u&fiaal van den dag
J
1
I
I
Het land waar de zon vandaan komt
Zó
VOL
IN HET VERLEDEN LIGT
NETHEDEN
I
HONIGS BOUILLONBLOKJES thins 6 voor lOct
Jim en Annie zeilen door!
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
I
HET KAPERSNEST
r
T
r.
if
WOENSDAG 13 DECEMBER
Een leerrijk album
VOOR
EL
Parijsche Jaarbeurs
De Australische tarwe-
export
If
Saneering van China’s
economie
JOSEPH CONRAD
Mijnheer war&uik TRAINTIN de
HA VEN INLIlHTINCieri ÖM TRENT DE KLEI
NE ANNtC IN TEW INNEN.
i
DB 1A1
NATIONALE/""
Vcw DRANK J
i
vlinder i
I i
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Een industriecentrum in het dal
van Yang-tse
r cm
oniimiiiiimitmiiiiimin
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii
L.
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
tend
daar? Ik bedoelde je
me
ogal
V
K
bfl.
7*rdt vervolgd)
1
k'
I
neet
am-
I
ROMAN VAN
1», det Japan op too veelzijdige wijze behan
delt, laat deze Instructieve en welverzorgde uit
gave volkomen recht wedervaren, ZU is popu
lair in den goeden zin des woord*. De firma
Dobbelmann te Nijmegen zal er dan ook wel
evenveel succes mee oogsten als met haar vo
rige, voortreffelijke albums over: „Onze Over-
zeesche Gewesten" en „De Indische Cultures”,
welke door de hoogste autoriteiten op koloniaal
gebied In den lande werden geprezen.
de
Een
am-
poor
takt
W-
aal
der
Ma
de
ond
Mn
een
T empeUantarens aan den meeroever.'
(Vit Japan" door mr. K. Westendorp)
n
d
it
g
jnen
iveer
be-
chfj-
iMt
zijn
tan-
nent
irfc-
llng
de
Ids-
de
*de
be
leeft
iuis-
i de
nog
ends
to*
ital
lint
■so-
ler-
met
M
Üït
tfC
eks
tete
een
dn-
een
*J»
lulft
rant
irate
L
in-
PStlg
p«-
r OCH OCH WA T EEN TOE-
V>TAJ1[>( DEZE OF 6ENE N
\nier moet toch we tem
IwaARZE 15 HOE I
[KAN !K DJEMEN5CHEN
I AAN *T AFWEKEN KPUtfN-
DAT 15 DE KWF5T/E)
Het klinkt eigenaardig,
Misschien wel te dol:
Het Huis van Bewaring
Zit doorloopend vol!
Zelfs zit-plaats te weinig!
Men zoekt daarom thans,
Voor zittende gasten
Zen soort dependance.
In ’t Huis van Bewaring
Gaat daag'HJks de bel
Van gasten op zoek naar
Gedwongen hotel!
Het zaakje rendeert er,
Al klinkt het naïef.
Dit zakensuccesje
Is slechts negatief!
Men klaagt over crisis,
Doch ‘t is essentieel,
Ddar heeft men een crisis
Bestaand door te veel!
De tijden verand’ren,
De mensch eveneens,
Maar over de wijze
Schijnt men het niet eens!
Want zij, die daar zitten,
Verspeelden hun rol.
En dat het er veel zijn
Bewijst thans het: vol!
I
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiHiiiiiiic
De Parljsche Jaarbeurs zal in 1934 gehouden
worden van 9 tot 24 Mei. De voorbereidselen
worden reeds getroffen om een nog grooter
aantal exposanten dan in 1933, toen dit reeds
8000 bedroeg, uit 33 landen, te kunnen plaat
sen. Sommige afdeellngen zijn reeds geheel be
sproken en men verwacht, dat de technische
groepen, speciaal op het gebied van nieuwe
uitvindingen en alle soorten machlne-onder-
deelen. buitengewoon uitgebreid zullen zijn.
In den „Salon des Vink*' zal men de schoon
ste en grootste verzameling van Fransche wij
nen die ooit bijeengebracht werd, kunnen be
wonderen. De afdeeling .Meubelen", welke on
betwistbaar Jaarlijks de belangrijkste manifes
tatie der wereld in de meubelindustrie is. wordt
ondergebracht in een afzonderlijke hall van
215 M lang en 80 M breed. Er zal o. a. weder
een concours van reclamebiljetten georgani
seerd worden, evenals een Internationaal con
cours van nieuwe uitvindingen, waaraan In 1933
733 personen deelnamen, onder wie 340 buiten-
landache uitvinders. Men verwacht het bezoek
van verschillende bultenlandsche ministers van
handel en talrijke en belangrijke delegaties van
industrieelen en handelaren uit de voornaam
ste landen der wereld.
een
Mt
Japansch meisje, dat een wensch om den
poot van een tempelvos bindt. (Uit Japan"
door mr. K. Westendorp)
Droefheid kwam over zijn gelaat, over zijn
bogen; iedereen scheen in slaap Hij raapte al zijn
krachten bijeen. „Mijn soon," riep hy eensklaps
op beslisten toon, „ik roep u op, ml) In dit
nachteiyk uur te volgen naar het ziekbed van
Don Carlos. Ik, nederig priester, het onwaardig
Werktuig van God's genade, doe op u een be-
NllA NNIE, WE HEB&EN LEVEN5-
M/ODE1EN IN OVERVLOED HETJS W
EEN KQANICEBOOT, EENHEEELUK
BR!E5Jf ENEENPRACHnOE ZEE
WAT RAN EEN MONVHME ER VER,
LANGEN?
De oogst-schatting van het Australische Mi
nisterie van Landbouw voor tarwe bedraagt 185
millioen bushell; het binnenlandsch verbruik
voor Australië bedraagt ongeveer vijftig mll
lloen bushel, zoodat 135 mlllloen bushel voor
export beschikbaar zijn, hetgeen ongeveer 28
mlllloen bushel meer is dan het vorige Jaar, of
dertig mlllloen bushel meer dan het Australi
sche quotum. De regeering staat daardoor voor
een dilemma, omdat zij door de Australische
Farmer- en LandpartU sterk aangevallen wordt.
Zij heeft nu een wetsontwerp In voorberei
ding. welke den uitvoer verbiedt, met uitzon
dering van speciale uitvoervergunningen en die
tevens het opslaan van een deel van den oogst
19331934 gebiedt. Dit zou dan noodgedwongen
tot een aanbouw-beperking in 1934 leiden. Hier
tegen verzet de Farmerparty izch ten sterkste,
zoodat nog niet te overzien is. wat uit het tarwe-
vraagstuk voortkomen zal.
!K VIND HET H/ER
EEN PRETTIG LEVEN
TJE EEN ALLERAAR
DLG5T TE HIA5. Re
HEELE OCEAAN VLAK
I VOOR JE j
motieven,
harten.
Seraphlna had mij een snellen blik toegewor
pen den eersten blik dien Ik meer had ge
voeld dan gezien. Carlos spande zich nog eens
in. verhief zich wat en legde haar hand in de
mijne.
Seraphlna's hand lag kalm in myn palm
warm, zacht, levend; heel het leven, de heele
wereld, alle geluk, het eenlg verlangen maar
Ik durfde mijn greep niet vaster sluiten, bang
voor de ijdelheid van mijn verwachtingen, hui
verend voor de innige gelukzaligheid In de
stoutmoedige daad. Pater Antonio ik kon
geen ander woord gebruiken huilde. HU
was nu enkel een teerhartig, eenvoudig oud
man, moer niet.
Frits zag op z’n horloge: negen uur acht en
dertig. ^Mog zes minuten.
De stationschef liep langzaam op *t perron
heen en weer.
„Wel allemachtigI” riep Bob met een diepen
zucht. HU zat op z'n bankje en schoof een ge
weldig stuk pruimtabak achter z’n sterke kiezen.
„Wat scheelt er aan. Bobby? Is er niet ge
noeg?" vroeg Frits. Deze vragen sloegen op
Bobs tabaksvoorraad.
„Ben Je mal?" luidde de wedervraag, „een
mlllloen vierhonderdduizend dollars zou niet
genoeg zUn?"
„Wat vertel je
pruimtabak I"
„En Ik bedoel het geld dat hier achter ons ligt
en dat we moeten vervoeren; die mooie ronde
dollars, ze zjjn voor Kit-Karsen bestemd; ar
beidsloon voor den bouw van den nieuwen
spoorweg. Morgen is’ X Zaterdag."
Frits lachte, zonder goed te begrijpen
Bobby wilde nog wat zeggen, maar het sig
naal van vertrek ging naar de hoogte; machi
nist en stoker moesten op’hun post zijn.
Frits had nu tyd gehad om na te denken;
ook hU dacht nu aan 't geld, dat achter in den
postwagen lag. Al rUdend door den donkeren
nacht, gingen vier uren voorby. Onophoudeiyk
naar myn gezicht. Wat vroegen ze van my?...
Dit was niets. Natuuriyk zou ik haar gewe
tensbezwaren eerbiedigen haar gewetensbe
zwaren ook al zou mUn hart breken.
„Ik beloof het; ik beloof, zelfs ten koste van
lyden en ongeluk, nooit iets te zullen vragen,
dat tegen haar geweten is."
Carlos' stem klonk zwakjes: „Ik sta voor hem
in, pater Antonio.” Toen scheen hy af te dwa
len met een gefluister, dat wy tweeën, zwak
opvlngan: ,RU lykt op zyn zuster. O, godde
lijke
En by dit doodzeh gezucht, deze ademhaling,
met het licht getik der rozenkrans-kralen. in de
hand der zuster, viel een stilte over de kamer,
groot als de stilte van een wereld van onbekend
geloof, ongeweten~llefde en stille droombeelden,
van onuitgesproken hartstochten en geheime
als er leven In onze onpeilbare
De Chlneesche gezant in Londen, Dr. Quo
Tal-Chl, deed in een Interview Interessante me-
dedeellngen over de pogingen der Chlneesche
Nationale Regeering om, ondanks alle moeilijk
heden, den landbouw en de industrie in China
te saneeren. Vooral wat den landbouw betreft is
deze taak buitengewoon zwaar, want de eco
nomische toestand onder de landbouwende-be-
volklng van China, die ongeveer tachtig procent
der geheele bevolking uitmaakt, is door de ge
weldige rampen der laatste Jaren, de overstroo-
mlngen der Gele rivier in 1931, de voortduren
de droogte en de militair politieke verwarrin
gen allerellendigst. Toch heeft men moedig
het werk aangevat en aldus verschillende maat
regelen getroffen, ten gunste van den landbouw.
Er is een saneeCrngscommlrsie benoemd, die tot
taak heeft de toestanden in den landbouw door
het systematisch Invoeren van coöperatieve en
wetenschappelijke methoden te verbeteren.
Om deze pogingen der Regeering te steunen,
heeft de Chlneesche Bar.kvereenlging een by-
zonder stablllseerlngscosnitë gevormd, om
boeren goedkoope credleten te verleenen.
landbouwkundig centraal proefstation werd op
gerecht en tot ondersteuning van ‘de zydeteelt
werden regeeringsobligatles uitgegeven
Wat nu de Industrie betreft, heeft de Natio-,
nale regeering een vler-Jaren plan ontworpen,
om in het Yangste-dal een Industriecentrum te
vestigen. Er zullen kolen, petroleum, koper en
ammoniak-zwavelzuur gewonnen en suiker, pa
pier en porcelein in dit gebied geproduceerd
worden.
Verschillende plannen hebben reeds een defi
nitiever vorm aangenomen, b.v. de oprichting
van een staats-yzer en staalfabriek, een cen
trale machine werkplaats, een ammoniak-,
zwavelzuurfabriek en ^een fUngarenspinnei ij
en weverij. Verschilende bultenlandsche fir
ma's hebben zich bereid vei'zlaard, de machi
nes welke voor deze plannen benoodlgd zyn,
tegen langjarig credlet of in huurkoop te leve
ren. Verder bestaan er plannen Tot oprichting
van een alcohol-distilleekdeAj, een groot hydro-
electrisch bedrijf en een auto-fabriek. Evenzoo
worden maatregelen getroffen om de levering
der noodzakeiyke grondstoffen, kolen, katoen
enz. te verzekeren.
Verder ligt het in het streven der Nationale
Regeering een modern straten- en wegennet te
bouwen. Op dit gebied zyn reeds prachtige re
sultaten bereikt en zullen verdere positieve
maatregelen getroffen worden. De lengte van
de straten en wegen in China la tot einde 1932
op 10.000 myien gebracht.
Een commissie tot wegenbouw werd samen
gesteld. Het onlangs gevestigde bureau van
openbare wegen werd belast met de taak, de
aigemeene plannen voor den aanleg van inter
provinciale wegen uit te werken en voor de uit
voering daarvan zorg te dragen.
De vrees, dat de Industrialiaeering van China
den Invoer van bultenlandsche waren geheel
zou lam leggen, werd door Dr. Quo Pal-Chl
ongegrond genoemd. Eer het tegendeel is het
geval, daar een China, tot grooteren welstand
door z'n industrlaliseering geraakt, vegl meer
van het buitenland zou kunnen afnemen dan
vroeger.
en werd heesch. Er was een landelyke waardig
heid in zyn ruige gestalte, zyn breed gezicht,
in het gebaar van zyn opgeheven hand. „U moet
beloven, ten opzichte van senortta Seraphlna,
de inspraken van ons geweten, geleld door het
leergezag van ons geloof te eerbiedigen, en u
te voegen naar de gedragsiyn der Kerk, in
zaken die het heil der zielen aangaan....
Belooft u?"
HU wachtte. Carlos' oogen brandden donker
groote geestdrift getuigt voor de cultureele en
natuuriyke schooriheden van Japan, wint daar
door aan objectiviteit en genletbaarheld. Trou
wens, wat hy over land en volk over de Ja-
pansche mythologie en geschiedenis verhaalt,
maakt Indirect veel duldeiyk van wat op het
oogenbllk de Japanners dryft en bezielt. De
geschiedenis van Japan is een zeer bloedige en
Aziatisch wreede. Naast de groote, tot halfgoden
of complete godheden geworden Keizers heb
ben de Shoguns als feitelUke heerschers er een
belangryke rol in gespeeld. Zou men de plank
zoover misslaan, wanneer men den huldigen
machtigen minister van oorlog Arakl, die het
oude Shinto-Isme propageert ter bevordering
van een byna religieuze Vaderlandsliefde, mln
of meer als een Shogun beschouwt? Er gaan in
Japan steeds fanatieker klinkende stemmen op
om Arakl tot dictator te maken. Indien dat zou
gebeuren, zou dan de analogie niet byzonaer
treffend worden? In het verleden ligt het he
den, deze zegswyze geldt ook voor Japan. De
Hollanders hebben in het verleden van Japan
gerulmen tyd een merkwaardigen invloed uitge
oefend, omdat zU, toen Japan nog voor de bui
tenwereld hermetisch gesloten was, de eenlge
vreemdelingen waren, die op Japansch grond
gebied mochten verbiyven om hsmdel te drij
ven. Mr. Westendorp vermeldt echter niet, dat
de Hollanders dit voorrecht hadden weten te
verwerven door het kruis te vertrappen. Het
verbiyf van de Hollanders op het eiland Des-
hlma is dus allerminst een reden om zich daar
op te verhoovaardlgen, want het werd gekocht
voor" een prijs, welke alleen gewetenlooze geld
zucht bereid is te betalen.
Het inleidend woord, dat de Japaneche ge
zant te Den Haag voor dit met Interessant
fotomateriaal en een aantal fraaie aquarellen
van Mevr. WestendorpOsleck verluchte al
bum schreef, en waarin deze verklaart, dat se
dert jaren in Nederland geen boek verschenen
ceremonieel en zUn meest karakteristieke eigen
aardigheden, spreekt wel van zelf. In de hoofd
stukken over bouwkunst, beeldhouwkunst, scml-
derkunst. kleinkunst en tooneel is Mr. Westen
dorp zichtbaar in sUn element. Men voelt daar
in, hoe zéér het hem spUt, dat hy zich tot
groote beknoptheid moet beperken over onder
werpen, welke hem zoozeer ter harte gaan en
waarover hy moeliyk uitgepraat zou kunnen
komen. De sgn. „Groote Verandering", de
overname van Westersche cultuurvormen, weixe
zich in de tweede helft der negentiende eeuw in
Japan voltrok, beschouwt hy vanuit het oog
punt van den aestheet, die daardoor veel
autochtone schoonheid te loor ziet gaan. Over
het moderne Japan, dat in ulteriyken schyn
althans zich heeft aangepast aan de Wesitr-
sche techniek en „beschaving”, zonder even
wel zyn InnerlUk, sulver Oostersch karakter te
verliezen, vindt men betrekkelyk weinig in dit
boek. Alleen de laatste hoofdstakken over To
kio, over landbouw, handel en industrie en over
arbeidstoestanden en over het visioen van Hl-
deyeshi waarin de politieke en economische ex-
pansiezucht van het hedendaagsche Jajwin een
historisch psychologische verklaring vindt, be
treden vluchtig dit terrein, dat vol politieke
voetangels en klemmen ligt. Het Is kenneiyk de
bedoeling van mr. Westendorp geweest zich
bulten alle actueele politieke vraagstukken van
den dag te houden, en zyn boek, dat van
kreeg
armen,
ze werkte
dreigende l
ren maakte, alsof
ze den trein tot
„HU moet zyn gedachten van de aarde loe-
maken; en als er geen andere weg is...."
„Wat weg? Wat wordt er van my verwacht?"
„Myn zoon, uw ontroering heb ik immers
bemerkt. Wy, die aangesteld zyn om 's men-
schen zwakheden te leeren kennen, onderschei
den ook spoedig de teekenen der innigste ge
voelens.... Ik moet u zeggen, dat myn geliefde
dochter in Christus, Senortta Seraphlna Rlego nu
vertoeft bU Don Carlos, praktisch het hoofd der
familie, sinds zyne excellentie Don Balthasar
verkeert in een toestand van, laat ik zeggen,
kinderiyke onnooaelheld."
„Wat bedoelt u, pater?” stamelde ik.
„zy wacht op u, zy, met Don Carlos." sprak
hy, mU aanzlende. En daar zyn plechtigheid
my scheen beroofd te hebben van het vermogen
om te loopen voegde hy er met «Un gewonen
eenvoud aan toe: „Wel, mUn zoon. zU is. mag
ik zeggen, niet geheel onverschillig tegenover
uw persoon."
Ik had niet schieiyker In den stoel kunnen
neervallen, wanneer de goede pater een pistool
op nUjn borat had afgeschoten. Hy ging heen;
en opspringend zag ik een Jongenman in zwart
fluweel met witte kant, van den grooten, zon
der lUst in den muur gezetten spiegel uit mU
aanstaren, pis pen Spaansche geestverechU-
roep hem een gerustMM te brengen, die mUn
hulp hem niet vermag te geven. ZUn Ujd is nog
maar kort.”
Ik stond op, ontsteld door zUn plechtlgen
toon door iets van een verborgen beteekenls la
zyn woorden.
„Ligt hU op sterven?” riep ik.
I /5 ZE SOM5 HIER GE WEE^T
I A4£ DUNKT IAN WEL MAAH.WAAP/5 t
(Korte inhoud van het voorafgaande: Kemp
oen Engelschman uit Kent wijkt met Carlos
Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van zijn zuster Veronica Ralph
Rooksby. Bier komt hU in kennis met den
rechter O' Brien en met Don Ramon, die
Kemp willen overhalen dienst te osman bil
aeeroovers die Rlo Medio als basis hebben
Als bil hier niet op msaat. wordt bil over
weldigd en aan boord van een schip ge
bracht HU weet echter spoedls te ontsnep-
pen en wordt ongepikt door een ender
schip, dat hem naar Havanna aal meena
men NabU de Cubaanse!» kust worden ill
echter door seeroovere. die onder bevel staan
van een vriend van Carloe Thomas de
Castro, overvallen. Jobn Kemp wordt ge
vangen genomen en met het kanersehln
naar Rlo Medio gebracht, waar hij gastvrij
ontvangen wordt door Don Balthasar. Hier
leidt men hem aan het ziekbed van Carloe).
kletterde de regen tegen de kleine, ovale ruiten,
waardoor Frits met gespannen aandacht bUna
onafgebroken keek.
„Wat drommel. Bob,” riep Frits, „we moeten
nu toch gauw over de groote hangbrug komen.
We zUn Sheridan al voorby. JVe zyn nu dicht
bU den tunnel, met aan weerszijden de rotsen."
Bob stond op en ging achter Frits staan.
„Daar is de rots,” sprak hU; „wil ji niet even
remmen? In dien tunnel spelen zich soms rare
dingen af, en vlak achter den tunnel ligt de
brug. Daar is het dlkwyis ook niet pluis.”
„Dwaasheid. Bobby. Na de brug gaan we de
hoogte in, dan rijden we vanzelf langzamer en
zoo...."
De verdere woorden bleven hem In de keel
steken. Reeds meerdere seconden stoomde de
trein door den donkeren tunnel en daar doem
de eensklaps by X licht der schUnwerpers een
monsterachtig groote zwarte gestalte voor de
blikken der ontstelde mannen op. De gestalte
gleed, langs de wanden van den tunnel met de-
\De Nacht-
tezeiMtzzaaaaesataaaiauaazaaiaavaaieazaazzstseM
"tilstand wilde dwingen. Voor een paar secon
den verdween ze nu en dan. om dan weer in
X schelle licht der schijnwerpers haar dreigen
de gebaren te hervatten.
„Lieve hemel I" riep Bobby.
Frits gespierde hand trolt den hefboom van
de rem over; de luchtkleppen vlogen open, er
werd tegenstoom gegeven. De rem knarste, een
schok, en de trein stond stil.
Bob sprong van de machine en Frits sprong
hem na. HU viel over iets, stond op en liep ver
der. De regen striemde hem in X gezicht Nu
wm hy aan X eind van den tunnel gekomen;
eenlg» pasAen verder lag de brug en achter de
brug gaapte de bodemlooze afgrond. Weer strui
kelde hy; hU hoorde het schuiven van een
stuk Uzer op stcenen. HIJ bukte en nam een
voorwerp van den grond op: een schroeven-
draalr. HU keek scherp uit naar de rails en een
huivering voer hem door de leden. Op de plek
waar de spoorbaan de brug bereikte, waren de
dwarsbalken en de verbindingsstukken tusschen
de spoorrails met geweld verwUderd.
Frits keek op en zag Bob naast zich staan.
Ook op diens gelaatstrekken stond duldeiyk
de schrik te lezen, die zich van hem had mees
ter gemaakt-
Op dit oogenbllk kwam een aantal passagiers
aangeloopen. Er klonken uitroepen van ver
bazing en Ontsteltenis; hier en daar verwen-
schlngen. Sommigen vroegen angstig wat er
gaande was.
Frits wilde een verklaring van het gebeurde
geven en begon: ,Ja heeren. dat is....”
,^wyg. kerel." fluisterde Bob hem in X oor;
Jrijk liever eens naar den linker schyn-wer-
per”
Frits keek op en keek in X schelle licht
Daar vloog in X dikke glas een nachtvlinder
heen en weer. Telkens als X onrustige dier
krampachtig z'n vleugel heen en weer bewoog,
gleed langs den wand van den tunnel een reus
achtige zwarte schaduw, die dreigend en on
heilspellend allerlei armbewegingen maakte....
„Goddank," zei Bobby met een zucht, „dat
stomme dier heeft ons allen gered.”
span, het ulteriyk snel ver-Westerschte
Aziatische Keizerrijk, dat het oogenbllk
bezig is aan den uitbouw van zyn machts
positie in het verre Oosten, zal, wanneer de
onrustbarende teekenen niet bedriegen, weldra
een rol van wereldbeteekenls gaan spelen. Of
Japans toekomst een triomfale dan wel een
catastrofale zal zyn, valt moeliyk te voorspel
len. Maar hoe die toekomst ook moge uitval
len, de terugslag en de invloed daarvan zuilen
zich in geheel de wereld doen gelden, in het
byzonder in ons Insullnde, welks belangen ten
nauwste zyn verbonden met de ontwikkeling
der economische, politieke en militaire machts
verhoudingen rondom en in den Pacific. Eer
eerste vereischte om eenlg Inzicht en begrip van
die ontwikkeling te krijgen is, dat men zich zoo
goed mogeiyk op de hoogte tracht te stellen
van den aard en het weten, van de zeden en
gewoonten, van de beschaving en de mentali
teit van de Japanners en van de omstanaig-
heden en het geografisch milieu, waarin zy
leven. Het derde album, dat door de N.V. Zeep
fabrieken „Het Anker", vil. Gebr. Dobbelmann
te NUmegen in de serie: „De Wereld in Beeld"
is uitgegeven, en dat gewyd is aan „het land,
waar de zon vandaan komt" kan daarbU uit
stekend als hulpmiddel dienen. De tekst werd
door Mr. H. K. Westendorp, den bekennen
voorzitter der Vereenlglng van vrienden der
Aziatische Kunst geschreven. Op onderhouden
de en bevattelUke wyze deelt hy daarin mede
van zyn kennis, welke hy zoowel door studie
als door reizen heeft vergaard.
Dat zUn belangstelling op de eerste plaats en
tn hoofdzaak uitgaat naar het oude, zuiver Azi
atische Japan met zyn hoogontwikkelde beel
dende kunst, zUn religieus en maatschappeiyk
s f r -3 op dit blad aUn ingevolge de versekertagsvoorwaarden tegen f 9/)/)/) by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f by een ongeval met f by verlies van sen band f 1 fiE oy verlies van sen f Cfi by een breuk van f Aft by verlies van *n
ff dOOftflR S ongevslien verzekerd voor een der volgende ultk seringen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogan J vV,“ doodeiyken afloop f Jützvs" een voet of een oog f A luim of wijsvinger J «Jl/»~been of arm f anderen vinger
zelfd^ snelheid
als de trein; zy
plotseling
waarmee
i en
geba-
hy doen kon zyn witte hand oplichten, *n paar
duim boven de zyden sprei, die zyn leden zacht
dekte, als een groot purperkleed. Er was iets
vreuguégs en tegeiyk iets wreeds in dat stuk
kleurigheid, zoo in tegenstelling met het doode-
lyk wit van het, linnengoed, de somberheid
van het uitgemergeld gelaat, en het donkere
hoofd. De verwarde schaduwen en dof gewor
den pracht van blazoenen en draperieën hoog
aan het plafond met lussen vastgehacht, vielen
in zware onbeweegiyke plooien strak neer op
den gepolUsten vloer, die het kaarslicht weer
kaatste als een watervlakte of liever een vlak
stuk ys.
Pater Antonio begon heel diep en ernstig mU
toe te spreken:
„Kom nader, myn zoon, nader by. WU
vertrouwen de natuuriyke gevoelens van mede-
lyden, die in leder menschenhart staan Inge
plant, den adel van uw afkomst, de eer van uw
rldderiykheld, en den onverdelgbaren moed,
die als door de nooit aflatende genade "Van
God, de zonen van uw gezegend en ongelukkig
land onderscheidt.” ZUn zware wtem nog ver
diept door de plechtigheid der woorden, beefde
nlng, met mijn eigen Engelsche gezicht.
Toen ik de kamer uitsnelde, was de maan ge
daald beneden den rand van het dak en lag de
geheele binnenplaats van Casa Rlego zwart
onder de sterren, met enkel een gelen llcht-
schyn van de lamp onder het poortgewelf,
vallend op de trappen. De gestalte van den
priester was uit het gezicht verdwenen en een
verwUderd geklop op een deur scheen, venüengd
met myn voetstappen, deel uit te maken van
het bonzen van myn hart. Beneden riep een
stem aan de poort: „Wie gaat daar?" Maar ik
rende door. Twee schrale lichten brandden
voor Carlos' deur aan het einde van de lange
gang en twee van Seraphlna's kamerjuffers
deinsden terug van de groote mahoniehouten
paneelen. toen ik naderde.
Ik hield stil of ik een Indringer was; van al
de personen in de ziekenkamer bewoog geen
enkele het hoofd. De stilte der kaarsen, der
dingen, der lucht, scheen te zyn overgegaan
in Seraphlna's gelaat. ZU stond in strakke hou
ding onder de zware opgeslagen gordynen en
zag er zeer Spaansch en romantisch uit in
haar korten zwarten costuumrok, en een zwar
ten kanten shawl, om hqofd, schouders en
armen geslagen en tot het middel afhangend.
Carlos, die opzat, met zachte, donzen kus
sens in zyn rug, sprak niet met haar, maar
scheen dit gedaan te hebben. De blos op zyn
wangen, de vurige glans zyner oogen, gaven
hem een ulteriyk van bezieling, byna van
vreugde, een soort verteerende vlamachtige
schittering. ZU wachtten op mU. Met al sUn
vurigheid en schyn van leven was al hetgeen
v y óór den oorlog was Frits Winter treln-
v/ machinist. Meestal reed hU op het traject
BerlijnKeulen. Toen kwam de oorlog en
met den oorlog de economische crisis. Frits kon
nergens werk krygen. Daar schoot hem eens
klaps te binnen dat hy nog een oom in Ame
rika had. HU schreef hem direct een brief. Het
antwoord was kort maar bevredigend. Dit laat
ste in zoover, dat het schryven vergezeld ging
van een flink getal bankbiljetten. Nu regelde
Frits met bekwamen spoed z’n zaken en. voer
over den Atlantischen Oceaan naar de Vereenlg-
de Staten, naar Kentucky.
HU zag echter al heel gauw in dat ook in
het land van den dollar iemand de gebraden
duiven maar niet zoo in den mond vliegen. Na
eenlgen tyd gelukte het hem toch, ofschoon
niet zonder veel moeite', een vaste betrekking
als treinmachinist te krUgen en ofschoon een
Dultscher, was hy na een half Jaar, zoowel bU
z'n collega's als by z'n superieuren, goed gezien.
Zeer bevriend was hy mét z'n stoker. Belden
waren mannen, die stipt hun plicht vervulden
Daarom verzette de chef zich niet tegen hun
vriendschap en gebeurde het maar zelden, dat
Frits met een anderen stoker dan z'n vriend
Bob reed.
Bob was het type van een Noord-Amerikaan:
lang en mager, maar gespierd. Wanneer Frits
op de locomotief kwam, dan zat Bob reeds op
z'n gemak op de machine en zag van tyd tot
tüd op den manometer, om te zien hoeveel druk
de „oude rammelkast" al had.
Op zekeren dag keek Frits dan ook verwon
derd op. toen hy bU het binnentreden van de
locomotiefloods Bob dicht by den ingang op een
bank zag zitten.
„Wat scheelt er aan. Bob?” vroeg hy. ,Js het
Je daarboven te heet?"
„Neen, maar we hebben nog meer dan twee
uren tyd; waarom zou ik me dan nu al druk
maken met stoken?"
„Maar man, hoe kom Je er aan? Het is nu
tien minuten over seven en om acht uur drie
rijden we uit de loods."
„Een oogenbllkje,” antwoordde Bob, ..het zal
anders uitkomen dan Je denkt. De dikke Jim
heeft zich ziek gemeld en daarom krUgen we z'n
trein: negen uur vier en veertig uit de loods.”
„Naar Kit-Karsen?”
„Ja, en terug
Men kon het Frits aanzien, dat hem dat niet
beviel.
.Robby,” sprak hU, „met dit ellendige regen
en stormweer moeten we nu door die ver-
wenschte bergen stoomen; en dat nog wel in
X donker.”
„We rijden over San-Francisco." zoo liet Bob
zich hooren; „als we op de plaats onzer be
stemming komen, is het inmiddels dag gewor
den en stormt het niet meer.”
Nadat hy dit by wyze van troost gezegd had
klom hU op den tender en begon kolen te
scheppen.
„Tegenover God nu. Don Juan.... Ik B^n
maar een arm priester, doch bekleed met een
heilig ambt, een geweldige macht. Senor. het is
een Jong meisjeIk heb haar liefgehad als
myn eigen kind; want ik heb haar trouwens
in het doopsel het geesteiyk leven gegeven:
bent haar bescherming verschuldigd; daarvoor
is het, tegenover God, Senor
Het leek of Carlos het bewustzUn nad verlo
ren. zyn oogen waren gesloten, zyn gezicht
leek een beeldhouwwerk. Maar langzamerhand
verscheen op zyn lippen een zweem van een
glimlach, teeder, iets spattend zelfs. Met een
langzame beweging hief hu zyn oogleden op.
met een beroep van heel zyn vermoeide ziel
op mü. Ik ging naar voren, om over nem heen
te buigen. De vloer, het groote bed. de heele
kamer scheen te rijzen en te dalen: vóór
Seraphlna myn hand had laten glippen, had
ik een lichten, vluchtlgen druk gevoeid. By
het snelle hameren van het bloed aan myn
slapen dacht ik krankzinnig te zullen worden.
Carlos sloeg zyn arm om mUn hals; de kalme
ernst des doods was op zyn lippen, die Juist
myn oor raakten en zich verwUderden te zamen
met het verre geluid der woorden die verloren
gingen tn het verschiet van een andere wereld.
.Als een Engelsclunan, Juan."
„Op mUn eerewoord, Carloe."
van
M
«K
A 3