Amerikaansche levenskunst
H
ZADELHOFF
KING
DIAMANT
115
vttAaal wui den dag
II
LIFE REGINS AT FOURTY
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
De oude zeilboot
1
ra
GELDERSCHE
ROOKWORST
HET KAPERSNEST
Alleabonné
BAK- EN BRAADVET
un
WOENSDAG 27 DECEMBER
Geen krachtsverspilling
r
i
Kostbaar marmer in
Transvaal ontdekt
de
Kerstgave in Portugal
JOSEPH CONRAD
J
Pe zrreegf benijd entwaardige leef-
tyd. Een opzienbarend boek
van den journalist Walter
B. Pitkin 7
Nieuw verduurzamings-
methode
Sprinkhanenplaag in
Zuid-Afrika
t per
oote
io
22| ets p. half
pond
MERK
INDERDAAD IETS FIJNS
PEPERMUNTl
Portugal en zijn
Koloniën
i De man met
s
den diepen zak
s
W)OR
DB
NATIONALE
k DRANK a
4
zal
worden
ver-
•Bnïw
van
ti
tkundl-
wy
En
het kaarslicht uit da open deuren dar
t Wordt vervolgd)
5»
c
VIERDE DEEL
LIER EN ZWAARD
EERSTE HOOFDSTUK
wel
zyn
zou
nog
ouw oe
louden,
i Jaar-
aan de kust voor Casa Rlego geankerd lag was
teen tachtig yards van ons af Ik dompelde mUn
W/K VERZEKER JE
ANNIE PATEH MAAP
I weinig anoGizun,
DIE DE OUDE J!M
NET VOOR ELKAAR
KAN BR En ÓEN
700 HERINNER IK
\METHET GEVAL met
^OUOE ZEILBOOTj
'NATUURLIJK 15 ZE GE\
RED. MAAR HOE KAN
EEN ZEILBOOT HET
IN ZOO’N VERSCHRIK
KELUKEN STORM
L utthouden. zA
de Ta
ssen, is
hijssen,
rver de
In ver
niet te
Inge-
et toe-
fALLEMMHri<j.'DAAR'\
UGT HET KARKAS VAN
NE ZEILBOOT VAN
DEN OUDENNED-óE
LUKK/G DREVEN WE
uAUW WEG,ANDERS
ZOUDEN WE OP EEN
ONDIEPTE GE5T007EM
ZUN
genover Das» Rlego.
Tomas Castro;
,J>e Senorlta heeft nog nooit een voet op
den open grond geset."
Dadelijk tilde ik haar In de boot.
„Afstooten, Tomas, af stoeten 1" lelde ik met
heftig kloppend hart.
GEHEEL TERNEERGESLAGEN MOEDELOOS.
STRIJDT DE ARME MUNHEER WARBUCKS TE
GEN DE WANHOOP, DIE OP HET <PUNT IS
ZICH VAM HEMMEESTER TE MAKEN
•da. die
>estand
tmlache
jlltieke.
:e pro-
fabrie-
e mee-
ten ge-
andels-
m toe-
gevolg
en last
over t
’flcieele
komen
icn het
jeering
en al 1
m p*y-
leerden
933 het
d. Ook
con-
werk-
ede le-
Pedera-
deellng,
worden
e Cotn-
schrapt
mg van
ROMAN VAN
De
had
zen,
nu
iag.
W
rbV
zeer
ad-
ge-
len.
i te
'M:
Ixe-
de
ien-
zm-
blik
gen
eer
eeft
tar-
jn*.
l er
t in
ken
den en
:heiden
n de-
gevaar
le Rük
alrlsme
vormt,
s alom
ontwa-
ultsch-
Zolken-
en ge-
enlngs-
sUn, nu
Is en
blijven
De Italiaanache regeerlng oevordert den uit
voer van vruchten en groenten, die in oe laat
ste Jaren steeds veelvuldiger worden gekweekt.
In verband daarmee tracht men in eigen labo
ratoria nieuwe conserveerlngsmethoden te vin
den. Het transport van spoedig bedervende pro
ducten over lange afstanden gaat nog altijd
met groote kosten gepaard, doch volgens Ita-
Uaansche vaktijdschriften vervoegt men nu al
over een minder duur procédé, dat door Ita
liaanache ingenieurs verbeterd is
De waar wordt eerst van alle minder goede
bestanddeelen gezuiverd, waarna ze sterk wordt
afgekoeld. Daarna bargt men haar in bij
zondere toestellen op. welke zoodanig zijn ge
construeerd. dat de Inhoud niet spoedig zijn
„kcude reserve" verliest.
De waren kunnen hierdoor honderden kilo
meters afleggen zonder iets van haar trisch-
heid te verliezen.
rv?7'
Het offlcieele propaganda-bureau in Portu
gal. dat tot taak heeft de regeerlng bU de be
volking meer populair te maken, heeft mede
gedeeld, dat aan alle armen van Lissabon op
Kerstmis een Kerstpakket
strekt. De Inhoud ven het iiakket bestaat uit
een gevulde kip. een flesch portwijn, een hoe
veelheid rijst en een groote Kerstpudding.
De Portugeesche regeerlng heeft een decreet
uitgevaardigd, krachtens hetwelk alle staats
instellingen. zooals het leger, de vloot en de
scholen enz. thee en koffie moeten drinken uit
de Portugeesche koloniën.
De invoertarieven op thee en rijst uit de
koloniën worden met 70 procent en op andere
artikelen met 80 procent verminderd.
or de
els UëP
oor op.
vormde
ede de
iet ge-
by verlies van *n
anderen vinger
Spr.
itholie-
n offer
gerlüke
laten,
n der
vent terug te ko
men. ik had hem
dadelijk in de ga
ten. Wat deed hij
zenuwachtig!
Dan aocht hU
weer haastig s’n
zakken na. dan
van
'MAAR HET WAS TOCH EEN STEVIG NMP
ER ZULLEN WEL EEN/GE.BRUIKBARE
PLANKEN WEZEN EN DAN IS DE ZAAK
'N ORDE GEREEDSCHAP HEBBEN WE
ÏHIER IK KAN PLANKEN ZAGEN, DA N
\heBBEN WE DE BOOM EN VAN HETEI-
LAND NIET NOODIG VAN DIE OUDE ZEll i
[BOOTKAN IK EEN NIEUWE MAKEN
UP/f uitstekend voldoet. A
langen tijd had ik naast den bisschopszetel
Verborgen gestaan, toen ik eensklaps de zwarte
testsite alleen In de galerij op mjj zag neer
kijken uit de loggia der Rlego**. Plotseling
Eerst nog een licht, bijna onhoorbaar kner
sen, een zwak, schurend geluld, een fluisterend
rulselen van zand en. zonder schok of plons
begon de boot te drijven.
Het was donker. De roeispaan behoedzaam
Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp,
een Ëngelschman uit Kent wijkt met Carlos
Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van ziin zuster Veronica Ralph
Rooksbv Hier komt hll in kennis met den
rechter O’Brien en met Don Ramon, die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bil
eeeroovere. die Rlo Medio als basis hebben
Als hij hier niet op ingaat, wordt hll over.
Weldigd en aan boord van een schip ge
bracht. HU weet te ontsnappen en wordt op-
geplkt door een ander schip dat hem naar
Havana meeneemt. Nabil Cuba worden zil
echter door zeeroovers. die onder bevel staan
van een vriend van Carlos Thomas de Castro,
overvallen John. Kemp wordt door het ka
perschip naar Rlo Medio gebracht, waar hll
gastvrij ontvangen wordt door Don Balthasar
Rier leidt men hem aan het sterfbed van
Carlos. Hst gepeupel slecht de uitlevering
Van' Kemp en doet als Carloe luist gestor
ven is. sen aanval op het huls, waarbij Don
Balthasar door een kogel wordt getroffen
•n stervend Ineenzakt 1
We hielden een oogenblik op met roeien en
Castro legde mij uit. dat er altijd vuur brandde,
wanneer er maar één schip van die dieven In
touw was. En ae waren allicht met een stuk
of vier man om het vuur te onderhouden.
Dezen eigen nacht was Manuel del Popolo
met een groot aantal roeibooten van huls om
den Indlë-vaarder op te wachten, die men sedert
oen middag de kust had zien naderen. Die was
nu door de windstilte een gemakkelUke
bult. Mlsschen waren ze reeds aan het plun
deren.
Dit feit had onze vlucht tot nog toe nog be-
De tjjd is weer aangebroken, waarin de Zuld-
Afrikaansche streken van enorme zwermen
sprinkhanen te lijden hebben. Op het platte
land kunnen de boeren nauwelijks hun vee in
de weilanden laten grazen. Bij duizenden en
nogmaals duizenden aetten de dieren zich in
bet grasveld en maken de grazende koeien en
schapen dol. De zwermen komen meestentijds
van die streken, waar de regenval in de laatste
weken het hevigst is geweest. Vooral Noord-
Transvaal wordt dit seizoen geducht geplaagd
door de kleine dieren, die zich met den dag
vermenigvuldigen. Op sommige plaatsen heb
ben de gemeenteraden ingegrepen door lijdelijke
maatregelen te treffen, zooals door het doen
bouwen van luchtige, ruime, insectvrije stallen,
waar het vee der boeren kan verblijven. Ook
de werkpaarden hebben het thans geducht te
verantwoorden Sommige dieren worden zoo
ontzettend lastig gevallen door de sprinkhanen,
dat zü niet in staat zijn eenigen arbeid te ver
richten.
man. „u bent nog jong en onbedreven, u weet
niet half wat er op deze wereld te koop is-
Maar ik moet zeggen. Ik tref het ander* wel
vandaag. Vanmorgen had ik ook zoo’n geintje
aan de hand. Ik ging naar mijn kantoor, en
op de tram was het zóó verduiveld druk, en
dan is het opletten hoor! Ik hield m'n handen
strak tegen m'n Ifjf gedrukt, want hét was van
daag beursdag en ik had een dik gespekte por
tefeuille in m'n mk...."
„Maar,” viel de jonge man in. „u behoeft toch
niet bang te zijn, als u zoo’n diepen zak hebt.**
„Nu mijnheer, het is toch maar zaak pm op
te passen, je kan nooit weten. Maar om op dien
M*MM8M*«*tm8MM*«M*M8l**M**t«***(888**888M
nd in
ver-
oclalis-
ife begins at fourty. Deze eigenaardige,
van
dan
men
van
kathedraal met oranjeachtig gestraal door den
mist heendrong.
■-..De boot moet uitgehoosd wordenI’ merkte
fluisterend op.
H Castro legde zijn riem neer en kwam op de
‘roeibank aan. Hoe goed wij voor onze vlucht
waren Ingericht, blijkt wel hieruit, dat er zelfs
niet de halve schaal van een cooosnoot aan
boord was. Een aarden kruik, gestopt met een
bundel gras, bevatte heel onzen voorraad versch
drinkwater.... Castro nam hem weg, bukte
zich en trachtte met zijn grooten slappen hoed
te hooien Ik denk, dat hij het ondoenlük vend,
want eensklaps rukte hü aan een van zijn vier
kante schoenen en trok hem uit. Dien gebruikte
hij nu om het water uit scheppen, wel vloe
kend. maar uit eerbied voor Seraphina. slechts
heel binnensmonds. Ik bleef zachtjes door
roeien.
Alles hing er van af zonder een enkel geluld
door de engte van de bkal te glippen. De
mannen op de landtong hadden geen middelen
lot achtervolging, maar, als zij let* hoornen
of. zagen, konden zij een waarschuwing roepen
naar de schepen bulten de baai. Daar lagen
de werkelijke gevaren mijn voornaamste be
zorgdheid.
Een reemist kwam opzetten IWas het ons
noodlottig of gunstig?
Het beantwoordde ten minste aan onze on-
middellijke behoefte verborgen te *i)n. en dit
was mij voldoende, waar heel onze toekomst
afhing van elke voorbijgaande minuut.
De misten, die van het laagland kwamen op
stijgen, vulden de baai maar gedeeltelijk en ik
kon ze op 't water zien drijven als een zilverig
witten, spookachtlgen muur. Wij drongen er in
door en werden onmlddeliyk van de kust af
onzichtbaar
Castro, die vlug roeide, draalde zijn hoofd
om en gromde wat bij het zien van een rood
schijnsel, heel laag in den mist. Er brandde een
vuur op de lage landtong, waar Nichols, de
Nleuw-Schotlander, het geschut had opge
steld dat zooveel schade had toegebracht aan
de schepen van admiraal Rowley. Het waren
maar enkele losse stukken geweest en een ge
deelte der kanonnen was al weer weggeno-
men.... Maar het vuur waarschuwde ons dat
Indompelend, gaf ik nogmaals een stoot tegen er enkele menschen op de plek aanwezig waren,
de hellende kust. Seraphina zat in haar mantel
gedoken, bewegingloos en Tomas Castro aan
den boeg maakte geen enkel geluld. Ik hoorde
hem niet eens adem halen. Alles scheen overge
laten aar mij Opnieuw aangedreven bracht de
boot een licht gekabbel teweeg en mijn uitge
latenheid van zooeven had in een enkel
oogenblik plaats gemaakt voor al de zwellingen
van den hevigsten angst.
Eensklaps werd mijn blik getroffen door de
maan, die over de zwarte helling van het ge
bergte een gloed verspreidde als van *n boech-
brand Nog een oogenblik en de baal zou over- j
stroomd worden met licht en de schoener, die gunstlgd.
Een heelen tijd hadden we kalm geroeid. De
roode vlek van het licht op de landtong werd
riem geluidloos in het nat.' Castro roeide met I grooter en grooter. terwijl de verminderde gloed
*11 eene hand.
gevoelde ik een buitengewone kalmte; zij keek
op mü neer met nietsziende oogen, maar ik wist
en voelde, dat zij mij nu zou volgen tot bet
einde der wereld. Ik voelde geen enkelen twijfel
meer aan het welslagen van onze onderne
ming; met zoo n standvastig wezen was er geen
mislukking meer mogelijk.
Eensklaps voelde ik. achter den bisschops
zetel om, een hand de mijne raken en een
stem zeide: „Het is tijd!” Heel zacht, alsof het
bij de plechtigheid hoorde, werd >k om den
zetel heen getrokken naar een deur In den
wand. We daalden langs een smalle wenteltrap
in de duisternis van een crypte slechts verlicht
door de kleine, blauwe vlam van een olielamp
Boven ons hoorden we geluiden als de donder
geweldig, sidderend. Wij bevonden ons omnid-
dellljk onder het koor.
Na een oogenblik wachten*, ontstond een ge
schuifel van kleeren, van ingehouden voet
stappen, en hoorde Ik een lichten uitroep met
ruwe stem geult.
Toen werd een steen in 1 gewelf van zijn
plaats bewogen, en straalde van hel koor een
gloed van licht naar omlaag.
Naast mij zag ik Seraphina'* gezicht schit
terend verlicht omhoog kijken. En Tomas
Castro zeide
„Vlug. vlug.... de gebeden zijn bijna afge-
loopen; er zullen menschen op straat zijn."
Van boven “tie een machtige stem in.
En een koor van stemmen sleepte na De
punt van een groote. met zwart fluweel bealee-
de kist gleed boven ons hoofd naar omlaag;
touwen zaten «r om heen. Mijn geleider bad in
In de nabijheid van Port St. John, niet ver
van Port-Ellsabeth verwijderd, is onlangs een
aanzienlijke hoeveelheid kostbaar marmer ont
dekt. Het gevonden marmer bestaat uit een
soort van onyx, satfjnsch spaat en travertin.
Zjj is eenlg in haar soort en de eerste kost
baarheid van dien aard ooit In Zuid-Afrika ge
vonden. Het marmerhoudend oppervlak wordt
geschat op ettelijke mlllioenen, waarvan slechts
weinig gelden zullen worden afgetrokken ter
dekking van de opgravlngskosten, omdat het
marmer vrij hoog tegen het aardoppervlak aan
ligt en gemakkelijk bereikbaar is. Het marmer
ligt In den vorm van een trechter, niet ver van
de Oemzimboevoe-rivler verwijderd en Is ge-
makkeiyk te bereiken met kleine booten. Een
deskundige van de beroemde Carrara-marmer-
mijnen In Italië heeft het terrein bezocht en
een zeer gunstig oordeel over deze ontdekking
uitgesproken. Hjj verklaarde o. a. nog nimmer
zulk een schitterende kwaliteit te hebben ge
zien en dit in zoo’n aanzienlijke hoeveelheid.
Door een aantal belangstellende ingezetenen
van Durban is thans een commissie samenge
steld tot het vergaren van een bedrag ter groot
te van 500 000. Hiermede wil men in samen
werking met den eigenaar van het kostbaar
stuk grond het marmerhoudend aardvlak ont
ginnen en de noodlge mijnwerkers ervoor aan
het week stellen. Monsters van het marmer
worden momenteel te Durban aan belangstel
lenden getoond.
de schemerige verte naast een witmarmeren
plaat in den dlkkan muur een deur geopend.
De kist boven ons bewoog weer een weinig
terug; de touwen werden met rammeiend ge
luld opnieuw bevestigd.
Een droge, vormelijke stem Intoneerd
boven:
„Erlt Justus. Ab audltlone
BU de open deur rammelde de broeder met
de sleutels: ..Komen, komen,” riep hij onge
duldig.
Ik was vreeselijk bang dat Seraphina op t
zien der kist zou gaan gillen en flauw vallen, cf
zou weigeren de plaats te verlaten Er was maar
heel weinig tUd.... De piraten stroomden mis
schien reeds voor uit de kathedraal. terwUl wjj
bier aan den achterkant kwamen.
Maar Seraphina glipte naar de open deur;
een adem van frissche lucht bereikte ons..Zy
keek eenmaal om. De kist hing nu recht boven
de opening en sloot het licht af. Tomas Castro
nam haar bU de hand.
„Kom mee kom mee." zeide hjj met bui
tengewone teederheld.
HU had krampachtig staan snikken,
gingen enkele treden op en achter ons sloot
de deur met een geluid als een zucht van ver
lichting.
Snel schreden wU door de volkomen zwart
heid en eenzaamheid van het verlaten strand
tusschen de oude stad en het dorp
Een boot lag half in het water Links van
ons huiverde over het stille water het lich» van
een schoener
Eensklap* i
I paradoxale uitspraak kan
J—niemand anders afkomstig
van een Amerikaan. Hoogstens
er O. B- Shaw of Chesterton
kunnen verdenken. Maar de doorsnee Amerikaan
houdt er totaal andere levensinzichten op na
dan wU. Europeanen. En hU kraamt zUn wUs-
held meestal uit op dien luidruchtlgen, apodlc-
tischen toon, die geen tegenspraak duldt, zelfs
de tnogeUJkheld van een restrictie niet open
last, en die ons eerlijk gezegd, kregel maakt.
Doch voor deze uitspraak voelen we letsl En
geloof nu niet, dat zulks te wUten zou zUn aan
het gelukkige feit, dat we zelf juist die leef
tijdsgrens bereikt hebben. Volstrekt niet. Maar
die Amerikaan, wiens overtuiging we zoo innig
deelen, is niet de eerste de beste: hU schreef
er zelfs *n boek over, 'n Boek, dat tot titel
draagt:
„Life begins at fourty". En dit boek Is zoo
maar niet 'n gewoon boek: een boek zooals er
zooveel worden uitgegeven. Dit boek staat,
sinds vele maanden, aan de spits van de „best
sellers” van Amerika. Zooals men weten zal.
maakt de Vereenlging van Amerikaansche
Boekhandelaren Iedere maand bekend, welk
boek op letterkundig of ander gebied in de
vorige maand het hoogste verkoopcUfer be
haalde. En zooals gezegd is het sinds vele
maanden dit eigenaardige boek met den korten,
gedurfden. en zeker niet alleen voor Ameri
kanen aantrekkelUken titel. Want het is juist
een tegenovergesteld standpunt, n.l- dat de
wereld toebehoort aan de jeugd, dat van ouds
opgeld doet In de Amerikaansche wereld. Nu
komt het er natuurlUk slechts op aan. wat men
onder „jeugd” verstaat, en dan „kann man
weit gehen". Laat de dameswereld niet meenen
dat we hier inslnueeren. want wanneer zelfs
de professor in de journalistiek, die bovenge
noemd boek publiceerde en die 55 is, zich schul
dig maakt aan zulk een verwijding van het
begrip ..jong", nietwaar..... De man heet
Walter B. Pttkin en doceert journalistiek aan
de New-Yorksche Columbia Unlversitelt. En
behalve dat zijn boek druk gekocht wordt, be
wijzen de stapels instemmingen, welke den
schrijver dagelijks worden toegezonden, dat men
het boek inderdaad ook met genoegen leest, en
dat een goed woord op het goede oogenblik
gesproken btj vele menschen van rijperen leef
tijd weer nieuwen levensmoed heeft gewekt.
Zulk een goed woord Is: -Life begins at fourty”.
We zijn het met Walter Pitkin roerend eens.
dat men eigenlijk pas op veertlg-jarigen leef
tijd er zoo’n beetje achter komt, wat er in de
wereld te koop is. De bewering, dat onze werk
kracht omstreeks dezen leeftijd begint af te
nemen, noemt hij een fabeltje. „Het 1* onzin.”
zoo roept deze jeugdige 55-jar!ge docent in de
journalistiek uit. „dat onze zintuigen dan be
ginnen af te stompen. Onzin! Want pas de
veertig-jarige bezit waarlijk oordeelsvermogen,
staat op den vasten bodem der ervaring, en
weet de goederen dezer Wereld naar waarde te
schatten. „Verheugt u dus, veertlg-jarigen",
zoo zegt hij tot de menschen van dien leeftijd,
„dat uw eigenlijk leven pas begint. Veertig jaar
is de meest benjjdenswaardige leeftijd!" We
nemen zijn uitspraak hier zoo over, op gevaar
af. dat we straks niemand meer zullen ont
moeten. of we hooren op de stereotype vraag
hoe hij 't maakt, het stereotype antwoord: ..Uit
stekend kerel, ik ben pa* veertig!”
Het 1* intusschen alle, gekheid terzijde ge
laten een merkwaardige figuur onder zijn
vele merkwaardige landgenooten. deze docent
in'de journalistiek en schrijver van vele boeken
Want diff Is niet s’n eerste. Walter B. Pitkin
i» het type van den besten Amertkaanschen
geest, stevig verankerd in de jaarkelijkheld. be
zield met een bewonderenswaardige, doelbe
wuste energie, en die zich met bijna woedende
belangstelling werpt op alle gebieden der men-
scheiyke beschaving. Pltkln is steeds bezig aan
een of ander boek. Dat doen, met minder of
meer succes, meer schrijvers. Maar hjj be
weegt zich daarbij op een zeer bijzonder ter
rein: eeh terrein, waarover, tot op heden, wel
allerlei essays en verhandelingen verschenen
zijn, maar dat toch nog nimmer zóó grondig
werd geëxploiteerd als door dezen Amerikaan
Op het oogenblik is hij bezig aan een boek,
dat aantoonen moet, hoe slecht de menschen
over t algemeen hun energie weten uit te bul
ten. Aan de hand van onderzoekingen in een
psychologisch laboratorium verricht, bewijst
hij, om een voorbeeld te noemen, dat maar
weinig menschen de kunst verstaan om zonder
krachtsverspilling 'n trap te beklimmen. Nog
minder menschen verstaan de kunst volkomen
uit te rusten, de kunst der volledige ontspan
ning. Het zou onzen geplaagden zenuwen heel
wat ellende besparen, indien we die kunst wel
verstonden. Voor dit alles echter is een zekere
techniek noodig, en deze wil Walter B. Pitkin
den menschen leeren. Dit boek over energie en
haar aanwending zal zoo ongeveer het vijf en
twintigste zijn van dezen schrijver
Hij gaf werken in 't licht over de psycholo
gie der prestatie, over de psychologie van het
geluk, over de kunst van het leeren. over de
kunst snel te lezen, hij schreef over de ge
schiedenis der menscheljjke domheid, en over
tal van andere interessante thema's- Professor
Pltkln beweert, dat te ver gaande spectallsee-
ring een der hoofdkwalen is van onzen tijd.
Om deze bewering te staven citeert hij het
typische voorbeeld van dien wereldbekenden
Amertkaanschen financier, die, als géfuige op
geroepen voor den rechter, met een zelf-inge-
nomen glimlach verklaarde, dat hij er geen
flauwe notie van had. hoeveel hij aan inkom
stenbelasting betaalde, daar had hij zijn be-
lastingspeclalltelten voor, zei hij. En het ver
dere verhoor bracht aan het licht dat hij van
de Amerikaansche financiën weinig of niets
afwist. Hij was alleen op de hoogte met de in
ternationale financiën. Wij laten, zoo schrijft
Pltkln. de gewichtigste beslissingen maar over
aan die specialisten, die op alle gebieden, met
uitzondering van een enkel, verwarringsraad-
gevers zijn, en het resultaat is een helllooze
verwarring voor allen, de specialisten incluis.
Als z'n voornaamste taak beschouwt de jour
nalist-professor het. geholpen door een aantal
medewerkers, alle takken van handel en ver
keer te analyseeren.
^T’45 ets p. pond
m rilt Wad zltn Imrevolee de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bM levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfï by een ongeval met f QC(l bij nrllee van een band f 1 oy verlies van een LFfi b|j een breuk van f
S on^viiLuèn ?e^ek"^l «en der volgende ultkeerlnien I J UUU. - verlies van tilde armembelde beenen of belde oogen I t OU.~ doodelyken aflpop I ZOU.- een voet of een oog f 1 duim of wijsvinger I OU.- been of arm f ‘tU.-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL -
.1 "-W n.- J' 1 - - 1-.ISS 1 'JLT! J- - - L -- t.
eA corpulente oude mannetje aan een der
tafeltjes van het deftige restaurant keek
met spanning/naar hetgeen zich buiten
voor z’n oogen afspeelde. Een groote menigte
had zich verzameld, toen een rechercheur een
zakkenroller op heeterdaad had betrapt en even
later de boosdoener onder den yzeren greep van
den politieman werd weggeleid.
De oude man staarde voor zich uit. Wat een
schelm, zoo’n jongen. Maar daar kon men
tigeniyk niet over oordeelen. Misschien was hy
gedwongen door ellende, misschien ook niet. Hij
kon ook een avonturier zijn. Op dit oogenblik
werd hy uit z’n overpeinzingen opgeschrikt
door iemand anders, die aan hetzelfde tafeltje
wilde plaats nemen.
„Is deze plaat* onbezet?" vroeg een vriende-
lyke stem, en opkykend zag hy een charmant
jongmensch, gehuld in een kostbare bontjas.
*„Ja, aeker, mynheer," antwoordde de oude
man haastig. Hy zat zoo alleen en eenlg ge
zelschap in zoo’n groote ruimte, scheen hem
^nlet onverschillig.
„Dank u. dan zal ik m'n jas maar even uit
trekken." zgl de ander en hy hing z’n jas aan
den kapstok, naast het eenvoudige Jasje van
den ouden man.
Eenlge oogenbllkken gingen in stilzwUgen
voorby. alvorens het corpulente heertje zich
vriendeiyk tot den Jongen man richtte en zei:
„Hoe kunnen sommige Jonge menschen toch
hun leven vergooien, vindt u niet?"
De ander keek hem vragend aan.
„Ik zeg, dat zooveel jongelui reeds vroeg voor
de gevangenis worden groot gebracht.”
„Hoe bedoelt u dat?" vroeg de aangesproke
ne, terwyi hy een sigarenkoker te voorschijn
haalde.
„Nou. heel eenvoudig, dagelyks zien we er
tal van voorbeelden van. Ik weet niet, of u het
roo juist gezien heeft, maar geen tien minuten
geleden werd een Jongeman op heeterdaad be
trapt op zakkenrollerij
„O,” viel de ander hem in de rede, „nu be
grijp Ac u; ja zeker. Ja. Ja. dat is maar al te
waar. Maar A propos, kan Ik u misschien die
nen?” HU stak z’n overbuur z’n sigarenkoker
toe en deze nam er met een lichte buiging een
sigaar uit. De gulle gever vervolgde:
,4a, mUnheer, wat dat betreft, neen, het is
heel gewoon als Je een Inbraak pleegt en nog
meer ben Je in tel. wanneer Je een geraffi
neerde oplichting op touw zet. Neen, de tijd
dat je met den nek werd aangezien 1* voorbij.
Je zou haast zeggen, dat ze die zaakje* in de
hand werken."
„Juist, zeer Juist opgemerkt," meende de oude
heer en liet er onmiddellljk op volgen: „Tegen
woordig is het heelemaal geen schande meer."
De jonge man blies behaagiyk een rookwolk
weg, als wilde hy te kennen geven dat hy het
roerend met den ander een» was.
„Maar om op het geval van daar straks terug
te komen, het was een snuiter van nog geen
twintig Jaar en u had dat gezicht eens moeten
zien. HU keek net alsof hy de eeriykste man
van de wereld was.
„Had hU een mUnheer gerold?"
^Ja. maar heel toevallig had deze hem in de
gaten."
„Nu, dan la hy ook nog een groen in 1 vak!"
„Wat zegt u vak’ Ik moet zeggen, een mooi
vak! Maar by mU was hU even goed In de val
geloopen.”
„Hoe zoo?"
„Ja, natuurlUk. Ten eerste, zorg ik er voor,
dat ik er nooit té netjes, d.wx chique uitzle.
want daar letten ze het eerste op."
„Dat is waar."
„En dan is er nog een reden, waarom ze by
mU niet de minste kans hebben. In m’n jas
heb ik zóó’n diepen zak. dat, als ae het zouden
wagen hun handen in m'n zak te steken, ze er
nooit meer uit zouden komen."
..Een prachtig idee,” lachte de ander.
„Misschien denkt u, wat is die man dom om
zoo iets te zeggen, maar ik heb wel zooveel
menschenkennis, dat ik met éen oogopslag zie
I dat ik met een keurig net persoon te doen heb
Dat zie ik onmlddeliyk mUnheer, dus daarom
vertrouw Ik u zonder aarzelen m'n geheim
toe
„Dank u."
„Ach mUnheer," hernam de praatzieke oude
Zoo wil hy ontdekken. In hoeverre en waar
een specialist ook bulten *Un vakgebied kan
worden gebruikt en welke opleiding hy hier
voor noodig heeft.
Echt Amerikaansch is ook de loopbaan van
Walter Pitkin. Op de Staatsuniversiteit stu
deerde hy talen. Daarna bracht hy verschil
lende jaren door op Fransche en Dultsche unl-
versitelten. met de studie van psychologie en
aesthetiek: in zUn onderhoud voorzag hy als
handelaar in afval en afbraak. Na de wereld
tentoonstelling van Parijs In 1909 had hy dit
baantje van een Amertkaanschen lompenhan
delaar overgenomen. BU de afbraak der ten
toonstelling verkocht hU alles wat maar ver
kocht kan worden, van gebroken tegels tot
gebruikte penhouders toe. HU kwam daardoor
met alle lompenhandelaars van Parijs In aan
raking en leerde hun „Jargon". Hy deed zulke
goede zaken, dat de Amerikaansche Tentoon
stellingscommissie tot driemaal toe zUn salaris
verhoogde, totdat hy tenslotte genoeg ver
diend had. om gedurende 'n jaar of vier de unl-
versltelten die hem bevielen, te bezoeken, zon
der zich om z'n levensonderhoud te behoeven
te bekommeren.
In Amerika werd hU leeraar. Als men nu
weet, dat een Amerikaansche leeraar een
vacantle heeft van drie tot vier maanden
daarop kan zelfs een Hollandsche leeraar ja-
loersch zyn. laat staan 'n journalist en men
heeft uit het voorgaande begrepen, wat voor
een type deze journalistieke professor 1*. kan
men zich eenigermate voorstellen, hoe hy dezen
vryen tyd heeft weten te benutten. Met 11 paar
oogen, die werkelyk alles zien en opmerken
daarvoor Is Walter B Pltkln dan ook pro
fessor in de journalistiek Is hU rond gaan
rijken in alle hoeken der Vereenlgde Staten,
zich voor alles interesseerend, vriendschap
sluitend met arbeiders en boeren, met zaken-
menschen en fabrieksbezltters. en van al zyn
reiaen nota-blocs vol aanteekenlngen mee naar
huls brengend. Daar ligt het geheim van zUn
nooit theoretisch onderwUs. maar van een on-
derwUs. gebaseerd op feiten, op het practi-
sche leven.
Vele duizenden in de Vereenlgde Staten
danken aan dezen professor een vruchtbare
loopbaan En op heden is deze een der meest
geziene populair-wetenschappelUke schryvers
van Amerika, een der leidende krachten van
de practlsche philosophic Een man, van wlen
men levenskunst kan leeren.
Veertigers, proficiat! Oe begint nog pas te
leven I
•••«•••••••••(••••«*Mt**t*(Zt(**«******l***aM****M<
weer schoof hy z'n boord recht, die heelemaal
niet scheef zat. Nou. maar ik heb hem niet
uit het oog verloren.”
„U bent een voorzichtig man." zei de ander
goedkeurend.
,4a. dat moet wel in den tegenwoordlgen tyd.
Ik kan het u wel in vertrouwen zeggen, maar
ik zal biy wezen, als ik vanavond op mUn vil
laatje. weer veilig en wel by moeder de vrouw
zit. Och, het is'zoo gevaariyk. zooveel geld by
Je te hebben; enfin, oppassen 1* de boodschap."
„NatuurlUk."
„Ik zou den kerel, die het waagde my m’n
geld te ontfutselen, den nek omdraaien, het
geld, waar Ik zoo voor heb geploeterd. Ach m’n
goede mUnheer, het is toch gespuis tegenwoor
dig en anders niet.”
De oude heer werd driftig en sloeg met de
handen op tafel, zoodat de glazen trilden.
.4a, .’wat dat betreft," zei de elegante jonge
man. 4k ben dezelfde meerling toegedaan als
u Het is alles volkomen waar wat u zegt. O.
ik verzeker u. als het my mocht gebeuren, ik
zou den vent tegen den grond slaan.”
„Zeker, ze verdienen niet anders."
..Maar u gaat veilig en wel naar huis; ze
denken toch niet, dat zoo’n eenvoudig manne
tje. permitteer me, dat ik het zeg. zooveel geld
by zich heeft."
De oude heer stond op met de verontschul
diging. dat hU zich een oogenblik moest ver-
wyderen.
Toen hy terugkwam, was de elegante jonge
man spoorloos verdwenen, en de oude zag dat
hy er met z'n Jasje vandoor was gegaan. HU
ging echter doodbedaard aan het tafeltje zitten,
klopte even en rekende met den kellner af.
Daarna liep hy met een glimlach op het ge
rimpeld gelaat naar den kapstok, en trok de
prachtige bontjas aan.
„Zlejoo," mompelde hU, „dat is weer een
mooie jas die kan Ik best met dat koude weer
aan m’n lyf hebben. Och. wat zal die goede
Jongen opkyken. als hy tot de ontdekking komt,
dat de oude man Inderdaad een aeer diepen
zak in z'n jas heeft, maar een zak zonder bo
dem en zonder portefeuille.