrooting, maar
de oplossing was toe-» pog niet gevonden, of
schoon er in het bijzonder van Katholieke zijde
groot bezwaar bestond tegen artikel 7 van de
tweede wet, waarbij de heffing v^p de opcenten
op den suikeraccijns verlengd werd tot en met
31 December 1938, dus voor vjjf Jaar.
Op 9 November zeide de heer Fleskens hier
over bü de algemeene beschouwingen:
nu practlsch zijn om, terwijl wjj staan aan den
vooravond van een herziening van het tarief van
invoerrechten, op het oogenbllk, wellicht voor
t enkele maanden, 30 opcenten op het tarief te
leggen, om dan straks weer een nieuwe veran
dering in ons tarief te brengen? Daarom geloof
ik, dat het mogeljjk zal moeten zijn, straks bU
de behandeling van het desbetreffend wetsont
werp in nader overleg tot een oplossing te ko
men, die den heer Fleskens zal geven wat hy
wenscht, waarbij ik hem zal geven dezen waar-
borg, dat de 20 opcenten op den suikeraccijns
niet zullen worden gelUkgesteld met de andere
tüdeljjke heffingen en dus niet eenvoudig aan
een termijn van 5 jaar zullen worden gebonden.
Wellicht zullen wij komen kunnen tot een zoo
danige oplossing, dat zjj voor korten tUd, dus
als overbruggingsmaatregel, zullen moeten die
nen, maar dat wij zekerheid zullen kunnen kru-
gen, dat daarna zal worden voldaan aan het
verlangen van den heer Fleskens, dat ik op zich
zelf onderschrijf, omdat ook mU de verhooging
van de opcenten op den suikeraccijns zeer wei
nig sympathiek is geweest.”
-w-n Zürich is iets verbazend leuks gebeurd
I een kluchtspel gelijk en misschien is
■A hét leuks er nóg niet afgeloopen:
aan genoemde Zwltsersche stad is de eer te-
beurt gevallen een Intocht van helderzienden te
beleven; van heinde en verre zjjn de leden van
het helderziende gilde er tezamengestroomd om
te vergaderen en er hun clalrvoysnte kunsten te
toonen.
Een normaal, dus een troebeler-ziend mensch
beeft in zoo'n gezelschap natuurlijk geen le
ven: de helderziende dames en heeren kijken
hem dwars door z’n lichaam en z’n ziel heen;
ze weten precies, wat hU allemaal op z’n kerf
stok heeft, wat hU van z’n omgeving denkt en
welk lot, welk noodlot wellicht, hem wacht.
1 Moet heel onbehaaglijk zjjn, zóó doorgeke
ken te worden.
Maar terzake:
het illustre gezelschap is in Zürich aan ’t
vergaderen en aan 't experlmenteeren gegaan,
en nu zou men veronderstellen, dat in een
dergeljjken elltekring crème de la crème -
ook het ongelooflijkste, het phenomenaalste
gepraesteerd zou worden: klinkklare wonderenl
’t Is echter excuseer, dat wjj u een illusie
ontnemen moeten uitgeloopen op rumoer en
vechtpartijen:
tUdens de séances toch wilde de ééne helder
ziende kl maar helderziender blijken aan de
andere, de wondermenschen trachtten elkaar te
overtroeven, met het gevolg, dat er wrijving
ontstond en de helderzienden elkander uit wraak
gingenontmaskeren, ten overstaan van
het publiek, dat zich verdiende loon! nu
eens duidelUk bedrogen zag; de politie moest
eraan te pas komen om de vechtende wonder
menschen te scheiden en voorlopig heeft de
politie verordonneerd, dat er althans geen pul-
tenlandsche helderzienden meer toegelaten mo
gen worden.
Die keken waarschijnlijk té helder en waren
wellicht al te kwiek in het ontdekken van de
trucjes.
Toch niet slim overigens van die helderzien
den om in Zürich zulke grootsche séances op
touw te zetten: als helderzienden hadden ze
immers moeten weten, van wat voor 'n koüe
kermis ze uit Zürich zouden thuis komen I
WU voor ons zien echter groot nut in derge-
lUke séances, en wU zouden willen voorstel
len, ook in Nederland een alles overbluffend
helderzieners-congres te organiseeren. waar
een ieder het beste van zjjn kunnen zou moe
ten praesteeren.
U zou eens zien:
evenals men dieven vangt met dieven, zoo
zou ook in Nederland blijken, dat men helder
zienden het best en het secuurst vangt met....
helderzienden.
En zulk een ontmaskering zou
openen.
„Men verkeerde bij de leiding van St.
Christophorus in de meening, dat men
de oude werkwijze mocht volgen totdat
de vereeniging zou zijn gereorganiseerd
in den zin van het Reglement belangen
vereenigingen. Men is in die meening,
naar men zegt, komen te verkeeren op
een audiëntie, die ik aan het bestuur
van de Katholieke vereenigingen van le
ger en vloot heb verleend. Dat is een
misverstand; ik heb dat op die audiën
tie natuurlijk niet toegestaan. Voor al
le voorzichtigheid er is daar geen
stenografisch verslag van opgemaakt
Is nog eens geïnformeerd bij de man
nen van ae landmacht, en ook de man
nen van de landmacht verzekeren iets
dat zeer logisch is. want ik had het eeni
ge maanden te voren, reeds schriftelijk
bepaald dat men zich in afwachting
van de reorganisatie der vereeniging
moest gedragen naar de beginselen,
neergelegd in het Reglement belar.gen-
et is de plicht van de Katholieke
pers om de Katholieke belangen te
verdedigen, daar waar deze wor
den aangevallen of miskend. Hierbij dient
evenwel op den voorgrond te staan, dat dit
geschiedt met kennis van de Juiste feiten,
want als de verdediging gevoerd wordt te
gen denkbeeldige aanvallen, dan wordt
er aan de Katholieke belangen veel groo-
ter nadeel berokkend dan door stilzwijgen
bij een werkeil] ken aanvat
Dit alles stellen we voorop, nu we iets
zeggen willen naar aanleiding van het
hoofdartikel in het dagblad „Ons Noor
den" van Vrijdag 17 November onder den
titel „Minister Deckers stelt teleur”.
De schrijver onderneemt een scherpen
aanval op den minister, wiens verdedi
ging op Donderdagavond hij niet heeft
medegemaakt, zoodat hij deze -geheel
grondt op een verslag in een ochtendblad
en verder op eenige voorstellingen, die'
volslagen in strijd zijn met de feiten. Over
dezen aanval, naar aanleiding van het ge
beurde met de Katholieke Marlneveieeni-
glng ,JSt. Christophorus”, mag men niet
gering denken, de aanval eindigt zelfs met
den eisch tot verwijdering van den mi
nister, waar de redactie (na aan
eventueelen eisch tot verwijdering
den vlootcommandant te hebben
nerd) schrijft: