f 50. f,76.670. u w/ifiaal wms den da^ keerden wij heden uit ONZE 272e UITKEERING HONIG’S GROENTESOEP 6 borden 20 ets. l/J Toen de Cullinan gevonden werd EEN WERELDSENSAT1E voor DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK HET KAPERSNEST Z6? 4 Itlipikacdb's pMdecs ff750.- f250.- “„vsk i- fl25.-&z^zs fso.-^f 40.- Jitn maakt aanstalten Alle abonné’s WOENSDAG 24 JANUARI In Amsterdam bewerkt ik Gouden Professiefeest •t Visch naar België aan WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN DIRECTIE VEREEN KATH. PERS Hooge Raad van Arbeid I f!’ r I Een operatie in de kolen schacht geldende den Heer Durga en het auto-ongeluk JOSEPH CONRAD - Geen reden tot ongerustheid KWATTA’s SOLDAATJES blijven hun waarde altijd houden A Yeen paar keer wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is aan onze verzekerde abonné’s is üitgekeerd- \Tnu. D/teila/wlD \noó nletzoon y^LECHTE VERBLUF- PLAAT5. ER/5H/ER WERM.OEDAAN VOED5EL E/f HET E> ER RDBT/p. WE HADDEN HET VEEL SLECHTER KUNNEN TREFFEN} ingevolge de voor onze abonné’s gratis-ongevallen-verzekering TH. BAKKER te Amsterdam, De aanbieding van 4^zen reuzen diamant aan honing Edward ging met politieke moei lijkheden gepaard Onderscheiding voor een moedig geneesheer AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UÜR NA HET ONGEVAL VOOR DB T F-NATIONALE/" A DRANÜ J W‘'' J IIIIIIIIIIIIIIIIIIIU 0 st. IIUIH Hill. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliy id iiiiiuiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IHIIIIIII OP I 'I f',1 r i* aeuecO «w<e PC BEREJDirtOSWIJZE STAAT OP IEDERE FLESCX VIJFDE DEEL HET LOT VAN ONS, MENSCHEN* jmüKjtfl'E HOOroo'ilJ n. (Wordt vervolgd) soldaten V' k 1 1 r J I beleeerdi I Stoep ROMAN VAN van Mr. T- mün. naar blies over orkaan menigte ss— t id ■n le t. n l- n n i. F, f 1 L' 1 3 een de ek en t t. n n r schelletjes. De nienschen voor mij vielen tameniyk op de knieën en Ik bleef alleen zijn spoedig verdreven met Per stuk 8 ct. Doos 45 et Bij Uw drogist td. id. 4 flllllllllllliltIII DE PRIMEUR 'EN WEER delcxjpeh, jdt 5 AL D/E PLANKEN LX/DEN i OP T 5TRAW. DAARNA l RUNNEN W/J ZE 6EAMK t RELUZ DAARHEEN LA- f PEN DRIVEN, WAAR V/J C nmiimii a.r r *-*■ we»» y w - wee» ZE WILLEN HEBBEN .Neen, nu mi hebt mJ al tez Ut draal fllmeif wet In O'Brien worden van den bewustelooss vakkundig verbonden worden.-Toen pas ging het langs stelle ladders naar boven. Hier zorgde dr Kendal dat de ge kwetste zoo spoedig mogelijk naar het deken huls vervoerd werd en nadat het laatste ver band gelegd was, ging de dokter wat rusten, uitgeput door de inspanning van zoo’n levens gevaarlijke operatie. Behalve in geval van direct transito-verkeer per spoorweg Is voor elke zending van gepelde of ongepelde garnalen, van versche of bevro ren visch. bU Invoer In België In trans.to. van 1 Februari 1934 af een licentie noodlg. uitge reikt In naam van den minister van vervoer door den dlrecteur-generaal der scheepvaart. Dinsdagmorgen droeg de Hoogeerw. heer Mgr. F. Wouters, Pastoor-Deken van Maastricht, en hulsprelaat van Z. H. den Paus in de klooster kapel der Eerw. Zusters van de Congregatie van den H Borromeus een plechtige Hoogmis op bij gelegenheid van het gouden professlefeest van vier kloosterzusters. Mgr. Wouters werd daarbij geassisteerd door twee Paters Minderbroed»», terwijl in de kapel ojn. aanwezig waren de Algemeene Overste, de Raad van Zusters en een stoet van bruidjes. De jubileerende zusters waren Zr. Aldegondis (In de wereld Johanna Oetrudes Lopes de Su- asso); Zr. Brigitte (Maria Elisabeth Prlkk’irt Zr. Gabrlëlle (Maria Fleischener)Zr. Cornelia (Wilhelmina van Sleeuwen). l NAAR DAT W MEEMTN/ET 1 '\WE6.DATJXAL- I IlemaTNt/oBLD L <4Z WEZEN Al -s flWE H/ER VAN- Kdaan en oh L R WEó WAARHUdUï X ZULLEN ZJJ/T 37 >R V/ND OATfeW fWEL WAT LAAT H,, \DH NU TT0>C AAN ZOO ‘N ZHAMMXt \TE 3ED/NNENWT ZULLEN TDTNDR kV// WATNTEHENl \PANAAH ON5 WERE DAAN.. et Udteeken?" herhaalde Lil vragend en rond hfrar mond speelde een vroo- HJk lachje. Met wijdopen mond staar de zij naar Dr. Winter, die voortdurend naar het Udteeken keek, dat, van onder het oor tot onder de fijn geronde kin liep. Na een pauze, waarin alle rimpels weer uit Lll's gezicht wegtrokken, ael hü. dat aan lid- teekens altijd een gebeurtenis verbonden was, die bet vermelden waard was, waarop UI be vestigend de oogleden sloot. ..Een teeken van de Durga" zei ze met ver moeide stem, mat en afwezig van blik. Bijna onmerkbaar haalde zU de schouders op. „Durga" vroeg de Winter verbaasd. „Ja. de Indische godin, aan wie tegenwoor- 7 ALS WE een-^ WA Al DE DOPE M E&DT WEER OP DR/FTHEBEETf. DAH ZAL HETCTCS 6EHARXEUJZIKL- LEW, AREEH NlEc/WEWAST AaWTEBREOÓEW, OPRWETHETZER ZDLLEW WE HET \WEL KLAARSPEL Fa. WET L5 EE/T KHlLj L kz^7/y hoekje; i HAAR OVERAL \REr ZOO RUST/O R EH «ALFf WMOfy Re r opdeNdum' VERZELEJia J J HU/ZWOOR ELAT WE OEEH STORFf ZPUOBT. Wet z/et Daar OR/DERD DREL- 0EWD HDEO U/T/H‘T ZULD- WESTE/T Een bejaard man In t «wart, met een witte snor en bakkebaard stond voor me, de schooier naast hem en achter hem vier soldaten met een officier. Het geheele onheil drong »lch met één enkelen oogslag aan mU op. „De senor Is zeker een vreemdeling mis schien een Engelschman,” zeide de ambtenaar in 1 «wart, HU droeg een kanten kraag, een op het linnen’ doek geprojec- Jn alechta voorstellingen van le met fantasie begaafd zijn. u mij begrijpen wanneer ik oms naar avonturen zoek, die ruwe werkelijkheid «Ijn. Mijn langstelling wil Ik hier niet eens brengen." Lachend maakte hij tie enkele woorden in bet oor. Het waa duide lijk genoeg voor me. dat de rechter maar «en heel gering ambtenaar was, die enkel besliste of er reden tot rechtsvervolging zou zijn; aelfs tegenover zijn klerk was er In zUn houding groote schuchterheid en twijfel. Ik selder „Maar Ik sta er op te weten...." „Senor," zeide hij. „er Is geen beschuldiging tegen u, maar de zaak te Juist, dat niemand weet wie u bent, komt van een plaats waar aeer betreurenswaardlge en onverklaarbare dingen gebeurden; nu bent u in Havana; u hebt geen paspoort. Ik verzoek u kalm te blijven.... Deze dingen zijn allemaal gauw In orde." Ik twijfelde er niet aan, of hM sprak de waar heid, zooover hU die wist. Hy waa klaarblijkelijk iemand van vervelend-naleven eenvoud. Misschien was het werkelijk waar, dat ik enkel verklaringen had te geven en dan mimehi^n aHes was afgeloopen. Op dat oogenbllk kwam O'Brien het vertrek binnen met den achteloosen «tap van een ambtenaar, die ambtshalve bü een ambtgenoot binnentreedt. Het leek of het feit, dat hu mU daar «ag. tets was, dat hU buitengewoon verafschuwde terwijl hu kwam, alsof hU enkel behoefte had zich te overtuigen van mijn bestaan, mUn Iden titeit en mUn alleen-sljn. De langxame blik, dien hü mj) schonk, wüsigde niet de kalmte van zün binnenkomst. (Korte inhoud -an het voorafgaande: Kamp eau IngelKhmsn uit Kent wiikt met Carlo* Bleao uit naar Jamaica geholpen door a«® verloofd* van slln zuster Veronica Ralph Rooksbv Bier komt bli in «ennu met d*n rechter O’Brien en met Don mmon die K*mn trillen overhelen dienet te nemen Ml «eeroover* die Rlo Medio als beste hebben Kempt vlucht maar wordt later weer door de zeeroovera gevangen genomen en naar Rlo Medio gebracht waar hü ontvangen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aap bet eterfbad Carlo* Het gepeupel eiecht de uitlevering van K»mo en doet ale Oarloe tulet ven is een aanval op bet hu>« waarbii Don Balthasar door een kogel wordt getroffen en stervend Ineen zakt Al* tlidena de be- «rafenleplechtleheden de «andeeht efgeieio Ie vlucht Kemo met Den Balthaeer* doch ter Serafine en wordt opeenomen oo het zn- geleche schip .Lion" De Engeleche koop vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp verlaat met Serafine en Castro tlidellik het „Waarom ben ik hier gebracht, edelachtbare F* vroeg Ik met heel veel vastberadenheid. Er zaten twee personen in 1 zwart, de een naast den ander achter een groote.' «warte tafel. Ik moest tusschen twee soldaten tegen over hen plaats nemen, In het midden van een groote, schaarsch gemeubelde kamer met kale, vuile muren en de wapens van Spanje boven den zetel van den rechter. „U bent gebracht voor den rechter van de eerst* Instantie," zei de man In t zwart op van de tafel. Hü droeg een grooten steek met drie punten. Eentonig klonk het. „Wees aandachtig en Eerbiedig tüdens het verloop van het proces." Dat waa ongetwüfeld een uitmuntende raad. HU fluisterde nu den rechter der eerste Instan- veilig «Un, en Ik eveneens, want mün lippen zouden verzegeld blüven. Voor mij kon Ik daarna de bescherming van mün consul Inroe pen eh trachten den Juez aan de kaak te stellen. „Ga daar bipnen. senor, om met uw aan klager geconfronteerd te worden.” «el de ambtenaar In t zwart, toen hU weer verscheen. HU wees naar een kleine deur links van de zaal MUn hart klopte rustig. Ik voelde een soort onverschrokken onderwerping. -w—ontdekking van een grooten diamant in 1 Zuld-Afrika heeft niet alleen de alge- xaevcM aandacht doen vallen op Sir Ernest Oppenheimer, die den steen voor f 63.000 gekocht heeft, doch ook het aanzien gegeven aan tal van anecdotes, verband hou dend met de nog grootere vondst, welke een kwart eeuw geleden een wereld-sensatie ver- oorzaakte- De Cullinan werd door de Zuid- Afrlkaansche regeerlng ten geschenke gegeven •an Edward VII; «U werd gesneden In twee groote en ver hver de honderd kleine diaman ten. De twee grootste zün Ingezet in den En- gelschen scepter en de Engelach« kroon. Het feit dat <1® onderkant jan den ruwen «teen glad was, deed het vermoeden rijzen dat er nog een stuk In de mün was achtergebleven, en aanvankelük meenden velen dat de nieuw- ontdekte steen het complement van den Cul linan was.' Dat de aanbieding van den Cullinan aan konlng Edward van tfbott politieke moellük- beden vergezeld ging, zal wellicht weinigen be kend zün. Het desbetreffende voorstel was in de Wetgevende Vergadering van de Transvaal Ingediend door Generaal Botha, „als teeken van loyautelt van het Transvaalsche volk en ter herdenking van het toestaan van zelfbe stuur". De motie werd aangenomen met 43 te gen 19 stemmen, en het eigenaardige feit deed zich voor dat. zoo weinige jaren na den Boeren oorlog, de Hollandsch-Afrlkaansche volksver tegenwoordigers er veel geestdriftiger voor wa ren San die van Engelschen bloede. Het f®1* dat bet initiatief niet van laatstgenoemden was uitgegaan, was oorzaak dat de liberale regee- ring van Campbell Bannerman, die den konlng van advies moest dienen, een zeer gereserveerde houding aannam. Hlerbü kwam dat Zuld- Afrika Juist op het punt stond te Londen on derhandellngen aan te knoopen over een be- langrüke leenlng, en ofschoon de regeerlng er kende dat het aanbod niet door deze omstan digheid ingegeven was, wilde zü toch dat ook de schün zou worden vermeden. De Hooge Commissaris te Pretoria. Lord Selbourne, drong in tal van telegrammen op aanvaardllljz »«n het geschenk aan. maar het verzet hiertegen was. ook in konlngs onmld- dellüke omgeving, aeer groot, vooral onder die genen, die het onnoodlg vonden dat de naam lan, den directeur der Premier- de diamant genoemd w» aan de Kroon-Juweelen veNxmden aou worden. De konlng. die den diamant gezien had. en die terecht meende dat verwerping van het geschenk een zeer slechten Indruk In Zuld- Afrika zou maken, riep, toen «Un vriend. Lord Esher. «bovenstaand argument te berde bracht, uit: „Waarom zou een konlnklük Juweel niet naar Cullinan genoemd kunnen worden, ter- wül de overjas, die ik op het oogenbllk over mün konlnklüke gestalte draag, den naam van een ■ekeren Lord Raglan voert 1" De prins van Wales de tegenwoordige George V drong krachtig op aanvaarding van het geschenk aan, maar de strüd duurde maanden lang, tot eindelUk de regeerlng toe gaf. en de Cullinan den konlng op 9 November 1907, «Un 6teten verjaardag, door Sir Franc/ Hopwood en Sir Richard Solomon op het paleis te Sandringham namens het volk van de Trans vaal aangeboden werd. In Januari 1908 werd de steen naar de firma Asscher te Amsterdam gezonden, om gesneden en bewerkt te worden Als beuling ontving «U eenlge der kleinere stukken en 98 kleine briljanten. De „Morning Post" herinnert er aan dat. toen de steenen bewerkt waren, drie maal twee mannen naar Londen vertrokken met drie doozen. waarvan één de steenen be vatte, terwül de belde andere leeg waren. Zelfs de dragers wisten niet aan wie hunner de schat was toevertrouwd. BU aankomst te Londen evenwel bleken alle drie de doozen leeg te «Un. Groote consternatiel Het verhaal gaat dat de heer Asscher de diamanten In «ün broekzak ge stoken. en ze aldus op de mlns^ opvallende wüze vla Brussel en Parijs naar Londen ge bracht had. Volgen» een bericht der ,N. Z." uit Londen, beeft het bestuur der Carnegle-stichtlng beslo- tsei den geneesheer dr. Kendal een eeregeschenk aan te bieden van 20 pond voor z'n moedige reddingspoging. De dokter heeft eenigen tüd geleden een 19-Jarlgen jongen diep onder in de kolenmUn uit een uitent gevaarlüke positie bevrüd. door hem onder een overhangend rots blok dat leder oogenbltk dreigde neer te storten de hand te amputee ren Met donderend geraas was het rotsblok, dat wel 100 ton woog. In de schacht gestort. Hou ten stellingen en ladders, touwen en stalen rails had het met zich In de diepte meegesleurd. Op drie plaatsen vernielde het de platvormen en raakte toen tenslotte enkele centimeters boven den grond vastgeklemd. Gelukkig was er nie mand ernstig gewond, maar hier beneden lag een jonge arbeider, dle*met z'n rechterhand In de klem geraakt was en dus genoopt was onder het rotsblok te blüven liggen. Zün kameraden konden hem niet helpen, want de Ingeklemde nand kon ónmogelijk onder bet rotsblok van daan gehaald worden. Ieder oogenbllk echter kon het blok verder naar beneden zakken en met zün gewicht den ingeslotene en aün redders verpletteren. Er bleef niets over dan een dokter te halen, die de hand amputeerde. Dat gebeurde dan ook. Een telefoongesprek., en enkele minuten later was dr. Kendal ter plaatse. Maar de toegang tot de mün was af gesneden. En zoo moest de dokter den moeilü- ken en alleen reeds levensgevaarlijken weg langs de smalle schacht nemen. Bü de Ingesloten mUnwerken aangekomen, kroop hü op handen*'en voeten naar de kleine ruimte, die nog naast den jongen man vrü gebleven was. Münwerkers lichtten bü met hun münlampen. Maar hun zwakke schün was niet toereikend. Meer tastend dan ziende verrichtte de arts de ampuUtle HU lag languit op z'n rug en kon zich zelf ternauwernood verroeren. Zün gericht werd door den rotsblok bijna In- geklemd. .Aan een plaatselüke verdooving was onder deze omstandigheden niet te denken. Maar de jonge arbeider was reeds een paar uur bewus teloos. EindelUk na minuten waa de laatste vinger geamputeerd. De arm zakte weet naar beneden Dé vastgeklemde «as bevrüd. Voor- zlchtlg kroop de dokter achterwaarts en trok den gekwetste behoedzaam mee. Krachtige ar men grepen toe en zoo was de man spoedig bulten gevaar. Maar de uitgeputte dokter kon zich nog geen rust gunnen. Nu moest de arm De laatrte alinea van het communiqué van den Hoogen raad van Arbeid Inzake zün verga dering van 20 Januari moet als volgt luiden: Nadat een voorstel om den minister te advl- seeren het voorontwerp van wet. houdende wettelUke regelen Inzake het erkennen en sub- sldieeren van vereeniglngen met werkloozenkas en de instelling van een crials-werklooahelds- fonds terug te nemen, was Ingetrokken In ver band met de ernstige beswaren, waaronder van formeelen aard, die daartegen van verschillende züden waren Ingebracht, werd de behandeling van het betreffende concept advies uitgesteld tot de volgende vergadering, ens. keten om den hals. *n fluweelen broek, en zwarte kousen. Zün stem was zacht. Ik was zoo uit het veld geslagen dat Ik enkel knikte. „De senor is jong en onnadenkend. Gods dienstige- gevoelens behooren geëerbiedigd te worden." De ambtenaar in 't zwart sprak mü toe op droefgeestlgen, gematigden toon. „Deze man,’’ vervolgde hü. terwül hü den bandiet aanzag. „heeft mü een lormeel verslag uitgebracht van uw antl-godsdlentlge betoo- glng." Wat ®«n noodlottig voorval, dacht ik ontstekt; maar ik trachtte de zaak te verklaren en drukte mün spüt uit. De ander staarde mü wel willend aan. .Niettemin, sénor, moet >k u verzoeken mü te volgen, ook voor uw eigen veiligheid. O moet eenige inlichtingen verschaffen omtrent uw persoon." Ik was vast besloten nlet« uit te laten Maar de Lugareno was bezig mü van alle kanten op te nemeir. HU sloop nader, stapte terug, toen naar één züde. „Deze achtbare man," begon de ambtenaar in *t zwart, „beklq^gt zich verder over uw gewelddadigheid. „Dese achtbare man," riep Ik stomweg, „is een kaper, 't Is een Lugerano van Rio Medio. Een misdadiger." De ambtenaar scheen gerbaasd. en onmlddel- lük zag ik mün idiote vergissing te laat! „Vreemd," prevelde hü en tegelükertüd be-' gon de ellendige schurk te roepen; ■chip, dat hen later weer aal onnlkken iil- dens den storm slaat hun boot om Ze worden °D de aust aeworoep en rerbercen «icfc in •®n spelonk waar zll aoor O’Brien worden belewerd) groep soldaten trompet geschetter dig nog matchen geofferd worden," vulde 1.11 aan. Dr. Winter bleef verwonderd staan en lette niet op de zacht wegstervende (slanken, ole een einde aan den dans maakten. „Durga?” herhaalde hü. ..Maar dat moet ge eens nader vërtellen; Ik vergla me waar schijnlijk niet, al$ ik een buitengewoon Inte ressante geschiedenis verwacht. Maar Iaat ons in den wintertuin gaan. Toen Lil een tegenwerping wilde maken liet hü er hafctlg qp vjplgen: - mü niet weigeren. U -nieuwsgierig gemaakt. Ziet u, met de avontuuriükste scènes, die de menschkn vol enthousiasme meesleepen Maar alles wal teerd wordt, I medewerkers. 1 Misschien kunl bü afwisseling niets meer d pereoorjXuk^t In t geding een buiging In den wlntertüd was bet behaaglük koek als na een onweer op zwoele zomerdagen. Het rook sterk naar vochtige aarde en herfstach tige bladeren. „Vertel me nu," vroeg dr. Winter, nadat zü zich In de zachte fauteuils neergezet hadden. LU tuurde zwijgend naar de smalle bladeren van een palm. „Goed” zei ze na een poosje en het klonk als een bevrüdlng.als had zü na een zware worsteling eindelUk het besluit genomen. „Het gebeurde twee jaar geleden in Indié. Ik bevond ml> op reis van Dargeeling naar Cal cutta en daar Ik van Indlë alleen de steden had leeren kennen, besloot ik een omweg te maken. In dien tüd heerschte in de vlakte ten Zuiden van de Himalaya een groote droogte Verschillende weken reeds had bet niet meer geregend en het land werd door een vreeselüke dorheid geplaagd. In verschillende streken wa ren riekten en hongersnood uitgebroken en de regeerlng moest maatregelen treffen om de buitengewone ellende te lenigen. In zulke tü- den is het niet aangenaam te reizen en meestal Is het twüfelachtlg of de reis wel door kan gaan, want bü den nüpenden nood laait bü de inboorlingen de geweldige haat tegen de Europeanen weer op. Men had mü tevoren gewaarschuwd en trachtte mü van mün voor nemen af te brengen. De voorzorgen van mün vrienden schenen mü overdreven en overigens vertrouwde Ik op mün auto en mün geluk dat mü zelden In het leven verlaat. Am een kleinen revolver dacht Ik toen nog niet. Dat viel me pas te binnen toen ik over het vlakke land reed en overal een afkeurende houding bü de Inboor lingen ontmoette.” „Vertel alsjeblief verder/' verzocht dr. Win ter. toen Lil nadenkend een oogenbUk zweeg. Jk bewonder uw moed „Het waa een vreeselüke tocht. De velden lagen verdord-en tar riot zengenden gloed ver- droogden de jonge maïskolven-aan dewiegen - de halmen. NTap 'éh kYAchtelooa hing hét Ster vende loof aan de boomen en als Ik met mün wagen door het wervelend zand van den land weg reed, was ik door een grijsbruine ondoor dringbare stoflaag omhuld. Menigmaal ont moette ik menschen, uitgeputte gestalten, die wezenloos in stompzinnige sluimering langs de wegen lagen of voor hun armzalige hutten hurktqp. Het was een ontstellend gericht. Slechts wie derf matelooeen nood zelf leerde ken nen, kan de menschen begrüpen, wanneer zü In hun wanhoop belmelük peer naar Durg* terugkeerden en haar menschenoffers brach ten. Ik had nooit bepaald geloofd, dat In onze dagen nog deze bloedige cultus gehuldigd werd tot ik in Arrinopula aankwam. Arnnopula Is een dorpje ver af van de grorite verkeers wegen en moellük te bereiken. Ik zag het pas toen Ik onmiddellük In de nabijheid op een kleine hoogte stopte. Opeens bemerkte ik terzüde van de dzjungle een oud bouwwerk. Alle oude gebouwen bezit ten een magnetische aantrekkingskracht voor mü en ook toen kon Ik haar niet weerstaan. Ik vond een tempel ruimte met ver vallen muren, die slechts büeenge- houden werden 1 -door woekerplanten en een wirwar van takken. Duister gaapte de opening, die naar den tem pel voerde en een koele vochtige lucht uit ademde. Het trok mü met onweerstaanbare macht aan, ofschoon ik een zekere huivering over me voelde komen. Als een nachtmerrie teg- de de schemering zich over mü heen en In de onnatuurlüke stilte hoorde ik slechts het harde bonzen van mün hart. Ik keerde mü om en ver liet haastig de unheimische plaats Hoe zal ik mün ontzetting beschrijven toen plotseling half naakte menschen voor me stonden.... geraam ten. vel over been die mü met sombere oogen waarin wanhoop en menschelüke begfee- righe.d vlamden, aanstaarden. Ik weet niet of ik geroepen of mü verweerd heb. toen zü mü met hun knokige handen oppakten en weer naar de ruïne sleepten. Als Ik aan de minuten of seconden, die toen volgden, teruadenk, word Ik telkens weer overvallen door de afschuwelüke huivering, die mü toen aangreep." Lil zweeg een oogenbllk en wreef aarzelend met haar vingers over het Udteeken Een hul pelooss trek lag om haar dunne lippen. Dr. Winter zag. dat zü eenigszlns beefde. „OngeloofeUJk Interessant” zei hü alleen en wachtte gespannen naar Lll's verdere uiteen zettingen. „Wat er verder gebeurde, kan ik me niet pre cies meer herinneren," vervolgde Lil. „De ge- gebeurtenissen volgden elkaar met overrompe lende snelheid op. Ik weet alleen, dat Ik op den grond lag In een gevoel van verdooving. In het schemerlicht zag Ik onduldehjk de belde ge stalten In haastige bewegingen bü een groot rotsblok, dat een offeraltaar uit het Oude Tes tament geleek. Met verpletterende zekerheid kwam over mü de ontstellende overtuiging dat ik in handen van de aanbidders van Durga ge vallen was, die in hun verbeten wanhoop de godin door het brengen van menschenoffers trachtten te bewegen hen van de ramp ven droogte en hongersnood te bevrijden. Ik stond Op en wUde naar den uitgang vluchten, maar de twee sprongen als tijgers naar me toe en heel vaag herinner Ik me nog hoe een van hen mü zün mes in de borst stiet. Instinctief bukte ik snel omlaag zoodat het mes slechts rakelings langs mün gericht gleed. En instinctief moet Ik tevens naar den revolver in mün mantelzak ge grepen hebben, want pas toen mün tegenstan der op den grond viel, drong het tot mü door dat ik hem met het wapen gedood had. LU streek langzaam met de hand over het voorhoofd. ,^ls een ontwakende, die zich vergewist dat de kweUende droom slechts een droom geweest is,” dacht dr. Winter. „En de andere Indiër?" vroeg hü haastig. ,NU bekommerde zich niet om mü. want toen ik büna bulten kennis’van afsèhuw op den doo- de neerzag, stormde hü naar buiten en wierp zich ato een wUde op den grond die vochtig was van ’Wen vallende!) régen. Want 'het groote spreokjeeachtlge «onder was geschied. Durga scheen d®or den dood van den Indiéri’ ver zoend. Dé langverwachte régen stroomde, in dikke stralen neer!” „Phantastlsch," zei dr. Winter geestdriftig en leunde achterover in den fauteuil. Toen legde hü bedachtzaam zün hand Lil's arm. „Ik zou uw avonturen gaarne filmen en het zou mü zeer veel genoegen doen, als u mü daartoe verlof zoudt willen geven en zoo mogelük ook uwe medewerking...." Lil lachte met gesloten Uppen. „Gaarne," antwoordde zü. „Gelukt!" jubelde het In UI, toen zich later weer in de zaal Uet brengen. Terwijl men nog de kachel stookt tn zelfs van schaatsen droomt, tn nergens nog een blaadje groen Te zien is aan ’t geboomt. Staat in de krant dat schoon bericht, Zelfs kapitaal gedrukt: De eerste aardbei van het jaar Is nu al reeds geplukt! Al is zoo’n heerlijke primeur Dan van den warmen grond, Toch brengt die eerste aardbeipluk Je ‘t water in den mond! Doch wat de liefde vlug bekoelt. Hoe happig je ook bent, Dat is de radicale prijs Van vijf en vijftig cent! Zoon prijs maakt zelfs de fijnste vrucht Voor onzen mond niet zoef, Ook als j’een heelen suikerpot Met suiker er op doet. Je raakt zoo’n aardbei zelfs niet aan, Al ben j’er op verzots Want vijf en vijftig cent per stuk Maakt wdchten.tot genot! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) „Hü Is het! De verrader! De ketter! Ik her ken hem!” „Kalmte, kalmte!" zei de man In t rwart. „Ik vraag gebracht te worden bü den juez don Patricio voor een verklaring," gilde de Lugareno. Er begon zich een oploopje te vormen. De ambtenaar en de officier wisselden be raadslagende blikken. Bü een woord van den laatste drongen de soldaten om mü heen. Ik voelde mü vernietigd, alsof de grond onder mün voeten was ingestort en de hemelen In tweeën gescheurd. Als In een amgstwekken- den droom stak Ik tusschen mün bewakers de straat over en beklom de trappen van net paleis van justitie. In de sombere, kille hal Heten ze mü wachten. Aan eiken kant had Ik een soldaat naast me en daar vlak voor me, op een tafeltje, lagen Mrs. William's sjaal en Sebrlght's muts. Het leek meer dan ooit een ongerümde droom. Maar Ik had den tüd mün zinnen te verzame len. Ik kon niet de bescherming van den con sul Ingeroepen, eenvoudig, omdat Ik dan een getrouw verslag van al mün doen zou moeten uitbrengen, wat gelük stond met Seranhlna uit te leveren. Haar kon de consul niet beschermen. Maar de .JUon" zou den volgenden dag uit zeilen. Sebright zou het begrüpen. als Wil liams het niet deed. Ik vertrouwde op Sebright'» scherpzinnigheid. Ja, vóór den avond zouden zü uitzeilen.... Binnen anderhalven dag.... Als ik enkel maar tot zoover Seraphlna’s redding voor O Brien kon verborgen houden, zou onder het voorbü trekken. Daarna wae alles onmiddellük stil behalve het zilveren gerinkel van schelletjes. De nienschen voor mü vielen gezi staan, Natuurlük had Ik nieuwsgierig toegekeken naar die voor mü geheel nieuwe plechtigheid en een dergelüke beweging had ik met ver wacht. Ik vergat volkomen mün hoed af te nemen. De Lugareno keek op en voor ik besefte, dat Ik zün of iemands gevoelens met mün ge drag etste, sprong hü overeind en sloeg mü den hoed van het hoofd. Juist brak weer het trompetgeechetter los en begonnen de klokken te dreunen, zoodat nie mand zün kreet hoorde. Met een slag van mün vuist deed ik hem terugwankelen. De processie was voorbü; de menschen ston den van hun knieën op en stroomden de nauwe straat uit. Vloekend schikte hü «Un mantel recht; Ik sloeg heln Intusschen nauwlettend gade;’ maar na een oogenbllk sprong hü weg en raakte tusschen de menigte uit het gezicht Ik raapte mün hoed op. „Senor," hoorde Ik eensklaps een stem. Ik keek op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 11