De vesting van Gibraltar s o fff t 3 <Ketuetóaal uan den dag >11 I: I I I I lil i 11 I I I w 1 i 111 1 HET KAPERSNEST OPW. VADtf' w gesprongen handen PUROL Bij Apothekers en Drogisten 1 i NIET LANGER ON- NEEMBAAR? DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS De overval .liUk- w- De lynch-woede in Amerika I A f V 5 I Het S.O.S.- I V 1 I- i DONDERDAG 30 NOVEMBER aar ft ♦i D cht Verzet tegen perscode IJ 3 wl i'; i L4‘ Arrestaties te Quito 1 te PER PAK ft Uitgebreide smokkel handel Vijf dooden bij een mij nexplosie Neger door den sheriff aan de menigte overgeleverd «ft PRESTO Is gekozen door tallooze huisvrouwen die prijs stellen op een prima zeeppoeder en tóch In haar huishouding willen besparen. De kwaliteit in aanmerking ge* nomen was de keuze zeker niet moeilijk. Ook U zult PRESTO kiezen. JOSEPH CONRAD Gorilla’s voor de klank film k „Slecht» zoolang er apen op Gi braltar waren, zou de En- geltche heertchappy duren BE SIGj4j4/?iiiiiimiimiiiiiimiii: .1' II i bericht I I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL IJ ’IK! f?* L I Vraag Uw winkelier bijzon- derheden omtrent den PRESTO slagzinwedstrijd F met waardevolle prijzen y zaam Klom 2 deo den- dan sme iad ft- over- naar n 1. de kool gezellig te verkorten. te geheel «nis- 5 1 -73 (Wordt vervolgd) ROMAN VAN luisterend den vorm K>r de i. i dat het achter- ment bleef liggen, direct opsprong en naar bul- - --ge nen ron ken dat •or- rwt zouDEnHAARWi TWRtlJK HIEP ACHTER' KUFfrtEMLATE/1ZE REEFT ZOO OOEDAL5 (jEEn/a^^ ohh/fc wt MAH TE KOMER MAART WEET TE VEEL WE MOf TETTMAAR ZELFS HET DEOETUtiOATE Mt&fgk GEVFff WXXALIEZ^X EE&ElDU RE r RE rfj& HAAR YOORóOEDOHf» SMADELIJK TEM' >nn en be nd, ik- SWIET HAAF DOW r HOOFD DAM K> MET OEDAAHMET HAAM MAAR DDL.... WAT LDAT? nle: ‘nen en en 're en ar ?n n* et or Wad in ort. den lier cht zal ar. tgt. het •nd in. lar en, :en Sén •ofc we V- gebied, hef Maar ik ben de.... sigaar! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) II II 1 1'11 r ‘v k'l NEW-YORK. 29 Nov. (VD.) De plaatselyke polltie van Princess Anne in Maryland, heeft de vier in verband met de lynchpartij alhier gearresteerde personen. In vrijheid gesteld, toen een voor de gevangenis samengeschoolde me nigte een steeds dreigender houding aannam. Een duizendtal Inwoners hebben 300 negers uit de stad verdreven. <7 VADEe' URErir' JOKT OP TUD: Dienzelfden middag was de heer Guldens moe en lusteloos thuisgekomen. Maar niet om te rusten had L„ Jen kleinen Wlm weggestuurd, maar wel om zyn gedachten eens te GUAYAQUIL (Ecuador). 29 Nor. Te Quito zijn verschillende personen gearresteerd, daar slj een staatsgreep ten gunste van elt-presldent Martines Mera zouden hebben voorbereid. (United Ureas' ThUÜHNIE HET HEEFT LAHó ÓEUOEG 6E- DOMED; MAAR WE HEB&EH EINDEUJK F!S DOEL BEREIKT. CHICAGO, 29 Nov. De eigenaar van de ..Chi cago Tribune”, Mccormick, heeft alle kranten eigenaars gewaarschuwd tegen het onderteeke- nen van de perscode, daar deze hen van alle persvrijheid zou berooven. De code, die reeds lang een twistpunt te tusschen Johnson en de krantcnelgenaars, zou de volgende week door Roosevelt worden onderteekend. (United Prees) naast mij neer, gevoelloos en bijna krachte loos; half was ik mjj bewust er pita in te heb ben. maar dit verdween in een wolk van andere ontroeringen. Ik voelde niet mijn vingertoppen, want ik doorleefde de opwinding, de verbijste ring. de Tantaluskwelling te zien naar baar. Het Jonge meisje was op het oogenblik. wat het meest waard was van alles, het egnlge waarop het oog kon rusten. Zij deed mij aan als een verschijning die mij heel vertrouwd was. maar toch volkomen nieuw in haar bekoring Haar grijze oogen, haar roode lippen, haar donker haar, haar lenige gebaren, de houding van haar hoofd, haar hals, haar handen, die had ik immers gezien. Ik kende haar; al jaren scheen ik haar te kennen. Een stroom van vreemde, zoete gevoelens maakte mij sprake loos. lukt. Want de belde gorilla's schonken niet de minste aandacht aan de beelden voor de tra lies van hun kool en alle pogingen om ze in een andere houding te brengen, waren tever geefs. Integendeel Want terwijl de eene zich, toen hij gezien had, waarom het ging, met den rug tegen de staven der kool leunde, en den wand van zijn kool aanstaarde, liep de andere onrustig heen en weer, wendde alleen van tijd tot tijd het hoofd op en knarste met de tan den, als kon hU niet afwachten, wanneer het daarbuiten alles eens ophield. Ten slotte raakte hij zóó opgewonden, dat de directeur van den tuin het voor geraden hield de opvoering af te breken. Ook bU andere dieren heeft men ondervon den. dat zij geen begrip hebben voor de muzi kale uitvindingen van onzen tijd. Zoo wordt eveneens uit New-York gemeld, dat een hond, die bij het pianospelen rustig naast het Instru- opvoerlngen het tamelijk vervelend verblijf m ten liep, wanneer in de radio Jazzmuziek speeld werd. Wanneer je even rustig zit J Bij kopje thee en hadr, Dan rookt de man intuïtief Het liefste zijn sigaar. f Want de sigaar verschaft een sfeer Van zoete rust, maar ook I zy toont ons aan, dat, wat ons lokt f Het eerst vervliegt in rook! En toch al is zij uit het fijnst En edelst opgebouwd, I ZO wordt juist door haar banderol S Maar matigjes vertrouwd! Zy draagt haar prijsje rond haar IVf, f Doch hier ook: schijn bedriegt; Het blauw op wit is geen bewijs, Omdat de drukinkt.... liegt! I ZV wordt helaas gebanderold, Maar springt toch uit den band, Omdat zij dan een rol vervult Vir boven haren stand! Als Shakespeare nu nog spreken kon, Hield hij niet langer vol f Wat zegt een naam? maar hij zei vast: Wat zegt een banderol? Vandaar, wanneer u kringen blaast. Zegt u somtijds: voorwaar, 't Is niet dat dingske in mijn hand. ZOO iets had Wim nog nooit door de radio gehoord. Dat hoorden nu alle menschen en de heele wereld en nu zouden ze wel antwoord er op geven. En t heele verteluurtje ontging verder aan Wlm, die zijn gedachten den vrijen loop liet. En in dat kleine kinderhoofdje woelden en krioelden die gedachten dooreen, totdat er ein delijk een plannetje in zlfn brein opkwam, dat hem spontaan en eindelijk blij deed uitroepen: „Ja. dat doe ik!" IKGEEF 1 HE OVER' '1 IK GEEF ME OVER: volledig la mijn macht. Een nieuwe slag tegen I de kajuitdeur, deed my zonder aarzelen naar bulten zwaaien met mijn hoofd voorover. Tot op het lAiddel werd ik doornat eer ik den boeg van het bootje bereikte. Met bijna krankzinnige inspanning van krachten, klauterde ik er tegen aan en Het my naar binnen rollen.... Toen ik weer overeind kwam, had de rukkende beweging van het meeslingeren opgehouden, de boot dreef nu kalm en het licht der vensters aan het achterschip was reds ver weg. Het meisje had het klaargespeeld de lijn los te snijden. Het andere schip kwam recht op mij af tamelijk hoog op het water drijven, breed van boeg, kort en dik, rustig voortgljjdend als een schaduw. Van de kust was ik misschien een mijl of vijf verwijderd ik -bezat niet de mlddeten om dit nauwkeurig te bepalen. Het land zag er uit als een hooge zwarte wolk, en purper-grtfze dampen, hier en daar om de bergtoppen, hin gen er als sjerpen. Over den steven wierp ik een riem uit om te roeien, maar Ik was niet tot veel Inspanning m staat. Ik staarde naar het schip dat ik had ver laten, en zag de vensters met een licht dei nende beweging boven het water glinsteren; de zeilen schenen in zwarte verwarring op te steken In het licht der maan. Zwakke kreten drongen Van boord tot mij door en uit de ge daanteverandering van het scheepssilhouet be greep ik. dat men aanstalten maakte 'n boot neer te latenZe was misschien op een halven inyi afstand». toen de achtersteven langzaam van mjj afkeerde en het licht ver- ill dween. Ik was er niet op gesteld mij opnieuw te laten vangen en begon als bezeten op het andere schip toe te roeien. Het was al heel dichtbij; dicht genoeg, dat ik het traag ge- rulsch van het water aan den boeg en zoo nu en dan het klappen van een zeil kon hooren. De landwind was gaan liggen, en in het witte maanlicht zag ik het schip van mijn vervol gers zwart en duidelijk naderkomen; maar het andere vaartuig was vlak in de nabijheid. Ik gierde langs haar stuurboord en gilde: „Hola! een bootl Hola! een boot!’’ Ik gaf reeds alle hoop op toen een zware kabel tegen mijn hoofd botste en mij bijna deed omslaan. Half bedwelmd als ik was. verleende de wanhoop my nog zooveel kracht er hand over hand langs op te klimmen, terwijl het bootje onder mijn venten vandaan dreef. Toen ik op den achtersteven terecht kwam was ik dood op. Een stem riep van voren af een of ander bevel en begon toen uit te varen tegen het Spaansche schip, dat nu heel dicht gena derd was. „Wat moet <l»t beteekenen, zoo dwars voor onzen boeg te komen varen?” klonk het woedend. Ik stond stil in de schemering van het ach terdek wij dreven langzaam voorbij het achterschip van den Spanjaard en O’Brien'z stem antwoordde in het Engelsch: „We trachten een boot van ons op te pikken, die er vandoor te met een man er in. Iets er van gezien?” „Neen de duivel hale Je met je boot er bjj.’ I ""Hllil» Talrijke proeven, welke men in den laatstcn tijd in Amerika genomen heeft, hebben aange toond. dat de dieren zeer vijandig staan tegen over de uitvindingen van den modernen tijd. Zoo wilde men kort geleden den Indruk na gaan, welke een opvoering van de klankfilm op apen in den dierentuin te New-York uit oefent. Tot dit doel had men twee gorilla’s uitgeko zen. die zich niet alleen dicht tegen hun op passer drongen, maar ook door hun gedrag te voren reeds getoond hadden, dat zjj reageerden op menschelijke uitvindingen en inrichtingen, voorzoover dje ten minste op het dageljjksch leven betrekking hadden. Voor haar kool werd nu een klankfilm gedraaid en het spel begon. De proef, om de apen door clnematographlsche „Vraag niets. Het land te nog te ver. U kunt ontsnappen. Carlos dacht.... Maar neen! U zoudt enkel omkomen voor niets. Ga met God.” Gebiedend wees ae naar de vierkante achter poorten van de kajuit. „Ga ga ga met God,” fluisterde het meisje dringend. „Daar te een boot Ik maakte een beweging om op te staan; ik wilde met alle geweld gaan. De gedachte mijn vrijheid terug te hebben, de gedachte, mogelijk was, drong haar beeld op den grond; andere dingen begonnen hdn deel te elschen. Maar ik kon niet staan, hoewel het bloed warm en tintelend, in mijn beenen en handen begon terug te keeren. ZIJ keek mjj aan met een scherp fronsen, dat haar wenl^rauwen een weinig deed plooien; met haar eenen voet trommelde zij een gejaagden marsch. en zij wierp angstige blikken naar de voordeuren, die naar ’t dek leidden. Daarop liep zij naar het andere eind van de tafel en keek mij in het lamplicht langdurig aan. „Uw leven hangt aan een draad," prevelde «U. Ik antwoordde: „U hebt het tnU gegeven.... Zal Ik dat ooit kunnen vergelden?....” Angstig werd ik mjj de onvolkomenheid van mijn taal kennis bewust. Scherp zag ze naar me; Het toen de oogleden zakken. Naderhand ze weer opheffend selde ze: ..Denk aan u zelf. Ieder oogenblik te van ge wicht." .Jk zal zoo vlug zijn als ik kan,” zelde ik. Ik masseerde mijn enkels en zag naar haar op. Ik wilde haar bedanken voor haar belang- witgeverfde zoldering op gebeeldhouwde dwarsbalken. Een groote zilveren lamp, die door het meisje was aangestoken, bleef heen en weer slingeren met de zachte beweging van het schip. ZIJ stond Juist tegenover ml): het meisje dat ik in de deuropening bjj Ramon gezien had; het meisje, dat ik had zien spelen met de meloenpitten. Haar adem ging snel het wond mij op met haar alleen te «IJn en zij had een kleinen blinkenden dolk in haar hand. Zij sneed het touw van mijn enkels door en beval gebiedend mij om te draaien. „Uw handen uw handen!” Onhandig keerde ik haar mijn rug toe. en voelde den greep van kleine, koele, heel stevige vingers aan mijn polsen. Mjjn armen vielen nu BOEKAREST. 29 Nov. (VD) In een on - deraardschen kelder van de mjjn „Thomas” bjj Resloza heeft een explosie plaats gehad. Vjjf arbeiders zjjn gedood en twaalf zwaar gewond. (Korte Inhoud van het voorafgaande: John Kemp, een Kngelschman uit Kent, ont moet een vriend van den verloofde van zijn zuster Veronica. Ralph RookaOy. BU een achtervolging door de gendarmen, vinden Carlos en zijn metgezel een schuil plaats blf Rooksby. BU een bezoek aan Carlos werd Kemp gear-estoerd. maar la ter door Rangaiey den leider van de smok kelaars. weer bevrUd. Kemp wjjkt dan met - -werk tracht Rooksby. die -3 Ook komt hu hier In kennis met den rechter O’ Bj^en Jen dienst te nemen bU zeeroovers. Als hU op ingaat, wordt hij overwel digd en aan boord van een schip gebracht. Het licht scheen rood door beschermende vin- ••rs omhoog naar een klein gezicht. Het stop- en ik onderscheidde de gestalte van een meisje, over een tafel geleund, omhoog kijkend. hoorde klikgeluiden als van glas en eens- onUtond een lichtgloed, die een menigte «Hinkende vborwerpen te voorschijn tooverde; de glinstering van'-verguld snijwerk, rood fluwee- *n rustbanken, een blinkende tafel, een lage inds de laatste manoeuvres der Engelsche Middellandsche Zeevloot noodigt de gou- verneur-generaal van Gibraltar geen ad miraal, ja geen enkel marine-officler meer uit I op zijn beroemde soirées. I Hjj is zeer boos op de marine en terecht. De admiraal heeft zich de verdedigingsplannen der I forten van Gibraltar verschaft en tevens is hij I alle zwakke punten te weten gekomen van deze I reusachtige vesting, de grootste der wereld Hij I bad onder dekking van kunstmatigen nevel op I alle strategische punten marinesoldaten aan I land gezet en theoretisch tenminste het I rijk van den gouverneur-generaal veroverd. I Een smaad, die nog verergerd werd door de I- tachtstrUdkrachten, want bjj dezelfde manoeu- I vres vernielden die niet alleen de distillatie- I inrichtingen van Gibraltar (bronnen zijn er niet I en de regenputten bevatten nauwelijks genoeg I voor 20 dagen), maar de bomvHegers Heten in I minder dan acht minuten ook de 54.000 tonnen I ruwe oHe van Gibraltar in. zU het dan ook I maar „schljn”vlammen opgaan. I Zeker, de munitiedepots, die 45 meter diep I onder den grond Uggen, de kazematten die I ruimte bieden voor 40 000 marine-soldaten en I voor de 5000 man van het vaste garnizoen van I Gibraltar en de fabriek van gifgassen, die men I in het voorjaar inrichtte, bleven bjj deze ma- I noeuvres intact. Of zjj zich echter by deze I machtigste vesting van het Britsche RUk by een I ernstigen luchtaanval langer dan drie dagen zal kunnen handhaven? I Naast deze overwinning in de manoeuvres I der aanvallende partij zyn er ook nog andere I slechte teekenen. Toen de Engelschen in 1704 I na zware gevechten eindeiyk Gibraltar bezetterf, I waren er op de rotsen groote troepen wilde ba- I vianen. Het volk beweerde dat het roovers wa- I ren, evenals de Engelschen en slechts zoolang I er apen op Gibraltar waren, zou de Engelsche I beerschappU durenEn nu is in de laatste I Jaren het aantal bavianen ontstellend snel af- I genomen. Van de groote troepen was niets I overgebleven dan vier oude wyfjes. I De gouverneur dacht aan de volksverhalen. I HU moest er wel aan denken, want vanuit de I vensters van zyn paleis kan hy Immers de I bergtoppen zien, waarop In de 18e eeuw Spanje’s I koningin zoolang wilde blyven zitten tot de En- I gelsche vlag verdwenen was. De vier apen be- I gonnen bovendien de Engelsche kolonie voort- I durend vaker te verlaten en naar het neutrale _te trekken, dat de vesting van Spanje en heF Spaansche fort La Llnea scheidt. Nu Het de gouverneur-generaal een jongen ba viaan uit Marokko brengen. De vier wijfjes-apen braken hem reeds den vierden dag den nek De Spanjaarden mochten echter geen geiyk krijgen. Reeds meer dan 200 Jaar teekent de hoogste Spaansche beambte van Algeciras alle stukken met ..Gouverneur van Algeciras en Gi braltar” itydelyk bezet door Groot-Brlttanniê) en nog altyd leeft de apenlegende onder het volk. Men bracht dus twee Jonge apen-paren uit Afrika en die vermenigvuldigden zich op de gewone wyze. In het officlerscaslno werd feest gevierd. Men registreerde de nieuwe bavianen in de gami- zoenslijst; men stelde Captain A. D. Smith als hun offlcleelen bewaker aan en al klinkt het nog zoo belacheiyk. de officier staat in de lijst aangeteekend als „Officier in charge of Apes”, de „officier in charge, die belast te met de zorg over de apen. Nu, dit gevaar te uit den weg geruimd, de bavianen van Gibraltar zullen wel niet zoo spoedig uitsterven. De overwinning by de ma noeuvres echter.... En zoo te de gouverneur- generaal van Gibraltar niet alleen verontwaar digd over de middelen, die de admiraal aan wendde. hy heeft ook ernstige zorgen over zyn vesting En zoo te in den laatsten tijd het solrée op VrUdag in Kastell minder weelderig en min der genoegiyk dan vroeger. KleurenrUk is het nog altyd. Want nog altyd worden eenmaal per week de poorten der stad Gibraltar met groot vertoon van pracht door de wacht gesloten en de zware sleutels op een zyden kussen by den gouverneur in de eetzaal gebracht. Pas nadat hy ze in bewaring gebracht heeft, gaat men aan tafel De sergeant, die ernstig de kunstig bewerkte Sleutels door de stad draagt, wordt voorafge gaan door den bok. dien de konlng van Enge land het Se regiment infanterie als mascotte schonk. Hy heeft een roodleeren tuig en kope ren ketting om den hals en hy staat evengoed op de gamizoenslljst als de apen. Achter hen gaan welgedane sapeurs in prachtige uniformen met haken en scheppen op den schouder. Dan volgen twee doeyn Negerkinderen en halfnaakte Aziatische jongens en een menigte olyfkleurige lassosatssaaiMtstssssessetssssssaassitesaMSSsaaMt»» laten gaan en zyn brein "n beslissing te ontlok ken. waarover hy al dagen in onrust verkeerde. Sinds hy weduwnaar geworden was. drukte de eenzaamheid als een zware last op hem. en steeds meer en grooter werd zijn verlangen een einde- daaraan te maken. Bovendien, hy was Jong nog en krachtig, en al zou hy nooit meer het geluk der eerste huweiyksjaren terugvinden, hy koesterde toch de hoop opnieuw nog eens aan de zyde eener zorgzame echtgenoote Uefde en hulseiyke gezelligheid te herkrygen. Maar bovenal moest hy vinden: een nieuwe moeder voor zyn Heven Wlm. die meer nog dan hU zelf Uefde en zorg miste, steeds bleeker en stiller werd. Maar zy. op wie de keuze van den heer Guldens gevallen was, zyn privé secretaresse, wilde wel zUn echtgenoote en levensgezellin worden, maar nu al moedertje spelen, neen, die Wlm was tot heden voor haar een onover- komeiyk bezwaar. „Zoo Je hem naar een kostschool zendt.” dat was de eenigste conditie die zy tenslotte stelde. Maar tot heden had Piet Guldens daaraan niet wiHen en niet kunnen voldoen. ZUn Wimple, zUn eenigste lieveling, zoo Jong nog en zoo ver weg, anderen hem opvoeden, zelden hem ziendie prijs was te duur om zyn eigen geluk te herwinnen en daarom was de beslissing nog steeds niet gevallen. Nu liep ’t tegen den eersten der nieuwe maand. Zy was van plan heen te gaan, als ze niet tot overeenstemming kwamen. Ze hadden elkaar leeren kennen en waardeeren. ze hadden Uefde voor elkaar gekregen, ze wilde alles voor hem zyn, maar dat kind.... zoo had ze pas nog tot den heer Guldens gesproken, daar kon ze zoo ineens niet van houden, misschien zou t lang zamerhand komen, zou ze later voor Wlm kun nen zyn wat ze zyn moest. Misschienla ter.... Neen, later, al heel gauw, want luister., wat hoorde papa Guldens daar? Rinkelde daar niet de telefoon? En was 't niet Wimpjes stem metje. dat hy in ’t nevenvertrek hoorde? Tele- foneeren naar *t kantoor had Wlm meermalen mogen doen om papa te waarschuwen dat er met het eten op hem gewacht werd, of te vragen wanneer papa thuiskwam. Maar nu....? Scherp luisterend hoorde hy hoe Wlm’s woordjes den vorm van een S.OB.-bericht trachtten aan te nemen, hoe hy probeerde na te doen wat hy straks door de radio gehoord had. probeerde om door de radio zyn lieve moeder weer te vinden. En degene die dat ver zoek van hem opving was niet de heele wereld, was niet Iedereen, maar 't was alleen de prlvé- secretaresse. die Wimple's fantasie niet direct wilde verstoren. .Hallo, mynheer van de radio, even een ea en es berichtje!" zoo klonk het door de tele foon. „Wilt u eens door de radio vragen, waar myn moeke gebleven te? Ze te al heel lang weg en ik weet niet waarheen. Ze te nog al groot en heeft een Hef gezicht en mooie zwarte haren. Den laatsten keer dat ik haar zag sUep se en had ze een mooi wit kleed aan en toen zyn er zwarte mannen gekomen en hebben haar mee genomen en ze te niet meer teruggekomen. En nu wou ik zoo graag dat moeke weer thuis kwam. want ik ben altyd zoo alleen en papa ook. En moeke was zoo Uef en goed voor ons. En ik wou zoo graag weer spelen en lachen en kusjes geven. Maar ik weet niet waar ze te en we zyn zoo verlangend naar ons Ueve moe dertje. Wil u T aan papa dan maar schryven, waar hy moeke vinden kan?” Met betraande oogen Het de heer Guldens zich weer in den stoel zakken; het lieve Jongske mocht niet weten dat hy beluisterd was. Maar onherroepelyk was zyn besluit om dat lieve kind niet van zich te laten gaan, maar dat naar Uefde smachtend hartje te geven wat hy aan ouderliefde geven kon. Doch ook aan de andere zyde van de telefoon was de beslissing gevallen. Dat Ueve kinder stemmetje, met dat naïeve en toch zoo diep voelend gemoed had door zyn berichtje den laatsten hinderpaal weggeslagen. Wimple zocht een moeke, die was heengegaan, zy wilde nu komen om hem dat gemis te vergoeden, zy wilde nu haar jonge Uefde geven aan den man. maar meer nog om het kind. En een uur later ontving de heer Guldens een briefje van zyn prlvé-secretaresse van den volgenden inhoud: „Piet, ik zeg myn betrkkking tegen 1 JuU op, ik wil een andere functie by Je vervullen, ik word Wimple’s nieuwe moeder, hy mag niet naar de kostschool!" stelling in my. maar vond het zeer moeliyk tot haar te spreken. Plotseling sprong zy op. Er werd geklopt op de gesloten deur. Iemand riep ik moest wel denken, waarschuwend „Seraphlna! Seraphlna!’* en een andere stem zeide met buitengewone zachtheid: Seno- rita! Voyons! Quelle foUel” Zy sprong op my toe. Haar hand deed myn pols zeer, toen zy my meesleepte. Log strom pelde ik naar de nis by de achterpoorten en stak myn hoofd naar bulten. De nachtlucht was kil en vol zilte vochtdroppeneen bootje, vast gehaakt aan een lange vangiyn dobberde mee In het phosphoriseerend zog van het schip. De zee zelf was bleek in het >lcht der maan, die voor myonzichtbaar was. Een weinig achter ons, doemde als een ontzaglyke bleeke geest, een zeilschip op dat stil leek te staan. Of het met ons gelijk opvoer, of dat wy het Juist had den gepasseerd, kon ik niet uitmaken. Ik had geen tijd er op te letten, en ook kon het m*J weinig schelen. Het voornaamste was de lyn te kunnen grypen. Het meisje zette my met drin gend gefluister aan. maar het was geen gemak- keiyke zaak; het touw, dat hooger op zat vast gehaakt, verstrakte telkens bulten bereik van myn hand. Op het oogenblik dat het *1*P neerhing, wierp ik my bulten de rondpoort, en slaagde er ten slotte in het met myn vingers beet te grypen. Het volgend oogenblik werd het met geweld weer byna loegerukt, maar ik hield stevig vast en dasu- de boot Juist weer een stoot kreeg in de richting van den steven, kreeg Ik bet touw en moet een NEW-YORK. 29 Nov. (Reuter). Omtrent de lynchparty te St. Joseph (Montana), wordt nog gemeld, dat de 19-jarige neger op last van sheriff Heisen, ter plaatse bekend als de „vech tende Hollander", aan het gepeupel te uitge leverd. dat hem levend verbrandde. Tot zyn rechtvaardiging verklaarde Heisen, dat hy de onmogelykheld ervan had ingezien, de menigte, die met steenen. traangasbommen en rotte eieren de in de gevangenis verschanste politie bestookte, tot bedaren te brengen. HU stemde er in toe, de „prooi” uit te leveren, daar anders misschien ook de andere acht negers, die in de gevangenis zaten, gelyncht zouden worden. „Er waren te veel Ieren naar myn zin," voegde Heisen er aan toe. Alle abonnéf3 ongevauèn1 veraekèrtTOvoor een der vo^genoe ultkeerlrgen f3000.verlies van txiide armen, ?Xlde beenen of beide oogen f 750-~ doodelUken* afloop f250.- een voet of een oog f 125." S\iUn ot wyevlnger f 50.-^ f 40.- ’^5 f-r lezoo, Wlm.” zei de heer Piet Guldens tot zijn zevenjarig zoontje, nadat hy zich een poorfje met den eenzamen kleine had beziggehouden, „ga nu maar naar de andere kamer, de radio staat aan en aanstonds begint t klnderuurtje, waar je zoo graag naar luistert.” „Gaat papa niet mee luisteren, net als de vorige week?” vroeg de kleine jongen. „Neen, kindje, papa te moe poosje rusten. Straks gaan we wandelen en kun je me alles vertellen wat je vanmiddag gehoord hebt." Eenigszlns teleurgesteld, maar toch gehoor- verUet Wlm vaders knie en zocht de werkkamer op van papa Guldens, waarin zich op het schrijfbureau de radio en de telefoon be vonden. Zelden echter werd deze kamer den laatsten tUd gebruikt. Vroeger, ja. toen zUn lieve Nelly nog leefde, toen bleef de heer Guldens niet tot laat op den avond op zyn kantoor werken, maar deed daar aUeen af wat niet thuis kon geschie den. En de andere werkzaamheden verrichtte hU 's avonds thuis, op zyn eigen kamer, maar waar zUn Hef vrouwtje hem dan tot gezelschap was. Terwyi hy schreef, handwerkte zy daar of las de courant, zoo nu en dan iets openvouwend daaruit, wat hem kon interesseeren. Naast hem aan ’t schryfbureau voerde zy de corresponden tie, waarvoor hem de tyd ontbrak. dAAr hield ze haar kasboekje by en maakte met hem plan nen voo» de toekomst. De toekomst Hoe wreed was die verstoord door den on- verbiddeiyken dood, die na enkele 'gelukkige hu weiyksjaren den heer Guldens tot weduwnaar maakte. En sinds zyn Ueve vrouw was heengegaan en met haar alle hulseiyke gezelligheid en vreug de, was er voor hem weinig aan gelegen of hy op "t kantoor dan wel op zyn eigen kamer werk te. Veeltyds was hy troosteloos en mismoedig en de lust tot werken zou heelemaal by hem vergaan zyn, zoo zyn lieve Nelly hem niet een kostbaar erfstuk had nagelaten, n.l. hun eenig ste zoontje, hun Wimple! O, wat was die steeds vertroeteld en gekoes terd door zyn Ueve te vroeg gestorven moeke,- wat was die kleine jongen ook 't geluk en de trots van papa Guldens. Nu zag deze zich in eens voor de dubbele taak van vader en moeder gesteld. En hoewel hy zich bewust was dat het kind steeds te kort zou komen aan liefde en zorg, was hy vast besloten aUes voor Wimple te zullen zUn, en was de toekomst en opvoeding van zyn zoontje voortaan zyn eenigste levens doel. Byna lederen vrUen middag en alle Zon dagen hield hy zich met den kleinen Jongen bezig, die verder aan de zorgen van het dienst meisje of de onderwyzeres was overgelaten. Wlm vond die wandelingen of speeluurtjes met vader zoo heerlyk, doch voelde dan later des te meer wat hy steeds miste: zyn moeke, die altijd by hem was en altyd met hem spelen kon.... vroeger. Zorgvuldig vermeed echter de heer Guldens om met Wim over dien vroeger zoo gelukkigen tyd te spreken, meenende zoodoende de herin neringen daaraan te vervagen. En instinctmatig onthield ook Wimple zich ervan, om -zyn Ueve moekie's naam te noemen, omdat hy voelde dat vader dan verdriet had. Eens had hy immers tranen gezien by papa, toen hy vroeg: „wan neer komt moeke toch terug?” HU zou t nu maar niet meer vragen, en maar wachten en wachten. Hoe lang nog? Zou X nu altyd zoo leeg en stil Ih huis biyven, of zou moeke nog eens terugkomen en vader weer lachen en pret maken „Hallo, hier Hulzen Holland Deanpee werd Wim in zyn weemoedige pelnzlngen gestoord en ineens dacht hy aan 't vrooiyke klnderuurtje, waarvoor hy deze kamer gekomen was. „wy vragen even uw aandacht voor een B.O.S.-berlcht.” Dat was niet de stem van die Ueve dames van ’t klnderuurtje. dacht Wlm, dat te vast een politie! Die vraagt om te zoeken naar een juffrouw, die zoo oud en zoo lang was (hoeveel kon Wlm zoo gauw niet onthouden) en vertelde er by hoe die dame er uitzag en welke kleeren ze aan had. 4- Malthesers, Berbers en Italianen, die de 20.000 bewoners der vestingstad uitmaken. Deze 20.000 menschen werken ernstig en leven toch zeer goed. Zy voelen zich heelemaal En gelschen. ofschoon er nauweiyks iemand En gelsch spreekt; zy doen al het mogeluke om als goede patriotten te gelden en nemen daarby de 300 000 touristen, die ieder jaar naar Gibraltar komen, de 40 000 Engelsche matrozen, die twee maal per Jaar hier landen en de officieren van het garnizoen hun geld af. En ze verdienen niet slecht in den bloeienden smokkelhandel. ZU smokkelen sigaretten naar Spanje en wapens naar Marokko. En als zy niet zulke groote mis dadigers zijn, dan doen zy zooiets als de eer biedwaardige man. die lederen dag met zyn motorboot de Marokkaansche vlsschers tege moet vaart en hun voor een duro het dagblad van Gibraltar verkoopt. Dit titelblad draagt het Britsche wapen en het wapen der vryhaven. De Marokkanen die niet kunnen lezen, gebrui ken de krant als een vrUgeleide om de haven In te varen en daar hun vlsschen te verkoopen. De Engelschen hoorden natuuriyk van deze zonderlinge manier om ryk te worden. ZU lach ten veelDe Marokkanen zyn Immers Fran- sche onderdanen.... nietwaar? En Frankryk had weinig genoegen op de rots, die van een vliegtuig uit gezien een slapenden leeuw lUkt, op dit Engelsch schiereiland, dat nog slechts door een smalle, moerassige landtohg met Europa verbonden is, die rotsen, welke door Engelsche ingenieurs tot een onneembare ves ting gemaakt werden. Is deze vesting nu ook werkeiyk onneembaar? Sinds de laatste manoeuvres Is dat zeer twy- felachtlg. Er Is veel veranderd, sedert men hier naar Gibraltar de zullen van den Hercules plaatste, het einde der wereld.... er is heel wat veranderd, sedert men dit eindpunt van Europa aan de Spanjaarden ontnam. Engeland zou onrustiger zUn, als zUn bommenescader en zyn admiraals minder bekwaam waren. Want wat die kunnen, kunnen Frankryk en Itallé ook. Men maakt zich dus bezorgd in Gibraltar. Zorgen, die zelfs apen en de mooie bok niet kunnen verdrUven. Carlo» uit naar Jamaica, waar hl te vinden op de plantage» van door MacDonald worden beheerd. U -----L... en Don Ramon, die Kemp willen overha len dienst te nemen 1 hier niet wordt hü overwel- I „ah

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 15