Donkere dagen voor Hongarije Q DIAMANT I s H maar JECOVITOL wïAaal aan den da^ DE RADEN-DICTATUUR Brutaliteit DE KLEINER ANNIE- LIJDT SCHIPBREUK Warbucks huurt een Jacht e> HET KAPERSNEST L\ Jk DRANn 7 BAK- EB BRAADVET 1 VRIJDAG 15 DECEMBER Werkverruiming Graaf Apponyi en De omgekeerde wereld Il at I i Avonturen van graaf Albert Apponyi tijdens de heer schappij van Bela Kun Hoe de heer W. te Rotterdam met zijn rheumatiek tobde 22|cta half pond JOSEPH CONRAD GEZOND ZIJN „Prof. Adolf Ajkay” Petroleumproductie in Rusland t-NATIONALE r~l I GEIJKTE LEVERTRAAN AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 4 a EUS zijn (Ingezonden Mededeeling) oc ...wil nog niet altijd zeggenge- M en MOCADES-STHEEMAN U PHARMACIA 1 IW h. 8. 10. .9 te wanneer lei h/EZ HEB JE EEH T. 3 4> i my nieuwen tnoed gegeven," was niet E Wordt vervolgd; Bi/ Apothekers en Drogisten f - 75 p Fl. it 45 ets pond ROMAN VAN Op verzoek is eervol ontslagen met dank H. M. Hlrschfeld als lid der Rljkscommlssie van Advies voor Werkverruiming en is als zoodanig benoemd G. J. Teppema, referendaris by het Departement v. Economische Zaken. lat ut ri te te a- !T- is- tooverende stem naast mij. „En u heeft gewei gerd. dat toont uw moed." ..Niet uit zelfzuchtige beweegredenen, zeide Ik," verward alstof heel de groote onzekerheid van lis k- ■ze de en lie tg. en :lk ■n en ad n- er t» ti en fr iet e* r- r- c. te e- 3- r- Is. MdNHÉER WAR81KK5 VERUDbT&EEN ..TIJD MET Hf~T OPGPOREN VAN ANNIE- H/ER UHE7^\ STOOMJACHT I MIJNHEER F warbucks; I het /seeh 1, ECHTE ONEL- STOOMEPJ HAAR VAN HET JACHT HU ZUHJUEHJE SCHEE PO VOLK IN MUN DIENST. ZORG ER VOOR PAT WE MORDEN Bu'T AAMBREKEH VAN DEM O AC ZEE KIEZEN. In de droge en dun bevolkte steppe van Ka sakstan Is men thans begonnen met den bouw pijpleiding, welke de grootste des lands mummnuff£ T BES TE muimiiuiHitg iiiuimiuuiiiiiiiiuiuiiuiiuiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiumii^ TOT UW 1 CHEQUE KPPiTEJH. ZEND H DIENST, Die maar am oen ei ge- J mom heer arry Cooper was een man, die een inbraak tot In de puntjes voorbereidde, zoodat hij op alle mogelijkheden wees voorbereid, die dan ook gewoonlijk een ongeloofelljke brutaliteit en zelfverzekerdheid aan den dag legde. Toen hU zich tegen den avond naar de villa van generaal Blackburv begaf, wist hij dat er In het huis geen sterveling te vinden zou zjjn. De generaal was voor enkele weken uit de stad en had den naastbljzUnden politiepost ver zocht een oogje in het zeil te houden. Het was dus zaak voor Harry Cooper om de regelmatig surveilleerende agenten te ontwijken. Aan den anderen kant wilde hij op zijn ge mak het geheele huis doorzoeken. Zjjn vindingrijkheid deed hem een plan aan de hand, waarmede hij alle moeilijkheden kon oplossen. Voor een geroutineerd inbreker als hij wees het niet moeilijk In den villatuin te komen, zonder gezien te worden. De buitendeur was ook al geen bezwaar, want hU had een goede col lectie loopers tot zijn beschikking, waarmee het moellljkste slot in korten tijd was te openen. Binnen in de breede marmeren gang rook het muf. Zonder gerucht te maken opende Coo per verscheidene deuren, waarna hU het slaap vertrek van den afwezigen generaal betrad. Het was nu zaak om vlug te handelen. In een ommezien had hy een rokcostuum van den generaal aangetrokken en een monocle In het oog gezet. En het duurde ook niet lang voordat hij de lintjes en ridderorden van den generaal had gevonden en ze op de jas had be vestigd. In de werkkamer maakte hij het buffet open en zette een karaf whiskey binnen het bereik. Niet omdat hij van plan was ook maar iets te drinken, doch omdat dit alles een rol moest spelen In het comediespel, dat de omstandig heden hem konden dwingen op te voeren. Toen de voorbereidingen getroffen waren, stak hij licht aan, na voor de veiligheid nog eerst de gordijnen dichtgeschoven te hebben. Hij grinnikte van genoegen. „Laat de heeren politle-agenten nu maar ko men,” mompelde hij. „Ze zullen wel vreemd op kijken. Wanneer ze ontdekken dat de generaal thuis is, maar ze zullen moeten erkennen dat 'n generaal mag doen en laten wat hij wil en zeer zeker zjjn vacantle mag onderbreken» om een diner bij te gaan wonen van het officieren corps.” Ondertusschen was het allerminst Cooper’s plan om op de een of andere manier de komst van de politie te veroorzaken. Kon alles gedaan worden zonder haar tusschenkomst, dan was dat zooveel te beter. Cooper begon nu een vrij systematisch on derzoek. waarbij hjj zorgvuldig alle kostbare en makkelijk vervoerbare dingen bijeenbracht. Hij haastte zich niet en vermeed alle wanorde. Een kwartier was hij op deze manier bezig, toen zijn ooren een gerucht opvingen dat van het oi>engaan van een deur afkomstig wees. Er was iemand het huis binnengekomen. „Ze zijn erg waakzaam, die agenten,” glim lachte hij. Energiek deed hij de deur open, zoodat de lichtschijn ook een deel van de gang verlichtte en riep: .Hola daar! Wat voer je daar uit?" De galm van zjjn woorden bleef nog even na klinken, want niets roerde zich. Eenlgszins van zijn stuk gebracht, deed Coo per een paar stappen In de gang. En vóór hl) het kon verhinderen, had een stevige kerel hem tegen den muur gedrukt en dreigde hem met een revolver. „Hou je mond.” siste de vent hem toe, „an ders zal je voelen dat ik met een revolver kan omgaan. Cooper bewoog zich niet. Het was een wei nig onverwacht gekomen. Hoe had hy ook kun nen denken dat een collega-inbreker juist op hetzelfde tijdstip zich in de woning van generaal Blackbury zou wagen als hij. Een collega? Dat was niet juist uitgedrukt. De man wees ontegenzeglijk van een lager soort Inbrekers dan hjj zelf. maEET wat hem het meest onsympathiek maakte, wees het feit dat hij een revolver gebruikte. Harry Cooper huldigde de beroepseer, die aan een inbreker het gebruik van een revolver ontzegt. Een in breker is geen aspirant-moordenaar! Nee, een collega kon de man allerminst ge- DATTS TtE EEN LEVENTJEWAT I ZOU VADERTJE WARBUCKS STAAN J TE KIJKEN ALS HU WIST DAT H IK EEN ZEILBOOT KON BESTUREi F HET DOET ME PlEjZiER Du- tTk DE HAND OP DIT JACHT NEB KUN- NEH LEGCEN LAAT IK NU EVEN DE MACHINES /HSPECTEEREN ALS „Denk er aan, Juan. Twee levens maar, slechts één dood." En zoo vlug was zj] verdwenen, dat het leek of zij door het hout van de massieve paneelen was heengedrongen. Ik nam een der kandelaars van den gronden lichtte mij bij naar mijn kamer. Ik liep als op lucht, stormachtig bewogen lucht, in een gevoel van onrust en opgetogenheid. De kaarsen van den kandelaber in mijn kamer waren uitgegaan. Op een tafeltje zette ik mijn twee kEEndelaars waarvan de beide vlammetjes het vertrek tot aan de zoldering vulden met schaduwen. Met opzet had ik de deur van mijn kamer opengelaten, om hem te laten weten, dat Ik terug wees en klaar stond voor hem. Ik nam een lang, recht zwaard, een soort rapier, met een opengewerkt gevest. Het was een onhandig wapen en erg stomp; maar, het had nog een punt en ik was bereid ermee te schermen tegen over de heele wereld. Ik daagde mijn vijanden uitMaar geen vijand verscheen, en bij het licht van twee kaarsen, met een zwaard In de hand gaf ik mij over aan bespiegelingen over de toekomst. Die had Iets stelligs, en tegelijkertijd Iets heel onzekers Ik zwierf er In rond als een ziel bulten de poorten van het paradijs, met de verwachting van zegen en de smart buitengesloten te zijn. Als het wintert, heb je doorgaans, Dat het ook een beetje vriest- Zelfs wanneer men voor zich zelven Liever dooiend weer verkiest. Officieel pas houdt de winter d' Eenentwintig st en entrée, En de dagen, die daarvoor zijn, Tellen feitelijk niet piee- Maar om u dan te doordringen, Dat het vriest, zelfs onverpoosd. Blaast de' wind met bolle wangen Stormachtig uit Noord-Oost: Kou is niets, maar deze koude Snijdend als een vlijmscherp mes. Heeft misschien als kou-beginsel, Centimeters ijs-succes. Maar wij kleumen en bevriezen En wat ook beslist, bekoelt: Dat je nu je neus en ooien En je voeten niet meer voelt. En wat doe je als het wintert? En wat doe je als het vriest? Als de Oostenwind aan koude Noch, aan vinnigheid verliest? Als wij kuchen en wij hebben Zelfs de kachel volgegooid? Als de neus loopt als een kraantje, Niet bevroren, maar ontdooid? Als je meer dan brilleglazen. Telkens maar je neusje zeemt? Wel, dan is het maar het beste. Dat j’een schoonen zakdoek neemt! MARTIN BERDEN (Nadruk varboden) Tot zijn vrouw ingreep En reeds in twee weken zjjn pijnen afnamen „Ongeveer 4 A 5 jaar geleden heb Ik U eens geschreven over de schitterende werking, die Kruschen Salts op mij had. Nu heeft mijn than ongeveer een jaar geleden last gekregen van rheumatiek; hjj voelde den heelen dag pijn In zijn arm. Vooral in bed had hij er veel last van en kon soms niet slapen. Aan Kruschen geloofde hij niet, al kende hy door mij de beste resultaten. Hij heeft eens twee mEEanden verschillende medicijnen geslikt, geen resul taat; toen gemagnetiseerd, niets geen resul taat; toen behandeld met ultra-vlolette stralen. Zou na een paar behandelingen beter zijn; het heeft drie weken geduurd; een heele verbrande arm was het eenige resultaat. Toen dacht ik Etan wat ik wel eens gelezen had: stiekum 's morgens wat Kruschen in zijn thee. Hjj proef de gelukkig niets, en na veertien dagen voelde hij verlichting van pijn. Toen vertelde ik mijn geheimpje en nu neemt hij al twee maanden eiken morgen, zooals ik nog altijd doe. een flink glas lauw water met een klein schepje Kruschen Salts. ResultEiat: na twee maanden heelemaal zonder pijn. De pijn is langzaam maar zeker minder geworden en nu heelemEtal weg. U begrijpt zijn dwepen met Kruschen Salts. Wees ervan overtuigd, dat wij altijd en overal Kruschen Salts als een wonder verheer lijkten. Mevr. C. C. W. te H. Elke „kleine, dagelyksche dosis" Kruschen Salts is een wetenschappelijke combinatie van minerale zouten, welke al Uw afvoer-organen aansporen nieren en maag en deze ge regeld aan *t werk houden, zooals de natuur dat bedoeld heeft. Het gevolg van deze Inwendige zuiverheid is, dat i%rfrischt en vernieuwd bloed door Uw EEderen stroomt. Giftig urinezuur, dat Uw rheumatische pijnen veroorzaakt, wordt langs natuurlijken weg verwijderd en de pijnen houden op. En als U voortgaat met „de kleine, dEEgeljjksche dosis" Kruschen Salts, zal Uw ge heele wezen lichaam en geest van deze I zuiverende verfrisschende werking den welda- dlgen Invloed ondervinden. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten ƒ0 90 en ƒ1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de nstam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt. zond blijven. Vergroot Üw weerstandsver mogen tegen griep en andere infectie-ziek- ten door middel van JECOVITOL. Geijkt door een Nederlandsch Professor! Gewaar borgd gehalte: minstens 50 eenheden Vita mine A en 250 piophy). 125 internat.) eenheden Vitamine D. van een wordt. De leiding zal loopen van de olievelden ran Em ba naar de Kaspische Zee over een lengte van 1000 K.M. naar de stad Orsk aan de midden- Wolga. Nog vóór het einde van dit jaar zal 420 KM. voltooid zijn, en bet volgende jaar komt de bouw gereed. In het begin zal jEtarlijks 500,000 ton petro leum door de pijpleiding worden vervoerd, maar de capaciteit zal worden opgevoerd tot-ander half millioen ton per Jseeet. In Orsk is reeds een groote petroleum-raffi- naderij in aanbouw, wsiarvan het eerste deel einde 1936 gereel zal zijn. De jaarproductie zal, wanneer het bedrijf In vollen gang Is. anderhalf millioen Urn bedra gen. De pijpleiding en de raffinaderij zullen te zamen tweehonderd millioen roebel kosten. De uit te voeren werken zijn voor het dis trict Emba van groote beteekenis, daar de ex ploitatie van den bodem eerst thans met volle kracht kan beginnen. Chineesche Mjderupskweekers worden tegen woordig door een Italiaan in de moderne teelt onderwezen. Hun leeraar. dr. Benito Mart, werd door de regeering te Nanking in dienst genomen. Zijn benoeming is een bewijs voor de verandering der tijden. Italië is tegenwoordig op de wereldmarkt China’s gevaarlijkste con current. Volgens de overlevering werd het Chinéesche zijdemonopolle ontzenuwd door Marco Polo, den beroemden ontdekkingsreiziger uit de dertiende eeuw, die een paar zijderupsen in zijn baard verstopte, en ze zoo uit Noord-Chlna naar zijn vaderlsind overbracht. Hij werd hierdoor stich ter van de ItEÜiaansche zljdekweekerij, die thans China ten voorbeeld is. Natumgijk begreep Ik heel goetf Ik hoop, dat u ook begrijpt, dat Ik „Senor, neef." barstte zij plotseling los, „denkt u, dat Ik zou hebben toegestemd, enkel uit genegenheid voor hem?" ..Senortta," riep Ik uit. „ik ben arm, zonder thuis, in een vreemd land. Hoe kan ik geloo- ven? Hoe kan ik het durven droomen? tenzij uw eigen stem „Dan sta ik u toe te vragen.... Vraag. Don Juan." Ik viel op m’n eene knie, en, plotseling haar arm uitstrekkend, drukte zl) haar hand tegen mijn lippen. Vsm beneden af verlicht kreeg het schilderachtig aspect van hEEar gestsilte iets van bovenaardsche gratie; de ongewone opwaart- sche schaduwen bekleedden haar schoonheid met een nieuwe geheimzinnigheid van bekoring. Een minuut verliep. Ik kon haar snelle adem haling hooren boven mjj en opstaande, hield ik haar beide handen omvat. „Hoe weinig dagen zijn we pas samen.” fluisterde zij. „Juan, Ik ben er verlegen mee.” „Ik heb de dagen niet geteld. Altijd heb ik je gekend. Zoolang ik mij kan herinneren heb ik van je gedroomd al dagen, maanden, een jtfar mijn heele leven.” Het schokkend gebons van een zware deur, die ergens werd toegeworpen, vulde de gangen rondom de blnnenplEiats met de klinkende ver maning van ons gevaar. „Ol We vergaten het!” Ik hoorde haar stem en voelde haar gestalte in mijn Eu-men. Aan mijn oor spraken haar lippen; „Ik zag woord. Hjj hief het hoofd op; het licht weerkaatste In zijn oogen. „O, Ik zal niet sterven." zei hl), met onderdrukte stem en voortdurend dien echt vreemdsoortigen zweem van humor op zijn ge zicht. „Maar het fs een kleinigheid; en u bent jong; het is misschien nog de moeite waard te trachten mij te believen voor dezen keer.” Voor ik kon sint woorden, hoorde ik Sera- phina van eenigen afstand gejEiagd roepen: „Don Juan, uw arm.” Haar stem, die een beetje onvast klonk, deed ml) O’Brien vergeten, en. hem den rug toekee- rend Ijlde Ik op Ijaar toe. Zij had mijn steun noodig; voor ons uit strompelde La Chlca, met de kaaraen. kreunend; Graaf Apponyi In Boedapest verbleef. Op een nacht werd hjj door de terroristen van zijn bed gelicht en overgebracht naEtr de Steln- brucher gevEEngenls. De tusschenkomst der Italiaansche missie, welke In die dEtgen te Boe dapest verbleef, werkte niets uit en het duurde weken voor Graaf Apponyi weer in vrijheid werd gesteld. De raden-dictatuur beleefde toen nog hattr grootsten bloei en dagelijks kon men Graaf Apponyi tegen den middag poet- zien vatten voor een of anderen winkel, waar hij vleesch- en broodkaarten probeerde te bemachtigen. Gewoonlijk werd hij vergezeld door vriend, den thans gestorven Graaf Elemer Batthyany, en het was roerend te zien hoe beide oude heeren elkander trouw bleven en wederkeerlg steunden In deze donkere dagen der Hongaarsche geschiedenis. qr'w e gedenkschriften van den Hongstarechen 1 staatsman Graaf Albert Apponyi zijn nauwelijks van de pers en reeds Is er een waardevolle aanvulling op verschenen. „Aquarellen over Apponyi" is geschreven door den voormallgen directeur der domeinen en bekenden politicus Julius Deme en behandelt vooral het Intiem leven van den onlangs ge storven staatsman. Wij schrijven enkele pas sages over uit een der boeiendste hoofdstukken ran dit merkwaardig boek: de avonturen van Graaf Apponyi tijdens de raden-dictatuur vsin den bolsjewiek Bela Kun. Het bericht van de staatsomwenteling werd Graaf Apponyi telegrafisch medegedeeld door Graaf Michael Karolyi. De grafelijke familie verbleef op haar landgoed In Eberhard. Toen men er hem VEin In kennis stelde, dat Graaf Karolyi de republiek had uitgeroepen, schudde de grijze staatsman het hoofd en zeide: „Hongarije een republiek? MaEtr dat Is absurd” Het duurde even voor hij zich wist te be- heerschen. Dan sprak hij lang over het Ko ninkrijk Hongarije en besloot dat de dynastie te diep in het Hongaarsche volk geworteld was om Hongarije tot een republiek te kunnen ver vormen Gedurende de volgende weken werd de po litieke toestand steeds ernstiger en de revolu- tlonnaire gezindheid won zienderoogen veld. Een functionaris der socialistische partij viel de familie Apponyi herhEtaldelljk lastig en pro beerde vooral de gemoedsrust ran den ouden staatsman ta verstoren. Vrijwel eiken nacht werd er op het slot geschoten, zoodat men nachten lang niet tot rust kwam. In deze droeve dagen vertelt (Julius Deme - sprak Ik meermalen met Graaf Apponyi over het bolsjewisme, en het Is kenteekenend voor hem dat hem nooit een leelljk woord over de bolsjewieken ontsnapte. Tenslotte werd de toestand onhoudbsiar en men drong er bij Graaf Apponyi en zijn familie op aan, dat zij zouden vluchten. Deze raad werd opgevolgd, inderhaast pakte men alles bij elkaar wat strikt noodzakelijk wees en bezwoer mij Ebérhard te verlaten, zoodra de bolsjewieken mijn leven bedreigden, wy wisten niet waar Graaf Apponyi heentrok. Het vertrek vond in '■v de late avonduren ptaata en wij dachten dat hjj wel, evenals de meeste Hongaarsche aris tocraten. naar Weenen zou gaan. Eerst later vernamen wij dat hij naar het bezit van Graaf Karolyi in Stomsa getrokken was en na daar eenige dagen vertoefd te hebben, langs stllerlei omwegen over Marchegg naar Weenen reisde Dit bericht berustte echter op een vergissing. Graaf KEsrolyi en de zijnen waren naar Boeda pest gegaan om te voorkomen dat hun paleis in de Werböczstraat dgpr de roode horden van Bela Kun geplunderd zou worden. Aanvankelijk ondervond men geen enkele moeilijkheid. Dan kwam plots van bevriende zijde het was In de eerste dagen van April 1919 de waarschuwing, dat Bela Kun de arrestatie vsm Graaf Apponyi bevolen had De Graaf en zijn zoon George verlieten oogenblik- kelijk het paleis, brachten den nsscht bij vrten- den door en namen den volgenden morgen den eersten trein naar Stuhlweizenburg. De vrouwe- UJke leden der familie hadden eveneens een veilig onderkomen gezocht. Graaf Apponyi had mijn geest gewekt was door deïi klank, die mijn hsut zooveel zaligheid bracht, „Mijn dapperheid oeteekent niets.” „Het heeft zeide ze. „U had geen behoefte aan meer.” zeide Ik ernstig. „O, Ik was zoo heel alleen. Het Is moeilijk om Zij aarzelde. „Om alleen te leven,” voleindigde Ik. „Alleen te sterven nog erger,” fluisterde zij met een nieuwe schuchterheid vsm toon. „Het is vreeselljk. Wees op uwe hoede. Don Juan. bij de liefde Gods, want ik kan niet Wij hielden stil. „Arme Don Carlos!" zeide ze. „Ik voelde een groote genegenheid voor hem. Ik was bang dat ze van mij wilden, hem te trouwen. Hij had uw zuster lief." „HIJ heeft het haar nooit gezegd,” prevelde ik. „Ik vraag mij af of ze het wel ooit vermoed heeft." „Hij wees arm, zonder tehuis, ziek alreeds, in een vreemd land.” „We hielden allemaal van hem, thuis," zeide ik. „HU heeft hEiar nooit gevraagd,” lispelde zij. En misschien maar hij heeft haar nooit gevraagd." „U bent heel goed voor hem geweest.” zeide ik; „dit had hij van u niet mogen vragen. zijn baard laten afscheren om niet herkend te worden. Dit kon evenwel niet voorkomen, dat hij In den trein door een rooden soldaat her kend werd. Reeds leek alles verloren, toen de man, die klEEarbiykelljk niets van een bevel tot arrestatie afwist, vriendelijk groette: „Goeden morgen, excellentie." HIJ verliet ten coupé zonder Graaf Apponyi gevraagd te hibben hem zijn paspoort te laten zien. In Stuhlweizenburg verlieten de Graaf en zijn zoon den trein om zich te voet naar de bezitting van Graaf Alexander Kanolky te be geven. Daar de toestand In Hongarije en vooral In de HongEsarsche provincie, waar de moord- benden van Tlbor Szamuely huisden, steeds dreigender werd, gaf Graaf Apponyi zich uit voor professor Adolf Ajkay Hij had een identi teitsbewijs dat op dezen naam was gesteld. Hij had dezen naam zoo gekozen, om niet In te- genspraak te komen met het monogram van Albert Apponyi op zijn kleeren. Een roode soldaat verklaarde zich bereid den Graaf over den Donau te zetten. Vlak aan den oever riep hem een SEndere roode soldaat toe: .Jïaltl” Zijn kameraad riep: „Niet schieten 1 Deze man is mijn neef.” Met de grootste moeite wist het grafelijk echtpaar Apponyi had intusschen zijn vrouw weten te bereiken enkele dagen later naar Boedapest terug te keeren. Hjj had van be trouwbare zijde vernomen, dat er in de hoofd stad een sterke tegen-revolutionnalre strooming viel wELar te nemen en daar wilde hij, ondanks zjjn hoogen leeftijd hij telde toen reeds drie- en-zeventlg jaren aan mee werken. HIJ had echter geen geluk. Waarschijnlijk döor verraad kwamen de rooden er achter dat een plechtige buiging voor Seraphina, stapte hij terug. Dezen keer hield Ik hem de kaars vlak voor het gezicht. Hij wees kalm en kleurloos; zijn oogen waren nadenkend op den grond gericht, als in diepe, rustige overweging verslonden. Maar eensklaps bemerkte ik den krampachtlgen greep vsm zijn hEEnd om den zoom van zijn Jeu. Het wees of Ik toevallig in het binnenste van dien man gezien had paar de kracht van zijn illusies zijn verlEEngen. zijn hartstocht. Nu moet hij op mij aanvllegen. dacht ik. met schrikwekkend overtuigende zekerheid. Nu. Al mijn spieren beantwoordden, zich spannend, den oproep van die strjjdgedachte. Hij zeide: „Wilt u ml) die kEtars geven?" Ik begreep dat hij mijn overgave vroeg. u liever sterven," was mijn ant- .Madre de Dios! Wat zsü er nu van ons wor den! O. wat zal er nu VEin ons wordenI” „U weet wat hjj my gevraagd had hem te blaten doen." begon Seraphina haastig te spre ken. „Ik heb geantwoord: neen, geef de kaars aan myn neef. Daarop zeide hij: Wenscht u dat werkeiyk, Senorita. Onze vriendschap is ouder. Ik herhaalde; Geef de kaars Etan myn neef, senor.... Hij zei toen heel wreed: Om wille van den jongen man zelf, denk ntt, seno rita.... Hy wachtte even, voor hy opnieuw vroeg: Zal Ik het hem overgeven?.... Ik voelde den dood om myn hart, en al myn vrees voor u. zat hier.” Met een vlugge beweging van haEt^ hand, die onder de zwarte kant verdween, raakte zy haar moolen hals. „En omdat Ik niet kon spreken heb ik Don Juan, u heeft ipy Juist uw leven aangeboden heb Ik Mlserl- cordia!.... Wat kon ik tuiders doen? Ik heb met myn hoofd „ja" geknikt." In de ontroering, gejaagdheid, en zttligheld, die myn onmeteiyke dankbEtarheid omgaf, drukte ik hEEar hand vertrouwelyk tegen myn zijde, alsof wy twee gelieven waren, op een kalmen avond, samen wsmdelend door een laan. .Als u dEEt teeken niet gegeven had zou het erger dan de dood geweest zyn In mijn hart.” zeide ik. ..Ook my vroeg hy afstand te doen vsin myn vertrouwen, myn licht." wy wEindelden langzsEam verder, terwijl het gerulsch van de fontein beneden in het groote vierkant van donkerte aan onze linkerhand, en het gesteun van La Chlca de eenige geluiden waren, die ons plotseling zwijgen vergezelden. „Dat was zijn bedoeling ermee,” zei da be- J ff f -f op dit blad zUn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TEfl by een ongeval met O Efl by verlies van een hand f IOC verlies van een f Efl by een breuk van t jtlï Wj verlies van *n ZullC CLDOIlïie S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f t doodeiyken afloop f A«z(Zs™ een voet of een oog l !Lu." duim of wijsvinger f czl/«“been of arms anderen vinger noemd worden. Hy trad bovendien nog bruut op. terwyi hy toch In de meenlng moest ver- keeren dat hij een werkelyken generaal van ’t Indische leger voor zich had. Op ruwen toon elschte hy dat de generaal zjjn geld en kostbaarheden zou aanwijzen, wat Coo per zoo gewillig mogelljk deed. Ondertusschen hield hy de revolver scherp in het oog. Eén oogenblik dwaalde de loop uit de richting van het doel en In dat moment was het lot van den Inbreker bezegeld. Cooper’s vuist schoot uit en trof den revolver, juist even voordat het wapen afging. Daarna wierp hjj zich op den onthutsten kerel en had hem in weinige oogen- bllkken weerloos en gebonden. „Opletten, myn zoon,” zei hij grimmig. „Een inbreker die te „„„„„„„„„„„„„„.„„.„„.„„„.„„„.j haastig naar geld zoekt, moet de voorzorgsmaat regelen niet uit het oog verliezen. En omdat je zoo vriéndelijk bent geweest om met een revolver te dreigen, zal Ik meteen de politie opbellen.” Cooper voegde de daad by het woord. Hij was werkeiyk boos dat de man een revolver had gebruikt. Binnen enkele oogenbllkken had hy verbinding met den politiepost. „U spreekt met generaal Blackbury, Ja.... nee. dat hoeft u niet te verwonderen. Ik ben overgekomen voor het galadiner van de officieren van het zevende regiment In'tymd- sor-hotel en nu tref Ik In mijn huls eer* Inbre ker! Wat?.... Ja, hy zit netjes op‘een stoel, gebonden en wel. Doe me een genoegen en stuur een paar mannetjes om hem te halen.” Hy hoefde niet lang te wachten, tot een In specteur en twee agenten zich kwamen aan melden. „Prachtig” zei de Inspecteur. „We hebben den man zoo maar voor het meenemen. Het spijt ons dat we de Inbraak niet hebben kun nen beletten, generaal. Ik hoop maar, dat hij niets gestolen heeft.” „Daar heb ik hem de kans niet toegelaten, lachte Cooper vroolijk, terwijl hij den inspec teur de hand schudde. Op datzelfde moment voelde hy Iets kouds om zyn pols, er klikte Iets en hu wist dat de Inspecteur hem een hEuid- boei had omge#an Zoo onverwacht gebeurde het, dat Cooper geheel van zyn stuk gebracht was. „Hoe de zaak In elkaar zit weet ik niet.” zei de inspecteur, „maar een generaal ben Je zeker niet. Als Je In het vervolg weer eens zoo Iets wilt uithalen, moet je onthouden, dat een gene raal Zijn ridderorden links draagt en niet rechta zooals JU." (Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp een Engelacbman uit Kent wllkt met Carlos Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van zyn zuster Veronica Ralph Rookahv Hier kom» hU in kennis met den rechter O’ Brten en met Don Ramon die Kemp willen overhalen dienst te nemen bU seeroovers. die Rlo Medio als bssis hebben Als hll hier niet op ingaat wrordt hU over, weldlgd en aan boord van een schip ge bracht H11 weet echter spoedig te ontsnap pen en wordt opgepikt door een ander schip dat hem naar Havanna zal meene men. Nabil de Cubaansche kust worden sll echter door seeroovers die onder bevel staan van een vriend van Carlos Thomas de Castro, overvallen John Kemp wordt ge vangen genomen en met het kaperschip naar Rlo Medio gebracht, waar hU gastvrij ontvwgen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aan het sterfbed van Car los). Had hy een uitdagende beweging, een of «hder twijfelachtig gebaar gemaa/ct. dan zou Ik •1 dEEdeiyk op hem aangevlogen zijn, mas^ de •chtelooze manier waarop hU voor zich uit zag. terwyi hij de hEind met den kandelaar naar my nitetrekte. sloeg hy mij met verbEizlng. Ik ttam de ks^rs eenvoudig van hem over. Met 2. I l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 25