Vondsten in het
u&Aaal can den iag
eeuwige ijs
AANTEEKENINGEN VAN
AMUNDSEN
zonder deze beide geen heldere Wasch
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
De achtervolging
Alle abonné s
CONSEQUENT HiiiiiiiiiiiHiiiie
--
HONIGS BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
HET KAPERSNEST I
iiiiiino
NS
lllllllll
ZATERDAG 16 DECEMBER
Het dagboek van Scott
interview
een
Beurzen voor studiën
in België
JOSEPH CONRAD
cat
Het overlijden van
Alexander I
Restaurant DORRIUS
\Het mislukte
„Is Henry VIII”
echte Holbein?
Avontuurlijke ontdekkingen die de
wereld in rep en roer
brachten
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
VOOR DB
F-V NATIONALE
k\ X DRANK j
woont
Parson
Beatrice
Beatrice, al
I
de tafel
Iemand.... o, natuurlijk, in uw
ROMAN VAN
Fabrieken te Jutphaas bij Utrecht
Q
e
De Nederlandsche afdeeling van de commis
sie ter uitvoering van het verdrag betreffende
intellectueele toenadering tusschen Nederland
en België maakt bekend, dat ten behoeve van
een of meer afgestudeerden, studenten, geleer
den of kunstenaars van naam. die hun studiën
in 1934 aan een universiteit of hooge school in
België wenschen voort te zetten of aldaar on
derzoekingen of andere werkzaamheden wen
schen te verrichten, beschikbaar is een bedrag
aan beurzen, tezamen groot 1200.
Gegadigden kunnen zich uitsluitend schrifte-
HJk aanmelden bij den secretaris van de Neder-
iandsche afdeeling. mr. H. J. Smidt, Departe
ment van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen te ’s Gravenhage. vóór 1 Januari 1934.
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, A dam
°LATS DU JOUR EN LA CARTE
„Ja..,,
aankomst
weldigd
bracht
oen en
■chip dat
men r
£<iHmiiiiiiiiiiiu
aan de naaste bloedverwanten
op de
werd dus
E Ostermann Kos Mandel M.j N V .Amsterdam
het dorp, die bü FJodors aanblik dadelijk riep: I
„Dat is de Tsjaar. onze vader Alexander
PawlowitsJ”. Onder de papieren van FJodor zou
men later de huwelljks-oorkonde van Alexander
met keizertn Elisabeth hebben gevonden. Hier
van maakt ook vorst Barjatinskiej melding in
zün boek „Het geheim van Alexander I”.
Een van de beroemdste schilderijen van Hol
bein Jr. is het in het Jaar 1542 ontstane por
tret van koning Henry Vin, dat onder den naam
„Slot-Howard-portret” over de geheele wereld
bekend is. In het Jaar 1720 verkocht graaf
Arundel, een directe nakomeling van den hertog
van Norfolk het kunstwerk aan graaf Carlisle.
Zooals bekend was Norfolk de oom van Anna
Boleyn en Catharina Howard. Waarschijnlijk
is, dat Henry VIU dit portret door zijn hof
schilder Holbein aan den hertog ten geschenke
choon tusschen den koning en Norfolk
de vermoording van ’s hertogs neven
Rf, ol
wegenl
vijandschap bestond.
In den loop der jaren is men aan de echtheid
van ’t product gaan twijfelen. Hiertoe had men
verschillende redenen. Zoo zün er b.v. nog
oudere Holbeln-portretten van den koning, die
toebehooren aan den tegenwoordlgen hertog van
Devonshire. Dit zün echter wandschilderingen,
die wat stijl betreft niet overeenkomen met
hetgeen Holbein kenmerkt. Deze kunstenaar
leefde nj. in een tüd. toen het olleverfschllde-
ren buitengewoon veel werd beoefend. Tevens
kwam evenwel de Italiaansche trant In zwang.
Het portret des konings is nog van den ouden
stempel, en dezelfde techniek Is te onderkennen
in de niet minder beroemde „Hertogin van Mi
laan”, die tegenwoordig de National Gallerie te
Londen siert, doch een ander schllderü „De af
gezanten” vertoont den invloed der Venetiaan-
sche school.
Volgens professor A. J. Laurie wordt het on
derzoek bemoeilijkt, doordat het doek herhaal
de malen Is overgeschilderd. Overigens lüdt het
geen twüfel, dat de oorspronkelüke maker bü-
zondere attentie aan het détail besteedde De
prachtige hermelünen mantel Is zeer decoratief
tot In alle finesses uitgevoerd. Het gezicht werd
met doorzichtige schaduwen op het doek ge
bracht. Deze methode doet denken aan die der
beroemde Vlaamsche meesters uit de vüftiende
eeuw, die waarschünlük met dikke olie en wee-
ke penaeelen werkten. Ongelukkigerwijze heeft
een restaurateur de allerfijnste schaduwen, die
aanvankelijk op gezicht en handen vielen, van
het doek verwüderti. Deze omstandigheid werd
vastgesteld door middel van een mlcrophoto-
graphische vergelüking tusschen Henry VIII”
en „Hertogin van Milaan”. Uit een Röntgenfoto
bleek, dat er vele zoogenaamde verbeteringen in
het portret zün aangebracht. Het staat, volgens
de deskundigen, nu echter vast dat Holbein zeil
de origlneele schllderü vervaardigde.
of bezitten. Wanneer
wil lezen hoe die i
tot het laatst getracht hebben
onvermüdelüke te verzetten, die
laatste bladzüde uit het dagboek
zich zü zullen hem
Het vinden
men moet er steeds
waar zulk ook geschiedt in
zün een getuigenis voor de werkelük
stoorbare en
menschelüken onderzoekingsgeest
Slechts één man stond mü in den weg. Ik was
ér zeker van, dat hü ons, over de zwartheid
van den hof heen, had gadegeslagen. Hü moest
het schemerig verlichte, stille toooneel van ons
afscheid bü Seraphlna’s deur gezien ~tlCUaK2<4 -
Ik hoopte, dat hü de beteekenis had begre
pen, en dat mün gestalte met de twee kaarsen
V/jF QAoEN NA ANME VERTREK
GAAT MIJNHEER WAR BOUCK MET Z'N
JAC» T IN ZEE OH ANNIE OP te
5T&2EN.
I
nieuws. U veronderstelt maar wat. Ik ben al
menig jaar zeker op dat punt.”
Hü kwam snel binnen en omloopend naar den
anderen kant van de tafel, haalde hü een klein
pistool uit zün broekzak.
„U ziet ik vertrouw niet al te veel op uw
Engelsche edelmoedigheid."
Achteloos legde hü het pistool op tafel.... Ik
had mü op mün hielen omgedraaid. Zooals we
daar stonden, zou ik door een uitval tusschen
de twee kandelabers door, zün lüf hebben kun
nen doorsteken voor hü een kik had kunnen
geven.
Ik legde mün zwaard op tafel.
Daarna sprak hü kalm:
„U bent te snel gegaan. Ik geef u nog een
kans terug te keeren.”
„Geen duim,” zei ik woest. „In gedachte,
noch daad. Zelfs niet in gelükenis.”
„Geloof me. er is meer in het leven dan u
denkt. Er is op uw leeftüd meer dan...." zün
lüf scheen te schokken in een eigenaardige
kramp, als bü een plotsellngen aanval van
inwendige Pün; de schertsende glimlach, die
staan bleef in den vorm van zün lippen, ver
anderde In een akeligen verwrongen grüns....
meer dan één liefde in 't leven, meer dan
één vrouw,” vervolgde hü.
Ik geloof dat hü trachtte 'mü om te praten,
want zün stem verstikte volkomen in zün keel.
Mün verontwaardiging was grenzenloosMet
het vuur van onwrikbare overtuiging riep ik
uit:
„Het is niet waar, u weet dat het niet waar
De sensationeelste ontdekking, die de Sovjet-
commissie deed bü het openen der graven van
de vroegere Tsjaren in de Peter- en Paulsves-
ting te Leningrad, was zooals vroeger gemeld,
de leege kist van Alexander I.
Octave Aubry schrüft in een Parüsch blad
'n artikel over de theorie, die inhoudt, dat de
keizer in het geheel niet was gestorven, toen
men zün dood officieel bekend maakte. Deze
meening is al vroeger verkondigd, en wordt door
den auteur critisch beschouwd.
Waarschünlük heeft Alexander bü de ver
moording van zün vader een zekere rol gespeeld,
en wilde hü uit gewetenswroeging later afstand’
doen. Zeker schünt te zün, dat elf Jaar na
Alexanders offlcieelen dood in ’t gouvernement
Pjerm te Kra.sno-Oernfim.sk een waardige oude
heer verscheen, gezeten op een prachtig paard.
Hü noemde zich FJodor KoesmltsJ, maar wei
gerde iedere inlichting over zün persoon. Hü
werd daardoor als vagebond in de gevangenis
gestopt en kreeg met den knoet. Later bemoeide
grootvorst Michael zich met de zaak; ook te
genover hem uitte FJodor slechts den wensch
naar Siberië te worden verbannen. Dit verzoek
willigde men in. Nadien werkte de zonderlinge
grijsaard in de staatsbrandewünstokerü te
Tomsk, waar hü als een heilige werd vereerd.
Vüf Jaar later dook de raadselachtige FJodor
in een Kozakkendorp op, waar hü de kinderen
om zich verzamelde, de boeren onderwees en
met de zieken bad. Het volk hield hem voor een
edelman, die de gelofte had gedaan een Chris-
telijk leven te leiden. De aartsbisschop van Ir-
koetsk kwam in eigen persoon den vromen man
bezoeken. Vreemd is het, dat men, indien hü
de Tsjaar was. hem in al dien tüd niet heeft
herkend. Weliswaar is dat mln of meer te ver
klaren uit het feit, dat men den keizer dood
wist. Op zekeren dag kwam er een soldaat Ir
y -r it Leningrad wordt gemeld, dat een groep
I I RussJthe vorschers in het Poolgebied
werkzaam, een notitieboek van Amundsen
gevonden heeft. Het boek bevat aanteekeningen
uit den tüd van 14 tot 22 Mei 1919 en Amund
sen heeft het waarschünlük op zün expeditie
over Frans-Jozefland naar Siberië, die Juist
in dien tüd vlei, verloren. De aanteekeningen.
welke van groote wetenschappelijke waarde zün,
zün in de Noorsche taal geschreven en bevatten
notities over de weersgesteltenissen en andere
gegevens omtrent zün onderzoekingen. Zü zün
nog zeer goed leesbaar, ofschoon zü zeer slecht
ingepakt waren. Van Russische züde was men
van plan dit boek van den wereldberoemden
Poolvorscher hü kwam naar men weet bü
zün zoeken per vliegtuig naar Nobile om het
leven, zonder dat er tot heden een spoor van
hem gevonden werd op de Pool-tentoonstel-
Ung. die binnen enkele weken In Leningrad
geopend wordt, voor het publiek te exposeeren
Het vinden van dit notitieboek in nacht en
Üs het werd waarschünlük In een verlaten
kamp ot een verdwenen provlandstation ge
maakt roept de herinnering van andere der-
gelüke merkwaardige vondsten in het Poolge
bied wakker.
Van al deze vondsten zal wel voor altüd het
meest sensationeele journaal dat van André blü-
ven. die, naar men zich nog herinneren zal.
ongeveer drie jaar geleden door een walvisch-
vaarder op een onbekend eiland in het Poolge
bied gevonden werd.
De Zweedsche ingenieur was met zün gezellen
Strindberg en Frankel den Hen Juli 1897 van
Spitsbergen uit in den luchtballon opgestegen,
om over den Noordpool te varen. Men had nooit
meer iets van hen gehoord. Wat men nooit meer
meende te vernemen, verrieden toen drie jaar
geleden de gevonden aanteekenboeken en foto's,
waarvan er enkele zelfs nog ontwikkeld konden
worden, ofschoon ze 30 Jaar in sneeuw en
gelegen hadden De heele wereld stond ver
baasd. toen de mare van deze avontuurijke
vondst over Europa verspreid werd, want de
walvischvaarder, die het gevonden had. had geen
radio aan boord en had weken noodlg om de
volgende haven te bereiken.
Een weinig verheugende vondst deed de En
gelsche kapitein Scott den IBen Januari 1912.
toen hü de Zuidpootl bereikte en de Unionvlag
hijschen wilde: hü zag de wapperende vlag van
Noorwegen en daaronder in een casette de
mededeellng van Amundsen, dathü den 16en
December 1911 de Zuidpool bereikt had.
En weer werd daarna een nieuwe vondst in
het Poolgebied gedaan.
Dit gebeurde den 12en November 1912, toen
de expeditie, die naar de verdwenen sleden
expeditie van kapitein Scott onderzoek deed,
deze met zün kameraden dood vond. De tent
bevond zich nog in goeden toestand en de hel
den van het Poolgebied lagen alsof zü sliepen.
Bü Scott vond men nog zün dagboek met een
nauwkeurig verslag over zün reis naar de Zuid
pool. Dat dagboek was letterlük tot het laatste
uur van zün leven bügehouden. Bovendien wer
den nog een verslag van de admiraliteit en af-
Hü schrok op. Ik beefde van toorn. Er waa
plotseling een verandering gekomen over ons
allebei, alsof we waren wakker geschud door
een heftig geluid. Een tüdlang spraken we
geen van beiden een woord. Eén blik op mü zei
hem genoeg.' Hü streek met zün hand over zün
voorhoofd.
„Wat voor duivel steekt in Jou. Jongen?”
zeide hü- „Ik schijn niets dan vergissingen te
begaan."
Hü ging toe op heg schietgatvenster. stak
zün hoofd naar buiten, en riep:
„De schoener vaart vannacht niet uit.”
Onder het venster had hü een paar leden van
zün moordenaarsbende op post gezet. Ik ver
stond niet het antwoord, dat hü kreeg; maar
na een poosje^l hü duldelük, dat het beneden
verstaanbaar moest zün:
„Dien spion geef ik Jullie."
Daarna kwam hü terug, stak het pistool in
zn zak en zeide: „Dwaas, ik zal Je nog naar
den dood doen verlangen."
,.U hebt u anders aardig bloot gegeven."
zeide ik. „Ik zal u nog wel ontmaskeren. Dat
zal mün wraak zün op u, dat ge me hebt
durven voorstellen.
„Wat?...." onderbrak hü, over zün schouder
heenzlend. „Jü? Jü niet ik zal Je zeggen
waarom. Omdat dooden niet meer klikken.”
Hü verdween door de deur.
Het geluld van zün sporen echode over het
binnenplein, in welks zwartheid de eerste
zweem van den dageraad binnenvloeide.
-l'—
„O,” zeide hü, het pistool haastig op
werpend, „dadelük. Vannacht. Nu.”
„Zonder iemand te zien?”
„Zonder
eigen belang.”
Hü was nu heel bedaard. „Ik dacht het wel.
u zag er verstandig genoeg uit,” zeide hü- „Ik
ben blü. dat u zoo goed uw positie begrüpt.
zult het ver brengen in 's Konings dienst, al
bent u een Engelschman; geloof dat van Pat
O'Brien. Ik zal het tot mün persoonlüke zaak
maken ons wille van de Riego's. Maar er is
een kleine voorwaarde.
Hü haalde uit zün zak een velletje papier,
en pen en een reis-lnktstel. Hü was op en ton
advocaat de Spaansche familie e a. advocaat
geënt op den lerschen pleitbezorger.
„Niemand kunt u meer zien Maar u moet
schrüven. Dona Seraphina zal er natuurlük
belang bü hebben het te weten. Een neef en
Aan Don Balthasar zal Ik het verklaren, na
tuurlijk..,. Wacht, ik zal dlcteeren „Met
het oog op uw toekomst en het verlangen
naar het actieve leven, neemt ge, gencel vrij
willig, met graagte senor O’Brien's voorstel
aan....” Zoo zal zü het wel begrüpen."
„O Ja, ze zal het begrüpen,” zeide ik.
En dat- u zult schrüven bü veilige
in Tlmaulipas. U moet beloven te
schrüven. Uw woord er...."
„Hel en duivel, senor O’Brien," barstte ik los
met onultsprekelüke verachting. „Ik dacht, dat
het uw bedoeling wa~. mü onderweg te laten
afmaken door uw gespuis. Ik zou het niet
SiiiiitiniiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiininiiiliHHtiii:
ta ea trice Doyle, redactrice van het weekblad
rS „De Weegschaal” trad het prlvé-kantoor
van den hoofdredacteur binnen.
„Is er iets büzonders. münheer Loffy?”
,4a. Juffrouw Doyle; 't betreft Stan Parson."
„Den schrüver van „De brekende Hand”?”
„Precies. De man, wiens boek in twee maan
den drie drukken beleefde.”
„En....”
,Jk zou graag voor ons blad een Interview
met Parson hebben. Iedereen heeft den mond
vol van dezen schrüver: eén interview zal het
publiek zeker interesseeren. Maar ongelukkig
genoeg wil Stan Parson zich door geen enkel
blad laten Interviewen. Het eenige dat we over
hem te weten zün gekomen, is, dat hü met een
huisknecht in Sussex-Gardens woont. Maar het
is nog niemand gelukt toegang tot hem te krü-
gen. Zooals u echter weet.” ging münheer
Loffy met een vriendelük glimlachje voort
worden de beste troepen altüd In reserve gehou
den, en u weet dat morgen ons nieuwe nummer
verschünt.”
Eenige uren later stond Beatrice Doyle tegen?
over den huisknecht van Stan Parson.
„Münheer Parson is niet thuis," zei de man,
en Beatrice zag dat hü waarheid sprak.
„Wat spüt me datl” riep ze; ,Jk heb hem iets
heel gewichtigs mee te deelen. Dan zal ik maar
op hem wachten."
De knecht keek haar met een bedenkelük ge
zicht aan
„Maar er is niemand thuis. Juffrouw. M’n
vrouw en ik zorgen op het oogenbllk voc# mün
heer
„Dat heeft hü me verteld.” hernam Beatrice
„en ik hoop dat u goed voor hem zorgt." voegde
zü er aan toe met haar llefsten glimlach.
De man glimlachte ook. „We doen ons best,
juffrouw."
„Wilt u me naar meneers kamer brengen, dan
kan ik daar op hem wachten; ik ben z’n zuster."
De huisknecht slaakte een zucht van ver
lichting.
„Wilt u me dan maar volgen? O, als u eens
wist, wat een moeite we al gehad hebben, sinds
münheer Parson z'n beroemd boek schreef.
„U bedoelt zeker, om de menschen op een af
stand te houden, niet waar?"
„Ja Juffrouw. Journalisten vooral, wil hü on
der geen voorwaarde ontvangen en wü moeten
maar zien, hoe we van de dames en heeren af
komen.”
„Wat zün de menschen toch onbeschaamd!"
riep Beatrice, verontwaardigd.
De huisknecht schoof een gemakkelüken stoel
bü het raam in de zitkamer.
Toen ze alleen was. liep Beatrice de vertrek
ken door: overal stonden voorwerpen van
waarde Zoover als zü. was nog nooit iemand
in deze kamer binnengedrongen en Beatrice
was er vast van overtuigd, dat zü den eigenaar
van al deze mooie dingen nu gemakkelük tot
spreken zou kunnen krügen. Ze keek eens uit
het venster. Vlak onder het raam was een groot
plat. Een inbreker zou hierover gemakkelük in
de kamer kunnen komen, dacht zü. Het was
ook niet verstandig zooveel kostbaarheden on
beheerd te laten, als men uren en soms dagen
van huls bleef.
Beatrice ging in den gemakkelüken stoel zit
ten en wilde eenige notities maken Maar 't was
vrü donker geworden. Za kreeg slaap en sloot
even haar oogen.
Eensklaps schrok 4e wakker. Het was pik
donker om haar heen. Even meende ze thuis te
zün, maar al heel gauw herinnerde zü zich
waar ze was. Zü hoorde een vreemd gerucht dat
ophield, een raam werd opgeschoven. Haar eer
ste Ingeving was te vluchten. Maar helaas, het
venster bevond zich tusschen haar en de red-T
ding brengende deur. Nu zag zü de donkere fi
guur van een man zich afteekenen tegen het
raam. De gestalte naderde in haar richting.
Toen kon Beatrice het ntet langer uithouder,
en zü knipte het electrlsch licht aan. De man.
plotseling verblind, uitte een kre^t van schrik.
Toen de man zich een oogenbllk"daama her
steld had, maakte hü heel even een beweging,
als wilde hü z’n pet afnemen. Met haar fün
gevoel voor details, merkte Beatrice dit op. Mis
schien was deze man vroeger een gentleman
geweest.
„Wat doet u hier?” vroeg hü zacht.
hem getroffen had als zegepralend en onbe
vreesd. zwevend als,op de lucht. Ik spande mün
ooren in. Hoorde ik'.
Iemand kwam door de zwügende zuilengan
gen nader. Hü was het, ik wist het, meer en
meer kwam hü nabü. In de diepe grafstilte van
het groote huis had ik in de verte het geluid
gehoord van zün voetstappen op den ingeleg-
den vloer. Nu was hü den hoek om, en de kalme
wandelpas van zün naderen was wel geschikt
vrees te storten in het hart van een tegen
stander. Er was geen aarzeling in, geen enkelen
keer; geen versnellen, geen vertragen, totdat
hü stilhield. Hü stond in de deuropening.
Ik moet in die groote kamer bü het licht van
twee kaarsen, een Indrukwekkend beeld hebben
geboden van een uitdagenden jongeling, geheel
in 't zwart, met een gespannen gezicht en een
lang, bloot rapier in de hand. In leder geval
bleef hü mü in de deuropening stil beschouwen,
het toonbeeld van een knap Spaansch advocaat
met hooghartig ulterlük, eveneens geheel in
't zwart, met 'n blond hoofd, en een fraai ge
bogen been in zwart züden kous naar voren ge
stoken.... Zün rijlaarzen had hü uitgedaan.
Voor het overige had ik hem nooit anders ge
kleed gezien. Noch in zün hand, noch aan zün
zü had hü een wapen.
Ik bracht de punt van het müne omlaag, en
Ziende, dat hü op den drempel bleef, alsof hü
zich niet binnen waagde, zeide Ik minachtend:
„Denkt u soms, dat ik een ongewapend man
zou vermoorden?”
„Ben ik ongewapend?" Een weinig trok hü
de"wenkbrauwen omhoog. „Dat la werkelük wat
Een tüd lang bleef hü sprakeloos; daarna,
hakkelend en stamelend door de Inwendige
woede, die als gesmolten lava in zün borst
scheen te kolken, zonder ooit de oppervlakte
van zün gezicht te bereiken, begon hü:
„Wat! Ben Ik het dan, die terug zou moeten
gaan. Voor voor Jou een jongen geko
men van den duivel weet waar een stuk
Engelsch bedelaarstuigvoor een meisjes
gril Ik een man."
Hü bedaarde wat.
„Neen, Je bent gek. Je droomt. Je weet het
niet. Je kunt het niet weten. Je weet niet wat
een man is, Jü met Je kalverliefde van een dag.
Hoe durf Je je te meten met mü, die jaren lang
de eigen lucht geademd heb? Jü dwaas Jü
kleine, ellendige dwaas! Jaren van peinzen,
waken, werken...."
„En konkelen," viel ik in. „en samenzweren
en bedriegen jarenlang.”
Dat bracht hem geheel tot kalmte.
Plotseling vroeg hü tot mün verbazing: „Wil
je naar Mexico?”
Het klonk als een scherts. Maar hü waa heel
ernstig. „Ik zend er één van mün schoeners
heen met een bepaalde opdracht. Ik sou u
daarbü wel kunnen gebruiken. Die kans geef
ik u.”
„Wanneer moet ik dan gaan?” vroeg ik met
een velnzerü waartoe Ik mü een oogenbllk te
voren niet in staat zou hebben geacht. Maar
ik begon rijper te worden in het vuur der
liefde, dat mün zoo Jeugdige onervarenheid
In den winter is het water
En de grond zoo hard als ijs.
Maar dan is het voor de vogels
Verre van een paradijs.
Want van wurmen en van rupsen.
Ja, men neemt maar wat men wil,
Staat de import voor de vogels,
Door de winterwetten, stil.
'Ach, bescherm dan toch de dieren,
Leest en hoort en klaaglied! u.
Want ze hebben in den winter
Toch zoo’n drommels schraal menu.
In zijn hart heeft ieder mensch thans
Voor het dier een plaatsje vrij
En hij wordt daartoe gedreven
Door een mensch'lijk medelij.
Wilt u strakjes eens genieten,
Bjj het kerstfeest, aan den disch?
Wel, u kunt het vrij-uit hooren
Wat dan de genieting is.
Niet een stukje koe of varken,
Leest en hoort en.predikt u.
Maar gevogelte past altijd
Bij een heerlijk kerstmenu!
Goed gemeste eend of ganzen.
Met dit doel ook groot gebracht,
Worden met veel and’re zusters.
Voor uw feestmaal afgeslacht.
In zijn maag heeft ieder mensch weer
Voor het dier een plaatsje vrij.
En hij wordt daartoe gedreven
Door zucht naar een smulpartij....
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
WF KFHMFM DE WINDEN EH
JT^OONHNÓEN. al !K ME NIET
VEGO'S, PAN ZAL CUE ZEILS OOT DEN
GEMAKKEUJK5TEN WE<J HEMEN WE
'ZULLEN Dl EN WEG VOLDEN ZE ZIJN
QNt> MAAG VIJF DAGEN VOOG. 3 INNEN
EEN DAAD DAOEN HEE0EN WF HEN
/NOEHAALD, V/ANT WË VAGEN SNEL
scheids brieven
aangetroffen. Scott was in Maart 1912
terugreis van de Zuidpool gestorven,
pas büna een half jaar later gevonden.
De dagboeken met de brieven van Scott aan
de achtergeblevenen van zün kameraden in den
d0°d zü stierven allen vóór hem zün een
der grootste heidenmonumenten die wü kennen
iemand ter wereld eens
mannen stierven, nadat zü
--i zich tegen het
neme eens de
ran Scott voor
onvergetelük büblüven.
van dagboeken in nacht en üs
respect voor hebben,
Noord of Zuid. Zü
onver-
onoverwlnnelüke kracht van den
I „Ik ben de zuster van den bewoner van deze
flat"
Haar stem klonk haar vreemd in de ooren.
De Inbreker nam haar van het hoofd tot de
voeten op met critlschen blik. Toen keek hü
naar de bloc-note der bezoekster, die op den
grond was gegleden.
„Dat is een leugen; Stans
alleen!"
„Hü telegrafeerde mü hier te komen en ik
verwacht hem ieder oogenbllk thuis.”
„Nu liegt u weer,” zei de man.
„Wat bedoelt u?” vroeg Beatrice en deed haar
best zich te beheerschen.
De man kwam wat verder de kamer In en
nam van een rooktafeltje een gele enveloppe.
„Leest u dat telegram dan maar eens."
Beatrice nam het met bevende vingers aan.
..Kom onmiddellük” las ze, „ik verwacht je
met den trein van 8.30.”
J. k zond hem dat telegram," zei de man. „Hü
zal gedacht heb
ben. dat het van
z'n vader kwam.
Denkt u niet, dat
hü u afgetelegra
feerd zou hebben,
ils hü wist dat
d zou komen
Maar ik weet wel beter; hü heeft geen zuster;
ik ken z'n familie.”
Maar als hü terugkomt?” vroeg
wanhopig.
Er gaat vanavond geen trein meer en het
telegraafkantoor in z’n geboorteplaats is reeds
lang gesloten. En mag Ik nu eens weten wat U
hier komt uitvoeren?”
„Hetzelfde als u." antwoordde
haar moed büeenrapend.
.Dat dacht ik wel. Dus u bent Mabel Farr,
de bekende lady-inbreekster, nietwaar?”
,.U bent goed op de hoogte. Ik geloof, dat ik
nu het veld maar zal ruimen.”
.Maar niet vóór dat ik hier klaar ben.”
De man haalde een tasch van onder z’n Jas
te voorschün.
„Hou vast,” beval hü. „en probeer niet te
ontsnappen, anders kon het er wel eens leehjk
voor Je uitzien.”
Dé man had dit werkje al meer bü de hand
gehad, dacht Beatrice. Alleen de kostbare dingen
werden in de tasch gedaan.
„En nu de slaapkamer.” zei hü-
Bevend over al haar leden, volgde zü hem.
Hü tastte naar den schakelaar van het elec-
trlsche licht. Toen deed Beatrice een ontdek
king. Buiten in de gang brandde licht. Zü zag
ook. dat de sleutel van de slaapkamerdeur aan
haar kant in het slot stak.
De man had het knopje van de schakelaar
gevonden en de kamer was nu vol licht. Be
hoedzaam sloot hü de blinden.
Van dit oogenbllk maakte Beatrice gebruik.
Zü nam de tasch mee. ging vlug de zitkamer in
en sloot de deur achter zich. In de slaapkamer
slaakte de man een kreet van verbazing en
woede.
Beatrice snelde naar de gangdeur, maar die
was gesloten. In de slaapkamer hoorde zü een
zwak gerucht; de man vluchtte zeker uit het
venster. Maar wat kon dat haar schelen! De
vraag was alleen, hoe ze uit dit huis kwam.
Ze keek door het raam, maar in de straat was
niemand te zien.
Een groote angst kwam over haar. Als de
man eens naar de politie ging zeggen, dat er
Ingebroken was in het huis van Stan Parson
en als men haar dan aantrof met een tasch
vol gestolen voorwerpen!
Ze greep de tasch, haalde er de gestolen voor,
werpen uit en zette ze zooveel mogelük weer op
hun plaats. Toen probeerde ze nogmaals of ze
de gangdeur open kon krügen. maar ook thana
lukte dit niet. Zou ze om hulp roepen? Eens
klaps drong een geluid uit de andere kamer
tot haar door. De man was er dus nog. Ze
legde haar oor tegen hef sleutelgat en luisterde.
Neen, ze vergiste zich niet. De Inbreker snurkte.
Op dit oogenbllk opende iemand de gangdeur
en de huisknecht stond voor haar. Een fün
lachje speelde om z'n lippen.
„U kunt u de moeite wel speren nog langer
op münheer Parson te wachten, juffrouw. Van
avond zult u hem niet meer zien.”
„Weer zien!" riep Beatrice.
,4a. hü is nu naar bed gegaan. Door
spreekbuis verzocht hü mü u dit te zeggen en
u uit te laten."
„Die.... inbreker was.... Btan Parson?”
„Juist Juffrouw en hü was heel boos op me,
toen ik hem zei, dat ik u binnengelaten had.
Hü beweerde, dat Ik toch wel wist, dat hü geen
zuster had. En hü was er vast van overtuigd,
dat u van een krant zou zün. Daarom leende
hü van mü een tasch en een stel oude kleeren
en
.Maar dat telegram dan? Münheer Parson
was toch weggeroepen."
.Dat was niet voor vandaag. Juffrouw. U moet
het me niet kwalük nemen
„Laat me er door!” schreeuwde Beatrice.
.Den oogenbllk nog, juffrouw. Münheer Par
son verzocht mü nog door de huistelefoon een
taxi voor u te bestellen. Het spüt hem. dat hü
niet in de gelegenheid is, u thuis te brengen.”
„Dank Je.” stamelde Beatrice. „Ik loop liever.
De buitenlucht zal me goed doen."
(Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp
een Engelschman uit Kent wllkt met Carlos
Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van zün zuster Veronica Ralph
Rookabv Hlei komt hl! in kennis met den
rechter O' Brien en met Don Ramon die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bil
zeeroovers die Rlo Medio als Oasis hebben
Als hl! hier niet op ingaat wordt nil over-
*J’ en aan boord van een schip «e-
Htl weet echter spoedig te ontanap-
wprdt opgepikt door een ander
hem naar Havanna zal meene-
Nabil de Cubaansche kust worden zll
echter door zeeroovers. die onder bevel staar,
van een vriend van Carlos rhomaa de
Castro, overvallen John Kemp wordt ge
vangen genomen en met het kaperschip
naar Rlo Medio gebracht, waar hü gastvrij
ontvangen wordt door Don Balthasar Hier
leidt men hem aan het sterfbed van Car
on dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Z bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Z 7C/1 bU ®*n on8'val met Z 9C/J bU verlies van een hand Z f *>C ->ü verlies van een Z t“fï bü een breuk van Z 4/1 bü verlies van 'n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen J verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f f doodeiyken afloop f een voet of een oog 1 luim of wijsvinger f v</a"been of arm f anderen vinger
NIET JUUT VAST
STELLEN. VVE KCJN-
MEH SL ECHTS
-C JJ3EA!
CE VAAP INEEN BOOT ALS
DEZE NIET DIE HOUDT ZICH
ZJFD !N DEN FELSTEN OP HA AN.
ZOO NEËINNER IK ME EENGElS,
LM DE CUINEEIKHE ZEE J