Bij
zilveren jubileum
een
Bezuiniging op onderwijs
L
VOORBARIGE CONCLUSIE
bi:
Louis M. Weterings
1~ yeden gedenkt de heer Louis M. We-
l—l terings zijn zilveren Journalisten-
c«.
VRIJDAG 15 DECEMBER
Schaper over zijn boek
Mr. M. A. M. Waszink
Het verkeersfond»
Onze jubilaris Louis M. Weterings
R.K. MEER UITGEBREID L. O.
TWEEDE KAMER
Een zonderling betoog
In afwachting
en
en
Een heilzame taak
se
ZUID-AFRIKA EN 1NDIË
Oud-minister Donner
Een welbesteed jour
nalistiek leven
Verdediging tegen soc.-dem.
critiek
By de aanstelling van wachtgelders
zal meer met hun richting
rekening worden
gehouden
ng
Iw
n-
ijK
PtJ
•N
VERKIEZING HOOGHEEM
RAADSCHAP
VISCHHANDELAAR
DOODGEREDEN
inges
Samenwerking van tramwegen
6
Nog geen gunstige wending
Uitslag herstemming
J. G. Suring
ts.
i
r—
1SM
i vaa
aoodat werd volstaan
IE AD.
WA.
Uitbreiding Lonneker
Ingediend is een wetsontwerp tot vereenlging
van de gemeenten Enschedé en Lonneker en wel
met Ingang van 1 Mei 1934.
•dding*
lag.
jkxvtosi
Benoemd tot lid en voorzitter der Ryks-Beur-
zencommissle mr. dr. J. Donner, oud-minister
van Justitie, lid van den Hoogen Raad der
Nederlanden, te Oravenhage.
an
io
ns.
a-.
sr-
itaen
■e*s
kFfl
ibS
De
en
S N.V.
mat 4
De twintigste jaariyksche algemeene vergade
ring van de Vereenlging voor R. K. Meer Uit
gebreid Lager Onderwijs wordt gehouden op
Woensdag 27 Dec. as., In het Jaarbeursgebouw
te Utrecht.
Om half tien wordt in de kapel van de Eérw.
Broeders van St. Joannes de Deo (Mariaplaats)
een H. Mis opgedragen voor het geestelijk en
tijdelijk welzijn der Vereenlging.
Om half elf opening der vergadering,
agenda vermeldt o. m.: Verslag secretaris
penningmeester. Bestuursverkiezing. De heer H.
H. Moeren treedt volgens rooster af. Deze stelt
zich herkiesbaar. De eerw. soeur Pauline bedankt
als bestuurslid, terwijl door het overlijden van
den eerw. br. Victricius r.g. eveneens een vaca
ture is ontstaan. Ingekomen zijn de namen van
Donderdagmorgen te kwart over 7 is op den
Wljkerstraatweg te Velren-Noord de vischhande-
laar B. uit IJmulden, die naast zijn bakfiets
liep, aangereden door den vrachtauto van den
heer H. uit Alkmaar. B. werd gegrepen en een
eind meegesleurd VreeseWk verminkt werd de
ongelukkige onder den auto vandaan gehaald.
De dood is waarschijnlijk onmiddelUjk Ingetre
den. De bakfiets was totaal vernield. De poli
tie stelt een onderzoek naar de schuldvraag In.
Oordeel wordt gevreesd
In het vervolg van ons gesprek gaf de heer
Schaper nog als zijn meening te kennen, dat
men In zijn partij blijkbaar een onafhankelijk
oordeel over zaken en personen en beginselen
ook wat het tweede deel betreft, dat
menig opzicht nog meer urgent zal zijn,
gevaarlijk voor hen, die de tactiek van
De Woensdag gehouden herstemming voor het
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
had den volgenden uitslag:
In het district Alkmaar werden gekozen tot
Hoogheemraad-plv de heeren J. H. Langendljk
en J. Ringers (pol. part.)
In het district Den Helder tot Hoogheemraad
de heer P Tromp (pol. part.)
In het dstrlct Purmerend tot Hoogheemraad
plv. de heer Laan van de Alg. Klesver.
allereerst opmerkte, dat de socialistische per»
hem niet om een antwoord op de op hem uit
gevoerde critiek gevraagd heeft.
Zonder hoofdelijke stemming is door de Kamer
aanvaard het ontwerp, waarbij de Staat zich
garant stelt voor de rente en aflossing eener
door de Geldersche Tramwegmaatschapplj te
sluiten leenlng van maximaal zes ton. Hierdoor
wordt deze maatschappij In staat gesteld, beter
nog dan haar op zichzelf reeds gezonde toe
stand haar dit veroorlooft, een rol te spelen
by de saneerlng van de tramwegtoestanden in
den Gelderschen Achterhoek, welke door sa
menwerking van de verschillende maatschap
pijen, daarbij betrokken, zal worden nagestreefd.
BIJ dit ontwerp hebben de sociaal-democraat
VAN BRAAMBEEK en de Katholieke afge
vaardigde IJSSELMUIDEN eenige opmerkingen
geplaatst. De eerste had liever o fusie gezien tus
schen de diverse ondernemingen, de tweede wees
erop, dat ook zonder fusie goede resultaten
mogelijk zijn, getuige het feit,' dat de exploita
tie van de Geldersch-Overljselsche Stoomtram-
maatschappjj al belangrijk verbeterd is sinds
daar de directie wordt gevoerd door den directeur
der Geldersche^Tramwegmaatschapplj.
MINISTER KkEff heeft overigens den heer
IJsselmuiden gerustgesteld ten aanzien van zijn
vrees, dat de diensten thans wel eens te veel
zouden worden ingekrompen. Die materie ligt
grootendeels in de concessievoorwaarden vast
en bovendien is de Geldersche Tramwegmaat
schapplj, welke bij het saneeringswerk de lei
ding heeft, altijd tegenover de behoeften der
met den bewindsman reizigers zeer coulant geweest.
Naar w(j vernemen, heeft Mr. Waszink, bur
gemeester van Roermond en oud-minister van
Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, wiens
ernstige toestand wij Woensdag meldden, een
onrustige nacht gehad. Donderdag Is Mr Was
zink onder behandeling van een hartspecialist
gesteld.
Bjj de behandeling van de artikelen van het
wetsontwerp er zijn eenige amendementen
voorgesteld komen vanzelf verdere détails
ter sprake, goodat we over hunne redevoeringen
niet in de breede behoeven uit te weiden.
Vooral de veteraan der Kamer, de onderwjjsex-
pert KETELAAR, heeft een sterk betoog ter
verdediging van de maatregelen, door zijn par
tijvoorzitter getroffen of nog te treffen, geleverd.
Het «onderlinge betoog van den sociaal-demo
craat Thyssen, die op meer evenredigheid tus
schen het opheffen van openbare en bijzondere
scholen had aangedrongen alsof daarbij niet
allerlei factoren een rol spelen, waarmee even
redigheid spotten zoul en die totaal vergat,
hoe te Amsterdam met steun of zelfs op initia
tief der 8. D A. P. tal van scholen werden op
geheven met precies dezelfde motieven als thans
de Minister aanvoert, heeft hl) zeer verdienste
lijk uiteengerafeld.
Voor het onderwijs aan schipperskinderen is
een warm woord gesproken door de heeren K.
TER LAAN en DUYMAER VAN TWIST. Het
komt niet te pas. aldus de laatste, dat men daar
voor tegenwoordig met den collectezak moet
rondgaan. Met den heer Suring hebben ook de
heeren TILANUS en VAN DIJKEN den Mi
nister gewaarschuwd, het advies, om de kweek
scholen vijfjarig te maken, niet op te volgen.
De heeren TILANUS en BAKKER hebben den
Minister speciaal de belangen van het platte
land aanbevolen.
Mr. WENDELAAR heeft tal van kleinere pun
ten aangeroerd. We komen er morgen op te-
'rug. Want dan zal Minister Marchant deze za
ken alle in zijn rede samenvatten. Ook over
het spellingvraagstuk, door de heeren Kete
laar en K. ter Laan behandeld, zal hjj dan wel
licht meer licht verspreiden.
Wlardi Beeckman.
De ..Avondpost** heeft over deze zaak een
Interview, gebfcd met den heer Schaper, die
Want het aangesloten zijn bij eenzelfde com
missie van beroep waarborgt allerminst gelijk
heid van richting. Bij de commissie van beroep.
Ingesteld door den Schoolraad voor de scholen
met den Bijbel b.v., zijn Hervormde, Gerefor
meerde, Luthersche en Doopsgezinde scholen
aangesloten.
Ook andere afgevaardigden dan de heer du
ring hebben Minister Marchant gesteund.
Willekeur is bij het parlementaire stelsel toch
wel zeer moeilijk. Tot die erkenning moet leder
komen, die eens kennis neemt van de over een
tenslotte slechts één staatsburger regard Be
rende aangelegenheid als deze, gewisselde
stukken.
Van de Onderwjjsbegrootlng de Katholieke
afgevaardigde SURING
merkte het terecht op
staat de afdeellng Lager
Onderwijs wel *t meest
In het dubbele teeken
van afwachting en be
zuiniging. Afwachting
van de groote reorgani-
satiemaatregelen, waar
van de Minister zelfs
nog geen kort résumé
wenscht te geven. En
bezuiniging, voorloopig
Incidenteel, overal, waar
bezuinigd kan worden zonder de levensbelangen
van het onderwijs aan te tasten.
de volgende candldaten: ar. Augustinus. Til
burg; de heer Baakc, Amersfoort; de heer Beek
man. Den Haag; br. Lorenzo. Den Haag.
Lezing: „Onderwijzer of Opvoeder” door den
zeereerw. zeergel. heer dr. J. de Vreeze 8J.,
leeraar aan het College der Paters Jezuïeten.
Huize Katwijk. Den Haag.
Voorts: „De godsdienst vakken bjj de opleiding
en het examen” door den zeereerw. heer W. R.
de Jong, algemeen inspecteur van het R. K
Onderwijs in het Aartsbisdom Utrecht.
ouis M. Weterings werd op 1 October
1884 te Utrecht geboren.
Hij volgde de humaniora aan *t 8t. Ig-
natiuscollege der E.E. Paters Jezuïeten te
Amsterdam een school, waaruit zoovelen
zijn voortgekomen, die thans ons katholieke
volk leiden en voorlichten en onder
scheidde zich met zijn broer J. Weterings,
den lateren al te vroeg ontslapen conrector
der R. K. Leergangen te Tilburg, door een
bijzondere intelligentie; het was den jongen,
leergierigen gymnasiast een lust te mogen
studeeren onder leiding van den onverge-
telijken rector Dr. van Oppenraay; het
moeten daar voor den gymnasiast heerlijke
studie-jaren geweest zijn, toen zijn jonge
geest genoot van de vele Vergiliaansche,
Horatiaansche, Homerische enSophokleische
schoonheden-, thans nog, wanneer hij aan
dat mooie jeugdverleden terugdenkt wel
licht met heimwee daarnaar terugdroomt
geraakt hij in vuur en wordt hij de ge
zellige causeur.als zoo va&k.
Na den gymnasiumtijd stonden verschil
lende studierichtingen voor hem open,
maar hij had zijn hart aan de journalistiek
verpand; journalist wilde hij zijn met hart
en ziel, journalist en niets anders.
Toen kwam, op een gelukkig moment
op een moment, dat beslissend zou zijn
voor heel dit leven tot stand het con
tact met den onstulmlgen Rector Thomp
son, hoofdredacteur van „De Maasbode”
dank te brengen voor de verstrekte inlichtingen,
maar ook hier weer bleek toch, dat ook in
verband met meeningsverschillen tusschen Re-
geering en staatsburgers aan de contróle van
het parlement groote waarde moet worden toe
gekend.
Vandaag echter is weer een adres van de
N.V Herman Jansen, distillateur te Schiedam,
die gedeeltelijke restitutie wenschte van door
haar betaalden accijns aanleiding geweest
tot een vrij hardnekkig debat tusschen eener-
zljds MINISTER OUD, die de weigering der
restitutie verdedigde, en anderzijds den OUD-
MINISTER VAN DIJK, die namens de Commis
sie voor de Verzoekschriften althans nog een
nader onderzoek bepleitte. We behoeven overi
gens op de détails dezer zaak niet in te gaan.
Weliswaar stelde door aanvaarding van een
amendement-Joekes de Kamer zich in meer-
Wil dit nu, zooals de sociaal-democraat
THLJSSEN betoogde, zeggen, dat er alleen op
Lager Onderwijs 12 mlllioen zal worden be
zuinigd? De heer SURING achtte die conclusie^
zoolang van de zjjde der Regeering alléén be
toogd is, dat héél het onderwijs, van het 'oe-
waarschoolonderwljs af tot en met het unfver-,
sltair, 15mlllioen zgl moeten offeren, voor-'
barig. Hij wacht Ministers groote plannen af
betreft, vertrouwt hij, dat. als de bewindsman
incidenteel reeds deed, wel méégaan. De op
heffing van een aantal openbarescholen b.v.
acht hjj allerminst een aantasting van vitale
onderwljsbelangen hij zie hier en daar zelfs
verbetering en wat het bijzonder onderwijs
betreft, vertoruwt hy. dat, als de bewindsman
met niet al te onredelijke voorstellen komt, het
daar wel *lot meerdere concentratie voeren zal,
al valt er op dit gebied bij het bijzonder onder
wijs nu eenmaal veel minder te doen dan bjj
het openbaar.
De heer SURING wenscht, in tegenstelling
met mannen als de sociaal-democraten Thljssen
en K. ter Laan, voortdurend goed in het oog
te houden, dat bezuinigingsmaatregelen onver
mijdelijk zijn juist om het onderwijs, vah een
volkomen ondergang te vrijwaren. Daarom is
hjj ook geneigd mede te gaan met het tegelijk
met de begrooting van Lager Onderwijs aan
de orde zijnde wetsontwerp tot verkorting van
den overgangstermijn, dien de wet-Terpstra ter
gemakkeluker aanpassing aan de door haar in
gevoerde nieuwe leerllngenschaal had vastge
steld.
Het groote bezwaar, dat de heer Suring aan
vankelijk tegen het ontwerp had, is door den
MINISTER weggenomen: thans zal bij de ge
dwongen aanstelling van wachtgelders aan bij
zondere scholen meer met hun richting worden
rekening gehouden.
„Het tegenwoordige en het opgroeiende ge
slacht, dat toch al onder den invloed is van
onze gevaarlijke tijden, waarin van twee zijden
met revolutie wordt gedreigd, heeft juist daarom
hoog noodig een blik te slaan op het jongste
verleden.
Het heeft er, in zijn eigen belang, behoefte
aan om te leeren, hoe soms revoluties worden
voorbereid en in elkaar gezet. Het kan dan zien,
hoe ondoordachtheid en gebrek aan werkelijk
heidsbesef een beweging kunnen veroorzaken,
die noodlottig moet worden voor volk en land,
voor iedereen, bovenal voor de arbeiders zélf.
Men beseffe wél, dat in November 1918,
ondanks de nuchtere feiten, en ondanks den
werkelijkheidszin van velen (waaronder een
Oudegeest, die steeds in zulte momenten zijn
koelbloedigheid heeft bewaard, waaronder ook
Vliegen en Albania) een half dozijn personen
toch nog de revolutie wilde doorzetten, hetgeen
tot schromelijke gevolgen had kunnen leiden.
Wie zal de ellende schetsen, die daarvan had
kunnen komen? Deze les heeft het arbeidende
volk noodig te weten en daarom heb ik ge
schreven”.
het
tellectueele leiding (de „eindredactie**, zou
men in de anti-revolutionnaire wereld
zeggen) van alle Spaarnestad-organen,
dagbladen en periodieken werd toever
trouwd.
In 1931-*32 werd zijn arbeidsveld nog wij
der uitgestrekt, doordat in genoemd jaar
de „Vereenlgde Katholieke Pers" tot stand
kwam met haar zes katholieke bladen ..De
Tijd”, „Het Centrum", „De Nieuwe Dag”,
de „Nieuwe Haarlemsche Courant", het
.Noord-Hollandsch Dagblad” en het „Dag
blad voor Arnhem”.
DEN HAAG. 14 December.
Bjj de hamerontwerpen, welke heden aan het
begin van de vergadering aan de orde waren
de Kamer behandelt thans de meest uiteenloo-
pende onderwerpen door elkaar waren ook
weer eenige conclusies over adressen van Ne
derlandsche onderdanen, die zich verongelijkt
voelen door de administratie. De meeste dier
adressen lokken na een dergeUJke schrifteiyke
behandeling geen openbaar debat uit, zoodat
deze taak van de Kamer, een zeer heilzame
taak, veelal niet tot het publiek doordringt.
„In het parlement is van die revolutle-
beweging anders niet veel overgebleven.”
..Precies, Juist het parlement bracht
klaarheid en oplossing”, zei de heer Schaper.
„DiAr waren degelijke redeneerlng en rustige
beproeving noodig. Daar had men met bekwame
tegenstanders te doen. DAAr had men aan
fanfares en wilde toejuichingen niet genoeg.
Daar werd dan ook. ten aanhoore van het heele
volk, een eind aan de illusie gemaakt. Dit moch
ten onze antl-parlementariërs van heden wel
eens bedenken: hoe het parlement de revolutie
kan doen mislukken'*.
„Ik kon niet langer wachten”, zei de
heer Schaper verder. „Bedenk u even, hoe Troel
stra in zijn levensgeschiedenis over mij heeft
geschreven Inzake mijn houding op bepaalde
momenten.
vreest.
In
„en
sommige leiders volgen.”
„Toch zal ik”, zei hjj, „zij het dan ook
met gematigdheid, mjjn meening over den
tegenwoordigen gang van zaken in de partij
wel eens weergeven. De zaak van' het socia
lisme en van de democratie gaat mij boven
alles. Juist In deze moeilijke tijden, met bun
raadselachtige en pijnlijke gebeurtenissen ten
Oosten van ons is het plicht zijn meening
te zeggen en desnoods zijn waarschuwende
stem te laten hooren. Ik heb de 8. D. A. P. mede
opgericht, bij haar geboorte heb ik stormen
moeten trotseeren. Ik laat de partij niet zon
der meer sloopen door onbekwaamheid en ge
brek aan moed”.
De interviewer deelde den heer Schaper mede,
wat een man, die sinds zeer vele jaren sociaal
democraat is, juist dezer dagen letterlijk had
gezegd: „Ik ben en ik blijf lid van de partij,
al was het maar uit oude getrouwheid, maar
het staat bjj mij vast, dat rij rijp is voor
scheuring en rijp om gelijkgeschakeld te wor
den”. Dat vond de heer Schaper wel een krasse
uitlating, maar overigens wilde hjj liever op
het vervólg van zijn boek niet vooruitloopen en
zijn meening over verschillende punten liever
bewaren tot het tweede deel. Maar dat hij niet
zonder bezorgdheid Is inzake bepaalde gebeur
tenissen In zijn partij, bleek den interviewer
duidelijk.
Waarom critiek?,
De interviewende redacteur vroeg voorts naar
de bedoeling van Schaper s critiek op Troelstra.
Daarop antwoorde de heer Schaper:
Minder goed gezind
„Maar." aldus de heer Schaper, „zy kan mij
vinden; trouwens, vrijwel do
Ondanks deze journalistieke veelheid
blijft de belangstelling van den heer Wete
ring op leder deel en onderdeel van het
journalistieke bedrijf gericht en vindt hij
zelfs nog tjjd om de lezers geregeld voor
te lichten in ethische, godsdienstige, so
ciale en vele andere vraagstukken, en dat
alles met $en rust en bezonkenheid, welke
men in een iedere minuut door de be
drijf sprak tijk geplaagden directeur niet
veronderstellen zou.
Deze intellectueele vitaliteit doet ons
ofschoon de viering van dit jubileum nog
niet ten einde is alweer met vol ver
trouwen stevenen naar.... het volgend
jubileum!
x jubilé. Wegens den Adventstijd is de
viering uitgesteld tot de Januari-maand,
wanneer dagblad-directeuren, publicisten
en leden van corporaties uit de journalis-
ten-wereld een gepasten weerklank zullen
geven aan de feestelijke stemming. Dat
Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllmann, vicaris-ge
neraal van het Bisdom Haarlem, een Mi
nister van Staat, een Minister in actieven
dienst, oud-Ministers en leden van de Eer
ste en Tweede Kamer, hooge Kencelljke
autoriteiten en aanzienlijke Katholieken uit
bet geheele land in een eere-comité zitting
namen, om luister aan den feestdag te ge
ven, bewijst de beteekenis van dezen Jubi
laris voor Kerk en Maatschappij.
Want sedert hij de roeping volgde, wel
ke in zijn aanleg lag, aangemoedlgd door
den klassieken Rector van het Amsterdam-
sche Jezuïetengymnasium dr. R. van Op
penraay 8 J. wiens paedagogische kijk de
karakters en talenten onder zijn leerlingen
bijzonder wist te leiden, heeft de heer We
terings contact gekregen met alle geledin
gen der samenleving. Als raadsverslagge-
ver in de bedrijvige hoofdstad leerae hij
quaesties en menschen aanvoelen en bere-
deneeren, als redacteur van een groot dag
blad, later als hoofdredacteur van een dag
blad in N.-Brabant het bedrijf meester
worden, dat zijn natuurlijke voorbereiding
werd voor de hooge functies, thans door
hem bekleed.
Terwijl hij zijn blad, de „Nieuwe Haar
lemsche Courant”, als een model van
een gewestelijke courant redigeerde, wis
ten zijn collega’s van andere bladen hem
te vinden voor allerlei adviezen, hielp hij
de tegenwoordige krlngvorming in de RK.
Journalisten-vereeniglng voort, werd hij in
de Commlssie-prof. Blom door den Ned.
Journalistenkring gehaald voor de mede
zeggenschap in het dagbladbedrijf, en in
de commlssie-Belinfante voor de concen
tratie in het dagbladwezen, en leidde vele
jaren als voorzitter de Haarlemsche Jour-
nalisten-vereeniging, wier eere-voorzitter
hij nóg is. Want zijn scherpzinnig en eerlijk
oordeel, zijn milde humaniteit, zijn aan
moediging van Jongere kunstenaars, litte
ratoren en Journalisten waren de natuur
lijke introducties tot de sympathieën, welke
thans prijs stellen op zijn jubel-viering.
Het zou een afzonderlijke kroniek vor
deren de ontwikkeling van een karakter
en de reactie op soms gecompliceeroe en
niet altijd gemakkelijke feiten, om het ge
leidelijk overgaan van den Journalist in
den Journallst-dagblad-directeur bij te hou
den. Maar in deze ulteenloopende zorgen en
bemoeiingen moeten wij relief geven aan de
erkentelijkheid, die zich de Jubilaris in het
bijzonder verwierf Jegens „De Tijd”.
Nu de katholieke journalistiek in de
hoofdstad des lands op weg is het ideaal te
bereiken, waarnaar in alle kringen en klas
sen van geloofsgenooten verlangend is
uitgezien, dan is deze heerlijke toe
stand zeker niet het minste te danken
aan het moedige initiatief van den
directeur-hoofdredacteur der „Spaarne-
stad”, die immers op een beslissend oogen-
blik ingreep teneinde den roemloozen on
dergang van het oude katholieke hoofd
orgaan „De Tijd” te voorkomen. Het is een
openbaar geheim, dat de geste der
groote uitgeverij, die ,J)e Tijd” voor het
katholieke volk behield en die „De Amstel-
bode” hervormde tot het groote volksblad
,De Nieuwe Dag”, haar grooten pleitbezor
ger heeft gevonden in den heer Weterings,
die, gesteund door een krachtig idealisme,
de vele zakelijke bedenkingen wist te over
winnen en de mogelijkheid aantoonde van
wat een steeds schoonere werkelijkheid zou
worden. Hij behield voor de Nederlandsche
katholieken een cultuurgoed, waaraan zij,
blijkens hun vele betuigingen van leedwe
zen bij de geruchten eener aanstaande ver
dwijning. blijkens hun talrijke gelukwen-
schen en vreugdeuitingen bij de verzeke
ring des voortbestaans, blijkens hun stij
gende belangstelling voor het behoudene,
zeer bijzonder waren gehecht.
Deze goede behoudszin, door deze geste aan
den dag gelegd, teekent volkomen het ka
rakter van den man, die inmiddels zoo wei
nig conservatief is, dat mede door zijn toe
doen en onder zijn beheer, de uitgeverij
JDe Spaarnestad” met snelle sprongen
vorderde tot het model van een geheel mo
dem ingericht grootbedrijf. Deze zelfde be
houdszin tegenover het cultureel waarde
volle had de heer Weterings immers ook
getoond in zijn actie voor het voortbestaan
van een geïllustreerd katholiek familieblad,
dat hij een tijdlang persoonlijk ondei zijn
leiding nam. Dezelfde behoudszin sprak uit
zijn intense bemoeiingen ten gunste van
de goede volkslectuur In tijdschrift, boek
en blad, uit zijn, grooten ijver voor ae op
lossing van de zedelijke vraagstukken, aan
de orde gesteld door de film, uit zijn on-
vermoeibaren arbeid voor de katholieke
pers in hoofdstad en provincie.
Het eigenlijke voorwerp van dezen gezon
den en edelen behoudszin is op de allereer
ste plaats de zuiverheid van het katholieke
volksgeweten.
Nu hij mag terugzien op een vijf-en
twin tig-jarige arbeidzaamheid als katho
liek publicist, die gewerkt heeft in verschil
lende steden des lands, en die als geen
ander het Journalistieke „vak” leerde ken
nen in alle geledingen en onderdeelen, ver-
dient de heer Weterings niet alleen een
warme hulde, doch tevens een groote er
kentelijkheid. Hij heeft meegewerkt aan
den opbouw door zijn groote waakzaamheid
vooral over de fundamenten van het ka
tholieke leven in de maatschappij. Gaarne
gaat hij in zijn artikelen terug naar de
grondbeginselen onzer levensbeschouwin
gen, teneinde zijn inzicht in actueele vraag
stukken zoo stevig mogelijk te baseeren. De |derheld tegenover de conclusie der Commissie,
overtuigingskracht van zijn stijl, en van'aoodat werd volstaan <Jen bewindsman
De indiening van
stelling van een „Verkeersfonds” heeft
A.N.W.B.-Toeristenbond voor Nederland.
De nieuw benoemde handelscommlssaris van
Zuid-Afrika voor het Verre Oosten, de heer
Brennan, heeft Donderdag, vergezeld van den
Zuid-Afrikaanschen gezant, dr. van Broekhui
zen, zijn opwachting gemaakt bij minister ColUn.
Zooals men weet, heeft de heer J. H. Schaper,
de bekende veteraan van de sociaal-democrati-
sche beweging in on^ land, lid en eerste onder
voorzitter van de Tweede Kamer, onlangs het
eerste deel van zijn boek met herinneringen ge
publiceerd.
In „Het Volk” is over dat boek een zeer
scherp artikel verschenen, vol verwijten aan
Schaper's adres, in hoofdzaak het feit betref
fend. dat hij een niet malsche critiek op
Troelstra heeft geoefend. De schrijver van dat
artikel was Troelstra's oud-secretaris, dr H. B.
blijkbaar niet v*
geheele sociaal-democratische pers is gelljkge-
zljn gansche persoonlijkheid, ligt vooral
bij die gedurige zekerheid, welke hij zijn
lezers geeft, dat men met hem op veilig
terrein is. Hij verantwoordt zijn meening
en wanneer zijn ambt hem dwingt, die
meening scherp te stellen en te verdedigen
tegenover andermans inzicht, vindt hij
steeds weer zijn polemische kracht in de
logica, waarmee hij verwijst naar de grond
beginselen van de katholieke levensopvat
ting.
In zijn schrijfwijze kenmerkt de heer We
terings zich als een eenvoudig man Hij
houdt niet van weidsche gebaren en zeker
niet van holle woorden, hij houdt ervan de
dingen zoo simpel mogelijk te noemen bij
hun gewonen naam. Ingewikkelde vraag
stukken verheldert hij voor zijn vele lezers
door het volgen zijner gebruikelijke metho
de: hij toont in simpele taal de gronden
eener mogelijke oplossing. Daarbij richt hij
zich tot het fijnste onderdeel van het ka
tholieke bewustzijn: het geweten. Dit ge
weten is het Individueel eigendom van
ieder mensch, maar er is ook het volksge
weten. dat de daden van de menigte be-
heerscht. De heer Weterings, die nooit ge
zocht heeft, een eclectische beroemdheid
te verwerven, houdt met dit breede volks
geweten altijd rekening. Hij kent er het
volle belang van. Hij weet welke gevaren
ons dreigen, wanneer het besmet wordt
door de massale inwerking van het kwaad.
Vandaar zijn strijd tegen de prikkellectuur,
tegen de wufte illustratie, tegen de zede-
looze film. Maar eenvoudig logisch van
inzicht als hij is, begreep de heer Weterings
van het begin af aan, dat een geweten niet
wordt opgevoed, versterkt en gezuiverd door
louter negativisme. Hij streefde altijd naar
de positieve daad. De plaats, die ingenomen
werd door het kwade, trachtte hij steeds te
veroveren voor het goede.
Er zal voor de werkers van de Vereenlgde
Katholieke Pers nog gelegenheid komen,
hun gevoelens van erkentelijkheid en waar-
deering jegens den jubilaris uit te drukken,
maar ook In deze kolommen een harteljjk
ad multos annos!
schakeld”.
„Het is geen prettig artikel voor u, dat
van den heer Beeckman".
„Neen. Eerlijk gezegd had ik een weinlg-
enthouslaste beoordeeling van mijn boek wel
verwacht, maar zoo grof en zoo hatelijk had
ik mij die toch niet voorgesteld. Ik gevoel,
dat het klaarblijkelijk de bedoeling is ge
weest om mij te kwetsen. Hier is trouwens
niet alleen de heer Wiardl Beekman aan het
woord; hjj is door de verantwoordelijke re
dactie op mü losgelaten, zooals vroeger Duys
wel eens In de Kamer op mij losgelaten is,
toen ik er een afwijkende en onafhankelijke
meening uitte."
„Maar”, zelde de interviewer „waarom
zou de redactie van de Arbeiderspers u minder
goed gezind zijn?”
„Och, op het jongste congres heb ik haar
openlijk gecritiseerd over de wijze, waarop zij
In verschillende gevallen haar taak opvatte, os.
wat de bestrijding van artikelen van prof.
Goudriaan en prof. Bonger betreft. Ook Is men
misschien gebeten op mij, omdat ik In de Rid
derzaal ben geweest bij de opening der Staten-
Generaal.”
„Uw aanwezigheid daar was een sym
pathieke daad”.
„Ik heb geen enkele reden om onaan
genaam te zijn jegens de Koningin. Boven
dien ben ik onder-voorzitter van de Tweede
Kamer. De Koningin, die mij meer dan eens
ontving. Is voor mij altijd zeer hoffelijk ge
weest. Ik herinner mij dat ik eens by haar
was geroepen; zy was toen aan de rechter
hand gewond en droeg die in een doek, maar
toen ik binnenkwam, stond zy op, liep mU
byna tot de deur tegemoet, reikte my de
linkerhand en begroette my hartelyk. Ik heb
geen reden om weg te blyven uit de Ridder
zaal”.
het wetsontwerp tot In
den
den
B.B.N. (Bond van Bedryfsautohouders In Ne
derland) en den KN AC. (Konlnkiyke Neder
landsche Automobiel Club) aanleiding gegeven
tot het ultschryven van een openbare vergade
ring. welke op een nader te bepalen datixn te
's-Gravenhage zal worden gehouden en tot by-
wonlng waarvan belanghebbenden op ruime
schaal zullen worden ultgenoodigd.
De bovengenoemde Verkeersbonden stellen zich
op het standpunt, dat dit wetsontwerp van zoo
Ingrypenden aard is voor ons verkeerswezen, het
bedryfsleven, den landbouw en de industrie,’ dat
een bespreking van de strekking en de even-
tueele gevolgen ïan dit wetsontwerp zich niet
dient te beperken tot de kringen dezer Bonden.
Zy meenen, dat het geheele Nederlandsche volk
een dusdanig groot direct of indirect belang
heeft by het motorvervoer, dat het noodzakeiyk
Is, duideiyk en onomwonden de consequenties
van het ingediende wetsontwerp aan belangheb
benden voor oogen te stellen.
Waar een dergelyke bespreking geheel ligt
In de lyn der onlangs met medewerking der
Verkeersbonden opgerichte Algemeene Neder
landsche Vferkeers Federatie, zal deze aan de
bedoelde vergadering ook haar medewerking
verleenen.
T.z.t. zullen ultnoodlgingen verzonden worden
tot bywoning van deze vergadering, welke ove
rigens voor lederen belangstellende toegankelyk
zal zyn.
met den man, die op te zweepen, te be
geesteren wist; op 15 December 1908 werd
de heer Weterings benoemd tot Amster-
damsch redacteur van „De Maasbode”.
Het was daar in Amsterdam voor „De
Maasbode” geen gemakkelijke tijd; noemde
men aan de Beurs den naam van dit blad,
dan kon men de vraag verwachten, of dat
„die krant uit Maastricht” was!
Maar de heer Weterings sloeg er zich
doorheen, schreef met ongelooflijke energie
raadsoverzichten. kunstbeschouwingen en
alle mogelijke andere van helderen geest
getuigende, puntige artikelen, welke den
Amsterdammer maar interesseeren kon
den; ,J>e Maasbode” kreeg naanv in Am
sterdam, te méér, doordat de krant per
1 Januari 1909 met ochtendblad verscheen.
Moeilijk was het Amsterdamsche werk,
onontgonnen was er het terrein voor een
Rotterdamsch blad met ochtend- en avond
editie, maar de heer Weterings had succes/
zóó, dat de directie van de krant hem ook
verzocht om artikelen van meer algemee-
nen aard, vooral (*t was intusschen oor
logstijd geworden) op economisch gebied.
Zijn reputatie als wereldstad- en groot-
blad-Jouroalist deed hem gemakkeiyk
voor de intellectueele leldersfunotie In aan
merking komen, toen in Tilburg, heel
grootsch opgezet, het „Nieuwsblad voor het
Zuiden” werd opgericht; van 1 Januari
1917 tot 1 Maart 1919 vervulde de heer
Weterings hier het hoofdredacteurschap;
het toenmalige Zuiden bleek echter een zoo
groot opgezet dagblad niet te kunnen ab-
sorbeeren^ het blad bleef, zij het in veel
bescheidener omvang en beteekenis, be
staan, maar de heer Weterings toog weer
naar zijn Noorden om er als hoofdredac
teur van de „Nieuwe Haarlemsche Cou
rant” een nieuwe rol te gaan sjoelen.
Hier heeft zich de Journalist Weterings
uitgeleefd en zag hij zich tot steeds hoo-
gere functies geroepen; op 30 Mei 1928
werd hij benoemd tot directeur-hoofd
redacteur van „De Spaarnestad”, wat be-
teekent, dat hem de directe of indirecte in-