Koekdeegvrijers en speculaas H f 50. f 75.930. 1 u&fiaal van den dag f REVEILLON ATLANTA - BRUSSEL I PAKJE SA VONA— SINTERKLAAS IN OUD- AMSTERDAM ii ONZE 258e UITKEERING DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS HET KAPERSNEST l List tegen list Alle abonné DINSDAG 5 DECEMBER OM TE VIEREN Verloopen gebruiken Een stuk van Shaw zal worden verfilmd i Het pond rijst Oudheidkundige vond sten in de Aya Sophia ingevolge de voor onze den Heer aan Ie 1 WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN 'aan onze verzekerde abonnés is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS Groote spinnen in Siam 2 j De staatsloterij te New- South-W ales Uit het vreemdelingen legioen gevlucht Roomtche „superstitiën”, Claet- coecken en kramen H V JOSEPH CONRAD -1 abonnés geldende gratis-ongevallen-verzekering DE VROOLIJKSTE EN VOORDEELICSTE WIJZE I f I h I DUS LIST TENENL/ST' H. H. LENSEN, Driekoningenstraat 5, Arnhem, wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL MARTIN BE RD SN (Nadruk verholen) met s llillll llllllllllllllllillllllllilllltillllllllllllllllilIllllllllllMII K«foCR». tr is 30. i Wordt vervolgd) VOLLEDIG PENSION IN LUXE KAMERS EN PRIVE BADFl.6- zijn hals en leunde tegen het beschot. Het hel dere licht van de partyspoort verguldde de om trekken van zijn lichaam, terwijl hij meedeln- de met de muziek en zijn lange vingeren over de snaren bewoog, die tinkelden met metalen geluid. Met een neusklank zong hij: bedroeg ruim Toen Randon dien avond i'n speech beëin digd had, kwamen er verschillenden uit het gebouw bij hem, om te zeggen dat hij nog nooit zoo flink en overtuigend gesproken had. Sir Ar thur had hem met de grootste aandacht gevolgd en van tijd tot tijd zei hij iets tegen z'n doch ter. die bevestigend knikte. „Ik heb een particulier secretaris noodlg." zet hij na afloop tot den jongen man. „Is dat mis schien iets voor u?" Randon nam den post met belde handen aan en zes maanden daarna ruilde hij dien voor de positie van schoonzoon van Sir Arthur. „En vertel me nu eens," vroeg de jonge me vrouw Vere. toen men hen na het huwelijk met rijst bestrooide, „wat gebeurde er met het derde pond rijst, dat we dien dag gekocht hadden?” „Dat heb ik in de taxi laten liggen,” lachte Randon. „Luister! zeggen de jonge meisjes, Als zij zich haasten naar t venster. Luister! O, zeker, dat ts de guitaar van Man u el del Popolo, Terwijl hij In t schemerlicht, Glijdt langs den muur!....” I I t f ROMAN VAN Na een opwindende vlucht uit het Fransche vreemdelingenlegioen zijn te Gibraltar aange komen Leslie Hale, een Engelschman. en Ro bert Christie, een Australiër. Zij waren uit een hospitaal in Rabat ontsnapt en slaagden er m aan boord te komen van een Britsch stoom schip te Casablanca. I nuninninninnnininiiiniinninnnininiuiniiinnË I In de vroegere Kathedraal van Const an tl- nopel, die sedert de Turksche overheersching als Moskee werd gebruikt, de Aya Sophia, heeft de Amerlkaansche archeoloog Thomas Whitte more uit Boston, in een der gewelven kostbare sieraden uit den tijd der oude Christenen ont dekt. Onder de ornamenten van den vloer In de voorhal werden verscheidene gouden kruisen gevonden, die van voor de twaalfde eeuw stam men. Voorts werd een Christusbeeld uit de negende eeuw en een gouden, met smaragden en paarlen bezetten troon gevonden. De Turk sche regeerlng heeft gelast, dat de gevonden kostbaarheden in het openbaar tentoongesteld zullen worden. Voor de eerste maal zal een stuk van Ber nard Shaw in Amerika verfilmd worden. De beroemde schrijver heeft zijn meenlng ge wijzigd en toegestaan dat zijn stuk „Hie Devils Dlscip’e” in het voorjaar door de „Radio Pic tures” tot een film wordt gemaakt, waarin John Barrymore de hoofdrol zal vervullen. „The DevflS Disciple" is een stuk over de Amerlkaansche revolutie. Het werd voor het eerst opgevoerd in 1899. Toen men G. B. 8. de eerste maal het voorstel deed een van zijn stukken te doen verfilmen, antwoordde Shaw: „Ik geloof niet, dat Hol'ywood de eerste tien jaar iets van mijn werk onder handen zal krijgen." Hij weigerde kortaf om aan het voorstel ver der aandacht te besteden. Thans heeft hij zijn opinie volkomen gewijzigd. Dat er op aarde nog steeds streken bestaan, waarin nieuwe dieren zijn te ontdekken, blijkt uit het verslag van den Amerlkaanschen onder zoeker dr. Hugh M. Smith, die onlangs een reis heeft gemaakt door nog weinig bekende deelen van Siam. Zoo vond hij in het door menschen verlaten bergland van Noord-Siam in de na bijheid van een rivier den bodem bedekt met een dik tapijt van groote spinnen, hooiwagens, welker pooten bijna seven centimeter lang wa ren. De geheele grond scheert zich in een merkwaardig krabbelende beweging te bevin den. Toen de dieren tegen den avond over een groote hoeveelheid droge bladeren kropen, was de lucht vervuld van *n geluld van een sterken regenval. HEEl(jOEDMUN-\ HEER FLETóHER, IK ZALU REZE HÓEKKA\ MER GEVEN', O/ESlAAh N/ET INVERBINDING MET DEREZZ VAN I k 'T HUK> J DE ADVOCAAT EN VR/ENDEN VAM MACK\ ZUN OOA IN DJ T HOTEL. HAAR //y dftf KA 4 NEE KUNNEN ZEONS NIET HOOREN /KHeA EEN HOOFQKWART/ER KOORKNAAP HEt\ HUN VAN FLUIT DAAR NIETGERH/KT VUOTj gCNNEN' 'BONJOUR. INSPECTEUR UBENTER\ GAUW /KZ/E DATUi/iEMANNEN MEEA GEBRACHT HEBT IK HEB/ETC, VOORD TE DOEN UBEHT NU QNóEVEERQPOG, N/OOCjTF vanoezaak Het was een heel lang lied.... Tusschen het tokkelen op de snaren door, die hy in X wilde weg sloeg of de melodie aan het toeval werd overgelaten, maakte hij nog allerlei handbewe gingen. Zijn oogen staarden als in de verte naar den wand boven zijn hoofd. De vertoonlng ont stelde me en bracht mjj in verwarring.... Ik vroeg mij af. of ze mij hiervoor ontvoerd had den. ’t Was óm aan je verstand te twijfelen.... Het spel ging decrescendo en zijn vervoerde trekken namen hun gewone droefgeestigheid weer aan. Op dit oogenblik stak Castro zijn hoofd door de deur en trad vervolgens heelemaal binnen Hij zuchtte met een soort voldoening en het leek, dat hij een moeilijk karwei had ten einde gebracht. „Boven is de boel wat opgeknapt.” ze! hij tot Manuel del Popolo; „je kunt gaan toezlcn op je reilen.... Gauw maar; het wordt M laat.” bij z’n kraag en schudde hem heen en weer. .Je hebt je straf beet," zei hij, „maak nu maar dat je wegkomt, vóór een agent je voor het gevalletje inrekent." De dief liet het zich geen tweemaal zeggen en poetste zoo gauw hij kon de plaat. WE MOETEN D/E BENDE 5CHERP IN 'TOOG HOUDEN. ZE ZULLEN ALLES doen om mack vru tekrugen. hu ISbEN MOORDENAAR MAAR ALS WE Ut ZAAK ALLEEN AAN DE RECHTBANK O- verla ten, wórdt hu vrjj gesdroken zacht je zyn zei hij. „Ja, in Te» naar de klanken (Korte Inhoud van het vooraf?»ande: John Kemp. een Engelschman uit Kent, ont moet Carlos Riego ‘n vriend van den verloof de van ziln zuster Veronica. Ralph Rooksbv Bil een achtervolging door de gendarmen vinden Carlos en zUn metgezel een schuil plaats OH Rooksbv BH een bezoek aan Carlos werd Kemp gearresteerd, maar la ter door Rangslev den leider van de smok kelaars. weer bevrtfd Kemp wykt dan met Carlos uit naar Jamaica waar hij jverk tracht te vinden op de plantages van Rooksby. die door MacDonald worden beheerd Ook komt bil hier in kennis met den rechter O’ Brien en Don Ramon, die Kemp willen overha len dienst te nemen oü zeeroovers die Rio Medio als basis hadden. Als hli hier niet op Ingaat, wordt hU overweldigd en aan boord van een schip gebracht. HU weet echter spoedig te ontsnappen en wordt op gepikt door een ander schip, dat hem naar Havanna zal meenemen Nabij de Cubaan- ache kust worden zli echter door zeeroo vers, die onder bevel staan van een vriend *an Carlos. Thomas de Castro, overvallen John Kemp wordt gevangen genomen en op het Kaperschip gebracht). pakte zijn mandoline, sloeg den riem om Als er strakjes weer gebeld wordt Vliegen allen naar de deur. Want u weet, op pakjesavond. Stelt de bel ons nooit teleur. Men verwacht toch een verrassing En natuurlijk ook ad rem. Is het pakje van een hadr niet, Wel, dan is het van een hèm! Veel papier en menig rijmpje.... Maar de prikkels zijn niet mis! Doch men voelt gauw aan de steken Wie de schrijver er van is! Pakjesavond biedt verrassing, Dikwijls een, die u.bekoelt Maar bedenk daarbijeen grapje Is toch altijd goed bedoeld! Kijk, daar heb je pa bijvoorbeeld. Wie dien aschbak geven dorst? Is dat soms een stiekum wenkje. Dat hjj altijd pijpasch morst? Broerlief grinniktiets verlegen. Met een das wordt hij verrast! Bindt degene, die de das zond. Hem soms met een strikje vast? Zus wordt rood... en allen kijken. Maar tenslotte ts het ma. Die de aandacht handig afleidt: Wie wil nog een kop choc’laZ Sint Nicolaas. op reis naar hier. Die stuurde voor een dag of vier Een aantal Japaneezen, Gebakken van hetzelfde deeg, waarvan men vroeger vrijers kreeg. Zoo flink ze er mochten wezen. ^IJMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiininiiniiiiim f 50keerden wij heden uit I i i Ik herinnerde me dat Tomas van zijn mis noegen had blijk gegeven, toen ik hem in bet bijzijn van Lumsden en Cowper scheen te her kennen. H»j deed zijn oogen weer dicht. Na een tijdje voegde hy er aan toe: „Vaya! t Is ten slotte dwaasheid bang te zijn je te compromitteeren. Je zoudt nooit ge- looven. wat een losbandig leven zijne excel lentie don Balthasar geleld heeft, als je zijn zil veren haren ziet. Ze zeggen, dat hij eens. heel, heel lang geleden, te Sevilla, drie monikken ge dood heeft, X Was in die dagen gevaarlijk tegen de kerk te handelen. Hij hield even op en wierp schoenen uit. „Je stikt hier.” i vroeger tijd. Plotseling keerde hij zich tot my en eel met buitengewoon levendige belangstelling: „En wilden ze een gentleman als u dan han gen. als ze u te pakken kregen? Wat *n barba ren zijn jullie Engelschen toch! wat *n bar baren!.... Als kannibalen! U hebt goed gedaan zoon tegenstand te veinzen. Quel pays!.... En wat een volk!Ik droom nog van hen.De oogen; de tanden! X Is goed, hoor! Over een uur zijn we in Rio. Ik moet slapen....* Ditmaal waren dus de vrijers tot Japaneezen omgewerkt en wel in verband met een hoog Ja- pansch gezelschap, dat een bezoek aan onze hoofdstad bracht. In oude geschriften vinden we talrijke ver halen uit den tijd, dat het Amsterdamsen stads bestuur in de Sint Nicolaasviering met leede oogen een uiting zagen van de Pajpsche super stitiën. Op een vijfden December verschenen de schout en enkele schepenen om een verorde- ning af te kondigen, dat op straat geen lekker nijen mochten verkocht worden. Wie het toch deed, was zjjn negotie kwijt. A1b kinderen koch ten. waren de ouders strafbaar en als een dienst meisje kocht, moest mevrouw het ontgelden. De oorzaak van dit verbod werd gevonden in het volksgeloof, dat al die lekkernijen van Sint Nicolaas zelf afkomstig waren en zoolets te ge- looven, zou een ramp geweest zijn voor de we reld van die dagen. Kortom; het werd in strijd geacht met Gods woord en dus radicaal ver boden. Het hielp bitter weinig, zóó weinig, dat de overheid het langen tijd noodlg oordeelde, het verbod te herhalen. Op 3 December 1638 werd een nieuw besluit gepubliceerd, omdat de toe loop en de feestelijkheden te uitbundig werden. Het staan met kramen, stalletjes en kruiwagens werd verboden. Geen bewoner van Dam, Dam rak of Nes mocht de plaats voor hun huls ver huren aan neringdoenden, wilden zij niet in de kast terecht komen. Dit alles geschiedde om paal en perk te stellen aan die vervloekte „su perstitiën". Maar het haalde weer niets uit. Wie van Sinterklaas houdt, laat zich niet door zulke maatregelen ringelooren of heeft er de provoost voor over. Zjjn naamdag werd gevierd met luid gejuich en feestrumoer: zelfs al kwam het nu en dan tot vechtpartijen. Vanaf dat oogenblik begon het stadsbestuur na te denken en te overwegen, dat men beter den maatregel ieder jaar een weinig kon verzachten om ten slotte voor goed te zwijgen. Aldus geschiedde en niet alleen zweeg de overheid, doch ook de pre dikanten lieten na de overheid te bewerken. Deze predikanten nJ. hadden zich de gewoonte eigen gemaakt om ieder jaar een bezoek bij de stadsregeering af te leggen, by welke gelegen heid duchtig van gedachten werd gewisseld om trent al die bekende en hierboven reeds ver melde .superstitiën" van Roomsche zyde. waar- by men niet verzuimde den nadruk te leggen op de „afgodische abuyzen en stoutlchfieden" die op .Bint Nlcolaï-dag" werden bedreven. De practyk echter dwong het stadsbestuur een andere houding aan te nemen en zie, nadat de eerwaarde predikanten jarenlang met groote voorkomendheid waren ontvangen, werden zy in 1662 met een opvallende koelheid bejegend. Men wees de predikanten er op. dat het hun taak was zich onledig te houden met kerkeiyke aangelegenheden, maar dat zy het toezicht op de naleving der gemeenteiyke verordeningen maar liever aan de wereldiyke autoriteiten moesten overlaten. Sinds dien verliepen de har- teiykheden in formaliteiten, tot zy langzaam aan uitstierven. Maar ook de Sint Nicolaas- drukte aan oubollige kraampjes verliep en werd vervangen door een groote drukte in de heele stad, wier winkelstraten de dagen vóór het groote feest krioelen van koopers Dit moge ook dit crisisjaar weer het geval zyn.... Manuel's oogen hadden een stille schittering en hy stapte de deur uit. of hy een donderwolk om zyn hoofd had. Tomas Castro wendde zich hlerby tot my. „Bent u beter?" vroeg hy welwillendU spande zich te veel In.... En nog. als u gewild hadtHij nam de mandoline op en begon achteloos op de snaren te tokkelen. Ik merkte op dat hy veranderd was; hy was dikker geworden In de afgeloopen jaren; de verwarde krullen van zyn baard vertoonden hier en daar kleine gryze haren. Hy zag er naar uit of hy ten slotte nog niet zoo n kwaad leven gehad had. Hy boog zyn hoofd over de snaren, sloeg er een aan, legde vervolgens het instru ment op de tafel en liet zich op de matras neervallen. „Wilt u wat rum?” zei hy. „U bent breed en sterk geworden als een stier.... U deedt al die kerels vluchtenJe zoudt gedacht nebben, dat u het uit ernst deed.... Jongen, jongen!" Hy strekte zich in volle lengte op die matras uit en sloot de oogen. Ik keek hem aan. of ik sporen van Ironie ontdekte. Maar neen. Hy sprak rustig en be rispte my zelfs, dat ik mijn voorgewenden tegenstand verder dan een grap had doorge voerd. „U vocht, te hard; heel wat kerels hebben wat klappen opgeloopen en geen zuinige. Dat zal u vyanden bezorgd hebben. De kapers van dat vuile.stadje zyn wraakzuchtige en ver waande lieden. Past u maar op, anders krygt u een mes in uw iyf....- HAD DRAAD EÊiï\ f, KAMERlm tHOTEL VOOREEN LONt-ER ENTJE MET M’N VR/ENDEJT BREN0ZE3UNE als TE KÓMEN ENZORDEL 10OR DAT jVE N/ETGE STOORD WORDEN J ..Daar ben ik al weer,” zei Randon, toen hy het doodsbleeke meisje haar taschje overreikte. Dit keer lachte ze niet, maar keek hem ern stig aan. „Ik hoop dat u zich niet bezeerd hebt.” „Ik niet, maar die andere kerel wel." Belden barstten in lachen uit en hy vertelde hoe de rijst weer als versch gevallen sneeuw op het asfalt was terecht gekomen. „Wilt u misschien even met me meegaan, om weer nieuwe ritst te koopen?” Toen Randon weer met een j sleuwen zak rtjst mder z'n arm liep. zroeg hy 't meisje j >f ze er iets voor j roeide om ergens j net hem te gaan luchen. „Graag, maar om half drie moet ik ergens zyn.” „O. dan hebben wij nog overvloed van tyd Na vyf minuten zat hy met haar te praten, of hy haar reeds z’n heele leven gekend had. Hy vertelde haar dat hy zoon beetje schreef voor de bladen, maar dat hy hoofdzakeiyk op trad als spreker op politieke vergaderingen. „Dat lykt me wel interessant,” vond ze. ..Dat is t ook." antwoordde Randon. „Ik ben verbonden aan t Centraal bureau en spreek byna lederen avond ergens anders. Vanmiddag moet ik weer naar Fulham. Het publiek moet daar worden voorgelicht omtrent de voortreffeiyke hoedanigheden van den een of anderen Idioot die In X Parlement moet. Ik weet waarachtig niet eens meer hoe hy heet.- „U spreekt wel erg oneerbiedig over ons Par lement" .Misschien wel. Maar het zal wel weer de een of andere luie kerel zyn, die z'n geld In een thee- of suikerplantage heeft zitten." „Of in de rijst.” lachte zy. „Maar nu moet ik toch heusch gaan." Buiten de lunchroom gaven ze elkaar de hand. „Ik dank u.” zei ze by X afscheid, „het is een echt gezellige middag geweest. Tot ziens.” Toen Randon alleen was. drong het eerst tot hem door, dat ze „tot ziens' had gezegd. Enfin, dat gezegde beteekende weinig. Hy had niet eens haar adres gevraagd Hy keek op z'n horloge en besloot z'n hospita maar op de rtjst te laten wachten. Hy riep een taxi en liet zich naar Sir Arthur brengen, den candldaat, over wlen hy dien avond spreken zou Z’n gedachten waren echter meer by een paar leuke lachende blauwe oogen en een ge zellig wipneusje dan by de politiek. Sir Arthur, de toekomstige candldaat voor het Parlement, was een vrtendelyk. Innemend mensch en toen hy met Ronald kennis maak te, trok deze tn gedachten alle leeiyke dingen in, die hy dien middag over hem gezegd had. „Aha. mijnheer Vere.” zei Sir Arthur, ,4k heb gehoord dat u een uitstekend spreker bent. Kom binnen, laat ik u even aan m n dochter voor stellen." Ze traden binnen en Ronald wenschte on dit oogenblik dat de grond vaneen zou splyten en hem verzwelgen. Hy durfde de dochter van Sir Arthur, die niemand anders was dan het meisje uit de autobus, nauwelijks aankyken. „Goeden middag, mynheer Vere." groette zij vrlendeiyk, ,Jk ben erg nieuwsgierig u vanavond te hooren spreken." De staatslotery van New-South-Walea hcett een winst van 757J27 pond gemaakt. De bruto opbrengst van de loten 2.135.673 pond, terwijl aan prtjzen 1300 000 pond werd uitbetaald. te voeren In den nacht; door dien rauwen mist. Hy deed niets dan hoesten; ik kon hem amper meer verstaan. Hy kon zelfs niet meer spreken met my zyn Tomas. Het was erbarmeiyk Geen woord kon hy uitbrengen, toen wy het paleis bereikten." Ik kon In 't geheel niet begrijpen, waarom ik een tweede maal ontvoerd was. Castro zeide, dat O'Brien niet ongeneigd geweest was my Havana te laten bereiken. Maar Carlos was het geweest, die Tomas had opgedragen my van de ..Breeze" weg te halen. In den guren ochtend, voordat de schoener kon vertrokken zyn. was hy naar beneden gekomen om Tomas Castro heel uitvoerig aanwyzingen te geven; ja en Juist onder het spreken met Tomas had hy een bloedspuwing gekregen. Hy zeide me: „Wees nu voorzichtig. Luis ter. Hy is mijn beste vriend, die senor Juan.... Ik houd van hem. of hy myn eigen broeder was Wees heel voorzichtig, Tomas Castro. Laat het den schyn hebben, of hy zeer tegen zyn zin by ons komt. Laat hem door heel veel man nen aan boord sleenen. Je moet begrtjpen. Tomas, hy is een jongen van edele familie en je moet even veel zorg hebben hem niet te com- promitteeren als je zorg hebt voor de eer van Onze Lieve Vrouw."- Tomas Castro keek schuin naar my op. „U zult een goed verslag over my kunnen geven.” zeide hij. „Ik heb myn best gedaan. Als u gecompromitteerd bent, is het uw schuld geweest, door mtf toe te spreken als een be kende.* me om Hy had zijn handen op zyn bulk samenge vouwen, die zoo rond was als een pudding. Na een tydje opende hy de oogen en keek naar de dansende weerkaatsing van het water tegen de vuile zoldering. .Er aan te moeten denken, dat ik u nu weer zie, na al die jaren!” zeide hy. „Ik geloofde myn ooren niet, toen Don Carlos my vroeg u op deze manier te gaan halen. Wie zou het hebben kunnen gelooven? Maar, zooals se zeg gen," voegde hy er wysgeertg aan toe, „het water vloeit naar de zee enjle kleine steentjes vinden hun plaats." Hy hield op, om te lulstei die van boven kwamen. „Die Manuel is een gek,” zeide hy goedig; „hy is krankzinnig van jaloezie, omdat ik hier voor vandaag het commando heb. Maar, met dat al. het zyn gevaariyke duivels, die slaven van senor O'Brien. Ik wou dat de stad er van be vrijd was. Er komt nog wel eens oproer waarbij al hun afgunst en krankzinnigheid tot uit barsting komt.” Ik bleef zitten en zeide niets, terwyi de din gen meer begonnen aaneen te sluiten, met kleine snippers nieuws, die Ik hier eq daar In kon passen, als de stukken van een legkaart O’Brien was In het schip, waarvan Ik ont snapt was. verder doorgegaan naar Havana, om een verslag uit te brengen van de terechtstel ling In Kingston; de Rlego's waren natuuriyk met de booten te Rio Medio aan land gezet. „Die arme Don Carlos!” zuchtte Castro mee warig. Jjz hadden de barbaarschheld hem mee r et een schok kwam de autobus In bewe- IVI en Randon Vere kwam met een -k A vaartje jn (jen hoek terecht. „Au!” riep een meisjesstem. Vuurrood werkte Randon zich omhoog uit den schoot van z'n slachtoffer en stamelde een ex cuus. ..Pardon.” zei hy. toen hy in het knappe, gui tige gezichtje van het meisje keek, „de bus vertrok op eens. ziet u. en toen....” ,Ja, de rest weet ik al," luidde het prompte antwoord. „Hoeveel weegt u?” „Ik denk zeventig kilo. Hebt u zich bezeerd?” „De moeite niet waard. Dank u. U kon er trouwens niets aan doen." Randon raapt den grooten. zwaar gevulden buidel op. die op den grond was terecht geko men en onderzocht of die geen schade had ge leden. Toen hy eindelijk de leege plaats, die hy aanvankeiyk wilde bereiken, had ingenomen, greep de tocht z'n hoed. Het meisje pakte hem beet en reikte hem den eigenaar toe. „Hy lag er byna uit,” zei ze. „Ik kan niet zeggen dat de dingen u vandaag meeloopen.” Randen bloosde tot achter z'n ooren. maar antwoordde niet. Toen het meisje de bus ver liet. gebeurde nog het ergste. Hy wilde haar behulpzaam zyn by het openen van X portier, maar bij die gelegenheid scheurde de buidel, dien hy onder z'n arm klemde, een de geheeie Inhoud, een pond rijst, kwam als een hagelbui op het meisje terecht Zenuwachtig sprong Randon op het trottoir en probeerde de ryst uit de haren van het meisje en uit haar kleeren te verwyderen. ,X Is anders geen gewoonte van stommiteiten uit te halen.” stamelde hy. Het meisje zag de verlegen-zenuwachtlge uit drukking op z’n gezicht en begon te lachen. „Ik vond het erg grappig." zei ze. terwyi ze een rijstkorrel van haar ooglid verwyderde. Ook Randon zag opeens den komischen kant van X geval en lachte mee. „Wat wou u eigenlijk met die rijst?" vroeg ze; ,4k hoop niet dat ze voor de lunch bestemd was." „Ik denk van wel.” zei Randon; ,4k ben in pension en omdat ik toch de deur uit moest, had m’n hospita me gevraagd een pond rijst mee te brengen." „U moet nu zeker nieuwe rijst koopen?" „Dat zal X beste zyn." „Ik zal eens met u meegaan." stelde het meisje voor; „er is rijst en rijst en een man kan onmogelyk de goede van de mindere kwa liteit onderscheiden.'' Randon volgde haar onderdanig naar den naastbijzynden kruidenier, die weldra een nieuw pak rijst had klaargemaakt. Bulten gekomen, reikte de jonge dame Ran don de hand. „Nu mynheer." zei ze. „de kennismaking was even genoeglyk als onverwacht. Ik hoop maar, dat de ryst op de plaats van d'r bestemming komt,” en meteen ging ze den hoek om. Op hetzelfde oogenblik viel Randon's aan dacht op een klein, ongunstig uitziend man. dien hy reeds gezien had. toen hy de rijst van de kleedlng van het meisje verwyderde. Hy zag hoe de man haar achterna sloop. Er was geen bepaalde reden om de houding van den man te wantrouwen en toch.... Even verderop keek, de man op en toen hy zag dat hy bespied werd, bleef hy schynbaar- onverschlllig voor een étalage staan. Onmld- deliyk nam Randon een houding aan of hy gewoon doorliep en z'n vermoedens werden be vestigd. toen hy bemerkte dat de man het meisje opnieuw achterna ging. Randon had hem nog niet geheel Ingehaald, toen datgene gebeurde, waarvoor hy reeds eer der gevreesd had. Hy zag den man een zystraat Inrennen met het taschje van het meisje In de hand, zy had een kreet geslaakt en was onmlddeliyk omringd door een nieuwsgierige menigte, die daardoor de vlucht van het indi vidu onbewust vergemakkelykte. De dief had echter bulten Randon gerekend, die hem direct begon te achtervolgen. De man liep hard, maar Randon nog harder. Na enkele minuten had hy hem Ingehaald en gegrepen Randon gaf hem een geduchten opstopper, rukte hem het taschje uit de hand, pakte den man et heele Jaar door kan men boterletters koopen en speculaas, dit laatste keurig verpakt in zakjes en blikjes, maar nooit I zyn deze lekkernyen zoo fyn als In den Sinter- klaastyd en nooit worden zy zoo overmatig ge geten. Om cyfers te noemen, als we het ver bruik van speculaas alleen in November door een fabrikant gebakken op 100.000 pond schat ten, biyven we aan den lagen kant. Hopen we. dat dit getal in dit moeiiyke crisisjaar nog zal worden overtroffen en dat de armen er hun rechtmatig deel van zullen krijgen. Nergens ech ter. ook betrekkelyk niet, wordt zooveel koek ge geten als in de hoofdstad, om twee redenen, waarvan de eerste is, dat de Amsterdammers snoepers zyn. al willen ze X niet weten, en de tweede, dat zy het koek- en speeujaas-eten ver plicht zyn aan den grooten heiligen Nicolaas, die de schutspatroon van Amsterdam is. Reeds vroeger was het gebruik, dat de Am sterdammers in den Sint Nicolaastyd in de «rukte van het .JJammerack” de koektentjes en kruiwagens volstapelen met koeken (de z.g. Claeskoecken) en andere lekkernyen. Er werd ontzaglyk gegeten en niet minder gedronken en zoo was in dien goeden ouden tyd Sinterklaas een feest van groot jolyt. De Claescoecken. die nu eenmaal een naam hadden op te houden, bleten niet langer koeken zonder meer, maar namen vormen aan van menschen. en wel voor- nameiyk van Sinterklaas zelf. wy. menschen van dezen tyd. hebben daar nooit bezwaar in gezien, maar destyds vonden velen een heilige Van koek ietwat beleedlgend en de stemming tegen deze koeken werd zóó fel, dat de over heid meende te moeten ingrijpen en de koeken verbood. En zoo kwam de verordening los. die gebood „geen coeck, broodt, suycker. ofte andere eetwaren te verkoopen. hebbende het fagon van eenlge beelden ofte daer eenigh beeld ofte beel den in ofte op gebacken of gestelt zyn". Niet temin hield de handel het nog een tyd lang vol, zonder dat hy zich aan de verordening stoorde. In de vyftlende en zestiende eeuw kon men er niet toe besluiten om de „claesjens”. die voor de kinderen bestemd waren, een anderen vorm te geven dan van den heiligen bisschop zelf en dit was het juist wat de kinderen ver langden. Uit dien tyd zy het ook met een grooten sprong stammen onze speculaasfiguurtjes groot en klein, en de concurrentie onder de bankers deed nog vele andere vormen vinden ^dkn de Sinterklaasjes, vooral nadat het Sin terklaasfeest niet overal meer als een vroom feest werd gevierd, doch als een louter folklo ristisch geval werd opgevat. Wat al variaties kennen we niet! Daar zyn de Haarlemsche.hal letjes. die rond en plat zyn. de Amhemsche meisjes, ovaal van vorm, de Bossche. Groninger, Deventer en Bredasche koeken, het Jan Hagel en de Goudsche en Utrechtsche spritsAl deze lekkernijen zyn min of meer verwant aan de Claescoecken uit den ouden tyd. En toch handhaaft zich door alles heen het simpele kleine speculaasje, waarin men een of twee fi guren met moeite onderscheiden kan, doch die ons op lateren leert yd weer telkens doen terug denken aan onze jeugd, toen we verslingerd Waren op deze speculaasjes. Andere vormen als wiegen, paarden e.d. zyn minder goed bewaard gebleven. En vooral het .varken" is in discrediet geraakt, evenals de bond, het schaap en zooveel meer, en als ze nog te vinden zyn. dan zyn ze veel te echt en hebben niet meer dien gezelligen oubolllgen vorm. Maar wél hebben de groote en kleine vrijers de troebelen der tyden overleefd, zy hebben stand gehouden, groot en klein. Waar deze vrijers vandaan komen, vertelt Ter Gouw ons in zyn bekende folkloristisch wérk. Sint Ni colaas. die de beschermer der kinderen was. liet bet niet by de kinderen alleen. Hy bemoeide zich ook met de oudere Jongelieden en daar hy den naam van ..heiligmaker” had, maakte hy niet alleen .Jieillg”, maar ook het .Jiylik" ofte wel huweiyk. Deze woordspeling was in den volksmond voldoende om hem tot patroon en en vertrouweling der minnende paartjes te maken en hiertegen kon geen bezwaar zyn. zoo lang de minnekoozenden heln en zyn patronaat niet te schande maakten. Welk bezwaar kon de Heilige hebben tegen het goede en«bloeiende huweiyr? als hy dan toch zooveel van kinderen hield? De volksfantasie, die zoo vaak gelyk heeft, heeft ook hier weer het juiste doel ge schoten. En zoo ontstond de speculaas-vryer, die zoo groot gebakken werd als de koekdeeg het maar toeliet. De variaties waren ontelbaar. Er waren gemoedelyke vrijers en vrysters, opge- dirkte exemplaren, verguld en versierd. Maar lang duurde dit niet, want al dat verguldsel bleek nadeellg voor de gezondheid en zoo raakte het uit de mode om nooit meer terug te Jteeren en zeker zou onze moderne hygiëne nog wel meer bezwaren tegen dat geverf hebben dan knen vroeger reeds had. In 1862 kon men voor het raam van een hakker aan den Helligeweg een merkwaardige expositie van vrijers en vrijsters aanschouwen, Waarby het onderstaande vers te lezen was: op dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f NE it by een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Cfl by een breuk van f A fl by verlies van "n S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen f «Jlzl/lr.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodeiyken afloop f een voet of een oog g duim of wijsvinger been of arm f anderen vinger

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 13