Door zeeroovers overvallen w DIAM Kinderhoest ^Cct w^Aaal aan den da^ SCHA TKAMERS AAN DEN BOSPORUS VIJF MAANDEN OP WATER EN BROOD 61 DE KLEINE ANNIE EN HET SPOOKHUIS Anders dan vroeger HET KAPERSNEST JECOVITOL VICKS V VafoRub BAK- EN BRAADVET \r w r I- VRIJDAG 8 DECEMBER Bekwame hofjuweliers Mislukte ontvluchting in Zeemonster van 4000 pond gevangen INDISCHE POSTVLUCHTEN i '.'I .1 T JOSEPH CONRAD Vom ’n Xo&and kuiJwn.! u I. Een „aardappeldag” Turkije \7 TU/DEN. HAAR KNIEËN WEIGERDEN Gevolg van verwaarloosde rheumatiek Lotgevallen van drie Engelsche officiearen, die langen tijd in handen van Chineesche bandieten waren WEERSTANDSVERMOGEN \O... bedoel AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ■3 s niiiminmmiu a «SOCAOCS-STHEEMAN X PHARMACIA In de maar ik heb niet de eer, (Ingezonden Mededeeltng) 6> Q ZOG ft Een tnk IT DERDE DEEL DE ONTOEGANKELIJKE STAD EERSTE HOOFDSTUK 33. ♦raag (Wordt Tervoiga» V >v Un <-? •chtedde. I ROMAN VAN n B. n a 4 Q r trokken ze twee maanden achtereen her- derwaarts, steeds met den dood bedreigd. De ..Kwartel” Is op de thuisreis te Bangkok geland. itwykend antwoordde hij: W»ar om de petoet, verliefde gek. De een echte leeuw, als hü Je snapt.” uren nadruk- verboden t e e k De ..Pelikaan” is op de thuisreis Donderdag te Rome aangekomen en de ..Oehoe” la op de uitreis te Marseille geland. r-, j- ic J. IS 81 1. T U 8. e- •n d. in ;n visscherslatijn kunnen houden. Bazi. t. st 1 I 45 ets p. pond - 221 ets p. half pond I. u overreden’.’ O’Brien was heel blij, omdat hü dacht, dat ik eindelijk eens wat belangstelling begon te krijgen voor sün plannen en omdat het een Engelschman in een vernederende positie zou brengen. Ook Seraphlna was blij, omdat ik dikwijls met geestdrift over Jou als een heel moedig en achtenswaardlg man had gesproken. Daarop liet ik Je door Ramon mee- troonen, in de verwachting dat de zaak aan mij zou worden overgelaten.” Zoo had hij het verwacht. Maar in *n gesprek met Ramon had O Brien mü zoo stellig als een heftig separatist hooren beschrijven, dat hU het veilig had gevonden zich geheel bloot te geven. Hij moest daarbij ook gerekend hebben op mijn Jeugd, mijn onnooselheid of mijn ge brek aan beginselen. Toen hij zijn fout ontdekte, had hij spoedig besloten, hoe verder met mü te handelen: en vreezend voor erger, had Carlos hem laten begaan. maken, dat deze slag voor hem was en dig vervolgde hü: „Maar Ik wil u wel even uit den droctn hel pen. kapitein. U verwart mij met mijn broer secretaris. Ik bevond mij in den afschuweljjksten gemoedstoestand en bad om bijstand en voorlich ting. Toen viel mijn blik op jouw die vlak tegen de wielen van ons rijtuig geleund stond. Het was als een antwoord op mijn gebeden. Carlos stak plotseling zijn hand uit en om vatte de mijne. Ik dacht, dat hij Ijlde en voelde mij zeer bekommerd om hem. Hij keek mij zoo ernstig aan met zijn groote oogen en hield maar steeds mijn hand omklemd. I Leeu' ..De doodstraf la er af," zei Adam laconiek, terwijl hij uit zijn ransel alles te voorschijn haalde, wat h\j voor een ongemerkt verdwijnen noodig had. Daaronder bevond zich een keurig burgereostuum, benevens een paar glimmende lakschoenen en een licht Stetstoo-hoedje. Toen hü een paar uur later het eenige hotel ter plaatse verliet, was hU geen .sergeant” maar mijnheer Adam. De stationschef, een lange gebaarde man. die tevens locetbeambte, wisselwachter. telegrafist, ladlngmeester en wie weet wat nog meer in een persoon vereenlgde, viel van verbazing bijna onderste boven, toen de zeldzame reiziger een biljet eerste klasse vroeg. Het was den goeden man m’sschien in geen jaren gebeurd, dat hij zulk een voornaam rei ziger had en hij dacht er aan of dit misschien Bergen van de prachtigste edel st eenen, die een fonkelend licht verspreiden vangen een echte vechtdulvel; maar ik denk niet, dat hij er gemakkelUk op in zal gaan. Lok hem dus naar Ramon en tracht hem te In verband met het sterk afgenomen verbruik van aardappelen hebben de groentehandelaren in Turkije een dringend verzoek tot de regeerlng gericht om een „aardappel-dag" per week af te kondigen. Op dien dag moet iedereen een zekere hoe veelheid aardappelen eten, of althans koopen. Onlangs hebben de vlschhandelaren een soort gelijk verzoek tot de regeerlng gericht, om der. vlscbhandel voor den ondergang te behoeden denx w nu al d/e schei hen O££iï£N EE5TRAFT TE HR/J6EN. H/J TRETT ZE DUS MET HUN E/6EN WAPEN. (öOE>E6ENADE: HETf/JKTMETQU/NlET\ INDEN HAAK SANDY, PAT VADER D/EN 57AAA &AD VWEpZK/WIPEDAAN TEWENDEffOM WW EN Z'N (JENDE. VEROORDEELD TE KRU- 6EN. !Z ZOU ZOO ZECKEN.DATERCKENfREB PE INVLOED NOOPJO MOET ZUN, OM KERELS P/ \Ztó ZCHULPK ZUN. VAN SCHULD TE OVER* VADER WEET HOE HU DE ZAKEN MOET AANPA.KKEH. EN ALS MACK EN Z 'N TROEP KRUDEN WAT ZE VERDIENEN, RAf/Hc 7EVREPBV MAAR ER ZAL VEEL WLOE EN UEL£> NDODK/ ZUN, OM HET ZDDVEa I TE DpEN RON EN mum De Engelsche officieren Blue Har- f grave en Pears zijn bijna een half i jaar door Chineesche bandieten ge vangen gehouden. Nadat regeertngs- troepen tevergeefs hadden gepoogd de slachtoffers te bevrijden, werd er ten slotte een losgeld voor hen betaald. 1il><IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII|ll|l|||||||||||||l||||||||||||||lllll|l|||lllll||l|fï door een grijzen neger, en de zuster glipte naar binnen en ging aan het voeteneinde zitten, met haar blanke handen geduldig saamgevouwen. „Senor,” hoorde ik haar zacht verwijtend den zieke toeprevelen. .Kijf nu niet op een armen zondaar, dona Maria,” sprak hij met zwakke stem, en met ’n dappere poging tot scherts: .De dagen zijn nu kostbaar." Het vreemde, vreeswekkende van wat er ge schied was, overviel mij heftig, terwijl Ik in een groote kamer met zwaar-getraliede vensters bezig was de lompen af te werpen, waarin ik dit huis bad betreden. Het was al nacht ge worden en bij het Ucht van vele kaarsen op een hoogen bronzen kandelaber, die rustte op een voetstuk in den vorm van drie leeuwen- klauwen kleedde ik mij met enkele van Carlos' kleeren. En nooit sedert ik op weg de smokke laars was gaan opwachten, om bijna geworgd te worden door de gendarmes, nooit was sindsdien de herinnering aan mijn geboortehuis in mij zóó sterk geweest als nu hier. Het was, of ik nooit de behoefte gevoeld had eens om te zien. Maar nu zag ik voor mij t zachte, droome- rige gelaat van Veronica, de strenge, vastbera den trekken van mijn moeder. Ik had nu wel behoefte aan al haar vastberadenheid. De gestalte van mijn vader zag Ik. In zijn stoel bü den haard, verslonden In zijn gezoek naar rijmwoorden. HIJ had misschien het romantische ran mijn omstandigheden kunnen begrijpen. Hoe meer ik er aan dacht, des te meer werd ik er door aangegrepen. Don Bathasar, dat be greep Ik, waa van mün komst on de hoogte. Als In een droom volgde ik den ouden neger, die bij de deur van mijn kamer was terug gekomen. Meer en meep greep t mU aan in de stilte van de zuilengangen, rondom de binnen plaats. wij doorliepen de bovenste galerij; de stok van den bediende vóór ml) klikte telkens tegen den ingelegden vloer; ruischend viel bet water neer in het manneren bekken beneden; glazen lantaarns In bewerkte zilveren omlijsting, hingen te branden tusschen de pilaren en ver lichten de breede witte rappen. Een zwarte schildwacht met een ouderwetsch geweer onder den binnenboog van de gewelfde poort stond op, toen wij voorbij gingen. Daar, waar in 't schemerdonker licht viel uit de kleine deur opening van ’n wachtkamer vlak bjj de geslo ten poort, meende ik Castro's punthoed en breeden mantel te zien bewegen. WIJ vervolgden onzen weg langs de gewelfde gang tot op zeker oogenbllk mijn gids *n gordijn openschoof naar rechts en links en mij binnen liet gaan. In een groot, helder verlicht vertrek stonden in het midden, drie zwarte gestalten, een man en twee v i ouwen. Ik hoorde de oude eenlgszins werktuiglijke stem van Don Bathasar die zich zelf en zijn huls te mijner beschikking stelde. De formaliteit van buigingen en beleefdheids frasen bedwong en stuitte de onbegrensde ont roeringen, die al bet nieuwe wekte. GEIJKTE LEVERTRAAN B»; Apoihtktr» «n Drogisten tb 75 n Fl en verkoudheid mogen niet worden vei waan» loosd. maar toch moet gezorgd worden, dat de teere maagjes niet worden bedorven door te veel „innemen Moderne moeders behandelen „uitwen dig" met Vicks VapoRub. Wrijf het op borst en keet (Korte inhoAd van het voorafgaande: Kemp, een Engelschman uit Kent wijkt met Carlos Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van zyn zuster Veronica Ralph Rooksby Hier komt hU In kennis met den rechter O’ Brlen en met Don Ramon, die Kemp willen overhalen dienst te nemen bil zeeroovers. die Rlo Medio als basis hebben Als hU hier niet op Ingaat, wordt hll over weldigd en aan boord van een schip ge bracht. HU weet echter spoedig te ontsnap pen en wordt opgepikt door een ander schip, dat hem naar Havanna zal meene men. Nabil de Cubaanschs kust worden all echter door zeeroovers. die onder bevel staan van een vriend van Carloe. Thomas de Castro, overvallen. John Kemp wordt ge vangen genomen en met het kaperschip naar Rlo Medio gebracht Hier leidt men hem aan het- ziekbed van Carloe). WAAR VADER ZE/, DAT,ALf> D/E OTAAT^ RAAD Z'N /NVLDED U/ETLAATUEUJEH. ZE ALLEN AAN DEN OANÜ ZOUDEN ONTKO - MEN 0E6RUP JE DAT 5ANDY? IN VER TELSE18DEK/E5 HORDEN DE SCHELMEN ALTuD PpDR DE REM7ER5 ÓEDDRAFT, ZONDER DE HULP VAN IEMAND ANDERS NZELOOEDATDE MEESTE VEDTELSELBDEZi-' \LECf RLEFiBRERJES ZJUN. Vertichtlng na een lijden van 14 jaar Hier volgt een brief die bewijst, dat zelfs een lang verwaarlooede rheumatiek voor het juiste middel zal wijken. „Ongeveer 12 tot 14 jaar lang heb Ik nu aan rheumatiek geleden en dom genoeg nooit ernstig geprobeerd het kwijt te raken. Het soort rheumatiek dat ik had, ontnam mij het ge bruik van handen en knieën. Nu en dan kon den mijn knieën eensklaps weigeren, zoodat ik neerviel als geen stoel of tafel in mjjn nabjj- held was. Eindelijk besloot Ik dan Kruschen Balts eens te probeeren Ik nam een ernstige proef en nu voel ik me een ander wezen. Ik kan nauwelijks ~!f gelooven, dat korten tijd geleden nog met een stok rond strompelde” Mevr. M. L. P. Rheumatiek wordt veroorzaakt door onvol doende werking der inwendige organen: een toestand waarvan de lijder zich zelden bewust ia. Maar bet wordt een ongemerkte ophooptng van afvalproducten en een daarmee gepaird gaande vorming van stoffen, die schadelijk zijn voor den geheelen gezondheidstoestand. Eu deze stoffen ondermijnen het geheele gestel. Kruschen Salts is het natuurlijke recept tot het behoud van een Inwendige zuiverheid. De zes zouten in Kruschen sporen nieren en in gewanden aan tot gemakkelijke, geregelde wer king. U wordt dus inwendig vrijgehouden van alle onzuiverheden, welke, indien zU zien kun nen opheopen. ongetwijfeld het peil Uwer ge zondheid zullen verlagen. De ..kleine, dage- Ijjkscbe dosis" Kruschen voorkomt dit. Want de zes verschillende zouten In Kruschen ver- hoogen de werking der afvoerorganen, ver schaffen U nieuwen levenslust. Kruschen Salts Is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten ƒ0.90 en ƒ1.00 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt. apiteln Leeuwendal van het 14de regi ment Infanterie keek met vorschenden blik naar de stroeve gezichten van de Compagnie. Het was als wilde hU de gedachten van de soldaten op hun gezichten lezen, doch er was geen andere expressie dan die van on verbiddelijke gehoorzaamheid en onderdanigheid op te zien. Misschien was het dat hij angst, misschien wel boosheid over de intrekking van het verlof, dat hij zooeven ter kennis gebracht had. in de gelaatstrekken had verwacht, zeker la het, dat zijn krachtige stem, nog krachtiger klonk, toen hij commandeerde: ..Ingerukt marsch". Als mttrallleurvuur klonk het gekletter van de tegen elkaar vliegende hakken van de tien tallen soldatenkistjes en zwijgend keerden de miliciens en iandstormers terug naar bun „chambree”. Aldaar brak een storm van verontwaardiging los, want velen waren door deze plotselinge stopzetting, veroorzaakt door het dreigende oor logsgevaar, gedupeerd. Sergeant Adam was één van die gedupeerde landsdienaren. Bij hem was de teleurstelling zoo mogelijk nog merkbaarder dan bij de anderen. Niet alleen woede, maar ook teleurstelling tee- kenden zich op zijn gelaatstrekken af. „Is dat even een strop. Jongens?” sprak hij tot zijn kamergenooten. .Morgen zouden mijn vier dagen periodiek verlof ingaan. En nu dit. precies op den verjaardag van mijn meisje. Is het niet om razend te wordendrommels. Ja moet toch maar een pechvogel zijn.” „Pechvogels zijn gewoonlijk gelukkig liefde. En dat geldt voor jou zeker. Henk, an ders zou Je geen Adam heeten...." „O.... bedoel je dat....? klonk het uit een donker hoekje van het vertrek, maar de Jonge man. met den naam uit het verre verleden, ver waardigde zich niet op deze flauwiteit te ant woorden. Diepe rimpels ploegden zijn voorhoofd en met driftige passen liep hij lamvs de tób ben. Het kleine, eigenaardig gevormde wratje tusschen de oogen ging bijna geheel schuil ach ter de plooien in zijn voorhoofd. Met een driftlgen nik stond hij stil en keek triomfantelijk den kring zijner collega's rond. .Kunnen Jullie zwijgen. Jongens?” vroeg hij. „Als het graf. Henk.” antwoordde een der onderofficieren, die daarmede de meening van allen weergaf. ..Wjj zwijgen nog beter dan wij len Willem van Oranje." vervolgde hjj glim lachend. ,M>ar nu moet je ook eens zeggen, wet Je met die vraag voor hebt. Henk.” Adam haalde de schouders op. „In mijn omstandigheden is er maar één ding tnogeUJk, jongens.” zei hij. ..Op de pof....” klonk het wederom uit den se If den boek van sooeven. „Of.... bedoel Je dat soms niet, Henkle?” Nogmaals haalde de ander de schouders op en gaf glimlachend toe: „Dirk heeft het gezegd, dus behoef ik het niet te herhalen. Bovendien heb ik avondperm-ssle gevraagd en gekregen en Dirk heeft den week- dlenst.” Hl) wendde zich tot den sergaant van de week met de vraag: „1 Gaat wel. hè Dirk....?” De ander deed alsof hij de vraag niet hoorde en nogmaals te ontsnappen. Mjj pakten ze na een half uur, mtn kameraad na seven kweller. Het geboefte bezat uitstekende spionnen en zoo ge lukte het door de troepen heen te breken. Eindelijk kwam de bevrljdlng. Drie Japan- sche officieren en veertien Mandsjoekwo-sol- daten brachten den losprijs. We waren gered.” het einde zou beteekenen van de wereldcrisis. De trein stond masu* even stil en Adam wipte vlug naar binnen, zonder ook maar één blik achter zich te werpen. De chef sloot de coupé- deur achter hem en op hetzelfde moment groette de spijbelende sergeant den eenlgen medereiziger in zijn coupi. Er zijn van die momenten in 's menschen leven, dat de schrik het bewuste handelen be let en alle bewegingen nog slechts automatisch verricht worden En dat is maar goed ook, want ware onze vriend Adam minder ontsteld geweest, dan had de angst hem misschien tot een wan hoopsdaad gebracht. Misschien was hij met levensgevaar uit den reeds rijdenden trein ge sprongen. of had hü zich als een idioot aange steld. Nu deed hü zün bewegingen werktuigelljk alsof het niets bijzonders was, dat hü in civiel den coupé deelde metkap. Leeu wendal zün com pagnie -comman dant, dezelfde die Al deze gebeurtenissen trekken nu mün geest voorbü vervaagd door den afstand in een glans van herinnering. Het was als 'n wondervolle dageraad des levens met al de geheimzinnig heid en belofte van den jongen dag. die breekt door zware donderwolken. Maar toen was ik er door overstelpt. Ik voelde mü als iemand die op 't punt te verdrinken tracht zün hoofd boven water te houden. Natuurlijk; nu was ik niet langer achterdochtig tegenover Carloe: ik was zeer beschaamd het ooit geweest te zün. Zijn manier van handelen had Ik hem al lang ver geven. „In groeten nood moet Je wel je toe vlucht nemen tot zulke wanhoopsmiddelen. bad hü, mü bezorgd aankükend. gezegd. En zijn dood was nabü. Een antwoord had ik niet ge geven. enkel het hoofd gebogen. Niet, wijl ik nog boos was, maar omdat Ik. twijfelend aan mün sterkte, een grooten schroom gevoelde voor den buitengewonen vertrobwenslast welken deze man, dien Ik liefhad om zün opge ruimdheid. roekeloosheid en romantlschen geest, aan mün onervaren handen vilde toe vertrouwen. Hü had zóó lang gesproken, dat hü. ten slotte uitgeput was terug^ezonken in de zachte kus sens van het ontzaglüke, monumentale, met blazoenen versierd bed. Ik verwüderde mü uit de kamer, voorgegaan Hendrik. U kent hem dus. „O. jaaa.... dat is te zeggen Ik heb een zekeren sergeant Adam bij mün compagnie.” .Ziet u wel....»" grinnikte de ander. .Dat zal mün broeder wel zün. Temeer daar wü als twee druppels water op elkaar gelüken. beste aardige Jongen, vindt u niet kapitein..?” „Ik kom juist van hem vandaan.” vervolgde de sergeant. „Ik moest toch in B. zün en toen dacht ik: Ik za] maar even bü Hendrik aanloopen. Hü vertelde mü van de intrekking van zün verlof en u begrüpt. dat hü dat ver- schrikkelük vond, omdat Juist morgen zün meisje Jarig is. Een nauwgezet persoon anders, vol dlenstüver en plichtsgevoel, kapitein. Daar weet ik van mee te praten. Voor de aardig heid vroeg ik besn met mü mede te gaan, maar - hü was er met geen geweld toe te bewegen, het verbod te overtreden. Ik had eigenlük ook In dienst moeten gaan, maar daar ben ik niet zoo geschikt voor als Hendrik, die lag als jon gen van twee Jaar ai over den grond te rollen met tinnen soldaatjes en op vüftienjarlgen leef- tüd schoot hü op alle kermissen den eersten prijs. Ik twüfel er niet aan, of hü zal een prachtige carrière maken, gelooft u dat ook niet, kapitein?" „Ojaaaa.... zekenui Bü dit duidelijk, maar merkwaardig lang gerekte antwoord, kreeg de sergeant een on- behaaglük gevoel, maar niettemin hield hü den officier het verdere gedeelte der reis zoo aan genaam mogelük bezig, zoodat deze er geen woord tusschen kon krijgen. „Toen de trein op de plaats van bestemming aankwam en sergeant Adam zich tusschen de uitstappende reizigers op het perron wilde be geven. klopte kapitein Leeuwendal hem op den schouder en sprak: „Oü züt werkelijk een onderhoudend prater, «nünheer de ingenieur.een echt gezellig cau seur. Gelijk u zeer terecht opmerkte, Is ook uw broeder een heel aardig mensch. Maar hü heeft bovendien nog meer groote soldatenelgen- schappgn, als alleen goed schieten, plichtsbe trachting en dienstijver. Hü beschikt ook over een buitengewone dosis tegenwoordigheid van geest. Hü kan zich goed aan moeilijke omstan digheden aanpassen. Die eigenschap hebt gü zeker vergeten. Groet uw broeder vriendelük van mü. maar vergeet vooral niet, er uit mün naam bü te voegen, dat de ontmoeting met zün tweelingbroeder hem niet zal baten. Ondanks zün tegenwoordigheid van geest, gaat hü minstens veertien dagen achter slot. De gelükenis tusschen u en uw broeder is werkelük frappant.... zelfs dat zeshoekige wratje op uw voorhoofd lükt als twee druppels water op dat van uw broeder. Zelfs de kleur te precies gelük. Vaarwel, mijnheer de civiel ingenieur en veel genoegen...." Dat is wat ieder noodig beeft Niet alleen vermin dert JECOVITOL het rhachitis-gevaar. doch zü geeft meer weerstand tegen griep en andere m- fectie-ziekten door het vitaminegehalte A (min stens 50 eenheden) Het vitamine-gehslte D (min- stens 250 prophyt m 125 internat, een- heden) is werk zaam tegen rhachitis (Eng. ziekte). Onder (jkcon- tróle van een Neder- landsch Professor. ..Veel zorgen heb ik mü gemaakt over de Waag, hoe dien O'Brien in zün plannen te •warsboomen. Mün oom ging naar Kingzton in o® overtuiging dat bet zün plicht was toe te 080of de terechtstelling van die ongelukkl- OP gepaste en menschwaardlge wijze ge- ---. O Brlen vergezelde ons als zün Nadat het moderne Turküe de fez en den sluier afschafte en de Europeesche kleeding en een nieuw schrift Invoerde, is men er op uit, het vo'.ksvermogen te vergrooten, en in dat ver band herinnert men zich de schatkamers van net sultanaat. Fabelachtig moeten de waaiden zün, die daar opgestapeld liggen, maar „fabel achtig" te voor een minister van financiën een onduidelük woord en derhalve liet men een der meest ervaren juweliers uit West-Europa naar Turküe komen, om de schatten in de gewelven van het paleis nauwkeurig te taxeeren. De schatkamers zün ondergebracht in het „Top Kapon”, bet slot, dat rust op de funda menten van oude Byzantünsche keizerlijke pa leizen. Geweldige muren, voorzien van spreuken uit den Koran, die met gulden letters zün aan gebracht, omgeven het complex van gebouwen, die den sultan en zün hofstoet herbergden. Het reusachtige Juweelengebouw verraadt reeds tan buiten door zün kostbare versiering zün be stemming. Het te uitgerust met mozaïeken en arabesken en zware bronzen poorten bescher men het. Wanneer die zich openen en hef zon licht in de gewelfde hall valt, dar lükt het een sprookje uit dulzend-en-één-nacht In glazen vitrines liggen rondom aan de muren bergen van edelsteenen. die een fonkelend Ucht ver spreiden. Men bewondert hier losse en gezette steenen. ruw of geslepen. In het midden de ge weldige pronktroon uit massief goud. bezet met twintigduizend parels en vele robünen en dia manten. Hü werd gebouwd door Moerad, den sultan, die deze kamers leeg vond en se na zün dood gevuld achterliet, zelfs zoo gevuld, dat zü In verge’üklng daarmede op het oogenbllk arm UJken. Maar vlif-en-twlntig van zün rükste pasja's en familieleden moesten hun leven of feren, om den honger van hun vorst naar Ju- wee'en te stiUen. Vele eeuwen lang werkten bekwame hofjuwe liers. büna altijd Grieken, er aan om dezen rijk dom aan losse steenen te verwerken tot siera den en wapenen. Daar liggen dolken, welker greep bestaat uit één enkelen edelsteen, zwaar den, die bezaaid zün met fonkelende steenen en prachtige halssieraden. De JuweUer. die de schatten moest schatten, kwam tot 'n taxatie van 200.000 000 gulden. En daarbü zün nog niet Inbegrepen de kostbaar heden der andere vertrekken. Zooals de troon van den sjah, een geschenk aan Selim den Grimmigen, een mfpbel uit sandelhout, drie me ter hoog Van het hout te geen stukje te zien, zoo dicht te het bezet met juweelen en schit terend bewerkt goud. Of zooals de kroon van de sultane met haar sprookjesachtige smarag den. die een omtrek heeft van 30 c M„ een hoogte van 14 en een dikte van 5 c M. Of zoo als de reusachtige gouden schaal, die versierd isTnet 2000 diamanten. En verder vallen bulten die 200 000 000 gul den de collectie schitterend versierde harnas sen, de honderden onschatbaar kostbare tapij ten. welker gelüken op de aarde niet zijn, de stapels kisten met ongemunt goud In de ge welven en de overdreven weelderige versieringen van het huis van een Oostersch heerscher. T"”\ e Engelsche stoomboot „Nanchang" had I 1 verscheidene malen den tocht over de s-' Liao naar New-8Jang volbracht, zonder dat men een zeeroover in dan omtrek had be speurd. Men had wel vaak over piraten hooren spreken maar men had ae niet te zien gekregen. Vol gens de berichten huisden ze bü de monding van de Llao. Uit voorzorg nam men geen pas sagiers aan boord. Men kon echter niet voorkomen, dat onder de bezetting, die behalve zes Engelsche officie ren meer dan zestig Chineezen omvatte een spion verzeild was geraakt; dese man speelde den bandieten ten eerste het plan van de vaart en ten tweede levensbijzonderheden over de of ficieren in handen. Zoo gebeurde het. dat bü een nieuwen tocht de „Nanching" door piraten werd overvallen. Het schip lag In de rivier monding en wachtte op den loods. Plotseling weerklonken schoten, en even daarna stonden de misdadigers aan boord. Ze waren gewapend met nieuwe Mauser-pistolen. „Wij zeeken de officieren Blue, Hargrave en Pears riep de tolk, die de aanvallers hadden meegebracht. De drie werden geïdentificeerd, ge bonden en in een van de jonken gegooid, die lagen te wachten. De lading raakten de ban dieten niet aan. Het was hun uitsluitend te coen om menschen, voor wie se losgeld zouden kunnen krügen. De Jonken verdwenen in een van de bochten, waar niemand ze kon volgen. Drie maanden hebben de gevangenen daar gezeten. Vervolgens trokken ze twee maanden achtereen her- en derwaarts, steeds met den dood bedreigd, voor al wanneer de regeeringstroepen naderden! A. O. Blue, een der ontvoerden, beschrijft de belevenissen der beklagenswaardlge officie ren als volgt: „Wü hebben vüf maanden lang op heet water en brood geleefd. Zeer zelden kregen we een vUch. Toen we weer vrü waren, zagen we er uit als vogelverschrikkers. Men had ons met tennisschoenen aan gevangen genomen en ons niet van nieuw schoeisel voorzien. Wü droegen heel lichte kleeding. die ons in letterlijken zin van het lijf sleet. Natuurlük kregen we geen nieuwe kleeren van onze toeziende voogden! Maar het moet worden gezegd, dat se ons ook Jilets afnamen. Alleen maakte één zich meester van een vlinderdas behoorende tot het a vond- costuum van den oorspronkelüken bezitter. De bandiet, die zooals te verwachten valt geen boord om had, verfraaide slch niettemin met de das, hetgeen zoo'n onmogelUk gezicht was, dat we. ondanks onzen onbenüdenswaardigen toestand, in 'achen uitbarstten. Aanvankelük sou een van ons naar New- sjwang worden gestuurd om over het losgeld te onderhandelen, maar daar kwam niets van. otndat de soldaten te dicht in de buurt waren. We zün ook een keer door coUega s-bandieten geschaakt. Op zekeren nacht werd ons kampe ment overvallen. We waren buitengewoon ver heugd. en meenden al. dat we bevrüd waren. Maar we hadden te vroeg gelachen. We werden meegesleurd door op buit beluste ambtsbroe ders van onze gebieders. Dezen schreven een dreigbrief naar Newsjwang en etechten even tjes 4 mlllioen dollars. Later werden we door de eerste bende heroverd. Tweemaal hebben we gepoogd te vluchten. Den eersten keer meenden we dat de sterren ons den weg zouden wij-en. Maar we oriënteerden ens verkeerd. We zakten greg In de modder, en er bleef ons niets anders over dan naar de bandieten terug te keeren. Die hadden nog niets gemerkt, maar aan onze .met leem be smeurde kleeren ontdekten se. dat we weg wa ren geweest. Een zeer energieke nadering der militairen dwong de bandieten tot 'n u tersten maatregel. Ze dwongen ons In het water te springen en naar een zandbank te zwemmen. Hier moesten we ons. omgeven door zwaargewapende ban dieten. muisstil houden. Niettemin poogden we j.-- i 8 UKUt, UCÓCUUC vue 5 J hem en de an de- ]C (LH t f z ren enkele uren nad •••ssssssssssseseese sses ssssssssssssstssasMSM kelük verboden had het garnizoen te verla ten. Innerlük voelde hü zich echter als een drenke ling. Hü zocht naar den stroohalm, die hem uit zün netelige positie zou kunnen verlos sen. Eenklaps flitste een gedachte door Adams brein. De laatste woorden hadden hem inspi ratie gegeven tot een klein éénactertje en hij schudde ontkennend het hoofd, terwül hü sprak: ,Ket spüt mü. k..münheer." Büna had bü zich versproken en den kapi tein, die eveneens in burgerkleeding was, bij zün rang genoemd, hetgeen hem onherroepelijk verraden zou hebben. Toen stond de officier op, maakte een vrlen- delüke buiging en sprak zoo beleefd mogelük: ..Excuseer, mün naam is LeetrwendaL ka pitein bü bet 14e regiment infanterie. Ik meende in u een bekende te zien.” „Heel aangenaam.” antwoordde de ander. „Mün naam te Adam. „Ahaaa.meesmuilde de kapitein. .Dan zün wü toch geen onbekenden voor elkaar, sergeant." „Neem me niet kwalük. kapitein.” zei de an der met den moed der wanhoop. ,.U vergist zich. Ik ben niet in militairen dienst en nog veel minder sergeant. Ik ben civiel ingenieur." De kapitein liet een zacht gefluit tusschen de tanden hooren en mompelde binnensmonds: „O,.... bedoel Je dat....?” De sergeant haalde verlicht adem en uit dit eigenaardig gezegde meende hü te mogen op maken. dat deze slag voor hem was en moe- In de Arabische Zee heeft iemand een reus- achtlgen rog gevangen, die breeder was dan Oe beide ultgt strekte armen van een man lang zün. Men zou het bericht over deze ongewone vangst voor wanneer niet de sporthengelaar, Tom elk onderdeel van den opwindenden strüd met den rog dcor momentopnamen aan boord van zün schip had vastgelegd. In het tusschen Voor-Indlé en Arabié gelegen deel van den Indlschen Oceaan lag het drtetons zeiljacht van den Enge’schman voor anker, toen plotse ling de boot een stoot kreeg en begon af te drüven. Een reusachtige rog had, zooals later bleek, zich In het ankertouw van de boot op een diepte van 35 meter zoo vast verstrikt, dat hü zich niet kon bevrijden. Hij scheurde het zware anker uit den rotsachtigen zeebo dem en sleepte de zeilboot ongeveer drie kilometer met zich mee. Na urenlangen strüd. die de bemanning herhaalde'ük in een ge- vaarlüke positie bracht, gelukte het den reus- achtlgen rcfc eenige harpoenen in het lichaam te werpen. De met stekels bedekte staart van het vertwtleld strüdende monster zweepte het water tot hooge golven op. Een moedig in landsen vlsscher dook tenslotte met een lang scherp mes en gaf het dier den genadestoot. De rog mat in de breedte 6.00 meter en had met inbegrip van den staart van 1.20 meter, een lengte van 6.30 meter. De visch werd In een gedeelte der zee dat ve’e mülen van <le bewoonde wereld was gelegen gevangen, loo dst geen nauwkeurige gewlchtsmetlng kon plaats vinden. De gelukkige vanger gelooft echter zonder overdrijving deze gevangen reu zenrog op minstens 2000 K.G. gewicht te kun nen schatten. S II I -f op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f b|j levenslangè*geheele ongeschiktheid tot werken door f fCfl bü een ongeval met OCft bij verlies van een hand 1 QC oij verlies van een tOft by een breuk van Aft bU verlies van 'n Alle QOOflfie S ongevallen veraekard voor een der volgenae uitkeerlrgen I «JtZl/tz.” verUea van belde armen, belde beenen ol belde oogen f «/<ƒ«-doodeiyken aRoop f ^«z(Ze~ een voet of oen oog 1 luim of wijsvinger f been of annf andoren vinger Maar toen het Jonge meisje mü had laten ontsnappen, had Carlos, die ten volle begreep, hoe groot de gevaren waren, wanneer ik met het schip, dat mü had opgepikt Havana binnenliep gebruik gemaakt van O'Brien's kapers, die op roof uitgingen, en mü redden.... Zoo zat de zaak in elkaar Tegen het einde van zün verhaal, ging Car los’ adem gejaagd en kort; er was een blos op z’n gelaat; rt)n oogen staarden mü smeekend aan. - „Je zult hier nu blijven, tot ik sterf, en dan moet Je.... moet Je beschermen....” Hü zonk terug In de kussens. „Maar toen ik jou zag.” ging hü na een poosje voort, „zette het zich in mün hoofd vast: dat is de man. die gezonden is als ant woord op Je bidden. Ik voelde het, Ik wist het. Als Jü mün nicht kon hebben en mün landen, dacht ik, zou het mü even goed zün als had Ik Je zuster wel niet heelemaal zoo. maar voor Iemand, die binnenkort zal moeten sterven om niets achter te laten dan een marmeren graf, toch goed genoeg. O. Je verlangt zoo onder Gods gezegende zon een teeken van Je achter te laten en eenlgszins te mogen weten, hoe de gang van zaken na Je dood zün zal.... In mün gedachte had ik alles heel gauw geregeld. De groote moeilükheld was O’Brien. Als Ik gezegd had: Kier Is de man. die met mün nicht zal trou wen.” zou hü Jou of mü vermoord hebben: hü deinst voor niets terug. Zoo zei Ik hem heel kalmpjes: .Kük eens. heer secretaris, dat Is de man die u noodig hebt om uw Nichols te ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 23