Vondsten in het
v&Aaal van den dag
eeuwige ijs
I
Z6£
I
I
I
s
I
AANTEEKENINGEN VAN
AMUNDSEN
zonder deze beide geen heldere Wasch!
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
De achtervolging
A
r
HET KAPERSNEST
I
I
I
I
I
I
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
ZATERDAG 16 DECEMBER
Het dagboek van Scott
Het mislukte
interview
echte Holbein?
en
r
nber
Beurzen voor studiën
in België
r*
d
en-
tak
XnontanrZyfce ontdekkingen die de
wereld in rep en roer
brachten
JOSEPH CONRAD
I
I
I
I
I
Het overlijden van
Alexander I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Henry VIII” een
Restaurant DORRIUS
VOOR DE
f-V NATIONALE/"
L\ DRANn j
woont
Parson
Beatrice
vroeg
Beatrice, al
CAT kunnen we
hem
10
kleine.
.(Wordt vervolgd)
0sl»rmann A Co Handel Mif H V .Amsterdam.
Fabrieken te JutpKaas bij UtrecM
Bovendien wer-
ilralltelt en af-
ROMAN VAN
Wijl
re ld
bet
toe
ben
weer
egen
sr In
meer
n en
iltem
i om
k te
egen
den
op
1 in
ge
was
LP.
1
De Nederlandsche afdeeling van de commis
sie ter uitvoering van bet verdrag betreffende
Intelloetueele toenadering tusschen Nederland
en België maakt bekend, dat ten behoeve van
een of meer afgestudeerden, studenten, geleer
den of kunstenaars van naam, die hun studiën
in 1934 aan een unlversltelt of hooge school In
leuwe
i per-
cesvo!
scort-
dsche
gd Ik
aan
ing te
l fla
ts de
rijgs-
ng af
moeten
md:
turlng
elnen.
arena
L Dat
<e-
rooie
c om
sn by
end is
it alle
b kie
st wij
tl Een
irende
’•lijke
te een
den
leum
Mco-
ge-
aan-
we-
id is
rich
rder
ier-
'■en
t..
re
de
en
>rt.
:K-
to,
ló
ón
re.
>Ue
tn-
*e
en
og
te
lie
en
tal
>oe
tee
>e-
oo
e be-
1 sui
ts te
titling
unite,
uden.
Zn den winter is het water
En de grond zoo hard als ijs.
Maar dan is het voor de vögels
Verre van een paradijs.
Want van wurmen en van rupsen,
Ja. men neemt maar wat men wil,
Staat de import voor de vogels,
Door de winterwetten, stil.
Ach, bescherm dan toch de dieren,
Leest en hoort en klaagltedt u.
Want ze hebben in den winter
Toch zoo’n drommels schraal menu.
In zijn hart heeft ieder mensch thans
Voor het dier een plaatsje vrij
En hij wordt daartoe gedreven
Door een mensch’UJk medelij.
Wilt u strakjes eens genieten,
Bij het kerstfeest, aan den disch?
Wek v kunt het vrjj-uit hooren
Wat dén de genieting is.
Niet een stukje koe of varken.
Leest en hoort en.... predikt u.
Maar gevogelte past altijd
Bij een heerlijk kerstmenu!
Goed gemeste eend of ganzen,
Met dit doel ook groot gebracht.
Worden met veel and’re zusters,
Voor uw feestmaal afgeslacht.
In zijn maag heeft ieder mensch weer
Voor het dier een plaatsje vrij.
En hij wordt daartoe gedreven
Door zucht naar een smulpartij....
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
„Ja....
aankomst
schrijven, üw woord er...."
„Hel en duivel, senor O Brien." barstte ik los
met onuitsprekelijke verachting. „Xk dacht, dat
het uw bedoeling was mij onderweg te laten
afmaken door uw gespuis. Ik aou bet niet
beter verdiend hebben."
Illlllllllllllllllll CONSEQUENT IIIIIIIIIIMIIMU
i
f
I
1
I
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
by verlies van *n
anderen vinger
'JU gedacht heb-
ben. dat het van
<*n vader kwam.
Denkt u niet, oat
hij u afgetelegra-
teerd zou hebben,
ils hij wist dat
j aou komen
Maar ik weet wel beter; hü heeft geen zuster;
ik ken z*n familie."
..Maar als hij terugkomt?"
wanhopig.
17" -
WE KEHNEN OE w/noen Erf
0TKOOMINÓEN. ALS !K ME N/ET
VEKOIS.DAN ZAL P/E ZEILBOOT OEN
ÖEMAKKEUJKSTEN WEó VEMEN WE
2.1/LLEri Dl EN \NEO VOLOEN ze ZJJn
ONS MAAI? VIJF DA6EN VOOK. BINNEN
EEN PAAE DAf/EH HESSEN WF HEN
/NÖErfAALD^ANT WE VAT?Erf SNEL.
V/JF DAC/EN NA VEKTFEK
Gaat Munhfep wafbouckhetzh
JACH r !N ZEE OM ANNIE OP te
opoken.
De sensationeelste ontdekking, die de Sovjet-
commissie deed bij het openen der graven van
de vroegere Tsjaren in de Peter- en Paulsves-
ting te Leningrad, was zooals vroeger gemeld,
de leege kist van Alexander I.
Octave Aubry schrijft in een Parijsch blad
•n artikel over de theorie, die inhoudt, dat de
keizer in het geheel niet was gestorven, toen
men zijn dood officieel bekend maakte. Deze
meenlng is al vroeger verkondigd, en wordt door
den auteur crittech beschouwd.
Waarschijnlijk heeft Alexander bij de ver
moording van zijn vader een zekere rol gespeeld,
en wilde hjj uit gewetenswroeging later afstand
doen. Zeker schijnt te zijn, dat elf jaar na
Alexanders offlcieelen dood in 't gouvernement
PJerm te Krasno-Oemfimsk een waardige oude
heer verscheen, gezeten op een prachtig paard
HU noemde zich Fjodor Koermitsj, maar wei
gerde iedere inlichting over zijn persoon. HU
werd daardoor als vagebond in de gevangente
gestopt en kreeg met den knoet. Later bemoeide
grootvorst Michael zich met de zaak; ook te
genover hem uitte Fjodor slechts den wenscb
naar Siberië te worden verbannen. Dit verzoek
willigde men in. Nadien werkte de zonderlinge
grijsaard in de staatsbrandewUnstokerlj te
Tomsk, waar hij als een heilige werd vereerd.
Vüf jaar later dook de raadselachtige Fjodor
in een Kozakkendorp op, waar hü de kinderen
om zich verzamelde, de boeren onderwees en
met de zieken bad. Het volk hield hem voor een
edelman, die de gelofte had gedaan een Chrte-
telUk leven te leiden. De aartsbisschop van Ir-
koelrk kwam In eigen persoon den vromen man
bezoeken. Vreemd is het, dat men, Indien hU
de Tsjaar was. hem in al dien Ujd niet heeft
herkend. Weliswaar is dat mln of meer te ver
klaren uit het feit, dat men den keizer dood
wist. Op zekeren dag kwam er een soldaat Ir
het dorp, die bü Fjodors aanbllk dadelUk riep: I
„Dat is de Tsjaar, onze vader Alexander
PawlowltsJ". Onder de papieren van Fjodor zou
men later de huwelijks-oorkonde van Alexander
met keizerin Elisabeth hebben gevonden. Hier
van maakt ook vorst Barjatinsktej melding in
zün boek „Het geheim van Alexander I”.
getroffen had als zegepralend en onbe
vreesd, zwevend als op de lucht. Ik spande mijn
ooren In. Hoorde ik
Iemand kwam door de zwijgende zuilengan
gen nader. HU was het, Ik wist het, meer en
meer kwam hy nabU. In de diepe graf stilte van
het groote huls had ik in de verte het geluid
gehoord van zün voetstappen op den ingeleg-
den vloer. Nu was hU den hoek om, en de kalme
wandelpas van zün naderen was wel geschikt
vrees te storten In het hart van een tegen*
stander. Er was geen aarzeling in, geen enkelen
keer; geen versnellen geen vertragen, totdat
hU stilhield. HU stond in de deuropening.
Ik moet in die groote kamer bU het licht van
twee kaarsen, een indrukwekkend beeld hebben
geboden van een uitdagenden jongeling, geheel
in *t zwart, met een gespannen gezicht en een
lang, bloot' rapier In de hand. In ieder geval
bleef hU mü in de deuropening stil beschouwen,
het toonbeeld van een knap Spaansch advocaat
met hooghartig ulterlük, eveneens geheel in
't zwart, met *n blond hoofd, en een fraai ge
bogen been in zwart zUden kous naar voren ge
stoken.... ZUn rUlaarzen had hy uitgedaan.
Voor het overige had IK hem nooit anders ge
kleed gezien. Noch in zijn hand, noch aan zyn
zU had hy een wapen.
Ik bracht de punt van het myne omlaag, en
ziende, dat hy op den drempel bleef, alsof hü
zich niet binnen waagde, zelde ik minachtend:
„Denkt u soms, dat ik een ongewapend man
zou vermoorden?"
„Ben ik ongewapend?" Een weinig trok hy
de wenkbrauwen omhoog. „Dat la werkelijk wat
„Ik ben de zuster van den bewoner van deze
Hat."
Haar stem klonk haar vreemd in de ooren.
De inbreker nam haar van het hoofd tot de
voeten op met critlschen blik. Toen keek hij
naar de bloc-note der bezoekster, die op den
grond was gegleden.
,J>at is een leugen; Stans
alleen!"
„HU telegrafeerde mU hier te komen en ik
verwacht hem ieder oogenblik thuis.”
„Nu liegt u weer." zei de man.
„Wat bedoelt u?” vroeg Beatrice en deed haar
best zich te beheerschen.
De man kwam wat verder de kamer in en
nam van een rooktafeltje een gele enveloppe.
„Leest u dat tielegram dan maar eens.'
Beatrice nam het met bevende vingers aan.
„Kom onmiddellUk" las ze, „ik verwacht je
met den trein van 830."
„I k zond hem dat telegram,” zei de man. .HU
iMsaeassaesesMzssMaaMMMsaessssasst sast*)
y -v it Leningrad wordt gemeld, dat een groep
I I Russische vorschers in het Poolgebied
'‘W werkzaam, een notitieboek van Amundsen
gevonden heeft. Het boek bevat aanteekeningen
uit den tyd van 14 tot 23 Mei 1919 en Amund.
zen heeft het waarschUnlUk op zyn expeditie
over Frans-Jozefland naar Siberië, die juist
in dien tyd viel, verloren. De aanteekeningen
welke van groote wetenschappelijke waarde zyn.
zyn in de Noorsche taal geschreven en bevatten
notities over de weersgesteltenlssen en andere
gegevens omtrent zyn onderzoekingen. ZU zyn
nog zeer goed leesbaar, ofschoon zU zeer slecht
Ingepakt waren. Van Russische zUde was men
van plan dit boek van den wereldberoemden
Poolvorscher hU kwam naar men weet bU
zyn zoeken per vliegtuig naar Nobile om het
leven, zonder dat er tot heden een spoor van
hem gevonden werd op de Pool-tentoonstel
ling. die binnen enkele weken in Leningrad
geopend wordt, voor het publiek te exposeeren
Het vinden vap dit notitieboek in nacht en
ys het werd waarschUnlUk in een verlaten
kamp of een verdwenen proviandstatlon ge
maakt roept de herinnering van andere der-
geiyke merkwaardige vondsten in het Poolge
bied wakker.
Van al deze vondsten zal wel voor~altUd het
meest sensatloneele journaal dat van André biy-
ven, die, naar men zich nog herinneren zal.
ongeveer drie jaar geleden door een walvisch-
vaarder op een onbekend eiland in het Poolge
bied gevonden werd.
De Zweedsche Ingenieur was met zUn gezellen
Strindberg en Frankel den Hen Juli 1897 van
Spitsbergen uit in den luchtballon opgestegen,
om over den Noordpool te varen. Men had nooit
meer iets van hen gehoord. Wat men nooit meer
meende te vernemen, verrieden toen drie jaar
geleden de gevonden aanteekenboeken en foton,
waarvan er enkele zelfs nog ontwikkeld konden
worden, ofschoon ze 30 jaar in sneeuw en Us
gelegen hadden De heele wereld stond ver
baasd. toen de mare van deze avontuuryke
vondst over Europa verspreid werd, want de
walvischvaardcr. die het gevonden had, had geen
radio aan boord en had weken noodig om de
volgende haven te bereiken.
Een weinig verheugende vondst deed de En-
gelsche kapitein Scott den 18en Januari 1912.
toen hU de^twdpooil bereikte en de Ünionviag
hUschen wilde; hy zag de wapperende vlag van
Noorwegen en daaronder in een casette de
mededeellng van Amundsen, dat hü den 16en
December 1911 de Zuidpool bereikt had.
En weer werd daarna een nieuwe vondst in
het Poolgebied gedaan.
Dit gebeurde den 12en November 1912, toen
de expeditie, die naar de verdwenen sleden
expeditie van kapitein Scott onderzoek deed,
deze met zUn kameraden dood vond. De tent
bevond zich nog in goeden toestand en de hel
den van het Poolgebied lagen alsof zU sliepen
By Scott vond men nog zün dagboek met een
nauwkeurig verslag over zUn reis naar de Zuid
pool. Dat dagboek was letteriyk tot het laatste
uur van zün teven bUgehouden
den nog een verslag van de ai
gaat vanavond geen trein meer en het
telegraafkantoor in zh geboorteplaats te reeds
lang gesloten. En mag ik nu eens weten wat u
hier komt uit voeren?”
„Hetzelfde als u,” antwoordde
haar moed byeenrapend.
„Dat dacht Ik wel. Dus u bent Mabel Farr,
de bekende lady-Inbreekster, nietwaar?"
„U bent goed op de hoogte. Ik geloof dat IK
nu het veld maar zal ruimen."
.Maar niet vóór dat ik hier klaar ben."
De man haalde een tasch van onder z'n jas
te voorschün.
„Hou vast," beval hU, „en probeer niet te
ontsnappen, anders kon het er wel eens leeiyk
vapr je uitzien."
v De man had dit werkje al meer by de band
gehad, dacht Beatrice. Alleen de kostbare dingen
werden in de tasch gedaan
„En nu de slaapkamer.” zei hy.
Bevend over al haar leden, volgde zU hem.
HU tastte naar den schakelaar van het elec-
trteche licht. Toen deed Beatrice een ontdek
king. Bulten in de gang brandde licht. Zy zag
ook. dat de sleutel van de slaapkamerdeur aan
haar kant in het slot stak.
De man had het knopje van de schakelaar
gevonden en de kamer was nu vol licht. Be
hoedzaam sloot hü de blinden.
Van dit oogenblik maakte Beatrice gebruik.
Zy nam de tasch mee. ging vlug de zitkamer tn
en sloot de deur achter zich. In de slaapkamer
een kreet van verbazing en
Een van de beroemdste schilderijen van Hol
bein Jr. te het in het jaar 1842 ontstane por
tret van konlng Henry VIII, dat onder den naam
,,8’ot-Howard-portret” over de geheele wereld
bekend te. In het jaar 1720 verkocht graaf
Arundel, een directe nakomeling van den hertog
van Norfolk het kunstwerk aan graaf Carlisle.
Zooals bekend was Norfolk de oom van Anna
Boleyn en Catharina Howard. WaarschUnlUk
is, dat Henry VIII dit portret door zün hof
schilder Holbein aan den hertog ten geéchenke
gaf, ofschoon tusschen den konlng en Norfolk
wegens de vermoording van ’z hertogs neven
vüandschap bestond.
In den loop der jaren is men aan de echtheid
van 't product gaan twijfelen. Hiertoe had men
verschillende redenen. Zoo zün er b.v. nog
oudere Holbein-portretten van den konlng, die
toebehooren aan den tegenwoordigen hertog van
Devonshire Dit zUn echter wandschilderingen
die wat stijl betreft niet overeenkomen met
hetgeen Holbein kenmerkt. Deze kunstenaar
leefde nJ. in een tüd, toen het o'.ieverfschllde-
ren buitengewoon veel werd beoefend. Tevens
kwam evenwel de Ttallaansche trant in zwang
Het portret des konlngs te nog van den ouden
rtempel. en dezelfde techniek te te onderkennen
In de niet minder beroemde „Hertogin van Mi
laan”, die tegenwoordig de National Oallerie te
Londen siert, doch een ander schildert) „De af
gezanten” vertoont den Invloed der Venetlaan-
sche school.
Volgens professor A. J. Laurie wordt het 'on
derzoek bemoeiiykt, doordat het doek herhaal
de malen te overgeschilderd. Overigens lüdt het
geen twüfel, dat de oor-pronkelüke maker bU-
zondere attentie aan het détail besteedde. De
prachtige hermelyr.en mantel te zeer decoratief
tot in alle finesses uitgevoerd. Het gezicht werd
met doorzichtige schaduwen op het doek ge
bracht. Deze methode doet denken aan die der
beroemde Vlaamsche meesters uit de vUItlende
eeuw, die waarschUnlUk met dikke olie en wee-
ke penseelen werkten. Ongelukkigerwüze heeft
een restaurateur de allerfijnste schaduwen, die
aanvankelük op gezicht en handen vielen, van
bet d-rilr verwijderd Deac omstandigheid werd
vastgesteld door middel van een mlcrophoto.
graphtsche vergeHJkln# 'tusschen ^,'W>nry VIII"
en „Hertogin van Milaan". Uit een Röntgenfoto
bleek, dat er vele zoogenaamde verbeteringen in
het portret zün aangebracht. Het staat, volgens
dc deskundigen, nu echter vast dat Holbein zeil
de ortglneele schllderü vervaardigde.
i 11 1 -3 on dit blad zyn Ingevolge de vereekerln^svoorwaarden tegen f Qflfïfï bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f JEfl by een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 9E sy verllee van een f by een breuk van
S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen f OvUV»” verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen f t doodelyken afloop J een voet of een oog f «Je luim of wyevlnger i «Jl/a-been of arm f wire"
België wenschen voort te zetten of aldaar on
derzoekingen ofgudsra werkzaaiuhnden wer^g
schen te verrichten, beschikbaar is een bedrag
aan beurzen, tezamen groot ƒ1300—
Gegadigden kunnen zich uitsluitend schrlfte-
lyk aanmelden by den secretaris van de Neder-
iandsche afdeeling. tnr. H. J. Smldt, Departe
ment van Onderwys, Kunsten en Wetenschap
pen te 's Gravenhage. vóór 1 Januari 1934.
en trice Doyle, redactrice van het weekblad
J3e Weegschaal” trad het prlvé-kantoor
van drn hoofdredacteur binnen.
„Is er iets bUzonders, mUnheer Loffy?”
,4a. juffrouw Doyle; 1 betreft Stan Parson.”
„Den schryver van „De brekende Hand”?”
..Precies. De man, wiens boek in twee maan
den drie drukken beleefde."
„En....”
„Ik zou graag voor ons blad een interview
met Parson hebben. Iedereen heeft den mond
vol van dezen schryver; een Interview zal het
publiek zeker interesseeren. Maar ongelukkig
genoeg wil Stan Parson zich door geen enke!
blad laten Interviewen. Het eenlge dat we over
hem te weten zyn gekomen, te, dat hy met een
huisknecht in Bussex-Gardens woont. Maar het
te nog niemand gelukt toegang tot hem te kry-
gen Zooals u echter weet." ging mUnheer
Loffy met een vriendelyk glimlachje voort
worden de beste troepen altyd in reserve gehou
den. en u weet dat morgen ons nieuwe nummer
verschUnt.”
Eenlge uren later stond Beatrice Doyle tegen
over den huisknecht van Stan Parson.
.MUnheer Parson te niet thuis," zei de man,
en Beatrice zag dat hU waarheid sprak.
„Wat spyt me dat!” riep ze; .Jk heb hem tets
heel gewichtigs mee te deelen. Dan zal Ik maar
op hem wachten
De knecht keek haar met een bedenkeiyk ge
zicht aan
„Maar er is niemand thuis, juffrouw. M’n
vrouw en ik zorgen op het oogenblik voor myn
heer
„Dat heeft hy me verteld," hernam Beatrice
„en ik hoop dat u goed voor hem zorgt." voegde
zy er aan toe met haar Uefsten glimlach.
De man glimlachte ook. „We doen ons best,
juffrouw."
„Wilt u me naar meneera kamer brengen, dan
kan ik daar op hem wachtenik ben z’n zuster.”
De huisknecht slaakte een zucht van ver
lichting.
„Wilt u me dan maar volgen? O. als u eens
wist, wat een moeite we al gehad hebben, sinds
mUnheer Parson z’n beroemd boek schreef.
„U bedoelt zeker, om de menschen op een af
stand te houden, niet waar?”
„Ja juffrouw. Journalisten vooral, wü *'U on -
der geen voorwaarde ontvangen en wü moeten
maar zien, hoe we van de dames en heeren af-
konien
„Wat zün de menschen toch onbeschaamd!"
riep Beatrice, verontwaardigd.
De huisknecht schoof een gemakkelüken stoel
bü het raam in de zitkamer
Toen ze alleen was, liep Beatrice de vertrek-1
ken door: overal stonden voorwerpen van
waarde Zoover als zü, was nog nooit iemand
in deze kamer binnengedrongen en Beatrice
was er vast van overtuigd, dat zü den eigenaar
van al deze mooie dingen nu gemakkelük tot
spreken zou kunnen krügen Ze keek eens uit
het venster Vlak onder het raam was een groot
plat Een Inbreker zou hierover gemakkelük In
de kamer kunnen komen, dacht zü. Het was
ook niet verstandig zooveel kostbaarheden on
beheerd te laten, als men uren en soms dagen
van huls bleef.
Beatrice ging in den gemakkeiyken stoel zit
ten en wilde eemge notities maken. Maar 1 was
vrü donker geworden. Ze kreeg slasp en sloot
even haar oogen.
Eensklaps schrok ze wakker. Het was pik-
donker om haar heen. Even meende ze thuis te
j zyn, maar al heel gauw herinnerde zü zich
waar ze was. Zü hoorde een vreemd gerucht dat
ophield, een raam werd opgeschoven. Haar eer
ste Ingeving was te vluchten. Maar helaas, het
venster bevond zich» tusschen haar en de red
oing brengende rtem. Nu *ag zü de donkere fi
guur van een man zich afteekenen tegen het
raam. De gestalte naderde in haar richting.
Toen kon Beatrice het niet langer uithouder,
en zü knipte het eleclrtech licht aan. De man.
plotseling verblind, uitte een kreet van schrik
Toen de man zich een oogenblik daarna her
steld had, maakte hy heel even een beweging
als wilde hU z'n pet afnemen. Met haar fUn
gevoel voor details, merkte Beatrice dit op. Mis
schien was deze man vroeger een gentleman
geweest
„Wat doet u hier?” vroeg hU zacht
N.Z Voorburgwal bh Spui, A dam
PLATS DU JOUR EN a LA CARTE
HU schrok op. Ik beefde van toorn Er was
plotseling e'en verandering gekomen over ons
allebei, alsof we waren wakker geschud door
een heftig geluid. Een tydlang spraken we
geen van belden een woord. Eén blik op mU zei
hem genoeg. Hy streek met zUn hand over zyn
voorhoofd.
„Wat voor duivel steekt in jou, jongen?"
reide hy. „Ik schUn niets dan vergissingen te
begaan."
HU ging toe op hcy schietgatvenster. stak
zyn hoofd naar bulten, en riep:
„De schoener vaan vannacht niet uit
Ónder het venster had hü een paar leden van
zün moordenaarsbende op post gezet. Ik ver
stond niet het antwoord, dat hü kreeg; maar
na een poosje zei hü duidelük, dat het beneden
verstaanbaar moest zUn:
„Dien spion geef ik jullie."
Daarna kwam hü terug, stak het pistool in
z'n zak en zelde: ..Dwaas ik zal je nog naar
den dood doen verlangen."
„U hebt u anders aardig bloot gegeven."
zelde Ik. „Ik zal u nog wel ontmaskeren Dat
zal mUn wraak zün op u, dat ge me hebt
durven voorstellen
„Wat? onderbrak hy, over zyn schouder
heenziend. „JU? jy niet ik zal je zeggen
waaromOmdat dooden niet meer klikken."
Hü verdween door de deur.
Het geluid van zün sporen echode over het
binnenplein. In welks zwartheid de eerste
zweem van den dageraad binnenvloeide.
(Korte inhoud van bet voorafgaande: Kemp
een Bngelschman uit Kent wiikt met Carl»
Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van ziln zuster Veronica Ralpb
Rookabv Hlei kom' hil m kennis met den
rechter O‘ Brien en met Don Ramon die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bU
■eeroovera die Rlo Medio als basis hebben
Als bil hier met op inaaat wordt nil over,
weldlgd en aan boord van een acbip ge
bracht Hit weet echter spoedig te ontsnap
pen en wordt opgepikt door een ander
echln dat hem naar Havanna zal meene
men Naott de Cubaanse he kust worden ztl
echter door zeeroovers die onder bevel staar-
van een vriend van Carlos rhomas de
Castro, overvallen John Kemp wordt ge
vangen genomen en met bet kaoerscbln
naar Rlo Medio gebracht, waar hy gastvrij
ontvangen wordt door Don Balthasar Hier
leidt men hem aan bet sterfbed van Car
los).
Slechts één man stond mü tn den weg. Ik was
®r zeker van, dat hy ons, over de zwartheid
**0 den hof heen, had gadegeslagen. HU moest
“ét schemerig verlichte, stille toooneel van ons
afscheid by Seraphlna’s deur gezen hebben....
hoopte, dat hy de beteekenis had begre-
I*h, en dat mUn gestalte met de twee kaarsen
Een Ujd lang bleef hy sprakeloos; daarna,
hakkelend en stamelend door de inwendige
woede, die als gesmolten 4ava In zyn borst
scheen te kolken, zonder ooit de oppervlakte
van zyn gezicht te bereiken, begon hy:
„Watl Ben Ik het dan, die terug zou moeten
gaan. Voor voor jou een jongen geko
men van den duivel weet waar een stuk
Engelsch bedelaarstulgvoor een meisjes
gril Ik een man."
Hy bedaarde wat.
„Neen, je bent gek. Je droomt. Je weet bet
niet, je kunt bet niet weten. Je weet niet wat
een man te, jy met je kalverliefde van een dag-
Hoe durf je je te meten met mU. die jaren lang
de eigen lucht geademd heb? Jy dwaas jU
ellendige dwaas I Jaren van peinzen.
waken, werken....”
„En konkelen,” viel ik in, „en samenzweren
en bedriegen jarenlang."
Dat bracht hem geheel tot kalmte.
Plotseling vroeg hy tot mUn verbazing: „Wil
je naar Mexico?"
Het klonk als een scherts. Maar hy was heel
ernstig. '„Ik zend er één van mUn schoeners
heen met een bepaalde opdracht. Ik zou u
daarby wel kunnen gebruiken. Die kans geef
ik u."
„Wanneer moet ik dan gaan?” vroeg ik met
een velnzery waartoe Ik my een oogenblik te
voren niet in staat zou hebben geacht. Maar
ik begon rtjper te worden in het vuur der
liefde, dat myn zoo jeugdige onervarenheid
binnen drong.
„O,” zelde hU. het pistool haastig op de tafel
werpend, „dadeiyk. Vannacht. Nu,"
„Zonder Iemand te zien?"
„Zonder iemand.... o, natuurUjk, in uw
eigen belang."
HU was nu heel bedaard. ..Ik dacht het wel.
u zag er verstandig genoeg uit." zeide by. „Ik
ben biy, dat u zoo goed uw positie begrüpt. U
zult het ver brengen in ’s Konlngs dienst, al
bent u een Engelschman; geloof dat van Pat
O Brien. Ik zal het tot myn persooniylee zaak
maken om wille van de Rlego's. Maar er te
een kleine voorwaarde.
HU haalde uit zyn zak een velletje papier,
en pen en ren rels-lnktstel. HU was op en too
advocaat de Spaansche famllle„.e a. advocaat,
geënt op den lerschen pleitbezorger.
„N^mand kunt u meer zien. Maar u moet
schryven. Dona Seraphlna zal er natuurUjk
belang by hebben het te weten. Een ne„-f en....
Aan Don Balthasar zal ik het verklaren, na-
tuuriyk.... Wacht, ik zal dlcteeren „Met
het oog op uw toekomst en het verlangen
naar het actieve leven, neemt ge, gencel vrij
willig, met graagte senor O’Brien s voorstel
aan...." Zoo zal zy bet wel begrypen
„O ja, ze zal het begrUpen." zeide Ik
En dat u ruit schrijven oy veiligs
in Timaulipas. moet beloven te
scheldzbrieven aan de naaste bloedverwanten
aangetroffen. Bcott was in Maart 1912 op de
terugreis van de Zuidpool gestorven, werd dus
pas bUna een half Jaar later gevonden.
De dagboeken met de brieven van Bcott aan
de achtergeblevenen van zyn kameraden In den
dood zy stierven alten vóór hem zyn een
der grootste heidenmonumenten die wy kennen
of bezitten. Wanneer iemand ter wereld eens
wil lezen hoe die mannen «tlerven, nadat zy
tot het laatst getracht hebben zich tegen het
onvermydeiyke te verzetten, die neme eens de
laatste bladzyde uit bet dagboek van Bcott voor
«fch zy sullen hem onvergetelUk bybiyven.
Het vinden van dagboeken in nacht en ys
men moet er steeds respect voor hebben,
waar sulk ook geschiedt in Noord of Zuid. ZU
«Un een getuigenis voor de werkeiyk onver
stoorbare en onoverwinneiyke kracht van den
menscheiyken onderzoeklngsgeest.
nieuws. U veronderstelt maar wat. Ik ben al
menig jaar zeker op dat punt."
HU kwam snel binnen en omloopend naar den
anderen kant van de tafel, haalde hy een klein
pistool tilt zyn broekzak.
„U ziet ik vertrouw niet al te veel op uw
Engelsche edelmoedigheid.”
Achteloos legde hy het pistool op tafel.... Ik
had my op mUn hielen omgedraald. Zooals we
daar stonden, zou ik door een uitval tusschen
de twee kandelabers door, zyn Ujf hebben kun
nen doorsteken voor hy een kik had kunnen
geven.
Ik legde mUn zwaard op tafel.
Daarna sprak hy kalm:
„U bent te snel gegaan. Ik geef u nog een
kans terug te keeren."
„Geen duim," zei ik woest. „In gedachte,
noch daad. Zelfs niet in geiykente."
„Geloof me, er te meer in het leven dan u
denkt. Er te op uw leeftyd meer dan....” zyn
Ujf scheen te schokken in een eigenaardige
kramp, als by een plotseUngen aanval van
inwendige pUn; de schertsende glimlach, die
staan bleef in den vorm van zyn lippen, ver
anderde in een akellgen verwrongen gryns....
meer dan één Uefde in 't teven, meer dan
één vrouw," vervolgde hy.
Ik geloof dat hy trachtte my om te praten,
want «Un stem verstikte volkomen in zün keel.
MUn verontwaardiging was grenzenloosMet
het vuur van onwrikbare overtuiging riep ik
uit:
„Het is niet waar, u weet dat het niet waar
slaakte de man
woede.
Beatrice snelde naar de gangdeur, maar dis
t was gesloten. In de slaapkamer hoorde zU een
zwak gerucht; de man vluchtte zeker uit het
venster. Maar wat kon dat haar schelen! De
vraag was alleen, hoe ze uit dit huls kwam.
Ze keek door het raam, maar In de straat was
niemand te zien
Een groote angst kwam over haar. Als de
man eens naar de politie ging zeggen, dat er
ingebroken was in het hute van Stan Parson
en als men haar dan aantrof met een tasch
vol gestolen voorwerpen!
Ze greep de tasch. haalde er de gestolen voor
werpen uit en zette ze zooveel mogelük weer op
hun plaats. Toen probeerde ze nogmaals of ze
de gangdeur open kon krUgen. maar ook thans
lukte dit niet. Zou ze om bulp roepen? Eens
klaps drong een geluid uit de andere kamer
tot haar door. De man was er dus nog. Ze
legde haar oor tegen het aleutelgat en luisterde.
Neen, ze vergiste zich niet. De inbreker snurkte.
Op dit oogenbUk opende iemand de gangdeur
en de huisknecht stond voor haar. Een fUn
lachje speelde om z'n Uppen.
_U kunt u de moeite we! sparen nog langer
op mUnheer Parson te wachten, juffrouw Van
avond zult u hem niet meer zien.”
„Weer zien!" riep Beatrice.
„Ja. hü te nu naar bed gegaan. Door de
spreekbuis verzocht hy tnU u dit te zeggen en
u uit te laten."
„Die..,. Inbreker was.... Stan Parson?"
„Juist juffrouw en hU was heel boos op me,
toen ik hem zei, dat ik u binnengelaten had.
HU beweerde, dat ik toch wel wist, dat hU geen
zuster had. En hU was er vast van overtuigd,
dat u van een krant zou zUn. Daarom leende
hü van mU een tasch en een stel oude kleeren
en....”
„Maar dat telegram dan? MUnheer Parson
was toch weggeroepen.”
„Dat was niet voor vandaag, juffrouw, moet
het me niet kwalUk nemen
„Laat me er door!” schreeuwde Beatrice.
„Een oogenblik nog, juffrouw. MUnheer Par
son verzocht mü nog door de huistelefoon een
taxi voor u te bestellen. Het spyt hem, dat hü
niet in de gelegenheid is, u thuis te brengen.”
„Dank je," stamelde Beatrice. „Ik loop liever.
De buitenlucht zal me goed doen."
5TELLEN we kon-
mem SLECHT!
CeVAAP/rVEETI BOOT ALS
OEZE N/ET DIE NOODT Z/CH
'ZOED !N DEN FELSTEN OJPMAAN. 1
ZOO NEZ/NNEN IK ME EEN^E/i]
INDE CNtNEEKHE ZEEJ