u&Aaal uan den dag f50. f 76.620 DIAMANT ’s Werelds grootste meteoorkrater keerden wij heden uit ONZE 271e UITKEERING Z6? DE STORM DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK De oude Jitn op z’n gemak HET KAPERSNEST I HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL Bak- en Braadvet 45 ets p. pond - 22J ets p. hoK pond Alleabonné’sf^m£Zf7S0.-5»^”^ f250.- f!25.-^^^ f50.-^^ui:^f40.- WOENSDAG 17 JANUARI Marionetten V i WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN De ijzeren keizerskroon aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS JOSEPH CONRAD Vier groote kraterge- bieden EEN EXPEDITIE IN AUSTRALIË ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallen-verzekering aan den Heer S. OUT - Sloterkade 71 - Amsterdam wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is snaar \De gebroken AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL VOOB DE 1S F-NATIONALE A DRANK y t mi groote *1 t t llllllllllllllllllllllll DE BEREIDINGSWIJZE STAAT OP IEDERE FLESCH had ROMAN VAN er .CWordt vervolgd) Ik 4 K ■i 4. A I De Engelsche geoloog Sir Douglas Dawson zal van Adelaide uit vertrekken Eenlge jaren later vertelde ze hem de ware toedracht van de gebroken snaar. HU kuste haar en sprak tot haar verbazing: „Dat wist ik. schat. Ik had namelUk een van de snaren zóó bewerkt, dat ze gauw zou breken. Toen ik het briefje kreeg, dacht ik niet anders of het was m n snaar. Bü onderzoek was het echter een heel andere, die, zooals jk aan da eindjes zag. stuk geknipt was.” „O,” riep ze en verborg haar gelaat aan z’n schouder, „nu zie je toch, dat wü vrouwen veel practischer zUn dan de mannen! Want die be werkte snaar van jou is nu nog heel.” Toen lachten ze belden, blü en gelukkig. zU er spel; het volgt hier in zUn eenvoudlgen humor: (Een beul komt op met een galg). Jan: Wat is dat voor een ding? Beul: Dat is de galg. Jan: En hoe gaat dat spelleken? Beul: OU steekt uw hoofd daarin, dan trek ik aan de koord en.... één, twee, drie en uwen kop is vrie. Jan: Toon dat sens, daar versta ik niets van, steek uwen kop daar eens in. (de beul steekt er zün kop in. Jan trekt aan de koord en roept): Eén, twee, drie, uwen kop is vrtel.... 3 iillllllllllHIIIHIIIItnmilNIlllllllHIIIIIIIIIIIIHnilHIlllUlllllllllllllininillllllllllllHUIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIHI „glasvelden” in Australië vond, stiet men ook op deze meteoorkraters, die duizenden jaren geleden ontstaan zün. Sir Douglas Dawson, die zün expeditie on derneemt in opdracht van de maatachappU ter bevordering van de wetenschap in Australië en Nieuw-Zeeland, kan op vroegere onderzoekingen voortbouwen en heeft althans gedeeltelUk be trouwbare kaarten te zUner beschikking. Er zün in dit Australische gebied niet min der dan 13 groote kraters, van welke drie groo- ter zün dan de uitgestrektste In Siberië. Hier zün reeds 800 brokstukken van meteoren ge vonden. Het gewicht dezer stukken is verschil lend, maar alle zün van dezelfde samenstelling: Uzer en nikkel. In kringen van geologen en astronomen be staat voor de expeditie van Sir Douglas Dawson groote belangstelling. Ik had het gevoel van een onbegrüpelük ge vaar, dat mU naderde: en in mün staat van hevige zwakte begon ik te beven, terwijl ik van den ingang terug wankelde. Ik had geen Wanneer de storm in 't voorjaar waait, Dan hóórt u zijn geweld, Omdat hij u te zeggen heeft Waaróm hij voorwaarts snelt: Ik breek de takken van den boom, Die oud zijn en verdord. Omdat het nieuwe groeien moet, Wanneer het lente wordt. Ik blies dat uithangbord omlaag, Éénvoudig, wijl het moest! De verf is niet meer leesbaar en De hengels zijn verroest- En ziet u hoe die schutting beeft? Zij is vermolmd en bang- Haar aanschijn, dat de straat ontsiert. Duurt mij ook veel te lang. En ziet, u hoe die schoorsteenpijp Kapot is en verweerd? Als ik haar van het dak afblaas. Wordt z(j gerepareerd! Te veel antennes staan te los; Zoo iets, dat duld ik niet! Ik eisch en dwing tot nieuwbouw op, Deskundig en soiled. Dat dak? ik blaas er glad doorheen, Want het is oud en slecht- Dan komt ook bouw- en woningdienst En 't wordt weer nieuw en hecht- Ik ben geen vijand, maar een vriend! Ik houd van jong en frisch En wil, dat alles wordt vernieuwd. Daar 't strakjes lente is! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) HU kwam tot vlak op den rand. ..Als de Ingiet daar beneden is en nog In leven, dan luistert hü op dit oogenbllk naar ons. -• Hjj was er zoo zeker van alsof hü mü kunnen zien. HU voegde er aan toe: „Maar hü is er niet.” „Ga kijken, Manuel!" riepen ze. „Geef het touw hier." zei hü luid. lang naar m’n oude plaats. Is Londen niet een akelig, stoffig gat?” „Ik haat Londen," was haar antwoord; ,jk ben hier nu al Ï1 jaar." „Hard,” mompelde hij. „Zelf ben ik hier pas twee jaar. en ik houd er van met iemand te praten, die van het land komt." Onder de kostbare schatten van het Maxim!- Uaan-museum in Augsburg bevindt zich, wat nauwelUks bekend is, de eenlge keizerskroon uit den tijd van het „Heilige Roomsche RUk der Dultsche Natie", die nog in Duitschland aan wezig ia (De kroon in Aken is naar men weet, een nabootsing van de kroon in de schatkamer te Weenen). Het is de gekroonde pronkhelm van Keizer Karel V, die de heerscher bij zün kro ning in Bologne (1530) vervaardigen liet. Boven op dezen helm, die waarschUnlUk in Duitschland vervaardigd werd, bevindt zich een nabootsing van de oude Dultsche keizerskroon van Koen- raad in. Deze kroon bevindt zich thans in Weenen. In dien tijd was zU reeds niet meer in orde, daar Karel V echter als door den Paus gekroonde Roomsche keizer overal met de kroon op het hoofd verschUnen wilde, liet hü deze eenvoudig op natuurlüke grootte op rün pronkhelm aanbrengen. Helm en kroon zün van het beste geciseleerde Plattner UzerdrUfwerk en dragen thans nog de sporen der vroegere ver gulding. Ook het zwaard en de daarbü beboe rende scheede. die vermoedelük door denzelfden meester vervaardigd werden, bevinden zich in het museum Toen in 1550 in den Dom van Augsburg een plechtige uitvaart van den kei zer. die in Spanje overleden was, gehouden werd, legde Kelzer Ferdinand voor de tombe de gala- ultrusting, benevens helm en zwaard van Karei V, zün broeder, neer; zoo kwamen zü later aan het Bisschoppelijk Museum, dat in 1910 met bet Maximilaan-museum vereenigd werd. Wat deed je er alles? Vechten tegen duivels, arm in arm loopen met waardige patriarchen, op schoot zitten (wat?) bü de koningin van Scheba.... Foei, Pollchlnelle, foei, nee. nee, we zün hier in een net land, dus laat niemand het hooren, anders raak je toch uit de gratie. Adieu!” Jac. A. Hazelaar draagt een artikel „Poppen volk” bü- Daarin heeft hü het over de suggestie die van het poppenspel uitgaat: „Voor het dankbaar klnderpubliek doet het publiek der grooteren maar weinig onder. Een klein voorval uit des poppenspelers loopbaan moge dit illustreeren. TUdens een voorstelling in een schoolgebouw liet de poppenspeler bü monde van Jan Klaassen het publiek een lied instu- deeren. Eerst de meisjes. Toen de jongens. Daar na de .Juffrouwen en de meesters”, 't Ging alles maar matig naar Jantjes zin. Dan de boven meester alleen. De man zong met overtuiging het nonsens-couplet en zün zwarte baard wipte vol enthousiasme mee. Daverend succes, en toen liet Jan KIn assen den zanger nog bisseeren ook! Geen vrees voor een deuk in bet prestige en geen terughoudendheid!” Aan het eind van zün artikel schreef hü een .jschulfken” af uit een Vlaamsch handpoppen- X (Korte inhoud van bet voorafgaande: Kemp een Bngalecbman uit Kent wijkt met Carlos Blego uit naar Jamaica, geholpen door den verloofde van ziin suster Veronica Ralph Rooksbv Bier komt bü in kennis met den rechter O’Brien en met Don Ramon, die Kerntf willen overhalen dienst te nemen Ml seeroovers. die Rlo Medio als basis hebben Kempt vlucht maar wordt later weer door de seeroovers gevangen genomen en naar Rlo Medio gebracht. waar hü gaatvrti ontvangen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aan het sterfbed van Oorlos. Het gepeupel elscht de uitlevering van Kemp en doet als Carlos luist gestor ven is. een aanval op bet huls, waarbll Don Balthasar door een kogel wordt getroffen en stervend ineen sakt Als tüdens de be grafenisplechtigheden de aandacht afgeleid E vlucht Kemp met Don Balthasar's doch ter Serafine en wordt opgenomen op het Bn- gelsche schip „Llon" De Engelsche koop vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp verlaat met Serafine en Castro tUdelük het schip. dat hen later weer aal oppikken. Tq- dens den storm slaat hun boot om Ze worden op de sust geworpen en verbergen sich tn een spelonk, waar zü door O’Brien worden Du groote suggestie, die van het poppenspel uitgaat Terwül hü z’n werk deed, praatte hü verder over zichzelf en z’n strüd, maar zonder bitter heid in z’n stem. Opgeruimd en ge past vrü, als hü was. dwong hü het meisje haar eigen gereserveerdheid e laten varen en x>k zü werd ver- trouwelük. Toen de stemmer met zTrwerk klaar was, speelde hü-een stukje uit z’n hoofd om de to nen te probeeren. ..Wilt u wat spélen?” vroeg hü Jessy, „dan kan ik beter beoordeelen. of de plano weer heel in orde is.” Toen ze geëindigd had. keek ze op Hun blik ken ontmoetten elkaar. In den zünen las ze op rechte bewondering. Hü zuchtte half komisch. ..Dat klinkt goed bü lente-zónneschün.” sprak hü. en ze bemerkte, dat het hem veel tüd kostte om te vertrekken. „Ik.... ik heb een paar kaartjes voor het Philharmonlach Orkest op Donderdag," zei hü. een weinig verlegen. ..U zult er kunnen ge nieten" Ze stond zwügend Ze had Donderdagavond les bü een leerlinge, wier ouders haar ruim ho noreerden, maar die stiptheid van haar eisch- ten in het geven der lessen. Een schaduw van voorbügaande pün gleed over haar gelaat. Zü zag z’n Afwachtenden blik overgaan in teleur stelling. „Het sput me werkelük", antwoordde vriendelük Hü lachte opnieuw, ofschoon weinig vroolükheid in was. „Ik heb van ons onderhoud genoten.” ver volgde hü. met moeite z’n woorden zoekend. „Ik vind het prettig om provincle-menschen, zooals Ik zelf ben. te ontmoeten." Hü keek naar de sneeuwklokjes op z’n jas. .Deze bloemen zün voor mü niet goed. Misschien wilt u ze in t water zetten, dan blüven ze zoo nog een beetje leven. Wilt u?" Ze nam de sneeuwklokjes aan. „Dank u,” zei ze zacht. Toen hü vertrokken was, draaide zü zich zonder te weten waarom, naar den spiegel en bekeek zichzelf. Ze zag dat haar wangen een rose kleur hadden, terwül haar oogen helder stonden. Dit herinnerde haar aan de dagen toen ze niet bevreesd was in den spiegel te zien. Er was iets in haar ontwaakt De geestkracht der jeugd die zü dacht verloren te hebben, was op nieuw over haar gekomen. De kamer scheen nu leeg, maar het zonlicht speelde nog op het karpet Ze zette de sneeuwklokjes in 't water en begon te droomenDe mogelükheid van zoo n bezoek had zü lang te voren reeds op zü gezet. Het was voor haar niet weggelegd, had zü zich wüsgemaakt. Maar, nu was er iemand aan haar verschenen eveneens worstelend als zü. de acht en twintig-jarige, maar een vroo- lüke. opgeruimde jongen, in wiens lach en blik en tegenwoordigheid zü de werkelüke bedoeling van het leven zou vinden. Ze dacht een wüle na, en keek toen naar de sneeuwklokjes, waarna zü zich neerzette om een brief te schrüven aan de firma Reely. Het schrijven luidde: „Münheer. wees zoo goed en laat den stenf- mer, die mün piano heeft behandeld, terug komen, daar een snaar is gebroken.” Er was een zekere teederheid in haar gelaat, toen ze schreef, die veranderde in een glimlach, toen zü de enveloppe dichtplakte. Naar de piano gaande, nam ze het voorstuk er af en knipte met een schaar een snaar stuk, die scherp trillend, terug sprong. In het klankbord klonk het vibré?ben na, doch het was een pret tig geluid, de fluistering van liefde die haar intrede kwam doen. •w arionetten aan dit romantisch onder- JLV'werp is de jongste aflevering van het maandblad ,De Delver” gewüd. In een „Interview met PollchlneUe" geeft V. T. een vlotte karakteristiek van het marionettenspel. Hü schrijft daar: „Leve Pulclnella. leve PollchlneUe, leve Punch! Leve de gezonde humor, die de ingebeelde Up held bespot, den trots van zün troon stoot, de kwaadwilligheid ontwapent; leve de beweeglük- heid, de snedigheid, de radheid van tong; leve de nooit ontbrekende luim die het leven vengemak- kelükt en zün problemen lichter maakt! Ja, Pollchinelle, nu hebben we je noodig en altüd hadden we je noodig en je hebt niet ontbroken ook.Alhoewel in ons zwaar op de handsch landje, daar kennen we alleen Jan Klaaseen en die is toch nauwelUks populair be- halve op kinderfeesten en op den Dam, en ook niet heelemaal de ware.... Maar laat je geest ons bezielen, Pollchlnelle, want als gezegd dat hebben we hóóg en bróódnoodig! Waar kom je vandaan en waar heb je alzoo geleefd? Natuurlük kom Je uit het Zuiden, hoe kan het ook haast anders? HU besluit zün beschouwing met de volgende aardige büzonderheden: „Wanneer woonde je tn Italië? Trad je er al in de 16e eeuw op in allerlei Marionettenthea ters? En in de 17e eeuw te Parijs bü de beroem de Marionetten van de even beroemde Brioché’s, vader en zoon, en mocht je zelfs aan het hof komen, een week lang spelen voor den Dauphin! Mün eerbied stügt steeds meer, Pollchlnelle. En tn Engeland speelde je ook al! Ach ja. Punch komt natuurlük van Punchinello een van de vele verbasteringen van je naam Wat speelde Je er wel? Julius Caesar, de Schepping, de Zondvloed, andere bübelsche en historische drama’s, in Duitschland Faust (met den jongen Goethe als toeschouwer)Het is I niet mis! toen van beneden, links van de spelonk met angstig, triestig effect uit de diepten, een stem opstügen, die riep: .Manuel! Manuel! Wü hebben hem gevon den! Es muerte (is dood)!” En van boven klonk, vermenigvuldigd door de rotsen Manuel’s schreeuw: „Buenos! Draal zün hoofd naar boven voor de vogels!” Ze bleven nog langen tüd elkander toe schreeuwen. De mannen beneden verklaarden als hun bedoeling verder voort te gaan naar de kust; en Manuel riep hen nog na niet te vergeten hem vroeg in den morgen een goed touw te zenden. Blükbaar hadden ze den schoener al *n tüdje eerder vlot gekregen; verscheidene Lugarenos hadden aan boord moeten slapen. Het was hun plan den volgenden dag in de vroegte zee te kiezen. Het was volstrekt noodzakelük, dat ik bü den Ingang het oogenbllk van hun vertrek ging be spieden. „En hoe nu te doen om te onderzoeken of de Inglez dood of levend was?” vroegen enkelen. Ik was er nu zeker van dat ze niet ge- zamenlük omlaag zouden komen. Het zou hen blootstellen aan gevaar nog in de spelonk door de vaqueros verrast te worden. Er was geen U)d voor grondig onderzoek, twistten re. Intusschen was het daglicht doorgebroken t Voor *t eerst dien morgen hoorde ik Manuel’s Mcul .JUlen Pinü.** „Luister, Castro.... Ook Don Juan?” Zün hoofd zakte weer omlaag. „Zeg de waarheid, Castro." Hü voerde een inwendlgen strüd; met vree- selüke inspanning en ratelend keelgeluid gilde hü: „Neen!” Daarna zachter: „Neen. Niets kan uw Engelschen geliefde redden.” „Waarom?” fluisterde zü mat. Hü raasde tegen haar In zün zwakheid. Waarom? omdat het bevel gegeven was; omdat ze niet ongehoorzaam durfden zün. Omdat zü enkel goud In haar handpalm had, terwül senor O'Brien in de züne hun leven hield.... De vervloekte Juez was voor hen de dood zelf, die tusschen de menschen rondgaat, den een neemt, den ander vrü laat. Hü was hun leven, hun wet, hun veiligheid en dood en de Caballero had hem vrü laten uitgaan. Zün stem scheen geleidelük in zün keel te kwünen en te verdrogen. Hü sloop weg en wü hoorden hem ergens afschuwelük grinniken als een krankzinnige. Plotseling hoorde ik zün kreet door de open lucht: „Zie mü aan!” Boven riep een stem: „Hü is bulten!” Een ontzettend rumoer viel binnen het ge welf, het samenklinken van twintig stemmen, gillend in verschillende toonaarden ..Hü is er uit de verrader! Hü is buiten!” Ik was te laat, maar deed nog drie aarze lende stappen en stond toen verblind. De vlammende takken, die ze boven den afgrond hielden, lieten ‘n regen vonken neervallen, di" onopüouüelük la 1 «onberp UdU zardwenea. zette mün opgeheven voet neer, zonder naar voren te komen. Ik geloof, dat die onverwachte schaduw mün redding was van de bekoring. Manuel was langs de kroonlUst afgedaald. Hü was alleen. Staande voor de bultenopenlng verdonkerde hü de geheele gang, door welke zün gepraat tot de mannen boven luid in mün ooren drong. „Niemand!” sprak hü langzaam, met leven loos gemompel. Terwül ik hem gadesloeg waande hü zich alleen. Hü luisterde met een oor gekeerd naar de gang; naderhand kwam hü binnen de spelonk loeren. Twee lange passen, over den hoop koude aach heen, brachten hem bü den steenen zetel. Uit zün angstige bewegiaasn en houdingen werd het mü heel duidelük, dat hü zün onrus tige aandacht verdeelde tusschen de spelonk en de buitenwereld. Hü ging zitten, maar scheen gereed weer dadelük on te springen; ik zag hem de oogen omhoogslaan naar het duistere gewelf als op zün hoede voor een geluid van boven. Ik ben geneigd te gelooven. dat hü leder oogen bllk de galoppeerende hoeslagen van rijpaar den der vaqueros verwachtte te hooren. De woorden: „ik ben hier veiliger dan zü boven.” werden mü tusschen zün voortdurend geprevel duidelük verstaanbaar. Hü wilde den klank van zün eigen stem hooren, zooals soms een vreesachtig persoon 4 nacht» loopt te fluiten en te praten. -w -reen, neen, kind! Hoeveel keer heb ik je |Xl al niet gezegd, dat op de C. het cres- cendoteeken staat? Kan je dat nu niet onthouden?’ Het kleine meisje keek naar het vermoeide gezicht van de vrouw, die naast haar asm de plano zat. Nüdige tranen welden in haar oogen op. „Speel het opnieuw.” zei de onderwüzeres. De leerlinge begon nu luid te snikken. „Ik kan het niet spelen. Ik.... ik wil het niet spelen.” Ze sprong van de pianokruk „Wees niet zoo klnderachtlg, omdat ik je fouten aanwüs. Kom." Maar de kleine leerlinge weigerde weer voor de piano plaats te nemen en snikte zoo iets van „moeder vertellen.” Ze trok haar mantel aan. zette haar hoed op en met een woedenden blik op haar plano-onderwüzeres verliet zü de ka mer. de deur hard dicht slaande. „Weer een verloren leerling,” mompelde de jonge vrouw. „Het beteekent niets anders dan dat haar plaats door een andere, een beetje Idioter en elgenwüzer nog. wordt ingenotnen.” Jessy Parr ruimde de muziekstukjes op. Daar na ging ze zitten en staarde in den haard. ZU kon zoo ongeveer tien minuten gezeten hebben, toen er op de deur werd getikt, die daarna ge opend werd. .Jk kom van Reely en heb gehoord, dat de piano gestemd moet worden.” .Ja.” antwoordde juffrouw Parr, „u ia erg vlug.’ De pianostemmer lachte „Een uur geleden werd de boodschap mü gebracht en mü werd gezegd direct te gaan.” HU kwam de kamer binnen en wierp z’n hoed op een stoel „Ik kom niet ongelegen, hoop ik?” vervolgde hü opgewekt. „Ik vergeet nu altüd om dat te vragen." Hun uiterlüke punten van overeenkomst vielen de jonge vrouw op. Ze waren beiden bleek en armoedlg-netjea gekleed. Maar tn 7 ge laat van den jongen man lag. in tegenstelling met dat van haar, leven en opgeruimdheid. Zü stond naast de plano, toen hü met z’n werk begon. „U is muziekonderwüzeres. nietwaar?,” vroeg h|j met een glimlach. „Dat kan ik zien door zekere tonen, welke meer gebruikt zün dan de andere. Ik begin een detective in m’n vak te worden." Ze was niet gebelgd door z’n nieuwsgierig- heid. „Ja, ik onderwüs muziek,” antwoordde zü .Ken vervelend baantje, zou ik denken," luid de z’n opmerking. „Büna zoo droog als het müne. Weet u,” hü draalde zich rond op de plano-kruk „dat de meeste menschen, waar ik de piano stem, hooghartige individuen zün. U is een van de weinigen, die dat niet zün. Maar ik word persoonlijk; vergeef me.” Zü lachte. „Ik ben blü. dat ik er niet hoog hartig uitzie,” sprak ze .Maar u schünt dit nog niet zoo lang te doen, wel?” .Meen. Ik werd in den oorlog gewond, kreeg een houten onderbeen." antwoordde hü kalm .Daarom nam ik dit vak op. Er bleef niet veel voor me over en ik had ooren voor muziek Maar waarom geef ik u m’n levensgeschiedenis? In den regel tracht ik de menschen hiermee niet te vervelen.” Hü tokkelde een weinig op het instrument. ..Mooie dag niet waar?” begon hü opnieuw. „Ik ben blü dat ik een boodschap van u kreeg en uit het duffe kantoor kon gaan. Dat is een van de goede züden om piano-stemmer te zün. Het er uit trekken meen ik. Ik leef op in den zonneschün. Het doet me tevens geld verkwisten aan deze sneeuwklokjes.” Hü draaide zich om en toonde de bloempjes In z’n knoopsgat, ter wül hü vroolük lachte. Voor 7 eerst merkte Jessy Parr op. dat de kamer baadde in zachten lentezonneschün. Zü sloeg den pianostemmer onder z’n werk gade. Zü merkte op, dat hü niet ouder was dan dertig en een open helderen blik had onder z’n weel- derigen haardos „Ik houd van sneeuwklokjes,” sprak ze een voudig; .ze herinneren me aan mün huis en den ouden tuin.” „Dan komt u uit de provincie!” riep hü. met büna een juichkreet in z’n stem. „Daar ben ik blü om. Zelf ben ik ook een provinciaal en ver kracht in mün leden. Wapens had ik niet. Hoe zou ik kunnen vechten? Met een licht tikken tegen de rots boven het gewelf kwam William's flesch. met het groene koord aan een dik touw bevestigd, lang zaam naar beneden zakken, en hing nu roerloos voor den Ingang. De flesch was pas gevuld met water; er droop nog vochtigheid van buiten langs en de zilveren stop, getroffen door zonnestralen, verblinden nu mün oogen. Dit was het gevaar dit lokaas. En het lükt mü nu, dat ik er dadelük op zou zün aangevlogen. als tk maar eens even beseft had wat ze bevatte. Maar het duurde eenlgen tüd, eer Ik begreep eer tk de gedachte kon verwerken dan dit water was. daar binnen bereik van mün hand. Met heftige inspanning weerstond ik de krankzlnngheld. die WÜ prik kelde om op de flesch aan te vallen. Jet» donker» schoof joor de gang.. en den nacht uit de opening der spelonk ver dreven. En In dit licht was Castro te zien, die. met z’n vingers geklemd aan den steenen rand, naar bulten hing, met rijn hoofd achter waarts geheven, zün rug gespannen, rond als ’n boog; de roode vonken, die van boven af neervielen met het dwarreldansen van sneeuw vlokken, verdwenen In de lucht voor zü zün gezicht bereikten. Manuel! ManueH” Zü antwoordden met een diep, verward ge huil, zich verdringend bü den rand om in zün oogen te zien. En tk staarde naar 7 kramp achtig zwoegen van zün borst, zün opgeheven kin, zün zwellende keel. Hü daagde Manuel uitHU daagde hem uit neer te dalen langs kroonlUst, en het staal van den verminkten arm zwaaide etüf op en neer, met de punt omhoog In het licht, als een roodgloeiend wapen. Hü wenschte hun de pest, de Engelsche galg, de helsche machten; terwül al dien Üjd hun begeleidend razen over zün hoofd werd uit gestort. Al wat ik na zün woorden hoorde, was een geweldige kreet, gevolgd door een plotselinge afgebroken stilte. Deze scheen een zeer langen tüd te duren. Was hü gevallen? Had hü zich naar beneden gestort!? Ik zag drie bewegende vlammen van ontsto ken takkenbossen, door mannen voortgedragen In kronkelende dal'”? dicht achter elkaar. Zü verdwenen in dg diept?. Na een tüd Kwam Dezer dagen vertrekt de Engelsche geoloog Btr Douglas Dawson met een wetenschappelüke expeditie van Adelaide naar het binnenland van Australië. Het doel is de bestudeerlng van den motsten meteoorkrater ter wereld, die zich niet ver van de Flnke-rlvler zou bevinden. Waar is de grootste meteoor gevallen? We moeten bedenken, dat er voortdurend splinters Uit het wereldruim op aarde storten, doch de aarde is zóó gedeeltelUk bekroond, het water oppervlak zóó groot, dat wü niet nauwkeurig kunnen nagaan, hoezeer wü worden gebombar deerd. Slechts de zeer groote gebeurtenissen, die het vasteland betreffen, plaatsen wü als belangrüke feiten In de aardgeschiedenls. Wü kennen vier groote kratergebieden. Het jongste stamt uit 1902, toen in Siberië, ten Noorden van het Baikahneer tusschen de Je- Bissei en de Lena, op den laten Juli een reus achtige meteoor viel, die de aarde deed trillen, een geweldigen vuurschün ten hemel deed op laaien en over een gebied van 100 vierkante kilometer alles In vlammen deed opgaan. De ■teen zonk negen meter diep in den grond en de „kinderen” van den meteoor verspreidden zich over een groote oppervlakte, eveneens on heil aanrichtend. Dat was werkelük een stuk aardgeschiedenls in hlstorischen tüd. Overigens liggen de kra tervelden óf eenzaam en verlaten óf zü zün zóó oeroud, dat men ze niet meer als zoodanig herkent of slechts met moeite vanuit de hoogte kan waarnemen Een dergelüke waarneming is wel gelukt In Arizona, waar men tn den Canon Diablo vanuit een vliegtuig de plaats heeft herkend, waar een meteoor, vermoedelük zelfs meer exemplaren zün ingeslagen. De stukken moeten de aarde züdelings hebben getroffen en weer zün opge- sprongen. vóór zü zich In den bodem groeven. In het jaar 1932 heeft men In de troosteloose eenzaamheid van de Arabische woestün mete oorkraters ontdekt, die nog op een nader on derzoek wachten. De vierde meteoor-krater Is die bü de Flnke- rlvler in Australië, in het Zuidelük gedeelte van de MacDonnell-bergen. Toen men eenlge jaren geleden de 0 ZOU ANN/E - ZiJN. MAAS 'AfARbUCKÓ ÓUHT ZKH GEET1 PUóT NAU~ WEUJK5 WEERAL BOORD VAD Z ‘H JAÓH T OP HU ONDERZOEKT VOLOEH5 EEN BEPAALD Plan al dein eaart gebrachte e/lancee >N DEZE kUATEEEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 19