f 50.
f,76.670.
u
w/ifiaal wms den da^
keerden wij heden uit
ONZE 272e UITKEERING
HONIG’S GROENTESOEP 6 borden
20 ets.
l/J
Toen de Cullinan gevonden werd
EEN WERELDSENSAT1E
voor
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
HET KAPERSNEST
Z6?
4
Itlipikacdb's pMdecs
ff750.- f250.- “„vsk i- fl25.-&z^zs fso.-^f 40.-
Jitn maakt aanstalten
Alle abonné’s
WOENSDAG 24 JANUARI
In Amsterdam bewerkt
ik
Gouden Professiefeest
•t
Visch naar België
aan
WAARMEDE
THANS
EEN
TOTAAL
BEDRAG
VAN
DIRECTIE VEREEN KATH. PERS
Hooge Raad van Arbeid
I
f!’
r
I
Een operatie in de kolen
schacht
geldende
den Heer
Durga en het
auto-ongeluk
JOSEPH CONRAD
-
Geen reden tot ongerustheid
KWATTA’s SOLDAATJES
blijven hun waarde altijd houden
A
Yeen paar keer
wegens een aan
hem overkomen ongeval. Dit is
aan onze verzekerde abonné’s is üitgekeerd-
\Tnu. D/teila/wlD
\noó nletzoon
y^LECHTE VERBLUF-
PLAAT5. ER/5H/ER
WERM.OEDAAN
VOED5EL E/f HET E>
ER RDBT/p. WE
HADDEN HET
VEEL SLECHTER
KUNNEN TREFFEN}
ingevolge de voor onze abonné’s
gratis-ongevallen-verzekering
TH. BAKKER te Amsterdam,
De aanbieding van 4^zen reuzen
diamant aan honing Edward
ging met politieke moei
lijkheden gepaard
Onderscheiding voor een moedig
geneesheer
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UÜR NA HET ONGEVAL
VOOR DB T
F-NATIONALE/"
A DRANÜ J
W‘'' J
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
0
st.
IIUIH Hill.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliy
id
iiiiiuiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
IHIIIIIII
OP
I
'I
f',1
r
i*
aeuecO
«w<e
PC BEREJDirtOSWIJZE STAAT OP IEDERE FLESCX
VIJFDE DEEL
HET LOT VAN ONS, MENSCHEN*
jmüKjtfl'E HOOroo'ilJ n.
(Wordt vervolgd)
soldaten
V'
k
1
1
r J
I
beleeerdi
I Stoep
ROMAN VAN
van Mr. T-
mün. naar
blies
over
orkaan
menigte
ss—
t
id
■n
le
t.
n
l-
n
n
i.
F,
f
1
L'
1
3
een
de
ek
en
t
t.
n
n
r
schelletjes. De nienschen voor mij vielen
tameniyk op de knieën en Ik bleef alleen
zijn spoedig verdreven met
Per stuk 8 ct. Doos 45 et Bij Uw drogist
td.
id.
4
flllllllllllliltIII DE PRIMEUR
'EN WEER delcxjpeh, jdt 5
AL D/E PLANKEN LX/DEN i
OP T 5TRAW. DAARNA l
RUNNEN W/J ZE 6EAMK t
RELUZ DAARHEEN LA- f
PEN DRIVEN, WAAR V/J C
nmiimii
a.r r *-*■ we»» y w - wee»
ZE WILLEN HEBBEN
.Neen, nu mi
hebt mJ al tez
Ut draal fllmeif
wet In
O'Brien worden
van den bewustelooss vakkundig verbonden
worden.-Toen pas ging het langs stelle ladders
naar boven. Hier zorgde dr Kendal dat de ge
kwetste zoo spoedig mogelijk naar het deken
huls vervoerd werd en nadat het laatste ver
band gelegd was, ging de dokter wat rusten,
uitgeput door de inspanning van zoo’n levens
gevaarlijke operatie.
Behalve in geval van direct transito-verkeer
per spoorweg Is voor elke zending van gepelde
of ongepelde garnalen, van versche of bevro
ren visch. bU Invoer In België In trans.to. van
1 Februari 1934 af een licentie noodlg. uitge
reikt In naam van den minister van vervoer
door den dlrecteur-generaal der scheepvaart.
Dinsdagmorgen droeg de Hoogeerw. heer Mgr.
F. Wouters, Pastoor-Deken van Maastricht, en
hulsprelaat van Z. H. den Paus in de klooster
kapel der Eerw. Zusters van de Congregatie van
den H Borromeus een plechtige Hoogmis op bij
gelegenheid van het gouden professlefeest van
vier kloosterzusters. Mgr. Wouters werd daarbij
geassisteerd door twee Paters Minderbroed»»,
terwijl in de kapel ojn. aanwezig waren de
Algemeene Overste, de Raad van Zusters en
een stoet van bruidjes.
De jubileerende zusters waren Zr. Aldegondis
(In de wereld Johanna Oetrudes Lopes de Su-
asso); Zr. Brigitte (Maria Elisabeth Prlkk’irt
Zr. Gabrlëlle (Maria Fleischener)Zr. Cornelia
(Wilhelmina van Sleeuwen).
l NAAR DAT W
MEEMTN/ET 1
'\WE6.DATJXAL- I
IlemaTNt/oBLD L
<4Z WEZEN Al -s
flWE H/ER VAN-
Kdaan en oh L
R WEó WAARHUdUï
X ZULLEN ZJJ/T
37 >R V/ND OATfeW
fWEL WAT LAAT H,,
\DH NU TT0>C AAN
ZOO ‘N ZHAMMXt
\TE 3ED/NNENWT
ZULLEN TDTNDR
kV// WATNTEHENl
\PANAAH ON5
WERE DAAN..
et Udteeken?" herhaalde Lil vragend
en rond hfrar mond speelde een vroo-
HJk lachje. Met wijdopen mond staar
de zij naar Dr. Winter, die voortdurend naar
het Udteeken keek, dat, van onder het oor tot
onder de fijn geronde kin liep.
Na een pauze, waarin alle rimpels weer uit
Lll's gezicht wegtrokken, ael hü. dat aan lid-
teekens altijd een gebeurtenis verbonden was,
die bet vermelden waard was, waarop UI be
vestigend de oogleden sloot.
..Een teeken van de Durga" zei ze met ver
moeide stem, mat en afwezig van blik. Bijna
onmerkbaar haalde zU de schouders op.
„Durga" vroeg de Winter verbaasd.
„Ja. de Indische godin, aan wie tegenwoor-
7 ALS WE een-^
WA Al DE DOPE M
E&DT WEER OP
DR/FTHEBEETf.
DAH ZAL HETCTCS
6EHARXEUJZIKL-
LEW, AREEH
NlEc/WEWAST
AaWTEBREOÓEW,
OPRWETHETZER
ZDLLEW WE HET
\WEL KLAARSPEL Fa.
WET L5 EE/T KHlLj L
kz^7/y hoekje; i
HAAR OVERAL
\REr ZOO RUST/O R
EH «ALFf WMOfy
Re r opdeNdum'
VERZELEJia J
J HU/ZWOOR
ELAT WE OEEH
STORFf ZPUOBT.
Wet z/et Daar
OR/DERD DREL-
0EWD HDEO
U/T/H‘T ZULD-
WESTE/T
Een bejaard man In t «wart, met een witte
snor en bakkebaard stond voor me, de schooier
naast hem en achter hem vier soldaten met een
officier. Het geheele onheil drong »lch met één
enkelen oogslag aan mU op.
„De senor Is zeker een vreemdeling mis
schien een Engelschman,” zeide de ambtenaar
in 1 «wart, HU droeg een kanten kraag, een
op het linnen’ doek geprojec-
Jn alechta voorstellingen van
le met fantasie begaafd zijn.
u mij begrijpen wanneer ik
oms naar avonturen zoek, die
ruwe werkelijkheid «Ijn. Mijn
langstelling wil Ik hier niet eens
brengen." Lachend maakte hij
tie enkele woorden in bet oor. Het waa duide
lijk genoeg voor me. dat de rechter maar «en
heel gering ambtenaar was, die enkel besliste
of er reden tot rechtsvervolging zou zijn; aelfs
tegenover zijn klerk was er In zUn houding
groote schuchterheid en twijfel.
Ik selder „Maar Ik sta er op te weten...."
„Senor," zeide hij. „er Is geen beschuldiging
tegen u, maar de zaak te Juist, dat niemand weet
wie u bent, komt van een plaats waar aeer
betreurenswaardlge en onverklaarbare dingen
gebeurden; nu bent u in Havana; u hebt geen
paspoort. Ik verzoek u kalm te blijven.... Deze
dingen zijn allemaal gauw In orde."
Ik twijfelde er niet aan, of hM sprak de waar
heid, zooover hU die wist. Hy waa klaarblijkelijk
iemand van vervelend-naleven eenvoud.
Misschien was het werkelijk waar, dat ik enkel
verklaringen had te geven en dan mimehi^n
aHes was afgeloopen.
Op dat oogenbllk kwam O'Brien het vertrek
binnen met den achteloosen «tap van een
ambtenaar, die ambtshalve bü een ambtgenoot
binnentreedt.
Het leek of het feit, dat hu mU daar «ag.
tets was, dat hU buitengewoon verafschuwde
terwijl hu kwam, alsof hU enkel behoefte had
zich te overtuigen van mijn bestaan, mUn Iden
titeit en mUn alleen-sljn. De langxame blik,
dien hü mj) schonk, wüsigde niet de kalmte
van zün binnenkomst.
(Korte inhoud -an het voorafgaande: Kamp
eau IngelKhmsn uit Kent wiikt met Carlo*
Bleao uit naar Jamaica geholpen door a«®
verloofd* van slln zuster Veronica Ralph
Rooksbv Bier komt bli in «ennu met d*n
rechter O’Brien en met Don mmon die
K*mn trillen overhelen dienet te nemen Ml
«eeroover* die Rlo Medio als beste hebben
Kempt vlucht maar wordt later weer door
de zeeroovera gevangen genomen en naar
Rlo Medio gebracht waar hü
ontvangen wordt door Don Balthasar
Hier leidt men hem aap bet eterfbad
Carlo* Het gepeupel eiecht de uitlevering
van K»mo en doet ale Oarloe tulet
ven is een aanval op bet hu>« waarbii Don
Balthasar door een kogel wordt getroffen
en stervend Ineen zakt Al* tlidena de be-
«rafenleplechtleheden de «andeeht efgeieio
Ie vlucht Kemo met Den Balthaeer* doch
ter Serafine en wordt opeenomen oo het zn-
geleche schip .Lion" De Engeleche koop
vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp
verlaat met Serafine en Castro tlidellik het
„Waarom ben ik hier gebracht, edelachtbare F*
vroeg Ik met heel veel vastberadenheid.
Er zaten twee personen in 1 zwart, de een
naast den ander achter een groote.' «warte
tafel. Ik moest tusschen twee soldaten tegen
over hen plaats nemen, In het midden van een
groote, schaarsch gemeubelde kamer met kale,
vuile muren en de wapens van Spanje boven
den zetel van den rechter.
„U bent gebracht voor den rechter van de
eerst* Instantie," zei de man In t zwart op
van de tafel. Hü droeg een grooten steek met
drie punten.
Eentonig klonk het. „Wees aandachtig en
Eerbiedig tüdens het verloop van het proces."
Dat waa ongetwüfeld een uitmuntende raad.
HU fluisterde nu den rechter der eerste Instan-
veilig «Un, en Ik eveneens, want mün lippen
zouden verzegeld blüven. Voor mij kon Ik
daarna de bescherming van mün consul Inroe
pen eh trachten den Juez aan de kaak te
stellen.
„Ga daar bipnen. senor, om met uw aan
klager geconfronteerd te worden.” «el de
ambtenaar In t zwart, toen hU weer verscheen.
HU wees naar een kleine deur links van de
zaal MUn hart klopte rustig. Ik voelde een
soort onverschrokken onderwerping.
-w—ontdekking van een grooten diamant in
1 Zuld-Afrika heeft niet alleen de alge-
xaevcM aandacht doen vallen op Sir
Ernest Oppenheimer, die den steen voor
f 63.000 gekocht heeft, doch ook het aanzien
gegeven aan tal van anecdotes, verband hou
dend met de nog grootere vondst, welke een
kwart eeuw geleden een wereld-sensatie ver-
oorzaakte- De Cullinan werd door de Zuid-
Afrlkaansche regeerlng ten geschenke gegeven
•an Edward VII; «U werd gesneden In twee
groote en ver hver de honderd kleine diaman
ten. De twee grootste zün Ingezet in den En-
gelschen scepter en de Engelach« kroon.
Het feit dat <1® onderkant jan den ruwen
«teen glad was, deed het vermoeden rijzen dat
er nog een stuk In de mün was achtergebleven,
en aanvankelük meenden velen dat de nieuw-
ontdekte steen het complement van den Cul
linan was.'
Dat de aanbieding van den Cullinan aan
konlng Edward van tfbott politieke moellük-
beden vergezeld ging, zal wellicht weinigen be
kend zün. Het desbetreffende voorstel was in
de Wetgevende Vergadering van de Transvaal
Ingediend door Generaal Botha, „als teeken
van loyautelt van het Transvaalsche volk en
ter herdenking van het toestaan van zelfbe
stuur". De motie werd aangenomen met 43 te
gen 19 stemmen, en het eigenaardige feit deed
zich voor dat. zoo weinige jaren na den Boeren
oorlog, de Hollandsch-Afrlkaansche volksver
tegenwoordigers er veel geestdriftiger voor wa
ren San die van Engelschen bloede. Het f®1* dat
bet initiatief niet van laatstgenoemden was
uitgegaan, was oorzaak dat de liberale regee-
ring van Campbell Bannerman, die den konlng
van advies moest dienen, een zeer gereserveerde
houding aannam. Hlerbü kwam dat Zuld-
Afrika Juist op het punt stond te Londen on
derhandellngen aan te knoopen over een be-
langrüke leenlng, en ofschoon de regeerlng er
kende dat het aanbod niet door deze omstan
digheid ingegeven was, wilde zü toch dat ook
de schün zou worden vermeden.
De Hooge Commissaris te Pretoria. Lord
Selbourne, drong in tal van telegrammen op
aanvaardllljz »«n het geschenk aan. maar het
verzet hiertegen was. ook in konlngs onmld-
dellüke omgeving, aeer groot, vooral onder die
genen, die het onnoodlg vonden dat de naam
lan, den directeur der Premier-
de diamant genoemd w» aan
de Kroon-Juweelen veNxmden aou worden.
De konlng. die den diamant gezien had. en
die terecht meende dat verwerping van het
geschenk een zeer slechten Indruk In Zuld-
Afrika zou maken, riep, toen «Un vriend. Lord
Esher. «bovenstaand argument te berde bracht,
uit: „Waarom zou een konlnklük Juweel niet
naar Cullinan genoemd kunnen worden, ter-
wül de overjas, die ik op het oogenbllk over mün
konlnklüke gestalte draag, den naam van een
■ekeren Lord Raglan voert 1"
De prins van Wales de tegenwoordige
George V drong krachtig op aanvaarding
van het geschenk aan, maar de strüd duurde
maanden lang, tot eindelUk de regeerlng toe
gaf. en de Cullinan den konlng op 9 November
1907, «Un 6teten verjaardag, door Sir Franc/
Hopwood en Sir Richard Solomon op het paleis
te Sandringham namens het volk van de Trans
vaal aangeboden werd.
In Januari 1908 werd de steen naar de firma
Asscher te Amsterdam gezonden, om gesneden
en bewerkt te worden Als beuling ontving
«U eenlge der kleinere stukken en 98 kleine
briljanten. De „Morning Post" herinnert er
aan dat. toen de steenen bewerkt waren, drie
maal twee mannen naar Londen vertrokken
met drie doozen. waarvan één de steenen be
vatte, terwül de belde andere leeg waren. Zelfs
de dragers wisten niet aan wie hunner de schat
was toevertrouwd. BU aankomst te Londen
evenwel bleken alle drie de doozen leeg te «Un.
Groote consternatiel Het verhaal gaat dat de
heer Asscher de diamanten In «ün broekzak ge
stoken. en ze aldus op de mlns^ opvallende
wüze vla Brussel en Parijs naar Londen ge
bracht had.
Volgen» een bericht der ,N. Z." uit Londen,
beeft het bestuur der Carnegle-stichtlng beslo-
tsei den geneesheer dr. Kendal een eeregeschenk
aan te bieden van 20 pond voor z'n moedige
reddingspoging. De dokter heeft eenigen tüd
geleden een 19-Jarlgen jongen diep onder in
de kolenmUn uit een uitent gevaarlüke positie
bevrüd. door hem onder een overhangend rots
blok dat leder oogenbltk dreigde neer te
storten de hand te amputee ren
Met donderend geraas was het rotsblok, dat
wel 100 ton woog. In de schacht gestort. Hou
ten stellingen en ladders, touwen en stalen rails
had het met zich In de diepte meegesleurd. Op
drie plaatsen vernielde het de platvormen en
raakte toen tenslotte enkele centimeters boven
den grond vastgeklemd. Gelukkig was er nie
mand ernstig gewond, maar hier beneden lag
een jonge arbeider, dle*met z'n rechterhand In
de klem geraakt was en dus genoopt was onder
het rotsblok te blüven liggen. Zün kameraden
konden hem niet helpen, want de Ingeklemde
nand kon ónmogelijk onder bet rotsblok van
daan gehaald worden.
Ieder oogenbllk echter kon het blok verder
naar beneden zakken en met zün gewicht den
ingeslotene en aün redders verpletteren. Er
bleef niets over dan een dokter te halen, die
de hand amputeerde.
Dat gebeurde dan ook. Een telefoongesprek.,
en enkele minuten later was dr. Kendal ter
plaatse. Maar de toegang tot de mün was af
gesneden. En zoo moest de dokter den moeilü-
ken en alleen reeds levensgevaarlijken weg
langs de smalle schacht nemen.
Bü de Ingesloten mUnwerken aangekomen,
kroop hü op handen*'en voeten naar de kleine
ruimte, die nog naast den jongen man vrü
gebleven was. Münwerkers lichtten bü met hun
münlampen. Maar hun zwakke schün was niet
toereikend. Meer tastend dan ziende verrichtte
de arts de ampuUtle HU lag languit op z'n
rug en kon zich zelf ternauwernood verroeren.
Zün gericht werd door den rotsblok bijna In-
geklemd.
.Aan een plaatselüke verdooving was onder
deze omstandigheden niet te denken. Maar de
jonge arbeider was reeds een paar uur bewus
teloos. EindelUk na minuten waa de laatste
vinger geamputeerd. De arm zakte weet naar
beneden Dé vastgeklemde «as bevrüd. Voor-
zlchtlg kroop de dokter achterwaarts en trok
den gekwetste behoedzaam mee. Krachtige ar
men grepen toe en zoo was de man spoedig
bulten gevaar. Maar de uitgeputte dokter kon
zich nog geen rust gunnen. Nu moest de arm
De laatrte alinea van het communiqué van
den Hoogen raad van Arbeid Inzake zün verga
dering van 20 Januari moet als volgt luiden:
Nadat een voorstel om den minister te advl-
seeren het voorontwerp van wet. houdende
wettelUke regelen Inzake het erkennen en sub-
sldieeren van vereeniglngen met werkloozenkas
en de instelling van een crials-werklooahelds-
fonds terug te nemen, was Ingetrokken In ver
band met de ernstige beswaren, waaronder
van formeelen aard, die daartegen van
verschillende züden waren Ingebracht, werd
de behandeling van het betreffende concept
advies uitgesteld tot de volgende vergadering,
ens.
keten om den hals. *n fluweelen broek, en
zwarte kousen. Zün stem was zacht.
Ik was zoo uit het veld geslagen dat Ik
enkel knikte.
„De senor is jong en onnadenkend. Gods
dienstige- gevoelens behooren geëerbiedigd te
worden."
De ambtenaar in 't zwart sprak mü toe op
droefgeestlgen, gematigden toon.
„Deze man,’’ vervolgde hü. terwül hü den
bandiet aanzag. „heeft mü een lormeel verslag
uitgebracht van uw antl-godsdlentlge betoo-
glng."
Wat ®«n noodlottig voorval, dacht ik ontstekt;
maar ik trachtte de zaak te verklaren en
drukte mün spüt uit. De ander staarde mü wel
willend aan.
.Niettemin, sénor, moet >k u verzoeken mü
te volgen, ook voor uw eigen veiligheid. O
moet eenige inlichtingen verschaffen omtrent
uw persoon."
Ik was vast besloten nlet« uit te laten Maar
de Lugareno was bezig mü van alle kanten op
te nemeir. HU sloop nader, stapte terug, toen
naar één züde.
„Deze achtbare man," begon de ambtenaar
in *t zwart, „beklq^gt zich verder over uw
gewelddadigheid.
„Dese achtbare man," riep Ik stomweg, „is
een kaper, 't Is een Lugerano van Rio Medio.
Een misdadiger."
De ambtenaar scheen gerbaasd. en onmlddel-
lük zag ik mün idiote vergissing te laat!
„Vreemd," prevelde hü en tegelükertüd be-'
gon de ellendige schurk te roepen;
■chip, dat hen later weer aal onnlkken iil-
dens den storm slaat hun boot om Ze worden
°D de aust aeworoep en rerbercen «icfc in
•®n spelonk waar zll aoor O’Brien worden
belewerd)
groep soldaten
trompet geschetter
dig nog matchen geofferd worden," vulde 1.11
aan.
Dr. Winter bleef verwonderd staan en lette
niet op de zacht wegstervende (slanken, ole
een einde aan den dans maakten.
„Durga?” herhaalde hü. ..Maar dat moet
ge eens nader vërtellen; Ik vergla me waar
schijnlijk niet, al$ ik een buitengewoon Inte
ressante geschiedenis verwacht. Maar Iaat ons
in den wintertuin gaan.
Toen Lil een tegenwerping wilde maken liet
hü er hafctlg qp vjplgen:
- mü niet weigeren. U
-nieuwsgierig gemaakt. Ziet u,
met de avontuuriükste scènes,
die de menschkn vol enthousiasme meesleepen
Maar alles wal
teerd wordt, I
medewerkers. 1
Misschien kunl
bü afwisseling
niets meer d
pereoorjXuk^t
In t geding
een buiging
In den wlntertüd was bet behaaglük koek
als na een onweer op zwoele zomerdagen. Het
rook sterk naar vochtige aarde en herfstach
tige bladeren.
„Vertel me nu," vroeg dr. Winter, nadat zü
zich In de zachte fauteuils neergezet hadden.
LU tuurde zwijgend naar de smalle bladeren
van een palm.
„Goed” zei ze na een poosje en het klonk als
een bevrüdlng.als had zü na een zware
worsteling eindelUk het besluit genomen.
„Het gebeurde twee jaar geleden in Indié. Ik
bevond ml> op reis van Dargeeling naar Cal
cutta en daar Ik van Indlë alleen de steden
had leeren kennen, besloot ik een omweg te
maken. In dien tüd heerschte in de vlakte ten
Zuiden van de Himalaya een groote droogte
Verschillende weken reeds had bet niet meer
geregend en het land werd door een vreeselüke
dorheid geplaagd. In verschillende streken wa
ren riekten en hongersnood uitgebroken en de
regeerlng moest maatregelen treffen om de
buitengewone ellende te lenigen. In zulke tü-
den is het niet aangenaam te reizen en meestal
Is het twüfelachtlg of de reis wel door kan
gaan, want bü den nüpenden nood laait bü
de inboorlingen de geweldige haat tegen de
Europeanen weer op. Men had mü tevoren
gewaarschuwd en trachtte mü van mün voor
nemen af te brengen.
De voorzorgen van mün vrienden schenen
mü overdreven en overigens vertrouwde Ik op
mün auto en mün geluk dat mü zelden In
het leven verlaat. Am een kleinen revolver
dacht Ik toen nog niet. Dat viel me pas te
binnen toen ik over het vlakke land reed en
overal een afkeurende houding bü de Inboor
lingen ontmoette.”
„Vertel alsjeblief verder/' verzocht dr. Win
ter. toen Lil nadenkend een oogenbUk zweeg.
Jk bewonder uw moed
„Het waa een vreeselüke tocht. De velden
lagen verdord-en tar riot zengenden gloed ver-
droogden de jonge maïskolven-aan dewiegen -
de halmen. NTap 'éh kYAchtelooa hing hét Ster
vende loof aan de boomen en als Ik met mün
wagen door het wervelend zand van den land
weg reed, was ik door een grijsbruine ondoor
dringbare stoflaag omhuld. Menigmaal ont
moette ik menschen, uitgeputte gestalten, die
wezenloos in stompzinnige sluimering langs de
wegen lagen of voor hun armzalige hutten
hurktqp. Het was een ontstellend gericht.
Slechts wie derf matelooeen nood zelf leerde ken
nen, kan de menschen begrüpen, wanneer zü
In hun wanhoop belmelük peer naar Durg*
terugkeerden en haar menschenoffers brach
ten. Ik had nooit bepaald geloofd, dat In onze
dagen nog deze bloedige cultus gehuldigd werd
tot ik in Arrinopula aankwam. Arnnopula
Is een dorpje ver af van de grorite verkeers
wegen en moellük te bereiken. Ik zag het pas
toen Ik onmiddellük In de nabijheid op een
kleine hoogte stopte.
Opeens bemerkte ik terzüde van de dzjungle
een oud bouwwerk. Alle oude gebouwen bezit
ten een magnetische aantrekkingskracht voor
mü en ook toen
kon Ik haar niet
weerstaan. Ik
vond een tempel
ruimte met ver
vallen muren, die
slechts büeenge-
houden werden 1
-door woekerplanten en een wirwar van takken.
Duister gaapte de opening, die naar den tem
pel voerde en een koele vochtige lucht uit
ademde. Het trok mü met onweerstaanbare
macht aan, ofschoon ik een zekere huivering
over me voelde komen. Als een nachtmerrie teg-
de de schemering zich over mü heen en In de
onnatuurlüke stilte hoorde ik slechts het harde
bonzen van mün hart. Ik keerde mü om en ver
liet haastig de unheimische plaats Hoe zal ik
mün ontzetting beschrijven toen plotseling half
naakte menschen voor me stonden.... geraam
ten. vel over been die mü met sombere
oogen waarin wanhoop en menschelüke begfee-
righe.d vlamden, aanstaarden. Ik weet niet of
ik geroepen of mü verweerd heb. toen zü mü
met hun knokige handen oppakten en weer naar
de ruïne sleepten. Als Ik aan de minuten of
seconden, die toen volgden, teruadenk, word Ik
telkens weer overvallen door de afschuwelüke
huivering, die mü toen aangreep."
Lil zweeg een oogenbllk en wreef aarzelend
met haar vingers over het Udteeken Een hul
pelooss trek lag om haar dunne lippen. Dr.
Winter zag. dat zü eenigszlns beefde.
„OngeloofeUJk Interessant” zei hü alleen en
wachtte gespannen naar Lll's verdere uiteen
zettingen.
„Wat er verder gebeurde, kan ik me niet pre
cies meer herinneren," vervolgde Lil. „De ge-
gebeurtenissen volgden elkaar met overrompe
lende snelheid op. Ik weet alleen, dat Ik op
den grond lag In een gevoel van verdooving. In
het schemerlicht zag Ik onduldehjk de belde ge
stalten In haastige bewegingen bü een groot
rotsblok, dat een offeraltaar uit het Oude Tes
tament geleek. Met verpletterende zekerheid
kwam over mü de ontstellende overtuiging dat
ik in handen van de aanbidders van Durga ge
vallen was, die in hun verbeten wanhoop de
godin door het brengen van menschenoffers
trachtten te bewegen hen van de ramp ven
droogte en hongersnood te bevrijden. Ik stond
Op en wUde naar den uitgang vluchten, maar
de twee sprongen als tijgers naar me toe en
heel vaag herinner Ik me nog hoe een van hen
mü zün mes in de borst stiet. Instinctief bukte
ik snel omlaag zoodat het mes slechts rakelings
langs mün gericht gleed. En instinctief moet Ik
tevens naar den revolver in mün mantelzak ge
grepen hebben, want pas toen mün tegenstan
der op den grond viel, drong het tot mü door
dat ik hem met het wapen gedood had.
LU streek langzaam met de hand over het
voorhoofd.
,^ls een ontwakende, die zich vergewist dat
de kweUende droom slechts een droom geweest
is,” dacht dr. Winter.
„En de andere Indiër?" vroeg hü haastig.
,NU bekommerde zich niet om mü. want toen
ik büna bulten kennis’van afsèhuw op den doo-
de neerzag, stormde hü naar buiten en wierp
zich ato een wUde op den grond die vochtig was
van ’Wen vallende!) régen. Want 'het groote
spreokjeeachtlge «onder was geschied. Durga
scheen d®or den dood van den Indiéri’ ver
zoend. Dé langverwachte régen stroomde, in
dikke stralen neer!”
„Phantastlsch," zei dr. Winter geestdriftig en
leunde achterover in den fauteuil.
Toen legde hü bedachtzaam zün hand
Lil's arm. „Ik zou uw avonturen gaarne
filmen en het zou mü zeer veel genoegen doen,
als u mü daartoe verlof zoudt willen geven en
zoo mogelük ook uwe medewerking...."
Lil lachte met gesloten Uppen.
„Gaarne," antwoordde zü.
„Gelukt!" jubelde het In UI, toen zich
later weer in de zaal Uet brengen.
Terwijl men nog de kachel stookt
tn zelfs van schaatsen droomt,
tn nergens nog een blaadje groen
Te zien is aan ’t geboomt.
Staat in de krant dat schoon bericht,
Zelfs kapitaal gedrukt:
De eerste aardbei van het jaar
Is nu al reeds geplukt!
Al is zoo’n heerlijke primeur
Dan van den warmen grond,
Toch brengt die eerste aardbeipluk
Je ‘t water in den mond!
Doch wat de liefde vlug bekoelt.
Hoe happig je ook bent,
Dat is de radicale prijs
Van vijf en vijftig cent!
Zoon prijs maakt zelfs de fijnste
vrucht
Voor onzen mond niet zoef,
Ook als j’een heelen suikerpot
Met suiker er op doet.
Je raakt zoo’n aardbei zelfs niet aan,
Al ben j’er op verzots
Want vijf en vijftig cent per stuk
Maakt wdchten.tot genot!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
„Hü Is het! De verrader! De ketter! Ik her
ken hem!”
„Kalmte, kalmte!" zei de man In t rwart.
„Ik vraag gebracht te worden bü den juez
don Patricio voor een verklaring," gilde de
Lugareno. Er begon zich een oploopje te
vormen.
De ambtenaar en de officier wisselden be
raadslagende blikken. Bü een woord van den
laatste drongen de soldaten om mü heen.
Ik voelde mü vernietigd, alsof de grond
onder mün voeten was ingestort en de hemelen
In tweeën gescheurd. Als In een amgstwekken-
den droom stak Ik tusschen mün bewakers de
straat over en beklom de trappen van net paleis
van justitie.
In de sombere, kille hal Heten ze mü
wachten. Aan eiken kant had Ik een soldaat
naast me en daar vlak voor me, op een
tafeltje, lagen Mrs. William's sjaal en
Sebrlght's muts.
Het leek meer dan ooit een ongerümde droom.
Maar Ik had den tüd mün zinnen te verzame
len. Ik kon niet de bescherming van den con
sul Ingeroepen, eenvoudig, omdat Ik dan een
getrouw verslag van al mün doen zou moeten
uitbrengen, wat gelük stond met Seranhlna uit
te leveren. Haar kon de consul niet beschermen.
Maar de .JUon" zou den volgenden dag uit
zeilen. Sebright zou het begrüpen. als Wil
liams het niet deed. Ik vertrouwde op Sebright'»
scherpzinnigheid. Ja, vóór den avond zouden
zü uitzeilen.... Binnen anderhalven dag....
Als ik enkel maar tot zoover Seraphlna’s
redding voor O Brien kon verborgen houden, zou
onder het voorbü trekken. Daarna wae alles
onmiddellük stil behalve het zilveren gerinkel
van schelletjes. De nienschen voor mü vielen
gezi
staan,
Natuurlük had Ik nieuwsgierig toegekeken
naar die voor mü geheel nieuwe plechtigheid
en een dergelüke beweging had ik met ver
wacht.
Ik vergat volkomen mün hoed af te nemen.
De Lugareno keek op en voor ik besefte, dat
Ik zün of iemands gevoelens met mün ge
drag etste, sprong hü overeind en sloeg mü
den hoed van het hoofd.
Juist brak weer het trompetgeechetter los en
begonnen de klokken te dreunen, zoodat nie
mand zün kreet hoorde. Met een slag van mün
vuist deed ik hem terugwankelen.
De processie was voorbü; de menschen ston
den van hun knieën op en stroomden de nauwe
straat uit. Vloekend schikte hü «Un mantel
recht; Ik sloeg heln Intusschen nauwlettend
gade;’ maar na een oogenbllk sprong hü weg
en raakte tusschen de menigte uit het gezicht
Ik raapte mün hoed op.
„Senor," hoorde Ik eensklaps een stem. Ik
keek op.