Koekdeegvrijers en speculaas
H
f 50.
f 75.930.
1
u&fiaal van den dag
f
REVEILLON
ATLANTA - BRUSSEL
I
PAKJE SA VONA—
SINTERKLAAS IN OUD-
AMSTERDAM
ii
ONZE
258e
UITKEERING
DE KLEINE ANNIE EN HET
SPOOKHUIS
HET KAPERSNEST
l
List tegen list
Alle abonné
DINSDAG 5 DECEMBER
OM
TE VIEREN
Verloopen gebruiken
Een stuk van Shaw zal
worden verfilmd
i
Het pond rijst
Oudheidkundige vond
sten in de Aya Sophia
ingevolge de
voor
onze
den Heer
aan
Ie
1 WAARMEDE
THANS
EEN
TOTAAL
BEDRAG
VAN
'aan onze verzekerde abonnés is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
Groote spinnen in Siam
2
j
De staatsloterij te New-
South-W ales
Uit het vreemdelingen
legioen gevlucht
Roomtche „superstitiën”, Claet-
coecken en kramen
H
V
JOSEPH CONRAD
-1
abonnés geldende
gratis-ongevallen-verzekering
DE VROOLIJKSTE EN
VOORDEELICSTE WIJZE
I
f
I
h
I DUS LIST TENENL/ST'
H. H. LENSEN, Driekoningenstraat 5, Arnhem,
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
MARTIN BE RD SN
(Nadruk verholen)
met
s
llillll
llllllllllllllllillllllllilllltillllllllllllllllilIllllllllllMII
K«foCR».
tr
is
30.
i Wordt vervolgd)
VOLLEDIG PENSION IN LUXE KAMERS
EN PRIVE BADFl.6-
zijn hals en leunde tegen het beschot. Het hel
dere licht van de partyspoort verguldde de om
trekken van zijn lichaam, terwijl hij meedeln-
de met de muziek en zijn lange vingeren over
de snaren bewoog, die tinkelden met metalen
geluid. Met een neusklank zong hij:
bedroeg
ruim
Toen Randon dien avond i'n speech beëin
digd had, kwamen er verschillenden uit het
gebouw bij hem, om te zeggen dat hij nog nooit
zoo flink en overtuigend gesproken had. Sir Ar
thur had hem met de grootste aandacht gevolgd
en van tijd tot tijd zei hij iets tegen z'n doch
ter. die bevestigend knikte.
„Ik heb een particulier secretaris noodlg." zet
hij na afloop tot den jongen man. „Is dat mis
schien iets voor u?"
Randon nam den post met belde handen aan
en zes maanden daarna ruilde hij dien voor de
positie van schoonzoon van Sir Arthur.
„En vertel me nu eens," vroeg de jonge me
vrouw Vere. toen men hen na het huwelijk met
rijst bestrooide, „wat gebeurde er met het derde
pond rijst, dat we dien dag gekocht hadden?”
„Dat heb ik in de taxi laten liggen,” lachte
Randon.
„Luister! zeggen de jonge meisjes,
Als zij zich haasten naar t venster.
Luister! O, zeker, dat ts de guitaar van
Man u el del Popolo,
Terwijl hij In t schemerlicht,
Glijdt langs den muur!....”
I
I
t f
ROMAN VAN
Na een opwindende vlucht uit het Fransche
vreemdelingenlegioen zijn te Gibraltar aange
komen Leslie Hale, een Engelschman. en Ro
bert Christie, een Australiër. Zij waren uit een
hospitaal in Rabat ontsnapt en slaagden er m
aan boord te komen van een Britsch stoom
schip te Casablanca.
I
nuninninninnnininiiiniinninnnininiuiniiinnË
I
In de vroegere Kathedraal van Const an tl-
nopel, die sedert de Turksche overheersching
als Moskee werd gebruikt, de Aya Sophia, heeft
de Amerlkaansche archeoloog Thomas Whitte
more uit Boston, in een der gewelven kostbare
sieraden uit den tijd der oude Christenen ont
dekt. Onder de ornamenten van den vloer In de
voorhal werden verscheidene gouden kruisen
gevonden, die van voor de twaalfde eeuw stam
men. Voorts werd een Christusbeeld uit de
negende eeuw en een gouden, met smaragden
en paarlen bezetten troon gevonden. De Turk
sche regeerlng heeft gelast, dat de gevonden
kostbaarheden in het openbaar tentoongesteld
zullen worden.
Voor de eerste maal zal een stuk van Ber
nard Shaw in Amerika verfilmd worden.
De beroemde schrijver heeft zijn meenlng ge
wijzigd en toegestaan dat zijn stuk „Hie Devils
Dlscip’e” in het voorjaar door de „Radio Pic
tures” tot een film wordt gemaakt, waarin
John Barrymore de hoofdrol zal vervullen.
„The DevflS Disciple" is een stuk over de
Amerlkaansche revolutie.
Het werd voor het eerst opgevoerd in 1899.
Toen men G. B. 8. de eerste maal het voorstel
deed een van zijn stukken te doen verfilmen,
antwoordde Shaw:
„Ik geloof niet, dat Hol'ywood de eerste tien
jaar iets van mijn werk onder handen zal
krijgen."
Hij weigerde kortaf om aan het voorstel ver
der aandacht te besteden. Thans heeft hij zijn
opinie volkomen gewijzigd.
Dat er op aarde nog steeds streken bestaan,
waarin nieuwe dieren zijn te ontdekken, blijkt
uit het verslag van den Amerlkaanschen onder
zoeker dr. Hugh M. Smith, die onlangs een reis
heeft gemaakt door nog weinig bekende deelen
van Siam. Zoo vond hij in het door menschen
verlaten bergland van Noord-Siam in de na
bijheid van een rivier den bodem bedekt met
een dik tapijt van groote spinnen, hooiwagens,
welker pooten bijna seven centimeter lang wa
ren. De geheele grond scheert zich in een
merkwaardig krabbelende beweging te bevin
den. Toen de dieren tegen den avond over een
groote hoeveelheid droge bladeren kropen, was
de lucht vervuld van *n geluld van een sterken
regenval.
HEEl(jOEDMUN-\
HEER FLETóHER, IK
ZALU REZE HÓEKKA\
MER GEVEN', O/ESlAAh
N/ET INVERBINDING
MET DEREZZ VAN I
k 'T HUK> J
DE ADVOCAAT EN VR/ENDEN VAM MACK\
ZUN OOA IN DJ T HOTEL. HAAR //y dftf KA 4
NEE KUNNEN ZEONS NIET HOOREN /KHeA
EEN HOOFQKWART/ER KOORKNAAP HEt\
HUN VAN FLUIT DAAR NIETGERH/KT VUOTj
gCNNEN'
'BONJOUR. INSPECTEUR UBENTER\
GAUW /KZ/E DATUi/iEMANNEN MEEA
GEBRACHT HEBT IK HEB/ETC, VOORD
TE DOEN UBEHT NU QNóEVEERQPOG,
N/OOCjTF vanoezaak
Het was een heel lang lied.... Tusschen het
tokkelen op de snaren door, die hy in X wilde
weg sloeg of de melodie aan het toeval werd
overgelaten, maakte hij nog allerlei handbewe
gingen. Zijn oogen staarden als in de verte naar
den wand boven zijn hoofd. De vertoonlng ont
stelde me en bracht mjj in verwarring.... Ik
vroeg mij af. of ze mij hiervoor ontvoerd had
den. ’t Was óm aan je verstand te twijfelen....
Het spel ging decrescendo en zijn vervoerde
trekken namen hun gewone droefgeestigheid
weer aan.
Op dit oogenblik stak Castro zijn hoofd door
de deur en trad vervolgens heelemaal binnen
Hij zuchtte met een soort voldoening en het
leek, dat hij een moeilijk karwei had ten einde
gebracht.
„Boven is de boel wat opgeknapt.” ze! hij tot
Manuel del Popolo; „je kunt gaan toezlcn op je
reilen.... Gauw maar; het wordt M laat.”
bij z’n kraag en schudde hem heen en weer.
.Je hebt je straf beet," zei hij, „maak nu maar
dat je wegkomt, vóór een agent je voor het
gevalletje inrekent."
De dief liet het zich geen tweemaal zeggen
en poetste zoo gauw hij kon de plaat.
WE MOETEN D/E BENDE 5CHERP
IN 'TOOG HOUDEN. ZE ZULLEN ALLES
doen om mack vru tekrugen. hu
ISbEN MOORDENAAR MAAR ALS WE Ut
ZAAK ALLEEN AAN DE RECHTBANK O-
verla ten, wórdt hu vrjj gesdroken
zacht je zyn
zei hij. „Ja, in
Te» naar de klanken
(Korte Inhoud van het vooraf?»ande: John
Kemp. een Engelschman uit Kent, ont
moet Carlos Riego ‘n vriend van den verloof
de van ziln zuster Veronica. Ralph Rooksbv
Bil een achtervolging door de gendarmen
vinden Carlos en zUn metgezel een schuil
plaats OH Rooksbv BH een bezoek aan
Carlos werd Kemp gearresteerd, maar la
ter door Rangslev den leider van de smok
kelaars. weer bevrtfd Kemp wykt dan met
Carlos uit naar Jamaica waar hij jverk tracht
te vinden op de plantages van Rooksby. die
door MacDonald worden beheerd Ook komt
bil hier in kennis met den rechter O’ Brien
en Don Ramon, die Kemp willen overha
len dienst te nemen oü zeeroovers die Rio
Medio als basis hadden. Als hli hier niet
op Ingaat, wordt hU overweldigd en aan
boord van een schip gebracht. HU weet
echter spoedig te ontsnappen en wordt op
gepikt door een ander schip, dat hem naar
Havanna zal meenemen Nabij de Cubaan-
ache kust worden zli echter door zeeroo
vers, die onder bevel staan van een vriend
*an Carlos. Thomas de Castro, overvallen
John Kemp wordt gevangen genomen en op
het Kaperschip gebracht).
pakte zijn mandoline, sloeg den riem om
Als er strakjes weer gebeld wordt
Vliegen allen naar de deur.
Want u weet, op pakjesavond.
Stelt de bel ons nooit teleur.
Men verwacht toch een verrassing
En natuurlijk ook ad rem.
Is het pakje van een hadr niet,
Wel, dan is het van een hèm!
Veel papier en menig rijmpje....
Maar de prikkels zijn niet mis!
Doch men voelt gauw aan de steken
Wie de schrijver er van is!
Pakjesavond biedt verrassing,
Dikwijls een, die u.bekoelt
Maar bedenk daarbijeen grapje
Is toch altijd goed bedoeld!
Kijk, daar heb je pa bijvoorbeeld.
Wie dien aschbak geven dorst?
Is dat soms een stiekum wenkje.
Dat hjj altijd pijpasch morst?
Broerlief grinniktiets verlegen.
Met een das wordt hij verrast!
Bindt degene, die de das zond.
Hem soms met een strikje vast?
Zus wordt rood... en allen kijken.
Maar tenslotte ts het ma.
Die de aandacht handig afleidt:
Wie wil nog een kop choc’laZ
Sint Nicolaas. op reis naar hier.
Die stuurde voor een dag of vier
Een aantal Japaneezen,
Gebakken van hetzelfde deeg,
waarvan men vroeger vrijers kreeg.
Zoo flink ze er mochten wezen.
^IJMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiininiiniiiiim
f 50keerden wij heden uit
I
i
i
Ik herinnerde me dat Tomas van zijn mis
noegen had blijk gegeven, toen ik hem in bet
bijzijn van Lumsden en Cowper scheen te her
kennen. H»j deed zijn oogen weer dicht. Na een
tijdje voegde hy er aan toe:
„Vaya! t Is ten slotte dwaasheid bang te
zijn je te compromitteeren. Je zoudt nooit ge-
looven. wat een losbandig leven zijne excel
lentie don Balthasar geleld heeft, als je zijn zil
veren haren ziet. Ze zeggen, dat hij eens. heel,
heel lang geleden, te Sevilla, drie monikken ge
dood heeft, X Was in die dagen gevaarlijk
tegen de kerk te handelen.
Hij hield even op en wierp
schoenen uit. „Je stikt hier.”
i vroeger tijd.
Plotseling keerde hij zich tot my en eel met
buitengewoon levendige belangstelling:
„En wilden ze een gentleman als u dan han
gen. als ze u te pakken kregen? Wat *n barba
ren zijn jullie Engelschen toch! wat *n bar
baren!.... Als kannibalen! U hebt goed gedaan
zoon tegenstand te veinzen. Quel pays!.... En
wat een volk!Ik droom nog van hen.De
oogen; de tanden! X Is goed, hoor! Over een
uur zijn we in Rio. Ik moet slapen....*
Ditmaal waren dus de vrijers tot Japaneezen
omgewerkt en wel in verband met een hoog Ja-
pansch gezelschap, dat een bezoek aan onze
hoofdstad bracht.
In oude geschriften vinden we talrijke ver
halen uit den tijd, dat het Amsterdamsen stads
bestuur in de Sint Nicolaasviering met leede
oogen een uiting zagen van de Pajpsche super
stitiën. Op een vijfden December verschenen de
schout en enkele schepenen om een verorde-
ning af te kondigen, dat op straat geen lekker
nijen mochten verkocht worden. Wie het toch
deed, was zjjn negotie kwijt. A1b kinderen koch
ten. waren de ouders strafbaar en als een dienst
meisje kocht, moest mevrouw het ontgelden. De
oorzaak van dit verbod werd gevonden in het
volksgeloof, dat al die lekkernijen van Sint
Nicolaas zelf afkomstig waren en zoolets te ge-
looven, zou een ramp geweest zijn voor de we
reld van die dagen. Kortom; het werd in strijd
geacht met Gods woord en dus radicaal ver
boden.
Het hielp bitter weinig, zóó weinig, dat de
overheid het langen tijd noodlg oordeelde, het
verbod te herhalen. Op 3 December 1638 werd
een nieuw besluit gepubliceerd, omdat de toe
loop en de feestelijkheden te uitbundig werden.
Het staan met kramen, stalletjes en kruiwagens
werd verboden. Geen bewoner van Dam, Dam
rak of Nes mocht de plaats voor hun huls ver
huren aan neringdoenden, wilden zij niet in de
kast terecht komen. Dit alles geschiedde om
paal en perk te stellen aan die vervloekte „su
perstitiën". Maar het haalde weer niets uit.
Wie van Sinterklaas houdt, laat zich niet door
zulke maatregelen ringelooren of heeft er de
provoost voor over. Zjjn naamdag werd gevierd
met luid gejuich en feestrumoer: zelfs al kwam
het nu en dan tot vechtpartijen. Vanaf dat
oogenblik begon het stadsbestuur na te denken
en te overwegen, dat men beter den maatregel
ieder jaar een weinig kon verzachten om ten
slotte voor goed te zwijgen. Aldus geschiedde en
niet alleen zweeg de overheid, doch ook de pre
dikanten lieten na de overheid te bewerken.
Deze predikanten nJ. hadden zich de gewoonte
eigen gemaakt om ieder jaar een bezoek bij de
stadsregeering af te leggen, by welke gelegen
heid duchtig van gedachten werd gewisseld om
trent al die bekende en hierboven reeds ver
melde .superstitiën" van Roomsche zyde. waar-
by men niet verzuimde den nadruk te leggen
op de „afgodische abuyzen en stoutlchfieden"
die op .Bint Nlcolaï-dag" werden bedreven. De
practyk echter dwong het stadsbestuur een
andere houding aan te nemen en zie, nadat de
eerwaarde predikanten jarenlang met groote
voorkomendheid waren ontvangen, werden zy
in 1662 met een opvallende koelheid bejegend.
Men wees de predikanten er op. dat het hun
taak was zich onledig te houden met kerkeiyke
aangelegenheden, maar dat zy het toezicht op
de naleving der gemeenteiyke verordeningen
maar liever aan de wereldiyke autoriteiten
moesten overlaten. Sinds dien verliepen de har-
teiykheden in formaliteiten, tot zy langzaam
aan uitstierven. Maar ook de Sint Nicolaas-
drukte aan oubollige kraampjes verliep en
werd vervangen door een groote drukte in de
heele stad, wier winkelstraten de dagen vóór
het groote feest krioelen van koopers
Dit moge ook dit crisisjaar weer het geval
zyn....
Manuel's oogen hadden een stille schittering
en hy stapte de deur uit. of hy een donderwolk
om zyn hoofd had.
Tomas Castro wendde zich hlerby tot my.
„Bent u beter?" vroeg hy welwillendU
spande zich te veel In.... En nog. als u gewild
hadtHij nam de mandoline op en begon
achteloos op de snaren te tokkelen.
Ik merkte op dat hy veranderd was; hy was
dikker geworden In de afgeloopen jaren; de
verwarde krullen van zyn baard vertoonden
hier en daar kleine gryze haren. Hy zag er naar
uit of hy ten slotte nog niet zoo n kwaad leven
gehad had. Hy boog zyn hoofd over de snaren,
sloeg er een aan, legde vervolgens het instru
ment op de tafel en liet zich op de matras
neervallen.
„Wilt u wat rum?” zei hy. „U bent breed en
sterk geworden als een stier.... U deedt al die
kerels vluchtenJe zoudt gedacht nebben, dat
u het uit ernst deed.... Jongen, jongen!" Hy
strekte zich in volle lengte op die matras uit en
sloot de oogen.
Ik keek hem aan. of ik sporen van Ironie
ontdekte. Maar neen. Hy sprak rustig en be
rispte my zelfs, dat ik mijn voorgewenden
tegenstand verder dan een grap had doorge
voerd.
„U vocht, te hard; heel wat kerels hebben
wat klappen opgeloopen en geen zuinige. Dat
zal u vyanden bezorgd hebben. De kapers van
dat vuile.stadje zyn wraakzuchtige en ver
waande lieden. Past u maar op, anders krygt u
een mes in uw iyf....-
HAD DRAAD EÊiï\ f,
KAMERlm tHOTEL
VOOREEN LONt-ER ENTJE
MET M’N VR/ENDEJT
BREN0ZE3UNE als
TE KÓMEN ENZORDEL
10OR DAT jVE N/ETGE
STOORD WORDEN J
..Daar ben ik al weer,” zei Randon, toen hy
het doodsbleeke meisje haar taschje overreikte.
Dit keer lachte ze niet, maar keek hem ern
stig aan.
„Ik hoop dat u zich niet bezeerd hebt.”
„Ik niet, maar die andere kerel wel."
Belden barstten in lachen uit en hy vertelde
hoe de rijst weer als versch gevallen sneeuw
op het asfalt was terecht gekomen.
„Wilt u misschien even met me meegaan, om
weer nieuwe ritst te koopen?”
Toen Randon
weer met een j
sleuwen zak rtjst
mder z'n arm liep.
zroeg hy 't meisje j
>f ze er iets voor j
roeide om ergens j
net hem te gaan
luchen.
„Graag, maar om half drie moet ik ergens
zyn.”
„O. dan hebben wij nog overvloed van tyd
Na vyf minuten zat hy met haar te praten,
of hy haar reeds z’n heele leven gekend had.
Hy vertelde haar dat hy zoon beetje schreef
voor de bladen, maar dat hy hoofdzakeiyk op
trad als spreker op politieke vergaderingen.
„Dat lykt me wel interessant,” vond ze.
..Dat is t ook." antwoordde Randon.
„Ik ben verbonden aan t Centraal bureau
en spreek byna lederen avond ergens anders.
Vanmiddag moet ik weer naar Fulham. Het
publiek moet daar worden voorgelicht omtrent
de voortreffeiyke hoedanigheden van den een
of anderen Idioot die In X Parlement moet. Ik
weet waarachtig niet eens meer hoe hy heet.-
„U spreekt wel erg oneerbiedig over ons Par
lement"
.Misschien wel. Maar het zal wel weer de een
of andere luie kerel zyn, die z'n geld In een
thee- of suikerplantage heeft zitten."
„Of in de rijst.” lachte zy. „Maar nu moet
ik toch heusch gaan."
Buiten de lunchroom gaven ze elkaar de hand.
„Ik dank u.” zei ze by X afscheid, „het is een
echt gezellige middag geweest. Tot ziens.”
Toen Randon alleen was. drong het eerst tot
hem door, dat ze „tot ziens' had gezegd. Enfin,
dat gezegde beteekende weinig. Hy had niet
eens haar adres gevraagd
Hy keek op z'n horloge en besloot z'n hospita
maar op de rtjst te laten wachten. Hy riep een
taxi en liet zich naar Sir Arthur brengen, den
candldaat, over wlen hy dien avond spreken
zou Z’n gedachten waren echter meer by een
paar leuke lachende blauwe oogen en een ge
zellig wipneusje dan by de politiek.
Sir Arthur, de toekomstige candldaat voor
het Parlement, was een vrtendelyk. Innemend
mensch en toen hy met Ronald kennis maak
te, trok deze tn gedachten alle leeiyke dingen
in, die hy dien middag over hem gezegd had.
„Aha. mijnheer Vere.” zei Sir Arthur, ,4k heb
gehoord dat u een uitstekend spreker bent. Kom
binnen, laat ik u even aan m n dochter voor
stellen."
Ze traden binnen en Ronald wenschte on
dit oogenblik dat de grond vaneen zou splyten
en hem verzwelgen. Hy durfde de dochter van
Sir Arthur, die niemand anders was dan het
meisje uit de autobus, nauwelijks aankyken.
„Goeden middag, mynheer Vere." groette zij
vrlendeiyk, ,Jk ben erg nieuwsgierig u vanavond
te hooren spreken."
De staatslotery van New-South-Walea hcett
een winst van 757J27 pond gemaakt.
De bruto opbrengst van de loten
2.135.673 pond, terwijl aan prtjzen
1300 000 pond werd uitbetaald.
te voeren In den nacht; door dien rauwen mist.
Hy deed niets dan hoesten; ik kon hem amper
meer verstaan. Hy kon zelfs niet meer spreken
met my zyn Tomas. Het was erbarmeiyk
Geen woord kon hy uitbrengen, toen wy het
paleis bereikten."
Ik kon In 't geheel niet begrijpen, waarom
ik een tweede maal ontvoerd was. Castro zeide,
dat O'Brien niet ongeneigd geweest was my
Havana te laten bereiken. Maar Carlos was het
geweest, die Tomas had opgedragen my van de
..Breeze" weg te halen. In den guren ochtend,
voordat de schoener kon vertrokken zyn. was
hy naar beneden gekomen om Tomas Castro
heel uitvoerig aanwyzingen te geven; ja en
Juist onder het spreken met Tomas had hy een
bloedspuwing gekregen.
Hy zeide me: „Wees nu voorzichtig. Luis
ter. Hy is mijn beste vriend, die senor Juan....
Ik houd van hem. of hy myn eigen broeder was
Wees heel voorzichtig, Tomas Castro. Laat
het den schyn hebben, of hy zeer tegen zyn
zin by ons komt. Laat hem door heel veel man
nen aan boord sleenen. Je moet begrtjpen.
Tomas, hy is een jongen van edele familie en
je moet even veel zorg hebben hem niet te com-
promitteeren als je zorg hebt voor de eer van
Onze Lieve Vrouw."-
Tomas Castro keek schuin naar my op.
„U zult een goed verslag over my kunnen
geven.” zeide hij. „Ik heb myn best gedaan.
Als u gecompromitteerd bent, is het uw schuld
geweest, door mtf toe te spreken als een be
kende.*
me om
Hy had zijn handen op zyn bulk samenge
vouwen, die zoo rond was als een pudding. Na
een tydje opende hy de oogen en keek naar de
dansende weerkaatsing van het water tegen de
vuile zoldering.
.Er aan te moeten denken, dat ik u nu weer
zie, na al die jaren!” zeide hy. „Ik geloofde
myn ooren niet, toen Don Carlos my vroeg u
op deze manier te gaan halen. Wie zou het
hebben kunnen gelooven? Maar, zooals se zeg
gen," voegde hy er wysgeertg aan toe, „het
water vloeit naar de zee enjle kleine steentjes
vinden hun plaats."
Hy hield op, om te lulstei
die van boven kwamen.
„Die Manuel is een gek,” zeide hy goedig; „hy
is krankzinnig van jaloezie, omdat ik hier voor
vandaag het commando heb. Maar, met dat al.
het zyn gevaariyke duivels, die slaven van
senor O'Brien. Ik wou dat de stad er van be
vrijd was. Er komt nog wel eens oproer waarbij
al hun afgunst en krankzinnigheid tot uit
barsting komt.”
Ik bleef zitten en zeide niets, terwyi de din
gen meer begonnen aaneen te sluiten, met
kleine snippers nieuws, die Ik hier eq daar In
kon passen, als de stukken van een legkaart
O’Brien was In het schip, waarvan Ik ont
snapt was. verder doorgegaan naar Havana, om
een verslag uit te brengen van de terechtstel
ling In Kingston; de Rlego's waren natuuriyk
met de booten te Rio Medio aan land gezet.
„Die arme Don Carlos!” zuchtte Castro mee
warig. Jjz hadden de barbaarschheld hem mee
r et een schok kwam de autobus In bewe-
IVI en Randon Vere kwam met een
-k A vaartje jn (jen hoek terecht.
„Au!” riep een meisjesstem.
Vuurrood werkte Randon zich omhoog uit den
schoot van z'n slachtoffer en stamelde een ex
cuus.
..Pardon.” zei hy. toen hy in het knappe, gui
tige gezichtje van het meisje keek, „de bus
vertrok op eens. ziet u. en toen....”
,Ja, de rest weet ik al," luidde het prompte
antwoord. „Hoeveel weegt u?”
„Ik denk zeventig kilo. Hebt u zich bezeerd?”
„De moeite niet waard. Dank u. U kon er
trouwens niets aan doen."
Randon raapt den grooten. zwaar gevulden
buidel op. die op den grond was terecht geko
men en onderzocht of die geen schade had ge
leden. Toen hy eindelijk de leege plaats, die
hy aanvankeiyk wilde bereiken, had ingenomen,
greep de tocht z'n hoed. Het meisje pakte hem
beet en reikte hem den eigenaar toe.
„Hy lag er byna uit,” zei ze. „Ik kan niet
zeggen dat de dingen u vandaag meeloopen.”
Randen bloosde tot achter z'n ooren. maar
antwoordde niet. Toen het meisje de bus ver
liet. gebeurde nog het ergste. Hy wilde haar
behulpzaam zyn by het openen van X portier,
maar bij die gelegenheid scheurde de buidel,
dien hy onder z'n arm klemde, een de geheeie
Inhoud, een pond rijst, kwam als een hagelbui
op het meisje terecht
Zenuwachtig sprong Randon op het trottoir
en probeerde de ryst uit de haren van het meisje
en uit haar kleeren te verwyderen.
,X Is anders geen gewoonte van
stommiteiten uit te halen.” stamelde hy.
Het meisje zag de verlegen-zenuwachtlge uit
drukking op z’n gezicht en begon te lachen.
„Ik vond het erg grappig." zei ze. terwyi ze
een rijstkorrel van haar ooglid verwyderde.
Ook Randon zag opeens den komischen kant
van X geval en lachte mee.
„Wat wou u eigenlijk met die rijst?" vroeg
ze; ,4k hoop niet dat ze voor de lunch bestemd
was."
„Ik denk van wel.” zei Randon; ,4k ben in
pension en omdat ik toch de deur uit moest,
had m’n hospita me gevraagd een pond rijst
mee te brengen."
„U moet nu zeker nieuwe rijst koopen?"
„Dat zal X beste zyn."
„Ik zal eens met u meegaan." stelde het
meisje voor; „er is rijst en rijst en een man
kan onmogelyk de goede van de mindere kwa
liteit onderscheiden.''
Randon volgde haar onderdanig naar den
naastbijzynden kruidenier, die weldra een nieuw
pak rijst had klaargemaakt.
Bulten gekomen, reikte de jonge dame Ran
don de hand.
„Nu mynheer." zei ze. „de kennismaking was
even genoeglyk als onverwacht. Ik hoop maar,
dat de ryst op de plaats van d'r bestemming
komt,” en meteen ging ze den hoek om.
Op hetzelfde oogenblik viel Randon's aan
dacht op een klein, ongunstig uitziend man.
dien hy reeds gezien had. toen hy de rijst van
de kleedlng van het meisje verwyderde. Hy zag
hoe de man haar achterna sloop. Er was geen
bepaalde reden om de houding van den man
te wantrouwen en toch....
Even verderop keek, de man op en toen hy
zag dat hy bespied werd, bleef hy schynbaar-
onverschlllig voor een étalage staan. Onmld-
deliyk nam Randon een houding aan of hy
gewoon doorliep en z'n vermoedens werden be
vestigd. toen hy bemerkte dat de man het meisje
opnieuw achterna ging.
Randon had hem nog niet geheel Ingehaald,
toen datgene gebeurde, waarvoor hy reeds eer
der gevreesd had. Hy zag den man een zystraat
Inrennen met het taschje van het meisje In
de hand, zy had een kreet geslaakt en was
onmlddeliyk omringd door een nieuwsgierige
menigte, die daardoor de vlucht van het indi
vidu onbewust vergemakkelykte.
De dief had echter bulten Randon gerekend,
die hem direct begon te achtervolgen. De man
liep hard, maar Randon nog harder. Na enkele
minuten had hy hem Ingehaald en gegrepen
Randon gaf hem een geduchten opstopper, rukte
hem het taschje uit de hand, pakte den man
et heele Jaar door kan men boterletters
koopen en speculaas, dit laatste keurig
verpakt in zakjes en blikjes, maar nooit
I zyn deze lekkernyen zoo fyn als In den Sinter-
klaastyd en nooit worden zy zoo overmatig ge
geten. Om cyfers te noemen, als we het ver
bruik van speculaas alleen in November door
een fabrikant gebakken op 100.000 pond schat
ten, biyven we aan den lagen kant. Hopen we.
dat dit getal in dit moeiiyke crisisjaar nog zal
worden overtroffen en dat de armen er hun
rechtmatig deel van zullen krijgen. Nergens ech
ter. ook betrekkelyk niet, wordt zooveel koek ge
geten als in de hoofdstad, om twee redenen,
waarvan de eerste is, dat de Amsterdammers
snoepers zyn. al willen ze X niet weten, en de
tweede, dat zy het koek- en speeujaas-eten ver
plicht zyn aan den grooten heiligen Nicolaas,
die de schutspatroon van Amsterdam is.
Reeds vroeger was het gebruik, dat de Am
sterdammers in den Sint Nicolaastyd in de
«rukte van het .JJammerack” de koektentjes
en kruiwagens volstapelen met koeken (de z.g.
Claeskoecken) en andere lekkernyen. Er werd
ontzaglyk gegeten en niet minder gedronken en
zoo was in dien goeden ouden tyd Sinterklaas
een feest van groot jolyt. De Claescoecken. die
nu eenmaal een naam hadden op te houden,
bleten niet langer koeken zonder meer, maar
namen vormen aan van menschen. en wel voor-
nameiyk van Sinterklaas zelf. wy. menschen
van dezen tyd. hebben daar nooit bezwaar in
gezien, maar destyds vonden velen een heilige
Van koek ietwat beleedlgend en de stemming
tegen deze koeken werd zóó fel, dat de over
heid meende te moeten ingrijpen en de koeken
verbood. En zoo kwam de verordening los. die
gebood „geen coeck, broodt, suycker. ofte andere
eetwaren te verkoopen. hebbende het fagon van
eenlge beelden ofte daer eenigh beeld ofte beel
den in ofte op gebacken of gestelt zyn". Niet
temin hield de handel het nog een tyd lang
vol, zonder dat hy zich aan de verordening
stoorde. In de vyftlende en zestiende eeuw kon
men er niet toe besluiten om de „claesjens”. die
voor de kinderen bestemd waren, een anderen
vorm te geven dan van den heiligen bisschop
zelf en dit was het juist wat de kinderen ver
langden.
Uit dien tyd zy het ook met een grooten
sprong stammen onze speculaasfiguurtjes
groot en klein, en de concurrentie onder de
bankers deed nog vele andere vormen vinden
^dkn de Sinterklaasjes, vooral nadat het Sin
terklaasfeest niet overal meer als een vroom
feest werd gevierd, doch als een louter folklo
ristisch geval werd opgevat. Wat al variaties
kennen we niet! Daar zyn de Haarlemsche.hal
letjes. die rond en plat zyn. de Amhemsche
meisjes, ovaal van vorm, de Bossche. Groninger,
Deventer en Bredasche koeken, het Jan Hagel
en de Goudsche en Utrechtsche spritsAl
deze lekkernijen zyn min of meer verwant aan
de Claescoecken uit den ouden tyd. En toch
handhaaft zich door alles heen het simpele
kleine speculaasje, waarin men een of twee fi
guren met moeite onderscheiden kan, doch die
ons op lateren leert yd weer telkens doen terug
denken aan onze jeugd, toen we verslingerd
Waren op deze speculaasjes.
Andere vormen als wiegen, paarden e.d. zyn
minder goed bewaard gebleven. En vooral het
.varken" is in discrediet geraakt, evenals de
bond, het schaap en zooveel meer, en als ze
nog te vinden zyn. dan zyn ze veel te echt en
hebben niet meer dien gezelligen oubolllgen
vorm. Maar wél hebben de groote en kleine
vrijers de troebelen der tyden overleefd, zy
hebben stand gehouden, groot en klein. Waar
deze vrijers vandaan komen, vertelt Ter Gouw
ons in zyn bekende folkloristisch wérk. Sint Ni
colaas. die de beschermer der kinderen was. liet
bet niet by de kinderen alleen. Hy bemoeide
zich ook met de oudere Jongelieden en daar hy
den naam van ..heiligmaker” had, maakte hy
niet alleen .Jieillg”, maar ook het .Jiylik" ofte
wel huweiyk. Deze woordspeling was in den
volksmond voldoende om hem tot patroon en
en vertrouweling der minnende paartjes te
maken en hiertegen kon geen bezwaar zyn. zoo
lang de minnekoozenden heln en zyn patronaat
niet te schande maakten. Welk bezwaar kon
de Heilige hebben tegen het goede en«bloeiende
huweiyr? als hy dan toch zooveel van kinderen
hield? De volksfantasie, die zoo vaak gelyk
heeft, heeft ook hier weer het juiste doel ge
schoten. En zoo ontstond de speculaas-vryer,
die zoo groot gebakken werd als de koekdeeg
het maar toeliet. De variaties waren ontelbaar.
Er waren gemoedelyke vrijers en vrysters, opge-
dirkte exemplaren, verguld en versierd. Maar
lang duurde dit niet, want al dat verguldsel
bleek nadeellg voor de gezondheid en zoo raakte
het uit de mode om nooit meer terug te Jteeren
en zeker zou onze moderne hygiëne nog wel
meer bezwaren tegen dat geverf hebben dan
knen vroeger reeds had.
In 1862 kon men voor het raam van een
hakker aan den Helligeweg een merkwaardige
expositie van vrijers en vrijsters aanschouwen,
Waarby het onderstaande vers te lezen was:
op dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f NE it by een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Cfl by een breuk van f A fl by verlies van "n
S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen f «Jlzl/lr.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodeiyken afloop f een voet of een oog g duim of wijsvinger been of arm f anderen vinger