Vondsten in het v&Aaal van den dag eeuwige ijs I Z6£ I I I s I AANTEEKENINGEN VAN AMUNDSEN zonder deze beide geen heldere Wasch! DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK De achtervolging A r HET KAPERSNEST I I I I I I HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct ZATERDAG 16 DECEMBER Het dagboek van Scott Het mislukte interview echte Holbein? en r nber Beurzen voor studiën in België r* d en- tak XnontanrZyfce ontdekkingen die de wereld in rep en roer brachten JOSEPH CONRAD I I I I I Het overlijden van Alexander I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Henry VIII” een Restaurant DORRIUS VOOR DE f-V NATIONALE/" L\ DRANn j woont Parson Beatrice vroeg Beatrice, al CAT kunnen we hem 10 kleine. .(Wordt vervolgd) 0sl»rmann A Co Handel Mif H V .Amsterdam. Fabrieken te JutpKaas bij UtrecM Bovendien wer- ilralltelt en af- ROMAN VAN Wijl re ld bet toe ben weer egen sr In meer n en iltem i om k te egen den op 1 in ge was LP. 1 De Nederlandsche afdeeling van de commis sie ter uitvoering van bet verdrag betreffende Intelloetueele toenadering tusschen Nederland en België maakt bekend, dat ten behoeve van een of meer afgestudeerden, studenten, geleer den of kunstenaars van naam, die hun studiën in 1934 aan een unlversltelt of hooge school In leuwe i per- cesvo! scort- dsche gd Ik aan ing te l fla ts de rijgs- ng af moeten md: turlng elnen. arena L Dat <e- rooie c om sn by end is it alle b kie st wij tl Een irende ’•lijke te een den leum Mco- ge- aan- we- id is rich rder ier- '■en t.. re de en >rt. :K- to, ló ón re. >Ue tn- *e en og te lie en tal >oe tee >e- oo e be- 1 sui ts te titling unite, uden. Zn den winter is het water En de grond zoo hard als ijs. Maar dan is het voor de vögels Verre van een paradijs. Want van wurmen en van rupsen, Ja. men neemt maar wat men wil, Staat de import voor de vogels, Door de winterwetten, stil. Ach, bescherm dan toch de dieren, Leest en hoort en klaagltedt u. Want ze hebben in den winter Toch zoo’n drommels schraal menu. In zijn hart heeft ieder mensch thans Voor het dier een plaatsje vrij En hij wordt daartoe gedreven Door een mensch’UJk medelij. Wilt u strakjes eens genieten, Bij het kerstfeest, aan den disch? Wek v kunt het vrjj-uit hooren Wat dén de genieting is. Niet een stukje koe of varken. Leest en hoort en.... predikt u. Maar gevogelte past altijd Bij een heerlijk kerstmenu! Goed gemeste eend of ganzen, Met dit doel ook groot gebracht. Worden met veel and’re zusters, Voor uw feestmaal afgeslacht. In zijn maag heeft ieder mensch weer Voor het dier een plaatsje vrij. En hij wordt daartoe gedreven Door zucht naar een smulpartij.... MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) „Ja.... aankomst schrijven, üw woord er...." „Hel en duivel, senor O Brien." barstte ik los met onuitsprekelijke verachting. „Xk dacht, dat het uw bedoeling was mij onderweg te laten afmaken door uw gespuis. Ik aou bet niet beter verdiend hebben." Illlllllllllllllllll CONSEQUENT IIIIIIIIIIMIIMU i f I 1 I iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiin by verlies van *n anderen vinger 'JU gedacht heb- ben. dat het van <*n vader kwam. Denkt u niet, oat hij u afgetelegra- teerd zou hebben, ils hij wist dat j aou komen Maar ik weet wel beter; hü heeft geen zuster; ik ken z*n familie." ..Maar als hij terugkomt?" wanhopig. 17" - WE KEHNEN OE w/noen Erf 0TKOOMINÓEN. ALS !K ME N/ET VEKOIS.DAN ZAL P/E ZEILBOOT OEN ÖEMAKKEUJKSTEN WEó VEMEN WE 2.1/LLEri Dl EN \NEO VOLOEN ze ZJJn ONS MAAI? VIJF DA6EN VOOK. BINNEN EEN PAAE DAf/EH HESSEN WF HEN /NÖErfAALD^ANT WE VAT?Erf SNEL. V/JF DAC/EN NA VEKTFEK Gaat Munhfep wafbouckhetzh JACH r !N ZEE OM ANNIE OP te opoken. De sensationeelste ontdekking, die de Sovjet- commissie deed bij het openen der graven van de vroegere Tsjaren in de Peter- en Paulsves- ting te Leningrad, was zooals vroeger gemeld, de leege kist van Alexander I. Octave Aubry schrijft in een Parijsch blad •n artikel over de theorie, die inhoudt, dat de keizer in het geheel niet was gestorven, toen men zijn dood officieel bekend maakte. Deze meenlng is al vroeger verkondigd, en wordt door den auteur crittech beschouwd. Waarschijnlijk heeft Alexander bij de ver moording van zijn vader een zekere rol gespeeld, en wilde hjj uit gewetenswroeging later afstand doen. Zeker schijnt te zijn, dat elf jaar na Alexanders offlcieelen dood in 't gouvernement PJerm te Krasno-Oemfimsk een waardige oude heer verscheen, gezeten op een prachtig paard HU noemde zich Fjodor Koermitsj, maar wei gerde iedere inlichting over zijn persoon. HU werd daardoor als vagebond in de gevangente gestopt en kreeg met den knoet. Later bemoeide grootvorst Michael zich met de zaak; ook te genover hem uitte Fjodor slechts den wenscb naar Siberië te worden verbannen. Dit verzoek willigde men in. Nadien werkte de zonderlinge grijsaard in de staatsbrandewUnstokerlj te Tomsk, waar hij als een heilige werd vereerd. Vüf jaar later dook de raadselachtige Fjodor in een Kozakkendorp op, waar hü de kinderen om zich verzamelde, de boeren onderwees en met de zieken bad. Het volk hield hem voor een edelman, die de gelofte had gedaan een Chrte- telUk leven te leiden. De aartsbisschop van Ir- koelrk kwam In eigen persoon den vromen man bezoeken. Vreemd is het, dat men, Indien hU de Tsjaar was. hem in al dien Ujd niet heeft herkend. Weliswaar is dat mln of meer te ver klaren uit het feit, dat men den keizer dood wist. Op zekeren dag kwam er een soldaat Ir het dorp, die bü Fjodors aanbllk dadelUk riep: I „Dat is de Tsjaar, onze vader Alexander PawlowltsJ". Onder de papieren van Fjodor zou men later de huwelijks-oorkonde van Alexander met keizerin Elisabeth hebben gevonden. Hier van maakt ook vorst Barjatinsktej melding in zün boek „Het geheim van Alexander I”. getroffen had als zegepralend en onbe vreesd, zwevend als op de lucht. Ik spande mijn ooren In. Hoorde ik Iemand kwam door de zwijgende zuilengan gen nader. HU was het, Ik wist het, meer en meer kwam hy nabU. In de diepe graf stilte van het groote huls had ik in de verte het geluid gehoord van zün voetstappen op den ingeleg- den vloer. Nu was hU den hoek om, en de kalme wandelpas van zün naderen was wel geschikt vrees te storten In het hart van een tegen* stander. Er was geen aarzeling in, geen enkelen keer; geen versnellen geen vertragen, totdat hU stilhield. HU stond in de deuropening. Ik moet in die groote kamer bU het licht van twee kaarsen, een indrukwekkend beeld hebben geboden van een uitdagenden jongeling, geheel in *t zwart, met een gespannen gezicht en een lang, bloot' rapier In de hand. In ieder geval bleef hU mü in de deuropening stil beschouwen, het toonbeeld van een knap Spaansch advocaat met hooghartig ulterlük, eveneens geheel in 't zwart, met *n blond hoofd, en een fraai ge bogen been in zwart zUden kous naar voren ge stoken.... ZUn rUlaarzen had hy uitgedaan. Voor het overige had IK hem nooit anders ge kleed gezien. Noch in zijn hand, noch aan zyn zU had hy een wapen. Ik bracht de punt van het myne omlaag, en ziende, dat hy op den drempel bleef, alsof hü zich niet binnen waagde, zelde ik minachtend: „Denkt u soms, dat ik een ongewapend man zou vermoorden?" „Ben ik ongewapend?" Een weinig trok hy de wenkbrauwen omhoog. „Dat la werkelijk wat „Ik ben de zuster van den bewoner van deze Hat." Haar stem klonk haar vreemd in de ooren. De inbreker nam haar van het hoofd tot de voeten op met critlschen blik. Toen keek hij naar de bloc-note der bezoekster, die op den grond was gegleden. ,J>at is een leugen; Stans alleen!" „HU telegrafeerde mU hier te komen en ik verwacht hem ieder oogenblik thuis.” „Nu liegt u weer." zei de man. „Wat bedoelt u?” vroeg Beatrice en deed haar best zich te beheerschen. De man kwam wat verder de kamer in en nam van een rooktafeltje een gele enveloppe. „Leest u dat tielegram dan maar eens.' Beatrice nam het met bevende vingers aan. „Kom onmiddellUk" las ze, „ik verwacht je met den trein van 830." „I k zond hem dat telegram,” zei de man. .HU iMsaeassaesesMzssMaaMMMsaessssasst sast*) y -v it Leningrad wordt gemeld, dat een groep I I Russische vorschers in het Poolgebied '‘W werkzaam, een notitieboek van Amundsen gevonden heeft. Het boek bevat aanteekeningen uit den tyd van 14 tot 23 Mei 1919 en Amund. zen heeft het waarschUnlUk op zyn expeditie over Frans-Jozefland naar Siberië, die juist in dien tyd viel, verloren. De aanteekeningen welke van groote wetenschappelijke waarde zyn. zyn in de Noorsche taal geschreven en bevatten notities over de weersgesteltenlssen en andere gegevens omtrent zyn onderzoekingen. ZU zyn nog zeer goed leesbaar, ofschoon zU zeer slecht Ingepakt waren. Van Russische zUde was men van plan dit boek van den wereldberoemden Poolvorscher hU kwam naar men weet bU zyn zoeken per vliegtuig naar Nobile om het leven, zonder dat er tot heden een spoor van hem gevonden werd op de Pool-tentoonstel ling. die binnen enkele weken in Leningrad geopend wordt, voor het publiek te exposeeren Het vinden vap dit notitieboek in nacht en ys het werd waarschUnlUk in een verlaten kamp of een verdwenen proviandstatlon ge maakt roept de herinnering van andere der- geiyke merkwaardige vondsten in het Poolge bied wakker. Van al deze vondsten zal wel voor~altUd het meest sensatloneele journaal dat van André biy- ven, die, naar men zich nog herinneren zal. ongeveer drie jaar geleden door een walvisch- vaarder op een onbekend eiland in het Poolge bied gevonden werd. De Zweedsche Ingenieur was met zUn gezellen Strindberg en Frankel den Hen Juli 1897 van Spitsbergen uit in den luchtballon opgestegen, om over den Noordpool te varen. Men had nooit meer iets van hen gehoord. Wat men nooit meer meende te vernemen, verrieden toen drie jaar geleden de gevonden aanteekenboeken en foton, waarvan er enkele zelfs nog ontwikkeld konden worden, ofschoon ze 30 jaar in sneeuw en Us gelegen hadden De heele wereld stond ver baasd. toen de mare van deze avontuuryke vondst over Europa verspreid werd, want de walvischvaardcr. die het gevonden had, had geen radio aan boord en had weken noodig om de volgende haven te bereiken. Een weinig verheugende vondst deed de En- gelsche kapitein Scott den 18en Januari 1912. toen hU de^twdpooil bereikte en de Ünionviag hUschen wilde; hy zag de wapperende vlag van Noorwegen en daaronder in een casette de mededeellng van Amundsen, dat hü den 16en December 1911 de Zuidpool bereikt had. En weer werd daarna een nieuwe vondst in het Poolgebied gedaan. Dit gebeurde den 12en November 1912, toen de expeditie, die naar de verdwenen sleden expeditie van kapitein Scott onderzoek deed, deze met zUn kameraden dood vond. De tent bevond zich nog in goeden toestand en de hel den van het Poolgebied lagen alsof zU sliepen By Scott vond men nog zün dagboek met een nauwkeurig verslag over zUn reis naar de Zuid pool. Dat dagboek was letteriyk tot het laatste uur van zün teven bUgehouden den nog een verslag van de ai gaat vanavond geen trein meer en het telegraafkantoor in zh geboorteplaats te reeds lang gesloten. En mag ik nu eens weten wat u hier komt uit voeren?” „Hetzelfde als u,” antwoordde haar moed byeenrapend. „Dat dacht Ik wel. Dus u bent Mabel Farr, de bekende lady-Inbreekster, nietwaar?" „U bent goed op de hoogte. Ik geloof dat IK nu het veld maar zal ruimen." .Maar niet vóór dat ik hier klaar ben." De man haalde een tasch van onder z'n jas te voorschün. „Hou vast," beval hU, „en probeer niet te ontsnappen, anders kon het er wel eens leeiyk vapr je uitzien." v De man had dit werkje al meer by de band gehad, dacht Beatrice. Alleen de kostbare dingen werden in de tasch gedaan „En nu de slaapkamer.” zei hy. Bevend over al haar leden, volgde zU hem. HU tastte naar den schakelaar van het elec- trteche licht. Toen deed Beatrice een ontdek king. Bulten in de gang brandde licht. Zy zag ook. dat de sleutel van de slaapkamerdeur aan haar kant in het slot stak. De man had het knopje van de schakelaar gevonden en de kamer was nu vol licht. Be hoedzaam sloot hü de blinden. Van dit oogenblik maakte Beatrice gebruik. Zy nam de tasch mee. ging vlug de zitkamer tn en sloot de deur achter zich. In de slaapkamer een kreet van verbazing en Een van de beroemdste schilderijen van Hol bein Jr. te het in het jaar 1842 ontstane por tret van konlng Henry VIII, dat onder den naam ,,8’ot-Howard-portret” over de geheele wereld bekend te. In het jaar 1720 verkocht graaf Arundel, een directe nakomeling van den hertog van Norfolk het kunstwerk aan graaf Carlisle. Zooals bekend was Norfolk de oom van Anna Boleyn en Catharina Howard. WaarschUnlUk is, dat Henry VIII dit portret door zün hof schilder Holbein aan den hertog ten geéchenke gaf, ofschoon tusschen den konlng en Norfolk wegens de vermoording van ’z hertogs neven vüandschap bestond. In den loop der jaren is men aan de echtheid van 't product gaan twijfelen. Hiertoe had men verschillende redenen. Zoo zün er b.v. nog oudere Holbein-portretten van den konlng, die toebehooren aan den tegenwoordigen hertog van Devonshire Dit zUn echter wandschilderingen die wat stijl betreft niet overeenkomen met hetgeen Holbein kenmerkt. Deze kunstenaar leefde nJ. in een tüd, toen het o'.ieverfschllde- ren buitengewoon veel werd beoefend. Tevens kwam evenwel de Ttallaansche trant in zwang Het portret des konlngs te nog van den ouden rtempel. en dezelfde techniek te te onderkennen In de niet minder beroemde „Hertogin van Mi laan”, die tegenwoordig de National Oallerie te Londen siert, doch een ander schildert) „De af gezanten” vertoont den Invloed der Venetlaan- sche school. Volgens professor A. J. Laurie wordt het 'on derzoek bemoeiiykt, doordat het doek herhaal de malen te overgeschilderd. Overigens lüdt het geen twüfel, dat de oor-pronkelüke maker bU- zondere attentie aan het détail besteedde. De prachtige hermelyr.en mantel te zeer decoratief tot in alle finesses uitgevoerd. Het gezicht werd met doorzichtige schaduwen op het doek ge bracht. Deze methode doet denken aan die der beroemde Vlaamsche meesters uit de vUItlende eeuw, die waarschUnlUk met dikke olie en wee- ke penseelen werkten. Ongelukkigerwüze heeft een restaurateur de allerfijnste schaduwen, die aanvankelük op gezicht en handen vielen, van bet d-rilr verwijderd Deac omstandigheid werd vastgesteld door middel van een mlcrophoto. graphtsche vergeHJkln# 'tusschen ^,'W>nry VIII" en „Hertogin van Milaan". Uit een Röntgenfoto bleek, dat er vele zoogenaamde verbeteringen in het portret zün aangebracht. Het staat, volgens dc deskundigen, nu echter vast dat Holbein zeil de ortglneele schllderü vervaardigde. i 11 1 -3 on dit blad zyn Ingevolge de vereekerln^svoorwaarden tegen f Qflfïfï bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f JEfl by een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 9E sy verllee van een f by een breuk van S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen f OvUV»” verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen f t doodelyken afloop J een voet of een oog f «Je luim of wyevlnger i «Jl/a-been of arm f wire" België wenschen voort te zetten of aldaar on derzoekingen ofgudsra werkzaaiuhnden wer^g schen te verrichten, beschikbaar is een bedrag aan beurzen, tezamen groot ƒ1300— Gegadigden kunnen zich uitsluitend schrlfte- lyk aanmelden by den secretaris van de Neder- iandsche afdeeling. tnr. H. J. Smldt, Departe ment van Onderwys, Kunsten en Wetenschap pen te 's Gravenhage. vóór 1 Januari 1934. en trice Doyle, redactrice van het weekblad J3e Weegschaal” trad het prlvé-kantoor van drn hoofdredacteur binnen. „Is er iets bUzonders, mUnheer Loffy?” ,4a. juffrouw Doyle; 1 betreft Stan Parson.” „Den schryver van „De brekende Hand”?” ..Precies. De man, wiens boek in twee maan den drie drukken beleefde." „En....” „Ik zou graag voor ons blad een interview met Parson hebben. Iedereen heeft den mond vol van dezen schryver; een Interview zal het publiek zeker interesseeren. Maar ongelukkig genoeg wil Stan Parson zich door geen enke! blad laten Interviewen. Het eenlge dat we over hem te weten zyn gekomen, te, dat hy met een huisknecht in Bussex-Gardens woont. Maar het te nog niemand gelukt toegang tot hem te kry- gen Zooals u echter weet." ging mUnheer Loffy met een vriendelyk glimlachje voort worden de beste troepen altyd in reserve gehou den. en u weet dat morgen ons nieuwe nummer verschUnt.” Eenlge uren later stond Beatrice Doyle tegen over den huisknecht van Stan Parson. .MUnheer Parson te niet thuis," zei de man, en Beatrice zag dat hU waarheid sprak. „Wat spyt me dat!” riep ze; .Jk heb hem tets heel gewichtigs mee te deelen. Dan zal Ik maar op hem wachten De knecht keek haar met een bedenkeiyk ge zicht aan „Maar er is niemand thuis, juffrouw. M’n vrouw en ik zorgen op het oogenblik voor myn heer „Dat heeft hy me verteld," hernam Beatrice „en ik hoop dat u goed voor hem zorgt." voegde zy er aan toe met haar Uefsten glimlach. De man glimlachte ook. „We doen ons best, juffrouw." „Wilt u me naar meneera kamer brengen, dan kan ik daar op hem wachtenik ben z’n zuster.” De huisknecht slaakte een zucht van ver lichting. „Wilt u me dan maar volgen? O. als u eens wist, wat een moeite we al gehad hebben, sinds mUnheer Parson z’n beroemd boek schreef. „U bedoelt zeker, om de menschen op een af stand te houden, niet waar?” „Ja juffrouw. Journalisten vooral, wü *'U on - der geen voorwaarde ontvangen en wü moeten maar zien, hoe we van de dames en heeren af- konien „Wat zün de menschen toch onbeschaamd!" riep Beatrice, verontwaardigd. De huisknecht schoof een gemakkelüken stoel bü het raam in de zitkamer Toen ze alleen was, liep Beatrice de vertrek-1 ken door: overal stonden voorwerpen van waarde Zoover als zü, was nog nooit iemand in deze kamer binnengedrongen en Beatrice was er vast van overtuigd, dat zü den eigenaar van al deze mooie dingen nu gemakkelük tot spreken zou kunnen krügen Ze keek eens uit het venster Vlak onder het raam was een groot plat Een Inbreker zou hierover gemakkelük In de kamer kunnen komen, dacht zü. Het was ook niet verstandig zooveel kostbaarheden on beheerd te laten, als men uren en soms dagen van huls bleef. Beatrice ging in den gemakkeiyken stoel zit ten en wilde eemge notities maken. Maar 1 was vrü donker geworden. Ze kreeg slasp en sloot even haar oogen. Eensklaps schrok ze wakker. Het was pik- donker om haar heen. Even meende ze thuis te j zyn, maar al heel gauw herinnerde zü zich waar ze was. Zü hoorde een vreemd gerucht dat ophield, een raam werd opgeschoven. Haar eer ste Ingeving was te vluchten. Maar helaas, het venster bevond zich» tusschen haar en de red oing brengende rtem. Nu *ag zü de donkere fi guur van een man zich afteekenen tegen het raam. De gestalte naderde in haar richting. Toen kon Beatrice het niet langer uithouder, en zü knipte het eleclrtech licht aan. De man. plotseling verblind, uitte een kreet van schrik Toen de man zich een oogenblik daarna her steld had, maakte hy heel even een beweging als wilde hU z'n pet afnemen. Met haar fUn gevoel voor details, merkte Beatrice dit op. Mis schien was deze man vroeger een gentleman geweest „Wat doet u hier?” vroeg hU zacht N.Z Voorburgwal bh Spui, A dam PLATS DU JOUR EN a LA CARTE HU schrok op. Ik beefde van toorn Er was plotseling e'en verandering gekomen over ons allebei, alsof we waren wakker geschud door een heftig geluid. Een tydlang spraken we geen van belden een woord. Eén blik op mU zei hem genoeg. Hy streek met zUn hand over zyn voorhoofd. „Wat voor duivel steekt in jou, jongen?" reide hy. „Ik schUn niets dan vergissingen te begaan." HU ging toe op hcy schietgatvenster. stak zyn hoofd naar bulten, en riep: „De schoener vaan vannacht niet uit Ónder het venster had hü een paar leden van zün moordenaarsbende op post gezet. Ik ver stond niet het antwoord, dat hü kreeg; maar na een poosje zei hü duidelük, dat het beneden verstaanbaar moest zUn: „Dien spion geef ik jullie." Daarna kwam hü terug, stak het pistool in z'n zak en zelde: ..Dwaas ik zal je nog naar den dood doen verlangen." „U hebt u anders aardig bloot gegeven." zelde Ik. „Ik zal u nog wel ontmaskeren Dat zal mUn wraak zün op u, dat ge me hebt durven voorstellen „Wat? onderbrak hy, over zyn schouder heenziend. „JU? jy niet ik zal je zeggen waaromOmdat dooden niet meer klikken." Hü verdween door de deur. Het geluid van zün sporen echode over het binnenplein. In welks zwartheid de eerste zweem van den dageraad binnenvloeide. (Korte inhoud van bet voorafgaande: Kemp een Bngelschman uit Kent wiikt met Carl» Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van ziln zuster Veronica Ralpb Rookabv Hlei kom' hil m kennis met den rechter O‘ Brien en met Don Ramon die Kemp willen overhalen dienst te nemen bU ■eeroovera die Rlo Medio als basis hebben Als bil hier met op inaaat wordt nil over, weldlgd en aan boord van een acbip ge bracht Hit weet echter spoedig te ontsnap pen en wordt opgepikt door een ander echln dat hem naar Havanna zal meene men Naott de Cubaanse he kust worden ztl echter door zeeroovers die onder bevel staar- van een vriend van Carlos rhomas de Castro, overvallen John Kemp wordt ge vangen genomen en met bet kaoerscbln naar Rlo Medio gebracht, waar hy gastvrij ontvangen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aan bet sterfbed van Car los). Slechts één man stond mü tn den weg. Ik was ®r zeker van, dat hy ons, over de zwartheid **0 den hof heen, had gadegeslagen. HU moest “ét schemerig verlichte, stille toooneel van ons afscheid by Seraphlna’s deur gezen hebben.... hoopte, dat hy de beteekenis had begre- I*h, en dat mUn gestalte met de twee kaarsen Een Ujd lang bleef hy sprakeloos; daarna, hakkelend en stamelend door de inwendige woede, die als gesmolten 4ava In zyn borst scheen te kolken, zonder ooit de oppervlakte van zyn gezicht te bereiken, begon hy: „Watl Ben Ik het dan, die terug zou moeten gaan. Voor voor jou een jongen geko men van den duivel weet waar een stuk Engelsch bedelaarstulgvoor een meisjes gril Ik een man." Hy bedaarde wat. „Neen, je bent gek. Je droomt. Je weet bet niet, je kunt bet niet weten. Je weet niet wat een man te, jy met je kalverliefde van een dag- Hoe durf je je te meten met mU. die jaren lang de eigen lucht geademd heb? Jy dwaas jU ellendige dwaas I Jaren van peinzen. waken, werken....” „En konkelen,” viel ik in, „en samenzweren en bedriegen jarenlang." Dat bracht hem geheel tot kalmte. Plotseling vroeg hy tot mUn verbazing: „Wil je naar Mexico?" Het klonk als een scherts. Maar hy was heel ernstig. '„Ik zend er één van mUn schoeners heen met een bepaalde opdracht. Ik zou u daarby wel kunnen gebruiken. Die kans geef ik u." „Wanneer moet ik dan gaan?” vroeg ik met een velnzery waartoe Ik my een oogenblik te voren niet in staat zou hebben geacht. Maar ik begon rtjper te worden in het vuur der liefde, dat myn zoo jeugdige onervarenheid binnen drong. „O,” zelde hU. het pistool haastig op de tafel werpend, „dadeiyk. Vannacht. Nu," „Zonder Iemand te zien?" „Zonder iemand.... o, natuurUjk, in uw eigen belang." HU was nu heel bedaard. ..Ik dacht het wel. u zag er verstandig genoeg uit." zeide by. „Ik ben biy, dat u zoo goed uw positie begrüpt. U zult het ver brengen in ’s Konlngs dienst, al bent u een Engelschman; geloof dat van Pat O Brien. Ik zal het tot myn persooniylee zaak maken om wille van de Rlego's. Maar er te een kleine voorwaarde. HU haalde uit zyn zak een velletje papier, en pen en ren rels-lnktstel. HU was op en too advocaat de Spaansche famllle„.e a. advocaat, geënt op den lerschen pleitbezorger. „N^mand kunt u meer zien. Maar u moet schryven. Dona Seraphlna zal er natuurUjk belang by hebben het te weten. Een ne„-f en.... Aan Don Balthasar zal ik het verklaren, na- tuuriyk.... Wacht, ik zal dlcteeren „Met het oog op uw toekomst en het verlangen naar het actieve leven, neemt ge, gencel vrij willig, met graagte senor O’Brien s voorstel aan...." Zoo zal zy bet wel begrypen „O ja, ze zal het begrUpen." zeide Ik En dat u ruit schrijven oy veiligs in Timaulipas. moet beloven te scheldzbrieven aan de naaste bloedverwanten aangetroffen. Bcott was in Maart 1912 op de terugreis van de Zuidpool gestorven, werd dus pas bUna een half Jaar later gevonden. De dagboeken met de brieven van Bcott aan de achtergeblevenen van zyn kameraden In den dood zy stierven alten vóór hem zyn een der grootste heidenmonumenten die wy kennen of bezitten. Wanneer iemand ter wereld eens wil lezen hoe die mannen «tlerven, nadat zy tot het laatst getracht hebben zich tegen het onvermydeiyke te verzetten, die neme eens de laatste bladzyde uit bet dagboek van Bcott voor «fch zy sullen hem onvergetelUk bybiyven. Het vinden van dagboeken in nacht en ys men moet er steeds respect voor hebben, waar sulk ook geschiedt in Noord of Zuid. ZU «Un een getuigenis voor de werkeiyk onver stoorbare en onoverwinneiyke kracht van den menscheiyken onderzoeklngsgeest. nieuws. U veronderstelt maar wat. Ik ben al menig jaar zeker op dat punt." HU kwam snel binnen en omloopend naar den anderen kant van de tafel, haalde hy een klein pistool tilt zyn broekzak. „U ziet ik vertrouw niet al te veel op uw Engelsche edelmoedigheid.” Achteloos legde hy het pistool op tafel.... Ik had my op mUn hielen omgedraald. Zooals we daar stonden, zou ik door een uitval tusschen de twee kandelabers door, zyn Ujf hebben kun nen doorsteken voor hy een kik had kunnen geven. Ik legde mUn zwaard op tafel. Daarna sprak hy kalm: „U bent te snel gegaan. Ik geef u nog een kans terug te keeren." „Geen duim," zei ik woest. „In gedachte, noch daad. Zelfs niet in geiykente." „Geloof me, er te meer in het leven dan u denkt. Er te op uw leeftyd meer dan....” zyn Ujf scheen te schokken in een eigenaardige kramp, als by een plotseUngen aanval van inwendige pUn; de schertsende glimlach, die staan bleef in den vorm van zyn lippen, ver anderde in een akellgen verwrongen gryns.... meer dan één Uefde in 't teven, meer dan één vrouw," vervolgde hy. Ik geloof dat hy trachtte my om te praten, want «Un stem verstikte volkomen in zün keel. MUn verontwaardiging was grenzenloosMet het vuur van onwrikbare overtuiging riep ik uit: „Het is niet waar, u weet dat het niet waar slaakte de man woede. Beatrice snelde naar de gangdeur, maar dis t was gesloten. In de slaapkamer hoorde zU een zwak gerucht; de man vluchtte zeker uit het venster. Maar wat kon dat haar schelen! De vraag was alleen, hoe ze uit dit huls kwam. Ze keek door het raam, maar In de straat was niemand te zien Een groote angst kwam over haar. Als de man eens naar de politie ging zeggen, dat er ingebroken was in het hute van Stan Parson en als men haar dan aantrof met een tasch vol gestolen voorwerpen! Ze greep de tasch. haalde er de gestolen voor werpen uit en zette ze zooveel mogelük weer op hun plaats. Toen probeerde ze nogmaals of ze de gangdeur open kon krUgen. maar ook thans lukte dit niet. Zou ze om bulp roepen? Eens klaps drong een geluid uit de andere kamer tot haar door. De man was er dus nog. Ze legde haar oor tegen het aleutelgat en luisterde. Neen, ze vergiste zich niet. De inbreker snurkte. Op dit oogenbUk opende iemand de gangdeur en de huisknecht stond voor haar. Een fUn lachje speelde om z'n Uppen. _U kunt u de moeite we! sparen nog langer op mUnheer Parson te wachten, juffrouw Van avond zult u hem niet meer zien.” „Weer zien!" riep Beatrice. „Ja. hü te nu naar bed gegaan. Door de spreekbuis verzocht hy tnU u dit te zeggen en u uit te laten." „Die..,. Inbreker was.... Stan Parson?" „Juist juffrouw en hU was heel boos op me, toen ik hem zei, dat ik u binnengelaten had. HU beweerde, dat ik toch wel wist, dat hU geen zuster had. En hU was er vast van overtuigd, dat u van een krant zou zUn. Daarom leende hü van mU een tasch en een stel oude kleeren en....” „Maar dat telegram dan? MUnheer Parson was toch weggeroepen.” „Dat was niet voor vandaag, juffrouw, moet het me niet kwalUk nemen „Laat me er door!” schreeuwde Beatrice. „Een oogenblik nog, juffrouw. MUnheer Par son verzocht mü nog door de huistelefoon een taxi voor u te bestellen. Het spyt hem, dat hü niet in de gelegenheid is, u thuis te brengen.” „Dank je," stamelde Beatrice. „Ik loop liever. De buitenlucht zal me goed doen." 5TELLEN we kon- mem SLECHT! CeVAAP/rVEETI BOOT ALS OEZE N/ET DIE NOODT Z/CH 'ZOED !N DEN FELSTEN OJPMAAN. 1 ZOO NEZ/NNEN IK ME EEN^E/i] INDE CNtNEEKHE ZEEJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 19