De vesting van Gibraltar
s
o
fff
t
3
<Ketuetóaal uan den dag
>11
I:
I
I
I
I
lil
i 11
I
I
I
w
1 i
111
1
HET KAPERSNEST
OPW.
VADtf'
w
gesprongen handen
PUROL
Bij Apothekers en Drogisten
1 i
NIET LANGER ON-
NEEMBAAR?
DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS
De overval
.liUk- w-
De lynch-woede in
Amerika
I
A
f
V 5
I Het S.O.S.- I
V 1
I- i
DONDERDAG 30 NOVEMBER
aar
ft
♦i
D
cht
Verzet tegen perscode
IJ
3
wl
i';
i
L4‘
Arrestaties te Quito
1
te
PER PAK
ft
Uitgebreide smokkel
handel
Vijf dooden bij een
mij nexplosie
Neger door den sheriff aan de
menigte overgeleverd
«ft
PRESTO Is gekozen
door tallooze huisvrouwen die prijs stellen op
een prima zeeppoeder en tóch In haar huishouding
willen besparen. De kwaliteit
in aanmerking ge*
nomen was de keuze
zeker niet moeilijk. Ook U
zult PRESTO kiezen.
JOSEPH CONRAD
Gorilla’s voor de klank
film
k
„Slecht» zoolang er apen op Gi
braltar waren, zou de En-
geltche heertchappy
duren
BE SIGj4j4/?iiiiiimiimiiiiiimiii:
.1' II
i
bericht I
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
IJ
’IK!
f?* L
I
Vraag Uw winkelier bijzon-
derheden omtrent den
PRESTO slagzinwedstrijd F
met waardevolle prijzen y
zaam
Klom
2
deo
den-
dan
sme
iad
ft-
over-
naar
n
1.
de kool gezellig te verkorten.
te geheel «nis-
5
1
-73
(Wordt vervolgd)
ROMAN VAN
luisterend
den vorm
K>r
de
i.
i
dat het
achter-
ment bleef liggen, direct opsprong en naar bul-
- --ge
nen
ron
ken
dat
•or-
rwt zouDEnHAARWi
TWRtlJK HIEP ACHTER'
KUFfrtEMLATE/1ZE
REEFT ZOO OOEDAL5
(jEEn/a^^ ohh/fc wt
MAH TE KOMER MAART
WEET TE VEEL WE MOf
TETTMAAR ZELFS HET
DEOETUtiOATE Mt&fgk
GEVFff WXXALIEZ^X
EE&ElDU RE r RE rfj&
HAAR YOORóOEDOHf»
SMADELIJK TEM'
>nn
en
be
nd,
ik-
SWIET HAAF DOW
r HOOFD DAM K> MET
OEDAAHMET HAAM
MAAR DDL.... WAT
LDAT?
nle:
‘nen
en
en
're
en
ar
?n
n*
et
or
Wad
in
ort.
den
lier
cht
zal
ar.
tgt.
het
•nd
in.
lar
en,
:en
Sén
•ofc
we
V-
gebied,
hef
Maar ik ben de.... sigaar!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
II II 1
1'11
r ‘v
k'l
NEW-YORK. 29 Nov. (VD.) De plaatselyke
polltie van Princess Anne in Maryland, heeft
de vier in verband met de lynchpartij alhier
gearresteerde personen. In vrijheid gesteld, toen
een voor de gevangenis samengeschoolde me
nigte een steeds dreigender houding aannam.
Een duizendtal Inwoners hebben 300 negers
uit de stad verdreven.
<7 VADEe'
URErir'
JOKT OP
TUD:
Dienzelfden middag was de heer Guldens moe
en lusteloos
thuisgekomen.
Maar niet om te
rusten had L„
Jen kleinen Wlm
weggestuurd,
maar wel om zyn
gedachten eens te
GUAYAQUIL (Ecuador). 29 Nor. Te Quito zijn
verschillende personen gearresteerd, daar slj
een staatsgreep ten gunste van elt-presldent
Martines Mera zouden hebben voorbereid.
(United Ureas'
ThUÜHNIE HET HEEFT LAHó ÓEUOEG 6E-
DOMED; MAAR WE HEB&EH EINDEUJK
F!S DOEL BEREIKT.
CHICAGO, 29 Nov. De eigenaar van de ..Chi
cago Tribune”, Mccormick, heeft alle kranten
eigenaars gewaarschuwd tegen het onderteeke-
nen van de perscode, daar deze hen van alle
persvrijheid zou berooven. De code, die reeds
lang een twistpunt te tusschen Johnson en de
krantcnelgenaars, zou de volgende week door
Roosevelt worden onderteekend.
(United Prees)
naast mij neer, gevoelloos en bijna krachte
loos; half was ik mjj bewust er pita in te heb
ben. maar dit verdween in een wolk van andere
ontroeringen. Ik voelde niet mijn vingertoppen,
want ik doorleefde de opwinding, de verbijste
ring. de Tantaluskwelling te zien naar baar.
Het Jonge meisje was op het oogenblik. wat
het meest waard was van alles, het egnlge
waarop het oog kon rusten. Zij deed mij aan
als een verschijning die mij heel vertrouwd was.
maar toch volkomen nieuw in haar bekoring
Haar grijze oogen, haar roode lippen, haar
donker haar, haar lenige gebaren, de houding
van haar hoofd, haar hals, haar handen, die
had ik immers gezien. Ik kende haar; al jaren
scheen ik haar te kennen. Een stroom van
vreemde, zoete gevoelens maakte mij sprake
loos.
lukt. Want de belde gorilla's schonken niet de
minste aandacht aan de beelden voor de tra
lies van hun kool en alle pogingen om ze in
een andere houding te brengen, waren tever
geefs. Integendeel Want terwijl de eene zich,
toen hij gezien had, waarom het ging, met den
rug tegen de staven der kool leunde, en den
wand van zijn kool aanstaarde, liep de andere
onrustig heen en weer, wendde alleen van tijd
tot tijd het hoofd op en knarste met de tan
den, als kon hU niet afwachten, wanneer het
daarbuiten alles eens ophield. Ten slotte raakte
hij zóó opgewonden, dat de directeur van den
tuin het voor geraden hield de opvoering af te
breken.
Ook bU andere dieren heeft men ondervon
den. dat zij geen begrip hebben voor de muzi
kale uitvindingen van onzen tijd. Zoo wordt
eveneens uit New-York gemeld, dat een hond,
die bij het pianospelen rustig naast het Instru-
opvoerlngen het tamelijk vervelend verblijf m ten liep, wanneer in de radio Jazzmuziek
speeld werd.
Wanneer je even rustig zit
J Bij kopje thee en hadr,
Dan rookt de man intuïtief
Het liefste zijn sigaar.
f Want de sigaar verschaft een sfeer
Van zoete rust, maar ook
I zy toont ons aan, dat, wat ons lokt
f Het eerst vervliegt in rook!
En toch al is zij uit het fijnst
En edelst opgebouwd,
I ZO wordt juist door haar banderol
S Maar matigjes vertrouwd!
Zy draagt haar prijsje rond haar IVf,
f Doch hier ook: schijn bedriegt;
Het blauw op wit is geen bewijs,
Omdat de drukinkt.... liegt!
I ZV wordt helaas gebanderold,
Maar springt toch uit den band,
Omdat zij dan een rol vervult
Vir boven haren stand!
Als Shakespeare nu nog spreken kon,
Hield hij niet langer vol
f Wat zegt een naam? maar hij zei
vast:
Wat zegt een banderol?
Vandaar, wanneer u kringen blaast.
Zegt u somtijds: voorwaar,
't Is niet dat dingske in mijn hand.
ZOO iets had Wim nog nooit door de radio
gehoord. Dat hoorden nu alle menschen en de
heele wereld en nu zouden ze wel antwoord er
op geven.
En t heele verteluurtje ontging verder aan
Wlm, die zijn gedachten den vrijen loop liet.
En in dat kleine kinderhoofdje woelden en
krioelden die gedachten dooreen, totdat er ein
delijk een plannetje in zlfn brein opkwam, dat
hem spontaan en eindelijk blij deed uitroepen:
„Ja. dat doe ik!"
IKGEEF 1
HE OVER'
'1 IK GEEF
ME OVER:
volledig la mijn macht. Een nieuwe slag tegen I
de kajuitdeur, deed my zonder aarzelen naar
bulten zwaaien met mijn hoofd voorover. Tot
op het lAiddel werd ik doornat eer ik den boeg
van het bootje bereikte. Met bijna krankzinnige
inspanning van krachten, klauterde ik er tegen
aan en Het my naar binnen rollen.... Toen ik
weer overeind kwam, had de rukkende beweging
van het meeslingeren opgehouden, de boot
dreef nu kalm en het licht der vensters aan het
achterschip was reds ver weg. Het meisje had
het klaargespeeld de lijn los te snijden.
Het andere schip kwam recht op mij af
tamelijk hoog op het water drijven, breed van
boeg, kort en dik, rustig voortgljjdend als een
schaduw. Van de kust was ik misschien een mijl
of vijf verwijderd ik -bezat niet de mlddeten
om dit nauwkeurig te bepalen. Het land zag er
uit als een hooge zwarte wolk, en purper-grtfze
dampen, hier en daar om de bergtoppen, hin
gen er als sjerpen.
Over den steven wierp ik een riem uit om
te roeien, maar Ik was niet tot veel Inspanning
m staat.
Ik staarde naar het schip dat ik had ver
laten, en zag de vensters met een licht dei
nende beweging boven het water glinsteren;
de zeilen schenen in zwarte verwarring op te
steken In het licht der maan. Zwakke kreten
drongen Van boord tot mij door en uit de ge
daanteverandering van het scheepssilhouet be
greep ik. dat men aanstalten maakte 'n boot
neer te latenZe was misschien op een
halven inyi afstand». toen de achtersteven
langzaam van mjj afkeerde en het licht ver-
ill
dween. Ik was er niet op gesteld mij opnieuw
te laten vangen en begon als bezeten op het
andere schip toe te roeien. Het was al heel
dichtbij; dicht genoeg, dat ik het traag ge-
rulsch van het water aan den boeg en zoo nu
en dan het klappen van een zeil kon hooren.
De landwind was gaan liggen, en in het witte
maanlicht zag ik het schip van mijn vervol
gers zwart en duidelijk naderkomen; maar het
andere vaartuig was vlak in de nabijheid. Ik
gierde langs haar stuurboord en gilde:
„Hola! een bootl Hola! een boot!’’
Ik gaf reeds alle hoop op toen een zware
kabel tegen mijn hoofd botste en mij bijna deed
omslaan. Half bedwelmd als ik was. verleende
de wanhoop my nog zooveel kracht er hand
over hand langs op te klimmen, terwijl het
bootje onder mijn venten vandaan dreef. Toen
ik op den achtersteven terecht kwam was ik
dood op. Een stem riep van voren af een of
ander bevel en begon toen uit te varen tegen
het Spaansche schip, dat nu heel dicht gena
derd was. „Wat moet <l»t beteekenen, zoo
dwars voor onzen boeg te komen varen?” klonk
het woedend.
Ik stond stil in de schemering van het ach
terdek wij dreven langzaam voorbij het
achterschip van den Spanjaard en O’Brien'z
stem antwoordde in het Engelsch:
„We trachten een boot van ons op te pikken,
die er vandoor te met een man er in. Iets er
van gezien?”
„Neen de duivel hale Je met je boot er
bjj.’
I
""Hllil»
Talrijke proeven, welke men in den laatstcn
tijd in Amerika genomen heeft, hebben aange
toond. dat de dieren zeer vijandig staan tegen
over de uitvindingen van den modernen tijd.
Zoo wilde men kort geleden den Indruk na
gaan, welke een opvoering van de klankfilm
op apen in den dierentuin te New-York uit
oefent.
Tot dit doel had men twee gorilla’s uitgeko
zen. die zich niet alleen dicht tegen hun op
passer drongen, maar ook door hun gedrag te
voren reeds getoond hadden, dat zjj reageerden
op menschelijke uitvindingen en inrichtingen,
voorzoover dje ten minste op het dageljjksch
leven betrekking hadden. Voor haar kool werd
nu een klankfilm gedraaid en het spel begon.
De proef, om de apen door clnematographlsche
„Vraag niets. Het land te nog te ver. U kunt
ontsnappen. Carlos dacht.... Maar neen! U
zoudt enkel omkomen voor niets. Ga met God.”
Gebiedend wees ae naar de vierkante achter
poorten van de kajuit.
„Ga ga ga met God,” fluisterde het
meisje dringend. „Daar te een boot
Ik maakte een beweging om op te staan; ik
wilde met alle geweld gaan. De gedachte mijn
vrijheid terug te hebben, de gedachte,
mogelijk was, drong haar beeld op den
grond; andere dingen begonnen hdn deel te
elschen. Maar ik kon niet staan, hoewel het
bloed warm en tintelend, in mijn beenen en
handen begon terug te keeren. ZIJ keek mjj aan
met een scherp fronsen, dat haar wenl^rauwen
een weinig deed plooien; met haar eenen voet
trommelde zij een gejaagden marsch. en zij wierp
angstige blikken naar de voordeuren, die naar
’t dek leidden. Daarop liep zij naar het andere
eind van de tafel en keek mij in het lamplicht
langdurig aan.
„Uw leven hangt aan een draad," prevelde
«U.
Ik antwoordde: „U hebt het tnU gegeven....
Zal Ik dat ooit kunnen vergelden?....” Angstig
werd ik mjj de onvolkomenheid van mijn taal
kennis bewust.
Scherp zag ze naar me; Het toen de oogleden
zakken. Naderhand ze weer opheffend selde ze:
..Denk aan u zelf. Ieder oogenblik te van ge
wicht."
.Jk zal zoo vlug zijn als ik kan,” zelde ik.
Ik masseerde mijn enkels en zag naar haar
op. Ik wilde haar bedanken voor haar belang-
witgeverfde zoldering op gebeeldhouwde
dwarsbalken. Een groote zilveren lamp, die
door het meisje was aangestoken, bleef heen
en weer slingeren met de zachte beweging van
het schip.
ZIJ stond Juist tegenover ml): het meisje dat
ik in de deuropening bjj Ramon gezien had;
het meisje, dat ik had zien spelen met de
meloenpitten. Haar adem ging snel het wond
mij op met haar alleen te «IJn en zij had
een kleinen blinkenden dolk in haar hand.
Zij sneed het touw van mijn enkels door en
beval gebiedend mij om te draaien.
„Uw handen uw handen!”
Onhandig keerde ik haar mijn rug toe. en
voelde den greep van kleine, koele, heel stevige
vingers aan mijn polsen. Mjjn armen vielen nu
BOEKAREST. 29 Nov. (VD) In een on -
deraardschen kelder van de mjjn „Thomas” bjj
Resloza heeft een explosie plaats gehad. Vjjf
arbeiders zjjn gedood en twaalf zwaar gewond.
(Korte Inhoud van het voorafgaande: John
Kemp, een Kngelschman uit Kent, ont
moet een vriend van den verloofde
van zijn zuster Veronica. Ralph RookaOy.
BU een achtervolging door de gendarmen,
vinden Carlos en zijn metgezel een schuil
plaats blf Rooksby. BU een bezoek aan
Carlos werd Kemp gear-estoerd. maar la
ter door Rangaiey den leider van de smok
kelaars. weer bevrUd. Kemp wjjkt dan met
- -werk tracht
Rooksby. die
-3 Ook komt
hu hier In kennis met den rechter O’ Bj^en
Jen dienst te nemen bU zeeroovers. Als hU
op ingaat, wordt hij overwel
digd en aan boord van een schip gebracht.
Het licht scheen rood door beschermende vin-
••rs omhoog naar een klein gezicht. Het stop-
en ik onderscheidde de gestalte van een
meisje, over een tafel geleund, omhoog kijkend.
hoorde klikgeluiden als van glas en eens-
onUtond een lichtgloed, die een menigte
«Hinkende vborwerpen te voorschijn tooverde; de
glinstering van'-verguld snijwerk, rood fluwee-
*n rustbanken, een blinkende tafel, een lage
inds de laatste manoeuvres der Engelsche
Middellandsche Zeevloot noodigt de gou-
verneur-generaal van Gibraltar geen ad
miraal, ja geen enkel marine-officler meer uit
I op zijn beroemde soirées.
I Hjj is zeer boos op de marine en terecht. De
admiraal heeft zich de verdedigingsplannen der
I forten van Gibraltar verschaft en tevens is hij
I alle zwakke punten te weten gekomen van deze
I reusachtige vesting, de grootste der wereld Hij
I bad onder dekking van kunstmatigen nevel op
I alle strategische punten marinesoldaten aan
I land gezet en theoretisch tenminste het
I rijk van den gouverneur-generaal veroverd.
I Een smaad, die nog verergerd werd door de
I- tachtstrUdkrachten, want bjj dezelfde manoeu-
I vres vernielden die niet alleen de distillatie-
I inrichtingen van Gibraltar (bronnen zijn er niet
I en de regenputten bevatten nauwelijks genoeg
I voor 20 dagen), maar de bomvHegers Heten in
I minder dan acht minuten ook de 54.000 tonnen
I ruwe oHe van Gibraltar in. zU het dan ook
I maar „schljn”vlammen opgaan.
I Zeker, de munitiedepots, die 45 meter diep
I onder den grond Uggen, de kazematten die
I ruimte bieden voor 40 000 marine-soldaten en
I voor de 5000 man van het vaste garnizoen van
I Gibraltar en de fabriek van gifgassen, die men
I in het voorjaar inrichtte, bleven bjj deze ma-
I noeuvres intact. Of zjj zich echter by deze
I machtigste vesting van het Britsche RUk by een
I ernstigen luchtaanval langer dan drie dagen
zal kunnen handhaven?
I Naast deze overwinning in de manoeuvres
I der aanvallende partij zyn er ook nog andere
I slechte teekenen. Toen de Engelschen in 1704
I na zware gevechten eindeiyk Gibraltar bezetterf,
I waren er op de rotsen groote troepen wilde ba-
I vianen. Het volk beweerde dat het roovers wa-
I ren, evenals de Engelschen en slechts zoolang
I er apen op Gibraltar waren, zou de Engelsche
I beerschappU durenEn nu is in de laatste
I Jaren het aantal bavianen ontstellend snel af-
I genomen. Van de groote troepen was niets
I overgebleven dan vier oude wyfjes.
I De gouverneur dacht aan de volksverhalen.
I HU moest er wel aan denken, want vanuit de
I vensters van zyn paleis kan hy Immers de
I bergtoppen zien, waarop In de 18e eeuw Spanje’s
I koningin zoolang wilde blyven zitten tot de En-
I gelsche vlag verdwenen was. De vier apen be-
I gonnen bovendien de Engelsche kolonie voort-
I durend vaker te verlaten en naar het neutrale
_te trekken, dat de vesting van Spanje
en heF Spaansche fort La Llnea scheidt.
Nu Het de gouverneur-generaal een jongen ba
viaan uit Marokko brengen. De vier wijfjes-apen
braken hem reeds den vierden dag den nek
De Spanjaarden mochten echter geen geiyk
krijgen. Reeds meer dan 200 Jaar teekent de
hoogste Spaansche beambte van Algeciras alle
stukken met ..Gouverneur van Algeciras en Gi
braltar” itydelyk bezet door Groot-Brlttanniê)
en nog altyd leeft de apenlegende onder het
volk. Men bracht dus twee Jonge apen-paren
uit Afrika en die vermenigvuldigden zich op de
gewone wyze.
In het officlerscaslno werd feest gevierd. Men
registreerde de nieuwe bavianen in de gami-
zoenslijst; men stelde Captain A. D. Smith als
hun offlcleelen bewaker aan en al klinkt het
nog zoo belacheiyk. de officier staat in de lijst
aangeteekend als „Officier in charge of Apes”,
de „officier in charge, die belast te met de
zorg over de apen.
Nu, dit gevaar te uit den weg geruimd, de
bavianen van Gibraltar zullen wel niet zoo
spoedig uitsterven. De overwinning by de ma
noeuvres echter.... En zoo te de gouverneur-
generaal van Gibraltar niet alleen verontwaar
digd over de middelen, die de admiraal aan
wendde. hy heeft ook ernstige zorgen over zyn
vesting En zoo te in den laatsten tijd het solrée
op VrUdag in Kastell minder weelderig en min
der genoegiyk dan vroeger. KleurenrUk is het
nog altyd. Want nog altyd worden eenmaal per
week de poorten der stad Gibraltar met groot
vertoon van pracht door de wacht gesloten en
de zware sleutels op een zyden kussen by den
gouverneur in de eetzaal gebracht. Pas nadat
hy ze in bewaring gebracht heeft, gaat men
aan tafel
De sergeant, die ernstig de kunstig bewerkte
Sleutels door de stad draagt, wordt voorafge
gaan door den bok. dien de konlng van Enge
land het Se regiment infanterie als mascotte
schonk. Hy heeft een roodleeren tuig en kope
ren ketting om den hals en hy staat evengoed
op de gamizoenslljst als de apen. Achter hen
gaan welgedane sapeurs in prachtige uniformen
met haken en scheppen op den schouder. Dan
volgen twee doeyn Negerkinderen en halfnaakte
Aziatische jongens en een menigte olyfkleurige
lassosatssaaiMtstssssessetssssssaassitesaMSSsaaMt»»
laten gaan en zyn brein "n beslissing te ontlok
ken. waarover hy al dagen in onrust verkeerde.
Sinds hy weduwnaar geworden was. drukte de
eenzaamheid als een zware last op hem. en
steeds meer en grooter werd zijn verlangen een
einde- daaraan te maken. Bovendien, hy was
Jong nog en krachtig, en al zou hy nooit meer
het geluk der eerste huweiyksjaren terugvinden,
hy koesterde toch de hoop opnieuw nog eens
aan de zyde eener zorgzame echtgenoote Uefde
en hulseiyke gezelligheid te herkrygen.
Maar bovenal moest hy vinden: een nieuwe
moeder voor zyn Heven Wlm. die meer nog dan
hU zelf Uefde en zorg miste, steeds bleeker en
stiller werd.
Maar zy. op wie de keuze van den heer
Guldens gevallen was, zyn privé secretaresse,
wilde wel zUn echtgenoote en levensgezellin
worden, maar nu al moedertje spelen, neen,
die Wlm was tot heden voor haar een onover-
komeiyk bezwaar.
„Zoo Je hem naar een kostschool zendt.” dat
was de eenigste conditie die zy tenslotte stelde.
Maar tot heden had Piet Guldens daaraan
niet wiHen en niet kunnen voldoen.
ZUn Wimple, zUn eenigste lieveling, zoo Jong
nog en zoo ver weg, anderen hem opvoeden,
zelden hem ziendie prijs was te duur om
zyn eigen geluk te herwinnen en daarom was
de beslissing nog steeds niet gevallen.
Nu liep ’t tegen den eersten der nieuwe maand.
Zy was van plan heen te gaan, als ze niet
tot overeenstemming kwamen. Ze hadden elkaar
leeren kennen en waardeeren. ze hadden Uefde
voor elkaar gekregen, ze wilde alles voor hem
zyn, maar dat kind.... zoo had ze pas nog tot
den heer Guldens gesproken, daar kon ze zoo
ineens niet van houden, misschien zou t lang
zamerhand komen, zou ze later voor Wlm kun
nen zyn wat ze zyn moest. Misschienla
ter.... Neen, later, al heel gauw, want luister.,
wat hoorde papa Guldens daar? Rinkelde daar
niet de telefoon? En was 't niet Wimpjes stem
metje. dat hy in ’t nevenvertrek hoorde? Tele-
foneeren naar *t kantoor had Wlm meermalen
mogen doen om papa te waarschuwen dat er
met het eten op hem gewacht werd, of te vragen
wanneer papa thuiskwam. Maar nu....?
Scherp luisterend hoorde hy hoe Wlm’s
woordjes den vorm van een S.OB.-bericht
trachtten aan te nemen, hoe hy probeerde na
te doen wat hy straks door de radio gehoord
had. probeerde om door de radio zyn lieve
moeder weer te vinden. En degene die dat ver
zoek van hem opving was niet de heele wereld,
was niet Iedereen, maar 't was alleen de prlvé-
secretaresse. die Wimple's fantasie niet direct
wilde verstoren.
.Hallo, mynheer van de radio, even een ea
en es berichtje!" zoo klonk het door de tele
foon. „Wilt u eens door de radio vragen, waar
myn moeke gebleven te? Ze te al heel lang weg
en ik weet niet waarheen. Ze te nog al groot en
heeft een Hef gezicht en mooie zwarte haren.
Den laatsten keer dat ik haar zag sUep se en
had ze een mooi wit kleed aan en toen zyn er
zwarte mannen gekomen en hebben haar mee
genomen en ze te niet meer teruggekomen. En
nu wou ik zoo graag dat moeke weer thuis
kwam. want ik ben altyd zoo alleen en papa
ook. En moeke was zoo Uef en goed voor ons.
En ik wou zoo graag weer spelen en lachen en
kusjes geven. Maar ik weet niet waar ze te
en we zyn zoo verlangend naar ons Ueve moe
dertje. Wil u T aan papa dan maar schryven,
waar hy moeke vinden kan?”
Met betraande oogen Het de heer Guldens
zich weer in den stoel zakken; het lieve Jongske
mocht niet weten dat hy beluisterd was. Maar
onherroepelyk was zyn besluit om dat lieve
kind niet van zich te laten gaan, maar dat
naar Uefde smachtend hartje te geven wat hy
aan ouderliefde geven kon.
Doch ook aan de andere zyde van de telefoon
was de beslissing gevallen. Dat Ueve kinder
stemmetje, met dat naïeve en toch zoo diep
voelend gemoed had door zyn berichtje den
laatsten hinderpaal weggeslagen. Wimple zocht
een moeke, die was heengegaan, zy wilde nu
komen om hem dat gemis te vergoeden, zy
wilde nu haar jonge Uefde geven aan den man.
maar meer nog om het kind.
En een uur later ontving de heer Guldens
een briefje van zyn prlvé-secretaresse van den
volgenden inhoud:
„Piet, ik zeg myn betrkkking tegen 1 JuU op,
ik wil een andere functie by Je vervullen, ik
word Wimple’s nieuwe moeder, hy mag niet
naar de kostschool!"
stelling in my. maar vond het zeer moeliyk tot
haar te spreken.
Plotseling sprong zy op.
Er werd geklopt op de gesloten deur. Iemand
riep ik moest wel denken, waarschuwend
„Seraphlna! Seraphlna!’* en een andere
stem zeide met buitengewone zachtheid: Seno-
rita! Voyons! Quelle foUel”
Zy sprong op my toe. Haar hand deed myn
pols zeer, toen zy my meesleepte. Log strom
pelde ik naar de nis by de achterpoorten en
stak myn hoofd naar bulten. De nachtlucht was
kil en vol zilte vochtdroppeneen bootje, vast
gehaakt aan een lange vangiyn dobberde mee
In het phosphoriseerend zog van het schip. De
zee zelf was bleek in het >lcht der maan, die
voor myonzichtbaar was. Een weinig achter
ons, doemde als een ontzaglyke bleeke geest,
een zeilschip op dat stil leek te staan. Of het
met ons gelijk opvoer, of dat wy het Juist had
den gepasseerd, kon ik niet uitmaken. Ik had
geen tijd er op te letten, en ook kon het m*J
weinig schelen. Het voornaamste was de lyn te
kunnen grypen. Het meisje zette my met drin
gend gefluister aan. maar het was geen gemak-
keiyke zaak; het touw, dat hooger op zat vast
gehaakt, verstrakte telkens bulten bereik van
myn hand. Op het oogenblik dat het *1*P
neerhing, wierp ik my bulten de rondpoort, en
slaagde er ten slotte in het met myn vingers
beet te grypen.
Het volgend oogenblik werd het met geweld
weer byna loegerukt, maar ik hield stevig vast
en dasu- de boot Juist weer een stoot kreeg in de
richting van den steven, kreeg Ik bet touw
en moet een
NEW-YORK. 29 Nov. (Reuter). Omtrent de
lynchparty te St. Joseph (Montana), wordt
nog gemeld, dat de 19-jarige neger op last van
sheriff Heisen, ter plaatse bekend als de „vech
tende Hollander", aan het gepeupel te uitge
leverd. dat hem levend verbrandde.
Tot zyn rechtvaardiging verklaarde Heisen,
dat hy de onmogelykheld ervan had ingezien,
de menigte, die met steenen. traangasbommen
en rotte eieren de in de gevangenis verschanste
politie bestookte, tot bedaren te brengen. HU
stemde er in toe, de „prooi” uit te leveren, daar
anders misschien ook de andere acht negers,
die in de gevangenis zaten, gelyncht zouden
worden. „Er waren te veel Ieren naar myn
zin," voegde Heisen er aan toe.
Alle abonnéf3 ongevauèn1 veraekèrtTOvoor een der vo^genoe ultkeerlrgen f3000.verlies van txiide armen, ?Xlde beenen of beide oogen f 750-~ doodelUken* afloop f250.- een voet of een oog f 125." S\iUn ot wyevlnger f 50.-^ f 40.- ’^5
f-r lezoo, Wlm.” zei de heer Piet Guldens
tot zijn zevenjarig zoontje, nadat hy zich
een poorfje met den eenzamen kleine had
beziggehouden, „ga nu maar naar de andere
kamer, de radio staat aan en aanstonds begint
t klnderuurtje, waar je zoo graag naar luistert.”
„Gaat papa niet mee luisteren, net als de
vorige week?” vroeg de kleine jongen.
„Neen, kindje, papa te moe
poosje rusten. Straks gaan we wandelen en
kun je me alles vertellen wat je vanmiddag
gehoord hebt."
Eenigszlns teleurgesteld, maar toch gehoor-
verUet Wlm vaders knie en zocht de
werkkamer op van papa Guldens, waarin zich
op het schrijfbureau de radio en de telefoon be
vonden.
Zelden echter werd deze kamer den laatsten
tUd gebruikt. Vroeger, ja. toen zUn lieve Nelly
nog leefde, toen bleef de heer Guldens niet tot
laat op den avond op zyn kantoor werken, maar
deed daar aUeen af wat niet thuis kon geschie
den.
En de andere werkzaamheden verrichtte hU
's avonds thuis, op zyn eigen kamer, maar waar
zUn Hef vrouwtje hem dan tot gezelschap was.
Terwyi hy schreef, handwerkte zy daar of
las de courant, zoo nu en dan iets openvouwend
daaruit, wat hem kon interesseeren. Naast hem
aan ’t schryfbureau voerde zy de corresponden
tie, waarvoor hem de tyd ontbrak. dAAr hield
ze haar kasboekje by en maakte met hem plan
nen voo» de toekomst.
De toekomst
Hoe wreed was die verstoord door den on-
verbiddeiyken dood, die na enkele 'gelukkige hu
weiyksjaren den heer Guldens tot weduwnaar
maakte.
En sinds zyn Ueve vrouw was heengegaan en
met haar alle hulseiyke gezelligheid en vreug
de, was er voor hem weinig aan gelegen of hy
op "t kantoor dan wel op zyn eigen kamer werk
te. Veeltyds was hy troosteloos en mismoedig
en de lust tot werken zou heelemaal by hem
vergaan zyn, zoo zyn lieve Nelly hem niet een
kostbaar erfstuk had nagelaten, n.l. hun eenig
ste zoontje, hun Wimple!
O, wat was die steeds vertroeteld en gekoes
terd door zyn Ueve te vroeg gestorven moeke,-
wat was die kleine jongen ook 't geluk en de
trots van papa Guldens. Nu zag deze zich in
eens voor de dubbele taak van vader en moeder
gesteld. En hoewel hy zich bewust was dat het
kind steeds te kort zou komen aan liefde en
zorg, was hy vast besloten aUes voor Wimple
te zullen zUn, en was de toekomst en opvoeding
van zyn zoontje voortaan zyn eenigste levens
doel. Byna lederen vrUen middag en alle Zon
dagen hield hy zich met den kleinen Jongen
bezig, die verder aan de zorgen van het dienst
meisje of de onderwyzeres was overgelaten.
Wlm vond die wandelingen of speeluurtjes
met vader zoo heerlyk, doch voelde dan later
des te meer wat hy steeds miste: zyn moeke,
die altijd by hem was en altyd met hem spelen
kon.... vroeger.
Zorgvuldig vermeed echter de heer Guldens
om met Wim over dien vroeger zoo gelukkigen
tyd te spreken, meenende zoodoende de herin
neringen daaraan te vervagen. En instinctmatig
onthield ook Wimple zich ervan, om -zyn Ueve
moekie's naam te noemen, omdat hy voelde dat
vader dan verdriet had. Eens had hy immers
tranen gezien by papa, toen hy vroeg: „wan
neer komt moeke toch terug?” HU zou t nu
maar niet meer vragen, en maar wachten en
wachten. Hoe lang nog? Zou X nu altyd zoo
leeg en stil Ih huis biyven, of zou moeke nog
eens terugkomen en vader weer lachen en pret
maken
„Hallo, hier Hulzen Holland
Deanpee werd Wim in zyn weemoedige
pelnzlngen gestoord en ineens dacht hy aan
't vrooiyke klnderuurtje, waarvoor hy
deze kamer gekomen was.
„wy vragen even uw aandacht voor een
B.O.S.-berlcht.”
Dat was niet de stem van die Ueve dames
van ’t klnderuurtje. dacht Wlm, dat te vast een
politie!
Die vraagt om te zoeken naar een juffrouw,
die zoo oud en zoo lang was (hoeveel kon Wlm
zoo gauw niet onthouden) en vertelde er by
hoe die dame er uitzag en welke kleeren ze
aan had.
4-
Malthesers, Berbers en Italianen, die de 20.000
bewoners der vestingstad uitmaken.
Deze 20.000 menschen werken ernstig en leven
toch zeer goed. Zy voelen zich heelemaal En
gelschen. ofschoon er nauweiyks iemand En
gelsch spreekt; zy doen al het mogeluke om als
goede patriotten te gelden en nemen daarby de
300 000 touristen, die ieder jaar naar Gibraltar
komen, de 40 000 Engelsche matrozen, die twee
maal per Jaar hier landen en de officieren van
het garnizoen hun geld af. En ze verdienen niet
slecht in den bloeienden smokkelhandel. ZU
smokkelen sigaretten naar Spanje en wapens
naar Marokko. En als zy niet zulke groote mis
dadigers zijn, dan doen zy zooiets als de eer
biedwaardige man. die lederen dag met zyn
motorboot de Marokkaansche vlsschers tege
moet vaart en hun voor een duro het dagblad
van Gibraltar verkoopt. Dit titelblad draagt het
Britsche wapen en het wapen der vryhaven.
De Marokkanen die niet kunnen lezen, gebrui
ken de krant als een vrUgeleide om de haven
In te varen en daar hun vlsschen te verkoopen.
De Engelschen hoorden natuuriyk van deze
zonderlinge manier om ryk te worden. ZU lach
ten veelDe Marokkanen zyn Immers Fran-
sche onderdanen.... nietwaar? En Frankryk
had weinig genoegen op de rots, die van een
vliegtuig uit gezien een slapenden leeuw lUkt,
op dit Engelsch schiereiland, dat nog slechts
door een smalle, moerassige landtohg met
Europa verbonden is, die rotsen, welke door
Engelsche ingenieurs tot een onneembare ves
ting gemaakt werden.
Is deze vesting nu ook werkeiyk onneembaar?
Sinds de laatste manoeuvres Is dat zeer twy-
felachtlg. Er Is veel veranderd, sedert men hier
naar Gibraltar de zullen van den Hercules
plaatste, het einde der wereld.... er is heel
wat veranderd, sedert men dit eindpunt van
Europa aan de Spanjaarden ontnam. Engeland
zou onrustiger zUn, als zUn bommenescader en
zyn admiraals minder bekwaam waren. Want
wat die kunnen, kunnen Frankryk en Itallé ook.
Men maakt zich dus bezorgd in Gibraltar.
Zorgen, die zelfs apen en de mooie bok niet
kunnen verdrUven.
Carlo» uit naar Jamaica, waar hl
te vinden op de plantage» van
door MacDonald worden beheerd.
U -----L...
en Don Ramon, die Kemp willen overha
len dienst te nemen 1
hier niet
wordt hü overwel-
I „ah