Vondsten in het u&Aaal can den iag eeuwige ijs AANTEEKENINGEN VAN AMUNDSEN zonder deze beide geen heldere Wasch DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK De achtervolging Alle abonné s CONSEQUENT HiiiiiiiiiiiHiiiie -- HONIGS BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL HET KAPERSNEST I iiiiiino NS lllllllll ZATERDAG 16 DECEMBER Het dagboek van Scott interview een Beurzen voor studiën in België JOSEPH CONRAD cat Het overlijden van Alexander I Restaurant DORRIUS \Het mislukte „Is Henry VIII” echte Holbein? Avontuurlijke ontdekkingen die de wereld in rep en roer brachten AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL VOOR DB F-V NATIONALE k\ X DRANK j woont Parson Beatrice Beatrice, al I de tafel Iemand.... o, natuurlijk, in uw ROMAN VAN Fabrieken te Jutphaas bij Utrecht Q e De Nederlandsche afdeeling van de commis sie ter uitvoering van het verdrag betreffende intellectueele toenadering tusschen Nederland en België maakt bekend, dat ten behoeve van een of meer afgestudeerden, studenten, geleer den of kunstenaars van naam. die hun studiën in 1934 aan een universiteit of hooge school in België wenschen voort te zetten of aldaar on derzoekingen of andere werkzaamheden wen schen te verrichten, beschikbaar is een bedrag aan beurzen, tezamen groot 1200. Gegadigden kunnen zich uitsluitend schrifte- HJk aanmelden bij den secretaris van de Neder- iandsche afdeeling. mr. H. J. Smidt, Departe ment van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen te ’s Gravenhage. vóór 1 Januari 1934. N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, A dam °LATS DU JOUR EN LA CARTE „Ja..,, aankomst weldigd bracht oen en ■chip dat men r £<iHmiiiiiiiiiiiu aan de naaste bloedverwanten op de werd dus E Ostermann Kos Mandel M.j N V .Amsterdam het dorp, die bü FJodors aanblik dadelijk riep: I „Dat is de Tsjaar. onze vader Alexander PawlowitsJ”. Onder de papieren van FJodor zou men later de huwelljks-oorkonde van Alexander met keizertn Elisabeth hebben gevonden. Hier van maakt ook vorst Barjatinskiej melding in zün boek „Het geheim van Alexander I”. Een van de beroemdste schilderijen van Hol bein Jr. is het in het Jaar 1542 ontstane por tret van koning Henry Vin, dat onder den naam „Slot-Howard-portret” over de geheele wereld bekend is. In het Jaar 1720 verkocht graaf Arundel, een directe nakomeling van den hertog van Norfolk het kunstwerk aan graaf Carlisle. Zooals bekend was Norfolk de oom van Anna Boleyn en Catharina Howard. Waarschijnlijk is, dat Henry VIU dit portret door zijn hof schilder Holbein aan den hertog ten geschenke choon tusschen den koning en Norfolk de vermoording van ’s hertogs neven Rf, ol wegenl vijandschap bestond. In den loop der jaren is men aan de echtheid van ’t product gaan twijfelen. Hiertoe had men verschillende redenen. Zoo zün er b.v. nog oudere Holbeln-portretten van den koning, die toebehooren aan den tegenwoordlgen hertog van Devonshire. Dit zün echter wandschilderingen, die wat stijl betreft niet overeenkomen met hetgeen Holbein kenmerkt. Deze kunstenaar leefde nj. in een tüd. toen het olleverfschllde- ren buitengewoon veel werd beoefend. Tevens kwam evenwel de Italiaansche trant In zwang. Het portret des konings is nog van den ouden stempel, en dezelfde techniek Is te onderkennen in de niet minder beroemde „Hertogin van Mi laan”, die tegenwoordig de National Gallerie te Londen siert, doch een ander schllderü „De af gezanten” vertoont den invloed der Venetiaan- sche school. Volgens professor A. J. Laurie wordt het on derzoek bemoeilijkt, doordat het doek herhaal de malen Is overgeschilderd. Overigens lüdt het geen twüfel, dat de oorspronkelüke maker bü- zondere attentie aan het détail besteedde De prachtige hermelünen mantel Is zeer decoratief tot In alle finesses uitgevoerd. Het gezicht werd met doorzichtige schaduwen op het doek ge bracht. Deze methode doet denken aan die der beroemde Vlaamsche meesters uit de vüftiende eeuw, die waarschünlük met dikke olie en wee- ke penaeelen werkten. Ongelukkigerwijze heeft een restaurateur de allerfijnste schaduwen, die aanvankelijk op gezicht en handen vielen, van het doek verwüderti. Deze omstandigheid werd vastgesteld door middel van een mlcrophoto- graphische vergelüking tusschen Henry VIII” en „Hertogin van Milaan”. Uit een Röntgenfoto bleek, dat er vele zoogenaamde verbeteringen in het portret zün aangebracht. Het staat, volgens de deskundigen, nu echter vast dat Holbein zeil de origlneele schllderü vervaardigde. of bezitten. Wanneer wil lezen hoe die i tot het laatst getracht hebben onvermüdelüke te verzetten, die laatste bladzüde uit het dagboek zich zü zullen hem Het vinden men moet er steeds waar zulk ook geschiedt in zün een getuigenis voor de werkelük stoorbare en menschelüken onderzoekingsgeest Slechts één man stond mü in den weg. Ik was ér zeker van, dat hü ons, over de zwartheid van den hof heen, had gadegeslagen. Hü moest het schemerig verlichte, stille toooneel van ons afscheid bü Seraphlna’s deur gezien ~tlCUaK2<4 - Ik hoopte, dat hü de beteekenis had begre pen, en dat mün gestalte met de twee kaarsen V/jF QAoEN NA ANME VERTREK GAAT MIJNHEER WAR BOUCK MET Z'N JAC» T IN ZEE OH ANNIE OP te 5T&2EN. I nieuws. U veronderstelt maar wat. Ik ben al menig jaar zeker op dat punt.” Hü kwam snel binnen en omloopend naar den anderen kant van de tafel, haalde hü een klein pistool uit zün broekzak. „U ziet ik vertrouw niet al te veel op uw Engelsche edelmoedigheid." Achteloos legde hü het pistool op tafel.... Ik had mü op mün hielen omgedraaid. Zooals we daar stonden, zou ik door een uitval tusschen de twee kandelabers door, zün lüf hebben kun nen doorsteken voor hü een kik had kunnen geven. Ik legde mün zwaard op tafel. Daarna sprak hü kalm: „U bent te snel gegaan. Ik geef u nog een kans terug te keeren.” „Geen duim,” zei ik woest. „In gedachte, noch daad. Zelfs niet in gelükenis.” „Geloof me. er is meer in het leven dan u denkt. Er is op uw leeftüd meer dan...." zün lüf scheen te schokken in een eigenaardige kramp, als bü een plotsellngen aanval van inwendige Pün; de schertsende glimlach, die staan bleef in den vorm van zün lippen, ver anderde In een akeligen verwrongen grüns.... meer dan één liefde in 't leven, meer dan één vrouw,” vervolgde hü. Ik geloof dat hü trachtte 'mü om te praten, want zün stem verstikte volkomen in zün keel. Mün verontwaardiging was grenzenloosMet het vuur van onwrikbare overtuiging riep ik uit: „Het is niet waar, u weet dat het niet waar De sensationeelste ontdekking, die de Sovjet- commissie deed bü het openen der graven van de vroegere Tsjaren in de Peter- en Paulsves- ting te Leningrad, was zooals vroeger gemeld, de leege kist van Alexander I. Octave Aubry schrüft in een Parüsch blad 'n artikel over de theorie, die inhoudt, dat de keizer in het geheel niet was gestorven, toen men zün dood officieel bekend maakte. Deze meening is al vroeger verkondigd, en wordt door den auteur critisch beschouwd. Waarschünlük heeft Alexander bü de ver moording van zün vader een zekere rol gespeeld, en wilde hü uit gewetenswroeging later afstand’ doen. Zeker schünt te zün, dat elf Jaar na Alexanders offlcieelen dood in ’t gouvernement Pjerm te Kra.sno-Oernfim.sk een waardige oude heer verscheen, gezeten op een prachtig paard. Hü noemde zich FJodor KoesmltsJ, maar wei gerde iedere inlichting over zün persoon. Hü werd daardoor als vagebond in de gevangenis gestopt en kreeg met den knoet. Later bemoeide grootvorst Michael zich met de zaak; ook te genover hem uitte FJodor slechts den wensch naar Siberië te worden verbannen. Dit verzoek willigde men in. Nadien werkte de zonderlinge grijsaard in de staatsbrandewünstokerü te Tomsk, waar hü als een heilige werd vereerd. Vüf Jaar later dook de raadselachtige FJodor in een Kozakkendorp op, waar hü de kinderen om zich verzamelde, de boeren onderwees en met de zieken bad. Het volk hield hem voor een edelman, die de gelofte had gedaan een Chris- telijk leven te leiden. De aartsbisschop van Ir- koetsk kwam in eigen persoon den vromen man bezoeken. Vreemd is het, dat men, indien hü de Tsjaar was. hem in al dien tüd niet heeft herkend. Weliswaar is dat mln of meer te ver klaren uit het feit, dat men den keizer dood wist. Op zekeren dag kwam er een soldaat Ir y -r it Leningrad wordt gemeld, dat een groep I I RussJthe vorschers in het Poolgebied werkzaam, een notitieboek van Amundsen gevonden heeft. Het boek bevat aanteekeningen uit den tüd van 14 tot 22 Mei 1919 en Amund sen heeft het waarschünlük op zün expeditie over Frans-Jozefland naar Siberië, die Juist in dien tüd vlei, verloren. De aanteekeningen. welke van groote wetenschappelijke waarde zün, zün in de Noorsche taal geschreven en bevatten notities over de weersgesteltenissen en andere gegevens omtrent zün onderzoekingen. Zü zün nog zeer goed leesbaar, ofschoon zü zeer slecht ingepakt waren. Van Russische züde was men van plan dit boek van den wereldberoemden Poolvorscher hü kwam naar men weet bü zün zoeken per vliegtuig naar Nobile om het leven, zonder dat er tot heden een spoor van hem gevonden werd op de Pool-tentoonstel- Ung. die binnen enkele weken In Leningrad geopend wordt, voor het publiek te exposeeren Het vinden van dit notitieboek in nacht en Üs het werd waarschünlük In een verlaten kamp ot een verdwenen provlandstation ge maakt roept de herinnering van andere der- gelüke merkwaardige vondsten in het Poolge bied wakker. Van al deze vondsten zal wel voor altüd het meest sensationeele journaal dat van André blü- ven. die, naar men zich nog herinneren zal. ongeveer drie jaar geleden door een walvisch- vaarder op een onbekend eiland in het Poolge bied gevonden werd. De Zweedsche ingenieur was met zün gezellen Strindberg en Frankel den Hen Juli 1897 van Spitsbergen uit in den luchtballon opgestegen, om over den Noordpool te varen. Men had nooit meer iets van hen gehoord. Wat men nooit meer meende te vernemen, verrieden toen drie jaar geleden de gevonden aanteekenboeken en foto's, waarvan er enkele zelfs nog ontwikkeld konden worden, ofschoon ze 30 Jaar in sneeuw en gelegen hadden De heele wereld stond ver baasd. toen de mare van deze avontuurijke vondst over Europa verspreid werd, want de walvischvaarder, die het gevonden had. had geen radio aan boord en had weken noodlg om de volgende haven te bereiken. Een weinig verheugende vondst deed de En gelsche kapitein Scott den IBen Januari 1912. toen hü de Zuidpootl bereikte en de Unionvlag hijschen wilde: hü zag de wapperende vlag van Noorwegen en daaronder in een casette de mededeellng van Amundsen, dathü den 16en December 1911 de Zuidpool bereikt had. En weer werd daarna een nieuwe vondst in het Poolgebied gedaan. Dit gebeurde den 12en November 1912, toen de expeditie, die naar de verdwenen sleden expeditie van kapitein Scott onderzoek deed, deze met zün kameraden dood vond. De tent bevond zich nog in goeden toestand en de hel den van het Poolgebied lagen alsof zü sliepen. Bü Scott vond men nog zün dagboek met een nauwkeurig verslag over zün reis naar de Zuid pool. Dat dagboek was letterlük tot het laatste uur van zün leven bügehouden. Bovendien wer den nog een verslag van de admiraliteit en af- Hü schrok op. Ik beefde van toorn. Er waa plotseling een verandering gekomen over ons allebei, alsof we waren wakker geschud door een heftig geluid. Een tüdlang spraken we geen van beiden een woord. Eén blik op mü zei hem genoeg.' Hü streek met zün hand over zün voorhoofd. „Wat voor duivel steekt in Jou. Jongen?” zeide hü- „Ik schijn niets dan vergissingen te begaan." Hü ging toe op heg schietgatvenster. stak zün hoofd naar buiten, en riep: „De schoener vaart vannacht niet uit.” Onder het venster had hü een paar leden van zün moordenaarsbende op post gezet. Ik ver stond niet het antwoord, dat hü kreeg; maar na een poosje^l hü duldelük, dat het beneden verstaanbaar moest zün: „Dien spion geef ik Jullie." Daarna kwam hü terug, stak het pistool in zn zak en zeide: „Dwaas, ik zal Je nog naar den dood doen verlangen." ,.U hebt u anders aardig bloot gegeven." zeide ik. „Ik zal u nog wel ontmaskeren. Dat zal mün wraak zün op u, dat ge me hebt durven voorstellen. „Wat?...." onderbrak hü, over zün schouder heenzlend. „Jü? Jü niet ik zal Je zeggen waarom. Omdat dooden niet meer klikken.” Hü verdween door de deur. Het geluld van zün sporen echode over het binnenplein, in welks zwartheid de eerste zweem van den dageraad binnenvloeide. -l'— „O,” zeide hü, het pistool haastig op werpend, „dadelük. Vannacht. Nu.” „Zonder iemand te zien?” „Zonder eigen belang.” Hü was nu heel bedaard. „Ik dacht het wel. u zag er verstandig genoeg uit,” zeide hü- „Ik ben blü. dat u zoo goed uw positie begrüpt. zult het ver brengen in 's Konings dienst, al bent u een Engelschman; geloof dat van Pat O'Brien. Ik zal het tot mün persoonlüke zaak maken ons wille van de Riego's. Maar er is een kleine voorwaarde. Hü haalde uit zün zak een velletje papier, en pen en een reis-lnktstel. Hü was op en ton advocaat de Spaansche familie e a. advocaat geënt op den lerschen pleitbezorger. „Niemand kunt u meer zien Maar u moet schrüven. Dona Seraphina zal er natuurlük belang bü hebben het te weten. Een neef en Aan Don Balthasar zal Ik het verklaren, na tuurlijk..,. Wacht, ik zal dlcteeren „Met het oog op uw toekomst en het verlangen naar het actieve leven, neemt ge, gencel vrij willig, met graagte senor O’Brien's voorstel aan....” Zoo zal zü het wel begrüpen." „O Ja, ze zal het begrüpen,” zeide ik. En dat- u zult schrüven bü veilige in Tlmaulipas. U moet beloven te schrüven. Uw woord er...." „Hel en duivel, senor O’Brien," barstte ik los met onultsprekelüke verachting. „Ik dacht, dat het uw bedoeling wa~. mü onderweg te laten afmaken door uw gespuis. Ik zou het niet SiiiiitiniiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiininiiiliHHtiii: ta ea trice Doyle, redactrice van het weekblad rS „De Weegschaal” trad het prlvé-kantoor van den hoofdredacteur binnen. „Is er iets büzonders. münheer Loffy?” ,4a. Juffrouw Doyle; 't betreft Stan Parson." „Den schrüver van „De brekende Hand”?” „Precies. De man, wiens boek in twee maan den drie drukken beleefde.” „En....” ,Jk zou graag voor ons blad een Interview met Parson hebben. Iedereen heeft den mond vol van dezen schrüver: eén interview zal het publiek zeker interesseeren. Maar ongelukkig genoeg wil Stan Parson zich door geen enkel blad laten Interviewen. Het eenige dat we over hem te weten zün gekomen, is, dat hü met een huisknecht in Sussex-Gardens woont. Maar het is nog niemand gelukt toegang tot hem te krü- gen. Zooals u echter weet.” ging münheer Loffy met een vriendelük glimlachje voort worden de beste troepen altüd In reserve gehou den, en u weet dat morgen ons nieuwe nummer verschünt.” Eenige uren later stond Beatrice Doyle tegen? over den huisknecht van Stan Parson. „Münheer Parson is niet thuis," zei de man, en Beatrice zag dat hü waarheid sprak. „Wat spüt me datl” riep ze; ,Jk heb hem iets heel gewichtigs mee te deelen. Dan zal ik maar op hem wachten." De knecht keek haar met een bedenkelük ge zicht aan „Maar er is niemand thuis. Juffrouw. M’n vrouw en ik zorgen op het oogenbllk voc# mün heer „Dat heeft hü me verteld.” hernam Beatrice „en ik hoop dat u goed voor hem zorgt." voegde zü er aan toe met haar llefsten glimlach. De man glimlachte ook. „We doen ons best, juffrouw." „Wilt u me naar meneers kamer brengen, dan kan ik daar op hem wachten; ik ben z’n zuster." De huisknecht slaakte een zucht van ver lichting. „Wilt u me dan maar volgen? O, als u eens wist, wat een moeite we al gehad hebben, sinds münheer Parson z'n beroemd boek schreef. „U bedoelt zeker, om de menschen op een af stand te houden, niet waar?" „Ja Juffrouw. Journalisten vooral, wil hü on der geen voorwaarde ontvangen en wü moeten maar zien, hoe we van de dames en heeren af komen.” „Wat zün de menschen toch onbeschaamd!" riep Beatrice, verontwaardigd. De huisknecht schoof een gemakkelüken stoel bü het raam in de zitkamer. Toen ze alleen was. liep Beatrice de vertrek ken door: overal stonden voorwerpen van waarde Zoover als zü. was nog nooit iemand in deze kamer binnengedrongen en Beatrice was er vast van overtuigd, dat zü den eigenaar van al deze mooie dingen nu gemakkelük tot spreken zou kunnen krügen. Ze keek eens uit het venster. Vlak onder het raam was een groot plat. Een inbreker zou hierover gemakkelük in de kamer kunnen komen, dacht zü. Het was ook niet verstandig zooveel kostbaarheden on beheerd te laten, als men uren en soms dagen van huls bleef. Beatrice ging in den gemakkelüken stoel zit ten en wilde eenige notities maken Maar 't was vrü donker geworden. Za kreeg slaap en sloot even haar oogen. Eensklaps schrok 4e wakker. Het was pik donker om haar heen. Even meende ze thuis te zün, maar al heel gauw herinnerde zü zich waar ze was. Zü hoorde een vreemd gerucht dat ophield, een raam werd opgeschoven. Haar eer ste Ingeving was te vluchten. Maar helaas, het venster bevond zich tusschen haar en de red-T ding brengende deur. Nu zag zü de donkere fi guur van een man zich afteekenen tegen het raam. De gestalte naderde in haar richting. Toen kon Beatrice het ntet langer uithouder, en zü knipte het electrlsch licht aan. De man. plotseling verblind, uitte een kre^t van schrik. Toen de man zich een oogenbllk"daama her steld had, maakte hü heel even een beweging, als wilde hü z’n pet afnemen. Met haar fün gevoel voor details, merkte Beatrice dit op. Mis schien was deze man vroeger een gentleman geweest. „Wat doet u hier?” vroeg hü zacht. hem getroffen had als zegepralend en onbe vreesd. zwevend als,op de lucht. Ik spande mün ooren in. Hoorde ik'. Iemand kwam door de zwügende zuilengan gen nader. Hü was het, ik wist het, meer en meer kwam hü nabü. In de diepe grafstilte van het groote huis had ik in de verte het geluid gehoord van zün voetstappen op den ingeleg- den vloer. Nu was hü den hoek om, en de kalme wandelpas van zün naderen was wel geschikt vrees te storten in het hart van een tegen stander. Er was geen aarzeling in, geen enkelen keer; geen versnellen, geen vertragen, totdat hü stilhield. Hü stond in de deuropening. Ik moet in die groote kamer bü het licht van twee kaarsen, een Indrukwekkend beeld hebben geboden van een uitdagenden jongeling, geheel in 't zwart, met een gespannen gezicht en een lang, bloot rapier in de hand. In leder geval bleef hü mü in de deuropening stil beschouwen, het toonbeeld van een knap Spaansch advocaat met hooghartig ulterlük, eveneens geheel in 't zwart, met 'n blond hoofd, en een fraai ge bogen been in zwart züden kous naar voren ge stoken.... Zün rijlaarzen had hü uitgedaan. Voor het overige had ik hem nooit anders ge kleed gezien. Noch in zün hand, noch aan zün zü had hü een wapen. Ik bracht de punt van het müne omlaag, en Ziende, dat hü op den drempel bleef, alsof hü zich niet binnen waagde, zeide Ik minachtend: „Denkt u soms, dat ik een ongewapend man zou vermoorden?” „Ben ik ongewapend?" Een weinig trok hü de"wenkbrauwen omhoog. „Dat la werkelük wat Een tüd lang bleef hü sprakeloos; daarna, hakkelend en stamelend door de Inwendige woede, die als gesmolten lava in zün borst scheen te kolken, zonder ooit de oppervlakte van zün gezicht te bereiken, begon hü: „Wat! Ben Ik het dan, die terug zou moeten gaan. Voor voor Jou een jongen geko men van den duivel weet waar een stuk Engelsch bedelaarstuigvoor een meisjes gril Ik een man." Hü bedaarde wat. „Neen, Je bent gek. Je droomt. Je weet het niet. Je kunt het niet weten. Je weet niet wat een man is, Jü met Je kalverliefde van een dag. Hoe durf Je je te meten met mü, die jaren lang de eigen lucht geademd heb? Jü dwaas Jü kleine, ellendige dwaas! Jaren van peinzen, waken, werken...." „En konkelen," viel ik in. „en samenzweren en bedriegen jarenlang.” Dat bracht hem geheel tot kalmte. Plotseling vroeg hü tot mün verbazing: „Wil je naar Mexico?” Het klonk als een scherts. Maar hü waa heel ernstig. „Ik zend er één van mün schoeners heen met een bepaalde opdracht. Ik sou u daarbü wel kunnen gebruiken. Die kans geef ik u.” „Wanneer moet ik dan gaan?” vroeg ik met een velnzerü waartoe Ik mü een oogenbllk te voren niet in staat zou hebben geacht. Maar ik begon rijper te worden in het vuur der liefde, dat mün zoo Jeugdige onervarenheid In den winter is het water En de grond zoo hard als ijs. Maar dan is het voor de vogels Verre van een paradijs. Want van wurmen en van rupsen. Ja, men neemt maar wat men wil, Staat de import voor de vogels, Door de winterwetten, stil. 'Ach, bescherm dan toch de dieren, Leest en hoort en klaaglied! u. Want ze hebben in den winter Toch zoo’n drommels schraal menu. In zijn hart heeft ieder mensch thans Voor het dier een plaatsje vrij En hij wordt daartoe gedreven Door een mensch'lijk medelij. Wilt u strakjes eens genieten, Bjj het kerstfeest, aan den disch? Wel, u kunt het vrij-uit hooren Wat dan de genieting is. Niet een stukje koe of varken, Leest en hoort en.predikt u. Maar gevogelte past altijd Bij een heerlijk kerstmenu! Goed gemeste eend of ganzen. Met dit doel ook groot gebracht, Worden met veel and’re zusters. Voor uw feestmaal afgeslacht. In zijn maag heeft ieder mensch weer Voor het dier een plaatsje vrij. En hij wordt daartoe gedreven Door zucht naar een smulpartij.... MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) WF KFHMFM DE WINDEN EH JT^OONHNÓEN. al !K ME NIET VEGO'S, PAN ZAL CUE ZEILS OOT DEN GEMAKKEUJK5TEN WE<J HEMEN WE 'ZULLEN Dl EN WEG VOLDEN ZE ZIJN QNt> MAAG VIJF DAGEN VOOG. 3 INNEN EEN DAAD DAOEN HEE0EN WF HEN /NOEHAALD, V/ANT WË VAGEN SNEL scheids brieven aangetroffen. Scott was in Maart 1912 terugreis van de Zuidpool gestorven, pas büna een half jaar later gevonden. De dagboeken met de brieven van Scott aan de achtergeblevenen van zün kameraden in den d0°d zü stierven allen vóór hem zün een der grootste heidenmonumenten die wü kennen iemand ter wereld eens mannen stierven, nadat zü --i zich tegen het neme eens de ran Scott voor onvergetelük büblüven. van dagboeken in nacht en üs respect voor hebben, Noord of Zuid. Zü onver- onoverwlnnelüke kracht van den I „Ik ben de zuster van den bewoner van deze flat" Haar stem klonk haar vreemd in de ooren. De Inbreker nam haar van het hoofd tot de voeten op met critlschen blik. Toen keek hü naar de bloc-note der bezoekster, die op den grond was gegleden. „Dat is een leugen; Stans alleen!" „Hü telegrafeerde mü hier te komen en ik verwacht hem ieder oogenbllk thuis.” „Nu liegt u weer,” zei de man. „Wat bedoelt u?” vroeg Beatrice en deed haar best zich te beheerschen. De man kwam wat verder de kamer In en nam van een rooktafeltje een gele enveloppe. „Leest u dat telegram dan maar eens." Beatrice nam het met bevende vingers aan. ..Kom onmiddellük” las ze, „ik verwacht je met den trein van 8.30.” J. k zond hem dat telegram," zei de man. „Hü zal gedacht heb ben. dat het van z'n vader kwam. Denkt u niet, dat hü u afgetelegra feerd zou hebben, ils hü wist dat d zou komen Maar ik weet wel beter; hü heeft geen zuster; ik ken z'n familie.” Maar als hü terugkomt?” vroeg wanhopig. Er gaat vanavond geen trein meer en het telegraafkantoor in z’n geboorteplaats is reeds lang gesloten. En mag Ik nu eens weten wat U hier komt uitvoeren?” „Hetzelfde als u." antwoordde haar moed büeenrapend. .Dat dacht ik wel. Dus u bent Mabel Farr, de bekende lady-inbreekster, nietwaar?” ,.U bent goed op de hoogte. Ik geloof, dat ik nu het veld maar zal ruimen.” .Maar niet vóór dat ik hier klaar ben.” De man haalde een tasch van onder z’n Jas te voorschün. „Hou vast,” beval hü. „en probeer niet te ontsnappen, anders kon het er wel eens leehjk voor Je uitzien.” Dé man had dit werkje al meer bü de hand gehad, dacht Beatrice. Alleen de kostbare dingen werden in de tasch gedaan. „En nu de slaapkamer.” zei hü- Bevend over al haar leden, volgde zü hem. Hü tastte naar den schakelaar van het elec- trlsche licht. Toen deed Beatrice een ontdek king. Buiten in de gang brandde licht. Zü zag ook. dat de sleutel van de slaapkamerdeur aan haar kant in het slot stak. De man had het knopje van de schakelaar gevonden en de kamer was nu vol licht. Be hoedzaam sloot hü de blinden. Van dit oogenbllk maakte Beatrice gebruik. Zü nam de tasch mee. ging vlug de zitkamer in en sloot de deur achter zich. In de slaapkamer slaakte de man een kreet van verbazing en woede. Beatrice snelde naar de gangdeur, maar die was gesloten. In de slaapkamer hoorde zü een zwak gerucht; de man vluchtte zeker uit het venster. Maar wat kon dat haar schelen! De vraag was alleen, hoe ze uit dit huis kwam. Ze keek door het raam, maar in de straat was niemand te zien. Een groote angst kwam over haar. Als de man eens naar de politie ging zeggen, dat er Ingebroken was in het huis van Stan Parson en als men haar dan aantrof met een tasch vol gestolen voorwerpen! Ze greep de tasch, haalde er de gestolen voor, werpen uit en zette ze zooveel mogelük weer op hun plaats. Toen probeerde ze nogmaals of ze de gangdeur open kon krügen. maar ook thana lukte dit niet. Zou ze om hulp roepen? Eens klaps drong een geluid uit de andere kamer tot haar door. De man was er dus nog. Ze legde haar oor tegen hef sleutelgat en luisterde. Neen, ze vergiste zich niet. De Inbreker snurkte. Op dit oogenbllk opende iemand de gangdeur en de huisknecht stond voor haar. Een fün lachje speelde om z'n lippen. „U kunt u de moeite wel speren nog langer op münheer Parson te wachten, juffrouw. Van avond zult u hem niet meer zien.” „Weer zien!" riep Beatrice. ,4a. hü is nu naar bed gegaan. Door spreekbuis verzocht hü mü u dit te zeggen en u uit te laten." „Die.... inbreker was.... Btan Parson?” „Juist Juffrouw en hü was heel boos op me, toen ik hem zei, dat ik u binnengelaten had. Hü beweerde, dat Ik toch wel wist, dat hü geen zuster had. En hü was er vast van overtuigd, dat u van een krant zou zün. Daarom leende hü van mü een tasch en een stel oude kleeren en .Maar dat telegram dan? Münheer Parson was toch weggeroepen." .Dat was niet voor vandaag. Juffrouw. U moet het me niet kwalük nemen „Laat me er door!” schreeuwde Beatrice. .Den oogenbllk nog, juffrouw. Münheer Par son verzocht mü nog door de huistelefoon een taxi voor u te bestellen. Het spüt hem. dat hü niet in de gelegenheid is, u thuis te brengen.” „Dank Je.” stamelde Beatrice. „Ik loop liever. De buitenlucht zal me goed doen." (Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp een Engelschman uit Kent wllkt met Carlos Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van zün zuster Veronica Ralph Rookabv Hlei komt hl! in kennis met den rechter O' Brien en met Don Ramon die Kemp willen overhalen dienst te nemen bil zeeroovers die Rlo Medio als Oasis hebben Als hl! hier niet op ingaat wordt nil over- *J’ en aan boord van een schip «e- Htl weet echter spoedig te ontanap- wprdt opgepikt door een ander hem naar Havanna zal meene- Nabil de Cubaansche kust worden zll echter door zeeroovers. die onder bevel staar, van een vriend van Carlos rhomaa de Castro, overvallen John Kemp wordt ge vangen genomen en met het kaperschip naar Rlo Medio gebracht, waar hü gastvrij ontvangen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aan het sterfbed van Car on dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Z bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Z 7C/1 bU ®*n on8'val met Z 9C/J bU verlies van een hand Z f *>C ->ü verlies van een Z t“fï bü een breuk van Z 4/1 bü verlies van 'n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen J verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f f doodeiyken afloop f een voet of een oog 1 luim of wijsvinger f v</a"been of arm f anderen vinger NIET JUUT VAST STELLEN. VVE KCJN- MEH SL ECHTS -C JJ3EA! CE VAAP INEEN BOOT ALS DEZE NIET DIE HOUDT ZICH ZJFD !N DEN FELSTEN OP HA AN. ZOO NEËINNER IK ME EENGElS, LM DE CUINEEIKHE ZEE J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 9