Amerikaansche levenskunst H ZADELHOFF KING DIAMANT 115 vttAaal wui den dag II LIFE REGINS AT FOURTY DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK De oude zeilboot 1 ra GELDERSCHE ROOKWORST HET KAPERSNEST Alleabonné BAK- EN BRAADVET un WOENSDAG 27 DECEMBER Geen krachtsverspilling r i Kostbaar marmer in Transvaal ontdekt de Kerstgave in Portugal JOSEPH CONRAD J Pe zrreegf benijd entwaardige leef- tyd. Een opzienbarend boek van den journalist Walter B. Pitkin 7 Nieuw verduurzamings- methode Sprinkhanenplaag in Zuid-Afrika t per oote io 22| ets p. half pond MERK INDERDAAD IETS FIJNS PEPERMUNTl Portugal en zijn Koloniën i De man met s den diepen zak s W)OR DB NATIONALE k DRANK a 4 zal worden ver- •Bnïw van ti tkundl- wy En het kaarslicht uit da open deuren dar t Wordt vervolgd) 5» c VIERDE DEEL LIER EN ZWAARD EERSTE HOOFDSTUK wel zyn zou nog ouw oe louden, i Jaar- aan de kust voor Casa Rlego geankerd lag was teen tachtig yards van ons af Ik dompelde mUn W/K VERZEKER JE ANNIE PATEH MAAP I weinig anoGizun, DIE DE OUDE J!M NET VOOR ELKAAR KAN BR En ÓEN 700 HERINNER IK \METHET GEVAL met ^OUOE ZEILBOOTj 'NATUURLIJK 15 ZE GE\ RED. MAAR HOE KAN EEN ZEILBOOT HET IN ZOO’N VERSCHRIK KELUKEN STORM L utthouden. zA de Ta ssen, is hijssen, rver de In ver niet te Inge- et toe- fALLEMMHri<j.'DAAR'\ UGT HET KARKAS VAN NE ZEILBOOT VAN DEN OUDENNED-óE LUKK/G DREVEN WE uAUW WEG,ANDERS ZOUDEN WE OP EEN ONDIEPTE GE5T007EM ZUN genover Das» Rlego. Tomas Castro; ,J>e Senorlta heeft nog nooit een voet op den open grond geset." Dadelijk tilde ik haar In de boot. „Afstooten, Tomas, af stoeten 1" lelde ik met heftig kloppend hart. GEHEEL TERNEERGESLAGEN MOEDELOOS. STRIJDT DE ARME MUNHEER WARBUCKS TE GEN DE WANHOOP, DIE OP HET <PUNT IS ZICH VAM HEMMEESTER TE MAKEN •da. die >estand tmlache jlltieke. :e pro- fabrie- e mee- ten ge- andels- m toe- gevolg en last over t ’flcieele komen icn het jeering en al 1 m p*y- leerden 933 het d. Ook con- werk- ede le- Pedera- deellng, worden e Cotn- schrapt mg van ROMAN VAN De had zen, nu iag. W rbV zeer ad- ge- len. i te 'M: Ixe- de ien- zm- blik gen eer eeft tar- jn*. l er t in ken den en :heiden n de- gevaar le Rük alrlsme vormt, s alom ontwa- ultsch- Zolken- en ge- enlngs- sUn, nu Is en blijven De Italiaanache regeerlng oevordert den uit voer van vruchten en groenten, die in oe laat ste Jaren steeds veelvuldiger worden gekweekt. In verband daarmee tracht men in eigen labo ratoria nieuwe conserveerlngsmethoden te vin den. Het transport van spoedig bedervende pro ducten over lange afstanden gaat nog altijd met groote kosten gepaard, doch volgens Ita- Uaansche vaktijdschriften vervoegt men nu al over een minder duur procédé, dat door Ita liaanache ingenieurs verbeterd is De waar wordt eerst van alle minder goede bestanddeelen gezuiverd, waarna ze sterk wordt afgekoeld. Daarna bargt men haar in bij zondere toestellen op. welke zoodanig zijn ge construeerd. dat de Inhoud niet spoedig zijn „kcude reserve" verliest. De waren kunnen hierdoor honderden kilo meters afleggen zonder iets van haar trisch- heid te verliezen. rv?7' Het offlcieele propaganda-bureau in Portu gal. dat tot taak heeft de regeerlng bU de be volking meer populair te maken, heeft mede gedeeld, dat aan alle armen van Lissabon op Kerstmis een Kerstpakket strekt. De Inhoud ven het iiakket bestaat uit een gevulde kip. een flesch portwijn, een hoe veelheid rijst en een groote Kerstpudding. De Portugeesche regeerlng heeft een decreet uitgevaardigd, krachtens hetwelk alle staats instellingen. zooals het leger, de vloot en de scholen enz. thee en koffie moeten drinken uit de Portugeesche koloniën. De invoertarieven op thee en rijst uit de koloniën worden met 70 procent en op andere artikelen met 80 procent verminderd. or de els UëP oor op. vormde ede de iet ge- by verlies van *n anderen vinger Spr. itholie- n offer gerlüke laten, n der vent terug te ko men. ik had hem dadelijk in de ga ten. Wat deed hij zenuwachtig! Dan aocht hU weer haastig s’n zakken na. dan van 'MAAR HET WAS TOCH EEN STEVIG NMP ER ZULLEN WEL EEN/GE.BRUIKBARE PLANKEN WEZEN EN DAN IS DE ZAAK 'N ORDE GEREEDSCHAP HEBBEN WE ÏHIER IK KAN PLANKEN ZAGEN, DA N \heBBEN WE DE BOOM EN VAN HETEI- LAND NIET NOODIG VAN DIE OUDE ZEll i [BOOTKAN IK EEN NIEUWE MAKEN UP/f uitstekend voldoet. A langen tijd had ik naast den bisschopszetel Verborgen gestaan, toen ik eensklaps de zwarte testsite alleen In de galerij op mjj zag neer kijken uit de loggia der Rlego**. Plotseling Eerst nog een licht, bijna onhoorbaar kner sen, een zwak, schurend geluld, een fluisterend rulselen van zand en. zonder schok of plons begon de boot te drijven. Het was donker. De roeispaan behoedzaam Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp, een Ëngelschman uit Kent wijkt met Carlos Rlego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van ziin zuster Veronica Ralph Rooksbv Hier komt hll in kennis met den rechter O’Brien en met Don Ramon, die Kemp willen overhalen dienst te nemen bil eeeroovere. die Rlo Medio als basis hebben Als hij hier niet op ingaat, wordt hll over. Weldigd en aan boord van een schip ge bracht. HU weet te ontsnappen en wordt op- geplkt door een ander schip dat hem naar Havana meeneemt. Nabil Cuba worden zil echter door zeeroovers. die onder bevel staan van een vriend van Carlos Thomas de Castro, overvallen John. Kemp wordt door het ka perschip naar Rlo Medio gebracht, waar hll gastvrij ontvangen wordt door Don Balthasar Rier leidt men hem aan het sterfbed van Carlos. Hst gepeupel slecht de uitlevering Van' Kemp en doet als Carloe luist gestor ven is. sen aanval op het huls, waarbij Don Balthasar door een kogel wordt getroffen •n stervend Ineenzakt 1 We hielden een oogenblik op met roeien en Castro legde mij uit. dat er altijd vuur brandde, wanneer er maar één schip van die dieven In touw was. En ae waren allicht met een stuk of vier man om het vuur te onderhouden. Dezen eigen nacht was Manuel del Popolo met een groot aantal roeibooten van huls om den Indlë-vaarder op te wachten, die men sedert oen middag de kust had zien naderen. Die was nu door de windstilte een gemakkelUke bult. Mlsschen waren ze reeds aan het plun deren. Dit feit had onze vlucht tot nog toe nog be- De tjjd is weer aangebroken, waarin de Zuld- Afrikaansche streken van enorme zwermen sprinkhanen te lijden hebben. Op het platte land kunnen de boeren nauwelijks hun vee in de weilanden laten grazen. Bij duizenden en nogmaals duizenden aetten de dieren zich in bet grasveld en maken de grazende koeien en schapen dol. De zwermen komen meestentijds van die streken, waar de regenval in de laatste weken het hevigst is geweest. Vooral Noord- Transvaal wordt dit seizoen geducht geplaagd door de kleine dieren, die zich met den dag vermenigvuldigen. Op sommige plaatsen heb ben de gemeenteraden ingegrepen door lijdelijke maatregelen te treffen, zooals door het doen bouwen van luchtige, ruime, insectvrije stallen, waar het vee der boeren kan verblijven. Ook de werkpaarden hebben het thans geducht te verantwoorden Sommige dieren worden zoo ontzettend lastig gevallen door de sprinkhanen, dat zü niet in staat zijn eenigen arbeid te ver richten. man. „u bent nog jong en onbedreven, u weet niet half wat er op deze wereld te koop is- Maar ik moet zeggen. Ik tref het ander* wel vandaag. Vanmorgen had ik ook zoo’n geintje aan de hand. Ik ging naar mijn kantoor, en op de tram was het zóó verduiveld druk, en dan is het opletten hoor! Ik hield m'n handen strak tegen m'n Ifjf gedrukt, want hét was van daag beursdag en ik had een dik gespekte por tefeuille in m'n mk...." „Maar,” viel de jonge man in. „u behoeft toch niet bang te zijn, als u zoo’n diepen zak hebt.** „Nu mijnheer, het is toch maar zaak pm op te passen, je kan nooit weten. Maar om op dien M*MM8M*«*tm8MM*«M*M8l**M**t«***(888**888M nd in ver- oclalis- ife begins at fourty. Deze eigenaardige, van dan men van kathedraal met oranjeachtig gestraal door den mist heendrong. ■-..De boot moet uitgehoosd wordenI’ merkte fluisterend op. H Castro legde zijn riem neer en kwam op de ‘roeibank aan. Hoe goed wij voor onze vlucht waren Ingericht, blijkt wel hieruit, dat er zelfs niet de halve schaal van een cooosnoot aan boord was. Een aarden kruik, gestopt met een bundel gras, bevatte heel onzen voorraad versch drinkwater.... Castro nam hem weg, bukte zich en trachtte met zijn grooten slappen hoed te hooien Ik denk, dat hij het ondoenlük vend, want eensklaps rukte hü aan een van zijn vier kante schoenen en trok hem uit. Dien gebruikte hij nu om het water uit scheppen, wel vloe kend. maar uit eerbied voor Seraphina. slechts heel binnensmonds. Ik bleef zachtjes door roeien. Alles hing er van af zonder een enkel geluld door de engte van de bkal te glippen. De mannen op de landtong hadden geen middelen lot achtervolging, maar, als zij let* hoornen of. zagen, konden zij een waarschuwing roepen naar de schepen bulten de baai. Daar lagen de werkelijke gevaren mijn voornaamste be zorgdheid. Een reemist kwam opzetten IWas het ons noodlottig of gunstig? Het beantwoordde ten minste aan onze on- middellijke behoefte verborgen te *i)n. en dit was mij voldoende, waar heel onze toekomst afhing van elke voorbijgaande minuut. De misten, die van het laagland kwamen op stijgen, vulden de baai maar gedeeltelijk en ik kon ze op 't water zien drijven als een zilverig witten, spookachtlgen muur. Wij drongen er in door en werden onmlddeliyk van de kust af onzichtbaar Castro, die vlug roeide, draalde zijn hoofd om en gromde wat bij het zien van een rood schijnsel, heel laag in den mist. Er brandde een vuur op de lage landtong, waar Nichols, de Nleuw-Schotlander, het geschut had opge steld dat zooveel schade had toegebracht aan de schepen van admiraal Rowley. Het waren maar enkele losse stukken geweest en een ge deelte der kanonnen was al weer weggeno- men.... Maar het vuur waarschuwde ons dat Indompelend, gaf ik nogmaals een stoot tegen er enkele menschen op de plek aanwezig waren, de hellende kust. Seraphina zat in haar mantel gedoken, bewegingloos en Tomas Castro aan den boeg maakte geen enkel geluld. Ik hoorde hem niet eens adem halen. Alles scheen overge laten aar mij Opnieuw aangedreven bracht de boot een licht gekabbel teweeg en mijn uitge latenheid van zooeven had in een enkel oogenblik plaats gemaakt voor al de zwellingen van den hevigsten angst. Eensklaps werd mijn blik getroffen door de maan, die over de zwarte helling van het ge bergte een gloed verspreidde als van *n boech- brand Nog een oogenblik en de baal zou over- j stroomd worden met licht en de schoener, die gunstlgd. Een heelen tijd hadden we kalm geroeid. De roode vlek van het licht op de landtong werd riem geluidloos in het nat.' Castro roeide met I grooter en grooter. terwijl de verminderde gloed *11 eene hand. gevoelde ik een buitengewone kalmte; zij keek op mü neer met nietsziende oogen, maar ik wist en voelde, dat zij mij nu zou volgen tot bet einde der wereld. Ik voelde geen enkelen twijfel meer aan het welslagen van onze onderne ming; met zoo n standvastig wezen was er geen mislukking meer mogelijk. Eensklaps voelde ik. achter den bisschops zetel om, een hand de mijne raken en een stem zeide: „Het is tijd!” Heel zacht, alsof het bij de plechtigheid hoorde, werd >k om den zetel heen getrokken naar een deur In den wand. We daalden langs een smalle wenteltrap in de duisternis van een crypte slechts verlicht door de kleine, blauwe vlam van een olielamp Boven ons hoorden we geluiden als de donder geweldig, sidderend. Wij bevonden ons omnid- dellljk onder het koor. Na een oogenblik wachten*, ontstond een ge schuifel van kleeren, van ingehouden voet stappen, en hoorde Ik een lichten uitroep met ruwe stem geult. Toen werd een steen in 1 gewelf van zijn plaats bewogen, en straalde van hel koor een gloed van licht naar omlaag. Naast mij zag ik Seraphina'* gezicht schit terend verlicht omhoog kijken. En Tomas Castro zeide „Vlug. vlug.... de gebeden zijn bijna afge- loopen; er zullen menschen op straat zijn." Van boven “tie een machtige stem in. En een koor van stemmen sleepte na De punt van een groote. met zwart fluweel bealee- de kist gleed boven ons hoofd naar omlaag; touwen zaten «r om heen. Mijn geleider bad in In de nabijheid van Port St. John, niet ver van Port-Ellsabeth verwijderd, is onlangs een aanzienlijke hoeveelheid kostbaar marmer ont dekt. Het gevonden marmer bestaat uit een soort van onyx, satfjnsch spaat en travertin. Zjj is eenlg in haar soort en de eerste kost baarheid van dien aard ooit In Zuid-Afrika ge vonden. Het marmerhoudend oppervlak wordt geschat op ettelijke mlllioenen, waarvan slechts weinig gelden zullen worden afgetrokken ter dekking van de opgravlngskosten, omdat het marmer vrij hoog tegen het aardoppervlak aan ligt en gemakkelijk bereikbaar is. Het marmer ligt In den vorm van een trechter, niet ver van de Oemzimboevoe-rivler verwijderd en Is ge- makkeiyk te bereiken met kleine booten. Een deskundige van de beroemde Carrara-marmer- mijnen In Italië heeft het terrein bezocht en een zeer gunstig oordeel over deze ontdekking uitgesproken. Hjj verklaarde o. a. nog nimmer zulk een schitterende kwaliteit te hebben ge zien en dit in zoo’n aanzienlijke hoeveelheid. Door een aantal belangstellende ingezetenen van Durban is thans een commissie samenge steld tot het vergaren van een bedrag ter groot te van 500 000. Hiermede wil men in samen werking met den eigenaar van het kostbaar stuk grond het marmerhoudend aardvlak ont ginnen en de noodlge mijnwerkers ervoor aan het week stellen. Monsters van het marmer worden momenteel te Durban aan belangstel lenden getoond. de schemerige verte naast een witmarmeren plaat in den dlkkan muur een deur geopend. De kist boven ons bewoog weer een weinig terug; de touwen werden met rammeiend ge luld opnieuw bevestigd. Een droge, vormelijke stem Intoneerd boven: „Erlt Justus. Ab audltlone BU de open deur rammelde de broeder met de sleutels: ..Komen, komen,” riep hij onge duldig. Ik was vreeselijk bang dat Seraphina op t zien der kist zou gaan gillen en flauw vallen, cf zou weigeren de plaats te verlaten Er was maar heel weinig tUd.... De piraten stroomden mis schien reeds voor uit de kathedraal. terwUl wjj bier aan den achterkant kwamen. Maar Seraphina glipte naar de open deur; een adem van frissche lucht bereikte ons..Zy keek eenmaal om. De kist hing nu recht boven de opening en sloot het licht af. Tomas Castro nam haar bU de hand. „Kom mee kom mee." zeide hjj met bui tengewone teederheld. HU had krampachtig staan snikken, gingen enkele treden op en achter ons sloot de deur met een geluid als een zucht van ver lichting. Snel schreden wU door de volkomen zwart heid en eenzaamheid van het verlaten strand tusschen de oude stad en het dorp Een boot lag half in het water Links van ons huiverde over het stille water het lich» van een schoener Eensklap* i I paradoxale uitspraak kan J—niemand anders afkomstig van een Amerikaan. Hoogstens er O. B- Shaw of Chesterton kunnen verdenken. Maar de doorsnee Amerikaan houdt er totaal andere levensinzichten op na dan wU. Europeanen. En hU kraamt zUn wUs- held meestal uit op dien luidruchtlgen, apodlc- tischen toon, die geen tegenspraak duldt, zelfs de tnogeUJkheld van een restrictie niet open last, en die ons eerlijk gezegd, kregel maakt. Doch voor deze uitspraak voelen we letsl En geloof nu niet, dat zulks te wUten zou zUn aan het gelukkige feit, dat we zelf juist die leef tijdsgrens bereikt hebben. Volstrekt niet. Maar die Amerikaan, wiens overtuiging we zoo innig deelen, is niet de eerste de beste: hU schreef er zelfs *n boek over, 'n Boek, dat tot titel draagt: „Life begins at fourty". En dit boek Is zoo maar niet 'n gewoon boek: een boek zooals er zooveel worden uitgegeven. Dit boek staat, sinds vele maanden, aan de spits van de „best sellers” van Amerika. Zooals men weten zal. maakt de Vereenlging van Amerikaansche Boekhandelaren Iedere maand bekend, welk boek op letterkundig of ander gebied in de vorige maand het hoogste verkoopcUfer be haalde. En zooals gezegd is het sinds vele maanden dit eigenaardige boek met den korten, gedurfden. en zeker niet alleen voor Ameri kanen aantrekkelUken titel. Want het is juist een tegenovergesteld standpunt, n.l- dat de wereld toebehoort aan de jeugd, dat van ouds opgeld doet In de Amerikaansche wereld. Nu komt het er natuurlUk slechts op aan. wat men onder „jeugd” verstaat, en dan „kann man weit gehen". Laat de dameswereld niet meenen dat we hier inslnueeren. want wanneer zelfs de professor in de journalistiek, die bovenge noemd boek publiceerde en die 55 is, zich schul dig maakt aan zulk een verwijding van het begrip ..jong", nietwaar..... De man heet Walter B. Pttkin en doceert journalistiek aan de New-Yorksche Columbia Unlversitelt. En behalve dat zijn boek druk gekocht wordt, be wijzen de stapels instemmingen, welke den schrijver dagelijks worden toegezonden, dat men het boek inderdaad ook met genoegen leest, en dat een goed woord op het goede oogenblik gesproken btj vele menschen van rijperen leef tijd weer nieuwen levensmoed heeft gewekt. Zulk een goed woord Is: -Life begins at fourty”. We zijn het met Walter Pitkin roerend eens. dat men eigenlijk pas op veertlg-jarigen leef tijd er zoo’n beetje achter komt, wat er in de wereld te koop is. De bewering, dat onze werk kracht omstreeks dezen leeftijd begint af te nemen, noemt hij een fabeltje. „Het 1* onzin.” zoo roept deze jeugdige 55-jar!ge docent in de journalistiek uit. „dat onze zintuigen dan be ginnen af te stompen. Onzin! Want pas de veertig-jarige bezit waarlijk oordeelsvermogen, staat op den vasten bodem der ervaring, en weet de goederen dezer Wereld naar waarde te schatten. „Verheugt u dus, veertlg-jarigen", zoo zegt hij tot de menschen van dien leeftijd, „dat uw eigenlijk leven pas begint. Veertig jaar is de meest benjjdenswaardige leeftijd!" We nemen zijn uitspraak hier zoo over, op gevaar af. dat we straks niemand meer zullen ont moeten. of we hooren op de stereotype vraag hoe hij 't maakt, het stereotype antwoord: ..Uit stekend kerel, ik ben pa* veertig!” Het 1* intusschen alle, gekheid terzijde ge laten een merkwaardige figuur onder zijn vele merkwaardige landgenooten. deze docent in'de journalistiek en schrijver van vele boeken Want diff Is niet s’n eerste. Walter B. Pitkin i» het type van den besten Amertkaanschen geest, stevig verankerd in de jaarkelijkheld. be zield met een bewonderenswaardige, doelbe wuste energie, en die zich met bijna woedende belangstelling werpt op alle gebieden der men- scheiyke beschaving. Pltkln is steeds bezig aan een of ander boek. Dat doen, met minder of meer succes, meer schrijvers. Maar hjj be weegt zich daarbij op een zeer bijzonder ter rein: eeh terrein, waarover, tot op heden, wel allerlei essays en verhandelingen verschenen zijn, maar dat toch nog nimmer zóó grondig werd geëxploiteerd als door dezen Amerikaan Op het oogenblik is hij bezig aan een boek, dat aantoonen moet, hoe slecht de menschen over t algemeen hun energie weten uit te bul ten. Aan de hand van onderzoekingen in een psychologisch laboratorium verricht, bewijst hij, om een voorbeeld te noemen, dat maar weinig menschen de kunst verstaan om zonder krachtsverspilling 'n trap te beklimmen. Nog minder menschen verstaan de kunst volkomen uit te rusten, de kunst der volledige ontspan ning. Het zou onzen geplaagden zenuwen heel wat ellende besparen, indien we die kunst wel verstonden. Voor dit alles echter is een zekere techniek noodig, en deze wil Walter B. Pitkin den menschen leeren. Dit boek over energie en haar aanwending zal zoo ongeveer het vijf en twintigste zijn van dezen schrijver Hij gaf werken in 't licht over de psycholo gie der prestatie, over de psychologie van het geluk, over de kunst van het leeren. over de kunst snel te lezen, hij schreef over de ge schiedenis der menscheljjke domheid, en over tal van andere interessante thema's- Professor Pltkln beweert, dat te ver gaande spectallsee- ring een der hoofdkwalen is van onzen tijd. Om deze bewering te staven citeert hij het typische voorbeeld van dien wereldbekenden Amertkaanschen financier, die, als géfuige op geroepen voor den rechter, met een zelf-inge- nomen glimlach verklaarde, dat hij er geen flauwe notie van had. hoeveel hij aan inkom stenbelasting betaalde, daar had hij zijn be- lastingspeclalltelten voor, zei hij. En het ver dere verhoor bracht aan het licht dat hij van de Amerikaansche financiën weinig of niets afwist. Hij was alleen op de hoogte met de in ternationale financiën. Wij laten, zoo schrijft Pltkln. de gewichtigste beslissingen maar over aan die specialisten, die op alle gebieden, met uitzondering van een enkel, verwarringsraad- gevers zijn, en het resultaat is een helllooze verwarring voor allen, de specialisten incluis. Als z'n voornaamste taak beschouwt de jour nalist-professor het. geholpen door een aantal medewerkers, alle takken van handel en ver keer te analyseeren. ^T’45 ets p. pond m rilt Wad zltn Imrevolee de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bM levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfï by een ongeval met f QC(l bij nrllee van een band f 1 oy verlies van een LFfi b|j een breuk van f S on^viiLuèn ?e^ek"^l «en der volgende ultkeerlnien I J UUU. - verlies van tilde armembelde beenen of belde oogen I t OU.~ doodelyken aflpop I ZOU.- een voet of een oog f 1 duim of wijsvinger I OU.- been of arm f ‘tU.- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL - .1 "-W n.- J' 1 - - 1-.ISS 1 'JLT! J- - - L -- t. eA corpulente oude mannetje aan een der tafeltjes van het deftige restaurant keek met spanning/naar hetgeen zich buiten voor z’n oogen afspeelde. Een groote menigte had zich verzameld, toen een rechercheur een zakkenroller op heeterdaad had betrapt en even later de boosdoener onder den yzeren greep van den politieman werd weggeleid. De oude man staarde voor zich uit. Wat een schelm, zoo’n jongen. Maar daar kon men tigeniyk niet over oordeelen. Misschien was hy gedwongen door ellende, misschien ook niet. Hij kon ook een avonturier zijn. Op dit oogenblik werd hy uit z’n overpeinzingen opgeschrikt door iemand anders, die aan hetzelfde tafeltje wilde plaats nemen. „Is deze plaat* onbezet?" vroeg een vriende- lyke stem, en opkykend zag hy een charmant jongmensch, gehuld in een kostbare bontjas. *„Ja, aeker, mynheer," antwoordde de oude man haastig. Hy zat zoo alleen en eenlg ge zelschap in zoo’n groote ruimte, scheen hem ^nlet onverschillig. „Dank u. dan zal ik m'n jas maar even uit trekken." zgl de ander en hy hing z’n jas aan den kapstok, naast het eenvoudige Jasje van den ouden man. Eenlge oogenbllkken gingen in stilzwUgen voorby. alvorens het corpulente heertje zich vriendeiyk tot den Jongen man richtte en zei: „Hoe kunnen sommige Jonge menschen toch hun leven vergooien, vindt u niet?" De ander keek hem vragend aan. „Ik zeg, dat zooveel jongelui reeds vroeg voor de gevangenis worden groot gebracht.” „Hoe bedoelt u dat?" vroeg de aangesproke ne, terwyi hy een sigarenkoker te voorschijn haalde. „Nou. heel eenvoudig, dagelyks zien we er tal van voorbeelden van. Ik weet niet, of u het roo juist gezien heeft, maar geen tien minuten geleden werd een Jongeman op heeterdaad be trapt op zakkenrollerij „O,” viel de ander hem in de rede, „nu be grijp Ac u; ja zeker. Ja. Ja. dat is maar al te waar. Maar A propos, kan Ik u misschien die nen?” HU stak z’n overbuur z’n sigarenkoker toe en deze nam er met een lichte buiging een sigaar uit. De gulle gever vervolgde: ,4a, mUnheer, wat dat betreft, neen, het is heel gewoon als Je een Inbraak pleegt en nog meer ben Je in tel. wanneer Je een geraffi neerde oplichting op touw zet. Neen, de tijd dat je met den nek werd aangezien 1* voorbij. Je zou haast zeggen, dat ze die zaakje* in de hand werken." „Juist, zeer Juist opgemerkt," meende de oude heer en liet er onmiddellljk op volgen: „Tegen woordig is het heelemaal geen schande meer." De jonge man blies behaagiyk een rookwolk weg, als wilde hy te kennen geven dat hy het roerend met den ander een» was. „Maar om op het geval van daar straks terug te komen, het was een snuiter van nog geen twintig Jaar en u had dat gezicht eens moeten zien. HU keek net alsof hy de eeriykste man van de wereld was. „Had hU een mUnheer gerold?" ^Ja. maar heel toevallig had deze hem in de gaten." „Nu, dan la hy ook nog een groen in 1 vak!" „Wat zegt u vak’ Ik moet zeggen, een mooi vak! Maar by mU was hU even goed In de val geloopen.” „Hoe zoo?" „Ja, natuurlUk. Ten eerste, zorg ik er voor, dat ik er nooit té netjes, d.wx chique uitzle. want daar letten ze het eerste op." „Dat is waar." „En dan is er nog een reden, waarom ze by mU niet de minste kans hebben. In m’n jas heb ik zóó’n diepen zak. dat, als ae het zouden wagen hun handen in m'n zak te steken, ze er nooit meer uit zouden komen." ..Een prachtig idee,” lachte de ander. „Misschien denkt u, wat is die man dom om zoo iets te zeggen, maar ik heb wel zooveel menschenkennis, dat ik met éen oogopslag zie I dat ik met een keurig net persoon te doen heb Dat zie ik onmlddeliyk mUnheer, dus daarom vertrouw Ik u zonder aarzelen m'n geheim toe „Dank u." „Ach mUnheer," hernam de praatzieke oude Zoo wil hy ontdekken. In hoeverre en waar een specialist ook bulten *Un vakgebied kan worden gebruikt en welke opleiding hy hier voor noodig heeft. Echt Amerikaansch is ook de loopbaan van Walter Pitkin. Op de Staatsuniversiteit stu deerde hy talen. Daarna bracht hy verschil lende jaren door op Fransche en Dultsche unl- versitelten. met de studie van psychologie en aesthetiek: in zUn onderhoud voorzag hy als handelaar in afval en afbraak. Na de wereld tentoonstelling van Parijs In 1909 had hy dit baantje van een Amertkaanschen lompenhan delaar overgenomen. BU de afbraak der ten toonstelling verkocht hU alles wat maar ver kocht kan worden, van gebroken tegels tot gebruikte penhouders toe. HU kwam daardoor met alle lompenhandelaars van Parijs In aan raking en leerde hun „Jargon". Hy deed zulke goede zaken, dat de Amerikaansche Tentoon stellingscommissie tot driemaal toe zUn salaris verhoogde, totdat hy tenslotte genoeg ver diend had. om gedurende 'n jaar of vier de unl- versltelten die hem bevielen, te bezoeken, zon der zich om z'n levensonderhoud te behoeven te bekommeren. In Amerika werd hU leeraar. Als men nu weet, dat een Amerikaansche leeraar een vacantle heeft van drie tot vier maanden daarop kan zelfs een Hollandsche leeraar ja- loersch zyn. laat staan 'n journalist en men heeft uit het voorgaande begrepen, wat voor een type deze journalistieke professor 1*. kan men zich eenigermate voorstellen, hoe hy dezen vryen tyd heeft weten te benutten. Met 11 paar oogen, die werkelyk alles zien en opmerken daarvoor Is Walter B Pltkln dan ook pro fessor in de journalistiek Is hU rond gaan rijken in alle hoeken der Vereenlgde Staten, zich voor alles interesseerend, vriendschap sluitend met arbeiders en boeren, met zaken- menschen en fabrieksbezltters. en van al zyn reiaen nota-blocs vol aanteekenlngen mee naar huls brengend. Daar ligt het geheim van zUn nooit theoretisch onderwUs. maar van een on- derwUs. gebaseerd op feiten, op het practi- sche leven. Vele duizenden in de Vereenlgde Staten danken aan dezen professor een vruchtbare loopbaan En op heden is deze een der meest geziene populair-wetenschappelUke schryvers van Amerika, een der leidende krachten van de practlsche philosophic Een man, van wlen men levenskunst kan leeren. Veertigers, proficiat! Oe begint nog pas te leven I •••«•••••••••(••••«*Mt**t*(Zt(**«******l***aM****M< weer schoof hy z'n boord recht, die heelemaal niet scheef zat. Nou. maar ik heb hem niet uit het oog verloren.” „U bent een voorzichtig man." zei de ander goedkeurend. ,4a. dat moet wel in den tegenwoordlgen tyd. Ik kan het u wel in vertrouwen zeggen, maar ik zal biy wezen, als ik vanavond op mUn vil laatje. weer veilig en wel by moeder de vrouw zit. Och, het is'zoo gevaariyk. zooveel geld by Je te hebben; enfin, oppassen 1* de boodschap." „NatuurlUk." „Ik zou den kerel, die het waagde my m’n geld te ontfutselen, den nek omdraaien, het geld, waar Ik zoo voor heb geploeterd. Ach m’n goede mUnheer, het is toch gespuis tegenwoor dig en anders niet.” De oude heer werd driftig en sloeg met de handen op tafel, zoodat de glazen trilden. .4a, .’wat dat betreft," zei de elegante jonge man. 4k ben dezelfde meerling toegedaan als u Het is alles volkomen waar wat u zegt. O. ik verzeker u. als het my mocht gebeuren, ik zou den vent tegen den grond slaan.” „Zeker, ze verdienen niet anders." ..Maar u gaat veilig en wel naar huis; ze denken toch niet, dat zoo’n eenvoudig manne tje. permitteer me, dat ik het zeg. zooveel geld by zich heeft." De oude heer stond op met de verontschul diging. dat hU zich een oogenblik moest ver- wyderen. Toen hy terugkwam, was de elegante jonge man spoorloos verdwenen, en de oude zag dat hy er met z'n Jasje vandoor was gegaan. HU ging echter doodbedaard aan het tafeltje zitten, klopte even en rekende met den kellner af. Daarna liep hy met een glimlach op het ge rimpeld gelaat naar den kapstok, en trok de prachtige bontjas aan. „Zlejoo," mompelde hU, „dat is weer een mooie jas die kan Ik best met dat koude weer aan m’n lyf hebben. Och. wat zal die goede Jongen opkyken. als hy tot de ontdekking komt, dat de oude man Inderdaad een aeer diepen zak in z'n jas heeft, maar een zak zonder bo dem en zonder portefeuille.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 21