Minister Oud wint gemakkelijk
I
Ponds
i
Medische Kroniek
Raad van Beerta
DE BETAALDE OVERHEID
onbekwaam
T
TABAKSACCIJNS
HOOGER
1
ZATÉRDAG 9 DECEMBER
LEEKEPREEKEN
A
Burgemeester bestuur
MARINIERS ONTSLAGEN
In beroep bij den Centralen Raad
Behandeling uitgesteld
HET CRISISBOTERMERK
GOUDSMID AANGEHOUDEN
Audiëntie
tegengegaan
De aspirant-gehangene
Sociale Zaken
Vruchtdragend overleg
„BIJNA” GERED!
De geest en de lichame
lijke opvoeding
Wetaontwerp ia ingediend
hem alle bevoegdheden
te ontnemen
Maar de laatate loodjea wegen
het zwaarat
DE OPHEFFING VAN DE
GEZONDHEIDSCOMMISSIES
LOUTJE DE VISSER
GEDAGVAARD
f
Geknoei met banderolleprya en
scharrelen” met cadeaux
verboden. Andere mia-
atanden worden
•O» A IK» «<O
tot
op
HOMO SAPIENS
L
Mr. P. J. OUD
eveneens
DEN HAAO, 8 December 1933
K. L- H- v. <L PbU
TH. H. SCHLICHTING. j
1
S
I
Door den Minister van Binnenlandsche Za
ken Is een wetsontwerp Ingediend tot voorzie
ning in het bestuur der gemeente Beerta (Gr.).
WAT
Morr
EfN
VROUW
op de sigaretten bij amendement althans terug
te brengen van 50 tot 45, stiet af op bet verzet
van den Minister.
Een motie, door dezen afgevaardigde Inge
diend, wil de Kamer doen uitspreken, dat de
raming van de RUksbUdrage voor steunverlee-
nlng en werkverschaffing op 46 mlllloen niet
mag beteekenen, dat de post tot dat bedrag in
leder geval zal moeten blijven beperkt, onge
acht den omvang der werkloosheid en den fl-
nancieelen toestand der gemeenten. Ook mag
deze raming niet leiden tot eene verlaging van
de steunnormen.
Wal i
vrouw
I* dat
Een door agrarische afgevaardigden wjj
noemen de heeren Louwes, Weltkamp, Bakker.
Hlemstra vrjj algemeen geuite wensch was,
dat de Regeerlng het werk op de boerderij self,
dat uit nood veelal wordt nagelaten met als
gevolg: schade aan de productiviteit van het
land, voortaan ook als object van werkverschaf
fing zal gaan beschouwen. Hoezeer dit In tal
van gevallen een zegen zijn zou voor de be-
In de memorie van toelichting wordt mede
gedeeld. dat de gemeentelijke autonomie door
den raad van Beerta niet langer tot een aan
fluiting gemaakt mag worden.
De voorgestelde grondwettelijke bepaling ten
aanzien van Beerta Is sinds 1895 niet meer toe
gepast.
ontwerp
nog
legen
zijn
van
van
de
Z. H. Exc. de Blsschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag géén audiëntie verlee-
nen.
hoofdelijke stemming ging het dit
maal. En na een debat, waarin de Minister van
Financiën maar zeer weinig sprekers te beant
woorden bad.
COIO EN vanishing cream
De centrale recherche te Rotterdam heeft in
zijn woning aan de Taandersstraat, aldaar,
aangehouden een goudsmlt, die gebruik maakte
van valsche stempels voor zijn gouden voor
werpen.
De Crisiszuivelcentrale maakt bekend, dat be
houdens tusschentijdsche wijziging voor de week
van 10 tot en met 16 December de prijs van
het crisisbotermerk op f 1D0 per Kg. en die
van de vervoervergunnlng vc-r bultenlandsche
boter op t 1.10 per Kg. is vastgesteld.
een ander onderscheid
de verschillende sigarensoorten
van gekorven ta-
die
MONSTERS vdn beide Craomi ontvangt f
U_ na inzending van porto oan
rONO-s exthaci Co. Aid T-1 amsukxam
NAAM
aous
De Centrale Raad van Beroep te Utrecht
heeft Donderdag de bezwaarschriften van een
achttal ontslagen marinemannen in behande
ling genomen. Raadsman voor de mariniers
was de socialist W. Drop; voor den comman
dant der marine te Willemsoord de heer Ger
bers.
Ook nu weer ontstond meenlngsverschll tus-
schen beide partijen of deze zaak wel thuis
hoorde bij den Centralen Raad van Beroep.
De commandant der marine concludeerde
niet ontvankelijk-verklaring der beroepen.
De heer Drop leverde uitvoerig crltiek
de wijze, waarop het onderzoek is geleld.
De uitspraak Is bepaald op i Januari as.
Dr. KORTENHORST, hardnekkig verdediger
van allerlei industrlebelang. kon bezwaarlijk
het overigens gedempte enthousiasme van
zijn fractlegenoot-sigarenfabrikant deelen Hier
was nu eens, zoo zeide hij ietwat plagerig, een
aspirant-gehangene, die zijn eigen beul prees.
En hij treurde, dat thans weer een speciaal be
drijf een nieuwen last kreeg opgelegd. Liever
had hij dan maar de omzetbelasting nog maar
een beetje hooger geschroefd. Dan zou men
van den heer Kortenhorst eens wat gehoord
hebben, antwoordde Minister Oud. Maar de be
windsman zag hier toch wel een weinig voorbij,
dat de Katholieke afgevaardigde juist in de
omzetbelasting aannemelijk vond haar drukken
op een zoo breed mogelijk vlak, al heeft hij
toen ook gepoogd, uit dat vlak verschillende
plekken weg te nemen, waar de druk al te be
nauwend zou zijn geworden.
Op de meer ondergeschikte punten, door nog
eenige aqdere sprekers aangeroerd we noe
men de heeren Duymaer v. Twist. Van Houten.
Drop komen we na *s Ministers antwoord
terug. Ook de Katholieke afgevaardigde LOER
AKKER heeft als laatste spreker nog eens ge
sproken over den toeslag op loonen voor weck
ten plattelande. dat anders liggen blijft. Hij
kan zich daarmede vereenlgen. maar spoort aan
tot voorzichtigheid, omdat bij zulk een systeem
de werkloosheid wel eens zou kunnen toenemen
in plaats van te verminderen.
De Katholieke afgevaardigde VAN DE PUTT
heeft den Minister op overtuigden toon ge
steund en vooral den bewindsman hulde ge
bracht voor zjjne tegemoetkomendheid en voor
het feit, dat hU de verhooglng der heffingen
heeft doen gepaard gaan met wijzigingen van
de Tabakswet, die het knoeien met den ban-
derolleprijs en het .scharrelen" met cadeaux
verbieden en ook misstanden op het gebied
van de bedrijfsvergunningen tegengaan. De
vergunning voor den kleinhandel in tabaks
artikelen zal thans in hoofdzaak worden ge
geven alleen aan lieden, die er een winkel op
nahouden. En de bedrijfsvergunningen als fa
brikant zullen voortaan niet meer worden ver
leend aan verschillende personen voor een
zelfde pand-
Blijkens de Memorie van Antwoord inzake
het Ontwerp van Wet tot wijziging van de Ge
zondheidswet, stemt de minister van Sociale
Zaken ten volle in met het leedwezen over den
In dit wetsontwerp voorgestelden maatregel,
waaraan verscheidene leden uiting gaven. Deze
leden mogen overtuigd zijn, dat het doen van
dit voorstel voor hem la geweest een bittere
noodzakelijkheid, waaraan niet te ontkomen
viel.
De gezondheidscommissies laten voortbestaan
en de kredieten tijdelijk Intrekken zou be
teekenen, dat een werkelijke inkrimping van
den Overheidsdienst niet tot stand komt. Deae
Is echter onvermijdbaar.
t Intusschen heeft de minister wel vrijheid ge
vonden, de medewerking van de commissaris
sen der Koningin In te roepen om te trachten
uit geschikte vrijwillige krachten zoo mogelijk
commissies te vormen, die In de lijn van het
werk der huidige gezondheidscommissies zullen
kunnen voortarbeiden. Hij overweegt nog, in
hoeverre hij daaraan een eenlgszins officieel
karakter zal kunnen geven.
Vrijdagochtend elf uur zou de vordering van
de Drukkerijen Voorwaarts en Het Laakkwartier
te Den Haag contra het Tweede Kamerlid Louis
L. H. de Visser in diens kwaliteit van voorzitter
der communistische Partij Holland, wegens in
1927 aan die partij geleverde 50000 verkiezings-
circulaires voor f 200, waarvan nog slechts f 20
is voldaan, voor het Kantongerecht In openbare
zitting worden behandeld.
Op verzoek van gedaagde die niet persoon
lijk aanwezig was werd namens diens raads
man mr. Van "t Hoff Stolk. door den deurwaar
der vier weken uitstel van de behandeling dezer
zaak gevraagd en verkregen.
Ook bij deze nieuwe heffing is overigens
de Katholieke afgevaardigde Van de Putt wees
daar terecht op weder eens gebleken, hoe
vruchtdragend het overleg van de Regeerlng
met de Volksvertegen
woordiging zijn kan.
Daarmee Is in dit ge
val bereikt, dat Minis
ter Oud zijne oorspron
kelijke plannen gewlj-
•igd heeft In een voor
de sigarenfabrieken,
welke handwerk leve
ren, veel gunstiger zin.
De aanvankelijke hoo-
gere heffing op de si
garen zou circa
f 10.000.000— opbren
gen. Thans na 's Mi
nisters tegemoetko
ming tegenover de met
de hand gemaakte typen tegemoetkoming,
die hem van den anderen kant een belangrijke
In het belang van de thans wef zeer zwaar
belaste sigarettenindustrie heeft Dr. Korten
horst met den heer Van de Putt op een zwaar
der invoerrecht op bultenlandsche, vooral
Egyptische, sigaretten aangedrongen. Minister
OUD geeft echter eventueel aan contingentee-
rlng de voorkeur. Een poging van den VrUhelds-
bonder Mr. Boon, om het belastingpercentage
rale tijdperk van de verwaarloozlng der ar
beidersbelangen ten gunste van de Industriee-
len Is befaamd genoeg. Zulk een eenzijdige
bevoorrechting wreekt zich op den duur altijd.
De overheid is er voor allen. Dat is een onaan
tastbaar beginsel. En ook practlsch sou vooral
de onderste klasse der samenleving de slechte
gevolgen van het valsch toegepaste beginsel
ondervinden. Wanneer Immers de overheid haar
ten koste van de andere standen zou bevoor-
deelen, zouden de welvaartsbronnen al heel
spoedig opdrogen en de beschermden zouden
de eerste slachtoffers zijn.
Wel Is het naar christelijke opvatting plicht
van de overheid de maatschappelijk zwakken
tegen ovenAacht te beschermen; een bijzonder
waakzaam oog op hun belangen te houden en
de gemeenschappelijke lasten zooveel mogelijk
naar evenredige draagkracht te verdeelen. Te
veel wordt vergeten, dat mede onder den drang
van practlsche, christelijke staatkunde In dit
opzicht tegenwoordig veel meer wordt gedaan
dan ooit te voren. Vergelijk eens de zorg voor
openbare hygiëne, onderwijs, werkverschaffing,
steun bij werkloosheid, ziekenverpleging enz. bij
wat vroeger werd verricht? Dit alles is slechts
mogeljjk ten koste van zeer zware belastingen.
En nu gaat de moderne belastingheffing al zoo
ver, dat verscheidene moralisten zich afvragen,
of hier ten opzichte van de groote Inkomsten
en vermogens al niet van een onrechtvaardige
onteigening moet worden gesproken. Laten wjj
een enkel cijfer noemen. Over 1932 werden er
rond 1.800.000 personen In de RUks-lnkomsten-
belastlng aangeslagen voor een bedrag van rond
vier milliard 200 mlllloen. Deze belasting bracht
rond 82 670 000 op. Hoe waren deze lasten
verdeeld? De inkomsten van 800 tot 5000
vormden te zamen een bedrag van bijna 3
milliard. Zij leverden aan belasting te zamen
ruim 26 mlllloen op. De inkomsten van 5000
tot 10.000 (dus de middenstand) bedroegen
445 mlllloen. Zij brachten ruim tien mlllloen op.
En de meer gegoeden met Inkomsten boven
f 10.000. vormende te zamen een bedrag van
nog geen 800 mlllloen, droegen 46 mlllloen
in de belasting bij.
Er Is maar weinig scherpzinnigheid noodig
om te zien, dat de meer gegoeden naar even
redigheid zeer zwaar belast worden. Wanneer
men daarbij bedenkt, dat die verhouding bj
gemeente-, vermogens- en grondbelasting en bij
schoolgeldhefflng nog veel meer In het nadeel
der hooge Inkomens uitvalt, dan zal een leder
moeten toegeven, dat de maatschappelijk zwak
ken er In onzen tijd heel wat beter aan toe
zjjn. dan toen de tiende penning van allen ge
lijkelijk geheven werd.
Wjj weten wel. dat met zulke beschouwingen
de groote nood van zeer velen in dezen tijd
niet wordt gelenigd. Maar donkere tijden moe
ten het oog voor de werkelijkheid niet doen
sluiten. In tijden als deze winnen valsche voor
stellingen zoo gemakkelijk veld; dit blijkt ons
regelmatig uit correspondenties met onze le
zers. Daarom bovenstaande zakelijke beschou
wing, die, ze moge al geen oplossing In moei
lijkheden zijn, ten minste berusting kan bren
gen en de overtuiging, dat al worden er dan
ook menschelijke fouten begaan de recht
vaardigheid in ons openbare leven ten koste
vën de minder bedeelden nog nietfLin het ge
drang komt.
De tweede klacht is van meer beteekenis.
Moet de overheid nog wel betaald voor haar
bemoeiingen niet op de allereerste en voor
naamste plaats zorgen, dat er geen armoede
geleden wordt, dat ieder burger een behoorlijk
bestaan heeft? Hoe is het mogelijk, dat een
overheidspersoon zich ook maar één gulden uit
«ie openbare kas kan laten ultkeeren, zoolang
er nog één land- of stadgenoot Is, die niet het
allemoodzakelUkste voor zich en zijn gezin
heeft?
Deze klacht, vooral in een crisistijd als we
doormaken, is begrijpelijk, maar redelijk is ze
niet. De elsch is op de eerste plaats onver
standig. Wanneer iemand uit zuivere naasten
liefde zichzelf iets ontzegt ter wille van een
ander is dit zeer lofwaardig. Tot die naasten
liefde zjjn we allen ook verplicht; maar tn
hoeverre iemand daarbij moet en mag gaan,
moet hij met zijn eigen geweten uitmaken.
Nooit heeft een ander eenlg recht om van een
bepaald persoon in dit opzicht iets te etachen.
Dat het in een andere dan deze „kapitalis
tische" maatschappij wel beter zou toegaan, Is
*en ijdele verwachting. Toen de bolsjewistische
Volgens dit ontwerp wordt den ge
meenteraad alle bevoegdheid ontno
men, terwijl ook het college van B. en
W. niet in zjjn normale functie ge
handhaafd wordt, De raadsmeerder-
heid wordt onbekwaam tot het be
stuur der gemeente geacht.
Als bestuursorgaan wordt de bur
gemeester aangewezen. Zjjn afhanke
lijkheid ten opzichte van het hooger
gezag wordt versterkt.
Wie kent niet dat woordje in zijn verheugende
maar toch vooral remmende beteekenis. „Bijna"
dat beteekent: de voornaamste, de zwaarste ar
beid is verricht, een prachtig stuk op weg. een
worsteling achter den rug met de victorie in
zicht, maar ook „bijna" dat is „te kort," dat is
„nog niet.”
Ie Zaken
zou.
Over het
is voorts nog be
knopt het woord ge
voerd door Mr. WES
TERMAN, die op den
nood van tal van fabrieken
bak wees, door Dr. VAN DEN TEMPEL.
voor matiging ten opzichte der si
garetten pleitte, door den heer SNOECK HEN-
KEMANS, die een ander onderscheid tus-
schen de verschillende sigarensoorten had
willen zien gemaakt volgens hem zit onder
de zwaarder belaste cigarillos ook vaak hand
werk en door de heeren ZANDT en WIJN
KOOP
Alweder op een vrij laat uur is men voort
gegaan met de begrootlng van Sociale Zaken.
Van Katholieke zijde is daarbij door me
juffrouw MEIJER een beroep op Minister Slo-
lemaker de Bruine gedaan, opdat er verbete
ring worde gebracht In den onbevredigenden
loes.and. die het tegenwoordige stelsel van
steun verleen mg met zich brengt voor de groo
te gezinnen. De grief van mejuffrouw Meijer
is vooral, dat er bij den kindertoeslag in het
geheel geen rekening gehouden wordt met de
samenstelling der gezinnen. Een gezin met
groote kinderen heeft nu eenmaal grootere en
duurdere behoeften dan een met kleine kin
deren. Ook heeft mejuffrouw Meijer nog eens
aangedrongen op bet goedkoop ter beschikking
stellen van aardappelen aan werkloos» n. De
Minister is hiervan tot nog toe afkeerig, om
dat ook middenstandsbelangen hlerbu be
trokken zjjn. Hebben wjj de katholieke afge
vaardigde goed begrepen, dan wil zij den mid
denstand daarbij niet uitschakelen en wenscht
zij eene regeling als die bij het vleesch in
blik gevolgd.
Maar vergeet zU niet, dat aardappelen altijd
gege.en worden en vleesch bij velen al lang
ontbrak?
Dat kan dus worden: aan wal gezwommen en
nog verdronken en danis het verschrikke
lijker dan niet begonnen te zijn, dan is het een
kapitaal aan offers en moeite voor niets.
Wjj zijn een hulpactie begonnen voor de Zus
ters Carmelitessen in Amsterdam en niettegen
staande de enorme verliezen RU het faillissement
van een bank, een verlies van 150.000 gulden,
zijn wij nu onder Gods zegen zoover, dat wjj dur
ven zeggen: „Bijna gered!"
Maar ook dat „bijna" vraagt nog duizenden
guldens, vraagt nog verduurzaming van giften
bij zoovelen, die edelmoedig en royaal giften
hebben gegeven.
O mocht het toch zijn! Deze Decembermaand
moet in zoovele opzichten bjj zoovele menschen
zooveel goed maken maar in deze wordt er
alles van verwacht.
De laatste loodjes wegen ’t zwaarst.
Toe, laat ons niet vergaan in de haven. Ons
touw is nog te kort, onze springstok reikt nog
niet ver genoeg. Wij zijn er bijna.
Toe. helpt! Pastoor v. d. Tuyn te Heemstede
staat met een kijker in de hand en ziet uit
wat er komt. Gironummer 180484.
Tot nu toe is ontvangen een bedrag van
f 14.562.75%.
Ook Dr. KORTENHORST had een amende
ment, doch hij trok het in, nadat de Minister
had toegezegd, dat hij
de daarin belichaam
de gedachte verde
re verscherping
de bepalingen, die
huisindustr.e in de si
garenbranche
gaan, met
ambtgenooten
Economische en Socia-
bespreken
egenwoordig wordt er heel veel geschre
ven over den invloed van de lichamelijke
opvoeding op de geestelijke ontwikkeling;
de sport en -gymnastiekleeraren doen het voor
komen, alsof hun vak de geestelijke ontwikke
ling zeer in de hand werkt, en ja. er zijn zelfs
menschen die van sport en gymnastiek veel
meer verwachten voor de vorming van het kind
aan van lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis
en aardrijkskunde. Deze zaak is om verscnillen-
de redenen de aandacht waard. Ten eerste om
ae zaak zelve. Als het waar Is, dat de licha
melijke opvoeding van zulk een beteekenis is,
verdient zU door de leeraren, geestelijken en dok
ters met de groots.e zorg te worden bestudeerd.
Ten tweede is het dan van groot belang m wel
ke richting de geestelijke ontwikkeling wordt
gestuurd door sport en gymnastiek.
We zullen het nu eerst he'.oen over de
vraag, welken Invloed de lichaams-oefenin-
gen op den geest hebben. Om hierop een ant
woord te geven, moet men zich eerst duidelijk
voor oogen stellen, wat de geest eigenlijk doet.
Het eigenlijke werk van den geest is deuken:
bet verstand, en het is duidelijk, dat de licha
melijke oefening daarop geen directen invloed
heeft. Het tweede groote werk van den geest is:
willen, en ondanks alles, wat gezegd wordt
over de vorm.ng van de wilskracht door de
sport, houd Ik vol, dat de lichamelijke oefening
geen directen invloed heeft op de wilskracht
van den mensch.
Wilskracht is geen hardnekkigheid of kop
pigheid; wilskracht is de standvastigheid, waar
mee men in praktijk brengt datgene, wat men
het beste heeft geoordeeld. En n.et alleen de
standvastigheid, maar ook de snelle bereidheid,
om dadelijk te doen datgene, wat het verstand
Inziet dat gedaan moet worden. Dat nu de sport
en de gymnastiek de denkkracht en de wils
kracht zouden vergrooten daarvan bemerkt
men In het dageluksche leven toch eigenlijk
niets.
Behalve denken en willen, moet een mensch
ook handelen. En daar ligt de Invloed van de
lichamelijke oefening. De menscheljjke hande
lingen geschieden onder den aandrang van het
motief, of het doel, dat de mensch zich voor
stelt te here.ken. en geschieden tevens -onder
den Invloed van de natuurlijke driften, en
van het temperament; de ..handelingen” wor
den uitgevoerd door het lichaam
Deze zin heeft een nadere verklaring noodig.
Het motief of hei doel van de handeling be
hoort onder de wilskracht van het verstand;
met het verstand gaat men na of een doei goed
is of niet. Dat heeft dus direct met de lichamen
lijke oefening niets te maken. De natuurlijke
nandr.ften bepalen mede de menschelijke han
delingen; iedereen weet het, een jongen van
twaalf jaar heeft nog geen echte geslachts
drift en loopt dus niet te zoeken naar een
vrouw; of een ander voorbeeld: Iemand die
ziek Is. heeft geen begeerte naar rijkdom, hU
denkt alleen aan zjjn gezondheid, de rest laat
hem koud, onder den invloed der ziekte nemen
sommige natuurlijke aandriften In kracnt af.
Nu, op deze aandriften heeft de lichamelijke
oefen.ng grooten Invloed; men noemt deze aan-
dr.ften ook hartstochten, en zooals men weet,
gaan de hartstochten meestal met gevoel ge
paard. Dit Is niet zoo met de verstandelijke
werkzaamheid; wanneer men rekensommen zit
op te lossen of aardrijkskunde leert of wijsbe
geerte beoefent met gevoel, dan wordt daar
door de helderheid van het Inzicht niet gehol
pen. Maar bij de aandriften of hartstochten Is
het een weinig anders: het gevoel hoort daar
eigenlijk bjj.
Over de natuurlijke aandriften is in den laat-
sten tijd, vooral door de school van Freud.'bui
tengewoon veel geschreven; wjj zullen ons her
houden aan de wijsbegeerte van Aristoteles en
den H. Thomas van Aqulno. Wat deze wijsgee-
ren er over zeggen is bijzonder helder en duide
lijk. Wij zullen het aan een sportief voorbeeld
duidelijk maken. Er staan twee elftallen tegen
over elkaar. Ziet dien mlddenvoorwaarts l Be
schouwt zijn zleleleven! Het eerste wat hem
overkomt, is dat hij de overwinning begeert, en
In zijn hart zich afkeert van de nederlaag. Dit
zijn de twee gemoedsbewegingen: begeerte en
vlucht.
HJj gaat verder: de voorstelling van den wed
strijd komt dan duidelijk voor den geest, hij
bemint de overwinning en haat de neder
laag, soms ook den tegenstander (liefde en
haat). Wanneer de wedstrijd is gewonnen, is
hij verheugd, anders is bij bedroefd (vréugde en
droefheid). Dit alles speelt zich af in de ziel
van dien mlddenvoorwaarts, dien aardigen
jongen.
Dit alles is nog slechts begeerte, liefde, vol
doening of vlucht, haat, en droefheid Maar
nu gaat hjj tot de daad over. Door de begeerte
naar de overwinning vat hij moed, maar als
hij denkt te zullen verliezen, wordt hij be
vreesd (moed en vrees)dat ziet hij de moei
lijkheden voor zich, dan gebeurt er In hem, wat
In de menschen van tegenwoordig veel meer ge
beuren moest: alles komt in opstand, hij bruist
op, hij zegt tot zich zelf: wat! zouden we het
vandaag niet winnen. Dit noemde men toom,
dwz het opbrulsen. de inspanning). Nu heeft
hij hoop, of als hij daarna ziet, dat het toch
niet gaat, wordt hij wanholpg (hoop en wan
hoop).
Al deze gemoedsbewegingen: begeerte, vrees,
liefde, haat vreugde en droefheid en verder
moed en vrees, toorn, hoop en vertwijfeling zijn
volgens den H. Thomas van Aqulno de natuur
lijke aandriften.
Nu zal het den lezer reeds duidelijk zijn, dat
de sport vooral, maar ook gymnastiek op deze
aandriften grooten Invloed moeten hebben.
Door sport en spel leert men vlug ergens op
af te gaan, niet terug te schrikken voor de
moeilijkheden, niet te wanhopen, maar de
moed, de hoop, en de Inspanning worden hier
door sterk aangewakkerd. Na de inspanning
komt de vreugde, en onze sportieve opvat ingen
n.aken dat een eervolle nederlaag de deelnemers
niet tot droefenis stemt. Dit Is dan ook de
maatstaf, waarnaar men kan beoordeeien, of
het wedstrijd-systeem te ver gaat. Wanneer het
geregeld zóó zou zijn, dat een nederlaag als
hoogst onaangenaam wordt ondervonden, dat
de verslagene daarvan onder den Indruk zijn,
dan Is dit een bewijs, dat het wedstxUdsyateem
niet meer sportlef is, maar meer gelijken gaat
op ‘twee zaken, die elkaar doodconcurreeren.
Want het uiterste van het spel moet vreugde
zijn, geen droefheid. Die vreugde is bij de over
wonnenen natuurlijk iets getemperd, maar ze
moeten toch tot elkaar kunnen zeggen. *t Ia
een mooie wedstrijd geweest"
Er zijn nog andere goede gevolgen van da
sport. Behalve dat moed, hoop en Inspanning
door de sport worden aangewakkerd, leert men
in het spel ook zijn aandriften te regelen. Im
mers Iemand die na het eerste vUandelijke doel
punt reeds terneergeslagen is, Is geen goed
speler: hjj moet zijn vluchtlnstlnct en zijn wan
hoop leeren onderdrukken. Anderzijds is ook de
al te wilde speler, die te moedig is, of de over
moedige speler, die te hoopvol is, of de t e op
bruisende speler, die he samenspel vergeet,
niet goed in het elftal te gebruiken.
Het groote ding echter van het spel is even
wel. dat men zijn aandriften tn zekeren zin
vrijen teugel kan laten. In het dageluksch leven
gaat dat niet en mag dat niet, maar de aandrif
ten zouden daardoor verschrompelen en mat
worden. Daarvoor is het spel: om de natuurlijke
aandr.ften hun kracht en frlschheld te doen be
houden. en de mensch in staat te stellen zijn
natuur den vrijen teugel te laten. Daarom
het geen wéék, geen weddenschap worden, het
moet spel blijven.
som aan werklooeensteun besparen zal
wordt de opbrengst slechts op 3 615.000
geraamd. Daar de maatregel in zijn geheel niet
minder mag opbrengen Immers, dat zou een
te groote hiaat slaan In het dekklngsplan
heeft Minister Oud de verhooglng van de ac
cijns op sigaretten, oorspronkelijk op circa
3.000.000 geraamd, opgevoerd tot 9 046.000.
De verhooglng van de heffing op pruim- en
rooktabak en snuif is op denzelfden omvang
gehandhaafd. Zij brengt f 2000.000.op.
bestuurders aan de uitvoering van hun vijfja
renplan begonnen heerschte er groote armoede
onder de massa. Zij zelf echter deden zich te
goed en het ontbrak hun ondanks de algemee-
ne schaarschte aan niets. Er kwam ontevreden
heid onder de menigte en zij, die officieel als
partijleden erkend waren, dorsten ook aan hun
ontstemming lucht geven. Het antwoord was:
wanneer uw paarden en ossen moeten ploe
gen laat gij ze dan verhongeren of geeft gij
hun dan Juist extra voer? Welnu, wij, uw lei
ders, die u uit de slavernij van het proletariaat
moeten opheffen, wij moeten meer dan 'ande
ren hebben.
Wij willen de communistische beheerders niet
tot voorbeeld stellen, maar halen deze uitspraak
alleen aan om ijdele verwachtingen, als zou bij
een ander regime „de kleine man" ér zooveel
beter aan toe zijn, af te snijden. Onze mee-
nlng is, dat, wanneer er werkelijk gebrek aan
het meest noodlge zou zijn zooals in de oor
logsjaren 1917/18 dreigde overheidspersonen
de eersten zouden moeten zijn om het voorbeeld
van soberheid en matigheid te geven. Wij
verkeeren echter thans juist In een tegenover
gesteld geval: het economisch leven lijdt onder
een overvloed van productie, waarvoor geen
afzet is te vinden: vandaar slecht beloonde ar
beid en werkloosheid.
De overheid dient deze rampen van het volk
af te wentelen en te zorgen, dat leder weer
ruimschoots in eigen onderhoud kan voorzien!
Accoord! Wanneer wij echter zien, dat de kwaal
is en men nog nergens een
oplossing gevonden heeft, dan
deze wetenschap tot voorzichtigheid,
groo- Wjj verdedigen of becritiseeren geen regeerlngs-
beleid; daar is het In deze rubriek de plaats
niet voor. Dat tegenwoordige regeerlngen ech
ter Juist door het internationale karakter van
het moderne ruilverkeer voor ontzaglijke moei
lijkheden staan, moge één herinnering uit Na
poleon’s tijd bewijzen. De groote Corsicaan zag
met leede oogen, dat de Fransche textielnij
verheid kwijnde. HU gebood daarom, dat het
.hof zou ophouden met Engelsche mousselines
te dragen. De dames de vrouw was altijd
dezelfde! wilden van de bultenlandsche
mode geen afstand doen en trachtten de En
gelsche stof als Fransch fabrikaat onder Na
poleon’s oogen te dragen. Maar de groote veld
heer liet zich niet misleiden. HU ontdekte het
bedrog en scheurde zUn vrouw Josephine en
Hortense de kleeren van het Ujf. En Lyon had
het van Blanchester gewonnen! VergelUk met
deze eenvoudige methode eens de moeilijkheden,
welke thans bU bescherming van een binnen-
landsch product tegen buitenlandschen invoer
zUn op te lossen!
Nog eens. wU verdedigen hier geen regee-
ringsbeleid, willen zelfs aannemen, dat er groo
te fouten worden gemaakt. Dan nog bluft het
beginsel onjuist, dat de overheid allereerst en
voornamelUk haar aandacht aan opheffing var.
den noodtoestand van de minder bedeelde
klasse moet wUden. Die opvatting is principieel
en practlsch onhoudbaar. De overheid Is er n.m.
voor het algemeen belang en zU begaat de
grootste zonde, welke een overheid begaan kan.
wanneer zU de belangen van één klasse spe
ciaal behartigt. Die zonde is in het verleden
overvloedig begaan. De geschiedenis heeft af
schrikwekkende voorbeelden van bescherming
van den boerenstand of van den industrieelen
ten koste van anderen: dan weer werd de nU-
verheld aan den handel opgeofferd. Het libe-
Het gaat met de belastingwetten tegenwoor
dig in de Kamer toch wel heel wat vlotter dan
vorige jaren. Het is althans Minister De Geer
vroeger maar zelden gelukt, er een ontwerp,
dat 14 mlllloen uit eene verbruiksbelasting
zU het dan niet op een eerste levensbehoefte
haalt, in minder dan drie uur door te
krijgen.
Zonder
trokkenen, toonde het weinig opwekkend beeld
door den anti-revolutlonnatren ds. Van der Zaal
van het leven in sommige werkverschafflngs-
kampen gegeven.
De sociaal-democraat DREES heeft een zwart
beeld geschilderd van den flnancieelen nood
van sommige gemeenten en den invloed, die
daarvan uitgaat, op haar werkloozenzorg. Er
zUn gemeenten, aldus de heer Drees, die op
de uitkeerlng uit het Gemeentefonds maar een
zeer minieme kdrting hebben ondergaan be-
wUs. hoe slecht yU ervoor staan maar die
niettemin zeer zwaar gekort worden op de
RUksbUdrage in de bestrUdlng harer werkloos
heidsuitgaven.
-w -y-aar aanleiding van onze jongste artike-
lenreeks over het openbare gezag en de
■*- rechten en plichten van den christen als
staatsburger, ontvingen wU verschillende vra
gen en bemerkingen, die wU zooveel mogelUk
persoonlijk beantwoordden. Eén soort klachten
meenen wU echter openlUk te moeten behande
len, omdat ze een moeilUkheld bevatten, die
vermoedelUk ook bU vele anderen dan bU onze
briefschrUvers alleen leeft en die In onzen tUd.
voor wie ze niet opgelost heeft, scherpe en
gevaarlijke kanten heeft.
In het kort komen de bedoelde bezwaren
hierop neer: dat er gezag, ook openbaar gezag
moet zUn, goed! Maar waarom moeten die ge
zagdragers extra beloond worden en met al
lerlei privilegies en pensioenen worden veilig
gesteld? En vooral: waarom begrUpt de over
heid niet beter haar plicht van plaatsvervan
ger van God te zUn en zorgt zU niet op de
eerste plaats voor de maatschappelUk zwakken,
voor de armen, voor de werkloozen? Al haar
streven moest naar opheffing van de mis
deelden uitgaan; de rest immers helpt zichzelf
wel en meer dan genoeg.
WU meenen in deze enkele zinnen een aan
klacht tegen de openbare gezagdragers te heb
ben weergegeven, zooals ze In bezadigden en
in feilen zin tegenover ons werd geuit.
Nu moeten wU allereerst onderscheiden. Bui
ten onze bespreking moeten alle ambtenaren
hoog en laag vallen, die in openbaren dienst
worden benoemd en die volgens vaststaande
reglementen of instructies uitsluitend loondienst
verrichten voor een publlekrechtelUk lichaam.
Zelfs al bekleeden zulke menschen nog zulke
hooge functies en al hebben zU practlsch
te macht. zU zUn toch slechts de uitvoerders
van de bevelen van anderen. Wanneer zU goed i
bezoldigd worden en in een bevoorrechte posl- l
tie verkeeren. dan nog kan daarop aan hen 1
Doolt eenlg verwUt worden gemaakt. De ver- 1
antwoordelijken zUn de colleges, die hen aan-
stelden en hun arbeidsvoorwaarden bepaalden, i
Met overheidspersonen worden dan ook meer
diegenen bedoeld, die in openbare bestuurscol- ,1
leges wetgevende, verordenende, uitvoerende of
zelfstandige bestuursmacht uitoefenen. In een
tUd ais deze, waarin zooveel gebrek wordt ge
leden. komt heel verklaarbaar weer de oude
vraag boven: moeten zulke posten voor het
..gestoelte der eere" nu wel bezoldigd en in vele
gevallen vrU zwaar betaald worden?
WU zeggen „de oude vraag". Immers er was
een tUd, en men behoeft nog niet zoo heel oud
te zUn, om dien tUd te hebben meegemaakt,
dat de functies in de dagelUksche besturen
van provincie en gemeente en die van afge
vaardigden in de vertegenwoordigende licha
men en vele andere als eere-ambten werden
beschouwd. Volgens de wet was wel iedereen
benoembaar en verkiesbaar, maar practlsch
kwamen in teer veel gevallen alleen zU in aan
merking, die over zooveel tUd en geld beschik
ten, dat zU de eereplichten van het ambt zelf
konden bekostigen. BU den groei der democra
tie kwam daartegen van onderop begrijpelüker-
wUze verzet: oote de onbemiddelde, mits be
kwaam, moest in de gelegenheid worden ge
steld om zelfs de hoogste functies te beklee
den. Zoo zUn de presentiegelden, de bezoldi
gingen en vergoedingen en de pensioenen voor
de openbare functionarissen ontstaan. En nu
is het wel eigenaardig, dat thans verzet hier
tegen opkomt ook uit die kringen, welke voor
heen het sterkst op zulke geldehjke vergoedin
gen hebben aangedrongen.
Zeker, er zUn daarvoor verklaringen. Er zUn
misbruiken ingeslopen: het instituut van be
talingen is door overbodige of te hooge presen
tiegelden, door pensioenen na enkele Jaren
dienst en door de zoogenaamde cumulatie van
functies tot uitwassen vervallen. Maar deze
fouten hebben in de volksverbeelding, vooral
onder invloed van de economische malaise, on-
natuurlUke proporties aangenomen. In werke-
Ujkheld komt die veel gesmade opeenhooping
»an baantjes" bU dezelfde personen maar zeer
sporadisch voor en ook de betalingen aan de
hier bedoelde functionarissen zUn sterk over
dreven. Van het beginsel, dat iedereen in
staat moet zUn om tot elk ambt te worden
benoemd en in iedere functie te worden ge
kozen zal de overgroote meerderheid van ons
volk zeker geen afstand willen doen. Welnu,
dan brengt de consequentie ook mee, dat de
bezoldigingen gehandhaafd blUven. De vraag is
alleen, of altUd wel de besten en de bekwaam-
sten op ..de stoelen der eere” komen. In ons
staatsbestel hebben de burgers dit echter zelf
meerendeels in de hand. Alleen, men kan nie
mand dwingen. En het komt nog al eens voor,
dat Juist zeer bekwamen zich niet voor open
bare bestuursfuncties beschikbaar stellen, om
dat zU hun tUd in de particuliere maatschap-
Pü beter betaald krUgen. Maar dit getuigt juist
tegen de stelling, dat de bezoldigingen te hoog
zouden zijn.
moet een vrouw f Een
moet charme bezitten.
I een te hooge eisch f
Iedere vrouw kan charme
hebben. Iedere vrouw, die er
een geringe moeite voor over
heeft. Wat Pond's Cold
Cream *savonds; wat Pond's
Vanishing Cream overdag.
Getroost U deze geringe moeite,
maar geregeld, iederen dag I
Wees een-vrouw heb charme
door
internationaal
methode tot
maant