u&Aaal uan den dag
f50.
f 76.620
DIAMANT
’s Werelds grootste meteoorkrater
keerden wij heden uit
ONZE 271e UITKEERING
Z6?
DE STORM
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
De oude Jitn op z’n gemak
HET KAPERSNEST
I
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
Bak- en Braadvet
45 ets p. pond - 22J ets p. hoK pond
Alleabonné’sf^m£Zf7S0.-5»^”^ f250.- f!25.-^^^ f50.-^^ui:^f40.-
WOENSDAG 17 JANUARI
Marionetten
V
i
WAARMEDE
THANS
EEN
TOTAAL
BEDRAG
VAN
De ijzeren keizerskroon
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
JOSEPH CONRAD
Vier groote kraterge-
bieden
EEN EXPEDITIE IN
AUSTRALIË
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallen-verzekering aan den Heer
S. OUT - Sloterkade 71 - Amsterdam
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
snaar
\De gebroken
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
VOOB DE 1S
F-NATIONALE
A DRANK y
t
mi
groote
*1
t
t
llllllllllllllllllllllll
DE BEREIDINGSWIJZE STAAT OP IEDERE FLESCH
had
ROMAN VAN
er
.CWordt vervolgd)
Ik
4
K
■i
4.
A
I
De Engelsche geoloog Sir Douglas
Dawson zal van Adelaide
uit vertrekken
Eenlge jaren later vertelde ze hem de ware
toedracht van de gebroken snaar.
HU kuste haar en sprak tot haar verbazing:
„Dat wist ik. schat. Ik had namelUk een van
de snaren zóó bewerkt, dat ze gauw zou breken.
Toen ik het briefje kreeg, dacht ik niet anders
of het was m n snaar. Bü onderzoek was het
echter een heel andere, die, zooals jk aan da
eindjes zag. stuk geknipt was.”
„O,” riep ze en verborg haar gelaat aan z’n
schouder, „nu zie je toch, dat wü vrouwen veel
practischer zUn dan de mannen! Want die be
werkte snaar van jou is nu nog heel.”
Toen lachten ze belden, blü en gelukkig.
zU
er
spel; het volgt hier in zUn eenvoudlgen humor:
(Een beul komt op met een galg).
Jan: Wat is dat voor een ding?
Beul: Dat is de galg.
Jan: En hoe gaat dat spelleken?
Beul: OU steekt uw hoofd daarin, dan trek ik
aan de koord en.... één, twee, drie en
uwen kop is vrie.
Jan: Toon dat sens, daar versta ik niets van,
steek uwen kop daar eens in.
(de beul steekt er zün kop in. Jan trekt aan de
koord en roept):
Eén, twee, drie, uwen kop is vrtel....
3
iillllllllllHIIIHIIIItnmilNIlllllllHIIIIIIIIIIIIHnilHIlllUlllllllllllllininillllllllllllHUIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIHI
„glasvelden” in Australië vond, stiet men ook
op deze meteoorkraters, die duizenden jaren
geleden ontstaan zün.
Sir Douglas Dawson, die zün expeditie on
derneemt in opdracht van de maatachappU ter
bevordering van de wetenschap in Australië en
Nieuw-Zeeland, kan op vroegere onderzoekingen
voortbouwen en heeft althans gedeeltelUk be
trouwbare kaarten te zUner beschikking.
Er zün in dit Australische gebied niet min
der dan 13 groote kraters, van welke drie groo-
ter zün dan de uitgestrektste In Siberië. Hier
zün reeds 800 brokstukken van meteoren ge
vonden. Het gewicht dezer stukken is verschil
lend, maar alle zün van dezelfde samenstelling:
Uzer en nikkel.
In kringen van geologen en astronomen be
staat voor de expeditie van Sir Douglas Dawson
groote belangstelling.
Ik had het gevoel van een onbegrüpelük ge
vaar, dat mU naderde: en in mün staat van
hevige zwakte begon ik te beven, terwijl ik
van den ingang terug wankelde. Ik had geen
Wanneer de storm in 't voorjaar waait,
Dan hóórt u zijn geweld,
Omdat hij u te zeggen heeft
Waaróm hij voorwaarts snelt:
Ik breek de takken van den boom,
Die oud zijn en verdord.
Omdat het nieuwe groeien moet,
Wanneer het lente wordt.
Ik blies dat uithangbord omlaag,
Éénvoudig, wijl het moest!
De verf is niet meer leesbaar en
De hengels zijn verroest-
En ziet u hoe die schutting beeft?
Zij is vermolmd en bang-
Haar aanschijn, dat de straat ontsiert.
Duurt mij ook veel te lang.
En ziet, u hoe die schoorsteenpijp
Kapot is en verweerd?
Als ik haar van het dak afblaas.
Wordt z(j gerepareerd!
Te veel antennes staan te los;
Zoo iets, dat duld ik niet!
Ik eisch en dwing tot nieuwbouw op,
Deskundig en soiled.
Dat dak? ik blaas er glad doorheen,
Want het is oud en slecht-
Dan komt ook bouw- en woningdienst
En 't wordt weer nieuw en hecht-
Ik ben geen vijand, maar een vriend!
Ik houd van jong en frisch
En wil, dat alles wordt vernieuwd.
Daar 't strakjes lente is!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
HU kwam tot vlak op den rand.
..Als de Ingiet daar beneden is en nog In
leven, dan luistert hü op dit oogenbllk naar
ons. -•
Hjj was er zoo zeker van alsof hü mü
kunnen zien. HU voegde er aan toe:
„Maar hü is er niet.”
„Ga kijken, Manuel!" riepen ze.
„Geef het touw hier." zei hü luid.
lang naar m’n oude plaats. Is Londen niet een
akelig, stoffig gat?”
„Ik haat Londen," was haar antwoord; ,jk
ben hier nu al Ï1 jaar."
„Hard,” mompelde hij. „Zelf ben ik hier pas
twee jaar. en ik houd er van met iemand te
praten, die van het land komt."
Onder de kostbare schatten van het Maxim!-
Uaan-museum in Augsburg bevindt zich, wat
nauwelUks bekend is, de eenlge keizerskroon
uit den tijd van het „Heilige Roomsche RUk der
Dultsche Natie", die nog in Duitschland aan
wezig ia
(De kroon in Aken is naar men weet, een
nabootsing van de kroon in de schatkamer te
Weenen). Het is de gekroonde pronkhelm van
Keizer Karel V, die de heerscher bij zün kro
ning in Bologne (1530) vervaardigen liet. Boven
op dezen helm, die waarschUnlUk in Duitschland
vervaardigd werd, bevindt zich een nabootsing
van de oude Dultsche keizerskroon van Koen-
raad in. Deze kroon bevindt zich thans in
Weenen. In dien tijd was zU reeds niet meer
in orde, daar Karel V echter als door den Paus
gekroonde Roomsche keizer overal met de
kroon op het hoofd verschUnen wilde, liet
hü deze eenvoudig op natuurlüke grootte op rün
pronkhelm aanbrengen. Helm en kroon zün van
het beste geciseleerde Plattner UzerdrUfwerk en
dragen thans nog de sporen der vroegere ver
gulding. Ook het zwaard en de daarbü beboe
rende scheede. die vermoedelük door denzelfden
meester vervaardigd werden, bevinden zich in
het museum Toen in 1550 in den Dom van
Augsburg een plechtige uitvaart van den kei
zer. die in Spanje overleden was, gehouden werd,
legde Kelzer Ferdinand voor de tombe de gala-
ultrusting, benevens helm en zwaard van Karei
V, zün broeder, neer; zoo kwamen zü later aan
het Bisschoppelijk Museum, dat in 1910 met
bet Maximilaan-museum vereenigd werd.
Wat deed je er alles? Vechten tegen duivels,
arm in arm loopen met waardige patriarchen,
op schoot zitten (wat?) bü de koningin van
Scheba....
Foei, Pollchlnelle, foei, nee. nee, we zün hier
in een net land, dus laat niemand het hooren,
anders raak je toch uit de gratie. Adieu!”
Jac. A. Hazelaar draagt een artikel „Poppen
volk” bü- Daarin heeft hü het over de suggestie
die van het poppenspel uitgaat:
„Voor het dankbaar klnderpubliek doet het
publiek der grooteren maar weinig onder. Een
klein voorval uit des poppenspelers loopbaan
moge dit illustreeren. TUdens een voorstelling in
een schoolgebouw liet de poppenspeler bü monde
van Jan Klaassen het publiek een lied instu-
deeren. Eerst de meisjes. Toen de jongens. Daar
na de .Juffrouwen en de meesters”, 't Ging alles
maar matig naar Jantjes zin. Dan de boven
meester alleen. De man zong met overtuiging
het nonsens-couplet en zün zwarte baard wipte
vol enthousiasme mee. Daverend succes, en toen
liet Jan KIn assen den zanger nog bisseeren ook!
Geen vrees voor een deuk in bet prestige en
geen terughoudendheid!”
Aan het eind van zün artikel schreef hü een
.jschulfken” af uit een Vlaamsch handpoppen-
X
(Korte inhoud van bet voorafgaande: Kemp
een Bngalecbman uit Kent wijkt met Carlos
Blego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van ziin suster Veronica Ralph
Rooksbv Bier komt bü in kennis met den
rechter O’Brien en met Don Ramon, die
Kerntf willen overhalen dienst te nemen Ml
seeroovers. die Rlo Medio als basis hebben
Kempt vlucht maar wordt later weer door
de seeroovers gevangen genomen en naar
Rlo Medio gebracht. waar hü gaatvrti
ontvangen wordt door Don Balthasar
Hier leidt men hem aan het sterfbed van
Oorlos. Het gepeupel elscht de uitlevering
van Kemp en doet als Carlos luist gestor
ven is. een aanval op bet huls, waarbll Don
Balthasar door een kogel wordt getroffen
en stervend ineen sakt Als tüdens de be
grafenisplechtigheden de aandacht afgeleid
E vlucht Kemp met Don Balthasar's doch
ter Serafine en wordt opgenomen op het Bn-
gelsche schip „Llon" De Engelsche koop
vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp
verlaat met Serafine en Castro tUdelük het
schip. dat hen later weer aal oppikken. Tq-
dens den storm slaat hun boot om Ze worden
op de sust geworpen en verbergen sich tn
een spelonk, waar zü door O’Brien worden
Du groote suggestie, die van het
poppenspel uitgaat
Terwül hü z’n werk deed, praatte hü verder
over zichzelf en z’n strüd, maar zonder bitter
heid in z’n stem.
Opgeruimd en ge
past vrü, als hü
was. dwong hü het
meisje haar eigen
gereserveerdheid
e laten varen en
x>k zü werd ver-
trouwelük.
Toen de stemmer met zTrwerk klaar was,
speelde hü-een stukje uit z’n hoofd om de to
nen te probeeren.
..Wilt u wat spélen?” vroeg hü Jessy, „dan
kan ik beter beoordeelen. of de plano weer heel
in orde is.”
Toen ze geëindigd had. keek ze op Hun blik
ken ontmoetten elkaar. In den zünen las ze op
rechte bewondering.
Hü zuchtte half komisch.
..Dat klinkt goed bü lente-zónneschün.” sprak
hü. en ze bemerkte, dat het hem veel tüd kostte
om te vertrekken.
„Ik.... ik heb een paar kaartjes voor het
Philharmonlach Orkest op Donderdag," zei hü.
een weinig verlegen. ..U zult er kunnen ge
nieten"
Ze stond zwügend Ze had Donderdagavond
les bü een leerlinge, wier ouders haar ruim ho
noreerden, maar die stiptheid van haar eisch-
ten in het geven der lessen. Een schaduw van
voorbügaande pün gleed over haar gelaat. Zü
zag z’n Afwachtenden blik overgaan in teleur
stelling.
„Het sput me werkelük", antwoordde
vriendelük Hü lachte opnieuw, ofschoon
weinig vroolükheid in was.
„Ik heb van ons onderhoud genoten.” ver
volgde hü. met moeite z’n woorden zoekend.
„Ik vind het prettig om provincle-menschen,
zooals Ik zelf ben. te ontmoeten." Hü keek naar
de sneeuwklokjes op z’n jas. .Deze bloemen zün
voor mü niet goed. Misschien wilt u ze in t
water zetten, dan blüven ze zoo nog een beetje
leven. Wilt u?"
Ze nam de sneeuwklokjes aan.
„Dank u,” zei ze zacht.
Toen hü vertrokken was, draaide zü zich
zonder te weten waarom, naar den spiegel en
bekeek zichzelf. Ze zag dat haar wangen een
rose kleur hadden, terwül haar oogen helder
stonden. Dit herinnerde haar aan de dagen toen
ze niet bevreesd was in den spiegel te zien. Er
was iets in haar ontwaakt De geestkracht der
jeugd die zü dacht verloren te hebben, was op
nieuw over haar gekomen. De kamer scheen nu
leeg, maar het zonlicht speelde nog op het
karpet Ze zette de sneeuwklokjes in 't water
en begon te droomenDe mogelükheid van
zoo n bezoek had zü lang te voren reeds op zü
gezet. Het was voor haar niet weggelegd, had
zü zich wüsgemaakt. Maar, nu was er iemand
aan haar verschenen eveneens worstelend als
zü. de acht en twintig-jarige, maar een vroo-
lüke. opgeruimde jongen, in wiens lach en blik
en tegenwoordigheid zü de werkelüke bedoeling
van het leven zou vinden.
Ze dacht een wüle na, en keek toen naar de
sneeuwklokjes, waarna zü zich neerzette om een
brief te schrüven aan de firma Reely. Het
schrijven luidde:
„Münheer. wees zoo goed en laat den stenf-
mer, die mün piano heeft behandeld, terug
komen, daar een snaar is gebroken.”
Er was een zekere teederheid in haar gelaat,
toen ze schreef, die veranderde in een glimlach,
toen zü de enveloppe dichtplakte. Naar de
piano gaande, nam ze het voorstuk er af en
knipte met een schaar een snaar stuk, die
scherp trillend, terug sprong. In het klankbord
klonk het vibré?ben na, doch het was een pret
tig geluid, de fluistering van liefde die haar
intrede kwam doen.
•w arionetten aan dit romantisch onder-
JLV'werp is de jongste aflevering van het
maandblad ,De Delver” gewüd. In een
„Interview met PollchlneUe" geeft V. T. een
vlotte karakteristiek van het marionettenspel.
Hü schrijft daar:
„Leve Pulclnella. leve PollchlneUe, leve Punch!
Leve de gezonde humor, die de ingebeelde Up
held bespot, den trots van zün troon stoot, de
kwaadwilligheid ontwapent; leve de beweeglük-
heid, de snedigheid, de radheid van tong; leve de
nooit ontbrekende luim die het leven vengemak-
kelükt en zün problemen lichter maakt!
Ja, Pollchinelle, nu hebben we je noodig
en altüd hadden we je noodig en je hebt niet
ontbroken ook.Alhoewel in ons zwaar op de
handsch landje, daar kennen we alleen Jan
Klaaseen en die is toch nauwelUks populair be-
halve op kinderfeesten en op den Dam, en ook
niet heelemaal de ware.... Maar laat je geest
ons bezielen, Pollchlnelle, want als gezegd
dat hebben we hóóg en bróódnoodig!
Waar kom je vandaan en waar heb je alzoo
geleefd?
Natuurlük kom Je uit het Zuiden, hoe kan het
ook haast anders?
HU besluit zün beschouwing met de volgende
aardige büzonderheden:
„Wanneer woonde je tn Italië? Trad je er al
in de 16e eeuw op in allerlei Marionettenthea
ters? En in de 17e eeuw te Parijs bü de beroem
de Marionetten van de even beroemde Brioché’s,
vader en zoon, en mocht je zelfs aan het hof
komen, een week lang spelen voor den Dauphin!
Mün eerbied stügt steeds meer, Pollchlnelle.
En tn Engeland speelde je ook al! Ach ja.
Punch komt natuurlük van Punchinello een
van de vele verbasteringen van je naam
Wat speelde Je er wel? Julius Caesar, de
Schepping, de Zondvloed, andere bübelsche en
historische drama’s, in Duitschland Faust (met
den jongen Goethe als toeschouwer)Het is I
niet mis!
toen van beneden, links van de spelonk met
angstig, triestig effect uit de diepten, een stem
opstügen, die riep:
.Manuel! Manuel! Wü hebben hem gevon
den! Es muerte (is dood)!”
En van boven klonk, vermenigvuldigd door
de rotsen Manuel’s schreeuw:
„Buenos! Draal zün hoofd naar boven
voor de vogels!”
Ze bleven nog langen tüd elkander toe
schreeuwen. De mannen beneden verklaarden
als hun bedoeling verder voort te gaan naar
de kust; en Manuel riep hen nog na niet te
vergeten hem vroeg in den morgen een goed
touw te zenden.
Blükbaar hadden ze den schoener al *n tüdje
eerder vlot gekregen; verscheidene Lugarenos
hadden aan boord moeten slapen. Het was hun
plan den volgenden dag in de vroegte zee te
kiezen.
Het was volstrekt noodzakelük, dat ik bü den
Ingang het oogenbllk van hun vertrek ging be
spieden.
„En hoe nu te doen om te onderzoeken of
de Inglez dood of levend was?” vroegen
enkelen.
Ik was er nu zeker van dat ze niet ge-
zamenlük omlaag zouden komen. Het zou hen
blootstellen aan gevaar nog in de spelonk
door de vaqueros verrast te worden. Er was
geen U)d voor grondig onderzoek, twistten re.
Intusschen was het daglicht doorgebroken t
Voor *t eerst dien morgen hoorde ik Manuel’s
Mcul .JUlen Pinü.**
„Luister, Castro.... Ook Don Juan?”
Zün hoofd zakte weer omlaag.
„Zeg de waarheid, Castro."
Hü voerde een inwendlgen strüd; met vree-
selüke inspanning en ratelend keelgeluid gilde
hü: „Neen!” Daarna zachter: „Neen. Niets
kan uw Engelschen geliefde redden.”
„Waarom?” fluisterde zü mat.
Hü raasde tegen haar In zün zwakheid.
Waarom? omdat het bevel gegeven was;
omdat ze niet ongehoorzaam durfden zün.
Omdat zü enkel goud In haar handpalm had,
terwül senor O'Brien in de züne hun leven
hield.... De vervloekte Juez was voor
hen de dood zelf, die tusschen de menschen
rondgaat, den een neemt, den ander vrü laat.
Hü was hun leven, hun wet, hun veiligheid
en dood en de Caballero had hem vrü laten
uitgaan.
Zün stem scheen geleidelük in zün keel te
kwünen en te verdrogen. Hü sloop weg en wü
hoorden hem ergens afschuwelük grinniken als
een krankzinnige.
Plotseling hoorde ik zün kreet door de open
lucht: „Zie mü aan!”
Boven riep een stem: „Hü is bulten!”
Een ontzettend rumoer viel binnen het ge
welf, het samenklinken van twintig stemmen,
gillend in verschillende toonaarden ..Hü is er
uit de verrader! Hü is buiten!”
Ik was te laat, maar deed nog drie aarze
lende stappen en stond toen verblind. De
vlammende takken, die ze boven den afgrond
hielden, lieten ‘n regen vonken neervallen, di"
onopüouüelük la 1 «onberp UdU zardwenea.
zette mün opgeheven voet neer, zonder naar
voren te komen. Ik geloof, dat die onverwachte
schaduw mün redding was van de bekoring.
Manuel was langs de kroonlUst afgedaald.
Hü was alleen.
Staande voor de bultenopenlng verdonkerde
hü de geheele gang, door welke zün gepraat
tot de mannen boven luid in mün ooren drong.
„Niemand!” sprak hü langzaam, met leven
loos gemompel.
Terwül ik hem gadesloeg waande hü zich
alleen. Hü luisterde met een oor gekeerd naar
de gang; naderhand kwam hü binnen de
spelonk loeren. Twee lange passen, over den
hoop koude aach heen, brachten hem bü den
steenen zetel.
Uit zün angstige bewegiaasn en houdingen
werd het mü heel duidelük, dat hü zün onrus
tige aandacht verdeelde tusschen de spelonk en
de buitenwereld. Hü ging zitten, maar scheen
gereed weer dadelük on te springen; ik zag hem
de oogen omhoogslaan naar het duistere gewelf
als op zün hoede voor een geluid van boven.
Ik ben geneigd te gelooven. dat hü leder oogen
bllk de galoppeerende hoeslagen van rijpaar
den der vaqueros verwachtte te hooren. De
woorden: „ik ben hier veiliger dan zü boven.”
werden mü tusschen zün voortdurend geprevel
duidelük verstaanbaar. Hü wilde den klank
van zün eigen stem hooren, zooals soms een
vreesachtig persoon 4 nacht» loopt te fluiten
en te praten.
-w -reen, neen, kind! Hoeveel keer heb ik je
|Xl al niet gezegd, dat op de C. het cres-
cendoteeken staat? Kan je dat nu niet
onthouden?’
Het kleine meisje keek naar het vermoeide
gezicht van de vrouw, die naast haar asm de
plano zat. Nüdige tranen welden in haar
oogen op.
„Speel het opnieuw.” zei de onderwüzeres.
De leerlinge begon nu luid te snikken.
„Ik kan het niet spelen. Ik.... ik wil het niet
spelen.” Ze sprong van de pianokruk
„Wees niet zoo klnderachtlg, omdat ik je
fouten aanwüs. Kom."
Maar de kleine leerlinge weigerde weer voor
de piano plaats te nemen en snikte zoo iets van
„moeder vertellen.” Ze trok haar mantel aan.
zette haar hoed op en met een woedenden blik
op haar plano-onderwüzeres verliet zü de ka
mer. de deur hard dicht slaande.
„Weer een verloren leerling,” mompelde de
jonge vrouw. „Het beteekent niets anders dan
dat haar plaats door een andere, een beetje
Idioter en elgenwüzer nog. wordt ingenotnen.”
Jessy Parr ruimde de muziekstukjes op. Daar
na ging ze zitten en staarde in den haard. ZU
kon zoo ongeveer tien minuten gezeten hebben,
toen er op de deur werd getikt, die daarna ge
opend werd.
.Jk kom van Reely en heb gehoord, dat de
piano gestemd moet worden.”
.Ja.” antwoordde juffrouw Parr, „u ia erg
vlug.’
De pianostemmer lachte „Een uur geleden
werd de boodschap mü gebracht en mü werd
gezegd direct te gaan.”
HU kwam de kamer binnen en wierp z’n hoed
op een stoel
„Ik kom niet ongelegen, hoop ik?” vervolgde
hü opgewekt. „Ik vergeet nu altüd om dat te
vragen."
Hun uiterlüke punten van overeenkomst
vielen de jonge vrouw op. Ze waren beiden bleek
en armoedlg-netjea gekleed. Maar tn 7 ge
laat van den jongen man lag. in tegenstelling
met dat van haar, leven en opgeruimdheid.
Zü stond naast de plano, toen hü met z’n
werk begon.
„U is muziekonderwüzeres. nietwaar?,” vroeg
h|j met een glimlach. „Dat kan ik zien door
zekere tonen, welke meer gebruikt zün dan de
andere. Ik begin een detective in m’n vak te
worden."
Ze was niet gebelgd door z’n nieuwsgierig-
heid. „Ja, ik onderwüs muziek,” antwoordde zü
.Ken vervelend baantje, zou ik denken," luid
de z’n opmerking. „Büna zoo droog als het
müne. Weet u,” hü draalde zich rond op de
plano-kruk „dat de meeste menschen, waar
ik de piano stem, hooghartige individuen zün.
U is een van de weinigen, die dat niet zün.
Maar ik word persoonlijk; vergeef me.”
Zü lachte. „Ik ben blü. dat ik er niet hoog
hartig uitzie,” sprak ze .Maar u schünt dit
nog niet zoo lang te doen, wel?”
.Meen. Ik werd in den oorlog gewond, kreeg
een houten onderbeen." antwoordde hü kalm
.Daarom nam ik dit vak op. Er bleef niet veel
voor me over en ik had ooren voor muziek
Maar waarom geef ik u m’n levensgeschiedenis?
In den regel tracht ik de menschen hiermee
niet te vervelen.”
Hü tokkelde een weinig op het instrument.
..Mooie dag niet waar?” begon hü opnieuw.
„Ik ben blü dat ik een boodschap van u kreeg
en uit het duffe kantoor kon gaan. Dat is een
van de goede züden om piano-stemmer te zün.
Het er uit trekken meen ik. Ik leef op in den
zonneschün. Het doet me tevens geld verkwisten
aan deze sneeuwklokjes.” Hü draaide zich om
en toonde de bloempjes In z’n knoopsgat, ter
wül hü vroolük lachte.
Voor 7 eerst merkte Jessy Parr op. dat de
kamer baadde in zachten lentezonneschün. Zü
sloeg den pianostemmer onder z’n werk gade. Zü
merkte op, dat hü niet ouder was dan dertig
en een open helderen blik had onder z’n weel-
derigen haardos
„Ik houd van sneeuwklokjes,” sprak ze een
voudig; .ze herinneren me aan mün huis en
den ouden tuin.”
„Dan komt u uit de provincie!” riep hü. met
büna een juichkreet in z’n stem. „Daar ben ik
blü om. Zelf ben ik ook een provinciaal en ver
kracht in mün leden. Wapens had ik niet. Hoe
zou ik kunnen vechten?
Met een licht tikken tegen de rots boven
het gewelf kwam William's flesch. met het
groene koord aan een dik touw bevestigd, lang
zaam naar beneden zakken, en hing nu roerloos
voor den Ingang.
De flesch was pas gevuld met water; er droop
nog vochtigheid van buiten langs en de zilveren
stop, getroffen door zonnestralen, verblinden nu
mün oogen.
Dit was het gevaar dit lokaas. En het
lükt mü nu, dat ik er dadelük op zou zün
aangevlogen. als tk maar eens even beseft
had wat ze bevatte. Maar het duurde eenlgen
tüd, eer Ik begreep eer tk de gedachte kon
verwerken dan dit water was. daar binnen
bereik van mün hand. Met heftige inspanning
weerstond ik de krankzlnngheld. die WÜ prik
kelde om op de flesch aan te vallen.
Jet» donker» schoof joor de gang..
en den nacht uit de opening der spelonk ver
dreven. En In dit licht was Castro te zien,
die. met z’n vingers geklemd aan den steenen
rand, naar bulten hing, met rijn hoofd achter
waarts geheven, zün rug gespannen, rond als
’n boog; de roode vonken, die van boven af
neervielen met het dwarreldansen van sneeuw
vlokken, verdwenen In de lucht voor zü zün
gezicht bereikten.
Manuel! ManueH”
Zü antwoordden met een diep, verward ge
huil, zich verdringend bü den rand om in zün
oogen te zien. En tk staarde naar 7 kramp
achtig zwoegen van zün borst, zün opgeheven
kin, zün zwellende keel. Hü daagde Manuel
uitHU daagde hem uit neer te dalen langs
kroonlUst, en het staal van den verminkten
arm zwaaide etüf op en neer, met de punt
omhoog In het licht, als een roodgloeiend
wapen.
Hü wenschte hun de pest, de Engelsche
galg, de helsche machten; terwül al dien Üjd
hun begeleidend razen over zün hoofd werd uit
gestort.
Al wat ik na zün woorden hoorde, was een
geweldige kreet, gevolgd door een plotselinge
afgebroken stilte. Deze scheen een zeer langen
tüd te duren.
Was hü gevallen?
Had hü zich naar beneden gestort!?
Ik zag drie bewegende vlammen van ontsto
ken takkenbossen, door mannen voortgedragen
In kronkelende dal'”? dicht achter elkaar.
Zü verdwenen in dg diept?. Na een tüd Kwam
Dezer dagen vertrekt de Engelsche geoloog
Btr Douglas Dawson met een wetenschappelüke
expeditie van Adelaide naar het binnenland van
Australië. Het doel is de bestudeerlng van den
motsten meteoorkrater ter wereld, die zich
niet ver van de Flnke-rlvler zou bevinden.
Waar is de grootste meteoor gevallen? We
moeten bedenken, dat er voortdurend splinters
Uit het wereldruim op aarde storten, doch de
aarde is zóó gedeeltelUk bekroond, het water
oppervlak zóó groot, dat wü niet nauwkeurig
kunnen nagaan, hoezeer wü worden gebombar
deerd. Slechts de zeer groote gebeurtenissen,
die het vasteland betreffen, plaatsen wü als
belangrüke feiten In de aardgeschiedenls.
Wü kennen vier groote kratergebieden. Het
jongste stamt uit 1902, toen in Siberië, ten
Noorden van het Baikahneer tusschen de Je-
Bissei en de Lena, op den laten Juli een reus
achtige meteoor viel, die de aarde deed trillen,
een geweldigen vuurschün ten hemel deed op
laaien en over een gebied van 100 vierkante
kilometer alles In vlammen deed opgaan. De
■teen zonk negen meter diep in den grond en
de „kinderen” van den meteoor verspreidden
zich over een groote oppervlakte, eveneens on
heil aanrichtend.
Dat was werkelük een stuk aardgeschiedenls
in hlstorischen tüd. Overigens liggen de kra
tervelden óf eenzaam en verlaten óf zü zün
zóó oeroud, dat men ze niet meer als zoodanig
herkent of slechts met moeite vanuit de hoogte
kan waarnemen
Een dergelüke waarneming is wel gelukt In
Arizona, waar men tn den Canon Diablo vanuit
een vliegtuig de plaats heeft herkend, waar een
meteoor, vermoedelük zelfs meer exemplaren
zün ingeslagen. De stukken moeten de aarde
züdelings hebben getroffen en weer zün opge-
sprongen. vóór zü zich In den bodem groeven.
In het jaar 1932 heeft men In de troosteloose
eenzaamheid van de Arabische woestün mete
oorkraters ontdekt, die nog op een nader on
derzoek wachten.
De vierde meteoor-krater Is die bü de Flnke-
rlvler in Australië, in het Zuidelük gedeelte van
de MacDonnell-bergen.
Toen men eenlge jaren geleden de
0
ZOU ANN/E -
ZiJN.
MAAS 'AfARbUCKÓ ÓUHT ZKH GEET1 PUóT NAU~
WEUJK5 WEERAL BOORD VAD Z ‘H JAÓH T OP
HU ONDERZOEKT VOLOEH5 EEN BEPAALD
Plan al dein eaart gebrachte e/lancee
>N DEZE kUATEEEN.