Minister Oud wint gemakkelijk I Ponds i Medische Kroniek Raad van Beerta DE BETAALDE OVERHEID onbekwaam T TABAKSACCIJNS HOOGER 1 ZATÉRDAG 9 DECEMBER LEEKEPREEKEN A Burgemeester bestuur MARINIERS ONTSLAGEN In beroep bij den Centralen Raad Behandeling uitgesteld HET CRISISBOTERMERK GOUDSMID AANGEHOUDEN Audiëntie tegengegaan De aspirant-gehangene Sociale Zaken Vruchtdragend overleg „BIJNA” GERED! De geest en de lichame lijke opvoeding Wetaontwerp ia ingediend hem alle bevoegdheden te ontnemen Maar de laatate loodjea wegen het zwaarat DE OPHEFFING VAN DE GEZONDHEIDSCOMMISSIES LOUTJE DE VISSER GEDAGVAARD f Geknoei met banderolleprya en scharrelen” met cadeaux verboden. Andere mia- atanden worden •O» A IK» «<O tot op HOMO SAPIENS L Mr. P. J. OUD eveneens DEN HAAO, 8 December 1933 K. L- H- v. <L PbU TH. H. SCHLICHTING. j 1 S I Door den Minister van Binnenlandsche Za ken Is een wetsontwerp Ingediend tot voorzie ning in het bestuur der gemeente Beerta (Gr.). WAT Morr EfN VROUW op de sigaretten bij amendement althans terug te brengen van 50 tot 45, stiet af op bet verzet van den Minister. Een motie, door dezen afgevaardigde Inge diend, wil de Kamer doen uitspreken, dat de raming van de RUksbUdrage voor steunverlee- nlng en werkverschaffing op 46 mlllloen niet mag beteekenen, dat de post tot dat bedrag in leder geval zal moeten blijven beperkt, onge acht den omvang der werkloosheid en den fl- nancieelen toestand der gemeenten. Ook mag deze raming niet leiden tot eene verlaging van de steunnormen. Wal i vrouw I* dat Een door agrarische afgevaardigden wjj noemen de heeren Louwes, Weltkamp, Bakker. Hlemstra vrjj algemeen geuite wensch was, dat de Regeerlng het werk op de boerderij self, dat uit nood veelal wordt nagelaten met als gevolg: schade aan de productiviteit van het land, voortaan ook als object van werkverschaf fing zal gaan beschouwen. Hoezeer dit In tal van gevallen een zegen zijn zou voor de be- In de memorie van toelichting wordt mede gedeeld. dat de gemeentelijke autonomie door den raad van Beerta niet langer tot een aan fluiting gemaakt mag worden. De voorgestelde grondwettelijke bepaling ten aanzien van Beerta Is sinds 1895 niet meer toe gepast. ontwerp nog legen zijn van van de Z. H. Exc. de Blsschop van Haarlem zal de volgende week Maandag géén audiëntie verlee- nen. hoofdelijke stemming ging het dit maal. En na een debat, waarin de Minister van Financiën maar zeer weinig sprekers te beant woorden bad. COIO EN vanishing cream De centrale recherche te Rotterdam heeft in zijn woning aan de Taandersstraat, aldaar, aangehouden een goudsmlt, die gebruik maakte van valsche stempels voor zijn gouden voor werpen. De Crisiszuivelcentrale maakt bekend, dat be houdens tusschentijdsche wijziging voor de week van 10 tot en met 16 December de prijs van het crisisbotermerk op f 1D0 per Kg. en die van de vervoervergunnlng vc-r bultenlandsche boter op t 1.10 per Kg. is vastgesteld. een ander onderscheid de verschillende sigarensoorten van gekorven ta- die MONSTERS vdn beide Craomi ontvangt f U_ na inzending van porto oan rONO-s exthaci Co. Aid T-1 amsukxam NAAM aous De Centrale Raad van Beroep te Utrecht heeft Donderdag de bezwaarschriften van een achttal ontslagen marinemannen in behande ling genomen. Raadsman voor de mariniers was de socialist W. Drop; voor den comman dant der marine te Willemsoord de heer Ger bers. Ook nu weer ontstond meenlngsverschll tus- schen beide partijen of deze zaak wel thuis hoorde bij den Centralen Raad van Beroep. De commandant der marine concludeerde niet ontvankelijk-verklaring der beroepen. De heer Drop leverde uitvoerig crltiek de wijze, waarop het onderzoek is geleld. De uitspraak Is bepaald op i Januari as. Dr. KORTENHORST, hardnekkig verdediger van allerlei industrlebelang. kon bezwaarlijk het overigens gedempte enthousiasme van zijn fractlegenoot-sigarenfabrikant deelen Hier was nu eens, zoo zeide hij ietwat plagerig, een aspirant-gehangene, die zijn eigen beul prees. En hij treurde, dat thans weer een speciaal be drijf een nieuwen last kreeg opgelegd. Liever had hij dan maar de omzetbelasting nog maar een beetje hooger geschroefd. Dan zou men van den heer Kortenhorst eens wat gehoord hebben, antwoordde Minister Oud. Maar de be windsman zag hier toch wel een weinig voorbij, dat de Katholieke afgevaardigde juist in de omzetbelasting aannemelijk vond haar drukken op een zoo breed mogelijk vlak, al heeft hij toen ook gepoogd, uit dat vlak verschillende plekken weg te nemen, waar de druk al te be nauwend zou zijn geworden. Op de meer ondergeschikte punten, door nog eenige aqdere sprekers aangeroerd we noe men de heeren Duymaer v. Twist. Van Houten. Drop komen we na *s Ministers antwoord terug. Ook de Katholieke afgevaardigde LOER AKKER heeft als laatste spreker nog eens ge sproken over den toeslag op loonen voor weck ten plattelande. dat anders liggen blijft. Hij kan zich daarmede vereenlgen. maar spoort aan tot voorzichtigheid, omdat bij zulk een systeem de werkloosheid wel eens zou kunnen toenemen in plaats van te verminderen. De Katholieke afgevaardigde VAN DE PUTT heeft den Minister op overtuigden toon ge steund en vooral den bewindsman hulde ge bracht voor zjjne tegemoetkomendheid en voor het feit, dat hU de verhooglng der heffingen heeft doen gepaard gaan met wijzigingen van de Tabakswet, die het knoeien met den ban- derolleprijs en het .scharrelen" met cadeaux verbieden en ook misstanden op het gebied van de bedrijfsvergunningen tegengaan. De vergunning voor den kleinhandel in tabaks artikelen zal thans in hoofdzaak worden ge geven alleen aan lieden, die er een winkel op nahouden. En de bedrijfsvergunningen als fa brikant zullen voortaan niet meer worden ver leend aan verschillende personen voor een zelfde pand- Blijkens de Memorie van Antwoord inzake het Ontwerp van Wet tot wijziging van de Ge zondheidswet, stemt de minister van Sociale Zaken ten volle in met het leedwezen over den In dit wetsontwerp voorgestelden maatregel, waaraan verscheidene leden uiting gaven. Deze leden mogen overtuigd zijn, dat het doen van dit voorstel voor hem la geweest een bittere noodzakelijkheid, waaraan niet te ontkomen viel. De gezondheidscommissies laten voortbestaan en de kredieten tijdelijk Intrekken zou be teekenen, dat een werkelijke inkrimping van den Overheidsdienst niet tot stand komt. Deae Is echter onvermijdbaar. t Intusschen heeft de minister wel vrijheid ge vonden, de medewerking van de commissaris sen der Koningin In te roepen om te trachten uit geschikte vrijwillige krachten zoo mogelijk commissies te vormen, die In de lijn van het werk der huidige gezondheidscommissies zullen kunnen voortarbeiden. Hij overweegt nog, in hoeverre hij daaraan een eenlgszins officieel karakter zal kunnen geven. Vrijdagochtend elf uur zou de vordering van de Drukkerijen Voorwaarts en Het Laakkwartier te Den Haag contra het Tweede Kamerlid Louis L. H. de Visser in diens kwaliteit van voorzitter der communistische Partij Holland, wegens in 1927 aan die partij geleverde 50000 verkiezings- circulaires voor f 200, waarvan nog slechts f 20 is voldaan, voor het Kantongerecht In openbare zitting worden behandeld. Op verzoek van gedaagde die niet persoon lijk aanwezig was werd namens diens raads man mr. Van "t Hoff Stolk. door den deurwaar der vier weken uitstel van de behandeling dezer zaak gevraagd en verkregen. Ook bij deze nieuwe heffing is overigens de Katholieke afgevaardigde Van de Putt wees daar terecht op weder eens gebleken, hoe vruchtdragend het overleg van de Regeerlng met de Volksvertegen woordiging zijn kan. Daarmee Is in dit ge val bereikt, dat Minis ter Oud zijne oorspron kelijke plannen gewlj- •igd heeft In een voor de sigarenfabrieken, welke handwerk leve ren, veel gunstiger zin. De aanvankelijke hoo- gere heffing op de si garen zou circa f 10.000.000— opbren gen. Thans na 's Mi nisters tegemoetko ming tegenover de met de hand gemaakte typen tegemoetkoming, die hem van den anderen kant een belangrijke In het belang van de thans wef zeer zwaar belaste sigarettenindustrie heeft Dr. Korten horst met den heer Van de Putt op een zwaar der invoerrecht op bultenlandsche, vooral Egyptische, sigaretten aangedrongen. Minister OUD geeft echter eventueel aan contingentee- rlng de voorkeur. Een poging van den VrUhelds- bonder Mr. Boon, om het belastingpercentage rale tijdperk van de verwaarloozlng der ar beidersbelangen ten gunste van de Industriee- len Is befaamd genoeg. Zulk een eenzijdige bevoorrechting wreekt zich op den duur altijd. De overheid is er voor allen. Dat is een onaan tastbaar beginsel. En ook practlsch sou vooral de onderste klasse der samenleving de slechte gevolgen van het valsch toegepaste beginsel ondervinden. Wanneer Immers de overheid haar ten koste van de andere standen zou bevoor- deelen, zouden de welvaartsbronnen al heel spoedig opdrogen en de beschermden zouden de eerste slachtoffers zijn. Wel Is het naar christelijke opvatting plicht van de overheid de maatschappelijk zwakken tegen ovenAacht te beschermen; een bijzonder waakzaam oog op hun belangen te houden en de gemeenschappelijke lasten zooveel mogelijk naar evenredige draagkracht te verdeelen. Te veel wordt vergeten, dat mede onder den drang van practlsche, christelijke staatkunde In dit opzicht tegenwoordig veel meer wordt gedaan dan ooit te voren. Vergelijk eens de zorg voor openbare hygiëne, onderwijs, werkverschaffing, steun bij werkloosheid, ziekenverpleging enz. bij wat vroeger werd verricht? Dit alles is slechts mogeljjk ten koste van zeer zware belastingen. En nu gaat de moderne belastingheffing al zoo ver, dat verscheidene moralisten zich afvragen, of hier ten opzichte van de groote Inkomsten en vermogens al niet van een onrechtvaardige onteigening moet worden gesproken. Laten wjj een enkel cijfer noemen. Over 1932 werden er rond 1.800.000 personen In de RUks-lnkomsten- belastlng aangeslagen voor een bedrag van rond vier milliard 200 mlllloen. Deze belasting bracht rond 82 670 000 op. Hoe waren deze lasten verdeeld? De inkomsten van 800 tot 5000 vormden te zamen een bedrag van bijna 3 milliard. Zij leverden aan belasting te zamen ruim 26 mlllloen op. De inkomsten van 5000 tot 10.000 (dus de middenstand) bedroegen 445 mlllloen. Zij brachten ruim tien mlllloen op. En de meer gegoeden met Inkomsten boven f 10.000. vormende te zamen een bedrag van nog geen 800 mlllloen, droegen 46 mlllloen in de belasting bij. Er Is maar weinig scherpzinnigheid noodig om te zien, dat de meer gegoeden naar even redigheid zeer zwaar belast worden. Wanneer men daarbij bedenkt, dat die verhouding bj gemeente-, vermogens- en grondbelasting en bij schoolgeldhefflng nog veel meer In het nadeel der hooge Inkomens uitvalt, dan zal een leder moeten toegeven, dat de maatschappelijk zwak ken er In onzen tijd heel wat beter aan toe zjjn. dan toen de tiende penning van allen ge lijkelijk geheven werd. Wjj weten wel. dat met zulke beschouwingen de groote nood van zeer velen in dezen tijd niet wordt gelenigd. Maar donkere tijden moe ten het oog voor de werkelijkheid niet doen sluiten. In tijden als deze winnen valsche voor stellingen zoo gemakkelijk veld; dit blijkt ons regelmatig uit correspondenties met onze le zers. Daarom bovenstaande zakelijke beschou wing, die, ze moge al geen oplossing In moei lijkheden zijn, ten minste berusting kan bren gen en de overtuiging, dat al worden er dan ook menschelijke fouten begaan de recht vaardigheid in ons openbare leven ten koste vën de minder bedeelden nog nietfLin het ge drang komt. De tweede klacht is van meer beteekenis. Moet de overheid nog wel betaald voor haar bemoeiingen niet op de allereerste en voor naamste plaats zorgen, dat er geen armoede geleden wordt, dat ieder burger een behoorlijk bestaan heeft? Hoe is het mogelijk, dat een overheidspersoon zich ook maar één gulden uit «ie openbare kas kan laten ultkeeren, zoolang er nog één land- of stadgenoot Is, die niet het allemoodzakelUkste voor zich en zijn gezin heeft? Deze klacht, vooral in een crisistijd als we doormaken, is begrijpelijk, maar redelijk is ze niet. De elsch is op de eerste plaats onver standig. Wanneer iemand uit zuivere naasten liefde zichzelf iets ontzegt ter wille van een ander is dit zeer lofwaardig. Tot die naasten liefde zjjn we allen ook verplicht; maar tn hoeverre iemand daarbij moet en mag gaan, moet hij met zijn eigen geweten uitmaken. Nooit heeft een ander eenlg recht om van een bepaald persoon in dit opzicht iets te etachen. Dat het in een andere dan deze „kapitalis tische" maatschappij wel beter zou toegaan, Is *en ijdele verwachting. Toen de bolsjewistische Volgens dit ontwerp wordt den ge meenteraad alle bevoegdheid ontno men, terwijl ook het college van B. en W. niet in zjjn normale functie ge handhaafd wordt, De raadsmeerder- heid wordt onbekwaam tot het be stuur der gemeente geacht. Als bestuursorgaan wordt de bur gemeester aangewezen. Zjjn afhanke lijkheid ten opzichte van het hooger gezag wordt versterkt. Wie kent niet dat woordje in zijn verheugende maar toch vooral remmende beteekenis. „Bijna" dat beteekent: de voornaamste, de zwaarste ar beid is verricht, een prachtig stuk op weg. een worsteling achter den rug met de victorie in zicht, maar ook „bijna" dat is „te kort," dat is „nog niet.” Ie Zaken zou. Over het is voorts nog be knopt het woord ge voerd door Mr. WES TERMAN, die op den nood van tal van fabrieken bak wees, door Dr. VAN DEN TEMPEL. voor matiging ten opzichte der si garetten pleitte, door den heer SNOECK HEN- KEMANS, die een ander onderscheid tus- schen de verschillende sigarensoorten had willen zien gemaakt volgens hem zit onder de zwaarder belaste cigarillos ook vaak hand werk en door de heeren ZANDT en WIJN KOOP Alweder op een vrij laat uur is men voort gegaan met de begrootlng van Sociale Zaken. Van Katholieke zijde is daarbij door me juffrouw MEIJER een beroep op Minister Slo- lemaker de Bruine gedaan, opdat er verbete ring worde gebracht In den onbevredigenden loes.and. die het tegenwoordige stelsel van steun verleen mg met zich brengt voor de groo te gezinnen. De grief van mejuffrouw Meijer is vooral, dat er bij den kindertoeslag in het geheel geen rekening gehouden wordt met de samenstelling der gezinnen. Een gezin met groote kinderen heeft nu eenmaal grootere en duurdere behoeften dan een met kleine kin deren. Ook heeft mejuffrouw Meijer nog eens aangedrongen op bet goedkoop ter beschikking stellen van aardappelen aan werkloos» n. De Minister is hiervan tot nog toe afkeerig, om dat ook middenstandsbelangen hlerbu be trokken zjjn. Hebben wjj de katholieke afge vaardigde goed begrepen, dan wil zij den mid denstand daarbij niet uitschakelen en wenscht zij eene regeling als die bij het vleesch in blik gevolgd. Maar vergeet zU niet, dat aardappelen altijd gege.en worden en vleesch bij velen al lang ontbrak? Dat kan dus worden: aan wal gezwommen en nog verdronken en danis het verschrikke lijker dan niet begonnen te zijn, dan is het een kapitaal aan offers en moeite voor niets. Wjj zijn een hulpactie begonnen voor de Zus ters Carmelitessen in Amsterdam en niettegen staande de enorme verliezen RU het faillissement van een bank, een verlies van 150.000 gulden, zijn wij nu onder Gods zegen zoover, dat wjj dur ven zeggen: „Bijna gered!" Maar ook dat „bijna" vraagt nog duizenden guldens, vraagt nog verduurzaming van giften bij zoovelen, die edelmoedig en royaal giften hebben gegeven. O mocht het toch zijn! Deze Decembermaand moet in zoovele opzichten bjj zoovele menschen zooveel goed maken maar in deze wordt er alles van verwacht. De laatste loodjes wegen ’t zwaarst. Toe, laat ons niet vergaan in de haven. Ons touw is nog te kort, onze springstok reikt nog niet ver genoeg. Wij zijn er bijna. Toe. helpt! Pastoor v. d. Tuyn te Heemstede staat met een kijker in de hand en ziet uit wat er komt. Gironummer 180484. Tot nu toe is ontvangen een bedrag van f 14.562.75%. Ook Dr. KORTENHORST had een amende ment, doch hij trok het in, nadat de Minister had toegezegd, dat hij de daarin belichaam de gedachte verde re verscherping de bepalingen, die huisindustr.e in de si garenbranche gaan, met ambtgenooten Economische en Socia- bespreken egenwoordig wordt er heel veel geschre ven over den invloed van de lichamelijke opvoeding op de geestelijke ontwikkeling; de sport en -gymnastiekleeraren doen het voor komen, alsof hun vak de geestelijke ontwikke ling zeer in de hand werkt, en ja. er zijn zelfs menschen die van sport en gymnastiek veel meer verwachten voor de vorming van het kind aan van lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. Deze zaak is om verscnillen- de redenen de aandacht waard. Ten eerste om ae zaak zelve. Als het waar Is, dat de licha melijke opvoeding van zulk een beteekenis is, verdient zU door de leeraren, geestelijken en dok ters met de groots.e zorg te worden bestudeerd. Ten tweede is het dan van groot belang m wel ke richting de geestelijke ontwikkeling wordt gestuurd door sport en gymnastiek. We zullen het nu eerst he'.oen over de vraag, welken Invloed de lichaams-oefenin- gen op den geest hebben. Om hierop een ant woord te geven, moet men zich eerst duidelijk voor oogen stellen, wat de geest eigenlijk doet. Het eigenlijke werk van den geest is deuken: bet verstand, en het is duidelijk, dat de licha melijke oefening daarop geen directen invloed heeft. Het tweede groote werk van den geest is: willen, en ondanks alles, wat gezegd wordt over de vorm.ng van de wilskracht door de sport, houd Ik vol, dat de lichamelijke oefening geen directen invloed heeft op de wilskracht van den mensch. Wilskracht is geen hardnekkigheid of kop pigheid; wilskracht is de standvastigheid, waar mee men in praktijk brengt datgene, wat men het beste heeft geoordeeld. En n.et alleen de standvastigheid, maar ook de snelle bereidheid, om dadelijk te doen datgene, wat het verstand Inziet dat gedaan moet worden. Dat nu de sport en de gymnastiek de denkkracht en de wils kracht zouden vergrooten daarvan bemerkt men In het dageluksche leven toch eigenlijk niets. Behalve denken en willen, moet een mensch ook handelen. En daar ligt de Invloed van de lichamelijke oefening. De menscheljjke hande lingen geschieden onder den aandrang van het motief, of het doel, dat de mensch zich voor stelt te here.ken. en geschieden tevens -onder den Invloed van de natuurlijke driften, en van het temperament; de ..handelingen” wor den uitgevoerd door het lichaam Deze zin heeft een nadere verklaring noodig. Het motief of hei doel van de handeling be hoort onder de wilskracht van het verstand; met het verstand gaat men na of een doei goed is of niet. Dat heeft dus direct met de lichamen lijke oefening niets te maken. De natuurlijke nandr.ften bepalen mede de menschelijke han delingen; iedereen weet het, een jongen van twaalf jaar heeft nog geen echte geslachts drift en loopt dus niet te zoeken naar een vrouw; of een ander voorbeeld: Iemand die ziek Is. heeft geen begeerte naar rijkdom, hU denkt alleen aan zjjn gezondheid, de rest laat hem koud, onder den invloed der ziekte nemen sommige natuurlijke aandriften In kracnt af. Nu, op deze aandriften heeft de lichamelijke oefen.ng grooten Invloed; men noemt deze aan- dr.ften ook hartstochten, en zooals men weet, gaan de hartstochten meestal met gevoel ge paard. Dit Is niet zoo met de verstandelijke werkzaamheid; wanneer men rekensommen zit op te lossen of aardrijkskunde leert of wijsbe geerte beoefent met gevoel, dan wordt daar door de helderheid van het Inzicht niet gehol pen. Maar bij de aandriften of hartstochten Is het een weinig anders: het gevoel hoort daar eigenlijk bjj. Over de natuurlijke aandriften is in den laat- sten tijd, vooral door de school van Freud.'bui tengewoon veel geschreven; wjj zullen ons her houden aan de wijsbegeerte van Aristoteles en den H. Thomas van Aqulno. Wat deze wijsgee- ren er over zeggen is bijzonder helder en duide lijk. Wij zullen het aan een sportief voorbeeld duidelijk maken. Er staan twee elftallen tegen over elkaar. Ziet dien mlddenvoorwaarts l Be schouwt zijn zleleleven! Het eerste wat hem overkomt, is dat hij de overwinning begeert, en In zijn hart zich afkeert van de nederlaag. Dit zijn de twee gemoedsbewegingen: begeerte en vlucht. HJj gaat verder: de voorstelling van den wed strijd komt dan duidelijk voor den geest, hij bemint de overwinning en haat de neder laag, soms ook den tegenstander (liefde en haat). Wanneer de wedstrijd is gewonnen, is hij verheugd, anders is bij bedroefd (vréugde en droefheid). Dit alles speelt zich af in de ziel van dien mlddenvoorwaarts, dien aardigen jongen. Dit alles is nog slechts begeerte, liefde, vol doening of vlucht, haat, en droefheid Maar nu gaat hjj tot de daad over. Door de begeerte naar de overwinning vat hij moed, maar als hij denkt te zullen verliezen, wordt hij be vreesd (moed en vrees)dat ziet hij de moei lijkheden voor zich, dan gebeurt er In hem, wat In de menschen van tegenwoordig veel meer ge beuren moest: alles komt in opstand, hij bruist op, hij zegt tot zich zelf: wat! zouden we het vandaag niet winnen. Dit noemde men toom, dwz het opbrulsen. de inspanning). Nu heeft hij hoop, of als hij daarna ziet, dat het toch niet gaat, wordt hij wanholpg (hoop en wan hoop). Al deze gemoedsbewegingen: begeerte, vrees, liefde, haat vreugde en droefheid en verder moed en vrees, toorn, hoop en vertwijfeling zijn volgens den H. Thomas van Aqulno de natuur lijke aandriften. Nu zal het den lezer reeds duidelijk zijn, dat de sport vooral, maar ook gymnastiek op deze aandriften grooten Invloed moeten hebben. Door sport en spel leert men vlug ergens op af te gaan, niet terug te schrikken voor de moeilijkheden, niet te wanhopen, maar de moed, de hoop, en de Inspanning worden hier door sterk aangewakkerd. Na de inspanning komt de vreugde, en onze sportieve opvat ingen n.aken dat een eervolle nederlaag de deelnemers niet tot droefenis stemt. Dit Is dan ook de maatstaf, waarnaar men kan beoordeeien, of het wedstrijd-systeem te ver gaat. Wanneer het geregeld zóó zou zijn, dat een nederlaag als hoogst onaangenaam wordt ondervonden, dat de verslagene daarvan onder den Indruk zijn, dan Is dit een bewijs, dat het wedstxUdsyateem niet meer sportlef is, maar meer gelijken gaat op ‘twee zaken, die elkaar doodconcurreeren. Want het uiterste van het spel moet vreugde zijn, geen droefheid. Die vreugde is bij de over wonnenen natuurlijk iets getemperd, maar ze moeten toch tot elkaar kunnen zeggen. *t Ia een mooie wedstrijd geweest" Er zijn nog andere goede gevolgen van da sport. Behalve dat moed, hoop en Inspanning door de sport worden aangewakkerd, leert men in het spel ook zijn aandriften te regelen. Im mers Iemand die na het eerste vUandelijke doel punt reeds terneergeslagen is, Is geen goed speler: hjj moet zijn vluchtlnstlnct en zijn wan hoop leeren onderdrukken. Anderzijds is ook de al te wilde speler, die te moedig is, of de over moedige speler, die te hoopvol is, of de t e op bruisende speler, die he samenspel vergeet, niet goed in het elftal te gebruiken. Het groote ding echter van het spel is even wel. dat men zijn aandriften tn zekeren zin vrijen teugel kan laten. In het dageluksch leven gaat dat niet en mag dat niet, maar de aandrif ten zouden daardoor verschrompelen en mat worden. Daarvoor is het spel: om de natuurlijke aandr.ften hun kracht en frlschheld te doen be houden. en de mensch in staat te stellen zijn natuur den vrijen teugel te laten. Daarom het geen wéék, geen weddenschap worden, het moet spel blijven. som aan werklooeensteun besparen zal wordt de opbrengst slechts op 3 615.000 geraamd. Daar de maatregel in zijn geheel niet minder mag opbrengen Immers, dat zou een te groote hiaat slaan In het dekklngsplan heeft Minister Oud de verhooglng van de ac cijns op sigaretten, oorspronkelijk op circa 3.000.000 geraamd, opgevoerd tot 9 046.000. De verhooglng van de heffing op pruim- en rooktabak en snuif is op denzelfden omvang gehandhaafd. Zij brengt f 2000.000.op. bestuurders aan de uitvoering van hun vijfja renplan begonnen heerschte er groote armoede onder de massa. Zij zelf echter deden zich te goed en het ontbrak hun ondanks de algemee- ne schaarschte aan niets. Er kwam ontevreden heid onder de menigte en zij, die officieel als partijleden erkend waren, dorsten ook aan hun ontstemming lucht geven. Het antwoord was: wanneer uw paarden en ossen moeten ploe gen laat gij ze dan verhongeren of geeft gij hun dan Juist extra voer? Welnu, wij, uw lei ders, die u uit de slavernij van het proletariaat moeten opheffen, wij moeten meer dan 'ande ren hebben. Wij willen de communistische beheerders niet tot voorbeeld stellen, maar halen deze uitspraak alleen aan om ijdele verwachtingen, als zou bij een ander regime „de kleine man" ér zooveel beter aan toe zijn, af te snijden. Onze mee- nlng is, dat, wanneer er werkelijk gebrek aan het meest noodlge zou zijn zooals in de oor logsjaren 1917/18 dreigde overheidspersonen de eersten zouden moeten zijn om het voorbeeld van soberheid en matigheid te geven. Wij verkeeren echter thans juist In een tegenover gesteld geval: het economisch leven lijdt onder een overvloed van productie, waarvoor geen afzet is te vinden: vandaar slecht beloonde ar beid en werkloosheid. De overheid dient deze rampen van het volk af te wentelen en te zorgen, dat leder weer ruimschoots in eigen onderhoud kan voorzien! Accoord! Wanneer wij echter zien, dat de kwaal is en men nog nergens een oplossing gevonden heeft, dan deze wetenschap tot voorzichtigheid, groo- Wjj verdedigen of becritiseeren geen regeerlngs- beleid; daar is het In deze rubriek de plaats niet voor. Dat tegenwoordige regeerlngen ech ter Juist door het internationale karakter van het moderne ruilverkeer voor ontzaglijke moei lijkheden staan, moge één herinnering uit Na poleon’s tijd bewijzen. De groote Corsicaan zag met leede oogen, dat de Fransche textielnij verheid kwijnde. HU gebood daarom, dat het .hof zou ophouden met Engelsche mousselines te dragen. De dames de vrouw was altijd dezelfde! wilden van de bultenlandsche mode geen afstand doen en trachtten de En gelsche stof als Fransch fabrikaat onder Na poleon’s oogen te dragen. Maar de groote veld heer liet zich niet misleiden. HU ontdekte het bedrog en scheurde zUn vrouw Josephine en Hortense de kleeren van het Ujf. En Lyon had het van Blanchester gewonnen! VergelUk met deze eenvoudige methode eens de moeilijkheden, welke thans bU bescherming van een binnen- landsch product tegen buitenlandschen invoer zUn op te lossen! Nog eens. wU verdedigen hier geen regee- ringsbeleid, willen zelfs aannemen, dat er groo te fouten worden gemaakt. Dan nog bluft het beginsel onjuist, dat de overheid allereerst en voornamelUk haar aandacht aan opheffing var. den noodtoestand van de minder bedeelde klasse moet wUden. Die opvatting is principieel en practlsch onhoudbaar. De overheid Is er n.m. voor het algemeen belang en zU begaat de grootste zonde, welke een overheid begaan kan. wanneer zU de belangen van één klasse spe ciaal behartigt. Die zonde is in het verleden overvloedig begaan. De geschiedenis heeft af schrikwekkende voorbeelden van bescherming van den boerenstand of van den industrieelen ten koste van anderen: dan weer werd de nU- verheld aan den handel opgeofferd. Het libe- Het gaat met de belastingwetten tegenwoor dig in de Kamer toch wel heel wat vlotter dan vorige jaren. Het is althans Minister De Geer vroeger maar zelden gelukt, er een ontwerp, dat 14 mlllloen uit eene verbruiksbelasting zU het dan niet op een eerste levensbehoefte haalt, in minder dan drie uur door te krijgen. Zonder trokkenen, toonde het weinig opwekkend beeld door den anti-revolutlonnatren ds. Van der Zaal van het leven in sommige werkverschafflngs- kampen gegeven. De sociaal-democraat DREES heeft een zwart beeld geschilderd van den flnancieelen nood van sommige gemeenten en den invloed, die daarvan uitgaat, op haar werkloozenzorg. Er zUn gemeenten, aldus de heer Drees, die op de uitkeerlng uit het Gemeentefonds maar een zeer minieme kdrting hebben ondergaan be- wUs. hoe slecht yU ervoor staan maar die niettemin zeer zwaar gekort worden op de RUksbUdrage in de bestrUdlng harer werkloos heidsuitgaven. -w -y-aar aanleiding van onze jongste artike- lenreeks over het openbare gezag en de ■*- rechten en plichten van den christen als staatsburger, ontvingen wU verschillende vra gen en bemerkingen, die wU zooveel mogelUk persoonlijk beantwoordden. Eén soort klachten meenen wU echter openlUk te moeten behande len, omdat ze een moeilUkheld bevatten, die vermoedelUk ook bU vele anderen dan bU onze briefschrUvers alleen leeft en die In onzen tUd. voor wie ze niet opgelost heeft, scherpe en gevaarlijke kanten heeft. In het kort komen de bedoelde bezwaren hierop neer: dat er gezag, ook openbaar gezag moet zUn, goed! Maar waarom moeten die ge zagdragers extra beloond worden en met al lerlei privilegies en pensioenen worden veilig gesteld? En vooral: waarom begrUpt de over heid niet beter haar plicht van plaatsvervan ger van God te zUn en zorgt zU niet op de eerste plaats voor de maatschappelUk zwakken, voor de armen, voor de werkloozen? Al haar streven moest naar opheffing van de mis deelden uitgaan; de rest immers helpt zichzelf wel en meer dan genoeg. WU meenen in deze enkele zinnen een aan klacht tegen de openbare gezagdragers te heb ben weergegeven, zooals ze In bezadigden en in feilen zin tegenover ons werd geuit. Nu moeten wU allereerst onderscheiden. Bui ten onze bespreking moeten alle ambtenaren hoog en laag vallen, die in openbaren dienst worden benoemd en die volgens vaststaande reglementen of instructies uitsluitend loondienst verrichten voor een publlekrechtelUk lichaam. Zelfs al bekleeden zulke menschen nog zulke hooge functies en al hebben zU practlsch te macht. zU zUn toch slechts de uitvoerders van de bevelen van anderen. Wanneer zU goed i bezoldigd worden en in een bevoorrechte posl- l tie verkeeren. dan nog kan daarop aan hen 1 Doolt eenlg verwUt worden gemaakt. De ver- 1 antwoordelijken zUn de colleges, die hen aan- stelden en hun arbeidsvoorwaarden bepaalden, i Met overheidspersonen worden dan ook meer diegenen bedoeld, die in openbare bestuurscol- ,1 leges wetgevende, verordenende, uitvoerende of zelfstandige bestuursmacht uitoefenen. In een tUd ais deze, waarin zooveel gebrek wordt ge leden. komt heel verklaarbaar weer de oude vraag boven: moeten zulke posten voor het ..gestoelte der eere" nu wel bezoldigd en in vele gevallen vrU zwaar betaald worden? WU zeggen „de oude vraag". Immers er was een tUd, en men behoeft nog niet zoo heel oud te zUn, om dien tUd te hebben meegemaakt, dat de functies in de dagelUksche besturen van provincie en gemeente en die van afge vaardigden in de vertegenwoordigende licha men en vele andere als eere-ambten werden beschouwd. Volgens de wet was wel iedereen benoembaar en verkiesbaar, maar practlsch kwamen in teer veel gevallen alleen zU in aan merking, die over zooveel tUd en geld beschik ten, dat zU de eereplichten van het ambt zelf konden bekostigen. BU den groei der democra tie kwam daartegen van onderop begrijpelüker- wUze verzet: oote de onbemiddelde, mits be kwaam, moest in de gelegenheid worden ge steld om zelfs de hoogste functies te beklee den. Zoo zUn de presentiegelden, de bezoldi gingen en vergoedingen en de pensioenen voor de openbare functionarissen ontstaan. En nu is het wel eigenaardig, dat thans verzet hier tegen opkomt ook uit die kringen, welke voor heen het sterkst op zulke geldehjke vergoedin gen hebben aangedrongen. Zeker, er zUn daarvoor verklaringen. Er zUn misbruiken ingeslopen: het instituut van be talingen is door overbodige of te hooge presen tiegelden, door pensioenen na enkele Jaren dienst en door de zoogenaamde cumulatie van functies tot uitwassen vervallen. Maar deze fouten hebben in de volksverbeelding, vooral onder invloed van de economische malaise, on- natuurlUke proporties aangenomen. In werke- Ujkheld komt die veel gesmade opeenhooping »an baantjes" bU dezelfde personen maar zeer sporadisch voor en ook de betalingen aan de hier bedoelde functionarissen zUn sterk over dreven. Van het beginsel, dat iedereen in staat moet zUn om tot elk ambt te worden benoemd en in iedere functie te worden ge kozen zal de overgroote meerderheid van ons volk zeker geen afstand willen doen. Welnu, dan brengt de consequentie ook mee, dat de bezoldigingen gehandhaafd blUven. De vraag is alleen, of altUd wel de besten en de bekwaam- sten op ..de stoelen der eere” komen. In ons staatsbestel hebben de burgers dit echter zelf meerendeels in de hand. Alleen, men kan nie mand dwingen. En het komt nog al eens voor, dat Juist zeer bekwamen zich niet voor open bare bestuursfuncties beschikbaar stellen, om dat zU hun tUd in de particuliere maatschap- Pü beter betaald krUgen. Maar dit getuigt juist tegen de stelling, dat de bezoldigingen te hoog zouden zijn. moet een vrouw f Een moet charme bezitten. I een te hooge eisch f Iedere vrouw kan charme hebben. Iedere vrouw, die er een geringe moeite voor over heeft. Wat Pond's Cold Cream *savonds; wat Pond's Vanishing Cream overdag. Getroost U deze geringe moeite, maar geregeld, iederen dag I Wees een-vrouw heb charme door internationaal methode tot maant

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 17